65Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Beveiligingsmodule
De beveiligingsmodule alsmede persoonlijke en publieke sleutels voor het werken met de certificaten. Het doel
van de beveiligingsmodule is de beveiligingsdiensten te verbeteren voor toepassingen waarvoor een
browserverbinding nodig is en de mogelijkheid te bieden een digitale handtekening te gebruiken. De
certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen door de serviceprovider.
Selecteer Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Instell. beveili- gingsmodule. Maak uw keuze
uit de volgende opties:
• Selecteer Gegev. beveili- gingsmodule om de titel, de status, de fabrikant en het serienummer van de
beveiligingsmodule weer te geven.
• Selecteer Verzoek PIN voor module om in te stellen dat de module-PIN gevraagd moet worden voor diensten
die door de beveiligingsmodule worden geboden. Voer de code in en selecteer Aan. Als u het verzoek om de
module-PIN wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
• Selecteer PIN voor module wijzigen om de module-PIN te wijzigen als dit door de beveiligingsmodule wordt
toegestaan. Voer de huidige module-PIN in en voer vervolgens tweemaal de nieuwe code in.
• Ondertekenings-PIN wijzigen. Selecteer de ondertekings-PIN die u wilt wijzigen. Toets de huidige PIN-code
in en toets vervolgens tweemaal de nieuwe code in.
Zie ook Toegangscodes, 12.
Certificaten
Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten.
• De telefoon gebruikt een servercertificaat om een beter beveiligde verbinding tot stand te brengen met de
server. De telefoon ontvangt het servercertificaat van de serviceprovider voordat de verbinding tot stand
wordt gebracht. De geldigheid van het certificaat wordt vervolgens gecontroleerd aan de hand van de
autorisatiecertificaten die in de telefoon zijn opgeslagen. Servercertificaten worden niet opgeslagen.
Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is, wordt tijdens een verbinding het
beveiligingspictogram weergegeven.