3-18
Het binnenmilieu is hierdoor kritischer geworden. De relatieve
luchtvochtigheid (RLV) is een belangrijke indicator voor de lucht-
kwaliteit. Controle van deze RLV is dus van belang.Voor Nefit
was dit de aanleiding om de nieuwe Nefit ModuLine IV te voor-
zien van een mogelijkheid om het binnenmilieu in de gaten te
houden m.b.v. een luchtvochtigheidsmeting.
Het display van deze module toont de relatieve luchtvochtigheid
in procenten. De schaalverdeling op de module geeft aan dat het
gebied tussen de 30% en de 75% RLV acceptabel is. Optimaal is
het gebied tussen de 40% en de 60%. Indien de gemeten RLV-waarde
onder de 21% ligt zal het display van de module niets weergeven.
Een te lage RLV (< 30%) veroorzaakt
- een zeer laag thermisch comfort en overgevoeligheid voor tocht.
- verhoogde kans op infecties van de luchtwegen
(virussen blijven langer leven in droge lucht)
- irritatie van de ogen en de huid
- uitdrogen van hout en andere materialen
(o.a. schadelijk voor meubels (antiek), muziekinstrumenten)
- verhoogd transport van allergenen door binnenlucht.
- verhoogde productie van ozon.
Een te hoge RLV (>75%) zorgt voor:
- verhoogde kans op vochtschade aan de woning
(mits langdurig)
- verhoogde kans op allergische reacties
(vanwege versnelde groei van schimmels en mijten)
- verhoogde emissie van formaldehyde
Probeer de luchtvochtigheid binnen acceptabele grenzen te hou-
den door goed te ventileren wanneer RLV hoog is en door
vocht toe te voegen wanneer de RLV te laag is (bijvoorbeeld
met luchtbevochtigers).
4. Baro module (fig. 19)
De Baro Module meet de luchtdruk en geeft deze op het display
weer in milibar. Op basis van de actuele luchtdruk en wijzigingen
daarvan kunnen weersvoorspellingen worden gedaan. De schaal-
verdeling op de module geeft een indicatie van de bij een bepaal-
de luchtdruk behorende weersverwachting.
In combinatie met de actuele buitentemperatuur die u op de
Weersafhankelijke Module kunt aflezen, geeft de Baro Module een
goede indruk van de weerssituatie en de weersverwachting.
Hoewel Nefit zeer hoogwaardige sensoren toepast, is op termijn
enig verloop van de sensor niet te voorkomen. In § 6.3 leest u hoe
de luchtvochtigheidsensor en de luchtdruksensor kan worden geijkt.