50Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
• Voorkeurstoegangspunt om een ander toegangspunt te selecteren. Normaal gesproken wordt het
toegangspunt van de standaardnetwerkoperator gebruikt.
• Verb. mt onderst. serviceprovider om de configuratie-instellingen te downloaden van uw serviceprovider.
De instellingen handmatig opgeven
Als u de instellingen handmatig wilt invoeren, bekijken en wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen >
Configuratie-instellingen > Persoonlijke config.instellingen.
U kunt een nieuwe configuratie toevoegen door Nw tvgn of Opties > Voeg nieuwe toe te selecteren. Selecteer
een van de typen toepassingen in de lijst en toets alle benodigde instellingen in. Activeer de instellingen door
Opties > Activeer te kiezen.
Als u de gebruikersinstellingen wilt weergeven of bewerken, gaat u naar de gewenste toepassing en selecteert
u de instelling die u wilt wijzigen.
Beveiligingsinstellingen
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van
oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen.
• Selecteer PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-code niet.
• Selecteer Oproepen blokkeren (netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken.
Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunt u soms wel officiële alarmnummers kiezen.
• Selecteer Vaste nummers als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, als
dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.