616550
83
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/90
Pagina verder
Nero BackItUp Handleiding
Nero AG
Informatie over auteursrecht en handelsmerken
De volledige handleiding van Nero BackItUp is auteursrechtelijk beschermd en is eigendom
van Nero AG. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding bevat materiaal dat door
internationaal geldend auteursrecht wordt beschermd. Deze handleiding mag niet geheel of
gedeeltelijk worden gereproduceerd, overgedragen of gekopieerd zonder de uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Nero AG.
Nero AG wijst elke aansprakelijkheid af die niet onder de garantiebepalingen valt. Nero AG
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud van de handleiding van
Nero BackItUp. De inhoud van de geleverde software en van de handleiding van Nero
BackItUp kan zonder waarschuwing vooraf worden gewijzigd.
Alle merknamen en handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
De hier genoemde handelsmerken worden slechts ter informatie vermeld.
Copyright © 2007, Nero AG, Karlsbad, Duitsland.
REV 1.0, SW 2.7.3.0
Inhoudsopgave
Pagina 3
Inhoudsopgave
1 Algemene informatie 6
1.1 Informatie over de handleiding 6
1.2 Informatie over Nero BackItUp 6
1.3 Versies van Nero BackItUp 7
2 Technische informatie 9
2.1 Systeemvereisten 9
2.2 Ondersteunde schijfindelingen 9
2.3 Ondersteunde bestandssystemen 10
2.4 Ondersteunde bronmedia 10
3 Het programma starten 11
3.1 Nero BackItUp via Nero StartSmart starten 11
3.2 Nero BackItUp rechtstreeks starten 11
4 De programma-interface van Nero BackItUp 12
4.1 Menubalk 12
4.2 Werkbalken 13
4.3 Menupictogrammen 14
5 Het venster Opties 15
5.1 Het tabblad Algemeen 16
5.2 Het tabblad Back-up 17
5.3 Het tabblad Taak 18
5.4 Het tabblad Terugzetten 19
5.5 Het tabblad Meldingen per e-mail 19
5.5.1 Gebeurtenissen en meldingen per e-mail 20
5.6 Het tabblad FTP 20
5.7 Het tabblad Expertfuncties 21
6 Back-ups van bestanden maken 23
6.1 Basisstappen 23
6.2 Bestanden selecteren 23
6.2.1 Bestanden selecteren in het venster Bestandsback-up 23
6.2.2 Bestanden selecteren met de wizard Back-up 25
6.3 Een bestandsback-up bijwerken 27
Inhoudsopgave
Pagina 4
6.3.1 Soorten back-ups 29
7 Een back-up van een station maken 32
7.1 Basisstappen 32
7.2 Stations selecteren 32
8 De back-up starten 34
8.1 Een back-up naar een schijf branden of op een harde schijf opslaan 34
8.2 De back-up naar een FTP-server uploaden 37
8.3 De back-up als een imagebestand opslaan 38
8.4 Het venster Instellingen back-up 42
8.5 Het venster De wizard Back-up voltooien 44
9 Taken 46
9.1 Taken configureren 46
9.1.1 Het venster Taakinformatie 48
9.2 Taken aanpassen 49
9.3 Taken uitvoeren 51
10 Back-ups verifiëren 52
11 Back-ups terugzetten 54
11.1 Het venster Terugzetten 54
11.2 Een bestandsback-up terugzetten 55
11.3 Een stationsback-up terugzetten 58
11.4 Het terugzetten starten 60
12 Filters 63
12.1 Standaardfilters 63
12.2 Filters maken 63
12.3 Filters selecteren en combineren 65
13 Bestanden zoeken 67
14 Nero BackItUp ImageTool 69
14.1 Een opstartbare schijf maken 69
14.2 Nero BackItUp ImageTool starten 70
14.3 Programma-interface 71
14.3.1 Het venster Opties 72
14.4 Het venster Bestand of Map 73
14.5 Stationsback-up 74
14.5.1 Een station selecteren 74
14.5.2 De back-up naar een schijf branden of op de harde schijf opslaan 74
14.5.3 Een back-up naar een FTP-server uploaden 76
Inhoudsopgave
Pagina 5
14.5.4 Een back-up opslaan als een imagebestand 77
14.6 Een stationsback-up verifiëren 78
14.7 Een stationsback-up terugzetten 79
14.8 Nero BackItUp ImageTool afsluiten 81
15 Overige handelingen 82
15.1 De virusscanner bijwerken 82
15.2 Een herbeschrijfbare schijf wissen 82
16 Lijst met afbeeldingen 84
17 Index 85
18 Appendix: Nero BackItUp bestandsextensies 89
19 Contact opnemen 90
Algemene informatie
Pagina 6
1 Algemene informatie
1.1 Informatie over de handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle gebruikers die willen leren werken met Nero
BackItUp. In deze handleiding staat het uitvoeren van taken centraal; dat wil zeggen dat
door middel van stapsgewijze oefeningen wordt uitgelegd hoe u een bepaald doel kunt
bereiken.
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt:
Pictogram Betekenis
Dit zijn waarschuwingen, voorwaarden of instructies die strikt
moeten worden opgevolgd.
Geeft aanvullende informatie of een advies aan.
1. Start …
Een cijfer aan het begin van een regel geeft aan dat er een
handeling moet worden uitgevoerd.
Æ
Geeft een tussentijds resultaat aan.
Î
Geeft een resultaat aan.
OK
Geeft tekst of knoppen aan die in de gebruikersinterface
voorkomen. Deze worden vet weergegeven.
Hoofdstuk
Dit zijn verwijzingen naar andere hoofdstukken. Dit zijn
koppelingen en die worden onderstreept en met rode tekst
weergegeven.
[] Dit zijn sneltoetsen voor het invoeren van opdrachten.
1.2 Informatie over Nero BackItUp
Nero BackItUp is een programma voor het maken en terugzetten van back-ups. Met Nero
BackItUp kunt u back-ups maken van bestanden (bestandback-up) en van programma's of
besturingssystemen (stationsback-up).
Met de functie Schaduwkopie kunt u een back-up maken van een geopend bestand terwijl u
gewoon aan het bestand doorwerkt. U kunt uw back-ups naar een schijf branden of op een
harde schijf of een FTP-server opslaan. U kunt uw back-ups ook als imagebestand opslaan.
Met Nero BackItUp kunt u op elk gewenst moment controleren of het maken van de back-up
is voltooid en of de back-up is gelukt.
Met Nero BackItUp kunt u periodieke back-uptaken instellen die automatisch worden
uitgevoerd. Met Nero BackItUp kunt u opstartbare schijven maken en, als dat nodig is, een
back-up van het systeem terugzetten.
Algemene informatie
Pagina 7
1.3 Versies van Nero BackItUp
Nero BackItUp is in twee versies leverbaar:
Nero BackItUp en Nero BackItUp Essentials.
Nero BackItUp beschikt over alle functies die in deze handleiding worden beschreven.
Nero BackItUp Essentials bevat niet alle functies. De programma-interface van bestaat uit
een wizard waarmee u de verschillende taken op een eenvoudige manier kunt uitvoeren.
Fig. 1: De programma-interface van Nero Back¬It¬Up Essentials
Met Nero BackItUp Essentials kunt u de volgende taken uitvoeren:
Een bestandsback-up maken en bijwerken
Een stationsback-up maken
Een back-up terugzetten
Taken maken en beheren
Als u op de knop Meer klikt, opent u het vensterdeel met extra opties. Dit vensterdeel bevat
de volgende opties:
Configureren
Hiermee opent u het venster Opties (zie
Het venster Opties) waarin
u de instellingen voor Nero BackItUp kunt opgeven.
Schijf wissen
Hiermee wist u een herbeschrijfbare schijf.
Schijfinfo
Hier wordt informatie over de geplaatste schijf weergegeven, zoals
de aanwezige sessies, de inhoud (indien aanwezig) en de capaciteit.
Algemene informatie
Pagina 8
Cover
Designer
Hiermee start u Nero CoverDesigner waarmee u labels en hoesjes
kunt maken. Informatie over de huidige back-up, zoals het aantal
bestanden en de namen van de bestanden, wordt in de
documentgegevens opgenomen.
Opstartbare
schijf maken
Hiermee maakt u een opstartbare schijf (zie
Een opstartbare schijf
maken
).
In vergelijking met de volledige versie ontbreken de volgende functies in Nero BackItUp
Essentials:
Bestandsback-up
Back-up van Windows® Verkenner via het snelmenu van de shell
Bestanden selecteren door slepen en neerzetten
Schaduwkopie
FTP-ondersteuning
De computer automatisch afsluiten nadat het maken van de back-up is voltooid
Back-ups maken van toegangsrechten (van gegevensmedia die in de indeling NTFS zijn
geformatteerd)
Bestanden zoeken
Geselecteerde bestandsweergave
Stationsback-up
Stationsback-up in Nero ImageTool
FTP-ondersteuning
Terugzetten
Een back-up van de toegangsrechten terugzetten (naar gegevensmedia die in de indeling NTFS
zijn geformatteerd)
Automatisch aanpassen aan de stationsgrootte
Bestanden weergeven in een navigatiestructuur
Terugzetten naar de geselecteerde locatie
Taken
Een back-up maken als u zich op de computer aanmeldt
Een waarschuwing weergeven als er onvoldoende ruimte op de schijf beschikbaar is
Algemene functies
Back-ups verifiëren
Kalender
Overige filters
De meeste recente filterinstellingen toepassen
Bestanden aan een incrementele back-up toevoegen
Profielen opslaan
Ondersteuning voor scripts
Codering
Compressieniveaus instellen
Tijdverschillen negeren bij het vergelijken van bestanden
Meldingen per e-mail
Virusscanner
Geluiden afspelen om bepaalde gebeurtenissen aan te geven
De archiefbits herstellen nadat de back-up is gemaakt
Technische informatie
Pagina 9
2 Technische informatie
2.1 Systeemvereisten
Nero BackItUp wordt geïnstalleerd als u de Nero-suite installeert en de systeemvereisten zijn
identiek aan die van de Nero-suite. Raadpleeg de startersgids van Nero voor meer
informatie over de systeemvereisten.
Optioneel:
Cd- en/of dvd/dvd-ram-recorder
Een LightScribe®-recorder (de LightScribe®-software moet zijn geïnstalleerd) en een
LightScribe®-schijf
Een LabelFlash™-recorder en een LabelFlash™-schijf
Een Blu-ray-recorder en een Blu-ray-schijf
HD-dvd-recorder en HD-dvd
Installatie van de nieuwste WHQL-gecertificeerde apparaatstuurprogramma's wordt
aanbevolen. WHQL is de afkorting van Windows Hardware Quality Labs; een
stuurprogramma dat door Microsoft® is gecertificeerd en dat compatibel is met Microsoft®
Windows® en de bijbehorende hardware.
2.2 Ondersteunde schijfindelingen
Nero BackItUp ondersteunt de volgende schijfindelingen:
Een back-up
naar een schijf branden
Een opstartare schijf
maken
Een herbeschrijfbare
schijf wissen
Cd
Dvd
HD-dvd
Blu-ray-schijf
Cd
Dvd (behalve dvr-r DL)
Cd-rw
Dvd+/rw
Dvd-ram
De schijftypen die daadwerkelijk worden ondersteund zijn afhankelijk van de recorder die u
gebruikt.
Met Nero Image Recorder, een programma dat tegelijk met Nero BackItUp wordt
geïnstalleerd, kunt u altijd een imagebestand maken, ook als er geen recorder op uw
computer is aangesloten.
Het is technisch onmogelijk om een opstartbare HD-dvd of Blu-ray-schijf te maken omdat
deze schijven het bestandssysteem UDF gebruiken.
Technische informatie
Pagina 10
2.3 Ondersteunde bestandssystemen
Nero BackItUp ondersteunt de volgende bestandssystemen:
Voor het maken en terugzetten van back-ups
Het maken en terugzetten van
bestandsback-ups
Het maken en terugzetten van
stationsback-ups
FAT16
FAT32
NTFS
FAT16
FAT32
NTFS
ext2/3
ext4
ReiserFS
XFS
JFS
Verbindingspunten worden ondersteund vanaf NTFS versie 5.
Voor het opslaan van stationsback-ups en imagebestanden op een harde schijf
Met Nero BackItUp Met Nero BackItUp ImageTool
FAT16
FAT32
NTFS
FAT16
FAT32
ext2/3
ext4
ReiserFS
XFS
JFS
2.4 Ondersteunde bronmedia
Voor het maken van back-ups worden de volgende bronmedia in principe ondersteund:
Schijf (zie Ondersteunde schijfindelingen)
Interne harde schijf
Externe harde schijf
Harde schijf met USB-aansluiting
Harde schijf met FireWire
®
-aansluiting
Netwerkstation (LAN)
Verwisselbare media
FTP-server (als u een FTP-server bij de opties hebt opgegeven (zie Het tabblad FTP))
Imagebestand (als u het selectievakje Image Recorder als doel inschakelen bij de
opties hebt aangevinkt (zie
Het tabblad Algemeen))
Het programma starten
Pagina 11
3 Het programma starten
3.1 Nero BackItUp via Nero StartSmart starten
Ga als volgt te werk als u Nero BackItUp via Nero StartSmart wilt starten:
1. Klik op het pictogram Nero StartSmart.
Æ Het venster van Nero StartSmart wordt weergegeven.
2. Klik op de knop met de pijl in de linkerrand van het venster.
Æ Daarop wordt het vensterdeel met extra opties geopend.
Fig. 2: Nero StartSmart
3. Selecteer Nero BackItUp in de lijst Toepassingen.
Æ Het venster van Nero BackItUp wordt geopend.
Î U hebt Nero BackItUp via Nero StartSmart gestart.
3.2 Nero BackItUp rechtstreeks starten
Ga als volgt te werk als u Nero BackItUp rechtstreeks wilt starten:
1. Klik in het menu Start van Windows XP op Start > Alle programma's > Nero 7 (Premium)
> data > Nero BackItUp. Als u het klassieke menu Start gebruikt, klikt u op Start >
Programma's > Nero 7 (Premium) > Data > Nero BackItUp.
Æ Het venster van Nero BackItUp wordt geopend.
Î U hebt Nero BackItUp gestart.
De programma-interface van Nero BackItUp
Pagina 12
4 De programma-interface van Nero BackItUp
De programma-interface van Nero BackItUp is het startpunt voor alle handelingen die u met
Nero BackItUp uitvoert. De programma-interface bestaat uit een menubalk, werkbalken, de
lijst met opties en een scherm waarvan de inhoud varieert (afhankelijk van het
menupictogram dat u in de lijst met opties hebt geselecteerd).
Fig. 3: Programma-interface - Startpagina
4.1 Menubalk
De menubalk bevat de volgende menu's:
Bestand
Hiermee opent u het menu Bestand met bestands-gerelateerde
functies zoals Openen, Afdrukken (alleen vanuit het scherm
Terugzetten) en Sluiten. U kunt vanuit dit menu ook opties instellen,
importeren en exporteren en Nero CoverDesigner starten.
Bewerken
Hiermee opent u het menu Bewerken met opties zoals Selecteren,
Selectie opheffen, Verwijderen en Eigenschappen weergeven.
Vanuit dit menu kunt u ook naar bestanden zoeken.
Beeld
Hiermee opent u het menu Beeld waarmee u de werkbalken kunt
weergeven en andere schermen kunt openen.
Extra
Hiermee opent u het menu Extra waarmee u de wizards kunt
starten. Vanuit dit menu kunt u ook informatie weergeven over de
geplaatste schijf, een herbeschrijfbare schijf wissen en een
opstartbare schijf maken.
Help
Hiermee opent u het menu Help. Vanuit dit menu kunt u ook de
virusscanner updaten en een nieuw serienummer opgeven als dat
nodig is.
De programma-interface van Nero BackItUp
Pagina 13
4.2 Werkbalken
De werkbalken bevatten de volgende pictogrammen en opties:
Werkbalk Extra
Nieuw
venster
Hiermee opent u de lijst met menupictogrammen die ook beschikbaar zijn
in de programma-interface. Als u op een van deze pictogrammen klikt,
wordt het bijbehorende venster geopend.
Wizards
Hiermee opent u de lijst met de menupictogrammen Bestandsback-up,
Stationsback-up, Terugzetten, Taken en Verifiëren. Als u op een van
deze pictogrammen klikt, wordt de bijbehorende wizard geopend.
Werkbalk Standaard
In de Startpagina en de wizards: selecteert een bestaande back-up als
u die wilt terugzetten, verifiëren of als u een taak wilt maken voor deze
back-up. Bestandback-ups kunnen ook worden bijgewerkt.
In het venster Bestandsback-up: selecteert een bestaande
bestandsback-up en opent het venster Samenvatting van back-up,
waarin u kunt zien of er wijzigingen in de back-up zijn aangebracht nadat
de back-up is gemaakt en, als dat zo is, welke wijzigingen dat zijn.
In het venster Stationsback-up: selecteert een bestaande stationsback-
up en geeft de inhoud van de back-up weer.
In het venster Terugzetten: selecteert een bestaande back-up en geeft
de inhoud van de back-up weer.
Verwijdert de geselecteerde back-up of taak uit de lijst met back-ups of
taken.
Deze knop is beschikbaar in de vensters Startpagina, Herstellen en
Taak.
Hiermee start u Nero CoverDesigner waarmee u labels en hoesjes kunt
maken. Informatie over de huidige back-up, zoals het aantal bestanden
en de namen van de bestanden, wordt in de documentgegevens
opgenomen.
Nero CoverDesigner is een toepassing die deel uitmaakt van de Nero 7-
suite en die automatisch wordt geïnstalleerd als u de Nero-suite
installeert. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van Nero
CoverDesigner..
Geeft informatie weer over de geplaatste schijf, zoals de sessies, de
inhoud (indien aanwezig) en de capaciteit.
Hiermee opent u het venster Bestand zoeken waarmee u naar
bestanden op uw computer kunt zoeken.
Deze knop is beschikbaar in de vensters Bestandsback-up en
Terugzetten.
Hiermee kunt u de gegevens van stations en aangesloten apparaten
bijwerken.
Deze knop is beschikbaar in het venster Stationsback-up.
De werkbalk Help
Hiermee opent u het venster Info Nero BackItUp waarin onder meer het
versienummer wordt weergegeven.
De programma-interface van Nero BackItUp
Pagina 14
De werkbalk Back-up
Weergave
Hiermee kunt u bepalen hoe de bestanden worden weergegeven.
Deze lijst is beschikbaar in de vensters Bestandsback-up en
Terugzetten.
Profiel
Hier selecteert u een profiel en daarbij de filters en instellingen die aan
dat profiel zijn toegewezen (zie
Het tabblad Back-up).
Deze lijst is beschikbaar in het venster Bestandsback-up.
De werkbalk Adres
Adres
Hier kunt u de startmap selecteren voor de weergave van de
mappen/bestanden in het venster Bestandsback-up.
Deze werkbalk is beschikbaar in het venster Bestandsback-up.
4.3 Menupictogrammen
In de lijst Opties zijn de volgende menupictogrammen beschikbaar:
Startpagina
Hiermee opent u de Startpagina waarin een overzicht wordt
weergegeven van de meest recente back-ups en de geplande
taken. De volgende pictogrammen zijn beschikbaar:
- Uitgevoerde back-up
- Uitgevoerde taak
- Geplande taak
- Uitgeschakelde taak
Wizards
Hiermee opent u het venster Wizards van waaruit u de wizards
kunt starten.
Bestandsback-up
Hiermee opent u het venster Bestandsback-up. In dit venster
kunt u de bestanden selecteren voor de back-up en de
bestandsback-up starten.
Stationsback-up
Hiermee opent u het venster Stationsback-up. In dit venster
kunt u de stations selecteren waarvan u een back-up wilt
maken en de back-up starten.
Terugzetten
Hiermee opent u het venster Terugzetten waarin u de back-up
kunt selecteren die u terug wilt zetten.
Taken
Hiermee opent u het venster Taken waarin een overzicht wordt
weergegeven van de geplande taken en waarin u taken kunt
toevoegen.
Kalender
Hiermee opent u het venster Kalender, waarin een overzicht
wordt weergegeven van de geplande en uitgevoerde taken en
van de back-ups die zijn teruggezet. In dit venster kunt u ook
taken toevoegen en het terugzetten van back-ups starten.
De namen van de taken worden in verschillende kleuren
weergegeven. De kleuren hebben de volgende betekenis:
Groen - Voltooide taak
Rood - Mislukte taak
Blauw - Geplande taak
Grijs - Uitgeschakelde taak
Het venster Opties
Pagina 15
5 Het venster Opties
In het venster Opties kunt u de gewenste opties opgeven voor Nero BackItUp. Kies
Bestand > Opties om dit venster te openen.
Fig. 4: Het venster Opties
Het venster Opties bevat de volgende tabs:
Tabblad Beschrijving
Algemeen
Hier kunt u algemene opties opgeven voor het gebruik van
Nero BackItUp (zie
Het tabblad Algemeen).
Back-up
Hier kunt u opties opgeven voor de back-ups, zoals het
selecteren van een profiel en filters (zie
Het tabblad Back-
up).
Taak
Hier kunt u opties opgeven voor het uitvoeren van taken (zie
Het tabblad Taak).
Terugzetten
Hier kunt u opties opgeven voor het terugzetten van
bestanden. U kunt hier bijvoorbeeld de procedure opgeven
voor het terugzetten van een bestand dat al op de computer
aanwezig is (zie
Het tabblad Terugzetten).
Logbestand
Hier kunt u opties opgeven voor het logbestand. Hier kunt u
de informatie opgeven die in het logbestand moet worden
opgenomen en de locatie van het bestand.
Bestandsfilters
Hier kunt u filters maken, wijzigen of verwijderen.
Het venster Opties
Pagina 16
Meldingen per e-mail
Hier kunt u e-mailmeldingen instellen voor diverse
gebeurtenissen (zie
Het tabblad Meldingen per e-mail).
FTP
Hier kunt u een FTP-server configureren (zie
Het tabblad
FTP
).
Cache
Hier kunt u opties voor de cache opgeven. Hier kunt opgeven
waar de cache van de bestanden moet worden opgeslagen.
Daarnaast kunt u de back-updatabase activeren en een pad
voor de database opgeven.
Expertfuncties
Hier kunt u de geavanceerde instellingen voor Nero BackItUp
opgeven (zie
Het tabblad Expertfuncties).
Wij raden u aan de standaardinstellingen alleen te wijzigen
als u veel ervaring hebt met het maken en terugzetten van
back-ups en het branden van schijven.
Geluiden
Hier kunt u de geluiden opgeven die voor specifieke
gebeurtenissen moeten worden afgespeeld.
In de back-updatabase worden de naam en de aanmaakdatum van de back-up en de
naam, de grootte en het pad van alle bestanden die in de back-up zijn opgenomen
opgeslagen. De back-updatabase wordt onder meer gebruikt om tijdens het terugzetten
naar bepaalde bestanden te zoeken (met de knop
).
5.1 Het tabblad Algemeen
Op het tabblad Algemeen kunt u algemene opties voor Nero BackItUp opgeven. De
volgende opties zijn beschikbaar:
Image Recorder als
bestemming
inschakelen
Hiermee activeert u de image-recorder als bestemming
voor de back-up.
Knopinfo weergeven
Hiermee activeert u de weergave van de knopinfo. Deze
wordt weergegeven als u de cursor op een element in het
venster plaatst.
Nero BackItUpNero
BackItUp
inschakelen in
snelmenu van de
shell
Hiermee activeert u het opstarten van Nero BackItUp via
het snelmenu van de shell. Het snelmenu van de shell
wordt geopend als u met de rechtermuisknop op een
Windows®-map klikt.
Maximaal mogelijke
snelheid gebruiken
bij branden van
schijf
Hiermee worden de schijven met de hoogst mogelijke
snelheid gebrand.
Tijdverschil negeren
bij vergelijken van
bestanden
Als u deze optie inschakelt, wordt een eventueel tijdverschil
in de bestandseigenschappen genegeerd bij het verifiëren
van de bestanden nadat de back-up is gemaakt. (Zo'n
tijdsverschil kan zich bijvoorbeeld voordoen als het bestand
erg groot is en het maken van de back-up met Nero
BackItUp enige tijd in beslag neemt.) In het tekstvak kunt u
het tijdsverschil (in seconden) opgeven waarmee wordt
aangegeven dat het om hetzelfde bestand gaat.
Het venster Opties
Pagina 17
Vervolgkeuzelijst
Hier kunt u aangeven of de computer al dan niet moet
worden afgesloten en wanneer dat moet gebeuren.
Alle berichtvensters
weergeven
Hiermee kunt u de berichtvensters weergeven die u eerder
hebt uitgeschakeld.
Schuifbalk Prioriteits-
thread
Hier kunt u de prioriteit opgeven voor Nero BackItUp ten
opzichte van andere activiteiten van de computer. Als u hier
de optie Niet actief selecteert, worden de processen van
Nero BackItUp pas gestart als er op de computer geen
andere processen worden uitgevoerd.
Opmerkingen
Hier kunt u eventuele opmerkingen invoeren.
De recorder die u gebruikt bepaalt welk type schijf (cd, dvd, HD-dvd en/of Blu-ray-schijf)
kan worden gebrand.
Met Nero Image Recorder, een programma dat tegelijk met Nero BackItUp wordt
geïnstalleerd, kunt u altijd een imagebestand maken, ook als er geen recorder op uw
computer is aangesloten. Met Nero Image Recorder kunt u ook een image maken van een
schijftype dat niet door de geïnstalleerde recorder wordt ondersteund. U kunt bijvoorbeeld
een dvd-image maken op een computer waarin geen dvd-recorder is geïnstalleerd.
5.2 Het tabblad Back-up
Op het tabbald Back-up kunt u opties voor de back-ups opgeven. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Het gebied Back-upprofiel selecteren
Standaardprofiel
Hier kunt u een profiel als het standaardprofiel voor uw
back-ups selecteren. Een profiel bestaat uit een aantal
filters en instellingen die u in de gebieden Opties en
Geavanceerde opties kunt opgeven.
Opslaan
Hiermee slaat u een gewijzigd profiel op onder een andere
naam.
Deze knop is alleen beschikbaar als u de instellingen in het
gebied Opties of Geavanceerde opties hebt gewijzigd.
Verwijderen
Hiermee verwijdert u het geselecteerde profiel.
U kunt het standaardprofiel niet verwijderen.
Het gebied Opties
Controleren op
virussen vóór back-up
Hiermee worden de bestanden op eventuele virussen
gecontroleerd voordat de back-up wordt uitgevoerd.
Back-up coderen
Hiermee kunt u de back-up coderen; u moet hiervoor wel
een wachtwoord instellen.
Gegevens controleren
na back-up
Hiermee wordt gecontroleerd of de gegevens compleet en
leesbaar zijn nadat de back-up is gemaakt.
Gegevens
comprimeren vóór
back-up
Hiermee worden de gegevens gecomprimeerd voordat de
back-up wordt gemaakt.
Compressie-
instellingen
Hiermee bepaalt u het compressieniveau.
Het gebied Geavanceerde opties
Bestandsfilters
Hier worden de filters weergegeven van het profiel dat u in
Het venster Opties
Pagina 18
de vervolgkeuzelijst Standaadrprofiel hebt geselecteerd.
Toevoegen/verwijderen
Hiermee opent u het venster Bestandsfilters selecteren
waarin u profielen aan een filter kunt toevoegen of uit een
filter kunt verwijderen (zie
Filters selecteren en
combineren
).
Geen back-up maken
van lege mappen
Als u deze optie selecteert, worden er geen lege mappen
in de back-up opgenomen,
Nieuwe bestanden
toevoegen aan
incrementele of
differentiële back-up
Als u deze optie selecteert, worden er nieuwe bestanden
aan de back-up toegevoegd als u het back-uptype
Incrementeel of Differentieel selecteert.
Back-up in oude
indeling maken
Hiermee wordt er een back-up in de oude indeling Nero
BackItUp 1.0 gemaakt en wordt het selectievakje Gebruik
8.3 bestandsnamen voor back-up ingeschakeld.
Gebruik 8.3
bestandsnamen voor
back-up
HIermee wordt de back-up in een DOS-compatibele
indeling opgeslagen.
5.3 Het tabblad Taak
Op het tabblad Taak zijn de volgende opties voor het uitvoeren van taken beschikbaar:
Pictogram Nero
BackItUp Scheduler
in systeemvak
weergeven
Hiermee wordt het pictogram van Nero BackItUp Scheduler
in het systeemvak weergegeven.
Waarschuwing
weergeven vóór
schrijven naar schijf
Voordat de taak wordt uitgevoerd, wordt er een
dialoogvenster met een bericht weergegeven en het
branden wordt pas gestart nadat u het bericht hebt
bevestigd.
Altijd bijgewerkte
instellingen uit
voorkeuren
gebruiken
Voor het uitvoeren van een taak worden altijd de laatst
gekozen opties gebruikt.
Als u dit selectievakje niet hebt aangevinkt, worden de
instellingen gebruikt die bij de configuratie zijn opgegeven.
Waarschuwing
weergeven als op
doelstation minder
ruimte beschikbaar
is dan
Er wordt een waarschuwing weergegeven als er op het
doelstation onvoldoende ruimte beschikbaar is voor de
back-up. In het tekstvak kunt u de minimale
opslagcapaciteit opgeven die beschikbaar moet zijn.
Laatste versies van
dezelfde volledige
back-up bewaren op
harde schijf
Hier kunt u het aantal volledige back-ups opgeven dat op
de harde schijf moet worden opgeslagen.
Het venster Opties
Pagina 19
5.4 Het tabblad Terugzetten
Op het tabblad Terugzetten kunt u opgeven wat er moet gebeuren als u een bestand wilt
terugzetten dat al op de computer aanwezig is. De volgende opties zijn beschikbaar:
Vervang het bestand
op mijn computer
niet
Het bestand in de back-up wordt niet teruggezet; het
bestand dat al op de computer staat blijft ongewijzigd.
Lokaal bestand
vervangen door
bestand in de back-
up als lokaal bestand
ouder is
Het bestand op de computer wordt alleen vervangen door
het bestand in de back-up als het bestand in de back-up
nieuwer is dan het bestand dat al op de computer staat.
Het gebruik van deze optie is aan te bevelen.
Altijd het bestand op
mijn computer
vervangen
Het bestand in de back-up wordt altijd teruggezet; het
bestand dat al op de computer staat wordt overschreven.
Doelmap verwijderen
vóór terugzetten
De doelmap wordt vóór het terugzetten van de back-up
verwijderd en vervolgens wordt de back-up teruggezet.
Vragen bij elk
bestand
Voor ieder twijfelachtig bestand wordt een dialoogvenster
geopend. Vervolgens kunt u aangeven of het bestaande
bestand door het bestand in de back-up moet worden
vervangen of niet.
Back-ups aanmaken
(*.bak) vóór
overschrijven
bestanden
Er wordt een back-up met de extensie .dat gemaakt van de
bestanden die al op de computer staan voordat deze
worden overschreven.
5.5 Het tabblad Meldingen per e-mail
Op het tabblad Meldingen per e-mail kunt u e-mailmeldingen voor diverse gebeurtenissen
opgeven. De volgende opties zijn beschikbaar:
Meldingen per e-mail
inschakelen
Hiermee activeert u het verzenden van meldingen per e-
mail.
E-mailinstellingen
Hier kunt u instellingen opgeven voor meldingen per e-mail,
zoals de naam van de server en de afzender.
Toevoegen
Hier kunt u opgeven wanneer en aan wie e-mailmeldingen
moeten worden verzonden. Hier kunt u tevens de
gebeurtenissen opgeven die een e-mailmelding
veroorzaken (zie
Gebeurtenissen en meldingen per e-mail).
Bewerken
Hiermee kunt u het geselecteerde item bewerken.
Verwijderen
Hiermee wordt het geselecteerde item verwijderd.
Het venster Opties
Pagina 20
5.5.1 Gebeurtenissen en meldingen per e-mail
U kunt voor bepaalde gebeurtenissen automatische meldingen per e-mail opgeven. Op het
tabblad Meldingen per e-mail van het venster Opties (Bestand > Opties) kunt u
gebeurtenissen toevoegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Back-upproces volledig gelukt.
Het maken van de back-up is voltooid. Sommige bestanden konden niet in de back-up
worden opgenomen.
Back-up is voltooid maar controle van gegevens is mislukt.
Het maken van de back-up is voltooid, maar sommige bestanden zijn tussen het maken
van de back-up en de verificatie gewijzigd. Dit kan gebeuren als de geselecteerde
partitie/harde schijf niet was vergrendeld voordat u de back-up ging maken.
Back-upproces mislukt.
Terugzetten voltooid.
Het terugzetten van de back-up is voltooid. De wijzigingen in de teruggezette stations
worden doorgevoerd nadat u de computer opnieuw hebt opgestart.
Het terugzetten is mislukt.
Het terugzetten is door de gebruiker afgebroken.
Controle van gegevens is voltooid.
Het verificatieproces is voltooid maar enkele bestanden konden niet worden geverifieerd.
De gegevensverificatie is mislukt.
Het terugzetten van de back-up is voltooid. De wijzigingen in de teruggezette stations
worden doorgevoerd nadat u de computer opnieuw hebt opgestart.
5.6 Het tabblad FTP
Op het tabblad FTP kunt u FTP-servers instellen, aanpassen of verwijderen. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Gebruik van externe
hosts voor back-ups
en terugzetten
inschakelen
Hiermee activeert u het gebied Externe host.
Externe hosts
Hier worden de FTP-servers weergegeven die u hebt
geconfigureerd.
Nieuw
Hiermee opent u het venster Instellingen externe host
waarin u een FTP-server kunt opgeven. U kunt een FTP-
server pas toewijzen als er met de knop Test verbinding
kan worden gemaakt.
Verwijderen/bewerken
Hiermee kunt u een FTP-server verwijderen of bewerken.
Proxy-instellingen
Hier kunt u de proxy-instellingen opgeven. Als u een lokale
proxy gebruikt, kunt u deze configureren.
Maximale omvang
archief
Hier kunt u de maximale grootte voor back-ups op FTP-
servers opgeven.
Het venster Opties
Pagina 21
De FTP-servers die u hebt ingesteld worden opgeslagen als u een opstartbare cd/dvd
maakt en ze worden opgenomen in de bijbehorende opties voor Nero BackItUp ImageTool.
(U moet het netwerk in de opties hebben geconfigureerd voordat u de FTP-servers in Nero
BackItUp ImageTool kunt activeren).
5.7 Het tabblad Expertfuncties
Op het tabblad Expertfuncties kunt u de geavanceerde instellingen voor Nero BackItUp
opgeven. De volgende selectievakjes zijn beschikbaar:
Tijdelijk archief niet
gebruiken voor
compressie
Er worden geen tijdelijke gegevens in de cache
opgeslagen.
Back-up maken van
toegangsrechten
voor bestanden en
mappen
Als u toegangsrechten voor bestanden en mappen hebt
opgegeven, wordt er ook een back-up gemaakt van de
toegangsrechten.
U kunt deze functie alleen gebruiken als de schijf waarop
de gegevens staan in de indeling NTFS is geformatteerd.
CRC-checksum
gebruiken voor
vergelijken
De CRC-checksum wordt toegepast bij het terugzetten en
vervangen van bestanden om ervoor te zorgen dat het
juiste bestand wordt vervangen.
Als u dit selectievakje niet hebt aangevinkt, wordt alleen de
bestandsnaam gecontroleerd.
Archiefbit
verwijderen uit
bestanden en
mappen na maken
bestandsback-up
De archiefbit voor bestanden en mappen wordt na het
maken van de back-up op 0 teruggezet.
Scripting
inschakelen
Hiermee schakelt u het gebruik van scripts en de knop
Instellingen in.
Instellingen
Hiermee opent u het dialoogvenster Scriptinstellingen.
Hier kunt u scripts selecteren en tevens kunt u opgeven of
de scripts voor of na een bepaald proces moeten worden
uitgevoerd.
Schijf niet uitwerpen
na back-up
De schijf wordt na het maken van de back-up niet
uitgeworpen.
Herbeschrijfbare
schijf automatisch
wissen indien
gewenst
Hiermee wordt een herbeschrijfbare schijf automatisch
gewist als er onvoldoende ruimte beschikbaar is voor de
back-up. Voordat het wissen wordt gestart, wordt er een
dialoogvenster weergegeven waarin u kunt aangeven of de
schijf al dan niet moet worden gewist.
Wachttijd
Hier kunt u opgeven hoe lang het dialoogvenster moet
worden weergegeven voordat Nero BackItUp het wissen
start.
Intelligente
compressie
inschakelen
Hiermee activeert u intelligente compressie en de knop
Instellingen.
Instellingen
Hiermee opent u het dialoogvenster Filter voor intelligente
compressie. Hier kunt u opgeven welke bestandstypen
tijdens het maken van de back-up niet moeten worden
gecomprimeerd.
Het venster Opties
Pagina 22
Schaduwkopie
gebruiken voor
bestandsback-up
Er wordt een schaduwkopie voor de bestandsback-up
gemaakt, zodat geopende bestanden kunnen worden
opgeslagen.
Toegankelijkheid
bestanden
controleren vóór
bestandsback-up
Voordat de back-up wordt gemaakt, wordt er gecontroleerd
of de bestanden toegankelijk zijn.
Bestanden splitsen
als deze groter zijn
dan
Hier geeft u de grootte op om te bepalen welke bestanden
kunnen worden gesplitst als bij het opslaan de schijflimiet
wordt bereikt.
Bestanden die kleiner zijn dan de opgegeven waarde
worden naar een nieuwe schijf geschreven en niet gesplitst
als de schijflimiet is bereikt.
Een opstartbare
schijf maken met
Nero BackItUp
ImageTool
Er wordt een opstartbare schijf gemaakt waarmee u de
computer met Nero BackItUp ImageTool kunt opstarten.
Nero BackItUp ImageTool is een programma met een
grafische gebruikersinterface voor het maken en
terugzetten van back-ups. Het programma is in
verschillende talen beschikbaar (zie
Nero BackItUp
ImageTool
).
Als u dit selectievakje niet hebt aangevinkt, wordt er een
opstartbare schijf gemaakt met Nero BackItUp NRestore,
een DOS-programma voor het maken en terugzetten van
back-ups dat alleen in het Engels beschikbaar is.
In deze handleiding wordt alleen Nero BackItUp ImageTool
beschreven.
Geselecteerde items
in een
boomstructuur
afdrukken
De geselecteerde items in de back-up worden in een
boomstructuur afgedrukt.
Als u dit selectievakje niet hebt aangevinkt worden de
bestanden in een lijst afgedrukt.
De archiefbit in bestanden en mappen kan twee waarden hebben: 1 en 0.
De waarde 1 betekent dat het bestand of de map is gemaakt of gewijzigd en nog niet is
gearchiveerd. De waarde 0 betekent dat het bestand of de map is gearchiveerd en dat er
sindsdien geen wijzigingen in zijn aangebracht.
Tijdens het maken van back-ups of het archiveren wordt de archiefbit door de meeste
archief- of back-uptoepassingen geraadpleegd.
Als een herbeschrijfbare schijf automatisch wordt gewist door Nero BackItUp kunt u de
wismethode niet selecteren. De methode snel wissen wordt dan gebruikt. Als u de
methode volledig wissen wilt gebruiken, moet u de schijf handmatig wissen (zie
Een
herbeschrijfbare schijf wissen
).
De back-up met de extensie *.nba die tijdens het maken van de back-up wordt gemaakt is
een ZIP-archief. Bestanden in een ZIP-archief worden normaliter gecomprimeerd. Met
intelligente compressie kunt u aangeven welke bestanden in het archief niet moeten
worden gecomprimeerd. Dat is handig voor bestanden die al zijn gecomprimeerd, zoals
JPG, ZIP, of MP3. Hierdoor duurt het maken van de back-up minder lang, maar kan de
back-up wel iets groter zijn.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 23
6 Back-ups van bestanden maken
Met Nero BackItUp kunt u back-ups maken van bestanden. Vervolgens kunt u de back-up
naar een schijf branden of op een harde schijf opslaan (intern, extern, USB of FireWire®). U
kunt de back-up ook op een FTP-server of als een imagebestand opslaan.
Een bestandsback-up beschermt u tegen gegevensverlies als gevolg van
hardwareproblemen of andere omstandigheden (bijvoorbeeld brand). Wij raden u dan ook
aan regelmatig bestandsback-ups te maken zodat u in die gevallen altijd over recente
gegevens beschikt die u terug kunt zetten. Als u altijd een back-up wilt maken van dezelfde
bestanden en mappen (bijvoorbeeld de map Mijn documenten), kunt u de bestaande back-
up updaten (zie
Een bestandsback-up bijwerken).
6.1 Basisstappen
Voer de volgende stappen uit voor het maken van een bestandsback-up met Nero BackItUp:
Selecteer de bestanden en mappen voor de back-up (zie Bestanden selecteren)
Selecteer een bestemming voor de back-up (zie bijvoorbeeld Het venster Instellingen
back-up
)
Geef de gewenste instellingen op voor de back-up en start het maken van de back-up
(zie bijvoorbeeld
Het venster De wizard Back-up voltooien)
6.2 Bestanden selecteren
De eerste stap is het selecteren van de bestanden en de mappen voor de back-up. Dit kunt
u doen in het venster Bestandsback-up of in de wizard Back-up. (In beide gevallen
worden de volgende stappen uitgevoerd met de wizard Back-up.) Als u de gewenste
bestanden in het venster Bestandsback-up selecteert, hebt u de beschikking over meer
opties; u kunt bijvoorbeeld op zoek gaan naar bestanden. Als u de bestanden in de wizard
Back-up selecteert, hebt u weliswaar minder opties tot uw beschikking, maar is de
procedure wel eenvoudiger.
U kunt bestanden en mappen selecteren van de harde schijf, van schijfstations,
verwisselbare media, het netwerk of een FTP-server (als u een FTP-server in de opties hebt
opgegeven, zie
Het tabblad FTP).
Zoekmappen worden zowel voor het maken als het terugzetten van back-ups onder het
besturingssysteem Windows® Vista™ ondersteund. Dat betekent dat u back-ups kunt
maken van zoekopdrachten, paden en de oorspronkelijke documenten. U kunt de back-ups
terugzetten naar de oorspronkelijke locatie, een opgegeven locatie of naar een zoekmap
(virtuele map).
6.2.1 Bestanden selecteren in het venster Bestandsback-up
De eerste stap is het selecteren van de bestanden en de mappen voor de back-up. Als u
deze stap in het venster Bestandsback-up uitvoert, hebt u de beschikking over meer opties
dan in de wizard Back-up.
Voer de volgende stappen uit als u de bestanden in het venster Bestandsback-up wilt
selecteren:
1. Klik op het menupictogram Bestandsback-up.
Æ Het venster Bestandsback-up wordt weergegeven.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 24
Fig. 5: Het venster Bestandsback-up
2. Als u een profiel wilt gebruiken met een aantal vooraf opgegeven filters (zie Het tabblad
Back-up), selecteert u het gewenste profiel uit de vervolgkeuzelijst.
Æ De bestanden die niet met de filtercriteria overeenkomen, worden dan niet in de back-up
opgenomen. Nero BackItUp schakelt de selectievakjes voor deze bestanden dan
automatisch uit.
3. Als u een filter wilt maken, klikt u op de knop (zie Filters maken).
4. Als u filters wilt selecteren, klikt u op de knop (zie Filters selecteren en combineren).
5. Als u filters wilt verwijderen, selecteert u een filter in de lijst Geselecteerde bestandsfilters
en klikt u op de knop
.
6. Selecteer een startmap voor de mapweergave in de vervolgkeuzelijst Adres.
7. Schakel de selectievakjes in voor de map of mappen die u in de back-up wilt opnemen.
Æ De bestanden en mappen die met de filtercriteria overeenkomen worden aan de back-up
toegevoegd.
Als een selectievakje grijs wordt weergegeven, kunt u de map of het bestand niet
selecteren.
U kunt ook bestanden selecteren door ze vanuit een venster buiten Nero BackItUp naar het
venster Bestandsback-up te slepen.
8. Als u de geselecteerde bestanden wilt bekijken en deze handmatig wilt controleren:
1. Selecteer de optie Geselecteerde bestandsweergave in de vervolgkeuzelijst.
Æ De bestanden uit de geselecteerde map(pen) worden in de lijst weergegeven.
2. Bestanden uit de back-up uitsluiten door de bijbehorende selectievakjes uit te schakelen.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 25
U kunt de bestanden die door de filters worden uitgesloten niet handmatig aan de back-up
toevoegen (door de selectievakjes in te schakelen). U kunt echter wel de functie Bestand
zoeken gebruiken om uitgesloten bestanden aan de back-up toe te voegen (zie de
volgende stap).
9. Als u wilt zoeken naar bestanden om die aan de back-up toe te voegen of juist uit te sluiten,
kunt u een zoekopdracht voor bestanden uitvoeren (zie
Bestanden zoeken).
Î U hebt de gewenste bestanden voor de back-up geselecteerd. Vervolgens klikt u op de
knop Bestandsback-up maken starten en geeft u de bestemming op voor de back-up
(zie
De back-up starten).
6.2.2 Bestanden selecteren met de wizard Back-up
De eerste stap is het selecteren van de bestanden en de mappen voor de back-up. Als u
deze stap met de wizard Back-up uitvoert, hebt u minder opties tot uw beschikking maar
kunt u wel sneller en eenvoudiger back-ups maken dan met het venster Bestandsback-up.
Ga als volgt te werk als u de bestanden in de wizard Back-up wilt selecteren:
1. Klik op het menupictogram Bestandsback-up.
Æ Het venster Bestandsback-up wordt weergegeven.
2. Klik in de werkbalk op de knop Wizards > Bestandsback-up.
Æ De wizard Back-up wordt geopend en het eerste venster, Bestanden en mappen
selecteren, wordt weergegeven.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 26
Fig. 6: de wizard Back-up, het venster Bestanden en mappen selecteren
3. Als u filters wilt maken, klikt u in het vensterdeel met extra opties op de knop Maken (zie
Filters maken).
4. Als u filters wilt selecteren, klikt u in het vensterdeel met extra opties op de knop Toevoegen
(zie ).
5. De bestanden die niet met de filtercriteria overeenkomen, worden dan niet in de back-up
opgenomen. Nero BackItUp schakelt de selectievakjes voor deze bestanden dan
automatisch uit.
6. Als u een filter wilt verwijderen, selecteert u een filter in de lijst Geselecteerde
bestandsfilters en klikt u op de knop Verwijderen
.
7. Selecteer een startmap voor de mapweergave in de vervolgkeuzelijst Adres.
8. Schakel de selectievakjes in voor de map of mappen die u in de back-up wilt opnemen.
Æ De bestanden en mappen die met de filtercriteria overeenkomen worden aan de back-up
toegevoegd.
9. Als u de geselecteerde bestanden wilt bekijken en deze handmatig wilt controleren:
1. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Geselecteerde bestandsweergave.
Æ De bestanden uit de geselecteerde map(pen) worden in de lijst weergegeven.
2. Bestanden uit de back-up uitsluiten door de bijbehorende selectievakjes uit te schakelen.
Î U hebt de gewenste bestanden voor de back-up geselecteerd. Vervolgens klikt u op de
knop Volgende en geeft u de bestemming op voor de back-up (zie
De back-up starten).
Back-ups van bestanden maken
Pagina 27
6.3 Een bestandsback-up bijwerken
Met Nero BackItUp kunt u een bestandsback-up bijwerken. Hiervoor kunt u kiezen uit twee
soorten back-ups (zie
Soorten back-ups).
Als u een bestandsback-up wilt bijwerken is uw uitgangspunt een bestaande back-up. Een
back-up die meerdere keren is bijgewerkt wordt een back-upset genoemd.
U kunt het bijwerken op een van de twee onderstaande manieren starten:
Door aanvullende bestanden en mappen te selecteren in het venster Bestandsback-up,
waarbij u een overzicht van de back-up te zien krijgt (een overzicht waarin de wijzigingen
worden weergegeven)
Door bestanden en mappen te selecteren met een wizard, zonder een back-upoverzicht.
Als u vanuit het venster Bestandsback-up start, hebt u meer opties tot uw beschikking dan
in een wizard. Als u vanuit een wizard start, hebt u minder opties, maar kunt u wel sneller en
eenvoudiger een back-up maken.
Ga als volgt te werk als u een back-up wilt bijwerken:
1. Als u in het venster Bestandsback-up wilt beginnen:
1. Klik op het menupictogram Bestandsback-up.
Æ Het venster Bestandsback-up wordt weergegeven.
2. Klik op de knop
.
Æ Het dialoogvenster Back-up openen wordt geopend.
In het dialoogvenster Back-up openen worden alle back-ups weergegeven. U kunt hier
echter alleen bestandsback-ups openen.
3. Selecteer de gewenste bestandsback-up en klik op de knop Openen.
Æ Het dialoogvenster Samenvatting van back-up wordt geopend. In dit venster kunt u
zien of er wijzigingen zijn aangebracht, hoeveel bestanden en mappen er zijn
verwijderd en hoeveel bestanden er zijn gewijzigd.
Fig. 7: Het dialoogvenster Back-upoverzicht
4. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster Samenvatting van back-up wordt gesloten. De back-up die u
had geselecteerd wordt in het venster Bestandsback-up weergegeven.
5. Voeg naar wens bestanden en mappen toe (zie
Bestanden selecteren in het venster
Bestandsback-up
).
Back-ups van bestanden maken
Pagina 28
6. Klik op de knop Bestandsback-up maken starten.
Æ De wizard Back-up wordt geopend en het venster Instellingen back-up wordt
weergegeven.
2. Als u met een wizard wilt starten:
1. Klik op de knop Wizards > Bestandsback-up.
Æ Het startvenster van de wizard Back-up wordt geopend.
1. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Back-upbron wordt weergegeven.
2. Selecteer de optie Bestaande back-up gebruiken.
3. Selecteer een bestaande back-up uit de lijst of gebruik de knop
.
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Bestanden en mappen selecteren voor de geselecteerde back-up
wordt weergegeven.
5. Voeg naar wens bestanden en mappen toe (zie
Bestanden selecteren met de wizard
Back-up
).
6. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Instellingen back-up wordt weergegeven.
U start het bijwerken van de back-up door in het startvenster op de bestaande back-up te
dubbelklikken.
3. Selecteer het gewenste type back-up in de vervolgkeuzelijst Back-uptype (zie Soorten
back-ups
).
Als u recentelijk toegevoegde bestanden aan een incrementele of differentiële back-up
wilt toevoegen, moet Nieuwe bestanden toevoegen aan incrementele of differentiële
back-up bij de opties zijn aangevinkt (zie
Het tabblad Back-up).
Î U hebt een bestandsback-up geselecteerd die moet worden bijgewerkt. Klik vervolgens
op de knop Volgende en geef de bestemming op voor de back-up (zie
De back-up
starten).
U kunt geen naam opgeven voor de bijgewerkte back-up, deze wordt namelijk van de
bestaande back-up overgenomen en automatisch aangepast.
De geselecteerde back-up hoeft tijdens het bijwerken niet beschikbaar te zijn.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 29
6.3.1 Soorten back-ups
Er zijn vier typen back-ups beschikbaar in Nero BackItUp:
Volledige back-up
Differentiële back-up
Incrementele back-up
Update back-up
Bij een volledige back-up wordt er een back-up gemaakt van alle bestanden en mappen
die u hebt geselecteerd. Een eerste back-up is altijd een volledige back-up.
Bij een incrementele back-up wordt er een back-up gemaakt van alle bestanden die sinds
de vorige back-up zijn gewijzigd.
Bij een differentiële back-up wordt er een back-up gemaakt van alle bestanden die sinds
de eerste back-up zijn gewijzigd.
Voor de back-uptypen volledig, incrementeel en differentieel is het niet van belang welk
type medium u gebruikt.
U kunt bijvoorbeeld verder gaan met de schijf waarop de oude back-up staat (Nero
BackItUp start automatisch een multi-sessieschijf) als er nog ruimte op de schijf
beschikbaar is. U kunt de back-up als u dat wilt ook op een nieuw medium opslaan.
Incrementele back-up: de huidige gegevens worden vergeleken met de gegevens van de meest
recente back-up
Differentiële back-up: de huidige gegevens worden vergeleken met de gegevens van de eerste back-
up
Fig. 8: Differentiële back-up: de huidige gegevens worden vergeleken met de gegevens van de eerste back-up; Incrementele back-up:
de huidige gegevens worden vergeleken met de gegevens van de meest recente back-up
De procedure voor een update back-up is afhankelijk van het type medium waarop de
back-up wordt opgeslagen.
Als u een update back-up op een harde schijf opslaat, worden de gegevens van de
bestaande back-up door de nieuwe gegevens overschreven. Dat houdt in dat de oude
gegevens worden gewist zodat u de bestaande back-up niet langer kunt openen.
Als u een update back-up op de schijf opslaat waarop de meest recente back-up staat, is
de procedure identiek aan de procedure voor een incrementele back-up. Er wordt dan een
map gemaakt in een nieuwe sessie.
Als u een update back-up op een nieuwe schijf opslaat, is de procedure identiek aan de
procedure voor een volledige back-up. De volledige back-up wordt naar de schijf gebrand.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 30
Op basis van onderstaande tabel kunt u bepalen welk type update voor u het meest geschikt
is:
Back-uptype
Vereiste
opslagruimte voor
de back-up
Vereiste acties
bij terugzetten
Toegang tot
oudere
versies?
Volledige back-
up
Extreem hoog
Extreem laag
(alleen de huidige versie is
vereist)
Ja
Differentiële
back-up
Gemiddeld
Laag
(de huidige en eerste versie
moeten worden behouden)
Ja
Incrementele
back-up
Laag
Hoog
(alle versies moeten worden
behouden)
Ja
Update back-up
naar harde
schijf
(oude versies
worden gewist)
Extreem laag
Extreem laag
(alleen de huidige versie is
vereist)
Nee
In onderstaand voorbeeld wordt het verschil aangegeven tussen een incrementele en
differentiële back-up:
Stel dat u 100 foto's hebt en daarvan een back-up wilt maken. De eerste (volledige) back-up
bevat alle 100 foto's. Vervolgens brengt u in 25 foto's wijzigingen aan. Dan kiest u een
incrementele of differentiële back-up (voor de tweede back-up maakt het niet uit welk type u
kiest). Er wordt een back-up gemaakt van de 25 gewijzigde foto's. Vervolgens wijzigt u
opnieuw 25 foto's en daar wilt u ook een back-up van maken:
Als u een incrementele back-up selecteert, wordt van 25 foto's een back-up gemaakt,
dat zijn namelijk de foto's die sinds de meest recente back-up zijn gewijzigd. (Nero
BackItUp vergelijkt de huidige status met die van de meest recente back-up.)
Als u een differentiële back-up selecteert, wordt er een back-up gemaakt van 50 foto's,
dat zijn namelijk de foto's die sinds de eerste back-up zijn gewijzigd. (Nero BackItUp
vergelijkt de huidige status met die van de eerste back-up.)
Dat betekent dat er voor incrementele back-ups minder opslagruimte nodig is, maar meestal
wordt er dan wel vaker een back-up gemaakt. Dat heeft tot gevolg dat het terugzetten van de
back-ups langer duurt omdat er meerdere kleine back-ups achter elkaar moeten worden
teruggezet (en beschikbaar moeten worden gemaakt).
Het tegenovergestelde geldt voor differentiële back-ups: voor een differentiële back-up is
meer opslagruimte nodig, maar er zijn slechts twee versies van de back-up nodig (de eerste
en de laatste). Ook hoeven er slechts twee versies te worden teruggezet (en beschikbaar
gemaakt) omdat de laatste back-up alle wijzigingen bevat die sinds de eerste back-up zijn
aangebracht.
Back-ups van bestanden maken
Pagina 31
Fig. 9: Gegevensback-up: verschil tussen een differentiële en een incrementele back-up
Gegevens op de computer
1e back-up
2e back-up
3e back-up
Incrementele
back-up
Differentiële
back-up
Een back-up van een station maken
Pagina 32
7 Een back-up van een station maken
Met Nero BackItUp kunt u back-ups maken van complete stations. In tegenstelling tot
bestandsback-ups, kunt u met stationsback-ups back-ups van programma's en
besturingssystemen maken.
U kunt de back-up naar een schijf branden of op een harde schijf opslaan. U kunt de back-
up ook op een FTP-server of als een imagebestand opslaan.
Als u een back-up van een station maakt, is het back-upbestand doorgaans nogal groot. Als
u de back-up naar een schijf gaat branden, hebt u meestal meerdere schijven nodig. De
eerste back-upschijf is altijd de opstartbare schijf. Ook als u de back-up niet naar een schijf
gaat branden, is het verstandig een opstartbare schijf te maken, zodat u bij problemen de
computer vanaf een cd/dvd kunt opstarten (zie
Nero BackItUp ImageTool).
U kunt een stationsback-up niet bijwerken.
Onder Windows® XP® kunt u alleen een stationsback-up maken als u beheerdersrechten
hebt.
7.1 Basisstappen
Hieronder worden de basisstappen beschreven voor het maken van een stationsback-up
(bijvoorbeeld van een harde schijf en/of partities) met Nero BackItUp:
Selecteer de harde schijf of de partitie waarvan u een back-up wilt maken (zie Stations
selecteren
)
Selecteer een bestemming voor de back-up (zie bijvoorbeeld Het venster Instellingen
back-up
)
Geef de gewenste instellingen op en start het maken van de back-up (zie bijvoorbeeld
Het venster De wizard Back-up voltooien)
7.2 Stations selecteren
Voer de volgende stappen uit om het station te selecteren waarvan u met Nero BackItUp
een back-up wilt maken:
1. Klik op het menupictogram Stationsback-up.
Æ Het venster Stationsback-up wordt weergegeven.
Een back-up van een station maken
Pagina 33
Fig. 10: Het venster Stationsback-up
U kunt ook de wizard gebruiken om een stationsback-up te maken. Klik daarvoor op het
menupictogram Wizards en vervolgens op Nieuwe stationsback-up maken, of op de
knop Wizards en vervolgens op Stationsback-up.
De knop
waarmee de stationsinformatie wordt bijgewerkt is niet beschikbaar in de
wizard.
2. Als u een back-up wilt maken van een harde schijf, klikt u in de lijst Stationsnaam op de
gewenste knop.
Æ De harde schijf wordt inclusief alle partities geselecteerd en gemarkeerd (onderstreept
met een stippellijn).
3. Als u een back-up wilt maken van een partitie, klikt u in de lijst Partitienamen op de
gewenste partitie.
Æ De partitie wordt geselecteerd en gemarkeerd (onderstreept met een stippellijn).
U kunt meerdere partities op een harde schijf selecteren voor een back-up.
Î U hebt de harde schijf of partitie geselecteerd waarvan u een back-up wilt maken.
Vervolgens klikt u op de knop Stationsback-up starten en geeft u de bestemming op
voor de back-up (zie
De back-up starten).
De back-up starten
Pagina 34
8 De back-up starten
Nadat u de bestanden en mappen of het station voor de back-up hebt geselecteerd (zie
Bestanden selecteren of Een back-up van een station maken), kunt u de bestemming
opgeven voor de back-up en het maken van de back-up starten. Hiervoor gebruikt u de
vensters Instellingen back-up en Bezig met voltooien van de wizard Back-up (zie
Het
venster Instellingen back-up
en Het venster De wizard Back-up voltooien).
8.1 Een back-up naar een schijf branden of op een harde schijf
opslaan
Met Nero BackItUp kunt u de back-up naar een schijf branden of op een harde schijf, een
netwerkstation, of een verwisselbare schijf opslaan.
Nero BackItUp ondersteunt de schijftypen cd, dvd, HD-dvd en Blu-ray. Het schijftype dat u
kunt gebruiken is afhankelijk van de recorder die u gebruikt.
Voer de volgende stappen uit als u de back-up wilt starten en deze naar een schijf wilt
branden of op een harde schijf wilt opslaan:
1. Als u de back-up naar een schijf wilt branden:
1. Selecteer een recorder in de vervolgkeuzelijst Bestemming.
2. Plaats een schijf in de recorder.
2. Als u de back-up op een harde schijf wilt opslaan:
1. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestemming een harde schijf, een netwerkstation of een
verwisselbare schijf.
2. In geeft in het tekstvak Doelpad het pad op van de map waarin u de back-up wilt opslaan.
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op (zie Het venster Instellingen back-up).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Controleer de instellingen in het venster De wizard Back-up voltooien.
6. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het vensterdeel met extra opties (zie Het
venster De wizard Back-up voltooien
).
7. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. In de
voortgangsbalk kunt u de procedure volgen.
Als u de back-up naar een schijf brandt, start Nero BackItUp automatisch een multi-
sessieschijf of wordt verdergegaan met een bestaande multi-sessieschijf. (Dat betekent
dat u meerdere back-ups op de schijf kunt opslaan als daarvoor voldoende ruimte
aanwezig is.)
Als u een back-up maakt van een actieve harde schijf (bijvoorbeeld een station waartoe
andere programma's toegang hebben of waarop het huidige besturingssysteem wordt
uitgevoerd), kan deze schijf niet worden vergrendeld en wordt er een dialoogvenster
weergegeven met het bericht 'Nero BackItUp kan de geselecteerde partitie/harde schijf
niet vergrendelen...'.
Het dialoogvenster met het bericht 'Nero BackItUp kan de geselecteerde partitie/harde
schijf niet vergrendelen...' is geen foutmelding, maar geeft alleen aan dat de partitie door
Windows® wordt gebruikt.
Voor de back-up betekent dit dat de systeembestanden tijdens het maken van de back-up
De back-up starten
Pagina 35
kunnen worden gewijzigd. Met andere woorden, als de back-up is voltooid kunnen er
fouten optreden bij het verifiëren van de gegevens. In dat geval wordt er een
dialoogvenster weergegeven waarin u erop wordt gewezen dat er gegevens zijn gewijzigd
in de periode tussen het maken van de back-up en de verificatie. De wijzigingen die tijdens
het maken van de back-up worden aangebracht, hebben meestal geen betrekking op het
herstellen van het systeem.
Als u echter een stationsback-up wilt maken zonder verificatiefouten, kunt u Nero BackItUp
ImageTool gebruiken om een back-up te maken van het station. Nero BackItUp ImageTool
start op vanaf een schijf en dat betekent dat het station dan niet wordt gebruikt, zodat de
systeembestanden tijdens het maken van de back-up niet worden gewijzigd (
Nero
BackItUp ImageTool
).
8. Als u verder wilt gaan zonder het station te vergrendelen, klikt u op de knop Negeren.
Æ De back-upprocedure wordt voortgezet.
Voor de back-up zijn de volgende opties beschikbaar in het vensterdeel met extra opties:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
Hoesje afdrukken: hiermee wordt Nero CoverDesigner geopend en worden de gegevens
over de bestanden naar een document overgezet.
Fig. 11: De wizard Back-up, het venster Back-upprocedure
De back-up starten
Pagina 36
Æ Als de back-up naar meerdere schijven moet worden gebrand, wordt het dialoogvenster
Wachten op schijf weergegeven en wordt de schijf uitgeworpen als de schijf vol is.
9. Plaats vervolgens een lege schijf in het station.
Æ Het branden van de back-up wordt voortgezet naar de schijf die u zojuist hebt geplaatst.
10. Herhaal de vorige stap totdat de back-up in zijn geheel naar de schijven is gebrand.
Æ Als u het selectievakje Gegevens na back-up verifiëren in het venster De wizard
Back-up voltooien hebt ingeschakeld en als de back-up naar één schijf is gebrand,
wordt de verificatie automatisch gestart.
Als u het selectievakje Gegevens na back-up verifiëren in het venster De wizard
Back-up voltooien hebt ingeschakeld en als de back-up naar meerdere schijven is
gebrand, wordt het dialoogvenster Selecteer het bronstation voor
gegevensverificatie weergegeven en wordt het station geopend.
11. Plaats de eerste schijf van de back-up in het station om de back-up te verifiëren.
12. Selecteer in het dialoogvenster Selecteer het bronstation voor gegevensverificatie het
juiste station en klik vervolgens op de knop OK.
Æ De verificatie wordt gestart en de eerste schijf wordt gecontroleerd. Na de verificatie
wordt de schijf uitgeworpen en wordt het dialoogvenster Selecteer het bronstation
voor gegevensverificatie opnieuw weergegeven.
13. Herhaal de twee vorige stappen voor alle schijven van de back-up in de juiste volgorde.
Æ Als de back-upprocedure is voltooid, wordt de schijf uitgeworpen en wordt er een
dialoogvenster weergegeven.
Fig. 12: Het dialoogvenster Back-upprocedure voltooid
14. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt de back-up naar een schijf gebrand of op een harde schijf, een netwerkstation of
een verwisselbare schijf opgeslagen.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken en een andere actie
starten, zoals het opnieuw uitvoeren van dezelfde back-up of een nieuwe back-up
maken, of u kunt de wizard sluiten.
De back-up starten
Pagina 37
8.2 De back-up naar een FTP-server uploaden
Met Nero BackItUp kunt u de back-up naar een FTP-server uploaden en opslaan.
Deze functie is alleen beschikbaar als u bij de opties een FTP-server hebt opgegeven (zie
Het tabblad FTP).
Voer de volgende stappen uit om de back-up te starten en naar een FTP-server te uploaden:
1. Selecteer de gewenste FTP-server in de vervolgkeuzelijst Bestemming.
2. Als u een directory op de server wilt opgeven:
1. Klik op de knop
.
Æ Het venster Map openen wordt geopend.
2. Klik op de knop Nieuwe directory en geef een bestandsnaam op.
Æ Er wordt een nieuwe directory gemaakt en deze wordt in de lijst Naam directory
weergegeven.
3. Dubbelklik op een directory in de lijst Naam directory.
Æ De directory wordt naar het venster Pad overgezet.
4. Klik op de knop Selecteren.
Æ Het venster Map openen wordt gesloten en de geselecteerde directory wordt
overgezet.
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het venster Instellingen back-up (zie
Het venster Instellingen back-up).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Controleer de instellingen in het venster De wizard Back-up voltooien.
6. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het vensterdeel met extra opties (zie Het
venster De wizard Back-up voltooien
).
7. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. U kunt
de voortgang van de back-up in de voortgangsbalk bijhouden.
De volgende opties zijn tijdens de back-upprocedure in het vensterdeel met extra opties
beschikbaar:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
Hoesje afdrukken: hiermee wordt Nero CoverDesigner geopend en worden de gegevens
over de bestanden naar een document overgezet.
Æ Nadat de back-up is voltooid, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin dat
wordt bevestigd.
De back-up starten
Pagina 38
8. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt de stationsback-up naar een FTP-server geüpload.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken en een andere actie
starten, zoals het opnieuw uitvoeren van dezelfde back-up of een nieuwe back-up
maken, of u kunt de wizard sluiten.
8.3 De back-up als een imagebestand opslaan
Met Nero BackItUp en Nero Image Recorder kunt u de back-up als een image opslaan. Een
imagebestand is een bestand op de harde schijf dat een back-up van een complete schijf
bevat. U kunt een imagebestand beschouwen als een virtuele schijf. U kunt een
imagebestand zo vaak u wilt branden.
Met Nero Image Recorder kunt u ook een image maken van een schijftype dat niet door de
geïnstalleerde recorder wordt ondersteund. U kunt bijvoorbeeld een dvd-image maken op
een computer waarin geen dvd-recorder is geïnstalleerd.
Deze functie is alleen beschikbaar als u het selectievakje Image Recorder als
bestemming inschakelen hebt ingeschakeld (zie
Het tabblad Algemeen).
Voer de volgende stappen uit om de back-up te starten en een imagebestand te maken:
1. Selecteer de optie Image Recorder in de vervolgkeuzelijst Bestemming.
2. Selecteer het gewenste schijftype in de vervolgkeuzelijst Schijftype.
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het venster Instellingen back-up (zie
Het venster Instellingen back-up).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Controleer de instellingen in het venster De wizard Back-up voltooien.
6. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het vensterdeel met extra opties (zie Het
venster De wizard Back-up voltooien
).
7. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. U kunt
de voortgang van de back-up in de voortgangsbalk bijhouden.
De volgende opties zijn tijdens de back-upprocedure in het vensterdeel met extra opties
beschikbaar:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
Hoesje afdrukken: hiermee wordt Nero CoverDesigner geopend en worden de gegevens
over de bestanden naar een document overgezet.
De back-up starten
Pagina 39
Fig. 13: De wizard Back-up, het venster Back-upprocedure
Æ Het dialoogvenster Imagebestand opslaan wordt geopend.
8. Geef een pad en een bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
Æ De back-upprocedure wordt voortgezet. U kunt de voortgang van de procedure in de
voortgangsbalk bekijken. Als u het selectievakje Gegevens na back-up verifiëren in het
venster De wizard Back-up voltooien had ingeschakeld, wordt het dialoogvenster
Bronstation voor gegevensverificatie selecteren geopend.
De back-up starten
Pagina 40
Fig. 14: Het dialoogvenster Bronstation voor gegevensverificatie selecteren
9. Als er geen virtueel station beschikbaar is, of als het virtuele station het schijftype van de
image niet kan lezen, klikt u op de knop Annuleren.
Æ De back-upprocedure wordt dan geannuleerd en er wordt een bericht weergegeven.
Dit heeft echter geen betrekking op de back-up van het imagebestand, die is namelijk al
gemaakt. U kunt de back-up terugvinden op de locatie die u eerder hebt opgegeven.
10. Als er een virtueel station beschikbaar is:
1. Laad het imagebestand in een virtueel station, bijvoorbeeld in Nero ImageDrive.
2. Selecteer het juiste virtuele station in de lijst.
3. Klik op de knop OK.
Æ De back-upprocedure wordt voortgezet. U kunt de voortgang in de voortgangsbalk
bekijken. Als de back-upprocedure is voltooid, wordt er een dialoogvenster
weergegeven.
Het imagebestand is een virtuele schijf. Om de virtuele schijf te kunnen lezen en verifiëren,
moet Nero BackItUp met een virtueel station toegang krijgen tot de schijf. Met Nero
ImageDrive kunt u zo'n virtueel station starten en vervolgens kunt u de virtuele schijf
invoegen.
Nero ImageDrive maakt deel uit van de Nero 7-suite. Nero ImageDrive wordt automatisch
geïnstalleerd als u Nero 7 installeert. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van
Nero ImageDrive.
De back-up starten
Pagina 41
Fig. 15: Het dialoogvenster Backup-proces volledig gelukt
11. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt een image van de back-up gemaakt met de image-recorder. U kunt dit
imagebestand op ieder gewenst moment met Nero Burning ROM of Nero Express naar
een geschikte schijf branden.
In het venster Back-upprocedure kunt u het logbestand opslaan, of u klikt op de knop
Volgende om een andere actie te starten, zoals dezelfde back-up opnieuw uitvoeren of
een nieuwe back-up maken, of u kunt de wizard sluiten.
Nero Burning ROM is programma om schijven te branden met een groot aantal opties.
Nero Burning ROM maakt deel uit van de Nero 7-suite en wordt automatisch geïnstalleerd
als u Nero 7 installeert. Raadpleeg de handleiding van Nero Burning ROM voor meer
informatie.
Nero Express is een op wizards gebaseerde toepassing die is afgeleid van Nero Burning
ROM. Nero Express maakt deel uit van de Nero 7-suite en wordt automatisch geïnstalleerd
als u Nero 7 installeert. Raadpleeg de handleiding van Nero Express voor meer informatie.
De back-up starten
Pagina 42
8.4 Het venster Instellingen back-up
In het venster Instellingen back-up kunt u de instellingen voor de back-up opgeven. Hier
kunt u de bestemming voor de back-up opgeven. Daarnaast kunt u het gewenste type voor
de back-up type opgeven. Het venster bestaat uit een hoofdvenster en een gebied met extra
opties.
Fig. 16: De wizard Back-up, het venster Instellingen back-up
De volgende opties zijn in het hoofdvenster beschikbaar:
Bestemming
Hiermee bepaalt u de bestemming van de back-up. U kunt een
recorder of een harde schijf selecteren, maar ook een
netwerkstation of een verwisselbare schijf. Afhankelijk van de
instellingen die u bij de opties hebt opgegeven, zijn de opties FTP
en Image Recorder ook beschikbaar.
Het volgende tekstvak is afhankelijk van de gekozen bestemming.
Doelpad
Hier geeft u het pad op waar de back-up moet worden opgeslagen.
Dit tekstvak is beschikbaar als u een harde schijf, netwerkstation of
een verwisselbare schijf hebt geselecteerd.
Schijftype
Hier geeft u het schijftype op (bijvoorbeeld cd of dvd) voor het
imagebestand.
Deze lijst is beschikbaar als u Image Recorder hebt geselecteerd.
Pad
Hier geeft u de directory op.
Deze optie is beschikbaar als u een FTP-server hebt geselecteerd.
De back-up starten
Pagina 43
Back-uptype
Hier geeft u het type back-up op (zie
Soorten back-ups). U kunt
kiezen uit vier typen: Volledige back-up, update back-up,
incrementele back-up en differentiële back-up.
Deze opties zijn alleen beschikbaar als u een bestandsback-up wilt
bijwerken. Alleen de optie Volledige back-up is in eerste instantie
beschikbaar voor een bestandsback-up of een stationsback-up.
Naam back-up
Hier geeft u de naam op voor de back-up.
Opmerking
toevoegen
Hier kunt u een opmerking opgeven voor de back-up.
?
Hiermee opent u de lijst met Help-onderwerpen.
Meer
Hiermee opent u het gebied met extra opties.
Terug
Hiermee gaat u terug naar het vorige venster.
Volgende
Hiermee opent u het venster De wizard Back-up voltooien (zie
Het venster De wizard Back-up voltooien).
Annuleren
Hiermee annuleert u de procedure.
In het vensterdeel met extra opties zijn de volgende opties beschikbaar:
Controleren op
virussen vóór
back-up
De gegevens worden op virussen gecontroleerd voordat de back-up
wordt gemaakt.
Gegevens
comprimeren
vóór back-up
Hiermee worden de gegevens gecomprimeerd voordat de back-up
wordt gemaakt.
Als u dit selectievakje niet inschakelt, worden de gegevens niet
gecomprimeerd en wordt de back-up in de oude indeling Nero
BackItUp 1.0 gemaakt.
Instellingen
compressie
Hiermee bepaalt u het compressieniveau.
Back-up
coderen
Hiermee codeert u de back-up met een wachtwoord.
Wachtwoord
instellen
Hier geeft u het wachtwoord op voor de codering. Het wachtwoord
moet ten minste zes tekens bevatten.
Als u de back-up met een wachtwoord opslaat, kunt u deze alleen terugzetten als u het
juiste wachtwoord opgeeft. Zonder geldig wachtwoord kunt u de back-up niet terugzetten!
De back-up starten
Pagina 44
8.5 Het venster De wizard Back-up voltooien
In het venster De wizard Back-up voltooien kunt u uw instellingen controleren en de back-
up starten. In het vensterdeel met extra opties zijn de aanvullende opties beschikbaar:
Fig. 17: De wizard Back-up, het venster De wizard Back-up voltooien
In het gebied Instellingen worden de instellingen weergegeven die u hebt opgegeven. Een
groene stip voor een instelling geeft aan dat deze is geselecteerd en geactiveerd. De
volgende instellingen worden weergegeven:
Bestandsfilters
Er wordt en back-up gemaakt van de bestanden die overeenkomen
met de geselecteerde filters.
Als u geen filters hebt geselecteerd, worden alle bestanden in de
geselecteerde map in de back-up opgenomen.
Virusscan
De gegevens worden op virussen gecontroleerd voordat de back-up
wordt gemaakt.
Compressie
De gegevens worden gecomprimeerd voordat de back-up wordt
gemaakt.
Codering
De back-up wordt gecodeerd. (Een wachtwoord is vereist voor het
terugzetten van de back-up.)
Verificatie
Verifieert (vergelijkt) de bestanden in de back-up met de
oorspronkelijke bestanden nadat de back-up is gemaakt om te
controleren of alle bestanden in de back-up zijn opgenomen. Deze
controle wordt 'verificatie' genoemd.
De back-up starten
Pagina 45
Schaduwkopie
Voordat de back-up wordt gemaakt, wordt er een schaduwkopie van
de bestanden gemaakt. Dat betekent dat de bestanden waaraan
momenteel wordt gewerkt ook in de back-up kunnen worden
opgenomen.
De volgende knoppen zijn beschikbaar:
?
Hiermee opent u de lijst met Help-onderwerpen.
Meer
Hiermee opent u het gebied met extra opties.
Terug
Hiermee opent u het venster Instellingen back-up (zie
Het venster
Instellingen back-up
).
Back-up
Hiermee start u het maken van de back-up. Afhankelijk van de
geselecteerde bestemming wordt de back-up naar een schijf
gebrand, op een harde schijf opgeslagen, naar een server geüpload
of wordt er een imagebestand gemaakt.
Annuleren
Hiermee annuleert u de procedure.
In het vensterdeel met extra opties zijn de volgende opties beschikbaar:
Gegevens na
back-up
verifiëren
Nadat de back-up is gemaakt, wordt gecontroleerd of de gegevens
juist zijn en compleet.
Schaduwkopie
gebruiken voor
back-up
Hiermee schakelt u het gebruik van een schaduwkopie voor de back-
up in. Met de functie Schaduwkopie kunt u een back-up maken van
geopende bestand terwijl u gewoon aan de bestanden doorwerkt.
Deze functie is alleen beschikbaar in de wizard Back-up.
Schrijfsnelheid
Hiermee selecteert u de snelheid waarmee de schijf wordt
geschreven.
Opslaan
Hiermee slaat u de informatie over de back-up op, zoals uw selecties
en instellingen.
Taak aanmaken
Hiermee maakt u een taak voor de back-up. Het venster
##Taakgegevens waarin u de herhaalcyclus voor de taak kunt
opgeven wordt weergegeven (zie
Taken configureren).
Taken
Pagina 46
9 Taken
Taken zijn geplande back-ups die op het opgegeven tijdstip automatisch door Nero BackItUp
worden uitgevoerd.
U kunt de geplande en uitgevoerde taken in de vensters Taken en Kalender bekijken. In
beide vensters kunt u ook taken toevoegen. Een taak kan pas worden uitgevoerd nadat de
computer is ingeschakeld en het besturingssysteem is gestart. Nero BackItUp hoeft niet te
worden opgestart om de taken uit te voeren aangezien het programma op de achtergrond
wordt uitgevoerd.
Onder Windows 2000® en XP® kunt u alleen taken starten als u beheerdersrechten hebt.
9.1 Taken configureren
Het configureren van taken is vooral nuttig voor het laten uitvoeren van reguliere back-ups,
zodat u zeker weet dat u niet het risico loopt een geplande back-up te vergeten, of een back-
up vergeet uit te voeren.
Voer de volgende taken uit als u een taak wilt configureren:
1. Klik op het menupictogram Taken.
Æ Het venster Taken wordt geopend.
2. Klik op de knop Taak toevoegen.
Æ De startpagina van de wizard Taak wordt weergegeven.
U kunt de wizard Taak ook op andere manieren starten:
Klik op het menupictogram Kalender en vervolgens op Taak toevoegen.
Klik op het menupictogram Wizards en vervolgens op Nieuwe back-uptaak maken.
Klik op de knop Wizards en vervolgens op Taken.
3. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Bron taak wordt weergegeven.
4. Als u een bestandsback-up als een taak wilt configureren, selecteert u de optie Bestanden
en mappen selecteren.
5. Als u een stationsback-up als een taak wilt configureren, selecteert u de optie Een station
of partitie selecteren.
6. Als u een bestaande back-up als sjabloon wilt gebruiken voor de taak:
1. Selecteer de optie Bestaande back-up gebruiken.
Æ De lijst wordt geactiveerd.
2. Selecteer een bestaande back-up in de lijst.
Taken
Pagina 47
7. Klik op de knop Volgende.
Æ Als u een bestandsback-up hebt geselecteerd, wordt het venster Bestanden en
mappen selecteren weergegeven.
Als u een stationsback-up hebt geselecteerd, wordt het venster Een partitie of harde
schijf selecteren weergegeven.
8. Selecteer de gewenste bestanden of mappen (zie Bestanden selecteren met de wizard
Back-up
) of de gewenste harde schijf of partitie (zie Stations selecteren).
9. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Instellingen back-up wordt weergegeven.
10. In het venster Instellingen back-up geeft u de instellingen voor de back-up op (zie Het
venster Instellingen back-up
).
11. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Taakinformatie wordt weergegeven (zie Het venster Taakinformatie).
12. Geef de gewenste instellingen op.
13. Klik op de knop Volgende.
Æ De wizard Taakplanning voltooien wordt weergegeven.
14. Controleer de instellingen in de wizard Taakplanning voltooien.
15. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het vensterdeel met extra opties (zie Het
venster De wizard Back-up voltooien
).
16. Klik op de knop Voltooien.
Æ Als u het selectievakje Alleen uitvoeren als gebruiker is aangemeld niet hebt
ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Accountgegevens opgeven weergegeven.
17. Geef uw gebruikersnaam en uw wachtwoord op en klik vervolgens op de knop OK.
Æ De gegevens worden opgeslagen zodat de taak ook kan worden gestart als de gebruiker
niet is aangemeld.
Het dialoogvenster Accountgegevens opgeven wordt gesloten.
Er wordt een dialoogvenster geopend met het bericht 'Taak toegevoegd'.
18. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Het laatste venster wordt weergegeven.
19. Klik op de knop Voltooien.
Î De wizard Taak wordt gesloten.
De taak die u hebt geconfigureerd wordt in de vensters Taak en Kalender en op de
startpagina weergegeven.
Als u de taak selecteert en het snelmenu opent, kunt u kiezen uit een aantal opties,
zoals de taak deactiveren/activeren, de taak verwijderen of de eigenschappen
bekijken..
Taken
Pagina 48
9.1.1 Het venster Taakinformatie
In het venster Taakinformatie kunt u de instellingen voor de taak opgeven.
Fig. 18: De wizard Taak, het venster Taakinformatie
In het venster kunt u de volgende opties instellen:
Taaknaam
Hier geeft u de naam op voor de taak.
Soort taak
Hier kunt u opgeven wanneer de taak moet worden uitgevoerd of u
kunt de interval voor het uitvoeren van de taak opgeven. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Eenmaal: de taak wordt eenmaal uitgevoerd.
Dagelijks: de taak wordt dagelijks uitgevoerd.
Wekelijks: de taak wordt wekelijks op een of meer dagen uitgevoerd
(bijvoorbeeld op werkdagen).
Maandelijks: de taak wordt maandelijks uitgevoerd.
Bij opstarten: de taak wordt uitgevoerd als het besturingssysteem
wordt opgestart.
Bij aanmelden: de taak wordt uitgevoerd als de gebruiker zich bij het
systeem aanmeldt.
Bij niet gebruikt: de taak wordt uitgevoerd als de computer niet wordt
gebruikt, d.w.z. als er geen toepassing actief is en als er geen
gegevens worden ingevoerd.
Start op
Hier geeft u de startdatum en -tijd op voor de eerste taak.
Deze tekstvakken zijn alleen beschikbaar als u het taaktype Eenmaal,
Dagelijks, Wekelijs, of Maandelijks hebt geslecteerd.
Taken
Pagina 49
maandag,
dinsdag,
woensdag,
donderdag,
vrijdag,
zaterdag,
zondag
Hier geeft u de dag of de dagen op waarop de taak iedere week moet
worden uitgevoerd. U kunt de taak bijvoorbeeld op werkdagen laten
uitvoeren.
Deze selectievakjes zijn beschikbaar als u het taaktype Wekelijks hebt
geselecteerd.
Als
computer
inactief is
gedurende
Hier geeft u het aantal minuten op dat de computer niet wordt gebruikt
voordat de taak wordt uitgevoerd.
Deze optie is beschikbaar als u het taaktype Bij niet gebruikt hebt
geselecteerd.
Alleen
uitvoeren
als
gebruiker is
aangemeld
De taak wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker die de taak heeft
geconfigureerd zich op de computer heeft aangemeld.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, kan de taak ook worden
uitgevoerd als deze gebruiker zich niet heeft aangemeld. In dat geval
vraagt Nero BackItUp om uw gebruikersgegevens als u de taak
configureert.
9.2 Taken aanpassen
Voer de volgende stappen uit als u een bestaande taak wilt wijzigen:
1. Klik op het menupictogram Taken of op het menupictogram Kalender.
Æ Het venster Taken of het venster Kalender wordt weergegeven.
In het venster Taken worden de taken in tabelvorm weergegeven.
In het venster Kalender worden de taken in een kalenderweergave weergegeven.
Selecteer het venster met de weergave die u het beste bevalt.
2. Selecteer een taak.
3. Klik met de rechtermuisknop om het snelmenu te openen.
4. Selecteer de optie Eigenschappen.
Æ Het venster Eigenschappen taak wordt geopend.
Het venster bestaat uit drie tabbladen: Planning, Back-up en Bron.
U kunt het venster Eigenschappen taak ook openen vanuit Geplande taken in Windows®
(onder Windows XP®: Start > Instellingen > Configuratiescherm > Geplande taken). In
Geplande taken van Windows® worden alle bestaande taken weergegeven.
Als u een taak in het venster Kalender selecteert (bijvoorbeeld een taak die dagelijks wordt
uitgevoerd), worden de eigenschappen van de bijbehorende takenreeks weergegeven. U
kunt de afzonderlijke taken in een reeks niet wijzigen.
Taken
Pagina 50
Fig. 19: Het venster Eigenschappen taak
5. Pas de instellingen op het tabblad Planning naar wens aan.
De instellingen op het tabblad Instellingen komen overeen met de instellingen in het
venster Taakinformatie van de wizard Taak (zie
Het venster Taakinformatie).
6. Als u de taak wilt uitschakelen, selecteert u de optie Uitgeschakeld in het gebied Status.
Als u de taak wilt inschakelen, selecteert u de optie Ingeschakeld in het gebied Status.
7. Pas de instellingen op het tabblad Back-up naar wens aan.
De instellingen op het tabblad Back-up komen overeen met de instellingen in het venster
Instellingen back-up (zie
Het venster Instellingen back-up).
8. Controleer op het tabblad Bron welke bestanden of welk station in de back-up is
opgenomen.
9. Klik op de knop OK.
Î Het venster Eigenschappen taak wordt gesloten.
De gewijzigde eigenschappen worden opgeslagen en toegepast.
Taken
Pagina 51
9.3 Taken uitvoeren
Als u een taak hebt geconfigureerd, wordt deze automatisch op het opgegeven tijdstip
uitgevoerd. Hiervoor wordt de systeemtijd gebruikt.
De computer moet zijn ingeschakeld en het besturingssysteem moet zijn gestart. Nero
BackItUp hoeft niet te zijn gestart om taken uit te voeren omdat het programma op de
achtergrond kan worden uitgevoerd.
Onder Windows®Vista® kunt u alleen taken starten als u beheerdersrechten hebt. Onder
Windows® XP® moet u beheerdersrechten hebben om een stationsback-up als een taak
te starten.
Afhankelijk van uw instellingen kan de taak al dan niet worden uitgevoerd zonder dat de
gebruiker zich heeft aangemeld.
Zorg dat het geselecteerde medium voor de bestemming beschikbaar is.
Als u de back-up naar een schijf wilt branden, controleer dan of er een lege schijf in de
recorder is geplaatst.
Als u de back-up naar een FTP-server wilt uploaden, controleer dan of de
internetverbinding werkt.
Als u de back-up op een verwisselbare schijf of een harde schijf wilt opslaan, controleer
dan of de juiste schijf op de computer is aangesloten.
Nadat de taak is voltooid, wordt het dialoogvenster met het bericht 'Back-uptaak voltooid'
weergegeven. Als u bij de opties Meldingen per e-mail hebt ingeschakeld (zie
Het tabblad
Meldingen per e-mail
), ontvangt u een e-mail (als er een netwerk- of internetverbinding
aanwezig is).
Back-ups verifiëren
Pagina 52
10 Back-ups verifiëren
In Nero BackItUp kunt u een bestaande back-up verifiëren. Nero BackItUp controleert of de
back-up correct kan worden teruggezet. Dit gebeurt op basis van de gegevensintegriteit.
Daarnaast wordt er ook een verificatie uitgevoerd ten opzichte van de brongegevens. Als u
de verificatie direct nadat u de back-up hebt gemaakt uitvoert en als de gegevens niet zijn
gewijzigd, kunt u de gegevensverificatie gebruiken.
Voer de volgende stappen uit als u een back-up wilt verifiëren:
1. Klik op het menupictogram Wizards.
Æ Het venster Wizards wordt weergegeven.
2. Klik op de knop Back-up verifiëren.
Æ Het venster Back-up verifiëren wordt geopend en het startvenster wordt weergegeven.
U kunt de verificatie ook met de knop Wizards en vervolgens de knop Verifiëren starten.
3. Klik op de knop Volgende.
Æ Het scherm Instellingen verifiëren wordt weergegeven.
4. Klik op de knop .
Æ Het venster Back-up openen wordt weergegeven.
5. Selecteer een back-up uit de lijst of selecteer en andere back-up met de optieknoppen en de
knop
.
6. Klik op de knop OK.
Æ Het venster Back-up openen wordt gesloten. De geselecteerde back-up wordt
overgezet en de naam van de back-up wordt in het gebied Back-up selecteren
weergegeven. Als u een bestandsback-up hebt geselecteerd, is het gebied Selecteer
een optie om de back-up te verifiëren beschikbaar.
7. Als u de CRC-checksum van de bestanden in de back-up wilt vergelijken met de CRC-
checksum van de oorspronkelijke bestanden, selecteert u de optie Verifiëren met CRC.
8. Als u wilt controleren of er bestanden zijn gewijzigd nadat de back-up is gemaakt, selecteert
u de optie Gewijzigd.
9. Als u wilt controleren of alle bestanden in de back-up zijn opgenomen, selecteert u de optie
Verifiëren op inhoud.
Æ Als u een stationsback-up hebt geselecteerd, is het gebied Selecteer een optie om de
back-up te verifiëren beschikbaar.
10. Als u de CRC-checksum van het station waarvan u de back-up hebt gemaakt wilt vergelijken
met de CRC-checksum van het oorspronkelijke station, selecteert u de optie Verifiëren met
CRC.
11. Als u het oorspronkelijke station sector voor sector wilt vergelijken met het station waarvan u
een back-up hebt gemaakt, selecteert u de optie Sectoren vergelijken.
Back-ups verifiëren
Pagina 53
Het berekenen van de CRC-checksum duurt langer dan het vergelijken van de sectoren,
maar geeft doorgaans wel betere resultaten.
1. Selecteer de juiste harde schijf of partitie in het gebied onderaan het venster.
12. Klik op de knop Verifiëren.
Het venster Verificatieprocedure wordt weergegeven. U kunt de voortgang van de
verificatie in de voortgangsbalk bekijken.
Als de verificatie is voltooid, wordt er een dialoogvenster geopend waarin de resultaten van
de verificatie worden weergegeven.
Het bericht 'De gegevensverificatie is voltooid' geeft aan dat er geen fouten zijn
aangetroffen en dat de back-up geschikt is om te worden teruggezet.
Als het bericht 'De gegevensverificatie is mislukt' wordt weergegeven, kan Nero BackItUp
niet garanderen dat de back-up foutloos kan worden teruggezet. Dit kan vele redenen
hebben: het back-upbestand kan bijvoorbeeld fouten bevatten of de gegevens voor de
vergelijking ontbreken op de computer.
Fig. 20: Het dialoogvenster 'De gegevensverificatie is voltooid'
13. Klik op de knop OK.
Î Het dialoogvenster wordt gesloten.
De resultaten van de gegevensverificatie worden in het berichtgebied weergegeven dat
met het pictogram
wordt aangeduid. (Systeem- en verificatieberichten worden met
het pictogram
aangeduid.)
Back-ups terugzetten
Pagina 54
11 Back-ups terugzetten
Met Nero BackItUp kunt u een back-up terugzetten. U kunt de back-up terugzetten naar de
oorspronkelijke mappen, geselecteerde mappen of naar een FTP-server. Als u een back-up
met Windows® terugzet, kunt u specifieke bestanden selecteren, maar dat kan niet als u een
back-up terugzet met Nero BackItUp ImageTool.
11.1 Het venster Terugzetten
In het venster Terugzetten selecteert u de back-up die u wilt terugzetten. Dit venster bestaat
uit een lijst met alle back-ups, een weergavegebied, het gebied Geselecteerde
bestandsfilters en de knop Terugzetten starten.
Fig. 21: Het venster Terugzetten
Het tabblad Stationsweergave is beschikbaar voor stationsback-ups en bevat details over
het station waarvan u een back-up hebt gemaakt, inclusief alle partities. De bestanden en
mappen van de geselecteerde back-up worden op het tabblad Bestandsweergave
weergegeven. Het tabblad Bestandsweergave bevat een lijst met drie weergavetypen. De
volgende weergaven zijn beschikbaar:
Standaardweergave
Aan de linkerzijde worden de mappen van de back-up in een
boomstructuur weergegeven en aan de rechterzijde wordt de
inhoud van de mappen weergeven.
Geselecteerde
bestandsweergave
Alle bestanden in de back-up worden in een lijst weergegeven.
Verkennerweergave
Aan de linkerzijde worden de mappen van de computer
weergegeven en aan de rechterzijde wordt de inhoud van de
mappen weergeven. De bestanden en mappen van de back-up
die zijn toegevoegd of zijn gewijzigd worden met groene tekst
weergegeven. Mappen die geen deel uitmaken van de back-up
herkent u aan een inactief selectievakje.
Back-ups terugzetten
Pagina 55
De volgende knoppen zijn beschikbaar:
Terugzetten
starten
Hiermee opent u de wizard Terugzetten starten
Hiermee opent u het dialoogvenster Bestandsfilters selecteren
waarin u filters kunt selecteren voor het terugzetten van de
bestanden (zie
Filters selecteren en combineren).
Hiermee verwijdert u de geselecteerde filter uit de lijst
Geselecteerde bestandsfilters.
Hiermee opent u het dialoogvenster Filterinstellingen waarin u
een nieuwe filter kunt maken (zie
Filters maken).
11.2 Een bestandsback-up terugzetten
Met Nero BackItUp kunt u de bestanden waarvan u een back-up hebt gemaakt terugzetten
op de computer. U kunt zelf aangeven welke bestanden teruggezet moeten worden. In
tegenstelling tot een stationsback-up, kunt u geen toepassingen of besturingssystemen
terugzetten.
Onder het besturingssysteem Windows® Vista™ worden zoekmappen zowel voor het
maken als het terugzetten van back-ups ondersteunt. Dat betekent dat u back-ups kunt
maken van zoekopdrachten, paden en de oorspronkelijke documenten. U kunt de back-ups
terugzetten naar het oorspronkelijke pad, een opgegeven pad of naar een zoekmap
(virtuele map).
Voer daarvoor de volgende stappen uit:
1. Klik op het menupictogram Terugzetten.
Æ Het venster Terugzetten wordt weergegeven.
U kunt ook de wizard Terugzetten gebruiken. Klik daarvoor op het menupictogram
Wizards en vervolgens op Back-up terugzetten of op de knop Wizards en vervolgens op
Terugzetten.
2. Selecteer een back-up.
Æ In het weergavegebied worden de bestanden en de mappen van de back-up
weergegeven.
Als u een volledige back-upset wilt terugzetten (de eerste volledige back-up plus een of
meer updates van de back-up), selecteert u de laatste back-up uit de set.
De bestanden en mappen die deel uitmaken van de back-up maar die niet overeenkomen
met de filtercriteria worden in de standaardweergave en de geselecteerde
bestandsweergave met een inactief selectievakje weergegeven.
3. Zet de back-up klaar:
Als u de back-up naar een schijf had gebrand, plaatst u de schijf in het station.
Als u de back-up op een harde schijf, netwerkstation of een verwisselbare schijf had
opgeslagen, zorg er dan voor dat de computer toegang heeft tot dit station.
Als u de back-up als een imagebestand had opgeslagen, laadt u het imagebestand,
bijvoorbeeld met Nero ImageDrive.
Back-ups terugzetten
Pagina 56
4. Als u bepaalde bestanden of mappen niet wilt terugzetten, schakelt u de bijbehorende
selectievakjes uit.
5. Pas desgewenst filters op de bestanden toe of verwijder bestaande filters (zie Filters).
U kunt de bestanden die door de filters worden uitgesloten niet handmatig aan de
procedure toevoegen (door de selectievakjes in te schakelen). U kunt echter wel de functie
Bestand zoeken gebruiken om specifieke bestanden toe te voegen.
6. Als u wilt zoeken naar bestanden om die aan de procedure toe te voegen of juist uit te
sluiten, kunt u een bestandszoekopdracht uitvoeren (zie
Bestanden zoeken).
7. Klik op de knop Terugzetten starten.
Æ De wizard Terugzetten wordt geopend en het venster Instellingen voor terugzetten is
actief.
De geselecteerde back-up wordt in het veld Naam back-up weergegeven.
Fig. 22: De wizard Terugzetten, het venster Instellingen voor terugzetten
8. Als u de back-up naar het oorspronkelijke pad wilt terugzetten, selecteert u de optie
Terugzetten naar oorspronkelijke pad.
9. Als u zelf het pad wilt opgeven voor het terugzetten van de back-up:
2. Selecteer de optie Terugzetten naar geselecteerde pad op harde schijf.
Back-ups terugzetten
Pagina 57
3. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
Æ Het gebied en de knop Terugzetpad worden geactiveerd.
4. Klik op de knop
.
Æ Het venster Map selecteren wordt geopend.
5. Selecteer het gewenste terugzetpad en klik op de knop Selecteren.
Æ Het venster Map selecteren wordt gesloten en het geselecteerde pad wordt
overgezet.
10. Als u de back-up op een FTP-server wilt terugzetten:
Voordat u deze functie kunt gebruiken moet u een FTP-server hebben opgegeven (zie
Het
venster Opties
).
1. Selecteer de optie Terugzetten naar geselecteerde FTP-pad.
2. Selecteer de FTP-server in de vervolgkeuzelijst Hostnaam.
Æ Het dialoogvenster Remote-status wordt geopend en er wordt verbinding gemaakt
met de FTP-server.
3. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster Remote-status wordt gesloten.
4. Klik op de knop
om een directory op te geven voor het terugzetten.
Æ Het venster Map openen wordt weergegeven.
5. Klik op de knop Nieuwe directory en geef een naam op.
Æ Er wordt een nieuwe directory gemaakt en deze wordt in de lijst Naam directory
weergegeven.
6. Dubbelklik op een directory in de lijst Naam directory.
Æ De directory wordt naar het gebied Pad overgezet.
7. Klik op de knop Selecteren.
Æ Het venster Map openen wordt gesloten en de geselecteerde directory wordt
overgezet.
11. Als u meer opties wilt opgeven voor het terugzetten:
1. Klik op de knop Meer.
Æ Daarop wordt het vensterdeel met extra opties geopend.
2. Klik op de optieknoppen om aan te geven wat er tijdens het terugzetten van de bestanden
moet gebeuren met een bestand dat al op de computer aanwezig is.
12. Klik op de knop Volgende.
Æ De wizard Terugzetten voltooid wordt weergegeven.
13. Controleer de gegevens.
Back-ups terugzetten
Pagina 58
14. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op in het vensterdeel met extra opties.
1. Als u wilt dat Nero BackItUp de bestanden controleert nadat het terugzetten is voltooid,
schakelt u het selectievakje Gegevens na terugzetten verifiëren in.
2. Als u in de back-up ook gegevens met betrekking tot de toegangsrechten voor bestanden
en mappen hebt opgeslagen en als u deze gegevens wilt behouden, schakelt u het
selectievakje Toegangsrechten voor bestanden en mappen terugzetten in.
15. Klik op de knop Terugzetten.
Î Het venster Wizard Terugzetten voltooid wordt weergegeven.
U kunt het terugzetten nu starten (zie
Het terugzetten starten).
11.3 Een stationsback-up terugzetten
Met Nero BackItUp kunt u een stationsback-up terugzetten. In tegenstelling tot het
terugzetten van gegevens met Nero BackItUp ImageTool, kunt u met deze procedure zelf
aangeven welke bestanden moeten worden teruggezet. Programma's en
besturingssystemen kunnen ook worden teruggezet. Er kunnen zich echter problemen
voordoen als u een actieve harde schijf of partitie gaat terugzetten; het is bijvoorbeeld niet
mogelijk om een actieve harde schijf of partitie te vergrendelen. Gebruik in dat geval Nero
BackItUp ImageTool (zie
Nero BackItUp ImageTool).
Onder Windows® XP® kunt u alleen een stationsback-up terugzetten als u
beheerdersrechten hebt.
Voer de volgende stappen uit als u een harde schijf of partitie wilt terugzetten:
1. Klik op het menupictogram Terugzetten.
Æ Het venster Terugzetten wordt weergegeven.
U kunt ook de wizard Terugzetten gebruiken. Klik daarvoor op het menupictogram
Wizards en vervolgens op Back-up terugzetten of op de knop Wizards en vervolgens op
Terugzetten.
2. Selecteer een back-up.
Æ De details van de back-up worden in het weergavegebied van de tabbladen
Stationsweergave en Bestandsweergave weergegeven.
3. Als u de geselecteerde bestanden wilt bekijken en deze handmatig wilt controleren:
1. Klik op de tab Bestandsweergave.
Æ Het venster Lijst met bestanden maken wordt geopend en de lijst met bestanden in
de back-up wordt gemaakt. U kunt de voortgang van de procedure in de
voortgangsbalk en door middel van de berichten bijhouden.
Nadat de lijst is gemaakt, wordt er een dialoogvenster geopend waarin dat wordt
aangegeven.
2. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
3. Klik op de knop Sluiten.
Back-ups terugzetten
Pagina 59
Æ Het venster Lijst met bestanden maken wordt gesloten.
De bestanden in de geselecteerde map of mappen worden op het tabblad
Bestandsweergave weergegeven.
4. Als u een bestand uit de back-up wilt uitsluiten, schakelt u het bijbehorende selectievakje
uit.
U kunt de bestanden die door de filters worden uitgesloten niet handmatig aan de
procedure toevoegen (door de selectievakjes in te schakelen). U kunt echter wel de functie
Bestand zoeken gebruiken om specifieke bestanden toe te voegen.
4. Als u wilt zoeken naar bestanden om die aan de back-up toe te voegen of juist uit te sluiten,
kunt u een bestandszoekopdracht uitvoeren (zie
Bestanden zoeken).
5. Als u een back-up hebt gemaakt van meerdere partities, selecteert u de partitie die u terug
wilt zetten.
Om technische redenen kunt u slechts één partitie per keer terugzetten.
6. Zet de back-up klaar.
1. Als u de back-up naar een schijf had gebrand, plaatst u de schijf in het station.
2. Als u de back-up op een harde schijf, netwerkstation of een verwisselbare schijf had
opgeslagen, zorg er dan voor dat de computer toegang heeft tot dit station.
3. Als u de back-up als een imagebestand had opgeslagen, laadt u het imagebestand,
bijvoorbeeld met Nero ImageDrive.
7. Klik op de knop Terugzetten starten.
Æ De wizard Terugzetten wordt geopend en het venster Instellingen voor station
terugzetten is actief.
Fig. 23: De wizard Terugzetten, het venster Instellingen voor station terugzetten
Back-ups terugzetten
Pagina 60
8. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestemming selecteren de locatie waar de back-up moet
worden teruggezet:
1. Als u een hele harde schijf (met partities) wilt terugzetten, selecteert u een harde schijf als
de bestemming (bijvoorbeeld Schijf 1).
2. Als u een partitie wilt terugzetten, selecteert u een partitie als de bestemming
(bijvoorbeeld Gegevens (D)).
Æ Als u een hele harde schijf als de bestemming hebt geselecteerd (bijvoorbeeld Schijf 1),
wordt het gebied Grootte teruggezette partitie geactiveerd.
9. Geef in het gebied Grootte teruggezette partitie op of de grootte van de gegevens die
worden teruggezet moet worden aangepast aan de grootte van de bestemming of van de
bron.
Aanpassen aan doelgrootte: De grootte van de doelpartitie blijft ongewijzigd en de partitie
die wordt teruggezet wordt daaraan aangepast. Als de doelpartitie groter is dan de
bronpartitie wordt de partitielimiet vergroot en als de doelpartitie kleiner is dan de
bronpartitie wordt de partitielimiet verkleind.
Voorwaarde: De gebruikte opslagruimte van de bronpartitie moet kleiner zijn dan of gelijk
zijn aan de doelpartitie.
Aanpassen aan brongrootte: De grootte van de bronpartitie blijft ongewijzigd en de
doelpartitie wordt daaraan aangepast. De ruimte in de partitie die niet nodig is wordt niet
gebruikt en u kunt de partitie daar later op aanpassen.
Voorwaarde: De bronpartitie moet kleiner zijn dan de doelpartitie en de gebruikte
opslagruimte van de bronpartitie moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de doelpartitie.
10. Als de harde schijf of de partitie die u wilt terugzetten een besturingssysteem bevat en als u
wilt dat het besturingssysteem start als de computer wordt opgestart, schakelt u het
selectievakje Hoofdopstartrecord terugzetten in.
11. Klik op de knop Volgende.
Î De wizard Terugzetten voltooid wordt weergegeven.
U kunt het terugzetten nu starten (zie
Het terugzetten starten).
11.4 Het terugzetten starten
Als u de bestanden of het station hebt geselecteerd dat u wilt terugzetten, kunt u het
terugzetten in de wizard Herstellen voltooid starten.
Voer daarvoor de volgende stappen uit:
1. Controleer de gegevens.
2. Als u wijzigingen in uw instellingen wilt aanbrengen, klikt u op de knop Terug.
3. Als u wilt dat Nero BackItUp de bestanden controleert nadat het terugzetten is voltooid,
schakelt u in het gebied met extra opties het selectievakje Gegevens na terugzetten
verifiëren in.
4. Als u in de back-up ook gegevens met betrekking tot de toegangsrechten voor bestanden en
mappen hebt opgeslagen en als u deze gegevens wilt behouden, schakelt u in het gebied
met extra opties het selectievakje Toegangsrechten voor bestanden en mappen
terugzetten in.
5. Klik op de knop Terugzetten.
Back-ups terugzetten
Pagina 61
Æ Het venster Terugzetten wordt weergegeven en het terugzetten wordt gestart. In de
voortgangsbalk kunt u de procedure volgen.
Als u een station of partitie wilt terugzetten, wordt de bijbehorende harde schijf
vergrendeld. Als het vergrendelen niet lukt, wordt er een foutmelding weergegeven.
Voor het terugzetten zijn de volgende opties beschikbaar in het vensterdeel met extra
opties:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het terugzetten is voltooid.
Hoesje afdrukken: Nero CoverDesigner wordt geopend.
Fig. 24: De wizard Terugzetten, het venster Terugzetten
Æ Als u een volledige back-upset wilt terugzetten en als de back-up op een andere locatie
is opgeslagen, bijvoorbeeld op een andere schijf of als een imagebestand, wordt er een
dialoogvenster weergegeven waarin u wordt gevraagd de vereiste back-up klaar te
zetten.
6. Zet de back-up klaar en klik op de knop OK.
Æ Het terugzetten wordt voortgezet.
Als het terugzetten is voltooid wordt er een dialoogvenster geopend.
Als u een back-up van een schijf hebt teruggezet, wordt de schijf uitgeworpen.
Back-ups terugzetten
Pagina 62
Fig. 25: Het dialoogvenster Terugzetten voltooid
7. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt een back-up teruggezet.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken en een andere actie
starten, zoals het opnieuw uitvoeren van dezelfde back-up of een nieuwe back-up
maken, of u kunt de wizard sluiten.
Als u een stationsback-up hebt teruggezet, moet u de computer wellicht opnieuw
opstarten om het systeem bij te werken.
Filters
Pagina 63
12 Filters
In Nero BackItUp kunt u filters definiëren en deze bij het maken en terugzetten van back-ups
gebruiken. Een filter zorgt ervoor dat bepaalde bestanden wel of niet in de procedure worden
opgenomen. U kunt de filters naar wens combineren.
12.1 Standaardfilters
Nero BackItUp bevat twee standaardfilters:
Alle images: alle bekende imagebestanden worden opgenomen
Uitgesloten bestanden voor alle back-ups: systeembestanden worden uitgesloten
12.2 Filters maken
U kunt uw eigen filters maken om bepaalde bestanden bij het maken of terugzetten van een
back-up al dan niet op te nemen. U kunt filters maken voor één bepaalde back-up of juist
voor alle back-ups.
Voer de volgende stappen uit als u een filter wilt maken:
1. Als u filters wilt maken die voor iedere back-up beschikbaar zijn:
1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op Opties.
Æ Het venster Opties wordt geopend.
2. Klik op de tab Bestandsfilters.
3. Klik op de knop Maken.
2. Als u filters wilt maken voor één speciale back-up, klikt u in het venster Bestandsback-up of
in het gebied met extra opties van de wizard Back-up op de knop Maken
.
3. Als u filters wilt maken voor één speciale terugzettaak, klikt u in het venster Terugzetten of
in het gebied met extra opties van de wizard Terugzetten op de knop Maken
.
Æ Het venster Filterinstellingen wordt geopend.
Fig. 26: Het venster Filterinstellingen
Filters
Pagina 64
4. Geef in het tekstveld Naam filter invoeren een naam op voor de filter.
5. Selecteer een filtertype in de vervolgkeuzelijst Bestanden filteren op.
Æ Onder de vervolgkeuzelijst wordt er een definitiegebied voor het geselecteerde filtertype
weergegeven.
6. Als u het filtertype Bestandsextensie hebt geselecteerd:
1. Selecteer de optie Bestanden uitsluiten om bestanden met een bepaalde extensie uit te
sluiten.
2. Selecteer de optie Bestanden opnemen om bestanden met een bepaalde extensie op te
nemen.
3. Klik op de knop Bestandstypen bewerken.
Æ Het venster Opgenomen/uitgesloten bestandstypen toevoegen wordt geopend.
4. Klik op de knop >> als u bestandsextensies wilt toevoegen.
5. Klik op de knop << als u bestandsextensies wilt verwijderen.
6. In het tekstvak kunt u desgewenst uw eigen bestandsextensies opgeven.
7. Klik op de knop OK.
Æ Het venster wordt gesloten. De geselecteerde bestandsextensies zijn aan de lijst
toegevoegd.
7. Als u het filtertype Datum hebt geselecteerd:
1. Geef in de vervolgkeuzelijst Alle bestanden zoeken aan of de bestanden voor de laatste
keer op een bepaalde datum moeten worden gemaakt, gewijzigd of aangeroepen.
2. Gebruik de optieknoppen om een datum of periode te selecteren.
8. Als u het filtertype Grootte hebt geselecteerd:
1. Geef in de vervolgkeuzelijst Grootte aan of de bestanden een bepaalde minimum- of
maximumgrootte moeten hebben.
2. Geef de grootte op in MB.
9. Als u het filtertype Kenmerk hebt geselecteerd:
1. Schakel de selectievakjes in voor de kenmerken waarvoor u meer gedetailleerde
instellingen wilt opgegeven.
2. Geef in de vervolgkeuzelijst aan of de bestanden met die kenmerken moeten worden
opgenomen in de selectie of worden uitgesloten.
10. Als u het filtertype Uitgesloten pad hebt geselecteerd:
1. Klik op de knop Toevoegen.
Æ Het venster Map selecteren wordt geopend.
2. Selecteer de gewenste map en klik op de knop OK.
Æ Het pad naar de geselecteerde map wordt aan de lijst De volgende paden
uitsluiten toegevoegd. De map en alle onderliggende submappen worden uit het
filterproces uitgesloten.
3. Geef indien gewenst meer paden op.
4. Als u een pad weer wilt gebruiken, klikt u op de knop Verwijderen.
11. Als u het venster Filterinstellingen via het venster Bestandsback-up of Terugzetten hebt
geopend en als u wilt dat de filter voor alle toekomstige back-ups en terugzettaken
beschikbaar is, schakelt u het selectievakje Opslaan in opties bestandsfilter in.
Filters
Pagina 65
12. Klik op de knop OK.
Î Het venster wordt gesloten en de filter die u hebt gemaakt wordt opgeslagen.
12.3 Filters selecteren en combineren
U kunt de filters die u in Nero BackItUp hebt gemaakt selecteren en combineren.
Filters met hetzelfde filtertype (bijvoorbeeld het filtertype bestandsextensie) zijn met een
OR-relatie gekoppeld. Dat betekent dat de bestanden worden gefilterd die aan een van
beide voorwaarden voldoen.
Filters met verschillende filtertypen zijn gekoppeld met een AND-relatie. Dat betekent dat
alleen de bestanden worden gefilterd die aan beide voorwaarden voldoen.
Voer de volgende stappen uit om filters te selecteren en te combineren:
1. Als u filters wilt combineren en ze als een profiel wilt opslaan:
1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op Opties.
Æ Het venster Opties wordt geopend.
2. Klik op de tab Back-up.
3. Klik op de knop Toevoegen/Verwijderen.
2. Als u filters wilt combineren voor één speciale back-up, klikt u in het venster Bestandsback-
up of in het gebied met extra opties van de wizard Back-up op de knop Toevoegen
.
3. Als u filters wilt combineren voor één speciale terugzettaak, klikt u in het venster
Terugzetten of in het gebied met extra opties van de wizard Terugzetten op de knop
Toevoegen
.
Æ Het venster Bestandsfilters selecteren wordt geopend.
Fig. 27: Het venster Bestandsfilters selecteren
Filters
Pagina 66
4. Als u filters wilt selecteren:
1. Selecteer de gewenste filter in de vervolgkeuzelijst Bekende filters.
2. Klik op de knop >>.
Æ De filter wordt aan de lijst Geselecteerde filters toegevoegd.
5. Als u geen filter wilt toepassen:
1. Selecteer de filter in de lijst Geselecteerde filters.
2. Klik op de knop <<.
Æ De filter wordt uit de lijst Geselecteerde filters verwijderd.
6. Klik op de knop OK.
Î Het venster wordt gesloten en de geselecteerde filtercombinatie wordt toegepast.
Als u de filters in het venster Opties hebt gecombineerd, kunt u het gewijzigde profiel
nu onder een andere naam opslaan (zie
Het tabblad Back-up).
Bestanden zoeken
Pagina 67
13 Bestanden zoeken
U kunt de functie Bestanden zoeken gebruiken om naar specifieke bestanden op de
computer te zoeken voor bestandsback-ups en voor het terugzetten van bestands- en
stationsback-ups. U kunt bestanden aan de back-up of de terugzettaak toevoegen of u kunt
ze juist uit de back-up of de terugzettaak verwijderen. Met deze functie kunt u zelfs
bestanden toevoegen die niet overeenkomen met de filtercriteria. De functie Bestanden
zoeken is alleen beschikbaar in de vensters, niet in de wizards.
Voer de volgende stappen uit om naar bepaalde bestanden te zoeken:
1. Klik op de knop .
Æ Het dialoogvenster Bestand zoeken wordt geopend.
Fig. 28: Het dialoogvenster Bestand zoeken
2. Geef in de vervolgkeuzelijst Zoeken in op waar de zoekopdracht moet worden uitgevoerd.
3. Als u ook in de submappen wilt zoeken, moet u de optie Submappen opnemen
inschakelen.
4. Als u bestanden op naam wilt zoeken, geeft u de zoektekst op in het veld Naam.
5. Als u naar bestanden wilt zoeken van een bepaalde datum of tijdperiode, klikt u op de tab
Datum en gebruikt u de optieknoppen om de zoekcriteria op te geven.
6. Als u bestanden van een bepaald type wilt zoeken, klikt u op de tab Geavanceerd.
7. Geef in de vervolgkeuzelijst Type de gewenste bestandsextensie op.
8. In de vervolgkeuzelijst Grootte kunt u opgeven of het bestand een bepaalde minimum- of
maximumgrootte moet hebben en kunt u de gewenste grootte in KB opgeven.
Als u geen beperkingen wilt opgeven, laat u dat vak leeg of gebruikt u de
standaardinstellingen.
Bestanden zoeken
Pagina 68
9. Klik op Nu zoeken.
Æ Het zoeken wordt gestart. De zoekresultaten worden onderin het venster weergegeven.
10. Als u een bestand in de back-up of terugzettaak wilt opnemen, schakelt u het bijbehorende
selectievakje in.
11. Als u een bestand uit de back-up of terugzettaak wilt uitsluiten, schakelt u het bijbehorende
selectievakje uit.
12. Klik op de knop Toepassen.
Æ De geselecteerde bestanden worden verwerkt.
13. Klik op de knop OK.
Î U hebt de functie Bestand zoeken voor een back-up of een terugzettaak toegepast.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 69
14 Nero BackItUp ImageTool
Nero BackItUp ImageTool is een vereenvoudigde versie van Nero BackItUp die van een
schijf kan worden opgestart. De opstartbare schijf wordt met Nero BackItUp gemaakt. Nero
BackItUp ImageTool bevat de volgende mogelijkheden in een grafische interface:
Stationsback-up
Verificatie stationsback-up
Station terugzetten
Als u Nero BackItUp ImageTool vanaf een schijf opstart, worden de harde schijven van de
computer niet geactiveerd. Dat betekent dat u een back-up kunt maken van een harde schijf
zonder dat er verificatiefouten optreden.
14.1 Een opstartbare schijf maken
Met Nero BackItUp kunt u een opstartbare cd of dvd maken waarmee Nero BackItUp wordt
opgestart. Daarbij worden de FTP-servers die u bij de opties voor Nero BackItUp hebt
opgegeven (zie
Het tabblad FTP) overgezet naar Nero BackItUp ImageTool.
Voer de volgende stappen uit als u een opstartbare cd/dvd wilt maken:
1. Plaats een beschrijfbare cd/dvd in de recorder.
2. Klik in de werkbalk van Nero BackItUp op het menu Extra en vervolgens op Opstartbare
schijf maken.
Æ Het dialoogvenster Opstartbare schijf maken wordt geopend.
Fig. 29: Het dialoogvenster Opstartbare schijf maken
3. Selecteer de juiste recorder in de bovenste vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer het type schijf dat u hebt geplaatst in de vervolgkeuzelijst Schijftype.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 70
5. Klik op de knop Maken.
Æ Het proces wordt gestart en u kunt de voortgang in de voortgangsbalk en door middel
van de berichten bijhouden. Nadat het proces is voltooid, wordt de schijf uitgeworpen en
verschijnt er een dialoogvenster met de mededeling 'Kopie image voltooid'.
Fig. 30: Dialoogvenster nadat het maken van de opstartbare schijf is voltooid
6. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
7. Klik op de knop Sluiten.
Î Het dialoogvenster Opstartbare schijf maken wordt gesloten. U hebt een opstartbare
schijf gemaakt.
14.2 Nero BackItUp ImageTool starten
Nero BackItUp wordt opgestart vanaf de opstartbare cd/dvd die u met Nero BackItUp hebt
gemaakt. Als u vanaf de cd/dvd opstart, wordt de computer gestart zonder dat de harde
schijf wordt benaderd. Omdat de harde schijf niet actief is, kunt u een back-up of
terugzettaak uitvoeren zonder verificatiefouten.
Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan voordat de computer vanaf een schijf
kan worden opgestart:
De opstartvolgorde moet zodanig in de BIOS van de computer worden ingesteld dat de
schijf in het station als de opstartschijf wordt aangeroepen (opstartvolgorde bijvoorbeeld
cd-rom, C, A).
Als u een SCSI cd-rom-station gebruikt, moet dit station op een SCSI-adapter zijn
aangesloten met een afzonderlijke BIOS waarin de instellingen kunnen worden
aangepast. (Dit werkt alleen als er geen IDE harde schijven aanwezig zijn, aangezien
deze vóór de SCSI-adapter in de opstartvolgorde worden geplaatst.)
De opstartbare cd/dvd die u met Nero BackItUp hebt gemaakt moet in het station zijn
geplaatst.
Omdat het niet mogelijk is een cd/dvd te plaatsen als de computer is uitgeschakeld, moet u
eerst de computer op de normale manier opstarten, de cd/dvd plaatsen en de computer
opnieuw uitschakelen.
Het is belangrijk dat de cd/dvd in het station is geplaatst als u de computer start, omdat de
computer alleen dan via de cd/dvd kan opstarten.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 71
Voer de volgende stappen uit als u de computer vanaf een cd/dvd wilt opstarten en Nero
BackItUp ImageTool wilt starten:
1. Start de computer.
Æ De computer start op vanaf de cd/dvd.
Nero BackItUp ImageTool wordt geladen. U kunt de voortgang bijhouden via de
berichten die onderin het scherm worden weergegeven.
Het startvenster van Nero BackItUp ImageTool wordt weergegeven.
2. Selecteer in het vak Taal selecteren de taal voor Nero BackItUp ImageTool. Klik op de knop
OK.
Æ Het hoofdvenster van Nero BackItUp ImageTool wordt geopend.
Er wordt een dialoogvenster met een licentieovereenkomst weergegeven.
3. Lees de licentieovereenkomst aandachtig door. Als u met de voorwaarden in de
licentieovereenkomst akkoord gaat, klikt u op 'Ik accepteer alle voorwaarden in voorgaande
licentieovereenkomst'. U moet akkoord gaan met de licentieovereenkomst voordat u Nero
BackItUp ImageTool kunt gebruiken.
4. Klik op de knop OK om het dialoogvenster te sluiten.
Î U hebt Nero BackItUp ImageTool vanaf de cd/dvd opgestart.
Nadat Nero BackItUp ImageTool is gestart, hebt u de cd/dvd niet meer nodig. U kunt de
schijf dan ook uit het station verwijderen, zodat het station weer beschikbaar is als u een
back-up wilt maken of een back-up terug wilt zetten.
14.3 Programma-interface
De programma-interface van Nero BackItUp ImageTool is het startvenster voor alle
handelingen die u met Nero BackItUp ImageTool uitvoert. De interface is afgeleid van de
programma-interface van Nero BackItUp.
Fig. 31: De programma-interface van Nero BackItUp ImageTool
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 72
De volgende knoppen zijn beschikbaar:
Menubalk
Bestand
Hiermee opent u het menu Bestand dat programma-
gerelateerde taken bevat zoals Openen en Sluiten. Via dit menu
kunt u ook de opties instellen, importeren en exporteren, het
logbestand opslaan en het systeem opnieuw opstarten of
afsluiten.
Beeld
Hiermee opent u het menu Beeld waarin u kunt aangeven welke
werkbalken moeten worden weergegeven.
Extra
Hiermee opent u het menu Extra van waaruit u de wizards kunt
starten. Daarnaast kunt u informatie weergeven over de
geplaatste schijf, een herbeschrijfbare schijf wissen en de
apparatuurgegevens bijwerken.
Help
Hiermee opent u het menu Help van waaruit u informatie over
Nero BackItUp ImageTool kunt bekijken.
Werkbalk
Openen
Hiermee opent u een stationsback-up die u vervolgens kunt
terugzetten.
Apparaten
opnieuw scannen
Hiermee wordt de informatie over de harde schijven, stations en
aangesloten apparaten bijgewerkt.
Info
Toont informatie over Nero BackItUp ImageTool, zoals het
versienummer.
Vervolgkeuzelijst
Stationsback-up
Hiermee start u een stationsback-up (zie
Stationsback-up).
Terugzetten
Hiermee start u het terugzetten van een stationsback-up (zie
Een stationsback-up terugzetten).
Verificatie
Hiermee start u de verificatie van een stationsback-up (zie
Een
stationsback-up verifiëren
).
14.3.1 Het venster Opties
In het venster Opties kunt u instellingen opgeven voor het netwerk en de FTP-server. Klik
op het menu Bestand en vervolgens op Opties om het venster te openen.
De volgende tabbladen zijn beschikbaar:
FTP
Hier kunt u een FTP-server configureren (zie
Het tabblad FTP).
Hier worden de FTP-servers weergegeven die u in Nero BackItUp had
opgegeven toen u de opstartbare cd/dvd maakte.
FTP-servers kunnen alleen worden weergegeven of geconfigureerd als het
netwerk is geconfigureerd.
Netwerk
Hier vindt u opties voor het configureren van het netwerk:
Geen: er is geen netwerk geconfigureerd.
DHCP: Er wordt op een dynamische manier naar het IP-adres verwezen.
Statische IP: Het statische IP-adres dat u hebt opgegeven wordt gebruikt.
U moet het netwerk configureren voordat Nero BackItUp ImageTool
verbinding kan maken met een FTP-server.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 73
14.4 Het venster Bestand of Map
Het venster Bestand of Map wordt geopend als u een bestand of een map selecteert,
bijvoorbeeld een stationsback-up die u wilt terugzetten. Dit venster is identiek aan de
zoekvensters in Windows
®
.
Fig. 32: Nero BackItUp ImageTool, venster Bestand / Map
De volgende items zijn beschikbaar:
1
Zoeken in:
Hier worden de padgegevens weergegeven. Gebruik de
knoppen om een nieuwe map te maken of om naar de
bovenliggende map te gaan.
Harde
schijven
Geeft de inhoud van de harde schijven weer in het
weergavegebied.
Cd/dvd
Alle stations worden uitgeworpen en in het weergavegebied
weergegeven.
Netwerk
Het netwerk wordt in het weergavegebied weergegeven.
2
FTP
De opgegeven FTP-servers worden in het weergavegebied
weergegeven (zie
Het venster Opties).
3
Weergaveg
ebied
Hier wordt de geselecteerde inhoud weergegeven. U kunt een
map of een item openen door te dubbelklikken.
Locatie
Hier wordt het huidige pad of de bestandsnaam weergegeven.
Filters
Deze knop is momenteel niet geactiveerd.
OK
Hiermee sluit u het venster en wordt de geselecteerde map of
het geselecteerde bestand geopend.
4
Annuleren
Hiermee annuleert u uw selectie en wordt het venster gesloten.
5
Berichtgebi
ed
Hier worden tijdens het lezen van schijven berichten
weergegeven.
1
2
3
4
5
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 74
14.5 Stationsback-up
Met Nero BackItUp ImageTool kunt u een back-up maken van een harde schijf of een
partitie. Het voordeel ten opzichte van een stationsback-up met Nero BackItUp is dat het
station niet actief is, omdat Nero BackItUp ImageTool vanaf een cd/dvd wordt opgestart.
Daardoor treden er geen verificatie fouten op tijdens het maken van de back-up.
Nero BackItUp ImageTool ondersteunt de schijftypen cd, dvd, HD-dvd en Blu-ray. Het
schijftype dat u kunt gebruiken is afhankelijk van de recorder die u gebruikt.
Als u een back-up wilt maken met Nero BackItUp ImageTool, moet u eerst het station
selecteren. Vervolgens kunt u de back-up naar een schijf branden of op de harde schijf
opslaan. U kunt de back-up ook op een FTP-server of als een imagebestand opslaan. Als u
een nieuw apparaat hebt geplaatst, klikt u op de knop Apparaat verifiëren zodat Nero
BackItUp ImageTool het apparaat herkent.
14.5.1 Een station selecteren
Voer de volgende stappen uit om een station te selecteren met Nero BackItUp ImageTool:
5. Klik op de knop Stationsback-up.
Æ Het startvenster van de wizard Stationsback-up wordt geopend.
6. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Partitie of harde schijf selecteren wordt weergegeven.
7. Als u een back-up van een harde schijf wilt maken, klikt u op de bijbehorende knop onder de
lijst Stationsnaam.
Æ De harde schijf en alle partities op de harde schijf worden geselecteerd en gemarkeerd.
8. Als u een back-up wilt maken van een partitie, klikt u in de lijst Partitienamen op de
gewenste partitie.
Æ De partitie wordt geselecteerd en gemarkeerd.
U kunt meerdere partities op een harde schijf selecteren voor een back-up.
Î U hebt de harde schijf of de partitie geselecteerd waarvan u een back-up wilt maken.
Klik op de knop Volgende om de bestemming voor de back-up op te geven (zie
Een
back-up naar een schijf branden of op een harde schijf opslaan
, Een back-up naar een
FTP-server uploaden
of Een back-up opslaan als een imagebestand ).
14.5.2 De back-up naar een schijf branden of op de harde schijf opslaan
Nadat u het station hebt geselecteerd waarvan u een back-up wilt maken (zie Een station
selecteren
), kunt u het maken van de back-up starten en deze naar een cd/dvd branden of
op de harde schijf opslaan. Daarvoor gebruikt u de vensters Instellingen back-up en De
wizard back-up voltooien.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 75
Voer de volgende stappen uit als u de back-up wilt starten en naar een schijf wilt branden of
op de harde schijf wilt opslaan:
1. Als u de back-up naar een schijf wilt branden, selecteert u de recorder in de vervolgkeuzelijst
Bestemming.
2. Als u de back-up op de harde schijf wilt opslaan:
1. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestemming een harde schijf, een netwerkstation of een
verwisselbare schijf.
2. Geef in het tekstvak Doelpad het pad op van de map waarin u de back-up wilt opslaan.
Het is niet mogelijk de back-up up een harde schijf op te slaan die in de indeling NTFS is
geformatteerd (zie
Ondersteunde bestandssystemen).
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op (zie ter vergelijking Het venster Instellingen
back-up
van Nero BackItUp).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Controleer uw instellingen in het venster De wizard Back-up voltooien en geef indien
gewenst aanvullende opties op (zie ter vergelijking
Het venster De wizard Back-up voltooien
van Nero BackItUp).
6. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. U kunt
de voortgang van de procedure in de voortgangsbalk en door middel van de berichten
bijhouden.
Voor het maken van de back-up zijn de volgende opties beschikbaar:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
7. Als u de back-up naar een schijf wilt branden, wordt het venster Wachten op schijf
geopend en worden alle stations beschikbaar gemaakt.
8. Plaats een geschikte lege schijf.
Æ De back-upprocedure wordt voortgezet. Nero BackItUp ImageTool start een multi-
sessieschijf of gaat verder met een bestaande multi-sessieschijf.
Als de back-up naar meerdere schijven moet worden gebrand, wordt het dialoogvenster
Wachten op schijf weergegeven en wordt de schijf uitgeworpen als de schijf vol is.
9. Plaats vervolgens een lege schijf in het station.
Æ Het branden van de back-up wordt voortgezet naar de schijf die u zojuist hebt geplaatst.
10. Herhaal de vorige stap totdat de back-up in zijn geheel naar de schijven is gebrand.
Æ Als u het selectievakje Gegevens na back-up verifiëren in het venster De wizard
Back-up voltooien hebt ingeschakeld en als de back-up naar één schijf is gebrand,
wordt de schijf uitgeworpen en opnieuw geladen en vervolgens wordt de verificatie
automatisch gestart.
Als u het selectievakje Gegevens na back-up verifiëren in het venster De wizard
Back-up voltooien hebt ingeschakeld en als de back-up naar meerdere schijven is
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 76
gebrand, wordt de schijf uitgeworpen en wordt het venster Map geopend (zie Het
venster Bestand of Map
).
11. Klik op de knop Cd/dvd.
Æ De stations worden geopend.
12. Plaats de eerste schijf van de back-up in het station om de back-up te verifiëren.
13. Selecteer het gewenste station in het weergavegebied en klik op de knop OK.
Æ De verificatie wordt gestart en de eerste schijf wordt gecontroleerd. Vervolgens wordt de
schijf uitgeworpen en wordt het venster Map opnieuw geopend (zie
Het venster Bestand
of Map
).
14. Herhaal de vorige twee stappen voor alle schijven van de back-up in de juiste volgorde.
Æ Als de back-upprocedure is voltooid wordt de schijf uitgeworpen en wordt er een
dialoogvenster weergegeven.
15. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt de stationsback-up met Nero BackItUp ImageTool naar een cd/dvd gebrand of
op de harde schijf opgeslagen. Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop
Volgende klikken om een andere actie te starten of de wizard sluiten.
14.5.3 Een back-up naar een FTP-server uploaden
Nadat u het station hebt geselecteerd waarvan u een back-up wilt maken (zie Een station
selecteren
), kunt u het de back-up starten en deze naar een FTP-server uploaden. Daarvoor
gebruikt u de vensters Instellingen back-up en De wizard back-up voltooien.
Deze functie is alleen beschikbaar als u bij de opties een FTP-server hebt opgegeven (zie
Het tabblad FTP).
Voer de volgende stappen uit om de stationsback-up naar een FTP-server te uploaden:
1. Selecteer de gewenste FTP-server in de vervolgkeuzelijst Bestemming.
2. Selecteer eventueel een directory.
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op (zie ter vergelijking Het venster Instellingen
back-up
van Nero BackItUp).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Geef de gewenste opties op (zie ter vergelijking Het venster De wizard Back-up voltooien
van Nero BackItUp).
6. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. U kunt
de voortgang van de procedure in de voortgangsbalk en door middel van de berichten
bijhouden.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 77
Voor het maken van de back-up zijn de volgende opties beschikbaar:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
Æ Nadat de back-up is voltooid, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin dat
wordt bevestigd.
7. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt de stationsback-up naar een FTP-server geüpload met Nero BackItUp
ImageTool.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken om een andere actie
te starten of de wizard sluiten.
14.5.4 Een back-up opslaan als een imagebestand
Nadat u het station hebt geselecteerd waarvan u een back-up wilt maken (zie Een station
selecteren
), kunt u de back-up starten. Daarvoor gebruikt u de vensters Instellingen back-
up en De wizard back-up voltooien.
Met Nero BackItUp ImageTool en Nero Image Recorder kunt u de back-up als een
imagebestand opslaan. Een imagebestand is een bestand op de harde schijf dat een
complete schijf bevat. U kunt een imagebestand als een virtuele schijf beschouwen. U kunt
een imagebestand zo vaak u wilt branden.
Met Nero Image Recorder kunt u ook een image maken van een schijftype dat niet door de
geïnstalleerde recorder wordt ondersteund. U kunt bijvoorbeeld een dvd-image maken op
een computer waarin geen dvd-recorder is geïnstalleerd.
Voer de volgende stappen uit als u een stationsback-up als een imagebestand wilt opslaan:
1. Selecteer de optie Image Recorder in de vervolgkeuzelijst Bestemming.
2. Selecteer het gewenste schijftype in de vervolgkeuzelijst Schijftype.
3. Geef indien gewenst aanvullende instellingen op (zie ter vergelijking Het venster Instellingen
back-up
van Nero BackItUp).
4. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster De wizard Back-up voltooien wordt weergegeven.
5. Geef de gewenste opties op (zie ter vergelijking Het venster De wizard Back-up voltooien
van Nero BackItUp).
6. Klik op de knop Back-up.
Æ Het venster Back-upprocedure wordt weergegeven en de back-up wordt gestart. U kunt
de voortgang van de back-up in de voortgangsbalk en door middel van de berichten
bijhouden.
Voor het maken van de back-up zijn de volgende opties beschikbaar:
De computer automatisch afsluiten als de procedure is voltooid: de computer wordt
afgesloten als het maken van de back-up is voltooid.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 78
Æ Het venster Bestand opslaan wordt geopend (zie Het venster Bestand of Map).
7. Klik op de knop Harde schijf.
Het is niet mogelijk de back-up op een harde schijf op te slaan die in de indeling NTFS is
geformatteerd (zie
Ondersteunde bestandssystemen).
8. Selecteer een map in het weergavegebied.
9. Geef een naam op in het tekstvak Locatie.
10. Klik op de knop OK.
Æ De back-upprocedure wordt voortgezet. Nadat de back-up is voltooid, wordt er een
dialoogvenster weergegeven waarin dat wordt bevestigd.
11. Klik op de knop OK.
Æ Het dialoogvenster wordt gesloten.
Î U hebt een image van de back-up gemaakt met Nero Image Recorder. U kunt dit
imagebestand op ieder gewenst moment met Nero Burning ROM of Nero Express naar
een geschikte schijf branden.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken om een andere actie
te starten of de wizard sluiten.
14.6 Een stationsback-up verifiëren
In Nero BackItUp ImageTool kunt u een bestaande back-up verifiërenNero BackItUp.
ImageTool controleert of de back-up correct kan worden teruggezet. Dit gebeurt op basis
van de gegevensintegriteit. Daarnaast wordt er ook een verificatie uitgevoerd ten opzichte
van de brongegevens. Als u de verificatie direct nadat u de back-up hebt gemaakt uitvoert
en als de gegevens niet zijn gewijzigd, kunt u de gegevensverificatie gebruiken.
Voer de volgende stappen uit als u een back-up wilt verifiëren:
1. Klik op de knop Verifiëren.
Æ Het startvenster van de wizard Verifiëren wordt weergegeven.
2. Klik op de knop Volgende.
Æ Het scherm Instellingen verifiëren wordt weergegeven.
3. Klik op de knop .
Æ Het venster Bestand wordt geopend (zie Het venster Bestand of Map).
4. Selecteer een stationsback-up en klik op de knop OK.
Æ Het venster Bestand wordt gesloten. De geselecteerde back-up wordt overgezet en de
naam van de back-up wordt in het gebied Back-up selecteren weergegeven.
5. Als u de CRC-checksum van het station waarvan u de back-up hebt gemaakt wilt vergelijken
met de CRC-checksum van het oorspronkelijke station, selecteert u de optie Verifiëren met
CRC.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 79
6. Als u het oorspronkelijke station sector voor sector wilt vergelijken met het station waarvan u
een back-up hebt gemaakt, selecteert u de optie Sectoren vergelijken.
Het berekenen van de CRC-checksum duurt langer dan het vergelijken van de sectoren,
maar geeft doorgaans wel betere resultaten.
7. Selecteer de juiste harde schijf of partitie in het gebied onderaan het venster.
8. Klik op de knop Verifiëren.
Æ Het venster Verificatieprocedure wordt weergegeven. U kunt de voortgang van de
verificatie in de voortgangsbalk bekijken.
Als de verificatie is voltooid, wordt er een dialoogvenster geopend waarin de resultaten
van de verificatie worden weergegeven.
Het bericht 'De gegevensverificatie is voltooid' geeft aan dat er geen fouten zijn
aangetroffen en dat de back-up geschikt is om te worden teruggezet.
Als het bericht 'De gegevensverificatie is mislukt' wordt weergegeven, kan Nero BackItUp
niet garanderen dat de back-up foutloos kan worden teruggezet. Dit kan vele redenen
hebben, het back-upbestand kan bijvoorbeeld fouten bevatten of de gegevens voor de
vergelijking ontbreken op de computer.
9. Klik op de knop OK.
Î Het dialoogvenster wordt gesloten. U hebt de stationsback-up geverifieerd.
14.7 Een stationsback-up terugzetten
Met Nero BackItUp ImageTool kunt u een stationsback-up terugzetten. Aangezien Nero
BackItUp ImageTool vanaf een cd/dvd wordt opgestart, is de harde schijf niet actief tijdens
het terugzetten. Dat betekent dat het terugzetten met ImageTool in vergelijking met
terugzetten met Nero BackItUp onder Windows® betrouwbaarder is. U kunt echter geen
specifieke bestanden selecteren met Nero BackItUp ImageTool, het gehele station wordt
teruggezet.
Voer de volgende stappen uit als u een station wilt terugzetten:
1. Klik op de knop Terugzetten.
Æ Het openingsvenster van de wizard Terugzetten wordt geopend.
2. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Instellingen voor terugzetten wordt weergegeven.
3. Klik op de knop .
Æ Het venster Bestand wordt geopend (zie Het venster Bestand of Map).
4. Selecteer een stationsback-up en klik op de knop OK.
Æ Het venster Bestand wordt gesloten. In het venster Instellingen voor terugzetten
wordt de back-up van de harde schijf met alle bijbehorende partities of de back-up van
de partitie weergegeven. Partities waarvan geen back-up is gemaakt, worden grijs
weergegeven.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 80
5. Selecteer de harde schijf of de partitie die u terug wilt zetten.
Om technische redenen kunt u slechts één partitie per keer terugzetten.
6. Klik op de knop Volgende.
Æ Het venster Instellingen voor station terugzetten wordt weergegeven.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestemming selecteren de locatie waar de back-up moet
worden teruggezet:
Als u een hele harde schijf (met partities) wilt terugzetten, selecteert u een harde schijf als
de bestemming (bijvoorbeeld Schijf 1).
Als u een partitie wilt terugzetten, selecteert u een partitie als de bestemming (bijvoorbeeld
Gegevens (D)).
Æ Als u een hele harde schijf als de bestemming hebt geselecteerd (bijvoorbeeld Schijf 1),
wordt het gebied Grootte teruggezette partitie geactiveerd.
8. Geef in het gebied Grootte teruggezette partitie aan of de grootte van de gegevens die
worden teruggezet moet worden aangepast aan de grootte van de bestemming of aan de
grootte van de bron.
Aanpassen aan doelgrootte: De grootte van de doelpartitie blijft ongewijzigd en de partitie
die wordt teruggezet wordt daaraan aangepast. Als de doelpartitie groter is dan de
bronpartitie wordt de partitielimiet vergroot en als de doelpartitie kleiner is dan de
bronpartitie wordt de partitielimiet verkleind.
Voorwaarde: De gebruikte opslagruimte van de bronpartitie moet kleiner zijn dan of gelijk
zijn aan de doelpartitie.
Aanpassen aan brongrootte: De grootte van de bronpartitie blijft ongewijzigd en de
doelpartitie wordt daaraan aangepast. De ruimte in de partitie die niet nodig is wordt niet
gebruikt en u kunt de partitie daaraan aanpassen.
Voorwaarde: De bronpartitie moet kleiner zijn dan de doelpartitie en de gebruikte
opslagruimte van de bronpartitie moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de doelpartitie.
9. Als de harde schijf of de partitie die u wilt terugzetten een besturingssysteem bevat en als u
wilt dat het besturingssysteem start als de computer wordt opgestart, schakelt u het
selectievakje Hoofdopstartrecord terugzetten in.
10. Klik op de knop Volgende.
Æ De wizard Terugzetten voltooid wordt weergegeven. De opties die u hebt opgegeven
worden weergegeven.
11. Als u wilt dat de gegevens na het terugzetten worden geverifieerd, schakelt u het
bijbehorende selectievakje in.
12. Klik op de knop Terugzetten.
Æ Het venster Terugzetten wordt weergegeven en het terugzetten wordt gestart. U kunt de
voortgang van de procedure in de voortgangsbalk en door middel van de berichten
bijhouden. Als het terugzetten is voltooid wordt dat door middel van een dialoogvenster
gemeld.
Nero BackItUp ImageTool
Pagina 81
13. Klik op de knop OK.
Î U hebt een stationsback-up teruggezet.
Nu kunt u het logbestand opslaan of op de knop Volgende klikken en een andere actie
starten, zoals het opnieuw uitvoeren van dezelfde terugzettaak of een nieuwe
terugzettaak maken, of u kunt de wizard sluiten.
14.8 Nero BackItUp ImageTool afsluiten
Nadat u de gewenste acties hebt uitgevoerd, kunt u Nero BackItUp ImageTool sluiten. Voer
daarvoor de volgende stappen uit:
1. Verwijder de opstartbare cd/dvd uit het station.
Als het station is vergrendeld, klikt u op de knop Openen en vervolgens op de knop
Cd/dvd om de schijven in alle stations uit te werpen.
2. Klik op het menu Bestand en vervolgens op Systeem afsluiten.
Î Nero BackItUp ImageTool wordt gesloten en de computer wordt uitgeschakeld.
Overige handelingen
Pagina 82
15 Overige handelingen
15.1 De virusscanner bijwerken
In Nero BackItUp is een virusscanner geïntegreerd. Deze zorgt ervoor dat geïnfecteerde
bestanden niet worden gebrand. Het is aan te bevelen de virusscanner regelmatig te
updaten. Daarvoor hebt u een werkende internetverbinding nodig.
Voor het updaten van de virusscanner moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Er moet een werkende internetverbinding zijn.
Voer de volgende stappen uit om de virusscanner te updaten:
1. Klik op het menu Help en vervolgens op Anti-virusscanner updaten.
Æ Het venster Remote-status wordt geopend.
Nero BackItUp maakt verbinding met de FTP-server av.nero.com en de anti-
virusbestanden worden gedownload. De voortgang van de update wordt in het venster
weergegeven.
Als de bestanden zijn bijgewerkt, wordt de knop OK geactiveerd.
2. Klik op de knop OK.
Æ Het venster wordt gesloten.
Î U hebt de virusscanner geüpdate.
15.2 Een herbeschrijfbare schijf wissen
Met Nero BackItUp kunt u herbeschrijfbare schijven, dat zijn schijven met de specificatie rw,
wissen als deze functie door de recorder wordt ondersteund.
Volg onderstaande stappen om een herbeschrijfbare schijf te wissen:
1. Plaats de herbeschrijfbare schijf die u wilt wissen in het station.
2. Klik op het menu Extra en vervolgens op Herbeschrijfbare schijf wissen.
Æ Het dialoogvenster Herschrijfbare schijf wissen wordt geopend.
Fig. 33 Het dialoogvenster Herschrijfbare schijf wissen
Overige handelingen
Pagina 83
3. Als u meerdere recorders hebt geïnstalleerd, selecteert u een recorder in de
vervolgkeuzelijst Recorder selecteren.
4. Selecteer een wismethode in de vervolgkeuzelijst De gewenste wismethode selecteren.
Er zijn twee opties beschikbaar:
Een herbeschrijfbare schijf snel wissen: de schijf wordt niet volledig fysiek gewist, maar
alleen de verwijzingen naar de inhoud worden gewist. De schijf lijkt leeg, maar de
gegevens zijn fysiek nog steeds benaderbaar. Het wissen van een schijf met deze
methode duurt ongeveer 1 à 2 minuten.
Een herbeschrijfbare schijf volledig wissen: alle fysieke gegevens worden van de schijf
gewist. De inhoud kan niet meer worden geopend. Het wissen van een schijf met deze
methode duurt langer dan wissen met de methode Snel wissen en de benodigde tijd is
afhankelijk van het type schijf dat u wilt wissen.
Gebruik altijd de methode Volledig wissen als u vertrouwelijke gegevens wilt wissen. Als u
dat niet doet, kunnen derden de gegevens op de schijf openen.
5. Klik op de knop Wissen.
Æ Het wissen wordt gestart. In de voortgangsbalk kunt u de voortgang van het proces
bijhouden. Als het wissen is voltooid, wordt het venster gesloten en wordt de schijf
uitgeworpen.
Î U hebt een herbeschrijfbare schijf gewist en kunt de schijf nu opnieuw gebruiken.
83

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nero Back It Up2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nero Back It Up2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,15 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info