50
selecteert u SIM-taal. Als u de taal voor de spraakgestuurde nummerkeuze wilt
instellen, selecteert u Taal sprkherkenning. Zie Uitgebreide spraakgestuurde
nummerkeuze op pagina 21 en Spraakopdrachten in Snelkoppelingen op
pagina 43.
Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en beschikbaar telefoongeheugen
weer te geven.
Aut. toets.blokk. — om in te stellen dat de toetsen automatisch moeten worden
geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in
de standby-modus bevindt en er geen telefoonfuncties worden gebruikt. Selecteer
Aan, en stel de tijdsperiode in.
Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet worden
gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de beveiligingscode en in selecteer
Aan.
Welkomsttekst — om de tekst in te voeren die wordt weergegeven als de telefoon
wordt ingeschakeld.
Telefoonupdates — om de software van uw telefoon te updaten als er een update
beschikbaar is.
Netwerkmodus — om de tweevoudige modus (UMTS en GSM) te selecteren. Deze
optie is niet beschikbaar wanneer u aan het bellen bent.
Operatorselectie > Automatisch — om in te stellen dat automatisch één van de
cellulaire netwerken wordt geselecteerd die in uw regio beschikbaar zijn. Als u
Handmatig selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een
registratieovereenkomst met uw eigen serviceprovider heeft.
Automat. Help-tekst — om in te stellen of de telefoon Help-teksten moet
weergeven.
Starttoon > Aan — om in te stellen of een toon wordt afgespeeld wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld.
Offlineverzoek > Aan — telkens als u de telefoon inschakelt, wordt u gevraagd of u
het offlineprofiel wilt gebruiken. Als u dit profiel gebruikt, worden alle
radioverbindingen uitgeschakeld. Dit profiel moet worden gebruikt in gebieden
die gevoelig zijn voor radiosignalen.
Actie bij telef. sluiten — om in te stellen of uw telefoon in de stanby-modus gaat of
alle toepassingen open blijven wanneer de telefoon wordt gesloten.