43
Voor de montage
❑ Platte kanalen moeten een gelijk-
waardige inwendige diameter als
ronde buizen hebben.
Ze dienen geen scherpe bochten te
hebben.
l 100 mm ca. 178 cm
2
l 125 mm ca. 113 cm
2
❑ Bij afwijkende buisdiameters:
dichtstrips gebruiken.
❑ Bij gebruik van de wasemafzuigkap
met luchtafvoer moet voor voldoende
luchttoevoer worden gezorgd.
Aansluiting luchtafvoerpijp l 125 mm:
❑ Luchtafvoerpijp rechtstreeks aan de
luchtaansluiting bevestigen.
Aansluiting luchtafvoerpijp l 100 mm:
❑ Het tussenstuk (meegeleverd of
verkrijgbaar in de vakhandel) op de
luchtaansluiting bevestigen en hierop de
afvoerbuis bevestigen.
Bij gebruik met luchtafvoer moet in de
wasemafzuigkap een terugsklep worden
ingebouwd, als deze niet in de afvoerbuis
of in de muurkast aanwezig is.
Als er geen terugslagklep met het apparaat
wordt meegeleverd, kan deze in de
vakhandel worden verkregen.
Monteren van de terugslagklep:
❑ De terugslagklep vastklemmen in de
luchtaansluiting.
ṇ Beide kleppen moeten licht verend naar
boven bewogen kunnen worden.
Als de afvoerlucht door de buitenmuur
wordt geleid, moet een telescoop-muur-
kast worden gebruikt.
Optimaal vermogen van de wasem-
afzuigkap:
❑ Korte, gladde luchtafvoerpijp.
❑ Zo min mogelijk bochten.
❑ Zo groot mogelijke buisdiameter en
grote bochten.
Gebruik van lange, ruwe luchtafvoer-
buizen, veel buisbochten of kleine
buisdiameters vermindert de
afzuigcapaciteit en veroorzaakt
bovendien hardere geluiden.
❑ Ronde buizen:
wij adviseren
een inwendige diameter van 125 mm,
echter minstens 100 mm.