Instellingen
85
■ Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke
oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, besloten
gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en een van de volgende
opties:
PIN-codeaanvraag — om de telefoon naar de PIN- of UPIN-code te
laten vragen telkens wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Bij
sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN-code niet worden
uitgeschakeld.
Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te
beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u een woord nodig.
Vaste nummers — als u uitgaande oproepen wilt beperken tot
geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt
ondersteund.
Beperkte groep gebruikers — om oproepen te beperken tot oproepen
naar en van een bepaalde groep personen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau > Telefoon — als de beveiligingscode moet worden
gevraagd wanneer er een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt
geplaatst. Als u Geheugen selecteert, wordt de beveiligingscode
gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het
gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes — om de gebruikte PIN-code of UPIN-code in te stellen
of om de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code, de PIN2-code en
het oproepblokkeerwachtwoord te wijzigen.
Code gebruiken — om in te stellen of de PIN-code of de UPIN-code
actief moet zijn.
Autorisatiecertificaten of Gebruikerscertificaten — om de lijst met
autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de
telefoon is gedownload. Zie Certificaten op pagina 121.