4.7 Aansluiten regeling
Het toestel werkt met alle gangbare (klok)ruimteregelingen. De beste tempe-
ratuurregeling wordt bereikt met de door Nefit ontwikkelde modulerende
ModuLine regelingen.
In het aansluitkastje aan de voorzijde van het toestel bevinden zich de aanslui-
tingen voor de volgende regelingen (zie figuur 4.7.1).
4.7.1 Aan/uit-regeling
Op kroonsteenaansluitingen 1 en 2 kan een ‘normale’ aan-uit thermostaat
worden aangesloten. Hiertoe dient de "nep" lus te worden verwijderd.
Let op: Schakelcontact aan-uit thermostaat
Het schakelcontact van de aan-uit thermostaat moet potentiaalvrij zijn.
Warmteversnellingselement
Het warmteversnellingselement van een aan-uit thermostaat dient zo inge-
steld te worden dat de stroom in het thermostaatcircuit 0,12 A bedraagt.
Voeding klokthermostaat
Voor de voeding van een klokthermostaat is een aparte 24 V-aansluiting op
de kroonsteen (max. 6 VA) aangebracht. Gebruik hiervoor kroonsteenaan-
sluiting 9 en 10.
Weerstand thermostaatkabel
De maximaal toelaatbare weerstand van het kamerthermostaatcircuit
bedraagt 100 Ω.
4.7.2 ModuLine regeling
Sluit de modulerende ModuLine regeling aan op kroonsteenaansluiting 3 en 4.
Voor de aansluiting van de ModuLine dient u de lus van aansluiting 3 en 4 te
verwijderen.
Let op: Polariteit
De aansluitingen van de ModuLine regeling zijn niet polariteitgevoelig.
Weersafhankelijk regelen
Weersafhankelijk regelen is mogelijk met ModuLine thermostaten met
weersafhankelijke functionaliteit. Hiertoe dient er een buitenvoeler op
kroonsteenaansluiting 7 en 8 aangesloten te worden. Zet de pompschake-
laar op de UBA in stand 2, zodat de pompnadraaitijd ingesteld wordt op
24 uur.
4.8 Aansluiten boilersensor
De boilersensor moet aangesloten worden op de daarvoor aanwezige connec-
tor, welke loshangt in de kabelboom van de ketel (draadkleuren paars -
zwart/wit). Verwijder de doorverbindstekker van de connector en bewaar
deze.
4.9 Aansluiten netspanning
Het toestel is voorzien van een netstekker met randaarde, en dient dus aange-
sloten te worden op een wandcontactdoos met randaarde. Bij een defecte
netspanningskabel dient deze door een originele Nefit netspanningskabel ver-
vangen te worden.
4.
4-5
AANSLUITEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HR 11 Toestel
Figuur 4.7.1
Kroonsteen met aansluitingen