Nokia 105 Gebruikershandleiding
U mag batterijen nooit ontmantelen, erin snijden, verbuigen, doorboren of anderszins
beschadigen. Als een batterij lekt, moet u de vloeistof niet in aanraking laten komen met de
huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u onmiddellijk uw huid en ogen met water afspoelen
of medische hulp zoeken. Wijzig de batterij niet, probeer er geen vreemde voorwerpen in
te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze niet onder in water of andere
vloeistoffen. Batterijen kunnen ontploffen als deze beschadigd raken.
Gebruik de batterij en lader alleen voor de doelen waarvoor ze bestemd zijn. Onjuist gebruik of
gebruik van niet-goedgekeurde of incompatibele batterijen of laders kan het risico van brand,
explosie of een ander gevaar met zich meebrengen, en kan de goedkeuring of garantie doen
vervallen. Als u denkt dat de batterij of lader beschadigd is, moet u deze ter inspectie naar
een servicepunt of de leverancier van uw telefoon brengen voordat u deze opnieuw gebruikt.
Gebruik nooit een beschadigde batterij of lader. Gebruik de lader alleen binnenshuis. Laad uw
apparaat niet op tijdens een onweersbui.
KLEINE KINDEREN
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd
ze buiten het bereik van kleine kinderen.
MEDISCHE APPARATUUR
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren
van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts
of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het voldoende is beschermd
tegen externe radiofrequentie-energie.
GEÏMPLANTEERDE MEDISCHE APPARATEN
Om mogelijke storing te voorkomen, raden fabrikanten van geïmplanteerde medische
apparatuur aan om altijd een afstand van minimaal 15,3 centimeter aan te houden tussen het
draadloze apparaat en de medische apparatuur. Personen met dergelijke apparaten moeten
met het volgende rekening houden:
• Houd het draadloze apparaat altijd op
meer dan 15,3 centimeter afstand van het
medische apparaat.
• Draag het draadloze apparaat niet in een
borstzak.
• Houd het draadloze apparaat tegen het
oor aan de andere kant van het lichaam
dan de kant waar het medische apparaat
zit.
• Schakel het draadloze apparaat uit als er
enige reden is om te vermoeden dat er een
storing plaatsvindt.
• Volg de instructies van de fabrikant van
het geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd
medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
© 2019 HMD Global Oy. Alle rechten voorbehouden. 33