104Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u een contact uit de lijst met kanalen wilt toevoegen, maakt u verbinding met de PTT-dienst, selecteert u
Kanaallijst en gaat u naar het gewenste kanaal. Selecteer Leden, ga naar de persoon wiens contactgegevens u
wilt opslaan en selecteer Opties. Als u een nieuw contact wilt toevoegen, selecteert u Opslaan als. Als u een
PTT-adres wilt toevoegen aan een naam in Contacten, selecteert u Toevoegen aan contact.
■ PTT-instellingen
Selecteer Menu > Push to Talk > PTT-instellingen.
1-op-1 oproepen > Aan — om de ontvangst van één-op-één-oproepen toe te staan. Als u één-op-één-
oproepen wel zelf wilt plaatsen, maar niet wilt ontvangen, selecteert u Uit. Het is mogelijk dat uw
serviceprovider bepaalde diensten aanbiedt die deze instellingen negeren. Als u wilt instellen dat u eerst een
beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, selecteert u Melden.
Standrdfunctie PTT-toets — om de volgende functies in te stellen voor de PTT-toets (volume omhoog):
Contactlijst openen, Kanaallijst openen, Contact of groep bellen. Selecteer een contact, een groep of de optie
PTT-kanaal bellen en selecteer een kanaal. Wanneer u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt, wordt
de geselecteerde functie uitgevoerd.
Mijn aanm.status wrgvn — om het verzenden van de aanmeldstatus in of uit te schakelen.
PTT-status bij opstarten > Ja of Eerst vragen — om in te stellen dat automatisch verbinding met de PTT-dienst
wordt gemaakt wanneer u de telefoon inschakelt.
PTT in buitenland — om de PTT-dienst in te schakelen wanneer u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent.
Mijn PTT-adres verzenden > Nee — om uw PTT-adres te verbergen voor kanaaloproepen en één-op-één-
oproepen.
■ Configuratie-instellingen
Mogelijk krijgt u de instellingen voor het maken van een verbinding van uw serviceprovider. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 15. U kunt de instellingen handmatig invoeren. Zie Configuratie op
pagina 78.