614021
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Voor de installateur
Installatie-instructie voor de installateur
Bedieningseenheid
ModuLine 2000
6 720 811 737-00.1O
6 720 811 739 (2014/09)
2
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Toelichting bij de symbolen en veiligheids-
aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
1.1 Toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . 3
2 Gegevens betreffende het product . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.1 Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.1.1Soorten regelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.1.2Toepassingsmogelijkheden in verschillende
cv-installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
2.2 Belangrijke adviezen voor het gebruik . . . . . . . . . . 6
2.3 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.4 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.5 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.6 Karakteristieken temperatuursensor . . . . . . . . . . . 7
2.7 Aanvullende accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.8 Geldigheid van de technische documentatie . . . . 8
3 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3.1 Installatieplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3.2 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.3 Aansluiten elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.4 Aanbrengen of afnemen bedieningseenheid . . . . 11
4 Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
5 Inbedrijfname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5.1 Basisinstelling met direct gebruik als
regelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5.2 Instellingen voor het gebruik als regelaar . . . . . . 14
5.3 Instellingen voor gebruik als
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
5.4 Checklist: belangrijke instellingen voor de
inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
6 Buiten bedrijf stellen/uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . 15
7 Hoofdmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
8 Servicemenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
8.1 Menu systeemgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
8.2 Menu cv-circuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
8.3 Menu warm water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
8.4 Menu info . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
8.5 Menu onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
8.6 Menu systeeminformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
9 Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
10 Milieubescherming en afvalverwerking . . . . . . . . . . 30
11 Instelprotocol (menu Service/installateur) . . . . . . . 31
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
3ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1
1 Toelichting bij de symbolen en veilig-
heidsaanwijzingen
1.1 Toelichting van de symbolen
Waarschuwing
De volgende signaalwoorden zijn vastgelegd en kunnen in dit
document worden gebruikt:
OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan.
VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar licha-
melijk letsel kan optreden.
WAARSCHUWING betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk
lichamelijk letsel kan optreden.
GEVAAR betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichame-
lijk letsel zal optreden.
Belangrijke informatie
Aanvullende symbolen
1.2 Algemene veiligheidsinstructies
Deze installatie-instructie is bedoeld voor installateurs van wa-
terinstallaties, cv- en elektrotechniek.
Lees de installatie-instructie (toestel, module, enzovoort)
voor de installatie.
Houd de veiligheids- en waarschuwingsinstructies aan.
Nationale en regionale voorschriften, technische regels en
richtlijnen in acht nemen.
Documenteer uitgevoerde werkzaamheden.
Voorgeschreven toepassing
Gebruik het product uitsluitend voor de regeling van cv-in-
stallaties in eengezinswoningen of appartementen.
Ieder ander gebruik is niet voorgeschreven. Daaruit resulteren-
de schade valt niet onder de fabrieksgarantie.
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud mogen alleen door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
Installeer het product niet in vochtige ruimten.
Gebruik alleen originele reserve-onderdelen.
Elektrotechnische werkzaamheden
Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door elektro-
technici worden uitgevoerd.
Voor elektrotechnische werkzaamheden:
Schakel de netspanning (over alle polen) vrij en borg
deze tegen herinschakelen.
Controleer de spanningsloosheid.
Sluit het product niet op de netspanning aan.
Houd de aansluitschema's van de overige installatiedelen
ook aan.
Overdracht aan de eigenaar
Instrueer de eigenaar bij de overdracht in de bediening en be-
drijfsomstandigheden van de cv-installatie.
Leg de bediening uit – ga daarbij in het bijzonder in op alle
veiligheidsrelevante handelingen.
Wijs erop, dat ombouw of reparaties alleen door een er-
kend installateur mogen worden uitgevoerd.
Wijs op de noodzaak tot inspectie en onderhoud voor een
veilig en milieuvriendelijk bedrijf.
Geef de installatie- en bedieningshandleidingen aan de ei-
genaar in bewaring.
Veiligheidsinstructies in de tekst worden
aangegeven met een gevarendriehoek.
Het signaalwoord voor de waarschuwing
geeft het soort en de ernst van de gevolgen
aan indien de maatregelen ter voorkoming
van het gevaar niet worden nageleefd.
Belangrijke informatie zonder gevaar voor
mens of materialen wordt met het neven-
staande symbool gemarkeerd.
Symbool Betekenis
Actie
Kruisverwijzing naar andere plaatsen in
het document of naar andere documen-
ten
Opsomming/lijstpositie
Opsomming/lijstpositie (2eniveau)
Knipperende weergave op het display
(bijvoorbeeld knipperende 1)
Tabel 1 Aanvullende symbolen
6 720 808 145-11.1O
CV-toekenning
CV-toekenning
4
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Gegevens betreffende het product2
Schade door vorst
Wanneer de installatie niet in bedrijf is, kan deze bevriezen:
Houd de instructies voor vorstbeveiliging aan.
Laat de installatie altijd ingeschakeld, vanwege extra func-
ties zoals bijvoorbeeld warmwatervoorziening of pompte-
stprogramma.
Eventueel optredende storing direct oplossen.
2 Gegevens betreffende het product
De bedieningseenheid ModuLine 2000 is een bedieningseen-
heid met geïntegreerde kamertemperatuursensor voor ruimte-
temperatuurgestuurde regeling van de verwarming.
Naar keuze kan deze ook voor buitentemperatuurgestuurde re-
geling worden gebruikt. Daarvoor is een buitenvoeler nodig. In-
formatie over de energiezuinigheid vindt u in de
bedieningshandleiding van de ModuLine 2000.
2.1 Productbeschrijving
De bedieningseenheid is bedoeld voor de regeling van een
ongemengd cv-circuit, een boilerlaadcircuit voor warmwa-
tervoorziening direct op de warmtebron.
De bedieningseenheid beschikt over een klokprogramma:
Voor het cv-circuit vooringesteld, maar vrij verander-
baar met 6 schakeltijden per dag
De warmwatervoorziening wordt eventueel afhankelijk
van het klokprogramma mede gestuurd of permanent
uit- of ingeschakeld.
De bedieningseenheid is bedoeld voor de weergave van de
informatie van de warmtebron en de cv-installatie en voor
het veranderen van de instellingen.
Installatiemogelijkheden: op de wand met BUS-verbinding
met een warmtebron met BUS-interface EMS plus (Ener-
gie-Management-Systeem) of met 2-draads BUS.
De bedieningseenheid beschikt na 1½ uur bedrijf over een
gangreserve van minimaal vier uur. Wanneer een uitval van
de voedingsspanning langer duurt dan de gangreserve,
worden datum en tijd gewist. Alle andere instellingen blij-
ven behouden.
De functionaliteit en daarmee de menustructuur van de be-
dieningseenheid is afhankelijk van de opbouw van de in-
stallatie. In deze handleiding wordt op de betreffende
plaatsen naar de afhankelijkheid van de opbouw van de in-
stallatie verwezen. De instelbereiken en basisinstellingen
wijken eventueel af van de specificaties in deze handlei-
ding.
2.1.1 Soorten regelingen
Bij een weersafhankelijke regeling ( ) met of zonder in-
vloed van de kamertemperatuur wordt de aanvoertemperatuur
via de stooklijn ingesteld. Er is een eenvoudige en een geopti-
maliseerde variant ter beschikking.
Bij de eenvoudige weersafhankelijke regeling ( ) is de
stooklijn een rechte lijn. Door deze vereenvoudiging ontstaan
onnauwkeurigheden. Gedurende de overgangstijd kan de aan-
voertemperatuur daarom wat lager dan nodig zijn.
Bij de geoptimaliseerde weersafhankelijke regeling ( ) is
de stooklijn met de gekromde vorm exact afgebeeld. De toe-
kenning tussen buitentemperatuur en aanvoertemperatuur is
daardoor zeer nauwkeurig.
Voor de ruimtetemperatuurgeregelde regeling kan worden
gekozen uit de aanvoertemperatuurregeling en de vermogens-
regeling.
Bij de aanvoertemperatuurregeling reageert de ModuLine
2000 op een afwijking tussen actuele en gewenste kamertem-
peratuur met een aanvoertemperatuurverandering. Het regel-
gedrag is voor woningen en gebouwen met grotere lastvariaties
geschikt. De regelnauwkeurigheid is hoger en de aanvoertem-
peratuur wordt in hoogte begrensd. Dit heeft een brandstofbe-
sparend effect.
Bij de vermogensregeling, die alleen in installaties met een cv-
ciruit en zonder cv-mengmodule mogelijk is, reageert de Modu-
Line 2000 op een afwijking tussen actuele en gewenste kamer-
temperatuur met een verandering van het warmtevermogen
van de warmtebron. Het regelgedrag is voor woningen en ge-
bouwen met kleinere lastvariaties geschikt (bijvoorbeeld huis
in open uitvoering). Er treden minder branderstarts op en kor-
tere pomplooptijden.
2.1.2 Toepassingsmogelijkheden in verschillende cv-in-
stallaties
De bedieningseenheid kan op drie verschillende manieren wor-
den gebruikt.
Functies, die alleen met de buitenvoeler rele-
vant zijn, worden met een bijbehorend sym-
bool ( ) gemarkeerd.
Er bestaan warmteproducten met geïntegreer-
de weersafhankelijke regeling. In dergelijke
warmteproducenten moet de weersafhankelij-
ke regeling in de warmtebron worden uitge-
schakeld.
5ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Gegevens betreffende het product 2
Verwarmingssystemen met een ModuLine 2000
Afb. 1 Voorbeeld voor verwarmingsinstallatie met een cv-
circuit HK 1 en ModuLine 2000 als regelaar (eenge-
zinswoning)
De ModuLine 2000 is bedoeld als regelaar voor cv-installaties
met een gemengd of ongemengd cv-circuit en warmwatervoor-
ziening ( fig. 1). De bedieningseenheid wordt in een geschik-
te woonruimte gemonteerd.
De bedieningseenheid wordt in een geschikte woonruimte ge-
monteerd. De regeling van de kamertemperatuur kan afhanke-
lijk van de opwarming van de woonruimte door de
zonnestraling worden geoptimaliseerd (alleen bij weersafhan-
kelijke regeling).
CV-systemen met ModuLine 2000 als afstandsbediening
van een ModuLine 3000
1)
Afb. 2 Voorbeeld voor cv-installatie met drie cv-circuits en
ModuLine 2000 als afstandsbediening (eengezins-
woning met aanleunwoning of werkplaats)
De ModuLine 2000 dient als afstandsbediening in installaties
met een master-bedieningseenheid ModuLine 3000 of
HPC400. De HPC400 met maximaal 4 cv-circuits is onderdeel
van een warmtepomp, de ModuLine 3000 kan ook in woon-
ruimtes worden gemonteerd. De master-bedieningseenheid
regelt de direct toegekende cv-circuits (bijvoorbeeld HK 1 en
2, fig. 2). De ModuLine 3000 kan bij een weersafhankelijke
regeling ook in de warmtebron worden gemonteerd.
Algemene, voor de gehele cv-installatie geldende instellin-
gen, zoals bijvoorbeeld de installatieconfiguratie of de
warmwatervoorziening worden via de master-bedienings-
eenheid uitgevoerd. Deze instellingen gelden ook voor de
ModuLine 2000.
De ModuLine 2000 regelt als afstandsbediening geheel het
toegekende cv-circuit (bijvoorbeeld HK 3, fig. 2) voor
wat betreft de kamertemperatuur, het klokprogramma, het
vakantieprogramma. Naast het automatisch bedrijf is ook
de handbediening ter beschikking.
Verwarmingssystemen met meerdere ModuLine 2000
Afb. 3 Voorbeeld voor cv-installatie met drie cv-circuits
met telkens een ModuLine 2000 als regelaar (appar-
tementcomplex)
In het algemeen worden cv-installaties met meerdere cv-cir-
cuits door een ModuLine 3000/HPC400 en een overeenkom-
stig aantal afstandsbedieningen ModuLine 2000 geregeld. Er
zijn echter ook installaties mogelijk zonder /, waarin ieder cv-
circuit afzonderlijk door een ModuLine 2000 wordt geregeld
( fig. 3). In dit geval geldt het volgende:
Iedere ModuLine 2000 regelt autonoom het bijbehorende cv-
circuit, als afstandsbediening met de ModuLine 3000.
Centrale instellingen worden door de ModuLine 2000 in het
eerste cv-circuit overgenomen. Hierbij behoort de parametre-
ring van de warmwatervoorziening. Dit betekent, dat de instel-
ling van de warmwatervoorziening voor wat betreft de
boilertemperatuur, thermische desinfectie en de maximale
warmwatertemperatuur in de ModuLine 2000 van het eerste
1) Informatie over het product en de beschikbaarheid vindt u
op onze website.
6 720 811 737-03.1O
HK 1
ModuLine
2000
HK 1
HK 1
6 720 811 737-42.1O
HK 3
ModuLine
2000
HK 2
HK 1
ModuLine
3000
6 720 811 737-41.1O
HK 3
ModuLine
2000
ModuLine
2000
ModuLine
2000
HK 2
HK 1
6
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Gegevens betreffende het product2
cv-circuit wordt uitgevoerd. Op de ModuLine 2000 voor cv-cir-
cuit 2 ... 4 is de instelling van een bedrijfsmodus voor warmwa-
tervoorziening mogelijk. De warmtebron kiest de hoogste
waarde uit de ontvangen instelwaarden. Bovendien kan de een-
malige oplading voor warm water worden uitgevoerd. Bij ge-
bruik van de installatie worden de vragen van de afzonderlijke
ModuLine 2000's doorgeschakeld, dat wil zeggen dat iedere
warmwatervraag wordt omgezet. Wanneer in de ModuLine
2000 van het eerste cv-circuit het vakantieprogramma actief
is, dan werkt deze alleen voor het toegekende eerste cv-circuit
en de ingestelde warmwaterwaarde van de ModuLine 2000
voor het eerste cv-circuit. De warmwatervoorziening is dan nog
steeds gebaseerd op de ingestelde waarden van de ModuLine
2000 voor de cv-circuits 2 ... 4. Daardoor kan de behoefteaf-
hankelijke cv- en warmwatervoorziening voor ieder cv-circuit
via de betreffende ModuLine 2000 worden gewaarborgd.
2.2 Belangrijke adviezen voor het gebruik
De bedieningseenheid mag uitsluitend op warmteprodu-
centen met BUS-interface EMS plus (Energie Management
Systeem) met 2-draads BUS worden aangesloten.
Binnen het BUS-systeem mogen uitsluitend producten van
Nefit worden gebruikt.
Deze bedieningseenheid is uitsluitend bedoeld voor wand-
montage ( hoofdstuk 3, vanaf pagina 8).
De installatieruimte moet voor de beschermingsklasse
IP20 geschikt zijn.
2.3 Leveringsomvang
Afb. 4 Leveringsomvang
[1] Bedieningseenheid
[2] Productvarianten
ModuLine 2000 met buitenvoeler;
ModuLine 2000 zonder buitenvoeler
[3] Montageset
[4] Oranje stekker
[5] Documentatieset
WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor
verbranding!
Wanneer warmwatertemperaturen boven
60 °C zijn ingesteld of de thermische des-
infectie is ingeschakeld, moet een mengin-
richting worden geïnstalleerd.
OPMERKING: Schade aan de vloer!
Gebruik vloerverwarming alleen als ge-
mengd cv-circuit met extra temperatuur-
bewaking.
6 720 811 737-01.1O
B
B
U
U
S
S
B
B
U
U
S
S
i
i
1
2
3
5
4
7ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Gegevens betreffende het product 2
2.4 Technische gegevens
Afb. 5 Afmetingen in mm
2.5 Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet qua constructie en werking
aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijko-
mende nationale vereisten. De conformiteit
wordt aangetoond door het CE-kenmerk.
De conformiteitverklaring van het product kunt u aanvragen.
Neem daarvoor contact op met het adres zoals vermeld op de
achterzijde van deze handleiding.
2.6 Karakteristieken temperatuursensor
Bij metingen met temperatuursensoren, de volgende voor-
waarden aanhouden:
De installatie voor het meten stroomloos schakelen.
Weerstand op de kabeluiteinden meten.
De weerstandswaarden zijn gemiddelde waarden, waarbij
toleranties moeten worden aangehouden.
6 720 645 407-08.1O
auto
auto
man
man
menu
menu
94
25
36
94
Leveringsomvang fig. 4, pagina 6:
Afmetingen (b × h × d) 94 × 94 × 25 mm
( fig. 5, pagina 7)
Nominale spanning 10 ... 24 V DC
Nom. stroom 6 mA
BUS-interface EMS, EMS plus (2-draads-BUS,
OpenTherm)
Regelbereik 5 ... 30 °C
Toegestane omgevings-
temperatuur
0 °C ... 50 °C
Beschermingsklasse III
Beveiligingsklasse IP20
Tabel 2 Technische gegevens
°C  °C  °C  °C 
– 20 96358 – 5 42162 10 19872 25 10001
– 15 72510 0 32556 15 15699 30 8060
– 10 55054 5 25339 20 12488
Tabel 3 Weerstandswaarden buitenvoeler
°C  °C  °C  °C 
20 12488 40 5331 60 2490 80 1256
25 10001 45 4372 65 2084 85 1070
30 8060 50 3605 70 1753 90 915
35 6536 55 2989 75 1480
Tabel 4 Weerstandswaarden aanvoer- en warmwatertempe-
ratuursensor
8
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Installeren3
2.7 Aanvullende accessoires
Exacte informatie over geschikte accessoires is opgenomen in
de catalogus.
Functiemodule en bedieningseenheden van het regelsysteem
EMS plus:
Bedieningseenheid ModuLine 3000 voor cv-installaties
mat maximaal 4 cv-circuits
HPC 400 voor cv-installaties met warmtepomp met maxi-
maal 4 HK.
Met de volgende producten is de combinatie niet mogelijk:
ModuLine 100, 200, 300, 400 en Easy
2.8 Geldigheid van de technische documentatie
Specificaties in de technische documentatie van cv-toestellen,
cv-regelaars of 2-draads BUS-systemen gelden ook voor deze
bedieningseenheid.
3 Installeren
Zie voor het gedetailleerde installatieschema betreffende de
installatie van de hydraulische modules en de bijbehorende
stuurelementen de planningsdocumenten of de aanbesteding.
3.1 Installatieplaats
De referentieruimte is de ruimte in de woning, waar de regelaar
is gemonteerd. Wanneer de kamertemperatuurgestuurde rege-
ling actief is, dient de kamertemperatuur in deze ruimte als
stuurgrootheid voor de gehele installatie. Wanneer de weersaf-
hankelijke regeling met invloed van de kamertemperatuur ac-
tief is, dient de kamertemperatuur als extra stuurgrootheid.
Bij een ruimtetemperatuurgeregelde regeling en een weersaf-
hankelijke regeling met invloed van de kamertemperatuur is de
regelkwaliteit afhankelijk van de installatieplaats.
De installatieplaats (= referentieruimte) moet voor de rege-
ling van de cv-installatie geschikt zijn ( fig. 6, pagina 9).
De bedieningseenheid moet op een binnenwand worden
geïnstalleerd.
Bij handkranen met voorinstelling in de referentieruimte:
Stel het vermogen van de radiatoren zo krap mogelijk in.
Daardoor warmt de referentie hetzelfde op als de overige
ruimten.
Bij thermostaatkranen in de referentieruimte:
Open de thermostaatkranen volledig en stel het vermogen
van de radiatoren via de instelbare retourkoppeling zo krap
mogelijk in.
Daardoor warmt de referentie hetzelfde op als de overige
ruimten.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
Voor de installatie van dit product:
warmteproducent en alle andere BUS-
deelnemers over alle polen losmaken van
de netspanning.
Deze bedieningseenheid is uitsluitend bedoeld
voor wandmontage. Niet in warmtebron instal-
leren.
Wanneer geen geschikte referentieruimte aan-
wezig is, adviseren wij, naar een pure weersaf-
hankelijke regeling over te gaan.
9ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Installeren 3
Afb. 6 Installatieplaats in de referentieruimte
6 720 645 407-03.1O
≥ 1000
≥ 1200
750
600
10
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Installeren3
3.2 Installeren
Afb. 7 Montage van de grondplaat
3.3 Aansluiten elektrisch
De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel met energie ge-
voed.
De polariteit van de aders is willekeurig.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
100 m met 0,50 mm
2
aderdiameter
300 m met 1,50 mm
2
aderdiameter.
Houd een minimale afstand van 100 mm tussen de afzon-
derlijke BUS-deelnemers aan, wanneer meerdere BUS-
deelnemers worden geïnstalleerd.
Sluit de BUS-deelnemers naar keuze serieel of stervormig
aan, wanneer meerdere BUS-deelnemers worden geïnstal-
leerd.
Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspan-
ningskabels van netspanning geleidende kabels afzonder-
lijk installeren (minimale afstand 100 mm).
Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van het foto-
voltaïca-systeem) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoor-
beeld LiYCY) en afscherming eenzijdig aarden. Sluit de
afscherming niet aan op de aansluitklem voor de randaarde
in de module, maar op de huisaarde, bijvoorbeeld vrije
randaardeklem of waterleiding.
Maak de BUS-verbinding met de warmtebron.
Het installatieoppervlak op de wand moet vlak
zijn.
Bij montage op een inbouwdoos:
Vul de inbouwdoos met isolatiemateriaal,
om beïnvloeding van de kamertempera-
tuurmeting door tocht te verhinderen.
Installeer de grondplaat op een wand.
( fig. 7).
6 720 645 407-04.1O
6 mm 3,5 mm6 mm
3,5 mm
Inbedrijfstelling van de installatie is niet moge-
lijk, wanneer de maximale totale lengte van de
BUS-verbindingen tussen alle BUS-deelne-
mers wordt overschreden of in het BUS-sy-
steem sprake is van een ringsysteem.
11ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Installeren 3
Afb. 8 Aansluiting van de bedieningseenheid op een warm-
tebron
De buitenvoeler (afhankelijk van de productvariant meegele-
verd of als accessoire leverbaar fig. 4, [ 2], pagina 6) wordt
op de warmtebron aangesloten.
Houd de handleidingen van de warmteproducent bij de
elektrische aansluiting aan.
Gebruik bij verlenging van de voelerkabel de volgende aderdia-
meters:
Tot 20 m met 0,75 mm
2
tot 1,50 mm
2
aderdiameter
20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
aderdiameter.
3.4 Aanbrengen of afnemen bedieningseenheid
Aanbrengen bedieningseenheid
1. Hang de bedieningseenheid aan de bovenkant in.
2. Klik de bedieningseenheid aan de onderkant vast.
Afb. 9 Aanbrengen bedieningseenheid
Afnemen bedieningseenheid
1. Druk op de knop aan de onderkant van de grondplaat.
2. Trek de bedieningseenheid aan de onderkant naar voren.
3. Neem de bedieningseenheid naar boven weg.
Afb. 10 Afnemen bedieningseenheid
ModuLine
2000
6 720 811 737-02.1O
BUS
6 720 645 407-06.1O
1.
1.
2.
6 720 645 407-07.1O
3.
1.
2.
12
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Bedieningselementen4
4 Bedieningselementen
Afb. 11 Bedieningselementen
Pos. Symbool Betekenis Verklaring
1 Keuzeknop Draaien om een instelwaarde (bijvoorbeeld temperatuur) te veranderen of tus-
sen de menu's of menupunten te kiezen.
Indrukken, om een menu of een menupunt te openen, een ingestelde waarde
(bijvoorbeeld temperatuur) of een melding te bevestigen.
2 auto-toets Indrukken, om het automatisch bedrijf met klokprogramma te activeren.
3 man-toets Indrukken om de handbediening voor constante gewenste waarde voor de ka-
mertemperatuur te activeren.
4 Terug-toets Indrukken, om naar het bovenliggende menuniveau te gaan of een gewijzigde
waarde te negeren.
Ingedrukt houden, om uit een menu naar de standaardweergave te gaan.
5 menu-toets Indrukken, om het hoofdmenu te openen.
Ingedrukt houden, om het servicemenu te openen.
Tabel 5 Bedieningselementen
12:31
12:31
Di
Di
man
man
20.5C
20.5C
6 720 645 408-01.1o
auto
auto
man
man
menu
menu
5
4
2
3
1
auto
auto
man
back
menu
menu
13ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Inbedrijfname 5
5 Inbedrijfname
Sluit alle elektrische aansluitingen correct aan en voer pas
daarna de inbedrijfstelling uit.
Houd de installatie-instructie van alle componenten en mo-
dules van de installatie aan.
Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle mo-
dules zijn gecodeerd.
Stel de warmtebron in op de maximaal benodigde aanvoer-
temperatuur en activeer het automatisch bedrijf voor de
warmwatervoorziening.
Installatie inschakelen.
Voer de inbedrijfstelling van de bedieningseenheid uit con-
form tabel 6 en tabel 7 of tabel 8.
Bij de inbedrijfstelling na een reset zijn de datum, tijd en inbe-
drijfstellingsdatum in de bedieningseenheid niet aanwezig.
Een overzicht van alle instellingen is opgenomen in
hoofdstuk 7, vanaf pagina 16.
5.1 Basisinstelling met direct gebruik als regelaar
Bij de eerste inbedrijfstelling: vul het inbedrijf-
stellingsprotocol in de handleiding en in
hoofdstuk 11, pagina 31 in.
Basisinstellingen
Na het herstellen van de voedingsspanning toont het display de taalkeuze. De actuele instelling
knippert.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om de taal in te stellen.
Het display schakelt naar de instelling van de datum. De actuele instelling knippert. Eventueel
betrekt de bedieningseenheid de tijd via het BUS-systeem.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om de datum in te stellen.
Het display schakelt naar de instelling van de tijd. De actuele instelling knippert. Eventueel be-
trekt de bedieningseenheid de actuele datum via het BUS-systeem.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om de tijd in te stellen.
De bedieningseenheid voert een automatische configuratie uit. Op het display wordt geduren-
de circa 10 seconden A.u.b. wachten getoond.
De bedieningseenheid schakelt kort uit. Daarna verschijnt op het display de standaardweerga-
ve.
De ModuLine 2000 is nu als regelaar voor cv-circuit 1 (HK1) geconfigureerd. De cv-installatie en de warmwatervoorziening zijn in
bedrijf.
Tabel 6 Basisinstellingen
6 720 808 145-22.1O
nederlands
nederlands
6 720 645 407-21.1O
20.07.2013
20.07.2013
6 720 808 145-20.1O
Tijd
Tijd
6 720 811 739-21.1O
A.u.b. wachten
A.u.b. wachten
6 720 811 739-22.1O
12:41 Wo
12:41 Wo
14
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Inbedrijfname5
5.2 Instellingen voor het gebruik als regelaar
5.3 Instellingen voor gebruik als afstandsbediening
Gebruik als regelaar
De automatische inbedrijfname als kamerthermostaat kan in het servicemenu de handmatige
aanpassing op de individuele cv-installatie volgen.
Voer de instelling uit overeenkomstig de installatie, bijvoorbeeld CV-toekenning, CV-sy-
steem, Type regeling, Min.buit.tmp. ( ), Ontwerptemp. ( ), Voetpunt ( ),
Eindpunt ( ), Aanvoer max., PID-gedrag, Opt. pomploop, Ruimte-invl. ( ),
Vorstbev., WW-temp max. ( hfdst. 8, vanaf pagina 17)
De ModuLine 2000 is nu als regelaar speciaal op deze cv-installatie met bijbehorende warmwatervoorziening ingesteld.
Tabel 7 Gebruik als regelaar
6 720 808 145-11.1O
CV-toekenning
CV-toekenning
In de uitleveringstoestand van de bedienings-
eenheid is het warmwatersysteem geacti-
veerd. Wanneer warmwatersysteem niet is
geïnstalleerd maar wel is geactiveerd, toont de
bedieningseenheid een storing.
Wanneer geen warmwatersysteem in de
installatie is geïnstalleerd, warmwatersy-
steem in het warmwatermenu deactive-
ren.
De bedieningseenheid is niet voor de aanslui-
ting van de warmwaterboiler na een open ver-
deler geschikt.
Warmwaterboiler alleen direct op warmte-
bron aansluiten (primaire zijde).
Gebruik als afstandsbediening
Druk de menu-toets in, wanneer de standaardweergave actief is en houd deze gedurende
circa drie seconden ingedrukt, tot in het hoofdmenu het servicemenu wordt getoond.
Druk op de keuzeknop, om het servicemenu te openen.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om het menu Systeemgeg. te openen.
Keuzeknop indrukken, om het menupunt Bed.eenheid te openen.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om Afstandsbed. in te stellen.
Keuzeknop verdraaien en indrukken, om het menupunt CV-toekenning te openen.
Verdraai de keuzeknop en druk deze in, om aan de bedieningseenheid een cv-circuit toe te
kennen.
Na het toekennen van het cv-circuit is de configuratie als afstandsbediening afgesloten.
ModuLine 3000 in bedrijf nemen ( installatie-instructie van de bedieningseenheid Mo-
duLine 3000).
ModuLine 2000 op de ModuLine 3000 in het servicemenu van het toegekende cv-circuit
of met de configuratie-assistent configureren ( installatie-instructie van de bedienings-
eenheid ModuLine 3000/HPC400).
Als afstandsbediening toont de ModuLine 2000 een gereduceerd menu ( fig. 12, pagina 16 en fig. 13, pagina 17). Alle overige
instellingen worden op de ModuLine 3000 uitgevoerd en weergegeven.
Tabel 8 Gebruik als afstandsbediening
6 720 808 145-15.1O
Afstandsbed.
Afstandsbed.
6 720 808 145-16.1O
CV-toekenning
CV-toekenning
15ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Buiten bedrijf stellen/uitschakelen 6
5.4 Checklist: belangrijke instellingen voor de in-
bedrijfstelling
Voer de inbedrijfstelling altijd zodanig uit, dat de installatie
werkt conform de behoefte. Voor de tevredenheid van de ge-
bruik blijken uit ervaring de volgende instellingen van groot be-
lang:
Type regeling: weersafhankelijk geregeld ( ) met of
zonder kamertemperatuurinvloed of ruimtetemperatuur-
gestuurd
Stooklijn ( ): aanpassing via ontwerptemperatuur, mi-
nimale buitentemperatuur en andere instellingen
Warmwatervoorrang: warmtevraag voor warm water
wordt met voorrang behandeld
Klokprogramma: bepaalt, wanneer wordt verwarmd
Hoe instellingen in het servicemenu moeten worden veran-
derd, is in hoofdstuk 7 beschreven.
6 Buiten bedrijf stellen/uitschakelen
De bedieningseenheid wordt via de BUS-verbinding van
stroom voorzien en blijft continu ingeschakeld. De installatie
wordt alleen bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden uit-
geschakeld.
Schakel de gehele installatie en alle BUS-deelnemers span-
ningsloos.
De installatiedatum van de ModuLine 2000
wordt automatisch ingesteld bij de eerste in-
bedrijfname als regelaar.
Na langere stroomuitval of uitschakelen moet
eventueel de datum en de tijd weer opnieuw
worden ingesteld. Alle andere instellingen blij-
ven permanent behouden.
16
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Hoofdmenu7
7 Hoofdmenu
Druk de menu-toets kort in, wanneer de standaardweerga-
ve actief is, om het hoofdmenu te openen of te sluiten.
Verdraai de keuzeknop, om een menupunt te kiezen of om
de waarde van een instelling te veranderen.
Druk op de keuzeknop, om het gekozen menupunt te ope-
nen, het invoerveld voor een instelling te activeren of om
een instelling te bevestigen.
Afb. 12 Overzicht van het hoofdmenu: de menupunten met grijze achtergrond worden alleen weergegeven bij gebruik als regelaar
1) Ingestelde taal.
2) Kan alleen op regelaar ModuLine 2000 voor HK1 worden
ingesteld, niet op de regelaars voor HK2...4.
3) Servicemenu ( hoofdstuk 8)
4) Alleen bij warmteproducent met EMS plus.
Meer informatie over de bediening/navigatie in
het hoofdmenu vindt u in de bedieningshand-
leiding.
Hoofdmenu
Verw. Vakantie Instellingen
Temperaturen Vakantieprog. deutsch
1)
Verwarm Info Tijd/datum
Sparen Verw. Tijd
Klokprogramma Buitentemp. Datum
Reset tijden Bedrijfsstat. Zomertijd
zomer/winter Ruimtetemp. Tijdcorrectie
Temp.drempel
Warm water Formaat
Warm water
Bedrijfsstat. Datumformaat
Eenmalig opw.
Temp. setp. Tijdformaat
Temperatuur
2)
Temp. act. Temp.formaat
Bedrijfsmodus Sensor corr.
Circulatie Contrast
Desinfectie
2)
Service
3)
Dagelijks60°C
2), 4)
6 720 811 740-17.1O
17ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
8 Servicemenu
Druk de menu-toets in, wanneer de standaardweergave ac-
tief is en houd deze gedurende circa drie seconden inge-
drukt, tot in het hoofdmenu het servicemenu wordt
getoond.
Druk op de keuzeknop, om het al gemarkeerde serviceme-
nu te openen.
Verdraai de keuzeknop, om een menupunt te kiezen of om
de waarde van een instelling te veranderen.
Druk op de keuzeknop, om het gekozen menupunt te ope-
nen, het invoerveld voor een instelling te activeren of om
een instelling te bevestigen.
Afb. 13 Overzicht van het servicemenu: de menupunten met grijze achtergrond worden alleen weergegeven bij gebruik als rege-
laar
1) Alleen bij warmtebron met EMS plus beschikbaar.
De basisinstellingen zijn in de kolom instelbe-
reik geaccentueerd ( hoofdstuk 8.1
tot 8.5).
Hoofdmenu Eindpunt Bedrijf WW
Service
Aanvoer max. WW-temp.setp.
Systeemgeg.
PID-gedrag WW-temp.act
Bed.eenheid
Opt. pomploop WW-temp max.
CV-toekenning
Ruimte-invl. Onderhoud
Auto config. Solarinvloed Ondh.-melding
Aansl.pomp Doorverwarmen Datum onderh
Menger Vorstbev. Reset onderh
Loopt.mengkl Vorstdrempel Act. storing
CV-systeem WW-voorrang Storingshist.
Type regeling Warm water Reset storing
Extern sensor WW-temp max. Syst.info
Config. CV1
1)
Info Install.datum
Warm water Buitentemp. Stuureenheid
Verdelersens. Bedr.toestel SW besturing
Circulatie Aanv.setp.tst SW-regelaar
Min.buit.tmp. Aanv.act.tst
Demping Max.aanv.tst
Soort gebouw Verdelertemp.
CV start Bedrijf CV
Reset compl. Aanv.setp.CV
CV-circuit Aanv.act.CV
Ontwerptemp. Ruimtetmp.set
Voetpunt Kamertemp act
6 720 811 470-18.1O
18
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu8
8.1 Menu systeemgegevens
In dit menu kan het gehele systeem voor wat betreft de automa-
tische instellingen worden gecontroleerd en individueel wor-
den bijgesteld.
Afhankelijk van de aangesloten warmteproducent, zijn een aan-
tal instellingen eventueel niet beschikbaar.
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Bed.eenheid Regelaar Gebruik als regelaar
Afstandsbed. Gebruik als afstandsbediening
CV-toekenning 1 ... 4 Nummer van het toegekende cv-circuit (met ModuLine 3000 of HPC 400 maximaal 4)
Auto config. NEE
Handmatige configuratie van de installatie uitvoeren.
JA Automatische systeemconfiguratie starten, bijvoorbeeld na uitbreiding van de installatie.
(de belangrijkste systeemgegevens worden in het menu voor de eerste inbedrijfstelling au-
tomatisch voorgesteld)
Aansl.pomp Warmtebron
CV-pomp op warmteproducent aangesloten (alleen voor cv-circuit 1)
CV-module CV-pomp op module MM100 aangesloten
Menger NEE
Ongemengd cv-circuit met module MM100 aanwezig
JA Gemengd cv-circuit met module MM100 aanwezig
Loopt.mengkl 10 s ... 120 s ...
600 s
Looptijd van de mengmodule instellen
CV-systeem Radiator CV-systeem aan het cv-circuit toekennen, om de voorinstelling van de stooklijn te kiezen
( pagina 22)
Vloerverwarming
Type regeling Buiten eenvoud.
()
Keuze tussen eenvoudige en geoptimaliseerde weersafhankelijke regeling, aanvoertempe-
ratuurregeling of vermogensregeling ( hoofdstuk 2.1.1, pagina 4). De weersafhankelij-
ke regelingstypen zijn alleen bij aangesloten buitenvoeler beschikbaar. Wanneer bij de
automatische configuratie een buitenvoeler wordt herkend, is de geoptimaliseerde weers-
afhankelijke regeling ingesteld.
Buiten optimaal
()
Ruimte-aanvoer
Ruimte-vermogen
Extern sensor NEE De ruimtetemperatuur wordt via de interne temperatuursensor van de bedieningseenheid
bepaald.
JA Een extra ruimtetemperatuursensor is op de bedieningseenheid aangesloten.
Config. CV1 Hydraulische en elektrische aansluiting cv-circuit 1 op toestel (alleen bij warmtebronnen
met EMS plus)
Nee Open verdeler of vloerstaand cv-toestel aanwezig, alle geïnstalleerde cv-circuits worden
via module aangestuurd
geen pomp Geen Open verdeler aanwezig, slechts één cv-circuit en warmwatervoorziening via een 3-
wegklep
eigen pomp Geen open verdeler aanwezig, cv-pomp elektrisch op cv-toestel aangesloten en warmwa-
tervoorziening niet via een 3-wegklep
P. na evenw.fl. Open verdeler aanwezig, cv-pomp op cv-toestel aangesloten
Warm water Nee Geen warmwatersysteem aanwezig
Ja, 3-wegklep Aanwezig warmwatersysteem wordt via een 3-wegklep gevoed
Ja, laadpomp Aanwezig warmwatersysteem wordt via een boilerlaadpomp gevoed
Verdelersens. Nee Geen open verdeler aanwezig
Ja, op toestel Open verdeler aanwezig, temperatuursensor op cv-toestel aangesloten
Ja, op module Open verdeler aanwezig, temperatuursensor op cv-circuitmodule aangesloten
Tabel 9 Instellingen in het menu systeemgegevens
19ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
Minimale buitentemperatuur
De minimale buitentemperatuur is de gemiddelde waarde van
de koudste buitentemperaturen gedurende de laatste jaren en
heeft invloed op de stooklijn. De waarde voor de regio kan uit
de voor ieder gebouw noodzakelijke warmtevraagberekening,
uit een klimaatzonekaart of uit tabel 10 worden bepaald.
Instellen minimale buitentemperatuur voor dimensionering
van de verwarming.
Circulatie NEE De circulatiepomp kan niet door de warmteproducent worden aangestuurd.
JA Wanneer de circulatiepomp door de warmteproducent wordt aangestuurd, moet de circu-
latiepomp hier in principe worden geactiveerd.
Min.buit.tmp.
()
–35 ... –10 ... 0 °C Minimale buitentemperatuur voor de dimensionering ( tabel 10); alleen beschikbaar,
wanneer een buitenvoeler is aangesloten en een weersafhankelijk type regeling is geacti-
veerd.
Demping
()
Deze instelling is alleen beschikbaar, wanneer een buitenvoeler is aangesloten en een
weersafhankelijk type regeling actief is.
Aan De ingestelde gebouwsoort heeft invloed op de gemeten waarde van de buitentempera-
tuur. De buitentemperatuur wordt vertraagd (gedempt).
Uit De gemeten buitentemperatuur wordt ongedempt in de weersafhankelijke regeling opge-
nomen.
Soort gebouw
()
Maat voor de thermische opslagcapaciteit van het verwarmde gebouw
zwaar Hoge opslagcapaciteit, bijvoorbeeld stenen huis met dikke muren (sterke demping van de
buitentemperatuur)
Gemiddeld Gemiddelde opslagcapaciteit
licht Geringe opslagcapaciteit, bijvoorbeeld niet-geïsoleerd vakantiehuis van hout (lage dem-
ping van de buitentemperatuur)
CV start NEE
De ingestelde configuratie wordt niet overgenomen (het menu kan niet worden verlaten).
JA
Bevestigt de ingestelde configuratie en start de verwarming.
Reset compl. NEE De actuele instellingen blijven behouden.
JA De basisinstelling wordt hersteld (behalve de tijd en datum).
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Tabel 9 Instellingen in het menu systeemgegevens
Minimale buitentemperatuur in °C
Athene 2 Marseille 6
Amsterdam – 10 Moskou – 30
Berlijn – 15 Napels 2
Brussel – 10 Nice  0
Boedapest – 12 Parijs – 10
Boekarest 20 Praag – 16
Hamburg 12 Rome 1
Helsinki – 24 Sebastopol 12
Istanbul 4 Stockholm – 19
Kopenhagen – 13 Valencia 1
Lissabon  0 Wenen – 15
Londen 1 Zürich – 16
Madrid 4
Tabel 10 Min. buitentemperaturen voor Europa
20
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu8
8.2 Menu cv-circuit
In dit menu worden handmatig de instellingen voor het cv-cir-
cuit uitgevoerd. Bij de automatische configuratie worden be-
langrijke gegevens vooringesteld. In het menu worden daarna
alleen de relevante menupunten getoond.
Voorbeeld: bij een weersafhankelijke regeling worden menu-
punten voor de kamertemperatuurgeregelde regeling niet ge-
toond.
OPMERKING: Gevaar voor beschadiging van
de afwerkvloer!
Houd bij vloerverwarming de door de fa-
brikant aanbevolen maximale aanvoer-
temperatuur aan.
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Ontwerptemp.
()
bijvoorbeeld 30 ... 45
... 60 °C (bij vloerver-
warming)
De aanvoertemperatuur, die bij de minimale buitentemperatuur wordt bereikt
(ontwerptemperatuur), heeft invloed op de steilheid/hoek van de stooklijn (alleen
bij weersafhankelijke regeling met geoptimaliseerde stooklijn beschikbaar). Het
instelbereik hangt af van het gekozen cv-systeem.
Voetpunt ( ) bijvoorbeeld 20 ...
25 °C ... Eindpunt (bij
vloerverwarming)
Het voetpunt van de stooklijn is alleen beschikbaar bij weersafhankelijke regeling
met eenvoudige stooklijn.
Eindpunt ( ) bijvoorbeeld Voetpunt
... 45 ... 60 °C (bij vloer-
verwarming)
De aanvoertemperatuur, die bij de minimale buitentemperatuur moet worden be-
reikt (eindpunt), heeft invloed op de steilheid/hoek van de stooklijn (alleen bij
Type regeling > Buiten eenvoud. beschikbaar). Het instelbereik hangt af van het
gekozen cv-systeem.
Aanvoer max. bijvoorbeeld 30 ... 48
... 60 °C (bij vloerver-
warming)
Maximale aanvoertemperatuur; het instelbereik hangt af van het gekozen cv-sy-
steem.
PID-gedrag (alleen
bij kamertempera-
tuurgestuurde re-
geling)
snel Snelle regelkarakteristiek, bijvoorbeeld bij grote geïnstalleerde warmtevermo-
gens en/of hoge bedrijfstemperaturen en kleine cv-waterhoeveelheden
Gemiddeld Gemiddelde regelkarakteristiek, bijvoorbeeld bij radiatorverwarmingen (gemid-
delde cv-waterhoeveelheid) en gemiddelde bedrijfstemperaturen
traag Langzame regelkarakteristiek, bijvoorbeeld bij vloerverwarmingen (grote cv-wa-
terhoeveelheden) en lage bedrijfstemperaturen
Opt. pomploop Aan Geoptimaliseerd pompen actief: de cv-pomp draait afhankelijk van de aanvoer-
temperatuur zo min mogelijk (alleen beschikbaar bij aanvoertemperatuurrege-
ling).
Uit Wanneer in de installatie meer dan één warmtebron (bijvoorbeeld zonne-installa-
tie of hybride systeem) of een bufferboiler is geïnstalleerd, dan moet deze functie
zijn uitgeschakeld.
Ruimte-invl. ( ) Uit Weersafhankelijke regeling werkt onafhankelijk van de kamertemperatuur.
1 ... 3 ... 10 K Des te hoger de instelwaarde is des te groter is de invloed van de kamertempera-
tuur op de stooklijn.
Solar invloed
()
– 5 ... – 1 K Een weersafhankelijke regeling kan door de zonnestralen binnen bepaalde gren-
zen worden beïnvloed (zonne-opbrengst vermindert het benodigde warmtever-
mogen).
Uit Met zonnestraling wordt bij de regeling geen rekening gehouden.
Tabel 11 Instelling in het menu cv-circuit
21ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging
grenstemperatuur)
Bij een weersafhankelijke drempeltemperatuur voor vorst
( ) met of zonder invloed van de kamertemperatuur geldt:
Overschrijdt de buitentemperatuur de ingestelde drempel-
temperatuur met 1 K ( °C) en er is geen warmtevraag aan-
wezig van de verwarming, dan wordt de cv-pomp
uitgeschakeld.
Onderschrijdt de buitentemperatuur de ingestelde drem-
pelwaarde, dan wordt de cv-pomp ingeschakeld (vorstbe-
veiliging installatie).
Bij een kamertemperatuurafhankelijke drempeltemperatuur
voor vorst geldt:
Overschrijdt de kamertemperatuur 7 °C en er is geen
warmtevraag van de verwarming, dan wordt de cv-pomp
uitgeschakeld.
Onderschrijdt de kamertemperatuur 5 °C, dan wordt de cv-
pomp ingeschakeld (geen vorstbeveiliging installatie).
Bij een kamer-/weersafhankelijke drempeltemperatuur voor
vorst ( ) geldt:
Onderschrijdt de kamertemperatuur 5 °C of de buitentem-
peratuur de ingestelde drempelwaarde, dan wordt de cv-
pomp ingeschakeld (vorstbeveiliging installatie).
Doorverwarmen
()
Uit Vanaf deze ingestelde buitentemperatuur volgt geen verlaagd regime meer. De in-
stallatie werkt in cv-bedrijf, om een grotere afkoeling te voorkomen.
– 30 ... 10 °C
Vorstbev. Opmerking: om de vorstbeveiliging van de totale cv-installatie te waarborgen,
weersafhankelijke vorstbeveiliging instellen. Deze instelling is onafhankelijk van
de ingestelde soort regeling.
Uit Vorstbeveiliging uit
Let op! De installatie is niet tegen vorst beschermd.
op buitentemp. ( ) Vorstbeveiliging wordt afhankelijk van de hier gekozen temperatuur gede-/acti-
veerd ( Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging grenstemperatuur),
pagina 21)
op ruimtetemp.
Ruimte-buiten ( )
Vorstdrempel – 20 ... 5 ... 10 °C Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging grenstemperatuur),
pagina 21
WW-voorrang Aan Warmwatervoorziening wordt geactiveerd, warmtevraag van de verwarming
wordt onderbroken
Uit Warmwatervoorziening wordt geactiveerd, warmtevraag van de verwarming
wordt parallel afgedekt (alleen mogelijk, wanneer het warmwatersysteem via boi-
lerlaadpomp wordt gevoed)
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Tabel 11 Instelling in het menu cv-circuit
OPMERKING: Beschadiging van cv-water-
transporterende installatiedelen bij te laag in-
gestelde drempeltemperatuur voor vorst en
kamertemperaturen onder 0 °C!
De basisinstelling voor de drempeltempe-
ratuur voor vorst (5 °C) mag alleen door
een installateur worden aangepast.
Stel de drempeltemperatuur niet te laag
in.
Schade door te laag ingestelde drempel-
temperatuur voor vorst is van de garantie
uitgesloten!
Zonder buitenvoeler is geen veilige vorst-
beveiliging van de installatie mogelijk.
De instelling op ruimtetemp. biedt geen abso-
lute vorstbeveiliging, omdat bijvoorbeeld in
gevels geïnstalleerde leidingen kunnen bevrie-
zen. Dat kan ook optreden, ondanks dat de
temperatuur in de referentieruimte vanwege
externe warmtebronnen duidelijk boven 5 °C
ligt. Is een buitenvoeler geïnstalleerd dan kan
onafhankelijk van het ingestelde type regeling
de vorstbeveiliging van de gehele cv-installatie
worden gewaarborgd:
In het menu Vorstbev. of op buitentemp.
of Ruimte-buiten instellen ( ).
22
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu8
Instellen cv-systeem en stooklijnen voor de weersafhanke-
lijke regeling
Type verwarming (radiator of vloerverwarming) in het
menu Systeemgeg. > CV-systeem instellen.
Instellen type regeling (geoptimaliseerde of eenvoudige
stooklijn) in het menu Systeemgeg. > Type regeling
().
Menupunten die niet nodig zijn voor het gekozen cv-sy-
steem en het gekozen soort regeling worden onderdrukt.
De stooklijn is de belangrijkste basisgrootheid voor een spaar-
zaam en comfortabel bedrijf van de cv-installatie bij een weers-
afhankelijke regeling. Het regelsysteem heeft voor de
berekening van deze stooklijn een aantal specificaties van de
cv-installatie nodig en berekent daaruit met behulp van een
wiskundige formule zelfstandig de optimale stooklijn.
Daarbij wordt rekening gehouden met de gedempte buitentem-
peratuur en de kamerregeltemperatuur. De kamerregeltempe-
ratuur is een interne rekengrootheid, die resulteert uit de
gewenste kamertemperatuur (streefwaarde kamer) en de ka-
merinvloed.
Daardoor kan de eindklant via de verandering van de gewenste
kamertemperatuur de stooklijn direct beïnvloeden.
De belangrijkste instellingen zijn de ontwerptemperatuur,
maximale aanvoertemperatuur en minimale buitentempera-
tuur.
De stooklijn ( fig. 14 en 15) wordt in wezen door het voet- en
eindpunt bepaald. Het voetpunt ligt bij de gedempte buiten-
temperatuur van 20 °C bij 25 °C aanvoertemperatuur (voor een
kamertemperatuur van 21 °C). Het eindpunt van de stooklijn
moet overeenkomstig de ontwerptemperatuur van het cv-sy-
steem worden ingesteld.
Voor het verloop van de stooklijn (helling/steilheid) zijn de bei-
de parameters Min.buit.tmp. (de in een regio te verwachten
laagste buitentemperatuur, pagina 19) en de Ontwerptemp.
(de aanvoertemperatuur, die bij de minimale buitentempera-
tuur moet worden bereikt) bepalend ( fig. 14 en 15, links).
Een parallelle verschuiving van de stooklijn naar boven of bene-
den wordt door aanpassen van de ingestelde kamertempera-
tuur gerealiseerd ( fig. 14 en 15, rechts).
Geoptimaliseerde stooklijn
De geoptimaliseerde stooklijn (Type regeling: Buiten opti-
maal) is en naar boven gekromde curve, die is gebaseerd op de
exacte toekenning van de aanvoertemperatuur aan een bijbe-
horende buitentemperatuur ( ).
Afb. 14 Instelling van de stooklijn voor vloerverwarming
Links: stijging via ontwerptemperatuur T
AL
en minimale buitentemperatuur T
A,min
Rechts: parallelle verschuiving via gewenste kamertemperatuur
T
A
Buitentemperatuur
T
VL
Aanvoertemperatuur
[1] Instelling: T
AL
= 45 °C, T
A,min
= –10 °C (basiscurve), begrenzing bij T
VL,max
= 48 °C
[2] Instelling: T
AL
= 40 °C, T
A,min
= –10 °C, begrenzing bij T
VL,max
= 48 °C
[3] Instelling: T
AL
= 35 °C, T
A,min
= –20 °C, begrenzing bij T
VL,max
= 48 °C
[4] Parallelle verschuiving van de basiscurve [1] door verhogen van de gewenste kamertemperatuur,
begrenzing bij T
VL,max
= 48 °C
[5] Parallelle verschuiving van de basiscurve [1] door verlagen van de gewenste kamertemperatuur
0
+10
+20
-10
-20
T
A
20
30
40
50
60
T
VL
T
A
T
VL
C
C
0
+10
+20
-10
-20
20
30
40
50
60
C
6 720 645 407-29. 1O
C
1
2
3
1
4
5
23ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
Afb. 15 Instelling van de stooklijn voor radiatoren
Links: stijging via ontwerptemperatuur T
AL
en minimale buitentemperatuur T
A,min
Rechts: parallelle verschuiving via gewenste kamertemperatuur
T
A
Buitentemperatuur
T
VL
Aanvoertemperatuur
[1] Instelling: T
AL
= 75 °C, T
A,min
= –10 °C (basiscurve), begrenzing bij T
VL,max
= 75 °C
[2] Instelling: T
AL
= 80 °C, T
A,min
= –10 °C, begrenzing bij T
VL,max
= 80 °C
[3] Instelling: T
AL
= 70 °C, T
A,min
= –20 °C, begrenzing bij T
VL,max
= 75 °C
[4] Parallelle verschuiving van de basiscurve [1] door verhogen van de gewenste kamertemperatuur,
begrenzing bij T
VL,max
= 80 °C
[5] Parallelle verschuiving van de basiscurve [1] door verlagen van de gewenste kamertemperatuur,
begrenzing bij T
VL,max
= 75 °C
Eenvoudige stooklijn
De eenvoudige stooklijn (Type regeling: Buiten eenvoud.) is
en vereenvoudigde weergave van de gekromde stooklijn als
rechte lijn. Deze rechte lijn wordt beschreven door twee pun-
ten: voetpunt (beginpunt van de stooklijn) en eindpunt ( ).
0
+10
+20
-10
-20
20
30
40
50
60
70
80
90
C
C
0
+10
+20
-10
-20
20
30
40
50
60
70
80
90
C
6 720 645 407-19. 1O
C
T
A
T
VL
T
A
T
VL
1
2
3
1
4
5
Vloerverwarming Radiatoren
Minimale buitentempe-
ratuur T
A,min
– 10 °C – 10 °C
Voetpunt 25 °C 25 °C
Eindpunt 45 °C 75 °C
Maximale aanvoertem-
peratuur T
VL,max
48 °C 75 °C
Tabel 12 Basisinstellingen van de eenvoudige stooklijnen
24
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu8
8.3 Menu warm water
In dit menu worden instellingen voor de warmwatervoorziening
uitgevoerd. Hier kan de installateur een hogere warmwatertem-
peratuur dan 60 °C instellen.
8.4 Menu info
In dit menu worden instellingen en meetwaarden van de cv-in-
stallatie weergegeven. Veranderingen kunnen niet worden uit-
gevoerd.
WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor
verbranding!
Heet water kan zware brandwonden veroorza-
ken. Wanneer de begrenzing van de maximale
warmwatertemperatuur (WW-temp max.) >
60 °C is ingesteld:
Informeer alle betrokkenen en waarborg
dat een mengmodule is geïnstalleerd.
In de uitleveringstoestand van de bedienings-
eenheid is het warmwatersysteem geacti-
veerd. Wanneer warmwatersysteem niet is
geïnstalleerd maar wel is geactiveerd, toont de
bedieningseenheid een storing.
Wanneer geen warmwatersysteem in de
installatie is geïnstalleerd, warmwatersy-
steem in het systeemgegevens- of warm-
watermenu deactiveren.
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
WW-temp max. 60 ... 80 °C De ingestelde waarde is de bovengrens voor de gewenste warmwatertemperatuur,
die in het hoofdmenu kan worden ingesteld. Wordt meer dan 60 °C ingesteld, dan
verschijnt de waarschuwingsmelding Verbranding, die door indrukken van de keuze-
knop moet worden bevestigd (of instelling met de terugtoets verwerpen).
Tabel 13 Instellingen in het menu warm water
Menupunt Mogelijke waarde Omschrijving
Buitentemp. ( ) – 40 ... 50 °C De actueel gemeten buitentemperatuur is alleen beschikbaar, wanneer een buiten-
voeler is geïnstalleerd.
Bedr.toestel Aan Brander in bedrijf
Uit Brander niet in bedrijf
Aanv.setp.tst 20 ... 90 °C Op de warmtebron benodigde aanvoertemperatuur (gewenste temperatuur)
Aanv.act.tst 20 ... 90 °C Op de warmtebron gemeten aanvoertemperatuur (gemeten temperatuur)
Max.aanv.tst 35 ... 90 °C Op de warmtebron ingestelde maximale aanvoertemperatuur
Verdelertemp. 20 ... 90 °C Actuele cv-watertemperatuur in de open verdeler
Bedrijf CV Uit Actuele bedrijfsmodus in toegekende cv-circuit. Bedieningshandleiding van de
bedieningseenheid
Verwarm
Sparen
Zomer
Handmatig
Aanv.setp.CV 20 ... 90 °C Benodigde aanvoertemperatuur in het toegekende cv-circuit
Aanv.act.CV 20 °C ... 90 °C Gemeten aanvoertemperatuur in het toegekende cv-circuit (alleen beschikbaar,
wanneer een module MM100 is geïnstalleerd)
Ruimtetmp.set Uit Verwarming uitgeschakeld, bijvoorbeeld in de zomer
5,0 ... 30,0 °C Gewenste kamertemperatuur
Kamertemp act 5,0 ... 30,0 °C Gemeten kamertemperatuur
Tabel 14 Infomenu
25ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
8.5 Menu onderhoud
Onder dit menu kunnen servicerelevante instellingen worden
uitgevoerd, bijvoorbeeld om de lijst met storingen te wissen,
nadat alle storingen bij een service zijn opgeheven.
Wanneer de servicemelding direct op de warmteproducent af-
hankelijk van de bedrijfsduur of aantal branderuren wordt inge-
steld, verschijnt onder Ondh.-melding de instelling Aan, maar
kan Datum onderh niet worden ingesteld.
8.6 Menu systeeminformatie
Onder dit menu kan gedetailleerde informatie over de BUS-
deelnemers van de installatie worden opgevraagd. Veranderin-
gen kunnen niet worden uitgevoerd.
Bedrijf WW Aan Warmwatervoorziening actief
Uit Warmwatervoorziening niet actief
WW-temp.setp. 15 ... 80 °C Gewenste warmwatertemperatuur
WW-temp.act 15 ... 80 °C Gemeten warmwatertemperatuur
WW-temp max. 15 ... 80 °C Op de bedieningseenheid ingestelde maximale warmwatertemperatuur
Menupunt Mogelijke waarde Omschrijving
Tabel 14 Infomenu
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Ondh.-melding Uit Bedieningseenheid geeft geen onderhoudsmelding aan.
Aan Bedieningseenheid geeft in het display op de ingestelde datum ( datum onder-
houd) een onderhoudsmelding aan.
Datum onderh 1-1-2012
31-12-2099
Datum voor het volgende onderhoud van de cv-installatie.
Reset onderh NEE De onderhoudsmelding wordt niet gereset.
JA De onderhoudsmelding wordt gereset.
Act. storing bijvoorbeeld
29.09.2012
A11/802
Alle actuele storingen worden weergegeven, gerangschikt op ernst van de storing:
datum van de storing wordt in tekstregel getoond, storings- en subcode knipperen
afwisselend in de waardeweergave.
Storingshist. bijvoorbeeld
31.07.2012
A02/816
Hier worden de laatste 20 storingen weergegeven, chronologisch gerangschikt.
De datum van de storing wordt in de tekstregel vermeld, storings- en subcode af-
wisselend knipperend in het waarde-display.
Reset storing NEE De storingshistorie blijft behouden.
JA De storingshistorie wordt gewist.
Tabel 15 Instellingen in menu onderhoud
Menupunt Weergavevoorbeeld Functiebeschrijving
Install.datum 14-9-2012 Datum van de eerste inbedrijfname als regelaar wordt automatisch ingesteld.
Stuureenheid XXXX.X Identificatie van de stuureenheid van de warmtebron
SW-besturing 1.xx Softwareversie van de stuureenheid van de warmtebron
2.xx
SW-regelaar NFxx.xx Softwareversie van de bedieningseenheid
Tabel 16 Syst.info
26
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Storingen verhelpen9
9 Storingen verhelpen
Het display van de bedieningseenheid geeft een storing aan. De
oorzaak kan een storing van de bedieningseenheid, een com-
ponent, een module of de warmtebron zijn. Bijbehorende
handleidingen van de betreffende componenten, modules of
de gebruikte warmteproducent en in het bijzonder het service-
handboek met gedetailleerde storingsbeschrijvingen bevatten
aanvullende informatie over het oplossen van storingen. Vele
storingen van de warmtebron worden niet in het display van de
bedieningseenheid getoond. Deze zijn beschreven in de docu-
menten van de gebruikte warmtebron.
De laatste 20 opgetreden storingen worden met een tijdstem-
pel opgeslagen (storingshistorie pagina 25).
Monteer alleen originele onderdelen. Schade,
die ontstaat door niet door de fabrikant gele-
verde reservedelen, is van de garantie uitge-
sloten.
Wanneer een storing niet kan worden opgehe-
ven, neem dan contact op met uw servicetech-
nicus of de dichtstbijzijnde Nefit-dealer.
Storings-
code
Sub-
code
Oorzaak of beschrijving
van de storing
Testprocedure/oorzaak Maatregel
A01 808 Warmwatervoorziening:
warmwatertemperatuur-
sensor 1 defect - vervan-
gingsbedrijf actief
Geen warmwatersysteem geïnstalleerd Warmwatersysteem in het servicemenu de-
activeren
Controleer de verbindingskabel tussen
regeltoestel en warmwatersensor
Vervang de sensor, wanneer een defect aan-
wezig is
Controleer de elektrische aansluiting van
de verbindingskabel in het regeltoestel
Los het contactprobleem op, wanneer
schroeven of een stekker los zitten
Controleer de warmwatersensor con-
form de tabel
Vervang de sensor, wanneer de waarde niet
overeenkomen
Controleer de spanning op de aansluit-
klemmen van de warmwatersensor in het
regeltoestel conform de tabel
Vervang het regeltoestel, wanneer de sen-
sorwaarden kloppen, maar de spannings-
waarden niet overeenkomen
Tabel 17 Tabel met storingen
27ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Storingen verhelpen 9
A01 810 Warm water blijft koud Controleer of eventueel constant water
door aftappen of een lekkage uit de boi-
ler wordt onttrokken
Eventueel constante warmwaterafname te-
gengaan
Controleer de positie van de warmwater-
sensor. Deze kan verkeerd zijn aange-
bracht of hangt in de lucht
Positioneer de warmwatersensor correct
Wanneer de warmwatervoorrang is uit-
geschakeld en verwarming en warm wa-
ter in parallelbedrijf actief zijn, kan
eventueel het vermogen van het toestel
niet voldoende zijn
Stel de warmwatervoorziening op "voor-
rang" in
Controleer of de verwarmingsslang in de
boiler volledig is ontlucht
Ontlucht eventueel
Controleer de verbindingsleidingen tus-
sen toestel en boiler en controleer aan
de hand van de installatie-instructies of
deze correct zijn aangesloten
Los eventuele verkeerde leidingaansluitin-
gen op
Controleer aan de hand van de techni-
sche documentatie, of de ingebouwde
boilerlaadpomp de benodigde capaciteit
heeft
Vervang de pomp bij bestaande afwijkingen
Te grote verliezen circulatieleiding Controleer de circulatieleiding
Controleer de warmwatersensor con-
form de tabel
Vervang de sensor bij afwijkingen ten op-
zichte van de tabelwaarden
A11 1000 Systeemconfiguratie niet
bevestigd
Systeemconfiguratie niet volledig uitge-
voerd
Configureer en bevestig het systeem volle-
dig
A11 1010 Geen communicatie via
BUS-verbinding EMS plus
Controleer, of de buskabel verkeerd is
aangesloten
Bedradingsfouten oplossen en regeltoestel
uit- en weer inschakelen
Controleer, of de buskabel defect is. Ver-
wijder de uitbreidingsmodule van de
BUS en schakel het regeltoestel uit en
weer aan. Controleer, of de oorzaak van
de storing de module of de modulebe-
drading is
Repareer de buskabel of vervang deze
Vervang defecte BUS-deelnemers
Storings-
code
Sub-
code
Oorzaak of beschrijving
van de storing
Testprocedure/oorzaak Maatregel
Tabel 17 Tabel met storingen
28
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Storingen verhelpen9
A11 1037 Buitenvoeler defect, ver-
vangingsbedrijf verwar-
ming actief
Controleer de configuratie. Met de geko-
zen instelling is een buitenvoeler nodig.
Is geen buitenvoeler gewenst. Configuratie
kamertemperatuurgeregeld in de regelaar
kiezen.
Controleer de verbindingskabel tussen
regeltoestel en buitenvoeler op verbin-
ding
Los de storing op, wanneer geen verbinding
aanwezig is
Controleer de elektrische aansluiting van
de verbindingskabel in de buitenvoeler
respectievelijk aan de stekker in het re-
geltoestel
Gecorrodeerde aansluitklemmen in buiten-
sensorhuis reinigen.
Controleer de buitenvoeler conform de
tabel
Vervang de sensor, wanneer de waarde niet
overeenkomen
Controleer de spanning op de aansluit-
klemmen van de buitenvoeler in het re-
geltoestel conform de tabel
Vervang het regeltoestel, wanneer de voe-
lerwaarden kloppen, maar de spannings-
waarden niet overeenkomen
A11 1038 Tijd/datum ongeldige
waarde
Datum/tijd nog niet ingesteld Datum/tijd instellen
Voedingsspanning over langere tijd uit-
gevallen
Uitval van de voedingsspanning vermijden
A11 3091
3092
3093
3094
Kamertemperatuursen-
sor defect
(3091 = cv-circuit 1;
3092 = cv-circuit 2;
3093 = cv-circuit 3;
3094 = cv-circuit 4)
ModuLine 2000 in woonruimte installe-
ren (niet op toestel)
of
Systeemregelaar of afstandsbediening ver-
vangen.
Type regeling cv-circuit van ruimtegere-
geld naar weersafhankelijk omschakelen
Vorstbeveiliging van ruimte naar buiten
omschakelen
A21
A22
A23
A24
1001 Geen communicatie tus-
sen systeemregelaar en
afstandsbediening
(A21 = cv-circuit 1;
A22 = cv-circuit 2;
A23 = cv-circuit 3;
A24 = cv-circuit 4)
Controleer de configuratie (adresinstel-
ling). Met de gekozen instelling is een sy-
steemregelaar nodig.
Verander de configuratie
Controleer de BUS-verbindingskabel
naar systeemregelaar op beschadiging.
De busspanning op de systeemregelaar
moet tussen 12-15 V DC liggen.
Vervang beschadigde kabel
Systeemregelaar of afstandsbediening
defect
Systeemregelaar of afstandsbediening ver-
vangen
Storings-
code
Sub-
code
Oorzaak of beschrijving
van de storing
Testprocedure/oorzaak Maatregel
Tabel 17 Tabel met storingen
29ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Storingen verhelpen 9
A31
A32
A33
A34
3021
3022
3023
3024
CV-circuit aanvoertempe-
ratuursensor defect - ver-
vangingsbedrijf actief
(A31/3021 = cv-circuit 1;
A32/3022 = cv-circuit 2;
A33/3023 = cv-circuit 3;
A34/3024 = cv-circuit 4;
Controleer de configuratie. Met de geko-
zen instelling is een aanvoertempera-
tuursensor nodig
Verander de configuratie
Controleer de verbindingskabel tussen
mengmodule en aanvoertemperatuur-
sensor
Maak de verbinding op de juiste wijze
Controleer de aanvoertemperatuursen-
sor conform de tabel
Vervang de sensor, wanneer de waarden
niet overeenkomen
Controleer de spanning aan de aansluit-
klemmen van de aanvoertemperatuur-
sensor op de mengmodule conform de
tabel
Vervang de mengmodule, wanneer de sen-
sorwaarden kloppen, maar de spannings-
waarden niet overeenkomen
A51 6022 Boiler 1 temperatuursen-
sor onder defect - vervan-
gingsbedrijf actief
Controleer de configuratie. Met de geko-
zen instelling is een boilertemperatuur-
sensor nodig.
Verander de configuratie
Controleer de boilersensor onder con-
form de tabel
Vervang de sensor, wanneer de waarde niet
overeenkomen
A61
A62
A63
A64
1010 Geen communicatie via
de BUS-verbinding EMS
plus.
(A61 = cv-circuit 1;
A62 = cv-circuit 2;
A63 = cv-circuit 3;
A64 = cv-circuit 4)
Controleer, of de buskabel verkeerd is
aangesloten
Los de bedradingsfout op en schakel het re-
geltoestel uit en weer in
Controleer, of de buskabel defect is.
Verwijder de uitbreidingsmodule van de
BUS en schakel het regeltoestel uit en
weer aan.
Repareer de buskabel of vervang deze
Vervang defecte BUS-deelnemers
A61
A62
A63
A64
1037 Buitenvoeler defect - ver-
vangingsbedrijf actief.
(A61 = cv-circuit 1;
A62 = cv-circuit 2;
A63 = cv-circuit 3;
A64 = cv-circuit 4)
Controleer de configuratie. Met de geko-
zen instelling is een buitenvoeler nodig.
Is geen buitenvoeler gewenst. Configuratie
kamertemperatuurgeregeld in de regelaar
kiezen.
Controleer de verbindingskabel tussen
regeltoestel en buitenvoeler op verbin-
ding
Los de storing op, wanneer geen verbinding
aanwezig is
Controleer de elektrische aansluiting van
de verbindingskabel in de buitenvoeler
respectievelijk aan de stekker in het re-
geltoestel
Gecorrodeerde aansluitklemmen in buiten-
sensorhuis reinigen.
Controleer de buitenvoeler conform de
tabel
Vervang de sensor, wanneer de waarde niet
overeenkomen
Controleer de spanning op de aansluit-
klemmen van de buitenvoeler in het re-
geltoestel conform de tabel
Vervang het regeltoestel, wanneer de sen-
sorwaarden kloppen, maar de spannings-
waarden niet overeenkomen
Storings-
code
Sub-
code
Oorzaak of beschrijving
van de storing
Testprocedure/oorzaak Maatregel
Tabel 17 Tabel met storingen
30
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Milieubescherming en afvalverwerking10
10 Milieubescherming en afvalverwerking
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch
Groep. Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieu-
bescherming zijn gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en
regelgeving wordt strikt nageleefd. Ter bescherming van het
milieu passen wij, met inachtneming van economische ge-
zichtspunten, de best mogelijke technieken en materialen toe.
Verpakkingen
Bij het verpakken, zijn we betrokken bij de landspecifieke recy-
clingsystemen die optimale recycling waarborgen. Alle ge-
bruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en
recyclebaar.
Elektrische en elektronische apparatuur
Onbruikbare elektrische en elektronische ap-
paratuur moet gescheiden worden ingeza-
meld en worden aangeboden voor een
milieuvriendelijke afvalverwerking (Europese
Richtlijn betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur).
Gebruik voor de afvalverwerking van de afge-
dankte elektrische en elektronische apparatuur het landspeci-
fieke inzamelsysteem.
A61
A62
A63
A64
1081
1082
1083
1084
Twee master-bedienings-
eenheden in het systeem.
(A61/1081 = cv-circuit 1;
A62/1082 = cv-circuit 2;
A63/1083 = cv-circuit 3;
A64/1084 = cv-circuit 4)
Controleer in het installatieniveau de pa-
rametrering
De bedieningseenheid voor cv-circuit 1 ... 4
als master aanmelden
A61
A62
A63
A64
3091
3092
3093
3094
Kamertemperatuursen-
sor defect
(A61/3091 = cv-circuit 1;
A62/3092 = cv-circuit 2;
A63/3093 = cv-circuit 3;
A64/3094 = cv-circuit 4)
Systeemregelaar of afstandsbediening
defect
Autoconfiguratie opnieuw starten. Alle deel-
nemers moeten op de BUS zijn aangesloten.
Systeemregelaar of afstandsbediening ver-
vangen
Hxx ... ... Bijvoorbeeld service-interval van de
warmtebron is verlopen.
Service nodig, zie documenten van de
warmtebron.
Storings-
code
Sub-
code
Oorzaak of beschrijving
van de storing
Testprocedure/oorzaak Maatregel
Tabel 17 Tabel met storingen
31ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Instelprotocol (menu Service/installateur) 11
11 Instelprotocol (menu Service/installateur)
__ _
Tabel 18 Het identificatienummer van de bedieningseenheid hier invullen.
Klant/gebruiker Installateur
........................................................................................
........................................................................................
Datum van de inbedrijfstelling:
Tabel 19
Menupunt Instelling
Systeemgeg.
Bed.eenheid Regelaar Afstandsbed.
CV-toekenning 1 2 3 4
Aansl.pomp Warmtebron CV-module (MM100)
Menger NEE JA
Loopt.mengkl seconden
CV-systeem Radiator Vloerverwarming
Type regeling Buiten eenvoud. Buiten optimaal Ruimte-aanvoer Ruimte-vermogen
Extern sensor NEE JA
Config. CV1 geen pomp eigen pomp P. na evenw.fl.
Warm water Nee Ja, 3-wegklep Ja, laadpomp
Verdelersens. Nee Ja, op toestel Ja, op module
Circulatie NEE JA
Min.buit.tmp. °C
Demping Uit Aan
Soort gebouw zwaar Gemiddeld licht
Tabel 20 Instelprotocol
32
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Instelprotocol (menu Service/installateur)11
cv-circuit
Ontwerptemp. °C
Voetpunt °C
Eindpunt °C
Aanvoer max. °C
PID-gedrag snel Gemiddeld traag
Opt. pomploop Uit Aan
Ruimte-invl. K
Solar invloed Uit (= 0 K) | K
Doorverwarmen Uit | °C
Vorstbev. Uit op buitentemp. op ruimtetemp. Ruimte-buiten
Vorstdrempel °C
WW-voorrang Uit Aan
Warm water
WW-temp max. °C
Onderhoud
Datum onderh
Menupunt Instelling
Tabel 20 Instelprotocol
33ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Index
Index
A
Aanbrengen bedieningseenheid .....................................11
Aansluiten elektrisch ....................................................10
aansluiting cv-pomp .....................................................18
Aansluiting op warmtebron ............................................11
Aanvoertemperatuur
– Gewenste waarde aan de warmtebron ..........................24
– Gewenste waarde in cv-circuit .....................................24
– Maximale waarde aan de warmtebron ..........................24
– Maximale waarde in cv-circuit .....................................20
– Werkelijke waarde aan de warmtebron .........................24
– Werkelijke waarde in cv-circuit ....................................24
Accessoires ..................................................................8
Actuele storing ............................................................25
Afmetingen ...................................................................7
Afnemen bedieningseenheid van de grondplaat ................11
Afstandsbediening ....................................... 4, 13–15, 18
Afvalverwerking ...........................................................30
– Elektrische en elektronische apparatuur .......................30
Verpakkingen ...........................................................30
Automatische configuratie ............................................18
B
Bedieningseenheid ......................................................18
Bedieningselementen ...................................................12
Bedrijfsmodus cv-circuit ...............................................24
Bedrijfsstatus warm water .............................................24
Bedrijfsstatus warmtebron ............................................24
Berekeningstemperatuur ..............................................20
Bevestiging .................................................................18
Boilerlaadpomp ...........................................................18
Buitentemperatuur .......................................................19
BUS- verbinding ..........................................................10
C
Circulatiepomp ............................................................18
CV-circuit ...................................................................17
CV-systeem ........................................................... 18, 22
D
Datum onderh .............................................................25
Datum storing
– Actuele storing ..........................................................25
Storingshistorie ........................................................25
Demping .....................................................................18
Doorverwarmen ...........................................................20
E
Eindpunt .................................................................... 20
Energiezuinigheid .......................................................... 4
Externe temperatuursensor .......................................... 18
F
Functietest ................................................................. 17
G
Gangreserve ........................................................... 4, 15
Gebouwsoort .............................................................. 18
Gebruik als afstandsbediening ......................................... 4
Gebruik als regelaar ....................................................... 4
Gegevens betreffende het product ................................... 4
H
Hoofdmenu
Instellingen .............................................................. 16
– Overzicht ................................................................. 16
I
Inbedrijfname
– Belangrijke instellingen .............................................. 15
Checklist ................................................................. 15
Inbedrijfstellingsprotocol .............................................. 31
Info (servicemenu) ...................................................... 17
Installatie van de grondplaat .......................................... 10
Installatiedatum .......................................................... 25
Installeren .................................................................... 8
K
Kabel ......................................................................... 10
Kamerinvloed .............................................................. 20
Kamertemperatuur
– Gewenste waarde ..................................................... 24
– Werkelijke waarde .................................................... 24
L
Leveringsomvang .......................................................... 6
M
Mengerinstelling .......................................................... 24
Mengerlooptijd ............................................................ 18
Mengmodule
Systeemgeg. ............................................................ 18
Milieubescherming ...................................................... 30
Minimale buitentemperatuur ......................................... 18
O
Onderhoud ........................................................... 15, 17
Open verdeler ............................................................. 18
34
ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Index
P
PID-gedrag ................................................................. 20
PV-module ................................................................. 18
R
Recycling ................................................................... 30
Regeling in functie van de kamertemperatuur .................... 4
Reset gehele bedieningseenheid ................................... 18
Reset onderhoud ......................................................... 25
Reset storing .............................................................. 25
S
Sensorkarakteristieken .................................................. 7
Servicemelding ........................................................... 25
Servicemenu
Instellingen .............................................................. 17
Overzicht ................................................................ 17
Softwareversie
Besturing ................................................................ 25
CV-circuitmodule ...................................................... 25
– PV-module ............................................................... 25
regelaar .................................................................. 25
Stooklijn
Instellen .................................................................. 22
– voor radiatoren ........................................................ 23
– voor vloerverwarming ................................................ 22
Storingen verhelpen .................................................... 26
Storingscodes ............................................................. 26
Storingshistorie .......................................................... 25
Stroomuitval ............................................................... 15
Stroomvoorziening ...................................................... 15
Stuureenheid .............................................................. 25
Syst.info .................................................................... 17
Systeemgeg. ............................................................... 17
T
Technische gegevens ..................................................... 7
Temperatuur
– Aanvoer cv-toestel .................................................... 24
– op de open verdeler .................................................. 24
– Warm water ............................................................. 24
Temperatuursensoren
Karakteristieken ......................................................... 7
– op de open verdeler .................................................. 18
Toekenning cv-circuit ................................................... 18
Type regeling .............................................................. 18
U
Uitbedrijfname ............................................................ 15
Uitschakelen ............................................................... 15
V
Voetpunt ....................................................................20
Vorstbeveiliging
CV-circuit .................................................................20
Vorstdrempel ........................................................20–21
W
Warm water
Servicemenu ............................................................17
Systeemgeg. ............................................................18
– via 3-wegklep ...........................................................18
– via boilerlaadpomp ....................................................18
Warmwatertemperatuur
– Gewenste waarde ......................................................24
– Maximale waarde ......................................................24
– Werkelijke waarde .....................................................24
Warmwatervoorrang .....................................................20
Weersafhankelijke regeling ..............................................4
Z
Zonne
Servicemenu ............................................................17
Zonne-invloed .............................................................20
Zonneregeling ...............................................................4
35ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Index
Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer
DealerLine: 0570 - 67 85 66
Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00
Fax: 0570 - 67 85 86
Internet: www.nefitdealer.nl
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Nefit-ModuLine-2000

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nefit ModuLine 2000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nefit ModuLine 2000 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,93 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Nefit ModuLine 2000

Nefit ModuLine 2000 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info