14
gemakkelijk kan worden gekanteld.
• Gebruik het product niet in een natte of vochtige omgeving.
• Houd het product uit de buurt van losse producten (bijv. gordijnen, plastic
zakken, papier) die de luchtinlaat gemakkelijk kunnen afdekken.
• Haal de stekker uit het stopcontact als het product lange tijd niet wordt
gebruikt.
• Als u een verlengsnoer gebruikt, gebruik dan een verlengsnoer dat zo kort
mogelijk is en volledig is uitgetrokken.
• Gebruik het product niet met behulp van een aan/uit-timer of andere
apparatuur die het apparaat automatisch kan inschakelen.
• Plaats het product niet direct onder een stopcontact.
• Dit product mag voor onderhoud alleen worden geopend door een erkend
technicus om het risico op elektrische schokken te verkleinen.
• Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken. Pak
altijd de stekker vast en trek eraan.
• Gebruik het product niet in ruimten waar ontvlambare vloeistoen of gassen
worden gebruikt of opgeslagen.
Gebruik
1. Draai de zijknoppen A
2
los.
2. Zet de poten van de standaard A
1
zo ver mogelijk uit elkaar om te
voorkomen dat het product omvalt (afbeelding B).
3. Draai A
2
aan.
4. Steek het netsnoer A
5
in het stopcontact.
5. Draai de keuzeschakelaar voor snelheid A
4
naar de gewenste
ventilatorsnelheid om het product in te schakelen.
6. Draai A
4
op "0" om het product uit te zetten.
Volg de volgende stappen om de ventilator in de juiste richting te richten:
1. Draai de zijknoppen A
2
los.
2. Kantel het ventilatorrooster A
3
in de gewenste hoek.
3. Draai A
2
aan.