41
Instellingen
Pers. config.instell. — om handmatig nieuwe persoonlijke accounts voor diverse
diensten toe te voegen en om deze te activeren of te verwijderen. De parameters
verschillen per geselecteerd diensttype.
■ Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt (zoals
het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u
mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer draaien.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en kies daarna een van de volgende
opties:
PIN-codeaanvraag of UPIN-codeaanvraag — om de telefoon in te stellen om naar
de PIN-code of UPIN-code te vragen als de telefoon wordt ingeschakeld. Bij
sommige SIM-kaarten kan het vragen naar deze code niet worden uitgeschakeld.
PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code nodig is als er bepaalde
telefoonfuncties worden gebruikt die met de PIN2-code beveiligd zijn. Bij
sommige SIM-kaarten kan het vragen naar deze code niet worden uitgeschakeld.
Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te beperken
(netwerkdienst). Een blokkeerwachtwoord is vereist.
Vaste nummers — om uitgaande oproepen te beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, als dit door de SIM-kaart ondersteund wordt. Als de functie
Vaste nummers is ingeschakeld, zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bij
het verzenden van tekstberichten via een GPRS-verbinding. In dat geval moeten
het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de berichtencentrale in
de lijst met vaste nummers zijn opgenomen.
Bep. grp gebruikers — om oproepen te beperken tot oproepen naar en van een
bepaalde groep mensen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau — Selecteer Telefoon om de telefoon naar de beveiligingscode
te laten vragen als er een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer Geheugen om de telefoon een beveiligingscode te laten vragen als het
SIM-kaartgeheugen geselecteerd is en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes — om de beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord te wijzigen.
Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief moet zijn.
Autoris.certificaten of Gebr.certificaten — om de lijst met autorisatiecertificaten
of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload.
Zie “Certificaten” op pagina 53.