2275
47
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/54
Pagina verder
Gebruikers- en installatie-instructie
ModuLine IV
Nefit houdt Nederland warm
Inhoudsopgave t.b.v. de gebruiker
1. Inleiding 1-1
2. De Nefit ModuLine IV, een eerste kennismaking 2-1
3. Bediening 3-1
3.0 Algemene bedieningsvoorschriften 3-1
3.1 Temperatuurinstellingen 3-2
3.2 Het klokprogramma 3-4
3.3 De modules voor de ModuLine IV 3-15
4. Verkorte bedieningsinstructies klok 4-1
5. Displaycodelijst en wat te doen bij storing 5-1
Inhoudsopgave t.b.v. de installateur of
geïnteresseerde gebruiker
6. Montage en installatie 6-1
6.1 Montage- en installatie-instructie Nefit ModuLine IV 6-1
6.2 Aanbrengen van modules 6-5
6.3 Calibreren sensoren 6-6
7. Weersafhankelijk regelen 7-1
7.1 Algemene werking Weersafhankelijke Module 7-1
7.2 De standaard stooklijn 7-4
7.3 Welke stooklijn voor welke installatie 7-5
7.4 Inregelen van de cv- installatie bij
weersafhankelijke regeling 7-7
7.5 Afregelen van de stooklijn 7-8
7.6 Index toegepaste begrippen 7-11
7.7 Mogelijke problemen 7-12
Technische specificaties 7-13
1-1
3
10
15
20
25
30
Auto
+
-
Nacht Man Auto
Nefit EcomLine
- +
figuur 1: Bedieningsniveau 1
1. Inleiding
Voordat u de ModuLine IV in gebruik neemt, raden wij u aan
deze handleiding eens rustig door te lezen. U zult ontdekken dat
de ModuLine IV zich op essentiële punten onderscheidt van
andere klokthermostaten. Deze handleiding is opgesplitst in een
gebruikersdeel en een deel voor installateurs- of geïnteresseerde
gebruikers. Bij de splitsing is zoveel mogelijk uitgegaan van de
vraag wat de gebruiker moet weten om de ModuLine IV te
kunnen bedienen.Alle meer technische zaken zijn zoveel
mogelijk apart gehouden.
In hoofdstuk 2 van deze handleiding leest u wat de ModuLine IV
zo bijzonder maakt.
In hoofdstuk 3 "Bediening", wordt op overzichtelijk wijze uitge-
legd hoe u de ModuLine IV kunt bedienen. Grofweg wordt er
onderscheid gemaakt in drie bedieningsniveaus:
1. Temperatuurinstellingen (eerste en altijd bereikbare bedie-
ningsniveau)
2. Het klokprogramma (bedieningspaneel achter de grote klep)
3. De modules (bedieningspaneel achter het kleine klepje)
Hoofdstuk 4 bevat een register met de meest voorkomende
bedieningshandelingen inclusief een verkorte instructie.
Hoofdstuk 5 geeft nadere uitleg over de meest voorkomende
bedrijfs- en servicecodes van de bij de ModuLine IV behorende
cv-ketels. Hoofdstuk 6 bevat de montage-instructie. Omdat de
modules separaat verkrijgbaar zijn en achteraf in de ModuLine IV
gemonteerd kunnen worden, wordt hier tevens beschreven hoe
u de modules dient te monteren.Tenslotte beschrijft dit hoofd-
stuk hoe de diverse installatie-parameters en sensoren door de
installateur kunnen worden ingesteld. Hoofdstuk 7 geeft een
uitgebreide uitleg over de werking van de installatie bij weersaf-
hankelijk regelen.Tevens wordt hier omschreven wat er allemaal
moet gebeuren voordat een weersafhankelijke regeling in gebruik
kan worden genomen.
De Moduline IV kamer-
thermostaat voldoet aan de
Europese norm (CE)
459036
1-2
3
Auto
+
-
vakantie
dag
1...7
INS
C
tijd temp
pauze party
invoegen
Function
wissen
Control
cal
aan
uit
auto
- +
%
mbar
0
30 75
100
950 1010 1070
3
10
15
20
25
30
Auto
+
-
Nacht Man Auto
Nefit
- +
1. Inleiding
figuur 2: Bedieningsniveau 2
figuur 3: Bedieningsniveau 3
459047
459054
2-1
2. De Nefit ModuLine IV, een eerste
kennismaking
De ModuLine IV is een klokthermostaat die speciaal is ontwik-
keld voor gebruik bij de Nefit EcomLine ketels en de
Nefit HRC 23VT ketel.
De ModuLine IV is ontworpen voor toepassing in de woonka-
mer, zodat instellingen eenvoudig kunnen worden gecontroleerd
en veranderd, zonder dat u daarvoor naar de opstellingsruimte
van de ketel hoeft te gaan.
Op een aantal punten onderscheidt de ModuLine IV zich van
andere klokthermostaten, namelijk:
1. Gebruiksvriendelijkheid; de ModuLine IV is door iedereen
te bedienen.
2. Functionaliteit; de ModuLine IV vervult zijn functie 'tempe-
ratuurregeling' op een zeer doeltreffende wijze, namelijk
modulerend.
3. Flexibiliteit; de ModuLine IV kan aan de vele, vaak sterk wis-
selende eisen van de consument voldoen, door toevoeging van
separate modules.
Deze uitspraken vragen om een nadere onderbouwing.
2.1 Gebruiksvriendelijk voor iedereen !
De meest voorkomende bedieningshandelingen bij een klokther-
mostaat in de woonkamer, hebben te maken met het kortstondig
wijzigen van de standaard instellingen.Afhankelijk van een inci-
dentele omgevings- of persoonlijke situatie, is een aanpassing van
de standaard instelling wenselijk. Anders gezegd, een klokpro-
gramma werkt juist dan naar tevredenheid, wanneer men daar
op zeer eenvoudige wijze van af kan wijken. Dit geldt voor alle
gebruikers. Ook de incidentele huisbezoekers, waaronder de
babysit, de schoonmaker, opa en oma, de buurvrouw etc.
Deze bedieningsfilosofie is gerealiseerd op bedieningsniveau 1,
in de vorm van de grote temperatuur draaiknop. Aan de boven-
zijde van deze draaiknop ziet u de bekende analoge schaalverde-
ling, waarmee iedereen de gewenste temperatuur kan instellen.
Bij 20ºC is een kleine weerstand aangebracht om deze te accen-
tueren. Met de draaiknop in deze stand, d.w.z. wijzend naar de
schaalverdeling, is de klok uitgeschakeld en is men overgestapt
op handbediening. Wordt de draaiknop helemaal in de onderste
stand gezet op de aanduiding 'Auto', dan treedt het klokpro-
gramma in werking. Met de draaiknop in de 'Auto' stand kan
men met behulp van de + / - knop de geprogrammeerde tempe-
ratuur tijdelijk, d.w.z. tot het volgende schakelpunt, wijzigen.
De draaiknop met temperatuurschaal is als bedieningsprincipe
dermate algemeen en beproefd, dat weinigen zullen aarzelen bij
10
15
20
25
30
Auto
+
-
10
15
20
25
30
Auto
+-
HANDINSTELLING
AUTOMATISCH
figuur 4: Bedieningsniveau 1
459055
2-2
figuur 5: Communicatie module
Function
459037
de bediening van deze knop. De + / - knop voor tijdelijke wijzi-
gingen op de "Auto" stand spreekt eveneens voor zich. Ook de
wat minder frequent uit te voeren bedieningshandelingen, zoals
het wijzigen van het klokprogramma, zullen na het lezen van
hoofdstuk 3 zeer eenvoudig blijken te zijn.
2.2 Functioneel door modulerende regeling
In de standaard uitvoering is de ModuLine IV een uitgebreide
klokthermostaat die de Nefit EcomLine cv-ketel laat moduleren
op basis van ruimtetemperatuur: De ModuLine IV hangt over
het algemeen in de woonkamer. De ModuLine IV meet continu
de temperatuur in de woonkamer en bepaalt dan hoe hard de
cv-ketel moet branden. Er wordt voor gezorgd dat de cv-ketel
niet harder brandt dan strikt noodzakelijk om de gewenste ruim-
tetemperatuur te bereiken en te handhaven.
De EcomLine cv-ketel zal over het algemeen gedurende langere
tijd branden op een laag vermogen. Hiermee wordt een zeer
hoog comfort bereikt, omdat de ruimtetemperatuur goed con-
stant wordt gehouden. Dit is ook goed voor uw portemonnaie,
omdat in deze situatie het hoogste rendement wordt bereikt.
De EcomLine cv-ketel brandt dus gedurende langere tijd, zodat er
vrijwel continu warmwater in het cv-systeem aanwezig is.Wanneer
er een radiatorafsluiter wordt opengedraaid die dicht staat, zal de
betreffende ruimte op temperatuur komen. Denk hierbij bijvoor-
beeld aan een studeerkamer die af en toe gebruikt wordt.
De standaard uitvoering zoals hierboven beschreven zal voor
het merendeel van de cv-installaties de beste regeling zijn.
2.3.1 Flexibel door toepassing van modules
De ModuLine IV kan worden voorzien van verschillende modu-
les. De communicatiemodule is standaard ingebouwd.
1. Communicatiemodule, zie figuur 5.
Met de Nefit communicatiemodule kunt u desgewenst vanuit de
woonkamer volgen hoe de ketel functioneert, wat de ketelwa-
tertemperatuur is, of de ketel voor warmwater of cv-water
brandt, etc.
Bij eventuele storing kunt u zelfs zien wat de storingscode op
dat moment is. Deze informatie kunt u rechtstreeks aan de
installateur doorgeven, mocht een servicebezoek wenselijk zijn.
Met de storingscodelijst uit de handleiding van uw Nefit EcomLine
kunt u dan vaststellen wat er aan de hand is en wat u het beste kunt
doen. Hoofdstuk 5 van deze ModuLine IV handleiding bevat een
2-3
tabel en algemene informatie omtrent de optredende storingscodes.
2.Weersafhankelijke module, zie figuur 6.
Met de weersafhankelijke module is van de ModuLine IV een
weersafhankelijke regelaar te maken (dit geldt niet bij de Nefit
HRC 23VT). Bij deze module wordt een buitentemperatuurvoe-
ler meegeleverd. Er kan gekozen worden uit drie regelingen:
1. weersafhankelijk
De cv-watertemperatuur wordt berekend aan de hand van
de buitentemperatuur. Wordt het buiten kouder, dan zal de
cv-watertemperatuur worden verhoogd. Deze regeling wordt
vaak toegepast in de utiliteitsbouw en bij woonhuizen waar
de woonkamer geen goed referentievertrek is. De ruimte-
temperatuur op zich wordt bepaald door de instelling van de
noodzakelijke thermostatische radiator afsluiters.
2. weersafhankelijk met ruimtetemperatuurcompensatie
De cv-watertemperatuur wordt berekend aan de hand van
de buitentemperatuur en gecorrigeerd aan de hand van de
heersende temperatuur in de ruimte waar de ModuLine IV
hangt. Om deze regeling te gebruiken moet de installatie
nauwkeurig uitgebalanceerd worden.
3. ruimtetemperatuur
Dezelfde regeling van de ruimtetemperatuur als bij de
standaard uitvoering.
Het is over het algemeen niet mogelijk om te wisselen van
regeling zonder het ingestelde klokprogamma aan te passen.
3. Luchtvochtigheidsmodule, zie figuur 8.
Deze module toont de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte waar
de ModuLine IV hangt. Door grondige na-isolatie en de wijze waar-
op men de huidige nieuwbouwwoningen isoleert, is de natuurlijke
ventilatie afgenomen en daarmee het binnen-milieu kritischer
geworden. Bewaking van de relatieve luchtvochtigheid (RLV) is een
adequate manier om de luchtkwaliteit in de gaten te houden.
Is de luchtvochtigheid te hoog, dan krijgen bacterien, schimmels,
huismijt e.d. meer kans om zich te manifesteren. Is de luchtvoch-
tigheid te laag (in de winter bijv.), dan krijgt men meer last van
virussen, ozon en infecties van de luchtwegen. Optimaal is het
gebied tussen de 40% en de 60% RLV. Acceptabel is het gebied
tussen de 30% en de 75% RLV. De luchtvochtigheid kan worden
beïnvloed door goed te ventileren (= verlagen van RLV ) of door
vocht toe te voegen (luchtbevochtigers, planten, e.d.)
4. Baromodule, zie figuur 9.
De Baromodule toont de heersende luchtdruk in mbar. De lucht-
vochtigheidsmodule en de baromodule regelen de Nefit ketel niet.
De modules zijn los verkrijgbaar bij uw installateur.
figuur 7: Regelingsprincipes
figuur 6: Weersafhankelijke module
Controle
Ruimtetemperatuur
regeling
Weersafhankelijke
regeling
Weersafhankelijke
regeling met ruimte
temperatuur-
compensatie
figuur 8: Luchtvochtigheids module
%
0
30 75
100
459044
459057
459039
figuur 9: Baro module
mbar
950 1010 1070
459038
2-4
2.3.2 Flexibel vanwege uniek klokprogramma
De meeste klokthermostaten kennen een vast aantal schakelpun-
ten per dag (meestal drie), een vast aantal temperatuurniveaus
(twee of drie) en een vast aantal programma's per week, ook
vaak twee of drie.Voor veel gezinnen is dit echter onvoldoende.
Het aantal dagprogramma's blijkt vaak te gering, evenals het
aantal schakelpunten.
Ter illustratie een gezin met twee schoolgaande kinderen
waarvan vader fulltime en moeder parttime werkt.
Op maandag, dinsdag en donderdag werken beide ouders en
zijn de kinderen naar school.Voor deze dagen levert dit een vast
programma. 'sWoendags en vrijdags is moeder 's middags thuis
en gaan de kinderen alleen 's morgens naar school. Op zaterdag
(boodschappen) heeft dit gezin een ander ritme dan op zondag
(uitslapen). Dit zijn bij elkaar al vier dagprogramma's.
Op de woensdag en de vrijdag wil dit gezin 's morgens om 7:00
uur een temperatuur van 19°C, om 9:00 uur 16ºC (het hele
gezin gaat naar werk of school), om 12.30 uur 20°C (een van de
partners en de kinderen zijn 's middags thuis), 's avonds om
17:00 is 21°C de ideale temperatuur en om 23.00 uur, als ieder-
een naar bed is, is een nachtverlaging van 16ºC gewenst.
Een niet eens zo ongebruikelijke dagindeling levert hier al 5 scha-
kelpunten. Is het aantal schakelpunten begrensd, dan heeft men
hier een probleem.
De Nefit ModuLine IV kent deze begrenzingen niet!
In totaal kunnen maar liefst 70 schakelpunten geprogrammeerd
worden, die naar eigen inzicht over een week kunnen worden
verdeeld. Een schakelpunt bestaat bij de ModuLine IV uit een
dag, een tijdstip en een temperatuur.
Het klokprogramma is voorzien van functies, die tijdelijke wijzi-
gingen op het programma mogelijk maken, zoals de PAUZE en
de PARTY toets. Ook kan op zeer eenvoudige wijze een vakan-
tie periode (periode van langere afwezigheid) in het klokpro-
gramma worden ingevoerd. Bij terugkomst zorgt de Nefit
ModuLine IV ervoor dat uw huis al aangenaam op temperatuur is.
figuur 10: Een willekeurig schakelpunt op het display
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
459040
2-5
Met de AAN/UIT/AUTO schakelaar voor de cv- en de warm-
watervoorziening beschikt u over de mogelijkheid om het
schakelgedrag van beide systemen in te stellen. Zo kan de
centrale verwarming permanent aan/uit worden gezet, of auto-
matisch aan/uit schakelen bij een bepaalde buitentemperatuur
(alleen indien er een buitenvoeler aanwezig is).
Indien het toestel ook een warmwatervoorziening bevat, kan
deze permanent aan of uit worden gezet. In de AUTO stand
wordt het warmwater alleen overdag op temperatuur gehouden.
Treedt de nachtverlaging in, dan wordt de boiler of het tapvat
nog ca. 30 minuten bijverwarmd. Hierna wordt de boiler of het
tapvat niet meer bijverwarmd tot ca. 30 minuten voor het eerste
schakelpunt van het dagprogramma. Bij de "ochtendspits"
beschikt u dus weer over voldoende warmwater. Wanneer een
PARTY-periode” afloopt en de nachtverlaging ingaat, wordt de
boiler niet nog ca. 30 minuten ondersteund. Met deze AUTO
stand voor warmwater, beschikt u over een extra mogelijkheid
om energie te besparen, zonder dat u aan comfort inlevert.
Let op: Zodra u gebruik maakt van de PAUZE knop schakelt de
warmwatervoorziening uit.
3-1
3. Bediening
3.0 Algemene bedieningsvoorschriften
Lees deze handleiding zorgvuldig door om oneigenlijk gebruik te
voorkomen. Laat de installateur u uitvoerig inlichten over het
]ge-bruik van de ModuLine IV. Verander geen waarden die onder
de functietoets CAL (= Calibreren/installeren) vallen, tenzij doel-
bewust en weloverwogen. Het regelprogramma kan daardoor nl.
worden verstoord, hetgeen kan leiden tot klachten en zelfs storingen.
Voor het eerst de Moduline IV aansluiten:
Wanneer de Moduline IV aangesloten wordt op de EcomLine
ketel (klem 3 en 4) zal na een testperiode het display knipperend
de dag, de tijd en de gemeten temperatuur weergeven. Het knip-
peren is op te heffen door één maal op de TIJD”-knop te drukken.
Controleer de klok
Om het klokprogramma goed te laten functioneren moet de
ingebouwde klok de juiste tijd aanwijzen. Controleer de tijd en
zet zonodig de klok gelijk. Zie hiervoor paragraaf 3.2.
Verantwoord verwarmen en ventileren
Vermijd extreme temperatuurinstellingen en snelle wijzigingen in
temperatuur in het programma. Het verschil tussen de nachtver-
lagingstemperatuur en de gemiddelde temperatuur overdag moet
bij voorkeur niet groter zijn dan 5ºC. Laat de ruimtes niet te
sterk afkoelen tijdens de nachtverlaging. Als de muren sterk
afkoelen moet de cv-installatie meer en langer werken om de
ruimte weer op temperatuur te krijgen. (dit geeft een daling in
het behaaglijkheids gevoel).
Een aangenaam klimaat hangt niet alleen af van de ruimtetempe-
ratuur, maar ook van de luchtvochtigheid in huis.Tijdens warme-
re perioden heeft men binnen meestal een zelfde luchtvochtig-
heid als buiten, omdat er vaak en veel wordt geventileerd.
In het voor- en naseizoen, wordt er veel minder geventileerd en
kan de luchtvochtigheid binnen beduidend hoger zijn dan buiten.
Het is belangrijk dat u ook nu goed ventileert. Kortstondig veel
ventileren is dan energiezuiniger dan langdurig een beetje ventileren.
In de koude maanden is het vochtgehalte in de buitenlucht
beperkt. Binnen kan de relatieve luchtvochtigheid dan beneden
de 30% komen. Extra vocht inbrengen is dan wenselijk. Dit kan
bijvoorbeeld met een luchtbevochtiger, met kamerplanten of
door water te koken.
Nooit meer batterijen verwisselen
De Nefit ModuLine IV werkt niet op batterijen. De voeding
wordt geleverd via de tweedraads aansluiting. Nadat de Moduline
IV minimaal 8 uur aangesloten is blijft het ingestelde klokpro-
3-2
gramma circa 3 uur in het geheugen staan. Het display is bij een
stroomonderbreking uitgeschakeld.Wanneer de stroomonder-
breking wordt opgeheven komt het display knipperend
tevoorschijn. Dit is door één maal de“TIJD”-knop in te drukken
op te heffen.
Onderhoud
Reinig de ModuLine IV met een droge doek; gebruik geen vocht
en/of reinigingsmiddelen.
3.1 Temperatuurinstellingen
Een klokprogramma werkt naar tevredenheid wanneer iedere
gebruiker de ingestelde temperatuur op ieder moment van de
dag naar eigen inzicht kan wijzigen. Nefit geeft deze bedieningsfi-
losofie gestalte met behulp van Bedieningsniveau 1. Hier wordt
de gebruiker twee wel zeer eenvoudige mogelijkheden geboden
om de ingestelde temperatuur te wijzigen:
1. Door omschakeling naar handbediening; hierbij wordt het
klokprogramma uitgeschakeld!
2. Met +/- toets in AUTO-stand; hier blijft het klokprogramma actief!
1. Wijziging door omschakeling naar handbediening
Door het verdraaien van de temperatuur draaiknop naar een
stand tussen de 10°C en 30°C, wordt de gewenste ruimtetem-
peratuur handmatig ingesteld (zie figuur 11).
Het klokprogramma wordt hierbij uitgeschakeld en treedt
pas weer in werking wanneer de draaiknop weer in de stand
AUTO wordt terug gezet. Het lampje MAN (manual) gaat branden.
figuur 11: temperatuurinstelling: handbediening
10
15
20
25
30
Auto
+
-
Nacht Man Auto
459041
3-3
Bij een lage insteltemperatuur zal tevens het lampje NACHT
branden ten teken dat de ruimtetemperatuur op nachtverlaging
of lager is ingesteld. De warmwatervoorziening is uitgeschakeld
indien deze in de stand AUTO staat. Het display geeft de actuele
temperatuur aan. De draaiknop geeft de gewenste temperatuur aan.
2. Wijziging met +/- toets in AUTO stand
Wanneer de draaiknop in de onderste stand staat (AUTO) is het
klokprogramma actief. De ruimtetemperatuur wordt nu bepaald
door een bij het klokprogramma ingestelde temperatuur.
Het lampje AUTO brandt.
U kunt de door het programma ingestelde temperatuur tijdelijk
corrigeren met behulp van de +/- toets. Door op de "+" of de
"-" te drukken, verhoogt of verlaagt u de gewenste temperatuur
tot het volgende schakelpunt. (zie figuur 12).
Bij het indrukken van deze +/- schakelaar verschijnt eerst de
ingestelde programma temperatuur op het display. De waarde
knippert. Bij langer of meerdere malen indrukken, daalt of stijgt
deze waarde met 0,5°C per stap (max. + of - 2.5ºC). Op de +/-
schaal op het display ziet u per stap van 0,5°C een blokje
verschijnen, ter indicatie van de wijziging ten opzichte van de
programmatemperatuur.
figuur 12: temperatuurinstelling: auto
10
15
20
25
30
Auto
+
-
Nacht Man Auto
1x drukken op
+ of - knop
2x drukken op
"-" knop
3x drukken op
"-" knop
Na 5 sekonden
459042
3-4
Na 5 seconden verschijnt de actuele temperatuur weer op het
display, tezamen met de +/- schaal, ter indicatie van het feit dat
de programmatemperatuur tijdelijk is gewijzigd.
De wijziging is tijdelijk en wordt niet in het klokprogramma
overgenomen. Bij het eerst volgende schakelpunt van het klok-
programma is de wijziging verdwenen.
3.2 Het klokprogramma
Op bedieningsniveau 2, het paneel achter de grote klep, kunt u
de instellingen van het klokprogramma bekijken en wijzigen. Het
algemene bedieningsprincipe dat op dit bedieningsniveau wordt
toegepast is "DRUKKEN EN DRAAIEN" : u kiest de drukknop
van de waarde die u wilt wijzigen (bijv. TEMP) en houdt deze
ingedrukt terwijl u aan de programmadraaiknop draait om de
waarde te verhogen of te verlagen. De verschillende bedienings-
handelingen worden hieronder één voor één beschreven.
In de ruststand ziet u op het display achtereenvolgens de huidige
dag, de tijd en de gemeten ruimtetemperatuur.
Het klokprogramma zal pas goed kunnen functioneren, wanneer
de ingebouwde klok gelijk loopt. Controleer dus of de klok de
juiste dag en de juiste tijd aanwijst. Is dit niet het geval, zet dan
alsnog de klok gelijk.
Na een mogelijke stroomstoring knippert de tijd en de dag in
het display. Als deze nog de juiste tijd en dag weergeven, hoeft u
slechts even op de knop TIJD te drukken om het knipperen op
te heffen.
figuur 13: Bedieningsniveau 2
3
vakantie
dag
1...7
INS
C
tijd temp.
Pauze party
invoegen
wissen
cal
aan
uit
auto
- +
459043
3-5
Klok gelijk zetten
0. Display in normale toestand.
1. Instellen dag: Houdt de knop DAG ingedrukt en wijzig de dag
met de programmadraaiknop. Laat de knop DAG los.
2. Instellen tijd : Houdt de knop TIJD ingedrukt en wijzig de tijd
met de programmadraaiknop. Laat de knop TIJD los.
Let op: het instellen van de klok werkt alleen wanneer het display in
ruststand is. Is het display niet in ruststand (omdat u bezig
bent met programmeren), wacht dan ca. 7 seconden tot het
display weer in ruststand komt.
Standaard klokprogramma
De Nefit ModuLine IV heeft een standaard klokprogramma.
Dit programma treedt in werking wanneer de grote draaiknop in
de stand AUTO staat. Het programma ziet er als volgt uit:
ma t/m vr. za & zo
7:00 uur 21°C 8:00 uur 21°C
9:00 uur 19°C - - : - - uur - - °C
17:00 uur 21°C - - : - - uur - - °C
23:00 uur 16°C 23:00 uur 16°C
Dit betekent dat vanaf dit moment de genoemde ruimtetempe-
raturen als uitgangspunt gelden. Pas na een bepaalde opwarmtijd
zal deze waarde bereikt worden !
Let op: De ModuLine IV heeft geen optimaliseringsprogramma.
Hij begint dus niet eerder met opwarmen.
Doorlopen van het klokprogramma
In de ruststand ziet u op het display achtereenvolgens de huidige
dag, de tijd en de gemeten ruimtetemperatuur.Wanneer u aan de
programmadraaiknop draait, toont het display alle opeenvolgen-
de schakelpunten (langzaam draaien). Hierbij ziet u de dag, tijd en
temperatuur van ieder schakelpunt.
dag
1...7
1.
2.
tijd
+
-
-
+
-
-
3
Wo
5
Vr
5
Vr
459088
459001
459012
459023
3-6
Uw eigen klokprogramma
Uw eigen ideale klokprogramma kunt u verkrijgen, door wijzigin-
gen in dit standaard programma aan te brengen. U kunt de tijd
en de temperatuur van aanwezige schakelpunten (SP's) wijzigen.
En er kunnen komplete schakelpunten (SP's) worden verwijderd
en schakelpunten worden tussengevoegd.
1. Wijzigen schakelpunten (SP)
Wilt u een van deze schakelpunten wijzigen, ga dan als volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
1. Zoek m.b.v. de programmadraaiknop het schakelpunt op dat u
wilt wijzigen.
2. Houdt de driehoekige knop TIJD ingedrukt (als u de tijd
v.h.schakelpunt wilt wijzigen) en draai gelijktijdig aan de program-
madraaiknop tot de gewenste waarde (in stappen van 10 minu-
ten) is bereikt. Laat TIJD los.
3. Doe vervolgens hetzelfde met TEMP (als u de temperatuur
wilt wijzigen).
U heeft nu het schakelpunt gewijzigd. Na circa 7 seconden toont de
display weer de actuele tijd en de actuele temperatuur (ruststand).
Let op: Een schakelpunt kunt u alleen wijzigen, wanneer u eerst met
de programmadraaiknop een schakelpunt heeft geselecteerd.
1.
2.
3.
tijd
temp.
+
-
-
+
-
-
3
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
459089
459001
459028
459029
459030
3-7
2. Invoegen willekeurig schakelpunt (SP)
Heeft u extra schakelpunten nodig om uw ideale klokprogramma
te realiseren, ga dan als volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
Zoek m.b.v. de programmadraaiknop het schakelpunt waarna u
wat wilt invoegen.
1. Druk op INS (insert/invoegen) en laat deze knop los.
De dag knippert en kan veranderd worden door punt 2 uit te voeren.
2. Houd DAG ingedrukt en stel de dag in met de programma-
draaiknop. (bijv. Do.)
3. Houd TIJD ingedrukt en stel de tijd in met de programma-
draaiknop. (bijv. 18.00 uur)
4. Houd TEMP ingedrukt en stel de temperatuur in met de
programmadraaiknop. (bijv. 20°C)
Het nieuwe schakelpunt is nu ingevoerd. Na circa 7 seconden
toont het display weer de actuele tijd en de actuele temperatuur
(ruststand).
4
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Do
3
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
4
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Do
4
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Do
1.
3.
2.
4.
tijd
temp.
dag
1...7
INS
invoegen
+
-
-
+
-
-
+
-
-
459090
459001
459031
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
459031x
459032
459033
459002
3-8
Wanneer u meerdere schakelpunten gelijktijdig wil invoegen is
het ook mogelijk om binnen de bovengenoemde 7 seconden
opnieuw de INS (insert/invoegen) knop in te drukken. Het
invoegen van schakelpunten blijft dan actief en u kunt de dag,
schakeltijd en temperatuur weer invoegen. Nadat u alle schakel-
punten heeft ingevoerd wacht u circa 7 seconden totdat het dis-
play weer de actuele tijd en de actuele temperatuur (ruststand)
weergeeft.
Het invoeren van een schakelpunt om 24.00 uur of later in de
nacht dient ingevoerd te worden op de volgende dag.
Bijvoorbeeld: Gewenst is om in de nacht tussen vrijdag en
zaterdag om 1.00 uur naar bed te gaan (nachtbe-
drijf). Stel het klokprogramma dan in op dag ZA;
schakelpunt tijd 1.00; temperatuur 16°C.
3. Invoegen schakelpunt op huidige tijd
Het zal meer dan eens voorkomen dat u er juist op het moment
zelf aan denkt, dat een schakelpunt op deze tijd wenselijk is. Zo'n
schakelpunt op de huidige tijd is eenvoudig in te voegen:
0. Display in normale toestand.
1. Houd INS (insert/invoegen) ingedrukt en stel de temperatuur
in met de programmadraaiknop. Laat de INS-knop los.
Na circa 7 seconden toont het display weer de actuele tijd en de
actuele temperatuur (ruststand). Het nieuwe schakelpunt is nu
ingevoerd.
4. Verwijderen schakelpunt (SP)
Ingestelde schakelpunten kunnen overbodig worden.Wilt u een
schakelpunt verwijderen, ga dan als volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
3
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
3
Wo
1.
INS
invoegen
+
-
-
1.
2.
C
wissen
+
-
-
459091
459092
459001
459003
459001
3-9
1. Selecteer het te verwijderen SP met de programmadraaiknop
2. Houd toets C (clear/wissen) ingedrukt tot alle cijfers uit het
display zijn verdwenen. De dagaanduiding en de actuele tempera-
tuur blijven zichtbaar!
Het schakelpunt is verwijderd nadat het display weer de actuele
tijd en de actuele temperatuur (ruststand) aangeeft.
Let op: Als u toets C loslaat voordat alle cijfers verdwenen zijn,
is het schakelpunt niet verwijderd.
5. Terug naar standaard klokprogramma
Bent u het spoor bijster geraakt, dan kunt u op de volgende
manier weer veilig terug naar het standaard klokprogramma:
0. Display in normale toestand.
1. Houdt de toetsen TIJD, INS en C gelijktijdig ingedrukt en
wacht met loslaten tot alle cijfers uit het display verdwenen zijn.
Het standaard klokprogramma is weer actief nadat het dis-
play weer de actuele tijd en de actuele temperatuur (ruststand)
aangeeft (zie §3.2). Alle instellingen die door u zijn verricht zijn
nu verwijderd, inclusief evt. geprogrammeerde Party, Pauze of
VAKANTIE!
Let op: Als u de toetsen loslaat voordat alle cijfers zijn verdwenen,
blijft het bestaande programma actief.
3
Wo
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
R!
1.
+
+
C
wissen
tijd
INS
invoegen
459001
459005
459093
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Wo
459003
459004
3-10
Speciale functies
1. Pauze instellen
De toets PAUZE is bedoeld voor tijdelijke en onregelmatige
afwezigheid van de bewoner(s). Bijvoorbeeld als u boodschappen
gaat doen, of op visite gaat bij iemand. U wilt niet dat de woning
tijdens uw afwezigheid op de ingestelde temperatuur (zeg 20°C)
wordt gehouden, maar dat tijdens uw afwezigheid de nachttem-
peratuur wordt aangehouden. Bij terugkomst moet de woning
weer op temperatuur zijn.Tijdens een PAUZE-periode is de
warmwatervoorziening, mits deze op AUTO-stand is ingesteld,
uitgeschakeld.
De pauze functie werkt als volgt:
0. Display in normale toestand.
1. Druk, vlak voor vertrek PAUZE in. Houd toets ingedrukt en
stel de eindtijd van de pauze in met de programmadraaiknop.
De pauze is nu ingesteld. Het display toont in plaats van de dag
de afkorting "Ps" en in plaats van de tijd afwisselend de eindtijd
van de pauze en de actuele tijd.
Wilt u de eindtijd van de pauze veranderen, druk dan weer
PAUZE in en verander de eindtijd naar de gewenste nieuwe
eindtijd.
U kunt een ingestelde pauze opheffen door de toets C
(wissen) in te drukken, totdat alle cijfers uit het display zijn ver-
dwenen. Draait u terug tot de pauze eindtijd gelijk is aan de
actuele tijd dan is de pauze natuurlijk ook opgeheven.
2. Party instellen
De toets PARTY is bedoeld voor het tijdelijk uitstellen van een
schakeltijd.Vanwege een feestje bijvoorbeeld dat tot 's avonds
laat duurt, wil men de nachtverlaging, die normaal gesproken om
23.00 uur ingaat, verschuiven naar 's nachts 01.00 uur. Ga dan als
volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
1.
pauze
+
-
-
3
Wo
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
Ps
3
Wo
459094
459001
459006
459007
3-11
1. Houd de knop PARTY ingedrukt en stel met de programma-
draaiknop de nieuwe tijd in.
Laat de knop los.
2. Wanneer u ook de temperatuur tijdens de PARTY wilt wijzi-
gen,
druk dan de knop TEMP in en stel de temperatuur in met
de programmadraaiknop.
Het schakelpunt is nu tijdelijk gewijzigd.
Natuurlijk geldt dit niet alleen voor feestjes. U kunt met deze
functie alle schakeltijden tijdelijk wijzigen (uitstellen).
Let op:
U kunt maar 1 tijdelijke wijziging van een schakeltijd
instellen. Na het passeren van de tijdelijk gewijzigde tijd, wordt
de oorspronkelijke schakeltijd automatisch hersteld.
Als een tijdelijke wijziging actief is, ziet u op de display de
letters "PY" en afwisselend de actuele tijd en de eindtijd van
de "party".
Wilt u de eindtijd van de party veranderen, druk dan weer op toets
PARTY en verander de eindtijd naar de gewenste nieuwe eindtijd.
U kunt een ingestelde party opheffen door de toets C
(wissen) ingedrukt te houden, totdat alle cijfers uit het display
zijn verdwenen.
Draait u terug tot de party eindtijd gelijk is aan de actuele tijd
dan is de party instelling natuurlijk ook opgeheven.
3. Vakantie instellen
Met de toets VAKANTIE kunt u een lagere temperatuur instel-
len gedurende een langere periode, zonder dat u het klokpro-
gramma wijzigt. Het maximaal in te stellen vakantiedagen is 99.
Wilt u bijvoorbeeld dat gedurende uw vakantieperiode de tem-
peratuur van de nachtverlaging wordt aangehouden, ga dan als
volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
3
SCHAKELPUNT TIJD TEMPERATUUR °C
PY
3
SCHAKELTIJD TEMPERATUUR °C
PY
1.
2.
temp.
party
+
-
-
+
-
-
3
Wo
459095
459008
459009
459010
3-12
1. Houdt VAKANTIE ingedrukt en stel met de programmadraai-
knop het aantal dagen in dat u afwezig bent. Laat de knop los.
(Reken de huidige dag mee als een vakantiedag)
Bijvoorbeeld: Woensdagmiddag weg, Zondagmiddag terug.
Dit zijn dan 5 vakantiedagen.
2. Wilt u ook de temperatuur tijdens de vakantie wijzigen, druk
dan de knop TEMP en stel de temperatuur in met de program-
madraaiknop.
De langere nachtverlagingsperiode is ingesteld. Het display toont
nu een koffertje, ter indicatie dat een dergelijke periode is
geprogrammeerd.Wilt u in tweede instantie het aantal dagen dat
u afwezig bent wijzigen, druk dan de toets VAKANTIE in en
wijzig het aantal dagen met de programmadraaiknop.Als u het
aantal vakantiedagen op 0 instelt of toets C (wissen) indrukt,
wordt het "vakantie schakelpunt" verwijderd.
Let op: U kunt maar één speciale functie (d.w.z. Party, Pauze of
VAKANTIE) programmeren. Programmeert u bijvoorbeeld
toch een Pauze of Party, terwijl de VAKANTIE al geprogram-
meerd was, dan wordt de VAKANTIE verwijderd.
1.
2.
temp.
vakantie
+
-
-
+
-
-
5
TEMPERATUUR °C
Vr
5
TEMPERATUUR °C
Vr
459096
459013
459011
3-13
4. Warmwater AAN/UIT/AUTO
Indien uw Nefit ketel ook een warmwatervoorziening bevat of
aanstuurt, dan kan deze warmwatervoorziening naar wens in de
stand AAN, UIT of AUTO worden gezet. Standaard instelling is
AAN. Ga voor het instellen als volgt te werk:
0. Display in normale toestand.
1. Houd de knop met het kraan symbool ingedrukt en kies met
de programmadraaiknop de gewenste instelling: AAN, UIT of
AUTO
In de AAN stand, wordt uw warmwatervoorziening continu op
temperatuur gehouden en is er dus op ieder moment warmwa-
ter beschikbaar.
In de UIT stand kan er geen warmwater geleverd worden; heeft
u een warmwater boiler dan zal deze geleidelijk afkoelen.Tot die
tijd beschikt u nog over het "warme" water dat zich in de boiler
bevindt.
In de AUTO stand schakelt de warmwatervoorziening met de
klok mee, hetgeen betekent dat de warmwatervoorziening is uit-
geschakeld tijdens de nachtverlaging (dus ook tijdens vakantie
programma) en is ingeschakeld tijdens dagbedrijf. De warmwa-
tervoorziening blijft nog circa 30 minuten na het inschakelen van
de nachtverlaging in bedrijf.Tijdens de nacht is de warmwater-
voorziening uit tot circa 30 minuten voor het eerste schakelpunt
van het dagprogramma. U beschikt op de juiste tijd dus weer
over voldoende warmwater. In deze stand wordt er tijdens
nachtverlaging dus geen energie verspild voor het warm houden
van de warmwater installatie die dan toch niet wordt gebruikt.
Tijdens een PAUZE-periode is de warmwatervoorziening, mits
deze op AUTO-stand staat, uitgeschakeld.Wanneer de
PART Y -periode wordt gebruikt geldt niet de genoemde 30
minuten na aflopen van de PARTY -tijd. De boiler levert in beide
gevallen geen warmwater nadat de boilerinhoud leeg is.
5. Verwarming AAN/UIT/AUTO (Zomer/winterschakeling)
Met behulp van de toets met het radiatorsymbool kunt u de ver-
warmingsinstallatie AAN/ UIT of op AUTO zetten.
WW
Aan
3
Wo
1.
+
-
-
459097
459001
459014
3-14
De stand AUTO
geldt alleen wanneer de ModuLine IV is
voorzien van een weersafhankelijke regeling met of z
onder
ruimtetemperatuurcompensatie.
In deze stand wordt het aan- of uitschakelen van de verwarmings-
installatie namelijk geregeld op basis van de buitentemperatuur
(de zgn. zomer/winter schakelaar). Het instellen gaat als volgt:
0. Display in normale toestand.
1. Houd de knop met het radiatorsymbool ingedrukt en kies
met de programmadraaiknop de gewenste instelling:AAN/ UIT
of eventueel AUTO. Indien u voor AUTO kiest, moet u tevens de
buitentemperatuur kiezen (tussen 10 en 25°C) waarboven de
verwarming automatisch wordt uitgeschakeld
In de AAN stand is de verwarmingsinstallatie continu operatio-
neel. De ketel zal aangaan wanneer de ModuLine IV, al dan niet
voorzien van weersafhankelijke regeling, hiertoe de opdracht
geeft.
In de UIT stand zal de ketel niet aanslaan bij warmtevraag als
gevolg van een te lage ruimtetemperatuur. De ketel kan nog wel
aanslaan voor warmtevraag vanuit de warmwaterinstallatie.
Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling met of zonder
ruimtetempetatuurcompensatie kan de stand AUTO gekozen
worden.
In de AUTO stand wordt de ketel aan of uit geschakeld op basis
van een ingestelde buitentemperatuur. Hiermee is het mogelijk
om de ketel uit te schakelen bij bijvoorbeeld 15 ºC buitentempe-
ratuur i.p.v. de standaard 20 ºC.
Let op : in de UIT stand blijft de vorstbeveiliging bij een weersafhan-
kelijke regeling actief. De pomp zal in werking komen bij een
buitentemperatuur van +1°C. Bij een gemeten watertempe-
ratuur van +7°C schakelt de UBA de ketel in.
1.
+
-
-
3
Wo
Aan
459098
459015
459001
3-15
3.3 De Modules voor de ModuLine IV
De Nefit ModuLine IV kan worden uitgebreid met vier verschil-
lende ModuLine IV modules. Iedere module die u toevoegd geeft
u extra mogelijkheden om uw installatie en het binnenhuiskli-
maat te regelen en te controleren.
1. Communicatie Module (standaard gemonteerd) fig. 14
Met de Communicatie Module kunt u het ketelgedrag vanuit de
woonkamer volgen. Met de druktoets kunt u kiezen voor de
functie DIAGNOSE, voor de functie CV-TEMP of voor de functie
ENERGIEMETER.
Kiest u voor DIAGNOSE (mannetje) dan toont de display van
deze module de bedrijfscode en de servicecode. Met behulp van
de displaycodelijst in hoofdstuk 5 kunt u desgewenst achterhalen
in welke bedrijfssituatie de ketel verkeert. In geval van storing
knipperen de LED's MAN en AUTO op de ModuLine IV, en kunt
u op deze module de storingscode aflezen. De displaycode lijst in
hoofdstuk 5 vertelt u in algemene bewoordingen wat er vermoe-
delijk aan de hand is. Indien nodig kunt u de storingscode direct
melden aan uw installateur.
Kiest u voor de functie CV-TEMP. (thermometer + radiator)
dan toont de display de cv-watertemperatuur. Links van het display
kunt u aan de hand van de cursor vaststellen of de ketel brandt
voor de verwarmingsinstallatie of voor de warmwaterinstallatie.
Kiest u voor de functie ENERGIEMETER (vlammetjes) dan
toont het display een getal tussen 1 en 5 die het gevraagde ver-
mogen symboliseren. Indien er geen warmtevraag is zal het getal
0 in het display van deze module staan.Wanneer de ketel op de
laagste stand in bedrijf is wordt het getal 1 weergegeven, getal 5
wordt weergegeven wanneer het volle vermogen van de ketel
wordt gevraagd.
2. Weersafhankelijke Module (fig. 15)
Met een Weersafhankelijke Module kunt u de regelmogelijkheden
van uw installatie uitbreiden. Naast de ruimtetemperatuur
gestuurde regeling (modulerende kamerthermostaat) beschikt u
nu ook over de mogelijkheid voor weersafhankelijke regeling en
een combinatie van beide, de weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuur compensatie. In het display wordt de geme-
ten buitentemperatuur aangegeven.
Ieder regelprincipe heeft zijn eigen toepassingsgebied. Het display
toont de buitentemperatuur en met de schakelaar CONTROL
kan een van drie volgende regelprincipes worden gekozen
(op display aangegeven met de cursor):
Controle
figuur 15.
Function
figuur 14.
459037
459044
3-16
Let op: De Moduline IV gebruikt een gemiddeldewaarde over een
tijdperiode voor de rekengrootheid van de buitentemperatuur.
Dit houdt in dat de in het display aangegeven buitentempera-
tuur niet de waarde is waarmee de Moduline IV werkt.
Weersafhankelijke regeling z
onder ruimtetemperatuur-
compensatie
Een weersafhankelijke regeling is een regeling waarbij de
cv-watertemperatuur wordt berekend aan de hand van een
gemiddelde buitentemperatuur.Wordt het buiten kouder, dan zal
de cv-watertemperatuur worden verhoogd.
De ruimtetemperatuur wordt nageregeld door de thermo-
statische radiatorafsluiters. Deze regeling wordt vaak toege-
past in de utiliteitsbouw en bij woonhuizen waar de woonkamer
geen goed referentievertrek is. Door de ingestelde "gewenste
temperatuur" via het klokprogramma, de draaiknop of de + / -
knop te veranderen, wordt de cv-watertemperatuur verhoogd of
verlaagd. Om spraakverwarring te voorkomen kan men dan ook
beter spreken van een verhoging of verlaging van het Setpoint in
plaats van een gewenste ruimtetemperatuur.
Weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuur-
compensatie
De cv-watertemperatuur wordt berekend aan de hand van een
gemiddelde buitentemperatuur en gecorrigeerd aan de hand van
de heersende temperatuur in de ruimte waar de ModuLine IV
hangt. De temperatuur in de ruimte waar de ModuLine IV hangt
wordt geregeld door de ModuLine IV zelf. De (thermostatische)
radiatorafsluiters op de radiatoren in dit vertrek dienen dan ook
altijd 100% open te staan. De rest van de vertrekken wordt
geregeld door de geplaatste thermostatische radiatorafsluiters.
De temperatuur van de andere vertrekken kan echter niet gega-
randeerd worden.
Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling moet
de stooklijn nauwkeurig ingeregeld worden
door de installateur. Zie hiervoor paragraaf 7.4
Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling zonder
ruimte-
temperatuurcompensatie is het mogelijk om de cv-watertempe-
ratuur zodanig in te stellen dat de kritische vertrekken op tem-
peratuur gebracht en gehouden kunnen worden. Bij deze rege-
ling moet de stooklijn ingesteld worden aan de hand van alle
vertrekken die op temperatuur gehouden moeten worden.
Het is mogelijk dat bij toepassing van de weersafhankelijke rege-
ling met
ruimtetemperatuurcompensatie niet altijd alle kritische
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 16.
Verlaging van het setpoint
Setpoint 15
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 17.
Verhoging van het setpoint
Setpoint 25
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459103
459104
3-17
vertrekken op temperatuur gebracht en gehouden kunnen wor-
den. De stooklijn moet namelijk aan de hand van het referentie-
vertrek ingesteld worden.
Advies Nefit:
Is een weersafhankelijke regeling noodzakelijk, dan is meestal een
weersafhankelijke regeling zonder ruimtetemperatuurcompensatie de
beste keuze. Hiermee wordt een installatie gerealiseerd die op vrij
eenvoudige wijze is te regelen, namelijk door middel van de thermo-
statische radiatorafsluiters.Tevens is hier altijd een goed resultaat mee
te bereiken, alle kritische vertrekken kunnen de gewenste ruimtetem-
peratuur halen mits de installatie goed is ingeregeld en de juiste
stooklijn is gekozen.
Ruimtetemperatuur gestuurde regeling
Met dit regelprincipe laat de ModuLine IV de Nefit EcomLine
cv-ketel moduleren op basis van ruimtetemperatuur.
De ModuLine IV hangt over het algemeen in de woonkamer.
De ModuLine IV meet continu de temperatuur in de woonkamer
en bepaalt dan hoe hard de cv-ketel moet branden.
Er wordt voor gezorgd dat de EcomLine cv-ketel niet harder
brandt dan strikt noodzakelijk om de gewenste ruimtetempera-
tuur te bereiken en te handhaven.
De EcomLine cv-ketel zal over het algemeen gedurende langere
tijd branden op een laag vermogen en met de laagst mogelijke
watertemperatuur. Hiermee wordt een zeer hoog comfort
bereikt, omdat de ruimtetemperatuur goed constant wordt
gehouden. In deze situatie wordt het hoogste rendement
bereikt.
De EcomLine cv-ketel brandt dus gedurende langere tijd, zodat
er vrijwel continu warm water in het cv-systeem is.Wanneer er
een radiatorafsluiter wordt opengedraaid die dicht stond, zal de
betreffende ruimte op temperatuur komen. Denk hierbij bijvoor-
beeld aan een studeerkamer die af en toe gebruikt wordt.
Het is over het algemeen niet mogelijk om te wisselen van
regeling zonder het ingestelde klokprogramma aan te passen.
Let op: dat de eventueel in de woonkamer aanwezige
(thermostatische) radiatorafsluiters openstaan.
3. Luchtvochtigheid module (fig. 18)
Controle van de relatieve luchtvochtigheid (RLV) in de woning
zal steeds belangrijker worden. Door de grondige na-isolatie en
de gedegen manier waarop de huidige nieuwbouwwoningen
worden geïsoleerd, is de natuurlijke ventilatie afgenomen.
%
0
30 75
100
figuur 18.
459039
3-18
Het binnenmilieu is hierdoor kritischer geworden. De relatieve
luchtvochtigheid (RLV) is een belangrijke indicator voor de lucht-
kwaliteit. Controle van deze RLV is dus van belang.Voor Nefit
was dit de aanleiding om de nieuwe Nefit ModuLine IV te voor-
zien van een mogelijkheid om het binnenmilieu in de gaten te
houden m.b.v. een luchtvochtigheidsmeting.
Het display van deze module toont de relatieve luchtvochtigheid
in procenten. De schaalverdeling op de module geeft aan dat het
gebied tussen de 30% en de 75% RLV acceptabel is. Optimaal is
het gebied tussen de 40% en de 60%. Indien de gemeten RLV-waarde
onder de 21% ligt zal het display van de module niets weergeven.
Een te lage RLV (< 30%) veroorzaakt
- een zeer laag thermisch comfort en overgevoeligheid voor tocht.
- verhoogde kans op infecties van de luchtwegen
(virussen blijven langer leven in droge lucht)
- irritatie van de ogen en de huid
- uitdrogen van hout en andere materialen
(o.a. schadelijk voor meubels (antiek), muziekinstrumenten)
- verhoogd transport van allergenen door binnenlucht.
- verhoogde productie van ozon.
Een te hoge RLV (>75%) zorgt voor:
- verhoogde kans op vochtschade aan de woning
(mits langdurig)
- verhoogde kans op allergische reacties
(vanwege versnelde groei van schimmels en mijten)
- verhoogde emissie van formaldehyde
Probeer de luchtvochtigheid binnen acceptabele grenzen te hou-
den door goed te ventileren wanneer RLV hoog is en door
vocht toe te voegen wanneer de RLV te laag is (bijvoorbeeld
met luchtbevochtigers).
4. Baro module (fig. 19)
De Baro Module meet de luchtdruk en geeft deze op het display
weer in milibar. Op basis van de actuele luchtdruk en wijzigingen
daarvan kunnen weersvoorspellingen worden gedaan. De schaal-
verdeling op de module geeft een indicatie van de bij een bepaal-
de luchtdruk behorende weersverwachting.
In combinatie met de actuele buitentemperatuur die u op de
Weersafhankelijke Module kunt aflezen, geeft de Baro Module een
goede indruk van de weerssituatie en de weersverwachting.
Hoewel Nefit zeer hoogwaardige sensoren toepast, is op termijn
enig verloop van de sensor niet te voorkomen. In § 6.3 leest u hoe
de luchtvochtigheidsensor en de luchtdruksensor kan worden geijkt.
mbar
950 1010 1070
figuur 19.
459038
4-1
Dag
1...7
Tijd
Tijd
2.
1.
1.
2.
INS
Invoegen
1.
3.
2.
4.
Tijd
Dag
1...7
INS
Invoegen
temp.
temp.
temp.
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
Dag instellen
Tijd instellen
Wijzigen temperatuur
huidige schakelpunt
Wijzigen temperatuur
schakelpunt
Wijzigen tijd
schakelpunt
Invoegen schakelpunt
huidige tijd
Invoegen willekeurig
schakelpunt
4. Verkorte bedieningsinstructies klok
Bij de beschrijving van navolgende bedieningshandelingen wordt
er van uit gegaan dat de bedieningshandeling begint vanuit rust-
situatie, d.w.z. display toont aktuele dag en aktuele tijd.
Het algemene bedieningsprincipe is "DRUKKEN EN DRAAIEN":
de toets van de te wijzigen waarde wordt ingedrukt en gelijk-
tijdig draait men aan de programmadraaiknop.
459102
4-2
1.
temp.
2.
C
wissen
+
+
C
wissentijd
INS
invoegen
C
wissen
C
wissen
pauze
party
+
-
-
+
-
-
+
-
-
Verwijderen schakelpunt
Terug naar standaard
programma
Pauze instellen
of wijzigen
Pauze verwijderen
Party instellen
of Party-tijd wijzigen
Party-temperatuur
wijzigen
Party verwijderen
459100
4-3
temp.
C
wissen
vakantie
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
Vakantie instellen
of wijzigen
Vakantie temperatuur
veranderen
Vakantie verwijderen
Warmwater
AAN/UIT/AUTO
Verwarming
AAN/UIT/AUTO
459101
5-1
5. Displaycodelijst en wat te doen
bij storing
Aangezien u uw Nefit ModuLine IV standaard is voorzien van
een Communicatie Module is er een on-line verbinding met de
besturingsunit van uw Nefit ketel.
Met behulp van de Communicatie Module kunt u op afstand het
ketelgedrag nauwkeurig volgen. In de stand DIAGNOSE vertel-
len de codes op de display van de Communicatie Module u exact
wat de bedrijfstoestand van de ketel is.
1. Displaycodes
De displaycode bestaat uit twee cijfers/letters. De eerste van de
twee geeft op welke functie of proces de huidige keteltoestand
betrekking heeft. Dit kunnen de volgende cijfers/letters zijn:
0 = Standby
-. = cv - bedrijf
=. = Warmwater - bedrijf
1 = Rookgasafvoer
2 = Watercircuit
3 = Luchttransport
4 = Watertemperatuur
5 = Communicatie
6 = Ionisatie
7 = Netspanning
8 = Gascircuit
9 = Systeem
E = UBA-systeem
De tweede cijfer/letter geeft concreet aan welk deelaspect bin-
nen deze functie al dan niet actief is.Voor de betekenis van deze
tweede code wordt verwezen naar de installatie-instructie van
uw Nefit EcomLine of Nefit HRC 23VT ketel.
2. Displaycodes bij normale bedrijfstoestand
In normale bedrijfstoestand brandt de ketel of staat de ketel
standby.
De volgende displaycodes kunnen optreden:
P = Opstarten van de besturingsunit ketel.
r = Herstart van de besturingsunit na reset.
c = Besturingsunit controleert ketelgegevens bij
opstarten.
d = Besturingsunit leest ketelgegevens.
0A = Antipendelprogramma in werking.
0C = Ketel wacht op schakelen van de driewegklep.
0H = Ketel staat standby; er is geen warmtevraag.
0L = Ketel is in ontsteekfase.
0U = 15 sec. ventilatiefase voor of na branden ketel.
0Y = Watertemperatuur is hoger dan ingesteld;
ketel wacht.
5-2
-.H = Ketel is in bedrijf voor cv
=.H = Ketel is in bedrijf voor warmwater.
3. Displaycodes bij ketel in storing
Indien er sprake is van een vergrendelende storing in de bestu-
ringsunit van de ketel, dan ziet u op de Nefit ModuLine IV de
MAN en AUTO LED’s knipperen. Op de display van de
Communicatie Module ziet u de storingscode die van toepassing
is. Voor de uitleg van deze code wordt verwezen naar de instal-
latie-instructie van uw Nefit EcomLine of Nefit HRC 23VT ketel.
Is er sprake van een vergrendelende storing, handel dan als volgt:
- Noteer de volledige displaycode (dus 2 cijfers/letters)
- Raadpleeg de installatie-instructie van uw Nefit EcomLine of
Nefit HRC 23VT ketel en handel volgens de aldaar aangegeven
instructies.
4. Overige foutcodes
Indien u de Weersafhankelijke Module in de Moduline IV heeft
geplaatst terwijl de buitenvoeler nog niet is gemonteerd en/of
aangesloten, dan zullen de twee LED’s “Man-Auto” knipperen.
Indien u een Weersafhankelijke Module in de ModuLine IV heeft
gemonteerd, en het contact tussen de buitenvoeler en de bestu-
ringsunit van de ketel is op een of andere manier verbroken, dan
zullen er vier liggende streepjes op de display van de WA modu-
le en de Communicatie Module zichtbaar zijn. Bovendien knippe-
ren de twee LED's.
Wanneer de communicatie tussen de ModuLine IV en de ketel
niet goed is, zult u eveneens vier liggende streepjes op de
Communicatie Module waarnemen, tezamen met de knipperen-
de LED's.
6-1
figuur 20.
459062
6. Montage en installatie
6.1 Montage- en installatie-instructie
Nefit ModuLine IV
De Nefit ModuLine IV wordt voorgemonteerd op de montage-
plaat aangeleverd. In de verpakking vindt u tevens de benodigde
bevestigingsartikelen en de gebruikersinstructie (dit boekje).
De montage dient als volgt te geschieden:
1. Zoek een geschikte plek
2. Bevestig de montageplaat aan de muur
3. Sluit de bedrading aan
4. Plaats de Nefit ModuLine IV op de montageplaat en
controleer de kernfuncties
5. Controle c.q. aanpassing installatieparameters
1. Zoek een geschikte plek
Kies een plaats op de binnenwand op ca. 1,5 m. boven de vloer,
met in achtneming van de volgende zaken:
- Rondom de thermostaat moet voldoende luchtcirculatie zijn
gewaarborgd, zonder tocht !
- De temperatuur van de lucht ter plaatse van de thermostaat
moet representatief zijn voor de betreffende ruimte.
- Vermijd zoveel mogelijk rechtstreekse beïnvloeding door warm-
tebronnen zoals radiatoren, warmwaterleidingen, televisie- en
radiotoestellen, open haard, schemerlampen en invallend zonlicht.
- Vermijd eveneens rechtstreekse beïnvloeding door koudebron-
nen zoals een onverwarmd vertrek aan de andere zijde van de
wand, koudwaterleidingen en tocht.
-
Plaats de thermostaat niet in een zgn. "dode hoek" van het vertrek.
- Zorg voor een vlakke ondergrond.
2. Bevestig de montageplaat aan de muur
LET OP:
1. De montageplaat is geschikt voor montage op de standaard
inbouwdoos en voor montage op de muur.
2. Neem de thermostaat los van de montageplaat.
Doe dit als volgt:
Leg de ModuLine IV op een vlakke ondergrond.Aan de onderzij-
de van de ModuLine IV, achter het kleine deurtje bevindt zich in
het midden een klikvinger. Buig deze een klein beetje uit, open
de beide deurtjes en pak met de ModuLine IV aan de zijkant
vast. Door de onderzijde van de ModuLine IV naar voren te
trekken, kan de thermostaat voorzichtig uit de montageplaat en
de bovenste scharniernokken worden gedraaid.
3. Indien een aanwezige thermostaat wordt vervangen door de
6-2
Nefit ModuLine IV, verwijder dan eerst de oude thermostaat.
4. Zorg dat de aansluitkabel ongeveer 7,5 cm. uit de muur komt op
de plaats waar de Nefit ModuLine IV moet worden gemonteerd.
5. Gebruik de montageplaat als aftekenmal voor de montage-
gaten in geval de Nefit ModuLine IV direct op de muur wordt
gemonteerd. Neem de montageplaat weer weg en boor op de
afgetekende plaatsen een gat van Ø 5 mm.
6. Monteer de Nefit ModuLine IV met behulp van de meege-
lever
de schroeven (met platte kop) en pluggen. Draai de schroe-
ven niet te vast en let erop dat de montageplaat niet krom trekt.
Indien de montageplaat krom trekt zullen de deurtjes niet goed
sluiten.Vul dan de ruimte op met ringetjes, zodat er toch een
goede en vlakke ondergrond wordt verkregen.
De bevestiging op een standaard inbouwdoos spreekt voor zich.
3. Sluit bedrading aan
Controleer of de spanning van de ketel is.
LET OP:
De doorsnede van de aansluitdraden moet bij voorkeur 0,75
mm
2
en mag maximaal 1,0 mm
2
zijn. De thermostaat maakt deel
uit van een elektronische schakeling. Hierdoor gelden de volgen-
de maximum waarden voor de bedrading:
- maximale kabelweerstand : 2 x 5 Ohm
- maximale kabellengte : 30 m
- maximale kabellengte nabij sterkstroomkabels : 2,5 m
De Nefit ModuLine IV wordt 2 draads aangesloten, waarbij de
polariteit niet van invloed is op de werking.
1. Sluit de bedrading aan op de montageplaat door deze achter
de daarvoor bestemde klemmen rechts bovenin de montageplaat
te schroeven
2. Indien de bedrading te lang is, duw dan het overtollige gedeel-
te terug in het gat in de muur. Bij voorkeur dit gat vullen met
een vulmiddel om te voorkomen dat tocht de werking van de
thermostaat beïnvloedt.
3. Zorg dat de bedrading niet buiten het daarvoor bestemde
gedeelte van de thermostaat komt, en dat de draden niet over
elkaar liggen.
4. Sluit de bedrading aan de ketelzijde aan op de kroonsteen in
de ketel. Kies de aansluitpunten 3 en 4 met het symbool van de
digitaal modulerende regeling (zie figuur 24). De doorverbinding
dient hiervoor eerst te worden verwijderd.
Let op: Bij verkeerd aansluiten van de ModuLine IV kan er een
defect optreden. Indien een weersafhankelijke regeling is
toegepast moet de buitenvoeler aangesloten worden op de
aansluitpunten 7 en 8 (niet voor de Nefit HRC 23 VT).
figuur 21.
figuur 22.
figuur 23.
459063
459064
459052
6-3
4. Plaats thermostaat op montageplaat en
controleer kernfuncties
Plaats de thermostaat terug op de montageplaat. Indien er sepa-
rate modules zijn aangeschaft, deze eerst in de ModuLine IV
monteren alvorens de ModuLine IV op de montageplaat te mon-
teren (zie § 6.2)
1. Zet de deuren/kleppen open, en haak de bovenzijde van de
ModuLine IV achter de scharniernokken aan de bovenzijde
van de montageplaat. Druk de onderzijde van de ModuLine IV
in de montage plaat, totdat de klikvinger middenonder vastzit.
2. Schakel de netspanning van de cv-ketel in en controleer de
werking van de thermostaat.
De ModuLine IV doorloopt nadat de verbinding is gemaakt,
automatisch de volgende stappen:
- er verschijnt een blanco display
- gedurende 5 seconden zijn alle segmenten van het display
zichtbaar
- het versienummer van de software verschijnt op het display
- test EE: OK (verschijnt links in het display)
- test UBA : OK (indien niet OK bedrading controleren)
- test RT (kamerthermostaat) : OK
Aan het einde van deze testcyclus verschijnt op het display de
standaard tijd in knippermode, nl.: ZO 23.59. Druk één maal op
de knop TIJD” om het knipperende display op te heffen. Zet de
klok gelijk.
Uw Nefit ModuLine IV beschikt over een oplaadbare voedings-
bron die in geladen toestand in staat is om gedurende tenminste
3 uren de tijdfunctie te behouden. Na inschakelen van de voe-
dingsspanning van de cv-ketel is de voedingsbron na circa 8 uur
geheel opgeladen. Bij stroomonderbrekingen zal het display niet
zichtbaar zijn. Bij herstel knippert het display, dit is op te heffen
door één maal op de tijd knop te drukken.
5. Controle c.q. aanpassing installatie parameters
De installatie parameters zijn fabrieksmatig ingesteld op een
default
waarde. Deze waarde is zodanig gekozen, dat de
ModuLine IV in de meeste situaties naar behoren kan functioneren.
Wijzigingen op deze default waarden kunnen door de installa-
teur worden aangebracht m.b.v. de installatie mode.
Om in de installatie mode te komen drukt u op INS (invoegen)
en met een dun voorwerp (bijv. punt van een pen) drukt u gelijk-
tijdig op CAL (kalibreren/ installeren). De toets CAL kunt u nu
weer loslaten. U bent nu in de installatie mode en u heeft de
eerste installatie parameter direct te pakken.Als u de toets INS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2
4
figuur 24.
figuur 25.
459053
459065
6-4
loslaat en direct daarna weer indrukt verschijnt de volgende in-
stallatie parameter. Bij installaties met een weersafhankelijke rege-
ling kunnen meerdere installatie parameters worden ingesteld.
De gewenste installatieparameter kan worden gewijzigd
door de toets INS ingedrukt te houden en met de program-
madraaiknop de instellingswaarde te kiezen.
1. Klimaattemperatuur (alleen bij W.A. regeling).
Hiermee stelt u de aanvoertemperatuur in bij een buitentempe-
ratuur van -10°C. Met deze instelling verandert u de steilheid
van de stooklijn. Hiermee wordt de relatie tussen de gemiddelde
buitentemperatuur en ketelwatertemperatuur bepaald.
Standaard instelling : 75°C. (zie §3.3.2 en hoofdstuk 7)
2. Taal : Nederlands of Duits
Met deze parameter kiest u de taal die op het LCD-display ver-
schijnt. Standaard instelling : NL
3. Nachtverlagingstemperatuur
Met deze parameter stelt u in welke temperatuur als nachtverla-
ging wordt waargenomen. Dit is de temperatuur waarbij de LED
NACHT oplicht en warmwatervoorziening mits in stand AUTO
wordt uitgeschakeld (zie blz. 3-13).
Standaard instelling : 16°C
4. ModuLine IV test :AAN/UIT
Deze parameter staat standaard op UIT. Door deze waarde op
AAN te zetten veroorzaakt u een RESET. De ModuLine IV zal
opnieuw opstarten en z'n interne controlecyclus afwerken
(zie blz. 6-3). Na de reset staat de waarde weer op UIT.
5. Correctie klok : -99 / +99
In incidentele gevallen kan het voorkomen dat de interne klok
iets te snel of iets te langzaam loopt. Met deze parameter kunt u
de klok iets bijstellen. Een verhoging/verlaging van 6 betekent dat
de klok per jaar 1 minuut sneller of langzamer loopt.
Standaard instelling : 0
6. Aanwarming van de woning
(alleen voor ruimtetemperatuurregeling)
Bij de door u gekochte ModuLine IV is het mogelijk om uit
meerdere waarden te kiezen die betrekking hebben op de aan-
warmsnelheid van de installatie.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
T.b.v. de Nederlandse markt PID 11 t/m 13
T.b.v. de Duitse markt PID 21 t/m 26
Voor Duitsland en Nederland zijn verschillende instellingen
noodzakelijk aangezien in Nederland andere waarden gelden dan
TEMPERATUUR °C
459016
459017
459018
459019
459020
6-5
in Duitsland die de aanwarmsnelheid bepalen. Denk hierbij aan
verschillende weersinvloeden en bouwtechnische grootheden.
Het is niet raadzaam om af te wijken van de Nederlandse instel-
lingen.
Standaard is de ModuLine IV ingesteld op stand 11. Dit is de
stand die in de meeste gevallen voor de Nederlandse markt vol-
doet. U hoeft de regelaar van te voren dus niet aan te passen. Dit
moet u alleen doen wanneer u onderstaande problemen heeft.
Wanneer blijkt dat de temperatuursregeling een te grote overs-
hoot heeft terwijl de installatie waterzijdig goed is ingeregeld,
dan kan ervoor gekozen worden om een stand hoger te kiezen
(12). Hierdoor wordt de aanwarming vertraagd en zal er minder
overshoot optreden. Mocht dit niet voldoende helpen, dan kan
nog een stand hoger gekozen worden (13).Wanneer dit nog niet
afdoende is zal de maximale ketelbelasting op de UBA lager
gezet moeten worden.
De drie standen zouden betiteld kunnen worden als:
11 Normaal huis (standaard instelling)
12 Snel huis (bv. een grote ketelcapaciteit met radiatoren met
veel oppervlakte)
13 Zeer snel huis (bv. een nog grotere overcapaciteit)
7. Inschakelen toestel bij buitentemperatuur
(alleen bij WA-regeling)
Met de parameter HA kan de buitentemperatuur ingesteld
worden waarbij de ketel in bedrijf moet komen tijdens WA-rege-
ling zonder ruimtetemperatuurcompensatie. Instellingsbereik
tussen -10°C en +10°C. Standaard instelling: +5°C.
6.2 Aanbrengen van modules
De Nefit ModuLine IV kan worden uitgebreid met vier verschil-
lende ModuLine IV modules. Iedere module levert u extra moge-
lijkheden om uw installatie en het binnenhuisklimaat te regelen
en te controleren. Deze modules kunnen separaat en eventueel
achteraf worden aangeschaft en in de ModuLine IV worden
gemonteerd.
De montage van deze modules gaat als volgt:
1. Neem de thermostaat uit de montageplaat. Ga daarbij als
volgt te werk:
- buig de klikvinger midden onder het kleine klepje voorzichtig
naar achteren;
- zet beide klepjes/deuren open;
- neem de ModuLine IV met de andere hand uit de montage
P I d
HA
TEMPERATUUR °C
figuur 26.
459086
459086
459066
figuur 27.
459067
plaat, door de onderzijde van de ModuLine IV naar voren te
trekken en de bovenzijde uit de scharniernokken te draaien
(zie nevenstaande figuur).
2. Neem het vulplaatje van de module die u wilt monteren uit
de ModuLine IV, door het vulplaatje los te klikken met behulp
van een kleine schroevendraaier (klikvinger achterzijde onder-
aan) en naar beneden te schuiven. Schuif de module op tegen-
overge stelde manier in de ModuLine IV, tot deze vast klikt.
Iedere module heeft een vaste plaats. Indien een module op
een verkeerde plaats wordt gemonteerd, dan werkt deze module
niet. Zie onderstaande tekening. Kijkend van links naar rechts
moeten de modulen als volgt worden gemonteerd:
3. Plaats nu de Nefit ModuLine IV weer terug op de montage-
plaat. Zet de deuren/kleppen open, en haak de bovenzijde van de
ModuLine IV achter de scharniernokken aan de bovenzijde van
de montageplaat. Druk de onderzijde van de ModuLine IV in de
montageplaat, totdat de klikvinger midden onder vast zit, en doe
de klepjes weer dicht.
6.3 Calibreren van sensoren
Hoewel Nefit zeer hoogwaardige sensoren toepast, is op termijn
enig verloop van de sensoren niet te voorkomen.
Met behulp van de functie CALIBREREN (CAL), op het tweede
bedieningsniveau kunt u de sensoren opnieuw calibreren.
Gebruik deze functie alleen wanneer de meetafwijkingen evident
en werkelijk storend zijn. Laat eventueel uw installateur bij een
van z'n service bezoeken deze taak uitvoeren.
Het calibreren werkt als volgt:
Houdt met een dun voorwerp (bijvoorbeeld punt van een pen)
de toets CAL ingedrukt. U heeft nu direct de eerste sensor te
pakken die u kunt calibreren door m.b.v. de programmadraai-
knop de waarde te veranderen. Op het grote display ziet u aan
de linker zijde altijd de huidige meetwaarde van de sensor en
rechts daarvan (knipperend) de nieuw in te stellen meetwaarde,
die u met de programmadraaiknop instelt. Door de toets CAL
los te laten en opnieuw ingedrukt te houden komt u bij de vol-
gende instelling die u kunt wijzigen. In totaal zijn de volgende vijf
sensoren te calibreren:
figuur 29.
figuur 28.
%
ControlFunction
mbar
0
30 75
100
950 1010 1070
12
3
4
459065
459068
6-6
6-7
1. Sensor binnentemperatuur
Indien de temperatuur, die de ModuLine IV op het grote LCD in
rust toestand toont, afwijkt van de werkelijke temperatuur, dan
moet de temperatuursensor in de ModuLine IV gecalibreerd
worden.
LET OP: het is niet eenvoudig de werkelijke temperatuur vast te
stellen. Immers, de plaats waar u meet en de nauwkeurigheid van
de thermometer die u gebruikt zijn van invloed. Let er tevens op
dat er gemeten wordt wanneer de ruimte temperatuur in rust is
(dus niet in aanwarmperioden e.d.).
2. Temperatuur draaiknop
Als de sensor binnentemperatuur de juiste waarde aangeeft, kan
het nog steeds zijn dat, in de stand handbediening, de tempera-
tuurdraaiknop een temperatuur aanwijst die de sensor nooit
aangeeft (in evenwicht situatie). M.a.w. u stelt de ModuLine IV
handmatig in op 20°C, maar de display geeft na enige tijd 21°C
aan of de 20ºC wordt helemaal nooit gehaald. In zo'n geval moet
de temperatuurdraaiknop worden gecalibreerd.
3. Sensor buitentemperatuur (alleen bij weersafhankelij-
ke regeling)
Het kan voorkomen dat de buitenvoeler niet de juiste tempera-
tuur meet. Gevolg hiervan is dat een niet optimale aanvoertem-
peratuur wordt gekozen. U kunt de buitenvoeler calibreren,
door met een goede thermometer de buitentemperatuur te
meten op de plaats van de buitenvoeler. Deze separaat gemeten
waarde moet ook de buitenvoeler aangeven. Is dit niet het geval
dan moet de buitenvoeler gecalibreerd worden.
4. Luchtvochtigheidssensor
De nauwkeurigheid van de toegepaste luchtvochtigheidssensor
ligt binnen de 5% en is daarmee beduidend beter dan de beken-
de haarhygrometers. Het verloop bedraagt max. 0,5% per jaar.
Calibreren kan op termijn nodig zijn. Gebruik dan een separate
en nauwkeurige hygrometer om de gewenste calibratie uit te
voeren.
5. Sensor atmosferische druk
Voor deze sensor geldt hetzelfde. De calibratie kan men nu
echter baseren op de meteo gegevens uit uw krant of via het
weersbericht dat door radio of tv wordt uitgezonden.
Vaak wordt hierbij de luchtdruk vermeld.
ECHTEWAARDESYSTEEMWAARDE
10
15
20
25
30
ECHTEWAARDESYSTEEMWAARDE
ECHTEWAARDESYSTEEMWAARDE
459021
459025
459026
ECHTEWAARDESYSTEEMWAARDE
459071
SYSTEEMWAARDE ECHTEWAARDE
459027
7-1
7. Weersafhankelijk regelen
7.1 Algemene werking Weersafhankelijke Module
Met een Weersafhankelijke Module kunt u de regelmogelijkheden
van uw installatie uitbreiden. Naast de ruimtetemperatuur
gestuurde regeling (modulerende kamerthermostaat) beschikt u
nu ook over de mogelijkheid voor weersafhankelijke regeling en
een combinatie van beide, de weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuurcompensatie.
Ieder regelprincipe heeft zijn eigen toepassingsgebied. Het display
toont de buitentemperatuur en met de schakelaar Control kan
één van de drie volgende regelprincipes worden gekozen
(op display aangegeven met de cursor):
Let op: De pompschakelaar op de cv-ketel dient in stand 2 te staan,
een nadraaitijd van de circulatiepomp van 24 uur.
Weersafhankelijke regeling z
onder ruimtetemperatuur-
compensatie
Een weersafhankelijke regeling wordt vaak toegepast in de
utiliteitsbouw en bij woonhuizen waar de woonkamer geen goed
referentievertrek is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zoninstraling
op één gevel of een openhaard in de woonkamer die regelmatig
wordt gebruikt. De cv-watertemperatuur wordt bepaald door
een gemiddelde buitentemperatuur en de ingestelde stooklijn.
Wordt het buiten kouder, dan zal de cv-watertemperatuur
worden verhoogd.
De ruimtetemperatuur wordt nageregeld door de thermostati-
sche radiatorafsluiters. De buitentemperatuur wordt gemeten
met behulp van een buitentemperatuurvoeler, die gelijktijdig met
de weersafhankelijke module moet worden gemonteerd.
De buitentemperatuurvoeler op een gevel plaatsen waar geen
directe zon op schijnt.Tevens dient de buitenlucht ongestoord
langs de buitentemperatuurvoeler te kunnen circuleren.
Bijvoorbeeld de Noord/Oost gevel. Het klokprogramma is bij
deze regeling actief.
Bij de weersafhankelijke regeling zonder
ruimtetemperatuurcom-
pensatie wordt de ruimtetemperatuur niet gemeten. Door de
ingestelde "gewenste temperatuur" via het klokprogramma, de
draaiknop of de + / - knop te veranderen, wordt de cv-water-
temperatuur verhoogd of verlaagd.
Let op: Om spraakverwarring te voorkomen kan men dan ook beter
spreken van een “Setpoint verstelling” in plaats van “tempera-
tuur wijziging”. De verschuiving van de stooklijn gebeurt parallel.
De cv-ketel zorgt ervoor dat de bepaalde cv-watertemperatuur
continue wordt gehandhaafd.
7-2
Geadviseerd wordt de radiatoren te voorzien van thermostati-
sche radiatorafsluiters, opdat de temperatuur in de vertrekken
regelbaar is.
Er dient w
el voor gezorgd te worden dat er altijd voldoende
waterstroming over het toestel mogelijk is. Dit is te realiseren
door op de juiste plaats een drukverschilregelaar in de installatie
op te nemen (zie installatie-instructie van de ketel).
Let op: Om een goed functionerende weersafhankelijke regeling te
maken is het noodzakelijk de cv-installatie nauwkeurig in te
regelen. Zie hiervoor het paragraaf 7.4: Inregelen van de cv-
installatie.
Indien er gebruik wordt gemaakt van het standaard klokpro-
gramma, zal de installatie tijdens de nachtperiode "uitschakelen".
Enkele voordelen van dit uitschakelen zijn:
de cv-ketel zal ‘s nachts nooit inschakelen voor warmtevraag
van de cv-installatie.
de cv-ketel zal ‘s nachts nooit inschakelen voor warmtevraag
van de warmwater boiler.
Een nadeel is dat bij uitschakelen van de installatie de tempera-
tuur ongecontroleerd kan dalen. Om dit beheersbaar te houden
is de Moduline IV uitgevoerd met een instelbare (via INV. /CAL.)
buitentemperatuur,de HA-parameter. Deze zorgt ervoor dat bij
een van te voren ingestelde buitentemperatuur de ketel weer in
bedrijf komt. Standaard staat deze ingesteld op een waarde van
5ºC. De ketel gaat dan functioneren met een stooklijn die over-
eenkomt met het ingestelde Setpoint.
De cv-ketel zal geheel uitschakelen, totdat genoemde ingestelde
buitentemperatuur is bereikt, als een Setpoint gevraagd wordt
dat gelijk of lager is dan de ingestelde nachtverlagingstempera-
tuur, dit is de NT. Zie paragraaf 6.1 m.b.t. parameters.
Om verzekerd te zijn van een vlotte aanwarming is het mogelijk
een aanpassing te doen in het klokprogramma. Laat de installatie
tijdelijk met een forse Setpoint verhoging in bedrijf komen.
Hierdoor zal de watertemperatuur voldoende hoog zijn om de
woning snel op te warmen. Breng hiervoor een extra schakel-
punt aan. Ook grotere tussentijdse temperatuur verlagingen
kunnen hiermee goed ondervangen worden.
7-3
Een voorbeeld van de instelling van een aangepast klokprogramma
kan zijn:
Maandag t/m Vrijdag:
6.30 uur
Setpoint 29 (i.v.m. snel aanwarmen bij W.A.-regeling)
7.00 uur Setpoint 21
9.00 uur Setpoint 19
17.00 uur Setpoint 21
23.00 uur Setpoint 16
Zaterdag en Zondag
7.30 uur
Setpoint 29 (i.v.m. snel aanwarmen bij W.A.-regeling)
8.00 uur Setpoint 21
--.-- uur Setpoint --
--.-- uur Setpoint --
23.00 uur Setpoint 16
Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuur-
compensatie
Bij de weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuur-
compensatie wordt de cv-watertemperatuur bepaald door een
gemiddelde buitentemperatuur en gecorrigeerd aan de hand van
de heersende temperatuur in de ruimte waar de ModuLine IV
hangt. De temperatuur in deze ruimte wordt geregeld door de
ModuLine IV zelf. De (thermostatische) radiatorafsluiters op de
radiatoren in dit vertrek dienen dan ook altijd 100% open te
staan. De rest van de vertrekken wordt geregeld door de
geplaatste thermostatische radiatorafsluiters. De buitentempera-
tuur wordt gemeten met behulp van een buitentemperatuurvoeler,
die gelijktijdig met de weersafhankelijke module moet worden
gemonteerd. De buitentemperatuurvoeler op een gevel plaatsen
waar geen directe zon op schijnt.Tevens dient de buitenlucht
ongestoord langs de buitentemperatuurvoeler te kunnen circule-
ren. Bijvoorbeeld de Noord/Oost gevel. De temperatuur van de
andere vertrekken kan niet gegarandeerd worden. Door het
Setpoint te verstellen zal ook hier de stooklijn parallel verschoven
worden. Zie voor de volledigheid ook de omschrijving weersafhan-
kelijke regeling zonder
ruimtetemperatuurcompensatie.
Op basis van de gemeten buitentemperatuur (een gemiddelde
temperatuur over een aantal uren), de gemeten ruimtetempera-
tuur en de ingestelde stooklijn wordt een gecorrigeerde
cv-watertemperatuur berekend. De ModuLine IV corrigeert nu
zelf de parallelle verschuiving van de stooklijn.
De pompschakelaar op de cv-ketel dient in stand 2 te staan.
7-4
De radiatorenafsluiters in de woonkamer (ruimte waar de
ModuLine IV is geplaatst) moeten v
ol open staan.Voor de andere
vertrekken adviseren wij thermostatische radiatorafsluiters,
zodat de temperatuur in de diverse vertrekken geregeld wordt.
Let op: Om een goed functionerende weersafhankelijke regeling te
maken is het noodzakelijk de cv-installatie nauwkeurig in te
regelen. Zie hiervoor paragraaf 7.4: Inregelen van de cv-installatie.
De installatie zal uitschakelen totdat de ingestelde nachtverla-
gingstemperatuur is bereikt. De installatie komt dan weer in
bedrijf en zal gaan stoken op de ingegeven stooklijn van de
nachtverlagingstemperatuur (standaard is dit 16°C).‘s Morgens
start de installatie standaard op met een verhoogde stooklijn.
De ModuLine IV kamerthermostaat met ruimtetemperatuur-
compensatie meet continue de ruimtetemperatuur van de ruim-
te waarin hij geplaatst is.Wordt er een temperatuur afwijking
geconstateerd, dan zal de ModuLine IV zelf de stooklijn verhogen
of verlagen.
7.2 De standaard stooklijn
Het standaard ingestelde klokprogramma maakt gebruik van de
volgende Setpoint instellingen:
Maandag t/m Vrijdag: Zaterdag en Zondag:
7.00 uur Setpoint 21 8.00 uur Setpoint 21
9.00 uur Setpoint 19 --.-- uur Setpoint --
17.00 uur Setpoint 21 --.-- uur Setpoint --
23.00 uur Setpoint 16 23.00 uur Setpoint 16
Let op:
De bepaalde Setpoint instelling dient hierin verwerkt te worden.
Eventuele extra schakelpunten invoeren.
De standaard stooklijn is vanuit de fabriek ingesteld op de vol-
gende waarden: Zie figuur 30.
Buitentemperatuur +20 °C
CV-watertemperatuur 20°C
Buitentemperatuur -10 °C
CV-watertemperatuur 75°C
De volgende waarden kunnen hierbij gewijzigd worden:
De stooklijn kan steiler geplaatst worden door de cv-aan-
voertemperatuur bij -10°C te verhogen van 75°C naar bij-
voorbeeld 90°C. Zie figuur 31.
De stooklijn kan vlakker geplaatst worden door de cv-aan-
voertemperatuur bij -10°C te verlagen van 75°C naar bij-
voorbeeld 60°C. Zie figuur 32.
De temperatuur waarbij de installatie uitgeschakeld wordt.
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 30.
Standaard stooklijn
Setpoint 20
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459105
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 31.
Steilere stooklijn
Setpoint 20
Max. aanvoer 90°C
Max. UBA temp. 90ºC
459106
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 32.
Vlakkere stooklijn
Setpoint 20
Max. aanvoer 60°C
Max. UBA temp. 90ºC
459107
7-5
Zoals blijkt uit figuur 31 kan de watertemperatuur maximaal
90°C zijn. Dit komt doordat de ingestelde maximale tempera-
tuur op de UBA (door de potmeter) hierop ingesteld staat. De
UBA is de regelunit van de ketel. Indien de maximale watertem-
peratuur op de UBA wordt ingesteld op bijvoorbeeld 60°C in
combinatie met de standaard stooklijn, dan wordt de stooklijn
vanaf 60°C een horizontaal lopende rechte lijn. Zie figuur 33.
De stooklijn op zich kan bij weersafhankelijk regelen eenvoudig
parallel worden verschoven door het Setpoint te verhogen of te
verlagen. Zie figuur 34 en 35.
De volgende drie grootheden bepalen de loop van de stooklijn:
1. het Setpoint (ingestelde kamertemperatuur)
2. de maximale cv-aanvoertemperatuur
3. de ingestelde UBA temperatuur
Met deze drie gr
ootheden zijn allerlei verschillende instellingen
mogelijk.
Verklaring van de uitschakeling installatie bij WA-regeling.
De temperatuur waarbij de installatie uitgeschakeld wordt kan
ingesteld worden bij een weersafhankelijke regeling met en
zonder ruimtetemperatuurcompensatie. Standaard hanteerd de
installatie bij een gemiddelde buitentemperatuur van 20°C een
watertemperatuur van 20°C. Dit kan inhouden dat de installatie
ook ‘s zomers nog in bedrijf komt. Om dit te voorkomen is het
mogelijk de gemiddelde buitentemperatuur waarbij de installatie
uitschakelt te verlagen. Zet de verwarming op stand AUTO
(druk hiervoor op de knop “radiator”, selecteer AUTO) en
verander de temperatuur 20°C
--
> 15°C. Zie figuur 36.
7.3 Welke stooklijn voor welke installatie:
Radiatoren installatie:
De regelkarakteristiek van de ModuLine IV is gebaseerd op het
plaatsen van een radiatoren verwarming. Bij een goed ingeregel-
de cv-installatie komt een standaard verhoging van één Setpoint
overeen met een stijging van de cv-watertemperatuur van circa
3°C. Hierdoor is het mogelijk de kamertemperatuur circa 1°C
te verhogen. De temperatuur verhoging van de kamertempera-
tuur moet echter door de thermostatische radiatorafsluiters
geregeld worden. Zie als voorbeeld figuur 37 met Setpoint 22.
Vloerverwarming:
Een vloerverwarming is een relatief langzame installatie. De reac-
tiesnelheid is afhankelijk van de bouwkundige massa die meever-
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 33.
Watertemperatuur begrenst
Setpoint 20
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 60ºC
459108
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 34.
Setpoint verhoging
Setpoint 25
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459104
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 35.
Setpoint verlaging
Setpoint 15
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459103
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 36.
Standaard stooklijn
met =15˚C
Setpoint 20
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459117
7-6
warmd moet worden en de grote waterinhoud van de buizen.
Bij een goed ingeregelde vloerverwarmingsinstallatie komt een
standaard verhoging van één Setpoint overeen met een stijging
van de cv-watertemperatuur van circa 3°C. Hierdoor is het
mogelijk de kamertemperatuur circa 1°C te verhogen.
Zie als voorbeeld figuur 38 met Setpoint 20, maximale cv-aanvoer-
temperatuur 60°C en de maximale UBA temperatuur op 50°C.
Indien er een eigen temperatuur beveiliging op het vloerverwar-
mingssysteem aanwezig is, is deze instelling niet noodzakelijk.
Een vloerverwarmingsinstallatie wordt veel geleverd met een
eigen temperatuurregeling en circulatiepomp. Indien dit het geval
is mag de stooklijn op een hogere watertemperatuur worden
ingesteld.
Convectoren:
Zoals wellicht bekend is het bij toepassing van een convectorin-
stallatie noodzakelijk om een hogere cv-watertemperatuur in te
stellen. Door de geringe waterinhoud is de convectorinstallatie
een zeer snelle installatie. Bij een goed ingeregelde convectorin-
stallatie komt een standaard verhoging van één Setpoint overeen
met een stijging van de cv-watertemperatuur van circa 3°C.
Hierdoor is het mogelijk de kamertemperatuur circa 1°C te
verhogen. Zie figuur 39 met Setpoint 30 en maximale cv-aan-
voertemperatuur 90°C.
Luchtverwarming:
Ook een luchtverwarmingsinstallatie is een hoge temperatuur
installatie. De stooklijn dient onder alle omstandigheden een
hogere watertemperatuur te realiseren. Door de geringe water-
inhoud is de luchtverwarmingsinstallatie een zeer snelle installatie.
Zie figuur 39 Setpoint 30 en maximale cv-aanvoertemperatuur
90°C.
Let op: De convectoren- en luchtverwarmingsinstallatie is niet
te gebruiken in combinatie met
de weersafhankelijke
regeling met ruimtetemperatuurcompensatie. E.e.a. is
het gevolg van het al maximaal ingestelde Setpoint.
Let op: Diverse combinaties van bovenvermelde installaties zijn
ook mogelijk. Hiervoor dient u een gemiddelde van beide
stooklijnen aan te houden.
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 38.
vb. vloerverwarmingsinstallatie
Setpoint 20
Max. aanvoer 60°C
Max. UBA temp. 50ºC
459112
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 39.
vb. convector- en luchtverwarmings-
installatie
Setpoint 30
Max. aanvoer 90°C
Max. UBA temp. 90ºC
459113
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 37.
vb. radiatoren installatie
Setpoint 22
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459111
7-7
7.4 Inregelen van de cv-installatie bij weersafhan-
kelijk regeling
Weersafhankelijke regeling zonder ruimtetemperatuur-
compensatie:
Om een goed functionerende weersafhankelijke regeling zonder
ruimtetemperatuurcompensatie te plaatsen, is het noodzakelijk
de cv-installatie in te regelen. De volgende stappen dienen hier-
voor doorlopen te worden:
Zet alle (thermostatische) radiatorafsluiters 100% open.
Zet de pomp in stand 2.
Geef een gewenst Setpoint op. Gebruik hier in eerste instan-
tie het standaard klokprogramma voor.
Meet de ruimtetemperatuur in iedere ruimte, die op een
gewenste temperatuur gehouden moet kunnen worden, nadat
de installatie in evenwicht is. Indien de ruimtetemperatuur in
één van de kritische vertrekken niet wordt gehaald, moet de
stooklijn worden verhoogd. Indien de ruimtetemperatuur in
alle kritische vertrekken wordt overschreden, moet de stook-
lijn worden verlaagd. Zie hiervoor het hoofdstuk: Instellen van
de stooklijn.
Let op: Bij iedere verstelling van de stooklijn moet de installatie
eerst weer tot rust komen. Dit duurt circa 3 à 4 uur.
Bepaal de minimale watertemperatuur die nodig is om het
koudste kritische vertrek nog op de gewenste ruimtetempe-
ratuur te kunnen houden.
Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling zonder
ruimtetemperatuurcompensatie dient de stooklijn te worden
verhoogd met minimaal 1 Setpoint. Hierdoor is het mogelijk
om een kleine temperatuur verhoging te bewerkstelligen
door de thermostatische radiatorafsluiters hoger in te stellen.
Verwerk het gevonden minimale Setpoint, vermeerderd met
de verhoging, in in het klokprogramma.
Stel alle thermostatische radiatorafsluiters in op de gewenste
ruimtetemperatuur. Hiermee wordt de uiteindelijke kamer-
temperatuur geregeld.
Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuur-
compensatie:
Om een goed functionerende weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuurcompensatie te installeren, is het noodzakelijk
de cv-installatie in te regelen. De volgende stappen dienen hier-
voor doorlopen te worden:
Zet de Weersafhankelijke Module eerst in op weersafhankelijk
regelen zonder
ruimtetemperatuurcompensatie. Dit is nood-
zakelijk om te voorkomen dat de ModuLine IV zelf begint te
7-8
regelen.
Zet alle (thermostatische) radiatorafsluiters 100% open.
Zet de pomp in stand 2.
Geef een gewenst Setpoint op. Gebruik hier in eerste instan-
tie het standaard klokprogramma voor.
Meet de ruimtetemperatuur in het vertrek waar de
ModuLine IV kamerthermostaat is geplaatst.Wacht totdat de
installatie in evenwicht is. Indien de ruimtetemperatuur niet
wordt gehaald, moet de stooklijn worden verhoogd. Indien de
ruimtetemperatuur wordt overschreden, moet de stooklijn
worden verlaagd. Zie hiervoor het hoofdstuk: Instellen van de
stooklijn.
Let op: Bij iedere verstelling van de stooklijn moet de installatie
eerst weer tot rust komen. Dit duurt circa 3 à 4 uur.
Let op: Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuurcompensatie dient de stooklijn niet extra
verhoogd te worden. Bij voorkeur de stooklijn iets te laag
instellen, de ModuLine IV verhoogd de watertemperatuur
wel indien dat nodig is.
Verwerk het gevonden minimale Setpoint in het klokprogramma.
Laat de (thermostatische) radiatorafsluiters in de ruimte waar
de ModuLine IV kamerthermostaat is geplaatst 100% open
staan. Deze kamertemperatuur wordt geregeld door de
ModuLine IV.
Stel alle andere (thermostatische) radiatorafsluiters in op de
gewenste ruimtetemperatuur. Hiermee wordt de kamertem-
peratuur van de desbetreffende ruimte geregeld.
Zet de Weersafhankelijke Module nu op weersafhankelijke
regeling met ruimtetemperatuurcompensatie.
7.5 Afregelen van de stooklijn
Aangezien de omstandigheden waarin een installatie moet func-
tioneren nooit gelijk is aan een vorige situatie, is het wenselijk en
noodzakelijk de stooklijn, na het inregelen van de installatie en de
eerste instelling van de stooklijn, wat nauwkeuriger af te stellen.
Bij het inregelen van de cv-installatie is een minimale Setpoint
instelling bepaald. Deze moet verwerkt worden in het klokpro-
gramma. Eventuele extra Setpoints kunnen ook ingevoerd worden.
Afhankelijk van de soort verwarmingsbronnen zal een eerste
stooklijn instelling doorgevoerd zijn.
Indien er, ondanks een correct ingeregelde installatie, toch een
temperatuur afwijking optreedt, dient u de volgende handelingen
te volgen:
7-9
Bepaal de buitentemperatuur die gold tijdens het optreden van
de temperatuur afwijking.
Buitentemperatuur tussen 20 en 10°C:
Verschuif de stooklijn parallel door het Setpoint te verhogen
of te verlagen.
Buitentemperatuur tussen 10 en 0°C:
Verander de stooklijn door een combinatie van het parallel
verschuiven (Setpoint) en steilheid (max. cv-aanvoertemp.)
toe te passen. Het zwaartepunt dient te liggen bij het veran-
deren van de steilheid.
Buitentemperatuur tussen 0 en -10°C:
Verander de steilheid van de stooklijn door de maximale cv-
aanvoertemperatuur te verhogen of te verlagen.
Enk
ele voorbeelden:
Situatie:
Een radiatoreninstallatie die weersafhankelijk zonder ruimtetem-
peratuurcompensatie geregeld wordt.Alle kritische ruimtes kun-
nen de gewenste ruimtetemperatuur halen met een Setpoint
instelling van 20°C. In eerste instantie is de standaard stooklijn
aangehouden. Zie figuur 40.
Pr
obleemstelling1:
Het duurt te lang voordat de installatie 's morgens op tempera-
tuur komt.
Oplossing 1:
Controleer of de installatie opstart met een verhoogde Setpoint
instelling (extra schakelpunt). Indien dit wel het geval is de tijds-
periode hiervan langer maken, bijvoorbeeld 1 uur.
Pr
obleemstelling 2:
De vertrektemperatuur wordt niet gehaald bij een buitentempe-
ratuur van 15°C. Het vertrek blijft 2°C te koud.
Oplossing 2:
Controleer of de thermostatische radiatorafsluiters voldoende
open staan. Indien dit het geval is dient het Setpoint te worden
verhoogd van 20 naar 22. Zie figuur 41.
Pr
obleemstelling 3:
De vertrektemperatuur wordt niet gehaald bij een buitentempe-
ratuur van 5°C. Het vertrek blijft 4°C te koud.
Oplossing 3:
Controleer of de thermostatische radiatorafsluiters voldoende
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 40.
Standaard stooklijn
Setpoint 20
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459105
7-10
open staan. Indien dit het geval is dient de maximale cv-aanvoer-
temperatuur verhoogd te worden naar 90°C. Dit geeft bij 5°C
een cv-watertemperatuur verhoging van circa 10°C.Aangezien
4°C temperatuurverschil correspondeert met 12°C watertem-
peratuur verhoging zal de rest met behulp van een Setpoint ver-
hoging gerealiseerd dienen te worden. Zet het Setpoint dus op
21. Zie figuur 42.
Pr
obleemstelling 4:
De vertektemperatuur wordt niet gehaald bij een buitentempe-
ratuur van -5°C. Het vertrek blijft 4°C te koud.
Oplossing 4:
Controleer of de thermostatische radiatorafsluiters voldoende
open staan. Indien dit het geval is dient de maximale cv-aanvoer-
temperatuur verhoogt te worden naar 90°C. Zie figuur 43.
Pr
obleemstelling 5:
De vertrektemperatuur wordt overschreden bij een willekeurige
buitentemperatuur.
Oplossing 5:
Draai de thermostatische radiatorafsluiters verder dicht.
Hiermee wordt de ruimtetemperatuur geregeld.
Pr
obleemstelling 6:
De woning koelt s nachts niet af bij een weersafhankelijke rege-
ling.
Oplossing 6:
Controleer of de stooklijn goed ingeregeld is. Bij een weersaf-
hankelijke regeling zonder
ruimtetemperatuurcompensatie is het
mogelijk de HA-waarde (via INV./CAL.) te verlagen.
Bij een weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuurcom-
pensatie de minimaal benodigde Setpoint instellen. Hier geen
overmaat ingeven. Indien dit niet afdoende is kan een lager
Setpoint ingesteld worden (bijvoorbeeld 2 Setpoint).
Pr
obleemstelling 7:
Woning koelt ’s avonds teveel af bij een weersafhankelijke rege-
ling zonder
ruimtetemperatuurcompensatie.
Oplossing 7:
De ingestelde temperatuur tijdens de nachtperiode is gelijk of
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 42.
Combinatie Steilheid en Setpoint
Setpoint 21
Max. aanvoer 90°C
Max. UBA temp. 90ºC
459114
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
20
40
60
80
100
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 43.
Verhoogde cv- aanvoertemperatuur
Setpiont 20
Max. aanvoer 90°C
Max. UBA temp. 90ºC
459114
20 15 10 5 0 -5 -10 -15
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
buitentemperatuur [°C]
aanvoertemperatuur [°C]
figuur 41.
Verhoogd Setpoint
Setpoint 22
Max. aanvoer 75°C
Max. UBA temp. 90ºC
459111
7-11
lager dan de parameter NT. (de ketel schakelt dan UIT).Verhoog
de instelmogelijkheid H.A. (via INV./CAL.).
7.6 Index toegepaste begrippen
Referentievertrek: De ruimte die geldt als meetpunt voor de
rest van de installatie. Dit is over het alge-
meen de woonkamer.
Stooklijn: Een lijn die in een grafiek geprojekteerd de
cv-watertemperatuur relateerd aan de geme-
ten buitentemperatuur.
Setpoint: Een verstelling van de stooklijn die een paral-
lelle verschuiving van de stooklijn tot gevolg
heeft. Deze verstelling kan veroorzaakt wor-
den door de gevraagde temperatuur in het
klokprogramma, de handbedieningsknop of
door de + / - knop te verstellen.
Overshoot: Het doorschieten van de ruimtetemperatuur
tot over de gewenste ruimtetemperatuur.
NT-waarde: Een nachtverlagingstemperatuur die stan-
daard bij de parameters ingesteld staat op
16ºC. Een gewenste temperatuur die gelijk of
lager is dan deze waarde wordt gezien als
een nachtverlagingstemperatuur.
UBA De Universele Brander Automaat die de
regeling van de ketel verzorgt.
7.7 Mogelijke problemen
7-12
De woning warmt te ver door bij ruimtetemperatuur gestuurde regeling:
Stel de parameter één stuks hoger in, zie paragraaf 6.1.6.
Als laatste mogelijkheid pas het vermogen van de ketel beperken
door de potmeter op de UBA terug te draaien.
De klepjes sluiten niet:
Controleer of de ondergrond wel vlak is. Eventueel ringetjes
gebruiken om de ruimte op te vullen.
Het duurt lang voordat de installatie op temperatuur komt bij een
convectorinstallatie:
Aangezien een convectorinstallatie een snelle installatie is kan
het gebeuren dat de opwarming van de installatie sneller
gebeurd dan de ModuLine IV kamerthermostaat kan registreren.
De kamer is echter wel op temperatuur.
De Nefit EcomLine-HR ketels en VR ketels zijn volledig
modulerend van 100 tot respectievelijk 30 en 40%. De Nefit
HRC 23VT is modulerend van 100 tot 38%. Indien de modulatie-
grens is bereikt gaat de ketel over op het aan/uit schakelen van
de ketel op de laagste stand.
Dit houdt in dat er over een tijdsbestek van 10 minuten bekeken
wordt wat de brandtijd van de ketel moet zijn bij de laagste
stand, om de woning nog juist op temperatuur te houden.
Technische gegevens Nefit ModuLine IV
7-13
ModuLine IV inclusief de communicatiemodule
EV 18130
Geschikt voor toepassing in combinatie met de Nefit EcomLine toestellen en de Nefit HRC 23VT.
Voeding
2-draads zwakstroomverbinding met besturingsunit van cv-ketel (0,75-1,0 mm
2
)
Toelaatbare omgevingstemperatuur
Tijdens werking: -10 ... +50°C
Tijdens opslag : -20 ... +55°C
Toelaatbare relatieve vochtigheid
0 .... 90% (niet kondenserend)
Beschermingsgraad behuizing
IP00
Afmetingen behuizing
B x H x D : 192 x 120 x 40 mm.
Klokprogramma
Aantal dagprogramma's : 7
Aantal schakelpunten per week : max. 70
Aantal temperatuurniveau's : onbeperkt
Instelbaar per [min.] : 10
Mogelijkheid voor klokschakeling warmwater.
Temperatuurregeling
Regelprincipe : modulerend op basis van ruimtetemperatuur,
buiten temperatuur of een combinatie van beiden
Bereik klokprogramma [°C] : 10 tot 30
Bereik nachttemperatuur [°C] : 13 tot 25
Schaalresolutie voor instellingen : 0,5
Instelling via klokprogramma : digitaal
Instelling handmatig : analoog
Uitbreidingsmogelijkheden
Communicatie module (OM), standaard meegeleverd EV 18131
Weersafhankelijke module incl. buitenvoeler (AM+FB) EV 18132
Luchtvochtigheids module (HM) EV 18133
Baro module (BM) EV 18134
Losse Weersafhankelijke module (AM) EV 18135
Losse buitenvoeler (FB) EV 18136
Afmetingen modules
B x H x D : 45 x 36 x 18 mm.
AANTEKENINGEN
Nefit houdt Nederland warm
705.048A-4200 03-2005 Nefit werkt continu aan verbeteringen van haar producten. Wijzigingen in de technische gegevens zijn dus mogelijk.
Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer.
DealerLine: 0570 - 67 85 66. Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00. Fax: 0570 - 67 85 86.
E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefitdealer.nl
47

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Nefit-Moduline-IV

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nefit Moduline IV bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nefit Moduline IV in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,59 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Nefit Moduline IV

Nefit Moduline IV Installatiehandleiding - Nederlands - 32 pagina's

Nefit Moduline IV Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 56 pagina's

Nefit Moduline IV Installatiehandleiding - Deutsch, English, Français, Italiano - 32 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info