namen niet meer dan 11 tekens lang zijn (8 voor de naam en 3 voor de
extensie). In de meeste gevallen is ISO-niveau 2 het beste; als u weet dat
de CD ook op een Windows 3.1-systeem gelezen moet kunnen worden,
dient u echter niveau 1 te selecteren.
7. Op het tabblad Label kunt u de CD een naam geven en de standaardnaam
'Nieuw' overschrijven. U kunt de letters A-Z, de cijfers 0-9 en het
onderstrepingsteken (_) gebruiken; letters met accenten en spaties worden
niet ondersteund.
8. Op het tabblad Data kunt u de datum van de compilatie en van de
bestanden van de compilatie opgeven. Standaard worden de huidige datum
en tijd voor de compilatie ingevoerd, evenals de datums waarop de
bestanden zijn gemaakt.
9. Gebruik het tabblad Diversen om op te geven welke bestanden in de cache
worden gebufferd. Kleine bestanden op trage media (diskettes en
netwerkstations) worden standaard naar de cache verplaatst. U kunt de
locatie van de cache op het tabblad
Cache onder de optie Voorkeuren in
het menu Bestand opgeven.
10. Zodra u de instellingen hebt geselecteerd, klikt u op de knop Nieuw aan de
rechterkant. Het lege compilatievenster voor de Video CD wordt nu
weergegeven. Het grote venster is bestemd voor de afbeeldingen en het
kleine venster voor andere bestandstypen. Dit kunnen bijvoorbeeld
tekstbestanden of zelfs een softwarespeler voor de pc zijn. Als er nog geen
bestandsbrowser is geopend, kunt u een bestandsbrowser openen door
Nieuwe bestandsbrowser in het menu Beeld te selecteren of op het
corresponderende pictogram 'Bestandsbrowser' te klikken. Als u wilt
opgeven dat Nero moet worden gestart met een geopende
bestandsbrowser, schakelt u ‘Bestandsbrowser starten’ in de sectie
‘Algemeen’ van het tabblad
Bestandsbrowser in (Bestand -> Voorkeuren).
11. Compileer de bestanden voor de foto-CD door middel van Slepen en
neerzetten door simpelweg te klikken op de gewenste bestanden in de
Bestandsbrowser en deze naar het gewenste compilatievenster te slepen.
Als u met de rechtermuisknop klikt, wordt er een contextafhankelijk menu
weergegeven, vanwaaruit u selectief bepaalde bestandstypen kunt
toevoegen of weglaten. Daarnaast is er een aantal opdrachten beschikbaar
die ook in Windows Verkenner voorkomen, zoals 'Kopiëren', 'Openen‘ en
'Knippen'.
Als u dubbelklikt op een afbeeldingsbestand, wordt het dialoogvenster
'MPEG-trackinfo' geopend.
Tabblad 'Eigenschappen'
Op dit tabblad wordt elementaire informatie over de geselecteerde
afbeelding weergegeven. U kunt ook de lengte van de pauze na de
afbeelding opgeven. Klik op OK om uw keuze te bevestigen en het
dialoogvenster te sluiten.
Opmerking: als u meerdere afbeeldingsbestanden hebt gemarkeerd, wordt
het dialoogvenster ‘Video-eigenschappen’ geopend. Hierin wordt informatie
over de gemarkeerde afbeeldingen weergegeven. U kunt ook de pauze
voor alle afbeeldingsbestanden opgeven. Klik op OK om uw keuze te
bevestigen en het dialoogvenster te sluiten.
12. Klik op de knop CD schrijven of selecteer de opdracht CD schrijven in het
menu Bestand om het schrijfdialoogvenster te openen. Deze optie is alleen
beschikbaar als het compilatievenster is geselecteerd, zoals blijkt uit het feit