298231
65
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/79
Pagina verder
Gebruikershandleiding Nokia 6760 slide
Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-573 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://
www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Mail for Exchange, Navi, OVI en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
This software is based in part of the work of the FreeType Team. This product is covered by one or more of the following patents: United States Patent 5,155,805,
United States Patent 5,325,479, United States Patent 5,159,668, United States Patent 2232861 and France Patent 9005712.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-
videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende
informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://
www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK
ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE
GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN
MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE
HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze
gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen
op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor
details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende
export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications
Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met
uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1)
Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking
tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 2 NL
Inhoudsopgave
Veiligheid.............................................................7
Over dit apparaat.......................................................................7
Office-toepassingen...................................................................8
Netwerkdiensten.......................................................................8
Gedeeld geheugen.....................................................................9
Ondersteuning...................................................10
1. Veelgestelde vragen.......................................11
Wat is de blokkeringscode?....................................................11
Waar krijg ik instellingen voor mijn apparaat?....................11
Hoe kan ik inhoud van mijn oude apparaat
overbrengen?...........................................................................12
2. Aan de slag.....................................................13
Toetsen en onderdelen...........................................................13
De SIM-kaart en de batterij plaatsen.....................................14
De batterij opladen..................................................................16
Het apparaat in- of uitschakelen...........................................16
De toetsen vergrendelen........................................................17
De hoofdtelefoon aansluiten..................................................17
Geheugenkaarten....................................................................17
Sneltoetsen..............................................................................19
3. Uw Nokia 6760 slide ......................................20
Installatie van telefoon...........................................................20
Instelwizard.............................................................................20
Inhoud overbrengen...............................................................20
Bellen........................................................................................21
Voicemail .................................................................................22
Volumeregeling.......................................................................22
Tekst schrijven met het toetsenbord....................................22
Berichten schrijven en verzenden..........................................23
Actief stand-by.........................................................................24
Menu.........................................................................................25
Symbolen..................................................................................25
Klok...........................................................................................26
Antennelocaties.......................................................................27
4. Het apparaat aanpassen................................28
Profielen ..................................................................................28
Beltonen selecteren.................................................................28
Weergavevolgorde wijzigen..................................................29
5. E-mail en chatten...........................................30
SMS-toets..................................................................................30
Ovi Mail.....................................................................................30
Nokia Berichten.......................................................................30
Mail for Exchange.....................................................................30
Chatsessie starten....................................................................31
6. Ovi Maps.........................................................33
Positionering (GPS)..................................................................33
Over Kaarten.............................................................................37
Over de kaart schuiven............................................................37
Een route plannen...................................................................38
Navigeren naar de bestemming............................................38
7. Internet en connectiviteit..............................40
Internettoets............................................................................40
Browser....................................................................................40
Snel downloaden.....................................................................42
De USB-gegevenskabel aansluiten.........................................43
Bluetooth..................................................................................44
Verbindingsbeheer..................................................................47
8. Agenda en Contacten.....................................48
Een agenda-item maken.........................................................48
Agendaweergaven...................................................................48
Namen en nummers opslaan en bewerken..........................49
Contactgroepen maken...........................................................49
Beltonen toevoegen voor contacten.....................................49
9. Foto's en muziek............................................50
Camera......................................................................................50
Galerij........................................................................................50
Online delen.............................................................................51
Over Ovi Delen..........................................................................52
Muziekspeler ...........................................................................52
FM-radio....................................................................................53
RealPlayer ................................................................................54
10. Kantoortoepassingen..................................56
Rekenmachine ........................................................................56
Afmetingen converteren.........................................................56
Bestanden zoeken en organiseren........................................56
Quickoffice................................................................................57
Zipbeheer .................................................................................57
PDF-lezer ..................................................................................57
11. Downloaden.................................................58
Toepassingsbeheer.................................................................58
Download!................................................................................60
12. Het apparaat en de gegevens beveiligen....62
Het apparaat blokkeren..........................................................62
Beveiliging van de geheugenkaart........................................62
Back-ups maken van gegevens..............................................63
Wees voorzichtig wanneer u verbinding maakt..................63
13. Instellingen..................................................65
Algemene instellingen............................................................65
Telefooninstellingen...............................................................65
Verbindingsinstellingen..........................................................65
Toepassingsinstellingen.........................................................66
14. Groene tips...................................................67
Energie besparen.....................................................................67
Recyclen....................................................................................67
Papier besparen.......................................................................67
Meer informatie.......................................................................67
Accessoires.........................................................68
Batterij...............................................................69
Informatie over de batterij en de lader................................69
Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen..............70
Uw apparaat onderhouden................................71
Recycling...................................................................................71
Inhoudsopgave
Aanvullende veiligheidsinformatie...................73
Kleine kinderen........................................................................73
Gebruiksomgeving..................................................................73
Medische apparatuur..............................................................73
Voertuigen................................................................................74
Explosiegevaarlijke omgevingen...........................................74
Alarmnummer kiezen..............................................................74
Informatie over certificatie (SAR)..........................................75
Index..................................................................77
Inhoudsopgave
Veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het
rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het apparaat
negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden
geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM
850/900/1800/1900-netwerken en UMTS 900/2100 HSDPA-
netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat
worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer
en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden,
zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java
Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 7
van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het
apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze
zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze
niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u
dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of
gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving
en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten
van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit
geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt
u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Office-toepassingen
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft
Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen
worden ondersteund.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten
gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij
uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied
van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u
vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben
op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken
die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld
WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-
protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw
Veiligheid
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.8
apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu
van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat
voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen,
menuvolgorde en pictogrammen.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik
van gedeeld geheugen: beltonen, afbeeldingen, contacten,
SMS-berichten, multimediaberichten, chatberichten, e-mail,
agenda, spelletjes, notities en toepassingen. Door het
gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk
minder geheugen beschikbaar voor de overige functies. Als
uw apparaat een bericht weergeeft dat het geheugen vol is,
verwijdert u een gedeelte van de informatie die in het
gedeelde geheugen is opgeslagen.
Veiligheid
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 9
Ondersteuning
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat behoort te werken, gaat
u naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support (voor
mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, doet u het volgende:
Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na een ongeveer een
minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Werk de software op uw apparaat regelmatig bij met de toepassing Nokia Software Updater zodat het optimaal presteert
en beschikt over eventueel nieuwe functies. Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website. Vergeet
niet om een back-up te maken van de gegevens in het apparaat voordat u de software van het apparaat bijwerkt.
Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd. Documenten en
bestanden worden tijdens het opnieuw instellen van de oorspronkelijke waarden niet verwijderd.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Ga naar
www.nokia.com/repair. Maak eerst een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.10
1. Veelgestelde vragen
Wanneer u een nieuw apparaat in gebruik neemt, hebt u
mogelijk vragen. Naast de hier verstrekte informatie kunt u
ook de ondersteuningspagina's van de Nokia-website
raadplegen.
Wat is de blokkeringscode?
Dit apparaat is uitgerust met een of meer codes om de SIM-
kaart of het apparaat zelf te beschermen tegen ongeoorloofd
gebruik.
Blokkeringscode
De blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd)
beschermt het apparaat tegen ongeoorloofd gebruik. De
code is bij aanschaf ingesteld op 12345.
U kunt de code wijzigen en het apparaat zodanig instellen
dat om de code wordt gevraagd.
Zie 'Het apparaat
blokkeren', p. 62.
U moet de nieuwe code geheim houden en op een veilige
plaats (niet bij het apparaat) bewaren. Zorg dat u de code
niet vergeet. Als u de blokkeringscode vergeet en het
apparaat geblokkeerd is, moet u ermee naar een erkend
Nokia-servicepunt gaan. U moet mogelijk betalen om dit
probleem te laten oplossen. Om de blokkering van het
apparaat op te heffen moet de software opnieuw worden
geladen. De gegevens die u in het apparaat hebt opgeslagen,
gaan wellicht verloren.
PIN- en PUK-codes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de
volgende toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code
beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De
PIN-code (die tussen 4 en 8 cijfers lang is) wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code
driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code
geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze
blokkering op te heffen.
PIN2-code — Deze code (die tussen 4 en 8 cijfers lang is)
wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u
toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze
codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een
geblokkeerde PIN- of PIN2-code te wijzigen. Neem contact
op met de operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij
de SIM-kaart zijn geleverd.
Waar krijg ik instellingen voor mijn
apparaat?
In het apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS,
streaming en mobiel internet gewoonlijk al automatisch
geconfigureerd, op basis van de gegevens van uw
netwerkprovider. Mogelijk zijn er al instellingen van uw
serviceprovider in het apparaat geconfigureerd. Het is ook
mogelijk dat u deze instellingen van uw serviceprovider krijgt
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 11
in een speciaal bericht of dat u om deze instellingen moet
vragen.
U kunt ook de instelwizard gebruiken om de instellingen te
definiëren.
Zie 'Instelwizard', p. 20.
Hoe kan ik inhoud van mijn oude
apparaat overbrengen?
Met de toepassing Overdracht van Nokia kunt u inhoud zoals
telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen
van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren naar uw Nokia 6760
slide.
Zie 'Inhoud overbrengen', p. 20.
Veelgestelde vragen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.12
2. Aan de slag
Modelnummer: 6760s-1 .
Toetsen en onderdelen
1 — Aan/uit-toets
2 — Rechterselectietoets
3 — Navi™-toets; hierna de bladertoets genoemd
4 — Beltoets
5 — Linkerselectietoets
6 — Toetsen voor snelle toegang: internet-, menu- (
) en
SMS-toets
7 — Backspace-toets
8 — Sym-toets (symbooltoets)
10 — Functietoets
11 — Camera
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 13
9 — Shift-toets
12 — Volumetoetsen
13 — Opnametoets
14 — Micro USB-aansluiting
15 — Aansluiting voor oplader
16 — Hoofdtelefoonaansluiting
17 — Microfoon
De SIM-kaart en de batterij plaatsen
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en
ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1. Verwijder de achtercover.
2. Verwijder de batterij (indien geplaatst).
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.14
3. Plaats de SIM-kaart in de kaarthouder. Zorg ervoor dat het
contactgebied op de kaart naar beneden is gericht. Sluit
de SIM-kaarthouder en verzet het schuifje van de houder
om deze te vergrendelen.
4. Richt de contactpunten van de batterij op de
aansluitpunten van het batterijvak en plaats de batterij.
5. Plaats de achtercover weer op de telefoon.
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 15
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat
aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op het apparaat. De oplaadpoort
bevindt zich onder het zwarte klepje.
3. Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is
opgeladen, maakt u eerst de lader los van het apparaat
en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u
kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de
batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterijindicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het stopcontact
wanneer de lader niet wordt gebruikt. Een lader die op
het stopcontact is aangesloten, verbruikt stroom, zelfs
als de lader niet op het apparaat is aangesloten.
Het apparaat in- of uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat u het apparaat voelt
trillen.
Voer desgevraagd de pincode of blokkeringscode in en
selecteer OK. Als u wordt gevraagd om de blokkeringscode,
toetst u deze in en selecteert u OK.
Zie 'Wat is de
blokkeringscode?', p. 11.
De toepassing Install. v tel. (Installeren van de telefoon)
wordt gestart als u het apparaat voor de eerste keer
inschakelt. Met behulp van de toepassing Install. v tel. kunt u
bepalen hoe het apparaat eruitziet en hoe het werkt. Als u de
toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u
>
Toepassngn > Help > Install. v tel..
Om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen, selecteert
u het land waarin u zich bevindt, en de plaatselijke datum en
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.16
tijd. Voer de eerste letters van uw land in om deze te zoeken.
Het is belangrijk dat u het juiste land selecteert, omdat
geplande agenda-items die u opgeeft kunnen veranderen als
u later een ander land kiest dat een andere tijdzone heeft.
De toetsen vergrendelen
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
U kunt het toetsenblok zo instellen dat het automatisch
wordt vergrendeld na een time-outperiode of wanneer u de
schuif sluit.
Als u de time-outperiode waarna het toetsenblok wordt
vergrendeld, langer of korter wilt maken, selecteert u
>
Instrumntn > Instellingen en Algemeen >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom.
blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en de gewenste
tijdsduur.
U kunt het toetsenblok handmatig vergrendelen in de
telefoonmodus door op de beëindigingstoets te drukken en
Toetsenblok blokkeren te selecteren.
Tip: Als u snel de datum en tijd wilt weergeven terwijl
het toetsenblok vergrendeld is, houdt u de bladertoets
ingedrukt.
De hoofdtelefoon aansluiten
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de
hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen
energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u
extra letten op het geluidsniveau.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia
gebruikt industrieel goedgekeurde standaards voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn niet volledig
compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 17
de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de
kaart staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
U kunt het beschikbare geheugen uitbreiden met een
microSDHC- of microSD-kaart met een capaciteit van
maximaal 8 GB. Een microSD-kaart van 4 GB levert optimale
prestaties op. U kunt een microSDHC- of microSD-kaart
plaatsen of verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen.
Om de prestaties van het apparaat te maximaliseren verdient
het aanbeveling niet meer dan 100 bestanden per map op te
slaan.
De geheugenkaart plaatsen
Gebruik een geheugenkaart om te zorgen dat er meer
geheugen beschikbaar is voor het apparaat. Bovendien kunt
u op de geheugenkaart een back-up maken van de gegevens
op het apparaat.
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit
van een geheugenkaart.
Er wordt mogelijk een compatibele geheugenkaart
meegeleverd met het apparaat. Het is mogelijk dat de
geheugenkaart al in het apparaat is geplaatst. Als dat niet het
geval is, gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder de achtercover.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de
contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de contactpunten
naar de aansluitpunten van het apparaat zijn gericht.
3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is geplaatst.
4. Sluit het achterklepje.
De geheugenkaart verwijderen
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn.
2. Verwijder de achtercover.
3. Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om deze uit
de sleuf te verwijderen en verwijder de kaart.
4. Plaats de cover terug.
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.18
Sneltoetsen
Hier volgen enkele sneltoetsen die u kunt gebruiken. Door
het gebruik van sneltoetsen kunt u op een efficiëntere manier
met toepassingen werken.
Sneltoetsen
Algemene sneltoetsen
Aan/uit-toets
Houd deze toets ingedrukt als u het
apparaat wilt in- of uitschakelen.
Druk eenmaal om van profiel te
wisselen.
# Houd # ingedrukt om het profiel Stil te
activeren.
Bladertoets Houd de bladertoets ingedrukt om de
screensaverklok weer te geven
wanneer het toetsenblok vergrendeld
is.
Stand-by modus
Beltoets
Hiermee opent u het logboek met
oproepen. De laatst gebelde nummers
(maximaal 20) worden weergegeven.
Ga naar het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op de beltoets.
0 Houd deze toets ingedrukt om uw
startpagina in de browser weer te
geven.
Cijfertoets (2–9) Hiermee belt u een telefoonnummer via
snelkeuze. Als u snelkeuze wilt
selecteren, selecteert u
>
Instrumntn > Instellingen en
Telefoon > Oproep > Snelkeuze.
Sneltoetsen voor het web
Functietoets + *
Hiermee zoomt u op de pagina in.
Functietoets + # Hiermee zoomt u op de pagina uit.
y Ga naar de homepage.
r Hiermee opent u de map Bookmarks.
t Hiermee opent u het zoekvenster.
p Hiermee gaat u naar de vorige pagina.
w Hiermee geeft u de actieve pagina's
weer.
b Hiermee geeft u het paginaoverzicht
weer.
n Een nieuw webadres invoeren.
Aan de slag
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 19
3. Uw Nokia 6760 slide
Schakel uw apparaat in en ga op verkenning!
Installatie van telefoon
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt de
toepassing Install. v tel. gestart.
Als u de toepassing Install. v tel. later wilt starten, selecteert
u
> Toepassngn > Help > Install. v tel..
Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen,
selecteert u Instelwizard.
Selecteer Telef.overdracht als u gegevens van een
compatibel Nokia-apparaat wilt overdragen naar uw
apparaat.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Instelwizard
Selecteer > Instrumntn > Instelwizard.
Gebruik de wizard Instellingen om de instellingen voor e-mail
en verbindingen te definiëren. De beschikbaarheid van de
items in de wizard Instellingen is afhankelijk van de functies
van het apparaat, de SIM-kaart, de serviceprovider en de
gegevens in de database van de wizard Instellingen.
U kunt de wizard Instellingen starten door Starten te
selecteren.
Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij gebruik van de
wizard Instellingen. Zo werkt deze het beste. Als de SIM-kaart
niet is geplaatst, volgt u de instructies op het scherm.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Operator — De operatorspecifieke instellingen, zoals
instellingen voor MMS, internet, WAP en streaming,
definiëren.
E-mail instellen — Een POP-, IMAP- of Mail for Exchange-
account configureren.
Welke instellingen kunnen worden gewijzigd, kan
verschillen.
Inhoud overbrengen
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van
het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt
overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt,
kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren.
Op uw Nokia 6760 slide wordt een bericht weergegeven als
het andere apparaat niet compatibel is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden
ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw
Nokia 6760 slide wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt
automatisch het profiel Offline geactiveerd en is
gegevensoverdracht mogelijk.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.20
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Selecteer Overdracht in de toepassing Install. v tel. of
selecteer
> Instrumntn > Overdracht wanneer u
voor het eerst gegevens van het andere apparaat wilt
ophalen naar uw Nokia 6760 slide.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken om de
gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het
geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3. Sluit de twee apparaten aan als u Bluetooth selecteert.
Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken
naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het
apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt
gevraagd een code in te voeren op uw Nokia 6760 slide.
Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer
dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer
OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog geen
toepassing Overdracht. In dat geval wordt de toepassing
Overdracht als bericht naar het andere apparaat
verzonden. Open het bericht om Overdracht op het andere
apparaat te installeren en volg de instructies.
4. Selecteer vanaf uw Nokia 6760 slide de inhoud die u vanaf
het andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren
en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het
andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw
Nokia 6760 slide. Hoeveel tijd nodig is voor de overdracht, is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
Bellen
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de
serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren,
afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Voordat u oproepen kunt plaatsen of ontvangen, moet het
apparaat zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige
SIM-kaart en zich binnen het bereik van een mobiel netwerk
bevinden.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U
kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Bellen
Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het netnummer en
abonneenummer in en drukt u op de beltoets. Als u de oproep
wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op
de beëindigingstoets.
Tip: Voor internationale oproepen voert u het
plusteken (+) in dat de internationale toegangscode
vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat
zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 21
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets als u een oproep wilt beantwoorden.
Druk op de beëindigingstoets als u een oproep wilt weigeren.
U kunt de beltoon dempen in plaats van een oproep
beantwoorden door Stil te selecteren.
Als u het volume van een actieve oproep wilt aanpassen,
gebruikt u de volumetoetsen.
Voicemail
Selecteer > Instrumntn > Opr.mailbox.
Wanneer u de toepassing Voicemail voor het eerst opent,
wordt u gevraagd om het nummer van uw voicemailbox in
te voeren.
U kunt uw voicemailbox bellen door naar Voicemailbox te
navigeren en Opties > Voicemailbox bellen te selecteren.
Als u vanuit de stand-by modus de mailbox wilt bellen, houdt
u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets.
Selecteer de mailbox waarnaar u wilt bellen.
Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de
mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.
Volumeregeling
Als u het volume van het oortje of de luidspreker tijdens een
gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt
aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens
een gesprek in of uit te schakelen.
Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een
hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister
naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in
gebruik is.
Tekst schrijven met het toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord.
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.22
U kunt leestekens invoegen door de desbetreffende toets of
toetsencombinatie te gebruiken.
Als u tussen hoofdletters en kleine letters wilt overschakelen,
drukt u op de Shift-toets.
Als u een teken wilt invoegen dat bovenaan een toets staat,
houdt u de functietoets ingedrukt en drukt u op de
desbetreffende toets.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace-
toets. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, drukt u op de
backspace-toets en houdt u deze ingedrukt.
Als u tekens en symbolen wilt invoegen die niet op het
toetsenbord staan, drukt u op de Sym-toets.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen of de tekstvoorspelling wilt
in- of uitschakelen, selecteert u Opties > Invoeropties en
de gewenste optie.
Berichten schrijven en verzenden
Selecteer > Berichten.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten
of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc.
Voordat u een multimediabericht kunt maken of een e-
mailbericht kunt schrijven, moet u de juiste
verbindingsinstellingen hebben geconfigureerd.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
beperken. Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Controleer bij uw serviceprovider hoe lang een e-mailbericht
mag zijn. Als u een e-mailbericht probeert te verzenden dat
langer is dan de e-mailserver aankan, blijft het bericht achter
in de map Outbox en het apparaat probeert het zo af en toe
opnieuw te verzenden. Voor het verzenden van een e-
mailbericht is een gegevensverbinding nodig en de
voortdurende pogingen om de e-mail te verzenden kan de
telefoonrekening aardig laten oplopen. In de map Outbox
kunt u zulke berichten verwijderen of ze verplaatsen naar de
map Ontwerpen.
1. Selecteer Nieuw bericht > Bericht om een SMS of een
multimediabericht (MMS) te verzenden, Audiobericht om
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 23
een multimediabericht waarin een geluidsclip is
opgenomen te verzenden of E-mail om een e-mailbericht
te verzenden.
2. Druk in het veld Aan op de bladertoets om ontvangers of
een groep ontvangers uit de lijst contacten te selecteren
of voer het telefoonnummer of het e-mailadres van de
ontvanger in. Druk op * om de ontvangers te scheiden met
een puntkomma (;). U kunt het nummer of het adres ook
kopiëren en plakken vanaf het klembord.
3. Voer in het veld Onderwerp een onderwerp voor het e-
mailbericht in. Als u wilt wijzigen welke velden worden
weergegeven, selecteert u Opties > Velden
berichtheader.
4. Schrijf het bericht in het berichtveld. Als u een sjabloon of
een notitie wilt invoegen, selecteert u Opties > Inhoud
invoegen > Tekst invoegen > Sjabloon of Notitie.
5. Als u een mediabestand aan een multimediabericht wilt
toevoegen, selecteert u Opties > Inhoud invoegen, het
type bestand of de bron en het gewenste bestand. Als u
een visitekaartje, dia, notitie of een ander soort bestand
aan het bericht wilt toevoegen, selecteert u Opties >
Inhoud invoegen > Andere invoegen.
6. Als u een foto wilt nemen of een video of geluidsclip wilt
opnemen voor een multimediabericht, selecteert u
Opties > Inhoud invoegen > Afbeelding invoegen >
Nieuw, Videoclip invoegen > Nieuw of Geluidsclip
invoegen > Nieuw.
7. Als u een bijlage aan een e-mailbericht wilt toevoegen,
selecteert u Opties en het type bijlage. E-mailbijlagen
worden aangeduid met
.
8. Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u Opties >
Verzenden of drukt u op de beltoets.
Opmerking: Als het pictogram of de tekst Bericht
verzonden op het beeldscherm van het apparaat verschijnt,
betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde bestemming
is aangekomen.
Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn dan
de limiet voor één bericht. Langere berichten worden
verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider
kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen.
Tekens met accenten, andere symbolen en sommige
taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal
tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt
beperkt.
Mogelijk kunt u geen videoclips met de bestandsindeling MP4
verzenden of videoclips die groter zijn dan het draadloze
netwerk in een multimediabericht toestaat.
Actief stand-by
Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en het is
aangemeld bij een netwerk, staat het apparaat op stand-by
en is het gebruiksklaar.
Als u de lijst met laatst gebelde nummers wilt openen, drukt
u op de beltoets. Blader naar links om een lijst met ontvangen
en gemiste oproepen weer te geven.
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.24
Als u spraakopdrachten of spraakgestuurd bellen wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen en
selecteer een profiel.
Druk op de internettoets om verbinding te maken met het
web.
Menu
Het hoofdmenu is een beginpunt van waaruit u alle
toepassingen van het apparaat of op een geheugenkaart
kunt openen. U opent het hoofdmenu door op
te drukken.
Als u een toepassing of een map wilt openen, selecteert u het
item.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u
>
Opties > Menuweergave wijzigen en een weergavetype.
Als u een toepassing of een map wilt sluiten, selecteert u net
zo vaak Terug en Afsluiten als nodig is om terug te gaan
naar de stand-by modus.
Tip: Als u wilt schakelen tussen geopende
toepassingen, houdt u de menutoets ingedrukt en
selecteert u een toepassing. Als u een toepassing wilt
sluiten, drukt u op de backspace-toets.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur
van de batterij af.
Symbolen
of Het apparaat is verbonden met een UMTS- of een
GSM-netwerk.
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de batterij
opgeladen is.
U hebt een of meer ongelezen berichten in uw de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox die nog moeten
worden verzonden door Messaging.
U hebt een of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geactiveerd, waardoor het apparaat
geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen of berichten.
Bluetooth-connectiviteit is geactiveerd.
Er is een Bluetooth-verbinding actief. Wanneer de
indicator knippert, wordt geprobeerd een verbinding met
een ander apparaat tot stand te brengen.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 25
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) wordt
ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het
pictogram kan per regio verschillen.
geeft aan dat de
verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de
wachtstand staat.
Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten op een
computer.
De tweede telefoonlijn is in gebruik (netwerkdienst).
Alle oproepen worden naar een ander nummer
doorgeschakeld. Als u twee telefoonlijnen heeft, geeft een
nummer aan welke lijn actief is.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een handsfree carkit aangesloten op het apparaat.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het apparaat.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Klok
Met Klok kunt u uw lokale tijd of de tijd voor andere plaatsen
weergeven en het apparaat als wekker gebruiken.
Wekker
Selecteer > Toepassngn > Klok.
Als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken, opent
u het tabblad Alarm. Selecteer Opties > Nieuw alarm als u
een nieuw alarmsignaal wilt instellen. Definieer desgewenst
de herhaling. Als een alarm is ingesteld, wordt
weergegeven.
Selecteer Stoppen als u het geluid van het alarmsignaal wilt
uitschakelen. Selecteer Snooze om het alarmsignaal
gedurende een bepaalde periode te stoppen. Als het
apparaat is uitgeschakeld wanneer het alarm moet afgaan,
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en wordt het
alarmsignaal weergegeven.
Tip: Als u wilt opgeven na hoeveel tijd het
alarmsignaal opnieuw moet klinken wanneer u het
alarmsignaal op sluimeren instelt, selecteert u
Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm.
Selecteer Opties > Alarm verwijderen als u een
alarmsignaal wilt annuleren.
Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen voor
tijd, datum en kloktype wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Instellingen > Automat.
tijdaanpassing > Aan om automatisch de datum-, tijd- en
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.26
tijdzonegegevens op het apparaat te laten bijwerken
(netwerkdienst).
Wereldklok
Selecteer > Toepassngn > Klok.
Open het tabblad Wereldklok om de tijd op de verschillende
locaties weer te geven. Selecteer Opties > Locatie
toevoegen als u locaties aan de lijst wilt toevoegen. U kunt
maximaal 15 locaties toevoegen aan de lijst.
Als u uw huidige locatie wilt instellen, bladert u naar de
desbetreffende locatie en selecteert u Opties > Instlln als
huidige locatie. De locatie wordt in de hoofdweergave van
de klok weergegeven en de tijd in het apparaat wordt
aangepast aan de geselecteerde locatie. Controleer of de tijd
correct is en overeenkomt met uw tijdzone.
Klokinstellingen
Selecteer Opties > Instellingen.
Als u de datum of tijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd of
Datum.
Als u de klok die wordt weergegeven in de stand-by modus
wilt wijzigen, selecteert u Type klok > Analoog of
Digitaal.
Als u wilt instellen dat de tijd en tijdzonegegevens op uw
apparaat worden aangepast door het mobiele
telefoonnetwerk (netwerkdienst), selecteert u Automat.
tijdaanpassing > Aan.
Als u het alarmsignaal wilt wijzigen, selecteert u Alarmtoon
klok.
Antennelocaties
Het apparaat heeft drie geïntegreerde antennes: een mobiele
antenne, een Bluetooth-antenne en een GPS-antenne.
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als
de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met
antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger
stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
1 — Mobiele antenne
2 — Bluetooth-antenne
3 — GPS-antenne
Uw Nokia 6760 slide
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 27
4. Het apparaat aanpassen
U kunt uw apparaat aan uw persoonlijke wensen aanpassen
door, bijvoorbeeld, de verschillende tonen aan te passen en
de achtergrondafbeelding en screensaver te wijzigen.
Profielen
Selecteer > Instrumntn > Profielen.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of
groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere
signalen instellen. Het actieve profiel wordt boven aan het
scherm in de stand-by modus weergegeven. Als het actieve
profiel echter Algemeen is, wordt alleen de huidige datum
weergegeven.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken en definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het
desbetreffende profiel en kiest u Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het desbetreffende
profiel en kiest u Opties > Activeren. Wanneer het Offline
profiel is geactiveerd, kunt u het apparaat niet per ongeluk
inschakelen. Ook kunt u dan niet ongewild berichten
verzenden of ontvangen of gebruikmaken van Bluetooth-
connectiviteit, GPS of de FM-radio. Bovendien wordt bij het
selecteren van het profiel een eventuele actieve
internetverbinding verbroken. Het Offline-profiel verhindert
u niet om op een later tijdstip een of Bluetooth-verbinding
tot stand te brengen, en ook niet om GPS of de FM-radio in te
schakelen. Houd u daarom aan de veiligheidsvoorschriften
wanneer u deze functies gebruikt.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het tot een bepaalde tijd
binnen de volgende 24 uur actief is, selecteert u Opties >
Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de ingestelde tijd
vervolgens is verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld
op het vorige actieve profiel zonder tijdsinstelling. Als u een
profiel met tijdinstelling hebt ingesteld, wordt
weergegeven in de stand-by modus. Het profiel Offline kan
niet worden geprogrammeerd.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf
gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen.
Beltonen selecteren
Als u een beltoon wilt instellen voor een profiel, selecteert u
Opties > Aanpassen > Beltoon. Selecteer een beltoon in
de lijst, of selecteer Geluiden downldn om een map te
openen met daarin een lijst met bookmarks voor het
downloaden van tonen via de browser. Gedownloade tonen
worden opgeslagen in de Galerij.
Als u de beltoon alleen voor een bepaalde contactgroep wilt
gebruiken, selecteert u Opties > Aanpassen >
Waarschuwen bij en selecteert u de gewenste groep. Voor
oproepen van andere nummers geldt een stille
waarschuwing.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.28
Als u de berichttoon wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Aanpassen > Berichtensignaaltoon.
Weergavevolgorde wijzigen
Selecteer > Instrumntn > Thema's.
Als u het thema dat in alle toepassingen wordt gebruikt wilt
wijzigen, selecteert u Algemeen.
Als u het thema dat in het hoofdmenu wordt gebruikt wilt
wijzigen, selecteert u Menuweerg..
Als u het thema dat in een specifieke toepassing wordt
gebruikt wilt wijzigen, selecteert u de map voor de
desbetreffende toepassing.
Als u de achtergrondafbeelding van het startscherm wilt
wijzigen, selecteert u Achtergrond.
Als u een animatie voor de screensaver wilt selecteren, kiest
u Spaarstand.
U kunt thema-effect in- of uitschakelen door Algemeen >
Opties > Thema-effecten te selecteren.
Het apparaat aanpassen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 29
5. E-mail en chatten
Met dit apparaat kunt u persoonlijke en zakelijke e-
mailberichten lezen en beantwoorden, en chatten met uw
chatcontacten.
SMS-toets
Het apparaat is voorzien van een toets waarmee u snel
toegang kunt krijgen tot uw berichten.
Ovi Mail
U kunt met Ovi Mail een e-mailaccount maken als u er nog
geen hebt of als u er nog een wilt. Ovi Mail is een gratis e-
maildienst die u vanaf het web of rechtstreeks vanaf het
apparaat kunt gebruiken.
Zie mail.ovi.com voor meer informatie.
Deze service is mogelijk niet in alle regio's of talen
beschikbaar.
Nokia Berichten
Met Nokia Berichten kunt u e-mail die naar uw persoonlijke
e-mailadres is verzonden op uw apparaat ontvangen.
U hebt toegang tot maximaal tien persoonlijke e-
mailaccounts, zoals Windows Live Hotmail en de e-
maildiensten van Google. Elk e-mailbericht komt in het
bijbehorende Postvak IN terecht en u kunt alle berichten op
één plaats openen.
Nokia Berichten kan samen met de meeste e-
mailprogramma's op uw apparaat worden gebruikt. Alleen
als u Nokia Intellisync Mobile Suite gebruikt, moet u deze
toepassing verwijderen voordat u Nokia Berichten kunt
gebruiken.
Nokia Berichten wordt momenteel op proef geleverd.
Het gebruik van Nokia Berichten kan de overdracht van grote
hoeveelheden gegevens met zich meebrengen
(netwerkdienst).
Voor meer informatie kijkt u op www.email.nokia.com.
Mail for Exchange
Met Mail for Exchange kunt u uw zakelijke e-mail op uw
apparaat ontvangen. U kunt e-mails beantwoorden,
compatibele bijlagen bekijken en bewerken,
agendagegevens bekijken, uitnodigingen voor
vergaderingen ontvangen en beantwoorden, vergaderingen
plannen en contactgegevens bekijken, toevoegen en
bewerken. Mail for Exchange kan alleen worden ingesteld als
uw organisatie beschikt over Microsoft Exchange Server.
Bovendien moet uw IT-beheerder Mail for Exchange voor uw
account hebben geactiveerd.
Voordat u begint met het instellen van Mail for Exchange
moet u het volgende controleren:
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.30
een zakelijke e-mail-ID;
uw gebruikersnaam op het bedrijfsnetwerk;
uw wachtwoord op het bedrijfsnetwerk;
de domeinnaam van het netwerk (raadpleeg de IT-
afdeling van uw bedrijf);
de servernaam van Mail for Exchange (raadpleeg de IT-
afdeling van uw bedrijf).
Afhankelijk van de instellingen van Mail for Exchange op de
bedrijfsserver moet u mogelijk nog andere informatie
invoeren. Als u niet beschikt over de juiste informatie, moet
u contact opnemen met de IT-afdeling van uw bedrijf.
Voor Mail for Exchange is het gebruik van de blokkeringscode
mogelijk verplicht. De standaardblokkeringscode van uw
apparaat is 12345 maar mogelijk heeft uw IT-beheerder een
andere code voor u ingesteld.
U kunt het profiel en de instellingen van Mail for Exchange in
de instellingen van Berichten openen en wijzigen.
Chatsessie starten
Met de chatnetwerkdienst kunt u korte tekstberichten naar
onlinegebruikers verzenden. U moet zich abonneren op een
dienst en zich bij de gewenste chatdienst registreren.
Selecteer
> Contacten en open het Ovi-tabblad.
Als u verbinding wilt maken met de dienst, selecteert u
Online en de verbindingsmethode. Voor een packet-
gegevensverbinding worden mogelijk extra kosten voor
gegevensoverdracht in rekening gebracht. Neem voor
informatie over prijzen contact op met uw
netwerkserviceprovider.
Als u wilt chatten met een vriend, selecteert u Opties >
Chatten. Als u een chatbericht wilt verzenden, voert u de
tekst in het berichtveld in en selecteert u Verzenden.
In de chatweergave selecteert u Opties en een van de
volgende opties:
Verzenden — Het bericht verzenden.
Emoticon toevoegen — Een smiley invoegen.
Mijn locatie verzenden — Locatiegegevens verzenden
naar uw chatpartner (als dit door beide toestellen wordt
ondersteund).
Profiel — De gegevens van een vriend weergeven.
Mijn profiel — Uw beschikbaarheidsstatus of
profielafbeelding selecteren, uw bericht personaliseren of
uw gegevens wijzigen
Tekst bewerken — Tekst kopiëren of plakken.
Chat beëindigen — De huidige chatsessie beëindigen.
Afsluiten — Alle actieve chatsessies beëindigen en de
toepassing afsluiten.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Om locatiegegevens van een vriend te kunnen ontvangen,
moet u beschikken over de toepassing Kaarten. Om
locatiegegevens te kunnen verzenden en ontvangen, hebt u
zowel de toepassing Kaarten als Positiebepaling nodig.
Als u de locatie van een vriend wilt weergeven, selecteert u
Weerg. op kaart.
Als u wilt terugkeren naar de hoofdweergave van Ovi-
contacten zonder de chatsessie te beëindigen, selecteert u
E-mail en chatten
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 31
Terug. Als u in een chatsessie een telefoonnummer selecteert
dat u wilt bellen, aan uw contactenlijst wilt toevoegen of wilt
kopiëren, dan bladert u naar het nummer en selecteert u
Opties en de gewenste optie.
E-mail en chatten
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.32
6. Ovi Maps
Hebt u een routebeschrijving nodig? Zoekt u een restaurant?
Uw apparaat beschikt over alles wat u nodig hebt om te
komen waar u wilt zijn.
Positionering (GPS)
Met toepassingen zoals GPS-gegevens kunt u uw positie
bepalen of afstanden en coördinaten berekenen. Voor deze
toepassingen is een GPS-verbinding nodig.
Informatie over GPS
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84. De beschikbaarheid van de
coördinaten kan per regio verschillen.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het
beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige
verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud van het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door
wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten en is onderhevig aan
veranderingen in het GPS-beleid van het ministerie van
defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden en
wijzigingen in het Federal Radio Navigation Plan. De
accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een
gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en
kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels
en weersomstandigheden. GPS-signalen zijn in gebouwen of
onder de grond mogelijk niet beschikbaar en kunnen worden
gehinderd door materialen zoals beton en metaal.
GPS moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling
en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de
GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling of navigatie.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Verschillende methoden voor positiebepaling kunnen
worden ingeschakeld of uitgeschakeld in
positiebepalingsinstellingen.
A-GPS (Assisted GPS)
Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS).
Voor A-GPS is netwerkondersteuning vereist.
Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor het verkrijgen van
aanvullende gegevens via een pakketgegevensverbinding,
zodat u gemakkelijker de coördinaten van uw huidige locatie
kunt berekenen wanneer het apparaat signalen ontvangt van
satellieten.
Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat via het
mobiele netwerk nuttige satellietgegevens van een
hulpgegevensserver. Met behulp van deze hulpgegevens kan
de GPS-positie sneller worden gedetecteerd in het apparaat.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 33
Uw apparaat is standaard geconfigureerd voor gebruik van
de Nokia A-GPS-dienst, als er geen A-GPS-instellingen voor
een specifieke serviceprovider voorhanden zijn. De
hulpgegevens worden alleen van de server van de Nokia A-
GPS-dienst opgehaald wanneer dat nodig is.
Als u de dienst A-GPS wilt uitschakelen, selecteert u
>
Toepassngn > GPS-gegevens en Opties > Instell.
positiebepaling > Methoden pos.bepaling > Assisted
GPS > Uitschakelen.
U moet op uw apparaat een internettoegangspunt definiëren
als u via een gegevensverbinding hulpgegevens van de Nokia
A-GPS-dienst wilt ophalen. Het toegangspunt voor A-GPS kan
worden gedefinieerd in positiebepalingsinstellingen. Er kan
alleen internettoegangspunt voor een gegevensverbinding
worden gebruikt. U wordt gevraagd het
internettoegangspunt te selecteren wanneer u GPS voor het
eerst gebruikt.
Het apparaat correct vasthouden
Wanneer u de GPS-ontvanger gebruikt, moet u zorgen dat u
de antenne niet met uw hand bedekt.
Het kan enkele seconden tot enkele minuten
duren voordat een GPS-verbinding tot stand
is gebracht. In een voertuig duurt dit
mogelijk langer.
De GPS-ontvanger kost batterijvermogen.
Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is de
batterij mogelijk sneller leeg.
Tips voor het maken van een GPS-verbinding
De status van het satellietsignaal controleren
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten het apparaat heeft
gevonden en of het apparaat satellietsignalen ontvangt,
selecteert u
> Toepassngn en GPS-gegevens >
Positie > Opties > Satellietstatus.
Als uw apparaat satellieten heeft
gevonden, wordt voor elke satelliet
een balk weergegeven in de
weergave met satellietgegevens.
Hoe langer de balk, des te sterker is
het satellietsignaal. Wanneer het
apparaat voldoende gegevens van het satellietsignaal heeft
ontvangen om de coördinaten van uw locatie te berekenen,
wordt de balk blauw.
Als u de positie van gevonden satellieten wilt zien, selecteert
u Wrg. wzgn.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens
vier satellieten ontvangen om de coördinaten van uw locatie
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.34
te kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is
gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de coördinaten
van uw locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie
satellieten. In het algemeen is de berekening echter
nauwkeuriger als er meer satellieten worden gevonden.
Houd rekening met het volgende als het apparaat geen
satellietsignaal kan detecteren:
Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter signaal
te ontvangen.
Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder
obstakels.
Controleer of de GPS-antenne van het apparaat niet wordt
afgedekt door uw hand.
Slechte weersomstandigheden kunnen de signaalsterkte
beïnvloeden.
Sommige voertuigen hebben getint (athermisch) glas, dat
de satellietsignalen kan blokkeren.
Positieaanvragen
Mogelijk ontvangt u van een netwerkdienst een aanvraag om
uw positiegegevens te ontvangen. Serviceproviders kunnen
op basis van de locatie van het apparaat informatie
aanbieden over lokale onderwerpen, bijvoorbeeld weer of
verkeer.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, verschijnt er een
bericht met informatie over de dienst die de aanvraag heeft
verzonden. Selecteer Accepteren om toestemming te geven
voor het verzenden van uw positiegegevens of Weigeren om
de aanvraag te weigeren.
Plaatsen
Selecteer > Toepassngn > Plaatsen.
U kunt Plaatsen gebruiken om de positiegegevens van
specifieke locaties in het toestel op te slaan. U kunt de
opgeslagen locaties onderverdelen in verschillende
categorieën, zoals bedrijf, en andere informatie hieraan
toevoegen, zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen
gebruiken in compatibele toepassingen, zoals GPS-gegevens.
GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden en decimale
graden op basis van het internationale coördinatensysteem
WGS-84.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Nieuwe plaats — Hiermee maakt u een nieuwe plaats.
Als u een positieaanvraag wilt doen voor uw huidige
locatie, selecteert u Huidige positie. Als u de locatie wilt
selecteren op een kaart, selecteert u Selecteren op
kaart. Als u de positiegegevens handmatig wilt invoeren,
selecteert u Handmatig opgeven.
Bewerken — Hiermmee voegt u informatie (zoals een
adres) toe aan een opgeslagen plaats of bewerkt u deze.
Toevoegen aan categorie — Hiermee voegt u een plaats
toe aan een categorie in Plaatsen. Selecteer elke categorie
waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen.
Verzenden — Hiermee verzendt u een of meerdere
plaatsen naar een compatibel apparaat. De plaatsen die u
hebt ontvangen worden opgeslagen in de map Inbox van
Berichten.
U kunt uw plaatsen onderverdelen in vooraf ingestelde
categorieën en u kunt nieuwe categorieën maken. U kunt
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 35
nieuwe categorieën voor plaatsen bewerken en maken door
het tabblad Categorieën te openen en Opties >
Categorieën bewerken te selecteren.
GPS-gegevens
Selecteer > Toepassngn > GPS-gegevens.
GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te bieden tot
informatie over de route naar een geselecteerde
bestemming, positiegegevens over uw huidige locatie en
reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot de bestemming
en de geschatte reisduur.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPS-ontvanger
van het apparaat aanvankelijk positiegegevens ontvangen
van minimaal vier satellieten om de coördinaten van uw
locatie te kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is
gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de coördinaten
van uw locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie
satellieten. In het algemeen is de berekening echter
nauwkeuriger als er meer satellieten worden gevonden.
Route-instructies
Selecteer
> Toepassngn > GPS-gegevens en
Navigatie.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet,
ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de benodigde
informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het
scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft de
richting van de bestemming aan en de gemiddelde afstand
tot deze bestemming wordt in de kompasring weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en de kortste
weg naar uw bestemming te tonen, gemeten in een rechte
lijn. Obstakels onderweg, zoals gebouwen en natuurlijke
obstakels, worden genegeerd. Bij het berekenen van de
afstand worden hoogteverschillen buiten beschouwing
gelaten. Route-instructies zijn alleen actief wanneer u in
beweging bent.
U kunt de bestemming van uw reis instellen door Opties >
Bestemming instellen te selecteren. Kies vervolgens een
plaats als bestemming van uw reis of voer de coördinaten
voor de lengte- en breedtegraad in.
Als u de ingestelde reisbestemming wilt verwijderen,
selecteert u Navigatie stoppen.
Positiegegevens ophalen
Selecteer
> Toepassngn > GPS-gegevens en Positie.
In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw
huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de
juistheid van de locatie.
U kunt uw huidige locatie opslaan als plaats door Opties >
Positie opslaan te selecteren. Plaatsen zijn opgeslagen
locaties met extra informatie en kunnen worden gebruikt in
andere compatibele toepassingen en kunnen worden
uitgewisseld tussen compatibele apparaten.
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.36
Tripmeter
Selecteer
> Toepassngn > GPS-gegevens en
Tripafstand.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Selecteer Opties > Starten of Stoppen om de berekening
van de afgelegde afstand in of uit te schakelen. De berekende
waarden blijven op het scherm staan. Gebruik deze functie in
de openlucht voor een beter GPS-signaal.
Selecteer Opties > Herstellen om de reisafstand, de tijd, de
gemiddelde snelheid en maximumsnelheid in te stellen op
nul, en een nieuwe berekening te starten. U kunt de reismeter
en de totale tijd op nul zetten door Opnieuw starten te
selecteren.
Over Kaarten
Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart
weergeven, kaarten van verschillende steden en landen
bekijken, plaatsen zoeken, routes plannen tussen de ene
locatie en de andere, locaties opslaan en verzenden naar
compatibele apparaten. U kunt ook licenties aanschaffen
voor diensten die verkeers- of navigatie-informatie
aanbieden, als die beschikbaar zijn in uw land of regio.
Wanneer u Kaarten de eerste keer gebruikt, moet u mogelijk
een internettoegangspunt selecteren voor het downloaden
van kaarten.
Als u naar een gebied gaat dat niet wordt gedekt door
kaarten die u al naar het apparaat hebt gedownload, wordt
automatisch via internet een kaart voor het gebied
gedownload. Sommige kaarten zijn mogelijk al beschikbaar
op uw apparaat of de geheugenkaart. U kunt ook de software
Nokia Map Loader gebruiken om kaarten te downloaden. Als
u Nokia Map Loader wilt installeren op een compatibele pc,
gaat u naar www.nokia.com/maps.
Tip: Als u kosten van gegevensoverdracht wilt
vermijden, kunt u Kaarten ook gebruiken zonder
internetverbinding: u bladert door de kaarten die zijn
opgeslagen op uw apparaat of geheugenkaart.
Opmerking: Het downloaden van content zoals
kaarten, satellietbeelden, spraakbestanden, gidsen of
verkeersinformatie gaat meestal gepaard met de overdracht
van grote hoeveelheden gegevens (netwerkdienst).
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en
volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u
voor dit apparaat hebt gedownload.
Over de kaart schuiven
Wanneer de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige
locatie met
aangegeven op de kaart.
Selecteer Opties > Mijn positie om uw huidige of laatste
bekende positie weer te geven.
Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar
rechts om over de kaart te schuiven. De kaart is standaard
naar het noorden gericht.
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 37
Als u een actieve gegevensverbinding hebt en de kaart op het
scherm bekijkt, wordt er automatisch een nieuwe kaart
gedownload als u naar een gebied bladert waar u nog niet
eerder een kaart van hebt gedownload. De kaarten worden
automatisch opgeslagen in het apparaatgeheugen of op een
compatibele geheugenkaart, als deze is geïnstalleerd.
Druk op de linker- of rechter Shift-toetsen of op de Shift-toets
en de backspace-toets om in of uit te zoomen op de kaart,
afhankelijk van het toetsenbord van het apparaat.
Als u het kaarttype wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Kaartmodus.
Een route plannen
Als u een route wilt plannen, bladert u naar het beginpunt op
de kaart, drukt u op de bladertoets en selecteert u
Toevoegen aan route. Selecteer Nieuw routepunt toev.
om de bestemming en meer locaties aan de route toe te
voegen. Als u uw huidige positie als beginpunt wilt
gebruiken, voegt u de bestemming aan de route toe.
Als u de volgorde van de locaties op de route wilt wijzigen,
bladert u naar een locatie. Vervolgens drukt u op de
bladertoets en selecteert u Verplaatsen. Ga naar de plaats
waarnaar u de locatie wilt verplaatsen en selecteer
Selecteren.
Als u de route wilt bewerken, drukt u op de bladertoets en
selecteert u Route bewerken.
Als u de route wilt weergeven op de kaart, selecteert u Route
weergeven.
Als u met de auto of te voet naar de bestemming wilt
navigeren, en u een licentie hebt aangeschaft voor deze
diensten, selecteert u Route weergeven > Opties > Rit
starten of Wandeling starten.
Als u de route wilt opslaan, selecteert u Route
weergeven > Opties > Route opslaan.
Navigeren naar de bestemming
Als u naar uw bestemming wilt navigeren, moet u een licentie
aanschaffen voor de navigatiedienst.
Selecteer Opties > Winkel en licenties > Rijden/lopen
als u een licentie wilt kopen voor voetgangers- en
autonavigatie. Als u een navigatielicentie alleen voor
voetgangers wilt kopen, selecteert u Lopen. De licentie is
regiospecifiek. U kunt deze alleen gebruiken in het
geselecteerde gebied. U kunt de licentie betalen met een
creditcard of via uw telefoonrekening, als deze functie wordt
ondersteund door uw serviceprovider. De licentie is
overdraagbaar van uw apparaat op een ander compatibel
apparaat, maar u kunt de licentie slechts op één apparaat
tegelijk gebruiken.
Wanneer u de autonavigatie de eerste keer gebruikt, wordt
u verzocht de taal van de gesproken begeleiding te selecteren
en de betreffende bestanden voor gesproken begeleiding te
downloaden. Als u de taal later wilt wijzigen, selecteert u in
de hoofdweergave Opties > Instrumenten >
Instellingen > Navigatie > Gesproken begeleiding.
Voor voetgangernavigatie is geen gesproken begeleiding
beschikbaar.
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.38
Als u navigatie wilt starten, bladert u naar een locatie, drukt
u op de bladertoets en selecteert u Hierheen rijden of
Hierheen lopen.
Als u het navigeren wilt stoppen, selecteert u Stoppen.
Ovi Maps
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 39
7. Internet en connectiviteit
Met de diverse verbindingsmethoden van uw apparaat kunt
u websurfen of het apparaat op een compatibele computer
aansluiten.
Internettoets
Het apparaat is voorzien van een toets waarmee u snel
toegang kunt krijgen tot het web.
Browser
Met de toepassing Browser kunt u internetpagina's bekijken.
U kunt ook naar webpagina's surfen die speciaal bedoeld zijn
voor mobiele apparaten.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een
internettoegangspunt zijn geconfigureerd.
Webpagina's weergeven
Selecteer > Web.
Sneltoets: Druk op de internettoets om de browser te
openen.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die adequate beveiliging en bescherming
bieden tegen schadelijke software.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified™-test hebben doorstaan.
De startpagina wordt geopend. Selecteer Opties >
Instellingen om de startpagina te wijzigen.
Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks een
bookmark te selecteren of het adres in te voeren in het veld
(
), en op de bladertoets te drukken.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen
worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen
beschikt. Als er geen geheugen meer beschikbaar is tijdens
het laden van een dergelijke webpagina, worden de
afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt bekijken
om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties >
Instellingen > Pagina > Inhoud laden > Alleen tekst.
Selecteer Opties > Ga naar webadres om een nieuw
webadres in te voeren.
Tip: U kunt tijdens het browsen een bookmark openen
door op 1 te drukken en een bookmark te selecteren.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als
u de inhoud van de webpagina wilt vernieuwen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.40
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u de huidige
webpagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is
ingeschakeld in de browserinstellingen en de huidige
webpagina niet de eerste webpagina is die u bezoekt) als u
snapshots wilt weergeven van de webpagina's die u tijdens
de huidige sessie hebt bezocht. Selecteer de webpagina
waarnaar u terug wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan als u
een webpagina wilt opslaan tijdens het surfen.
U kunt webpagina's opslaan om deze later te lezen als u
offline bent. U kunt webpagina's ook groeperen in mappen.
Selecteer Opgeslagen pagina's om de pagina's te openen
die u in de weergave Bookmarks hebt opgeslagen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door
de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties
voor de huidige webpagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups blokkeren of Pop-
ups toestaan als u wilt voorkomen of toestaan dat meerdere
vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op 1 om de weergave Bookmarks te openen.
Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de huidige pagina.
Druk op 3 om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op 5 om een lijst met alle open vensters weer te
geven.
Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige pagina
weer te geven. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen
om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Druk op 9 om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op 0 om naar de startpagina te gaan (indien dit is
gedefinieerd in de instellingen).
Druk op * en # om in en uit te zoomen op de pagina.
Tip: Druk tweemaal op of druk op de
beëindigingstoets als u wilt terugkeren naar het
startscherm terwijl de webbrowser op de achtergrond
is geopend. Keer terug naar de browser door
ingedrukt te houden en de browser te selecteren.
Webfeeds en blogs
Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden
gebruikt om bijvoorbeeld de meest actuele nieuwskoppen of
blogs te publiceren. Blogs of weblogs zijn webdagboeken.
Webfeeds zijn te vinden op web-, blog- en wikipagina's.
De toepassing Web stelt automatisch vast of een webpagina
webfeeds bevat.
Als u zich wilt abonneren op een webfeed, selecteert u een
feed en Opties > Abonneren op webfeeds.
Als u een webfeed wilt bijwerken, selecteert u een feed en
Opties > Vernieuwen.
Als u wilt opgeven hoe de webfeeds moeten worden
bijgewerkt, selecteert u Opties > Instellingen >
Webfeeds.
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 41
De cache wissen
De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in
het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om
gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of
gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een
wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het
apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de
diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in
de cache opgeslagen.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Cache om de
cache te wissen.
De verbinding verbreken
Selecteer Opties > Instrumenten > Verbinding
verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de
browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer Opties >
Afsluiten als u de verbinding wilt verbreken en de browser
wilt sluiten.
Druk eenmaal op de end-toets om de browser naar de
achtergrond te verplaatsen. Houd de end-toets ingedrukt om
de verbinding te verbreken.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Cookies om de
gegevens te verwijderen die de netwerkserver verzamelt
over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.
Beveiliging van de verbinding
Als het beveiligingspictogram ( ) tijdens een verbinding
wordt weergegeven, is het gegevensverkeer tussen het
apparaat en de internetgateway of server gecodeerd.
Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentserver
(waar de gegevens worden opgeslagen) veilig is. De
serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de
gateway en de contentaanbieder.
Voor sommige diensten, bijvoorbeeld bankieren, is een
beveiligingscertificaat vereist. Er verschijnt een melding als
de identiteit van de server niet klopt of het juiste
beveiligingscertificaat niet op het apparaat aanwezig is.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Snel downloaden
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA), ook wel 3.5G
genoemd, wordt aangegeven met
. Dit is een
netwerkdienst in UMTS-netwerken die voorzieningen biedt
voor het snel downloaden van gegevens. Als HSDPA-
ondersteuning in het apparaat wordt ingeschakeld en het
apparaat wordta aangesloten op een UMTS-netwerk dat
HSDPA ondersteunt, verloopt het downloaden van gegevens,
zoals berichten, e-mail en webpagina's via het mobiele
netwerk mogelijk sneller. Een actieve HSDPA-verbinding
wordt aangegeven met
. Het pictogram kan per regio
verschillen.
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.42
U kunt HSDPA in- of uitschakelen door > Instrumntn >
Instellingen en Verbinding > Packet-ggvns > Snelle
toeg. packet-geg. te selecteren. Op bepaalde mobiele
netwerken zijn inkomende oproepen niet mogelijk wanneer
HSDPA actief is. U moet dan HSDPA uitschakelen om oproepen
te kunnen ontvangen. Neem voor meer informatie contact op
met uw serviceprovider.
Neem contact op met uw serviceprovider voor vragen over
beschikbaarheid van en een abonnement op
gegevensverbindingsdiensten.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid. Het
verzenden van gegevens naar het netwerk, zoals berichten
en e-mail, wordt hierdoor niet beïnvloed.
De USB-gegevenskabel aansluiten
De USB-aansluiting bevindt zich onder een klepje.
De USB-gegevenskabel dient alleen voor gegevensoverdracht
en kan niet voor opladen worden gebruikt.
Koppel de USB-gegevenskabel tijdens de overdracht van
gegevens niet los, om te voorkomen dat er gegevens verloren
gaan.
Gegevens overdragen tussen het apparaat en een
pc
1. Plaats een geheugenkaart in het apparaat en sluit het
apparaat via de USB-gegevenskabel aan op een
compatibele pc.
2. Als u wordt gevraagd welke modus u wilt gebruiken,
selecteert u Massaopslag. In deze modus kunt u het
apparaat zien als een verwijderbare vaste schijf in uw
computer.
3. Beëindig de verbinding vanaf de computer (bijvoorbeeld
via de wizard Loskoppelen of Hardware uitwerpen in
Microsoft Windows) om beschadiging van de
geheugenkaart te voorkomen.
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 43
Als u Nokia PC Suite wilt gebruiken voor gegevensoverdracht,
installeert u eerst Nokia PC Suite op de pc, en vervolgens sluit
u de gegevenskabel aan en selecteert u PC Suite.
Als u de USB-modus die u gewoonlijk met deze
gegevenskabel gebruikt, wilt wijzigen, selecteert u
>
Instrumntn > Instellingen > Connectiviteit > USB en
USB-verbindingsmodus en kiest u de gewenste optie.
Als u wilt dat er om de modus wordt gevraagd, telkens
wanneer u de gegevenskabel op het apparaat aansluit,
selecteert u
> Instrumntn > Instellingen >
Connectiviteit > USB en Vragen bij verbinding > Ja.
Bluetooth
Selecteer > Instrumntn > Connect. > Bluetooth.
Over Bluetooth
Met de Bluetooth-technologie in het apparaat kunnen
elektronische apparaten binnen een bereik tot 10 meter
draadloos met elkaar worden verbonden. Een Bluetooth-
verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van
afbeeldingen, video's, tekst, visitekaartjes, agendanotities,
of om draadloze verbindingen tot stand te brengen met
Bluetooth-apparaten.
Apparaten met Bluetooth-technologie communiceren door
middel van radiogolven, waardoor de verschillende
apparaten zich niet direct in elkaars zicht hoeven te
bevinden. De twee apparaten moeten zich alleen binnen een
straal van 10 meter van elkaar bevinden, hoewel de
verbinding kan worden gestoord door obstakels zoals muren
of andere elektronische apparaten.
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen
tegelijkertijd actief zijn. U kunt bijvoorbeeld met uw
apparaat een verbinding hebben met een hoofdtelefoon en
tegelijk bestanden overzetten naar een ander compatibel
apparaat.
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR met
ondersteuning voor de volgende profielen: geavanceerde
audiodistributie, audio-/video-afstandsbediening,
elementaire beeldverwerking, apparaatidentificatie,
inbelnetwerk, bestandsoverdracht, algemene audio/video-
distributie, algemene objectuitwisseling, handenvrij,
headset, human interface device, object push,
telefoonboektoegang en SIM-toegang. Gebruik uitsluitend
de door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als
u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere
Bluetooth-apparatuur. Informeer bij de fabrikanten van
andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt
dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Gegevens verzenden en ontvangen met
Bluetooth
Selecteer > Instrumntn > Connect. > Bluetooth.
1. Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, moet u een
naam voor het apparaat opgeven. Geef het apparaat een
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.44
unieke naam zodat het gemakkelijk kan worden herkend
als er meerdere Bluetooth-apparaten in de buurt zijn.
2. Selecteer Bluetooth > Aan.
3. Selecteer Waarneemb. telefoon > Waarneembaar of
Periode opgeven. Als u Periode opgeven selecteert,
moet u instellen hoe lang uw apparaat zichtbaar is voor
anderen. Het apparaat en de naam die u hebt ingevoerd
zijn nu zichtbaar voor andere gebruikers van apparaten
met Bluetooth-technologie.
4. Activeer de toepassing waar het item dat u wilt verzenden
opgeslagen is.
5. Selecteer het item en Opties > Verzenden > Via
Bluetooth. Het apparaat zoekt andere apparaten binnen
het bereik met behulp van de Bluetooth-technologie en
maakt er een lijst van.
Tip: Als u eerder gegevens via Bluetooth hebt
verzonden, wordt een lijst met de vorige
zoekresultaten weergegeven. Als u naar meer
Bluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteert u
Meer apparaten.
6. Selecteer het apparaat waar u een verbinding mee wilt
maken. Als het andere apparaat eerst gekoppeld moet
worden voordat er gegevens overgedragen kunnen
worden, wordt u gevraagd een wachtwoord in te voeren.
Als de verbinding tot stand is gebracht, wordt Gegevens
worden verzonden weergegeven.
Berichten die verzonden zijn met de Bluetooth-technologie
worden niet opgeslagen in de map Verzonden van de
toepassing Berichten.
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, selecteert u
Bluetooth > Aan en Waarneemb. telefoon >
Waarneembaar om gegevens van een niet-gekoppeld
apparaat te ontvangen, of Verborgen om alleen gegevens
van een gekoppeld apparaat te ontvangen. Wanneer u
gegevens ontvangt via een Bluetooth-verbinding, klinkt er
afhankelijk van de instellingen van een actief profiel een
geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt
accepteren waarin de gegevens zijn opgenomen. Als u
accepteert, wordt het bericht in de map Inbox van Berichten
geplaatst.
Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of op de
geheugenkaart bekijken met een compatibele
accessoire die de dienst File Transfer Profile Client
(bijvoorbeeld een laptop) ondersteunt.
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na
het verzenden of ontvangen van gegevens. Alleen Nokia PC
Suite en bepaalde accessoires zoals headsets kunnen een
verbinding in stand houden die niet actief wordt gebruikt.
Apparaten koppelen
Selecteer > Instrumntn > Connect. > Bluetooth.
Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Bepaal voordat u gaat koppelen uw eigen toegangscode
(1-16 cijfers) en vraag de gebruiker van het andere apparaat
om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder
gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt
de toegangscode alleen nodig als u de apparaten voor het
eerst met elkaar verbindt. Na het koppelen kan de verbinding
worden goedgekeurd. U kunt sneller en eenvoudiger
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 45
verbinding maken door het koppelen en het goedkeuren van
de verbinding, aangezien u de verbinding tussen gekoppelde
apparaten dan niet steeds opnieuw hoeft te accepteren.
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit 16
cijfers bestaan.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat,
kunt u alleen gesprekken voeren of ontvangen via
compatibele en aangesloten toebehoren, zoals een carkit.
U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw
draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het
apparaat zijn geprogrammeerd.
Als u wilt bellen, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u eerst de
beveiligingscode invoeren om deze te ontgrendelen.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld apparaat. Op het
apparaat wordt gezocht naar Bluetooth-apparaten
binnen het bereik. Als u eerder gegevens via Bluetooth
hebt verzonden, wordt een lijst met de vorige
zoekresultaten weergegeven. Als u naar meer Bluetooth-
apparaten wilt zoeken, selecteert u Meer apparaten.
2. Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen en voer
de toegangscode in. Op het andere apparaat moet
dezelfde toegangscode worden ingevoerd.
3. Selecteer Ja om de verbinding tussen uw apparaat en het
andere apparaat automatisch te maken, of kies Nee om
de verbinding bij elke verbindingspoging handmatig te
bevestigen. Na het koppelen wordt het apparaat
opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten.
Selecteer Opties > Korte naam toewijzen als u het
gekoppelde apparaat een nickname wilt geven. De nickname
wordt in uw apparaat weergegeven.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het
apparaat waarvoor u de koppeling wilt verwijderen en
Opties > Verwijderen. Als u alle koppelingen wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Alle verwijderen. Als u
momenteel verbonden bent met een apparaat en de
koppeling met dat apparaat stopt, wordt de koppeling direct
verwijderd en is de verbinding verbroken.
Als u wilt toestaan dat een gekoppeld apparaat automatisch
verbinding maakt met uw apparaat, selecteert u
Geautoriseerd. Verbindingen tussen uw apparaat en het
andere apparaat kunnen zonder uw medeweten tot stand
worden gebracht. Er is geen afzonderlijke acceptatie of
autorisatie vereist. Gebruik deze status alleen voor uw eigen
apparaten, zoals een compatibele hoofdtelefoon of
computer, of apparaten van mensen die u volledig vertrouwt.
Als u verbindingsverzoeken vanuit het andere apparaat elke
keer opnieuw wilt accepteren, selecteert u Niet
geautoriseerd.
Als u een Bluetooth-audioaccessoire wilt gebruiken,
bijvoorbeeld een Bluetooth-handsfree of -hoofdtelefoon,
moet u het apparaat aan het accessoire koppelen. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van het accessoire voor de
toegangscode en verdere instructies. Zet het audioaccessoire
aan om het te verbinden. Bij bepaalde audioaccessoires
wordt automatisch verbinding gemaakt met het apparaat.
Anders opent u het tabblad voor gekoppelde apparaten,
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.46
selecteert u het accessoire en kiest u vervolgens Opties >
Verb. met audioapparaat.
Verbindingsbeheer
Selecteer > Instrumntn > Connect. > Verb.beheer.
Actieve verbindingen weergeven en
verbreken
Selecteer > Instrumntn > Connect. > Verb.beheer.
Selecteer een verbinding uit de lijst en vervolgens Opties >
Gegevens om gedetailleerde informatie over
netwerkverbindingen te bekijken. Het soort informatie dat
getoond wordt, is afhankelijk van het type verbinding.
Als u de geselecteerde netwerkverbinding wilt beëindigen,
selecteert u Opties > Verbinding verbreken.
Als u alle actieve netwerkverbindingen tegelijkertijd wilt
beëindigen, selecteert u Opties > Alle verbind.
verbreken.
Internet en connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 47
8. Agenda en Contacten
Met Agenda kunt u bijvoorbeeld op de hoogte blijven van uw
planning, de verjaardagen van uw vrienden of de taken die
u nog moet doen. Selecteer
> Kantoor > Agenda.
Met Contacten kunt u contactgegevens, zoals
telefoonnummers, thuisadressen of e-mailadressen van uw
contacten, opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke
beltoon of een miniatuurafbeelding toevoegen aan een
contact. U kunt ook contactgroepen creëren, zodat u tekst-
en e-mailberichten naar meerdere ontvangers tegelijkertijd
kunt verzenden. Selecteer
> Contacten.
U kunt de toepassing Overdracht gebruiken om contacten van
uw vorige Nokia-apparaat te kopiëren naar uw Nokia 6760
slide .
Zie 'Inhoud overbrengen', p. 20.
Een agenda-item maken
1. Blader naar de gewenste datum, selecteer Opties >
Nieuw item en maak een keuze uit een van de volgende
opties als u een nieuw agenda-item wilt toevoegen:
Vergadering — Een herinnering aan een vergadering
toevoegen.
Vergaderverzoek — Een nieuw vergaderverzoek
maken en verzenden. Er moet een mailbox zijn
ingesteld voor het verzenden van verzoeken.
Memo — Een algemene notitie voor de dag schrijven.
Verjaardag — Een herinnering voor verjaardagen of
andere speciale datums toevoegen. (De items worden
elk jaar herhaald.)
Taak — Een herinnering voor een taak die op een
specifieke datum moet worden uitgevoerd toevoegen.
2.
Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u een
beschrijving voor een item wilt toevoegen.
3. Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip: Druk in de dag-, week- of maandweergave op een
toets (0-9). Een afspraak wordt geopend en de
ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het
onderwerpveld. In de weergave Taken wordt een taak
geopend.
Selecteer Stil als u het geluid wilt dempen wanneer er een
alarmsignaal voor een agendanotitie klinkt.
Selecteer Stoppen als u zowel de herinnering als het signaal
wilt uitschakelen.
Selecteer Snooze als u het alarmsignaal wilt instellen op
sluimeren.
Als u wilt opgeven na hoeveel tijd het alarmsignaal voor het
agenda-item opnieuw moet klinken wanneer het
alarmsignaal op sluimeren is ingesteld, selecteert u Opties >
Instellingen > Snoozetijd alarm.
Agendaweergaven
Selecteer Opties > Maandweergave, Weekweergave of
Takenweergave om te schakelen tussen de maand-, week-
en takenweergave.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.48
Als u de eerste dag van de week, de weergave die wordt
getoond wanneer u de agenda opent of de instellingen voor
het agenda-alarm wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Instellingen.
Als u naar een bepaalde datum wilt gaan, selecteert u
Opties > Ga naar datum. Als u naar vandaag wilt gaan,
drukt u op #.
Namen en nummers opslaan en
bewerken
1. Druk op en selecteer Contacten > Opties > Nieuw
contact.
2. Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u een visitekaartje wilt bewerken, selecteert u het en
vervolgens Opties > Bewerken. U kunt een bepaald contact
ook zoeken door de eerste letters van de naam in het
zoekveld in te voeren.
Open een visitekaartje en selecteer Opties > Afbeelding
toevoegen als u een afbeelding wilt toevoegen aan het
visitekaartje. De afbeelding wordt weergegeven wanneer
het contact u belt.
Contactgroepen maken
1. Als u een nieuwe groep wilt maken, selecteert u in de lijst
met groepen Opties > Nieuwe groep. Gebruik de
standaardnaam of voer een nieuwe naam in. Selecteer
OK.
2. Als u leden aan de groep wilt toevoegen, selecteert u de
groep en Opties > Leden toevoegen.
3. Markeer elk contact dat u wilt toevoegen, en selecteer
OK.
Beltonen toevoegen voor contacten
Druk op en selecteer Contacten.
Een beltoon voor een contact of groep met contacten
definiëren:
1. Druk op de bladertoets om een contactkaart te openen of
ga naar de groepslijst en selecteer een contactgroep.
2. Selecteer Opties > Beltoon.
3. Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken.
Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de
geselecteerde beltoon voor die persoon afgespeeld (als het
telefoonnummer van de beller wordt meegezonden met de
oproep en door het apparaat wordt herkend).
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen om de
beltoon te verwijderen.
Agenda en Contacten
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 49
9. Foto's en muziek
Met de Nokia 6760 slide kunt u foto's maken, en luisteren naar
muziek en radioprogramma's. U kunt uw foto's ook delen via
diverse onlinediensten.
Camera
Tijdens het gebruik van de camera wordt het scherm
automatisch in de liggende stand gedraaid.
Een afbeelding vastleggen
Selecteer > Camera.
Als u een foto wilt maken, gebruikt u het scherm als zoeker
en drukt u op de opnametoets. De afbeelding wordt
opgeslagen in de Galerij.
Gebruik de bladertoets om in of uit te zoomen voordat u een
foto maakt.
Op de werkbalk staan diverse items en instellingen die u kunt
gebruiken voor en na het vastleggen van afbeeldingen of het
opnemen van videoclips. Als u de werkbalk wilt weergeven,
selecteert u Opties > Werkbalk weergeven. Selecteer een
van de volgende opties:
Overschakelen naar de afbeeldingsmodus.
Overschakelen naar de videomodus.
Reeksmodus activeren (alleen voor afbeeldingen).
Overschakelen naar de nachtmodus (alleen voor video).
Videolengte.
De werkbalk sluiten.
Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de vastlegmodus
die u gebruikt. De standaardinstellingen worden teruggezet
wanneer u de camera sluit.
Video's opnemen
Selecteer > Camera.
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat, selecteert u
de videomodus op de werkbalk.
2. Druk op de vastlegtoets om de opname te starten.
3. Als u de opname wilt onderbreken, selecteert u Pauze.
Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
4. Als u de opname wilt beëindigen, selecteert u Stoppen.
De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de Galerij.
De maximumduur van de videoclip is afhankelijk van het
beschikbare geheugen.
Galerij
Selecteer > Galerij.
Selecteer een van de volgende opties:
Afbeeldingen
— Foto's en video's in Foto's
weergeven.
Videoclips
— Video's in Videocentrum weergeven.
Tracks
— Open Muziekspeler.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.50
Geluidsclips — Naar geluidsclips luisteren.
Streaming kop.
— Koppelingen naar streaming-
media weergeven en openen.
Presentaties
— Presentaties weergeven.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u
items kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook
albums maken en items kopiëren en aan albums toevoegen.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen.
Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-
media worden geopend en afgespeeld in Videocentrum, en
muziek- en geluidsclips in Muziekspeler.
Online delen
Online delen
Selecteer > Toepassngn > Online delen.
Met Online delen kunt u afbeeldingen, videoclips en
geluidsclips van uw apparaat posten naar compatibele online
diensten voor delen, bijvoorbeeld albums en blogs. U kunt
ook opmerkingen bekijken en verzenden bij items in deze
diensten en inhoud downloaden naar uw compatibele Nokia-
apparaat.
De ondersteunde inhoudstypen en de beschikbaarheid van
de dienst Online delen kunnen variëren.
Abonnementen nemen op diensten
Selecteer > Toepassngn > Online delen.
Als u zich wilt abonneren op een dienst voor online delen,
gaat u naar de website van de serviceprovider om te
controleren of uw Nokia-apparaat compatibel is met de
dienst. Maak een account aan volgens de instructies op de
website. U ontvangt een gebruikersnaam en een
wachtwoord. Deze hebt u nodig het account te activeren op
uw apparaat.
1. Als u een dienst wilt activeren, opent u de toepassing
Online delen op uw apparaat. Vervolgens selecteert u een
dienst en Opties > Activeren.
2. Laat het apparaat de netwerkverbinding tot stand
brengen. Als u wordt verzocht om een
internettoegangspunt, selecteert u er een in de lijst.
3. Meld u aan bij uw account volgens de instructies op de
website van de serviceprovider.
De Nokia-diensten voor online delen zijn gratis. De
serviceprovider kan kosten in rekening brengen voor de
overdracht van gegevens over het netwerk. Neem contact op
met de serviceprovider of de relevante derde partij voor meer
informatie over de beschikbaarheid en de kosten van
diensten van derden en de kosten van gegevensoverdracht.
Een post creëren
Selecteer > Toepassngn > Online delen.
Als u mediabestanden naar een dienst wilt posten, selecteert
u een dienst en Opties > Nieuwe upload. Als de dienst voor
online delen kanalen heeft voor het posten van bestanden,
selecteert u het gewenste kanaal.
Als u een afbeelding, videoclip of geluidsclip aan de post wilt
toevoegen, selecteert u Opties > Invoegen.
Foto's en muziek
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 51
Voer, indien van toepassing, een titel of beschrijving voor de
post in.
Als u labels wilt toevoegen aan de post, selecteert u
Labels:.
Als u het posten van locatiegegevens in het bestand wilt
inschakelen, selecteert u Locatie:.
Als u het privacyniveau voor een bestand wilt instellen,
selecteert u Privacy:. Als u iedereen wilt toestaan uw
bestand te bekijken, selecteert u Openbaar. Als u wilt
voorkomen dat anderen uw bestanden zien, selecteert u
Privé. U kunt de instelling Standaard definiëren op de
website van de serviceprovider.
Als u de post naar de dienst wilt verzenden, selecteert u
Opties > Uploaden.
Over Ovi Delen
Ovi Delen is een onlinedienst waarmee u afbeeldingen,
videoclips, audiobestanden en andere media op uw
computer of apparaat kunt delen met familie en kennissen.
In Ovi Delen kunt u afbeeldingen voorzien van labels en
opmerkingen, favorietenlijsten opstellen en nog veel meer.
Delen is alleen mogelijk als u zich hebt geregistreerd, maar u
hoeft zich niet te registreren om de media die u met anderen
deelt, te bekijken.
Met dit apparaat kunt u de toepassing Online delen
gebruiken.
Zie share.ovi.com voor meer informatie.
Muziekspeler
Selecteer > Muziek > Muziekspeler.
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC
+, eAAC+, MP3 en WMA. maar dat betekent niet automatisch
dat ook alle functies of variaties van deze bestandsindelingen
worden ondersteund.
U kunt met de muziekspeler podcast-episodes afspelen.
Podcasting is een methode om audio- en videomateriaal via
internet te verzenden met RSS- of Atom-technologie voor
mobiele apparaten en computers.
Een liedje of een podcast-episode afspelen
Als u alle beschikbare muzieknummers en podcasts aan de
muziekbibliotheek wilt toevoegen, selecteert u Opties >
Bibliotheek vernieuwen.
Als u een muzieknummer of podcast-episode wilt afspelen,
selecteert u de gewenste categorie en het muzieknummer of
de podcast-episode.
Als u het afspelen wilt onderbreken, drukt u op de
bladertoets; als u het wilt hervatten, drukt u nogmaals op de
bladertoets. Als u het afspelen wilt beëindigen, gaat u
omlaag.
Als u snel vooruit of achteruit wilt spoelen, drukt u de
bladertoets naar rechts of links in en houdt u de toets
ingedrukt.
Als u naar het volgende item wilt, bladert u naar rechts. Als
u weer naar het begin van het item wilt, gaat u naar links. Als
Foto's en muziek
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.52
u naar het vorige item wilt, moet u naar links gaan binnen 2
seconden na het begin van het muzieknummer of de podcast.
Als u de toon van de afgespeelde muziek wilt aanpassen,
selecteert u Opties > Equalizer.
Als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bassen
wilt versterken, selecteert u Opties > Audio-instellingen.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens
het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de end-toets als u naar de actieve stand-by modus
wilt teruggaan en de speler op de achtergrond wilt
beluisteren.
Nokia Muziekwinkel
Selecteer > Muziek > Muziekwinkl.
In de Nokia Muziekwinkel (netwerkdienst) kunt u muziek
zoeken, door muziek bladeren en muziek aanschaffen om
naar uw pc te downloaden en naar uw apparaat over te
brengen. Om muziek te kunnen aanschaffen, moet u zich
eerst voor deze dienst registreren.
Als u de Nokia Muziekwinkel wilt bezoeken, moet u
beschikken over een geldig internettoegangspunt op het
apparaat.
De Nokia-muziekwinkel is niet in alle landen of regio's
beschikbaar.
Instellingen voor Nokia Muziekwinkel
De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor
de Nokia Muziekwinkel kunnen variëren. De instellingen
kunnen ook vooraf zijn gedefinieerd, waardoor u deze niet
kunt bewerken. Mogelijk wordt u gevraagd het toegangspunt
te selecteren dat u moet gebruiken wanneer u een
verbinding met de Nokia Muziekwinkel maakt. Selecteer
Standaardtoegangspunt.
In de Nokia Muziekwinkel kunt u de instellingen bewerken.
Selecteer Opties > Instellingen.
Muziek overdragen vanaf de computer
1. Controleer of er een compatible geheugenkaart in het
apparaat is geplaatst.
2. Sluit uw apparaat aan de pc aan via een Bluetooth-
verbinding of een compatibele USB-gegevenskabel.
3. Als u een USB-gegevenskabel gebruikt, selecteert u
Mediaoverdracht als verbindingsmodus.
Als u Mediaoverdracht selecteert als verbindingsmodus,
kunt u Windows Media Player gebruiken om muziek te
synchroniseren tussen het apparaat en de pc.
FM-radio
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de
antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio
functioneert alleen naar behoren als er een compatibele
hoofdtelefoon of andere accessoire op het apparaat is
aangesloten.
Naar de radio luisteren
Selecteer > Muziek > Radio.
Foto's en muziek
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 53
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van
dekking van het radiostation in het gebied.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal
beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt
gedempt tijdens actieve oproepen.
Selecteer
of als u het zoeken naar zenders wilt
starten.
Als u in uw apparaat radiozenders hebt opgeslagen,
selecteert u
of om naar de volgende of vorige
opgeslagen zender te gaan.
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
Luidspreker aan — Hiermee luistert u naar de radio via
de luidspreker.
Handmatig afstemmen — Hiermee wijzigt u handmatig
de frequentie.
Zenderoverzicht — Hiermee geeft u beschikbare zenders
weer op basis van hun locatie (netwerkdienst).
Zender opslaan — Hiermee slaat u de zender waarop u
momenteel hebt afgestemd, op in uw lijst met zenders.
Zenders — Hiermee opent u de lijst met opgeslagen
zenders.
Afsp. in achtergrond — Hiermee gaat u terug naar de
stand-by modus terwijl u op de achtergrond naar de FM-
radio blijft luisteren.
RealPlayer
Selecteer > Toepassngn > RealPlayer.
RealPlayer speelt video- en geluidsclips af die zijn opgeslagen
op uw apparaat, zijn overgebracht vanuit een e-mailbericht
of compatibele computer, of via het web naar uw apparaat
zijn gestreamd. Tot de ondersteunde bestandsindelingen
behoren MPEG-4, MP4 (geen streaming), 3GP, RV, RA, AMR en
Midi. In RealPlayer worden niet noodzakelijkerwijs alle
variaties van een mediabestandsindeling ondersteund.
Videoclips en streaming media afspelen
Als u een videoclip wilt afspelen, selecteert u Videoclips en
een clip.
Als u onlangs afgespeelde bestanden wilt weergeven,
selecteert u in de hoofdweergave van de toepassing Onlangs
afgesp..
Als u de inhoud draadloos wilt laten streamen
(netwerkdienst), selecteert u Streaming kopp. en een
koppeling. RealPlayer herkent twee soorten koppelingen:
een rtsp:// URL en een http:// URL dat naar een RAM-bestand
verwijst. Voordat de inhoud begint te streamen, moet het
apparaat verbonden zijn met een website en de content
bufferen. Als er door een netwerkverbindingsprobleem een
afspeelfout wordt veroorzaakt, probeert RealPlayer
automatisch opnieuw verbinding met het
internettoegangspunt te maken.
Als u videoclips vanaf internet wilt downloaden, selecteert u
Video's downloaden.
Als u tijdens het afspelen snel vooruit wilt spoelen, houdt u
de navigatietoets naar rechts ingedrukt. Als u tijdens het
Foto's en muziek
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.54
afspelen wilt terugspoelen, houdt u de navigatietoets naar
links ingedrukt.
Als u het afspelen of streamen wilt beëindigen, selecteert u
Stoppen. Het bufferen wordt stopgezet of de verbinding met
de streamingsite wordt verbroken, het afspelen van de clip
wordt beëindigd en de clip wordt naar het begin
teruggespoeld.
Als u de videoclip in de normale schermmodus wilt
weergeven, selecteert u Opties > Doorgn op norm.
scherm.
Instellingen voor RealPlayer
Selecteer > Toepassngn > RealPlayer.
U kunt de RealPlayer-instellingen ontvangen in een bericht
van uw serviceprovider.
Als u de instellingen handmatig wilt definiëren, selecteert u
Opties > Instellingen > Video of Streaming.
Foto's en muziek
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 55
10. Kantoortoepassingen
U kunt het apparaat ook gebruiken als rekenmachine of voor
het omrekenen van eenheden, of u kunt de verschillende
toepassingen gebruiken om bijlagen bij e-mailberichten te
openen.
Rekenmachine
Selecteer > Kantoor > Rekenmach..
Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en
is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van
de berekening in. Selecteer een functie in de functielijst,
bijvoorbeeld optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van
de berekening in en selecteer =. De berekeningen worden
uitgevoerd in de ingevoerde volgorde. De uitkomst van de
berekening blijft in het bewerkingsveld staan en kan worden
gebruikt als eerste getal voor een nieuwe berekening.
Het apparaat slaat de uitkomst van de laatste berekening in
het geheugen op. Als u de rekenmachine afsluit of het
apparaat uitschakelt, wordt het geheugen niet gewist. Als u
na het openen van de rekenmachine de laatst opgeslagen
uitkomst wilt ophalen, selecteert u Opties > Laatste
resultaat.
Als u de uitkomst van een berekening wilt opslaan, selecteert
u Opties > Geheugen > Opslaan.
Selecteer Opties > Geheugen > Oproepen om de uitkomst
van een berekening uit het geheugen op te halen en in een
nieuwe berekening te gebruiken.
Afmetingen converteren
Selecteer > Kantoor > Omrekenen.
1. Ga naar het typeveld en selecteer Opties >
Conversietype om een lijst met metingen te openen.
Selecteer het gebruikte maatstelsel (anders dan het
muntstelsel) en OK.
2. Ga naar het veld voor de eerste eenheid en selecteer
Opties > Selecteer eenheid. Selecteer de eenheid
waarvan u wilt converteren en klik op OK. Ga naar het veld
voor de volgende eenheid en selecteer de eenheid
waarnaar u wilt converteren.
3. Ga naar het eerste bedragveld en voer de waarde in die u
wilt converteren. In het andere bedragveld wordt
automatisch de geconverteerde waarde ingevuld.
Bestanden zoeken en organiseren
Selecteer > Kantoor > Best.beheer.
Selecteer Opties > Zoeken om naar een bestand te zoeken.
Voer de bestandsnaam in als zoekterm.
Selecteer Opties > Indelen om bestanden en mappen te
verplaatsen of nieuwe mappen te maken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.56
Sneltoets: Als u acties wilt toepassen op meerdere
items tegelijk, markeert u de items. Als u items wilt
markeren of de markering wilt opheffen, drukt u op
#.
Quickoffice
Over Quickoffice
Selecteer > Kantoor > Quickoffice.
Quickoffice bestaat uit Quickword voor het weergeven van
Microsoft Word-documenten, Quicksheet voor het
weergeven van Microsoft Excel-werkbladen, Quickpoint voor
Microsoft PowerPoint-presentaties en Quickmanager voor
inkoopsoftware. U kunt documenten in Microsoft Office 2000,
XP en 2003 (bestandsindelingen DOC, XLS en PPT) bekijken
met Quickoffice. Als u over de editorversie van Quickoffice
beschikt, kunt u ook bestanden bewerken.
Niet alle bestandsindelingen en functies worden
ondersteund.
Werken met bestanden
Als u een bestand wilt openen, gaat u ernaartoe en drukt u
op de navigatietoets.
Als u bestanden op type wilt sorteren, selecteert u Opties >
Sorteren op.
Als u de gegevens van een bestand wilt weergeven, selecteert
u Opties > Details. De gegevens omvatten onder meer de
naam, grootte en locatie van het bestand, alsmede de datum
en tijd waarop het bestand voor het laatst is gewijzigd.
Als u bestanden naar een compatibel apparaat wilt
verzenden, selecteert u Opties > Verzenden en de
verzendmethode.
Zipbeheer
Selecteer > Kantoor > Zip.
Met Zip manager kunt u nieuwe archiefbestanden maken
voor het opslaan van gecomprimeerde bestanden in ZIP-
indeling; afzonderlijke of meerdere gecomprimeerde
bestanden of mappen toevoegen aan een archief; het
archiefwachtwoord voor beveiligde archieven instellen,
wissen of wijzigen; en instellingen wijzigen, zoals
compressieniveau en codering van bestandsnamen.
U kunt de archiefbestanden opslaan in het
apparaatgeheugen of op een geheugenkaart.
PDF-lezer
Selecteer > Kantoor > Adobe PDF.
Met PDF Reader kunt u PDF-documenten lezen op het scherm
van het apparaat, naar tekst zoeken in de documenten,
instellingen zoals het zoomniveau en de paginaweergaven
wijzigen, en PDF-bestanden via e-mail verzenden.
Kantoortoepassingen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 57
11. Downloaden
U kunt toepassingen downloaden en op het apparaat
installeren.
Toepassingsbeheer
Met Toepassingsbeheer kunt u zien welke softwarepakketten
op uw apparaat zijn geïnstalleerd. U kunt gedetailleerde
informatie bekijken over geïnstalleerde toepassingen,
toepassingen verwijderen en installatie-instellingen
opgeven.
U kunt op uw apparaat twee typen toepassingen en software
installeren:
JME-toepassingen gebaseerd op Java™-technologie
met .jad- of .jar-bestandsextensies
Andere software en toepassingen die geschikt zijn voor
het Symbian-besturingssysteem met de
bestandsextensie .sis of .sisx
Installeer alleen software die compatibel is met uw apparaat.
Toepassingen en software installeren
U kunt installatiebestanden kopiëren vanaf een compatibele
computer naar het apparaat, downloaden tijdens het
browsen downloaden of ontvangen in een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere
verbindingsmethoden, zoals een Bluetooth-verbinding. Met
Nokia Application Installer, dat deel uitmaakt van Nokia PC
Suite, kunt u een toepassing op het apparaat installeren.
De pictogrammen in Toepassingsbeheer geven het volgende
aan:
SIS- of SISX-toepassing
Java-toepassing
Toepassing is niet volledig geïnstalleerd
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified-test hebben doorstaan.
Denk aan het volgende voordat u de installatie start:
Selecteer Opties > Gegevens bekijken om informatie
over het type toepassing, het versienummer en de
leverancier of producent van de toepassing weer te geven.
Selecteer Gegevens: > Certificaten: > Gegevens
bekijken als u de gegevens van het beveiligingscertificaat
van de toepassing wilt weergeven.
Als u een bestand installeert dat een update of fix voor een
bestaande toepassing bevat, kunt u het oorspronkelijke
programma alleen herstellen als u beschikt over het
oorspronkelijke installatiebestand of een volledige back-
up van het verwijderde softwarepakket. Als u de
oorspronkelijke toepassing wilt herstellen, verwijdert u
de toepassing en installeert u deze opnieuw op basis van
het oorspronkelijke installatiebestand of de back-up.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.58
Het JAR-bestand is vereist voor het installeren van Java-
toepassingen. Als dit ontbreekt, wordt u mogelijk
gevraagd het te downloaden. Als er geen toegangspunt is
gedefinieerd voor de toepassing, wordt u gevraagd een
toegangspunt te selecteren. Bij het downloaden van het
JAR-bestand moet u moet een gebruikersnaam en
wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot de server.
Deze gegevens ontvangt u van de leverancier of producent
van de toepassing.
Ga als volgt te werk om een toepassing of software te
installeren:
1. Als u naar een installatiebestand wilt zoeken, selecteert
u
> Toepassngn > Installatie en Toep.beheer. U
kunt ook naar installatiebestanden zoeken via
Bestandsbeheer of Berichten > Inbox selecteren en een
bericht openen dat een installatiebestand bevat.
2. Selecteer in Toepassingsbeheer Opties > Installeren. In
andere toepassingen selecteert u het installatiebestand
om de installatie te starten.
Tijdens de installatie wordt op het apparaat informatie
weergegeven over de voortgang van de installatie. Als u
een toepassing installeert zonder een digitale
handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing
weergegeven. Zet de installatie alleen voort als u de
herkomst en de inhoud van de toepassing vertrouwt.
Als u een geïnstalleerde toepassing wilt starten, selecteert u
de toepassing. Als er geen standaardmap bij de toepassing
gedefinieerd is, is het geïnstalleerd in het map Installatie in
het hoofdmenu.
Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt weten
welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd en
wanneer dit is gebeurd.
Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één
antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve
invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen
dat het apparaat het niet meer doet.
Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart
hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis, .sisx)
in het geheugen van het apparaat achter. De bestanden
kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en
ervoor zorgen dat u geen andere bestanden meer kunt
opslaan. U kunt geheugenruimte vrijmaken door met behulp
van Nokia PC Suite een backup van de installatiebestanden te
maken op een compatibele computer. Gebruik vervolgens het
bestandsbeheer om de installatiebestanden uit het
geheugen van het apparaat te verwijderen. Als het .SIS-
bestand een bijlage bij een bericht is, dient u het bericht uit
de lijst met binnengekomen berichten te verwijderen.
Toepassingen en software verwijderen
Selecteer > Toepassngn > Installatie >
Toep.beheer.
Ga naar een softwarepakket en selecteer Opties >
Verwijderen. Selecteer Ja om uw keuze te bevestigen.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden
geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke
Downloaden
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 59
softwarepakket of een volledige back-up van de verwijderde
software. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn
dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer
kunt openen.
Indien een ander softwarepakket afhankelijk is van het
softwarepakket dat u heeft verwijderd, dan is het mogelijk
dat het andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg
de documentatie van het geïnstalleerde softwarepakket voor
meer informatie.
Instellingen toepassingsbeheer
Selecteer > Toepassngn > Installatie >
Toep.beheer.
Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de
volgende opties:
Software-installatie — Hiermee geeft u aan of Symbian-
software zonder geverifieerde digitale handtekening mag
worden geïnstalleerd.
Online certificaatcontrole Zo controleert u de online
certificaten voordat u een toepassing installeert.
Standaardwebadres — Hiermee stelt u in welk
standaardadres moet worden gebruikt wanneer online
certificaten worden gecontroleerd.
Voor sommige Java-toepassingen moet een bericht
verzonden worden of er moet een netwerkverbinding tot
stand worden gebracht met een bepaald toegangspunt om
extra gegevens of onderdelen te kunnen downloaden.
Download!
Selecteer > Download!.
Met Download! (netwerkdienst) kunt u op internet items
bekijken en downloaden en kunt u deze items, waaronder de
nieuwste toepassingen en bijbehorende documenten, op uw
apparaat installeren.
Deze items zijn onderverdeeld in catalogi en mappen van
Nokia of andere aanbieders. Voor sommige items worden
mogelijk kosten in rekening gebracht, maar meestal kunt u
wel gratis een voorbeeld van de desbetreffende items
bekijken.
Download! maakt gebruik van beschikbare
netwerkverbindingen om toegang te krijgen tot de meest
actuele content. Neem voor informatie over overige
producten die beschikbaar zijn via Download! contact op met
uw serviceprovider of de leverancier of fabrikant van het
product.
Items beheren
Selecteer > Download!.
Als u een item of een weergave van een map of catalogus wilt
openen, selecteert u het item, de map of de catalogus.
Als u het geselecteerde item wilt aanschaffen, selecteert u
Opties > Kopen.
Als u een gratis item wilt downloaden, selecteert u Opties >
Ophalen.
Als u een item wilt zoeken, selecteert u Opties > Zoeken.
Downloaden
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.60
Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Toepassingen > Instellingen.
Als u de lijst met gedownloade items wilt weergeven,
selecteert u Opties > Mijn items.
Abonnementen
Selecteer > Download! en Opties > Mijn items > Mijn
abonnementen.
Als u bestandsgegevens van het geselecteerde item wilt
weergeven, selecteert u Opties > Openen.
Als u een abonnement wilt verlengen of annuleren, selecteert
u Opties en kiest u de betreffende optie.
Download! zoeken
Selecteer > Download! en Opties > Zoeken.
Ga naar de catalogi waarin u naar items wilt zoeken, selecteer
Markeren en voer de zoekwoorden in.
Selecteer Opties > Zoeken om met zoeken te beginnen.
Aankoopgeschiedenis
Selecteer > Download! en Mijn items > Mijn
downloads.
Als u het geselecteerde item wilt openen in de bijbehorende
toepassing, selecteert u Opties > Openen.
Als u bestandsgegevens van het geselecteerde item wilt
weergeven, selecteert u Opties > Gegevens bekijken.
Als u het downloaden van een geselecteerd item wilt starten,
onderbreken of annuleren, selecteert u Opties en kiest u de
betreffende optie.
Instellingen van Download!
Selecteer > Download!.
Als u de Download!-instellingen wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Netwerkverbinding — Selecteer de
netwerkbestemming die wordt gebruikt voor de
netwerkverbinding.
Verbindingstype — Geef aan of om bevestiging moet
worden gevraagd voordat de verbinding tot stand kan
worden gebracht.
Automatisch openen — Geef aan of het gedownloade
item of de gedownloade toepassing automatisch moet
worden geopend zodra het downloaden is voltooid.
Voorbeeldbevestiging — Geef aan of om bevestiging
moet worden gevraagd voordat een voorbeeld van een
item wordt weergegeven.
Aankoopbevestiging — Geef aan of om bevestiging
moet worden gevraagd voordat een item kan worden
gekocht.
Bevestiging abonn. — Geef aan of om bevestiging moet
worden gevraagd voordat er een abonnement op een item
kan worden genomen.
Downloaden
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 61
12. Het apparaat en de gegevens beveiligen
Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één
antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve
invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen
dat het apparaat het niet meer doet.
Het apparaat blokkeren
De blokkeringscode beschermt het apparaat tegen
ongeoorloofd gebruik. De code is bij aanschaf ingesteld op
12345.
Als u het apparaat wilt blokkeren, drukt u in de actieve stand-
by op de aan/uit-toets en selecteert u Blokkeer telefoon.
Wilt u de blokkering opheffen, dan selecteert u Blok. oph.,
voert u de blokkeringscode in en selecteert u OK.
Als u de blokkeringscode wilt wijzigen, selecteert u
>
Instrumntn > Instellingen en Algemeen >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart. Voer de huidige code
in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code
mag tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers
als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als kleine letters.
Noteer de nieuwe code en bewaar deze op een veilige plaats
(niet bij het apparaat). Zorg dat niemand de code aan de weet
komt. Als u de blokkeringscode vergeet en het apparaat
geblokkeerd is, moet u ermee naar een erkend Nokia-
servicepunt gaan. U moet mogelijk betalen om dit probleem
te laten oplossen. Om de blokkering van het apparaat op te
heffen moet de software opnieuw worden geladen. De
gegevens die u in het apparaat hebt opgeslagen, gaan
wellicht verloren.
U kunt het apparaat ook op afstand blokkeren door middel
van een SMS-bericht. Als u blokkeren op afstand wilt
inschakelen en de tekst voor het SMS-bericht wilt definiëren,
selecteert u
> Instrumntn > Instellingen en
Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Ext.
telef.vergrendeling > Ingeschakeld. Voer de tekst voor
het blokkeringsbericht in en bevestig dit. Het bericht moet
uit ten minste 5 tekens bestaan. Noteer de tekst: u hebt deze
misschien later nodig.
Beveiliging van de geheugenkaart
Selecteer > Kantoor > Best.beheer.
U kunt een geheugenkaart met een wachtwoord beveiligen
om te voorkomen dat anderen ongevraagd toegang tot de
kaart hebben. Als u een wachtwoord wilt instellen, selecteert
u Opties > Wachtwoord geh.kaart > Instellen. Het
wachtwoord bestaat uit maximaal 8 lettertekens en is
hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord wordt opgeslagen op
het apparaat. U hoeft het niet nog een keer in te voeren als
u de geheugenkaart in hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de
geheugenkaart ook in een ander apparaat gebruikt, wordt u
gevraagd het wachtwoord in te voeren. Niet alle
geheugenkaarten kunnen met een wachtwoord beveiligd
worden.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.62
Selecteer Opties > Wachtwoord geh.kaart >
Verwijderen om het wachtwoord van een geheugenkaart te
verwijderen. Als u het wachtwoord verwijdert, zijn de
gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen
onbevoegd gebruik.
Als u een vergrendelde geheugenkaart wilt openen,
selecteert u Opties > Geh.kaart deblokkeren. Voer het
wachtwoord in.
Als u het wachtwoord van een vergrendelde geheugenkaart
vergeten bent, kunt u de kaart formatteren om de kaart te
ontgrendelen. Het wachtwoord is dan ook verwijderd. Als u
een geheugenkaart formatteert, verliest u wel alle gegevens
die op de kaart opgeslagen zijn.
Back-ups maken van gegevens
Selecteer > Kantoor > Best.beheer.
Het wordt aanbevolen regelmatig een back-up van het
apparaatgeheugen te maken op een geheugenkaart of een
compatibele computer.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van
gegevens uit het apparaatgeheugen wilt opslaan op een
geheugenkaart.
Selecteer Opties > Herstellen vanaf kaart als u gegevens
vanaf de geheugenkaart wilt terugzetten naar het
apparaatgeheugen.
U kunt ook uw apparaat aansluiten op een compatibele
computer en Nokia PC Suite gebruiken om een back-up van
gegevens te maken.
Wees voorzichtig wanneer u
verbinding maakt
Het apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en staat net als computers bloot aan
virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met
berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden.
Berichten
Als u verdachte berichten ontvangt, dient u de bijlagen van
deze berichten niet te openen.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software
bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat
of de pc.
Bluetooth
Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneemb. telefoon >
Verborgen wanneer u geen Bluetooth-verbinding
gebruikt.
Koppel het apparaat niet aan onbekende apparaten of aan
apparaten die u niet vertrouwt.
Browsen en downloads
Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke
informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven,
kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen.
De informatie of diensten die u hebt opgeroepen, worden
opgeslagen in de cache.
Het apparaat en de gegevens beveiligen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 63
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die
u vertrouwt en die adequate beveiliging en bescherming
bieden tegen schadelijke software.
Het apparaat en de gegevens beveiligen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.64
13. Instellingen
Selecteer > Instrumntn > Instellingen.
U kunt verschillende instellingen op uw apparaat definiëren
en wijzigen. Als u deze instellingen wijzigt, is dit van invloed
op de werking van verschillende toepassingen op het
apparaat.
Sommige instellingen zijn vooraf op het apparaat ingesteld
of worden door uw serviceprovider in een speciaal bericht
aan u verzonden. Het is mogelijk dat u dergelijke instellingen
niet kunt wijzigen.
Selecteer de instellingen die u wilt bewerken, en pas de
waarden op de volgende manieren aan:
Wissel tussen twee waarden, bijvoorbeeld aan en uit.
Selecteer een waarde uit een lijst.
Open een teksteditor om een waarde in te voeren.
Blader naar links of naar rechts om een waarde aan te
passen.
Algemene instellingen
Selecteer > Instrumntn > Instellingen en Algemeen.
Selecteer een van de volgende opties:
Persoonlijk — Wijzig de weergave-instellingen en pas
het apparaat aan uw voorkeuren aan.
Datum en tijd — Wijzig de datum en tijd.
Toebehoren — Definieer de instellingen voor uw
accessoires.
Actie voor schuif — Wijzig de dia-instellingen.
Mijn eigen toets — Wijzig de functie die wordt
geactiveerd wanneer u op de internet- of SMS-toets drukt.
Sensorinstell.Wijzig de sensorinstellingen.
Beveiliging — Definieer de beveiligingsinstellingen.
Fabrieksinstell. — Zet de oorspronkelijke
apparaatinstellingen terug.
Positiebepaling — Definieer de methode voor
positiebepaling en de server voor toepassingen die met
GPS werken.
Telefooninstellingen
Selecteer > Instrumntn > Instellingen en Telefoon.
Selecteer een van de volgende opties:
Oproep — Algemene oproepinstellingen definiëren.
Doorschakelen — Instellingen voor het doorschakelen
van oproepen definiëren.
Oproepen blokk. — Instellingen voor het blokkeren van
oproepen definiëren.
Netwerk — De netwerkinstellingen definiëren.
Verbindingsinstellingen
Selecteer > Instrumntn > Instellingen en
Verbinding.
Selecteer een van de volgende opties:
Bluetooth — De Bluetooth-instellingen bewerken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 65
USB — De gegevenskabelinstellingen bewerken.
Bestemmingen — Nieuwe toegangspunten definiëren
of bestaande toegangspunten bewerken. Sommige of alle
toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf
zijn ingesteld voor het apparaat. Het is misschien niet
mogelijk om nieuwe instellingen toe te voegen of om
instellingen te wijzigen of te verwijderen.
Packet-ggvns — Definieer wanneer het packet-
gegevensnetwerk wordt aangekoppeld en voer de naam
van het standaard packet-geschakelde toegangspunt in
dat moet worden gebruikt als u het apparaat als modem
voor een computer gebruikt.
Gegev.oproep — Geef de lengte van de time-outperiode
op waarna gegevensoproepverbindingen automatisch
worden beëindigd.
Presence Bewerk de instell ingen voor besc hikbaarheid
(netwerkdienst). Neem contact op met uw serviceprovider
als u zich op deze dienst wilt abonneren.
SIP-instellingen — SIP-profielen (session initiation
protocol) weergeven of maken.
XDM-instellingen — Maak een XDM-profiel. Het XDM-
profiel is vereist voor allerlei communicatietoepassingen,
bijvoorbeeld Beschikbaarheid.
Externe stations — Sluit het apparaat aan op een extern
station.
Configuraties — Vertrouwde servers waarvan het
apparaat configuratie-instellingen kan ontvangen
bekijken of verwijderen.
Tgpt.namen bhr. — Packetgegevensverbindingen
beperken.
Toepassingsinstellingen
Selecteer > Instrumntn > Instellingen en
Toepassingen.
Selecteer een toepassing in de lijst om daarvan de
instellingen aan te passen.
Instellingen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.66
14. Groene tips
Hier volgen enkele tips die u helpen een bijdrage
te leveren aan de bescherming van het milieu.
Energie besparen
Als de batterij volledig is opgeladen en u hebt de lader
losgekoppeld van het apparaat, moet u de lader uit het
stopcontact trekken.
U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u de volgende
regels in acht neemt:
Sluit toepassingen, diensten en verbindingen af en schakel
ze uit als u ze niet gebruikt..
Verminder de helderheid van het scherm.
Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand overgaat
nadat het toestel gedurende een minimumperiode niet is
gebruikt, mits dit op uw apparaat mogelijk is.
Schakel onnodige geluiden uit, waaronder toetsenbord-
en beltonen.
Recyclen
De meeste materialen waarvan Nokia-telefoons zijn
gemaakt, kunnen worden hergebruikt. Ga naar
www.nokia.com/werecycle als u wilt weten hoe u ervoor
kunt zorgen dat uw producten van Nokia worden
hergebruikt. Voor mobiele apparaten kijkt u op
www.nokia.mobi/werecycle.
Recycle verpakkingsmateriaal en gebruikershandleidingen
volgens het lokale recyclingprogramma.
Papier besparen
Deze gebruikershandleiding helpt u om aan de slag te gaan
met het apparaat. Uitgebreidere instructies vindt u in de Help
van het apparaat (in de meeste toepassingen selecteert u
Opties > Help). Voor meer ondersteuning kunt u terecht op
www.nokia.com/support.
Meer informatie
Meer informatie over de duurzaamheid van uw apparaat
vindt u op www.nokia.com/ecodeclaration.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 67
Accessoires
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, opladers
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen
kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan
gevaarlijk zijn. Met name het gebruik van niet-goedgekeurde
laders of batterijen kan het risico met zich meebrengen van
brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Vraag de leverancier naar de beschikbare goedgekeurde
accessoires. Als u de stekker van een toebehoren uit het
stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet
aan het snoer.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.68
Batterij
Informatie over de batterij en de
lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij
die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is
BP-4L. Nokia kan eventueel ook andere batterijmodellen voor
dit apparaat beschikbaar stellen. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met één van de volgende laders: AC-8. Het exacte
modelnummer van de oplader is afhankelijk van het type
stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van de
volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C, K of UB.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer
de gespreksduur en stand-byduur aanmerkelijk korter zijn
dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen
batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de
batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn
goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens
opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Als de
batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en
ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Correct opladen. Haal de lader uit het stopcontact wanneer u
deze niet gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij
kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig
opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na
verloop van tijd automatisch ontladen.
Vermijd extreme temperaturen. Probeer de batterij altijd te
bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij
extreme temperaturen nemen de capaciteit en levensduur
van de batterij af. Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De
batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen
beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals
een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de
positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
(Deze klemmen zien eruit als metalen strips.) Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw
zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop
deze is aangesloten.
Verwijdering. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen
kunnen dan ontploffen. Verwerk batterijen in
overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever
batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen
niet weg met het huishoudafval.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 69
Batterijlek. U mag nooit geheugencellen of batterijen
ontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken,
verbuigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt, dient u
te voorkomen dat de vloeistof in contact komt met de huid
of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid en ogen
onmiddellijk met water afspoelen of medische hulp zoeken.
Beschadiging. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot
een ander product, en probeer er geen vreemde voorwerpen
in te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze
niet onder in water of andere vloeistoffen. Batterijen kunnen
ontploffen als deze beschadigd raken.
Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor het doel
waarvoor deze is bestemd. Onjuist gebruik van de batterij
kan brand, explosie of ander gevaar met zich meebrengen.
Als het apparaat of de batterij valt, vooral op een hard
oppervlak, en u denkt dat de batterij is beschadigd, moet u
deze ter inspectie naar een servicepunt brengen voordat u
die opnieuw gebruikt. Gebruik nooit een beschadigde lader
of batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine
kinderen.
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en
ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid.
Verzeker u ervan dat u een originele Nokia batterij koopt door
de batterij bij een erkende Nokia dealer of een Nokia
servicecentrum aan te schaffen en het hologramlabel volgens
de onderstaande stappen te inspecteren:
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label
bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek
het Nokia-symbool met de handen te
zien en vanuit de andere hoek het
Nokia Original Enhancements-logo.
2. Wanneer u het hologram onder een
hoek naar links, rechts, omlaag en
omhoog houdt, hoort u op iedere
zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4
stippen te zien.
Een succesvolle uitvoering van de
stappen biedt geen totale garantie voor
de echtheid van de batterij. Als u de
echtheid van de batterij niet kunt
vaststellen of als u reden hebt om aan te
nemen dat uw Nokia batterij met
hologramlabel geen echte Nokia batterij
is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de
dichtstbijzijnde erkende Nokia dealer of een Nokia
servicecentrum voor assistentie.
Zie www.nokia.com/battery voor meer informatie over
originele Nokia batterijen.
Batterij
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.70
Uw apparaat onderhouden
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en
vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De
volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei
soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten
die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en
laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij
terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile
plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische
onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge of lage
temperaturen. Hoge temperaturen kunnen de levensduur
van elektronische apparaten bekorten, batterijen
beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of
smelten. Wanneer het apparaat na een lage temperatuur
weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het
apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische
schakelingen beschadigd kunnen raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere
manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met
het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne
elektronische schakelingen en fijne mechaniek
beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of
sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te
maken. Het oppervlak van het apparaat mag alleen
worden gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen
van het apparaat blokkeren en de correcte werking
belemmeren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde
vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes,
aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat
beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving
met betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
Maak een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren,
zoals contactpersonen en agendanotities.
Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo
nu en dan resetten door de stroom uit te schakelen en de
batterij te verwijderen.
Deze tips gelden zowel voor het apparaat als voor de batterij,
de oplader en andere toebehoren.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 71
bevordert u het hergebruik van materialen. Voor milieu-
informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt u op
www.nokia.com/werecycle of nokia.mobi/werecycle.
Het symbool van de doorgestreepte container op uw
product, in de documentatie of op de verpakking wil
zeggen dat alle elektrische en elektronische producten,
batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor
gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden.
Dit geldt voor de Europese Unie. Bied deze producten niet aan
bij het gewone huisvuil. Raadpleeg voor meer informatie de
verklaringen met betrekking tot het milieu op
www.nokia.com/environment.
Uw apparaat onderhouden
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.72
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen
kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiosignalen in de normale positie aan het oor of wanneer
het apparaat minstens 2,2 centimeter (7/8 inch) van het
lichaam wordt gehouden. Een draagtas, riemclip of houder
voor het dragen van het apparaat op het lichaam mag geen
metaal bevatten en moet het apparaat op de eerder
genoemde afstand van het lichaam houden.
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is
een goede verbinding met het netwerk vereist. De
verzending van gegevensbestanden of berichten kan
vertraging oplopen zolang een dergelijke verbinding niet
beschikbaar is. Houd u aan de instructies voor de afstand tot
het lichaam totdat de verzending voltooid is.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is
beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt.
Schakel het apparaat uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere
instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruikmaken
van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke
apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3
centimeter afstand van het medische apparaat wanneer
het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere
kant van het lichaam dan de kant waar het medische
apparaat zit om de kans op een potentiële storing te
minimaliseren.
Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er
enige reden is om te vermoeden dat er een storing
plaatsvindt.
Lees en volg de instructies van de fabrikant van het
geïmplanteerde medische apparaat.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 73
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze
apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat
hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in
bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op
met uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke
storingen.
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn, zoals elektronische systemen
voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen
voor elektronische snelheidsregeling of airbags negatief
beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant
van uw voertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan risico's opleveren
en de garantie ongeldig maken. Controleer regelmatig of de
draadloze apparatuur in de auto nog steeds goed bevestigd
is en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorende
onderdelen of toebehoren. Vergeet niet dat in een
noodsituatie de airbag in een auto met zeer veel kracht wordt
opgeblazen. Plaats uw apparaat of toebehoren daarom nooit
in de ruimte vóór de airbag.
Schakel uw apparaat uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat. Het gebruik van mobiele
communicatieapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking
van het vliegtuig en is mogelijk illegaal.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit in een omgeving met een mogelijk
explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezige instructies op.
Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of
brand veroorzaken die kan resulteren in letsel of de dood.
Schakel het apparaat uit op plekken waar brandstoffen
worden getankt, zoals op benzinestations. Houd u aan de
beperkingen in gebieden waar brandstof wordt opgeslagen
en gedistribueerd, bij chemische bedrijven of waar
explosiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Gebieden met
een mogelijk explosieve atmosfeer worden meestal, maar
niet altijd, als zodanig aangeduid. Hiertoe behoren ook
omgevingen waar u wordt aangeraden uw automotor uit te
zetten, het benedendeks-gedeelte op boten, plaatsen voor
overdracht en opslag van chemische stoffen en omgevingen
waar de lucht chemische stoffen of deeltjes bevat zoals
metaalkorreltjes, -stof of -poeders. Informeer bij de
fabrikanten van voertuigen die op vloeibare gassen rijden
(zoals propaan of butaan) om te bepalen of dit apparaat in
de omgeving daarvan veilig kan worden gebruikt.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en
Aanvullende veiligheidsinformatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.74
door de gebruiker geprogrammeerde functies. Als uw
apparaat gesprekken via het internet ondersteunt
(netgesprekken), moet u zowel de netgesprekken als de
mobiele telefoon activeren. Het apparaat kan alarmnummers
zowel via het mobiele netwerk als via uw internetprovider
proberen te kiezen als beide functies zijn geactiveerd.
Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op
een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische
noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ook de
volgende stappen uitvoeren:
Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat vereist
is.
Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als deze
op uw apparaat zijn ingesteld.
Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief
profiel.
2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm
leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een
oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk
op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze
apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de
plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor
blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het
is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen, niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke
organisatie ICNIRP en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun
leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg
(watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel.
Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt,
waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het
hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke
SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de
maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is
ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig
is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid
benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal
Aanvullende veiligheidsinformatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 75
factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich
bevindt.
De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor
gebruik van het apparaat bij het oor is 0,85 W/kg.
Het gebruik van toebehoren met het apparaat kan resulteren
in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen variëren,
afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen en de
netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden onder
"product information" op www.nokia.com.
Aanvullende veiligheidsinformatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.76
Index
A
aan uw voorkeuren aanpassen 29
achtergrondafbeelding 29
afspelen
video en audio 54
alarm
agenda-notitie 48
antennes 27
apparaat in- of uitschakelen 16
assisted GPS (A-GPS) 33
audioberichten 23
automatisch bijwerken, datum/
tijd 26
B
back-up maken van gegevens 63
batterij
opladen 16
plaatsen 14
beltonen
in profielen 28
beveiliging
geheugenkaart 62
webbrowser 42
beveiligingscode 11, 62
blogs 41
blokkeren
apparaat 62
blokkeren op afstand 62
blokkeringscode 11, 62
Bluetooth
apparatuur goedkeuren 45
gegevens ontvangen 44
gegevens verzenden 44
koppeling 45
toegangscode 45
browser 40
beveiliging 42
cachegeheugen 42
C
cachegeheugen 42
camera
afbeeldingen vastleggen 50
videoclips 50
werkbalk 50
chatdiensten 31
chatten 31
contacten
afbeeldingen bij 49
beltonen 49
bewerken 49
groepen maken 49
opslaan 49
converteren
metingen 56
D
datum en tijd 26
Download!
aankoopgeschiedenis 61
abonnementen 61
instellingen 61
items beheren 60
zoekinstellingen 61
E
e-mail 30
F
feeds, nieuws 41
FM-radio 53
G
Galerij 50
gegevensverbindingen 47
geheugen
webcache 42
geheugenkaart 17, 18
back-up maken van gegevens 63
blokkeren 62
wachtwoorden 62
GPS
positieaanvragen 35
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 77
GPS (Global Positioning
System) 33
H
hoofdtelefoon 17
HSDPA 42
I
indicatoren 25
installatie van telefoon 20
installeren toepassingen 58
instellingen 11
Download! toepassing 61
klok 27
RealPlayer 55
toepassingen 66
internetverbinding 40
Zie ook
browser
J
Java-toepassingen 58
JME Java-
toepassingsondersteuning 58
K
kaarten
bladeren 37
navigatie 38
routes 38
Kaarten 37
Klok
instellingen 27
koppeling
apparaten 45
toegangscode 45
L
locatiegegevens 33
M
mail for exchange 30
media
radio 53
mediabestanden online delen 51
mediabestanden uploaden 51
memonotities
Zie
taaknotities
menu's 25
metingen
converteren 56
MMS (multimedia message
service) 23
multimediaberichten 23
muziekspeler
afspelen 52
muziek overbrengen 53
muziekwinkel 53
N
navigatiehulpmiddelen 33
nieuwsfeeds 41
Nokia Muziekwinkel 53
Nokia-
ondersteuningsinformatie 10
O
ondersteuningshulpmiddelen 10
Online delen 51
abonnementen nemen 51
diensten activeren 51
een post creëren 51
oproepen
beantwoorden 21
plaatsen 21
voicemail 22
Overdracht 20
Overdracht, toepassing 12
Ovi Delen 52
Ovi Mail 30
P
PDF, reader 57
PIN2-code 11
PIN-code 11
plaatsbepalingen 35
positioneringsgegevens 33
profielen
aanpassen 28
beltonen selecteren 28
maken 28
PUK-codes 11
Index
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.78
Q
Quickoffice 57
R
radio 53
luisteren naar 53
RealPlayer
instellingen 55
mediaclips afspelen 54
rekenmachine 56
S
scherm
uiterlijk wijzigen 29
screensaver 29
screensaver met animatie 29
SIM-kaart
plaatsen 14
SMS (short message service) 23
sneltoetsen 19
softwaretoepassingen 58
Symbian-toepassingen 58
T
taaknotities 48
tekstberichten
verzenden 23
tekstinvoer 22
thema's
wisselen 29
tijd en datum 26
tijdzone-instellingen 27
toegangscodes 11
toepassingen 25, 58
toepassingsbeheer 58
toepassingsinstellingen 66
toetsen 13, 30, 40
toetsenbord 22
toetsen vergrendelen 17
U
USB-gegevenskabel 43
V
verbindingsmethoden
Bluetooth 44
vergaderingen
instellen 48
vergadernotities 48
verjaardagnotities 48
verzenden
via Bluetooth 44
videoclips
afspelen 54
voicemail
bellen 22
nummer wijzigen 22
volumeregeling 22
W
weblogs 41
webverbinding 40
weekinstellingen
agenda-alarm 48
wekker 26
agendanotities 48
wereldklok 27
wizard Instellingen 20
Z
Zip manager 57
Index
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 79
65

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nokia 6760 slide bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nokia 6760 slide in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,88 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Nokia 6760 slide

Nokia 6760 slide Gebruiksaanwijzing - English - 70 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info