De specificaties van dit product, inclusief accessoires,
kunnen ter verbetering zonder voorafgaande
kennisgeving geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd.
iii
Voordat u begint
Verklaring symbolen in handleiding
Voor de instructies in deze gebruikershandleiding wordt, met uitzondering van speciale gevallen, gebruik gemaakt van de sneltoetsmethode.
De volgende symbolen worden in de hele gebruikershandleiding gebruikt om uw aandacht te trekken:
/Dit soort paragrafen verwijzen naar de pagina(’s) waar u meer informatie over het onderwerp in kwestie kunt vinden.
2Dit soort paragrafen bevatten nuttige informatie.
,Dit soort paragrafen bevatten belangrijke informatie.
☛Dit soort beschrijvingen bevatten procedures om uw telefoon te bedienen.
Menu selecteren met sneltoetsen
Een alternatieve methode om opties te selecteren gaat via sneltoetsen. Hiermee gaat u direct naar een menu of functie zonder een icoon te hoeven
markeren en dan door de tussenliggende menuopties te bladeren. Deze manier van selecteren gebeurt door te drukken op de cijfertoetsen die betrekking
hebben op de weergegeven menuopties.
2Voor de instructies in deze gebruikershandleiding wordt, met uitzondering van speciale gevallen, gebruik gemaakt van de sneltoetsmethode.
De titels lezen
Sommige titels in deze handleiding bevatten informatie over hoe u toegang kunt krijgen tot de functies. In deze titels staat M voor , terwijl de cijfers
verwijzen naar de sneltoetsen van het menu (zie “Overzicht menufuncties” op pagina ix voor meer informatie) en … (drie punten) geven aan dat er meer
handelingen worden beschreven in de paragraaf.
De procedures lezen
“Markeren” betekent dat u de navigatietoets (▲▼)moet gebruiken om te bewegen door het gebied met een andere kleur.
“Selecteren” betekent dat u een item moet markeren en dan moet drukken op
.
De procedures zijn omschreven zonder de werkwoordsvorm “druk op”, met uitzondering van enkele speciale gevallen.
Bijvoorbeeld 12 betekent:
☛ Begin in het standby-scherm ➔ Druk op om het hoofdmenu weer te geven
☛ Druk op 1 om het telefoonscherm weer te geven ➔ Druk op 2 om het scherm met telefoonprofielen weer te geven
Eenvoudige procedures worden weergegeven met een pijl (➔).
Keuzevakjes / Keuzerondjes
Met een keuzevakje kunt u een bepaalde optie uit een serie opties aan- of uitzetten en u kunt meerdere keuzevakjes tegelijkertijd selecteren. Als u
daarentegen een keuzerondje selecteert, dan annuleert u daarmee automatisch de vorige selectie. U kunt dus slechts één keuzerondje tegelijkertijd
selecteren.
U selecteert of annuleert een keuzevakje / keuzerondje door dit te markeren en te drukken op .
▼
▼
iv
Informatie op het display
,De LCD’s (Liquid Crystal Displays) op de telefoon zijn gefabriceerd met behulp van zeer precieze technologie. Toch kunnen er op de LCD
pixels (puntjes) zijn die niet oplichten of juist permanent oplichten. Dit is normaal en betekent niet dat er iets mis is met uw display.
Statusbalk
Dit veld bevat iconen die informatie
weergeven, zoals de batterijlading,
nieuwe SMS/MMS-berichten,
signaalsterkte, etc. (zie pagina vii).
Op andere schermen dan het
standby-scherm is in dit veld de klok
weergegeven.
Softkey-veld
Dit veld bevat contextgevoelige beschrijvingen
van de softkeyfuncties die van toepassing zijn
op het huidige scherm.
Sneltoetsnummer
Druk op het bijbehorende nummer om
rechtstreeks naar een volgend menu
te gaan. De kleur van de rij verandert
wanneer deze is geselecteerd (bv. om
een functie aan of uit te zetten).
Helpiconen
Deze iconen worden weergegeven
wanneer u de toets kunt gebruiken die
wordt weergegeven (zie pagina vii).
Volgende menu-
icoon
Dit icoon wordt weergegeven wanneer
u kunt drukken op de toets of op het
sneltoetsnummer om het volgende
menu weer te geven.
▼
Pagina
schuifbalk
Deze balk is
weergegeven
wanneer u op de
toets ▼ kunt
drukken om naar
de volgende
pagina te gaan.
Sneltoets
menunummer
Het huidige
menunummer is
weergegeven.
M
enut
i
te
l
Bureaublad-
iconenveld
Dit veld bevat de
bureaubladiconen die
automatisch worden
weergegeven of
handmatig zijn gecreëerd.
Het zijn sneltoetsen voor
bepaalde items/functies.
Helpveld
Dit veld bevat
helpinformatie die van
toepassing is op het
huidige scherm
(bv. welke toetsen nog
moeten worden ingedrukt
na het opstellen van een
bericht).
v
Onderdelen en functies
Hoofdscherm
Verzendtoets ( )
Softkey2(SK2)
Telefoonboektoets ( )
Aan/uit toets ( )
Alfanumerieke toetsen
Microfoon
IR-poort
2e LCD
LED & lamp
Camera
Batterijklepje
Microfoon
Wistoets (CLR)/
Softkey1(SK1)
Menutoets ( )
Klepje
Navigatietoets
(
▲▼
)
Selectietoets
( )
Klepje laderaansluiting
Interne antenne
Zijtoets
Zijtoets
Gaatje
voor riem
Luid
oortelefoon
voor batterij
▲
▲
omlaag
omhoog
spreker
Terugtoets
vi
Snelkeuze met cijfertoetsen
De volgende bewerkingen zijn beschikbaar vanuit het standby-scherm.
Toets
Bewerkingen waarbij u toetsen
moet indrukken
Zie
pagina
Bewerkingen waarbij u toetsen moet indrukken
en vasthouden
Zie
pagina
Toegang tot het hoofdmenuixHet instellen/annuleren van de zijtoets vergrendeling20
SK1Toegang tot het e-mailscherm41Toegang tot het scherm Postvak In42
SK2Toegang tot het i-mode menuscherm37Toegang tot het scherm Java™ applicaties64
Toegang tot het telefoonboekscherm46 Toegang tot het scherm ’Berichten’26
▲Toegang tot het telefoonprofielscherm21
De telefoon instellen in het profiel vergaderen/Terugkeren naar het
vorige profiel
21
▼Toegang tot het menuscherm mijn gegevens60Toegang tot spraakherkenning7
Toegang tot de lijst ontvangen gesprekken10Toegang tot de lijst ontvangen gesprekken10
Toegang tot de lijst gemiste gesprekken10Toegang tot de lijst gemiste gesprekken10
Toegang tot de lijst gekozen nummers10Toegang tot de lijst gekozen nummers10
Een bureaubladicoon markeren18Toegang tot de homepage (wanneer Homepage instellen actief is)40
Beëindigen van een gesprek of terugkeren naar het standby-scherm–De telefoon uitschakelen4
CLREen karakter wissen of terugkeren naar het vorige scherm–
Wist alle automatisch weergegeven bureaublad iconen18
Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u eerst een geldige kaart met de Subscriber Identity Module (SIM) plaatsen en de batterij laden.
SIM-kaart
Voordat u uw mobiele telefoon kunt gebruiken, moet u zich eerst aanmelden bij één van de serviceproviders voor mobiele netwerken. Naast gegevens over uw
aanmelding ontvangt u ook een persoonlijke SIM-kaart (Subscriber Identity Module) die u in uw telefoon moet plaatsen.
Als de SIM-kaart is verwijderd, dan wordt de telefoon onbruikbaar totdat er weer een geldige SIM-kaart is aangebracht. Het is mogelijk om uw SIM-kaart in een
andere, compatibele telefoon te plaatsen en uw netwerkabonnement te behouden. Op het scherm op uw telefoon verschijnt een foutmelding als er geen SIM-kaart
is aangebracht.
,Als de telefoon of SIM-kaart kwijt of gestolen is, dan moet u onmiddellijk contact opnemen met uw serviceprovider om het gebruik ervan te
blokkeren.
2De telefoon ondersteunt een aantal talen en de symbolen op het toetsenblok zijn gekozen voor wereldwijd gebruik.
2De digitale technologie van uw telefoon helpt om te garanderen dat uw gesprekken vertrouwelijk blijven.
2De SIM-kaart bevat persoonlijke gegevens, zoals uw elektronische telefoonboek, berichten (zie “Bericht (M2)” op pagina26) en ook nadere gegevens over de
netwerkdiensten waarop u bent geabonneerd. De telefoon werkt niet (met uitzondering van noodoproepen bij sommige netwerken) tenzij er een geldige SIM-
kaart is aangebracht.
,Zet de telefoon eerst uit voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert, want anders kan de SIM-kaart beschadigd raken.
Een SIM-kaart plaatsen
,Zorg ervoor dat de telefoon uitstaat voordat u de batterij verwijdert.
☛ Druk op de markeringstekens op de achterzijde van de telefoon, zoals aangegeven door de pijlen ➀en schuif met uw vingertopjes het klepje ongeveer
3 mm in de richting van de pijlen ➁. Nu is het klepje los en kunt u het verwijderen in de richting van pijl ➂.
☛ Steek uw nagel onder het nokje in het midden van de batterij en til de batterij omhoog in de richting van pijl ➃. Neem vervolgens de batterij uit de telefoon
in de richting van pijl ➄.
☛ Schuif de SIM-kaart vorozichtig met het metaalgedeelte naar beneden in de richting van pijl ➅. Schuif de SIM-kaart in de telefoon totdat het niet verder gaat.
☛ Breng de merktekens op de batterij in lijn met de merktekens op de telefoon. Schuif de kaart in de telefoon in de richting van de pijl ➇ en zorg
ervoor dat de lipjes op de batterij correct in de gaatjes van de telefoon passen. Druk de batterij dan naar beneden in de richting van de pijl ➈ totdat hij
vastklikt in de telefoon.
☛ Zorg ervoor dat de batterij correct in de telefoon is geplaatst en schuif dan gleuven van het klepje op de telefoon naar voren totdat er een spleetje overblijft
van ongeveer 3 mm. Als u zeker weet dat er geen spleetje is tussen het klepje en de telefoon, schuif het klepje dan in de richting van de pijlen ➉ totdat u
een klik hoort.
2
.
,Als de SIM-kaart niet goed is geplaatst en de batterij wordt weer aangebracht, dan kan dit leiden tot beschadiging van de SIM-kaart.
/Als de SIM-kaart al is aangebracht, zie “Beginnen” op pagina 4.
Een SIM-kaart verwijderen
☛ Als de batterij is verwijderd, duw dan voorzichtig de rechte, smalle kant van de SIM-kaart met uw duim
in de richting van pijl ➆➔. Til de SIM-kaart op zodra u deze geheel uit de houder heeft geschoven.
De batterij opladen
Voordat u uw telefoon aanzet, moet u eerst de batterij aanbrengen en de bijgeleverde NEC-batterijlader (AC-
adapter) aansluiten op het stopcontact.
☛ Trek het klepje van de laderaansluiting voorzichtig open.
,Wees voorzichtig met het klepje van de laderaansluiting. Trek er niet te hard aan.
☛ Steek de stekker van de lader (AC-adapter) in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. Als
uw telefoon aanstaat en het laden begint, dan wordt de icoon ’batterij laden’ weergegeven.. De LED
licht tijdens het laden rood op. Wanneer de batterij is opgeladen, gaat de LED uit.
2We raden u aan om de telefoon tijdens het laden uit te zetten. Als u gesprekken wilt kunnen ontvangen,
dan kunt u uw telefoon wel op standby laten staan tijdens het laden, maar de totale laadtijd neemt dan
wel toe.
De kleur op het display toont de laadstatus van de batterij.
(rood) Snel laden (groen) Langzaam laden terwijl de telefoon in gebruik is (blauw) Het laden van de batterij is gestopt door oververhitting
,Het gebruik van welke batterij of AC-adapter, sigarettenaansteker in de auto (optie), dan ook, die niet door NEC is opgegeven voor gebruik met deze
telefoon kan gevaarlijk zijn en kan elke garantie of goedkeuring die aan de mobiele telefoon is gegeven ongeldig maken. Laat de stekker van de
lader niet in het stopcontact steken wanneer de lader niet in gebruik is.
,Probeer de batterij niet te laden als de omgevingstemperatuur lager is dan 5°C (41°F) of hoger dan 35 °C (95°F).
,SLUIT NOOIT een lader of een andere externe gelijkstroombron aan wanneer de batterij niet in de telefoon is geplaatst.
Achterklepje
Ongeveer 3 mm
Batterij
Nokje
Houder
SIM-kaart
Gaatjes
Lipjes
Ongeveer 3 mm
Controleer of er geen
spleet zit tussen het
achterklepje en de telefoon.
Laderaansluiting
Stekker van lader
Klepje
van laderaansluitin
g
3
2Als de telefoon niet reageert, wacht dan enkele minuten. Het laden begint dan vanzelf.
2Als u de telefoon tijdens het opladen gebruikt, vergeet dan niet dat de kabel of adapter is aangesloten.
2Als u belt of een gesprek ontvangt tijdens het laden, dan kan het laden tijdelijk worden onderbroken.
2Het laden duurt ongeveer drie uur als uw telefoon is uitgeschakeld.
2Zelfs als de telefoon is aangesloten op de lader, dan nog neemt de restcapaciteit van de batterij af wanneer u de telefoon gebruikt voor het opnemen of afspelen
van video's of voor andere handelingen die veel stroom vergen.
,BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET LADEN VAN DE BATTERIJ
Het laden van een zeer lege batterij
De lading van de batterij blijft afnemen nadat de waarschuwing ‘batterij bijna leeg’ is weergegeven. In extreme gevallen waarin de batterij gedurende een
aanzienlijke tijd nadat deze waarschuwing is weergegeven ongeladen blijft, wordt er gebruik gemaakt van een noodlading om de batterij langzaam bij te vullen
tot het veilige niveau waarop ‘snel laden’ kan beginnen. De telefoon kan enkele minuten in de modus noodlading blijven, voordat het snelladen start.
Standby- en gesprekstijd
Uw mobiele telefoon werkt nauw samen met het netwerk dat u gebruikt om de diensten te leveren die u nodig heeft. Hoeveel standby- en gesprekstijd u heeft,
hangt af van hoe u de telefoon gebruikt en welke keuzes zijn gemaakt door de netwerkoperator.
Van invloed op zowel de standby- als de gesprekstijd zijn, naast andere factoren, met name: uw locatie binnen het netwerk en hoe vaak deze locatie wordt
geactualiseerd, het type SIM-kaart, de ontvangst van Cell Broadcast-berichten en het gebruik van Full Rate of Enhanced Full Rate geluidskwaliteit voor de spraak.
Batterij controleren
☛ Controleer de icoon bovenaan het standby-scherm.
De schijfjes op het display geven aan hoe vol uw batterij nog is.
Wanneer de batterijspanning onder het werkniveau is gedaald, dan verschijnt het bericht batterij bijna leeg samen met de lege batterij-icoon op het scherm, gaat
de LED branden en klinkt er een korte toon. De telefoon zal korte tijd later automatisch uitgaan.
2Laad de batterij zoveel mogelijk op, wanneer deze zeer leeg is.
Andere waarschuwingen over de batterij
Er verschijnt een waarschuwing op het display van uw telefoon wanneer de batterijtemperatuur te hoog is of wanneer de lader het juiste niveau heeft overschreden.
Volg de instructie in deze waarschuwingen onmiddellijk op.
4
Het frontje aanbrengen en verwijderen
Beginnen
De telefoon aanzetten
☛ Houd de toets ongeveer een seconde ingedrukt om de telefoon aan te zetten. Nu verschijnt eerst het geselecteerde welkomstscherm (zie pagina 22)
en dan het standby-scherm.
2Het kan zijn dat u de batterij moet opladen voordat u uw telefoon kunt gebruiken.
2Als uw telefoon aan staat, kan de geselecteerde beltoon afgaan.
2Als u de telefoon per ongeluk heeft uitgeschakeld terwijl u een Java™ applicatie aan het downloaden of wissen bent, dan duurt het de volgende keer iets langer
voordat de telefoon aangaat.
De telefoon uitzetten
☛ Houd ingedrukt totdat het uitschakelbericht verschijnt op het display.
PIN-code
De SIM-kaart die is verstrekt door uw serviceprovider is beveiligd met een PIN-code. De PIN (Persoonlijk IdentificatieNummer) is een getal van 4 tot 8 cijfers dat
op de kaart is gezet door uw serviceprovider. Sommige serviceproviders leveren SIM-kaarten die automatisch vragen om een PIN-code wanneer de telefoon wordt
aangezet. Als dit het geval is, gebruik dan de cijfertoetsen op de telefoon om uw code in te voeren. Als u een andere SIM-kaart dan die van uzelf in de telefoon
plaatst, dan kan er informatie, zoals de telefoonlijsten, verloren gaan. (Zie "Beveiliging (M17))" op pagina 24 voor meer informatie.).
Depressions
Depressions
Depressions
Depressions
Het frontje bevestigen
Het frontje verwijderen
Verwijder het frontje door uw vingernagels onder de
vierkante inkepingen te haken en het omhoog te
wippen in de richting van de pijlen. U kunt het frontje
ook via de andere kant van de telefoon verwijderen..
Bevestig het frontje zodanig, dat de gaten van het
2e LCD, de LED en de camera corresponderen.
Zorg ervoor dat het frontje aan weerszijden van
de telefoon in de vierkante inkepingen klikt.
Inkepingen
Inkepingen
Inkepingen
Inkepingen
5
Basisgesprekken & gebruik telefoon
Bellen
U belt op dezelfde manier als u met een normale telefoon zou doen, behalve dat u op moet drukken na het invoeren van het netnummer (STD) en het
telefoonnummer. Om een internationaal gesprek te kunnen voeren, moet u eerst de internationale belcode invoeren (zie pagina 13).
2Gebruik het volledige netnummer voor automatische interlokale gesprekken, zelfs als u in dezelfde stad bent. Als het nummer te lang is om op één regel te
worden weergegeven nadat u op heeft gedrukt, dan wordt het teveel aan cijfers gewist en ‘...’ toegevoegd aan het einde van het nummer.
2Op het hoofdscherm van de telefoon wordt de sterkte weergegeven van het signaal dat uw telefoon met het netwerk verbindt. Een maximale signaalsterkte
wordt weergegeven door 4 gearceerde blokjes en een minimale signaalsterkte door 1 blokje.
Iemand bellen
☛ Toets het telefoonnummer in. Contrleer het nummer op het display ➔ of SK1 om het ingevoerde nummer te bellen
☛ Voordat degene die u belt heeft opgenomen, kunt u het gesprek beëindigen door kort te drukken op of door op SK2 te drukken of door uw telefoon dicht
te klappen. Als u de headset gebruikt, dan kunt u een gesprek ook beëindigen door de knop op de headset ingedrukt te houden.
Wanneer er verbinding is gemaakt, dan ziet u op het display een verbindingsicoon, het gebelde nummer en de bijbehorende naam en/of CLI-afbeelding als deze
in het telefoonboek bij het nummer zijn opgeslagen (zie pagina 47).
Fouten corrigeren
Gebruik de toetsen en om de cursor te verplaatsen en druk op CLR om één cijfer te wissen, of houd CLR even ingedrukt om het hele telefoonnummer te
wissen.
Een gesprek beëindigen
☛ Druk tijdens het gesprek kort op of klap uw telefoon dicht. De telefoon keert terug naar standby.
2Als u langer ingedrukt houdt, dan gaat uw telefoon uit.
2Als u de headset gebruikt, kunt u een gesprek ook beëindigen door de knop op de headset ingedrukt te houden.
2U kunt een gesprek niet beëindigen door uw telefoon dicht te klappen wanneer de headset is aangesloten.
Een inkomend gesprek opnemen
Wanneer iemand uw nummer belt, dan gaat de beltoon van de telefoon over (indien ingesteld - zie pagina 21), licht de LED op in de opgegeven kleur en wordt het
telefoonnummer van de beller weergegeven als nummeridentificatie beschikbaar is en de beller deze functie heeft geactiveerd. Als het telefoonnummer van de
beller samen met een naam en een CLI-afbeelding (zie pagina 52) in uw telefoonboek is opgeslagen, dan worden deze naam en afbeelding weergegeven. Als de
beller zijn identiteit heeft afgeschermd, dan verschijnt op het scherm het bericht dat het inkomende nummer is afgeschermd.
2U kunt een gesprek ook in de wacht zetten of doorschakelen. Deze opties zijn afhankelijk van uw netwerk en uw abonnement.
▼
▼
6
Een inkomend gesprek opnemen
☛ Als u een inkomend gesprek ontvangt, druk dan op of SK1.
2Als u de headset gebruikt, kunt u een inkomend gesprek ook opnemen door de knop op de headset ingedrukt te houden.
Een inkomend gesprek weigeren
☛ Druk als u een inkomend gesprek ontvangt kort op of SK2 of klap uw telefoon dicht.
2Als u de headset gebruikt, kunt u een inkomend gesprek weigeren door de knop op de headset ingedrukt te houden.
2U kunt een gesprek niet weigeren door uw telefoon dicht te klappen wanneer de headset is aangesloten.
Als u op uw mobiele telefoon wordt gebeld en u antwoordt niet, dan verschijnt op het scherm het telefoonnummer of de naam (als deze bij het nummer is
opgeslagen) van de beller (indien beschikbaar). Deze informatie wordt opgeslagen in de lijst met gemiste telefoonnummers. De laatste twintig gemiste gesprekken
worden in deze lijst opgeslagen.
2U kunt uw telefoon zo instellen dat u een gesprek kunt opnemen door op een willekeurige toets te drukken (zie “Opnemen met elke toets” op pagina 20).
2Als u een nummer intoetst dan geeft de telefoon prioriteit aan het ontvangen van een gesprek, tenzij u al op de toets heeft gedrukt.
/Zie ook: “Gesprekken doorschakelen (M161)” op pagina 11 en “Gesprek in de wacht (M162)” op pagina 12.
/Zie ook: “Gespreksopties (M43)” op pagina 9.
Mislukte oproepen
Als er geen verbinding kan worden gemaakt met het gebelde nummer, dan verschijnt er een foutmelding op het display.
Als de automatische herhaalfunctie van uw telefoon aan staat, dan wordt het nummer na een tijdje automatisch opnieuw gebeld (zie pagina 12).
Alarmnummers
U kunt het standaard alarmnummer 112 bellen.
☛ Toets 1 1 2➔ of SK1 in om verbinding te maken met de lokale alarmdienst.
2Met sommige netwerken kunt u het alarmnummer 112 bellen zonder dat er een SIM-kaart in de telefoon is aangebracht.
Laatste nummer herhalen
Om het laatste nummer dat u heeft gebeld opnieuw te bellen, handelt u als volgt:
☛ Zorg ervoor dat het standby-scherm is weergegeven en er geen telefoonnummer op staat ➔ tweemaal om het laatst gebelde nummer te kiezen.
/Zie ook: “Gespreksopties (M43)” op pagina 9.
7
Sneltoetsen
U kunt acht nummers uit het telefoonboek van de SIM-kaart bellen met behulp van de sneltoetsen door een cijfertoets van 2 t/m 9 in te drukken en ingedrukt te
houden.
2Het cijfer van de sneltoets verwijst naar een nummer in het telefoonboek (SIM).
2De sneltoetsen zijn uitsluitend beschikbaar voor de telefoonnummers met locatienummer 2 t/m 9 in het telefoonboek (SIM).
Snelkiezen
U activeert snelkiezen in de ADN-lijst door een nummer tussen 1 en 255 in te voeren (afhankelijk van uw SIM-kaart) en dan te drukken op en .
U kunt snelkiezen ook activeren door het bijbehorende nummer van 1 tot 500 in het telefoonboek (telefoon) in te voeren en dan te drukken op en .
Uw eigen telefoonnummer weergeven (M0/M416)
☛0 of 416
Spraakherkenning
U kunt tien spraakherkenningsopnames opslaan en toewijzen aan een nummer in het geheugen van uw telefoonboek. Zie pagina 52 voor het opslaan van een
spraakherkenningsgeluid. Om de spraakherkenningsfunctie te gebruiken, handelt u als volgt:
☛ Houd ▼ ingedrukt
2Als u de headset gebruikt, dan kunt u de functie spraakherkenning activeren door vanuit het standby-scherm de knop op de headset ingedrukt te houden.
2Zeg binnen vier seconden het woord of de woorden die u heeft opgenomen om een nummer te bellen. Als het woord of de woorden worden herkend,
dan wordt het eerste nummer in de persoonsgegevens die zijn opgeslagen in het telefoonboek van de telefoon automatisch gebeld.
Optiemenu (tijdens een gesprek)
☛ Druk tijdens een gesprek op om het optiemenu weer te geven
Nr.Optiemenu (tijdens een gesprek)
1HoofdmenuGeeft het hoofdmenu weer Zie “Overzicht menufuncties” op pagina ix voor meer informatie.
2In de wacht/Uit de wacht Zet het het gesprek / de gesprekken gesprek in of uit de wachtstand.
3Mute inschakelen/uitschakelenZet het volume van alle gesprekken aan of uit.
4Gesprek doorschakelenSchakelt het gesprek door en verbindt andere bellers.
2Nadat u het gesprek heeft doorgeschakeld, wordt uw gesprek beëindigd.
5Toevoegen aan conferentiegesprekVoegt gesprekken samen en creëert een conferentiegesprek.
8
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Een gesprek in de wacht zetten
☛ Omhet ontvangen of gebelde gesprek in de wacht te zetten, SK1 of2. Om het gesprek te op te zoeken, weer SK1 of 2.
Mute
U kunt tijdens een gesprek het geluid van de microfoon uitzetten. Als u het geluid heeft uitgezet, dan kan de andere gesprekspartner u niet meer horen, maar kunt
u de hem/haar wel nog horen.
☛ Om tijdens een gesprek het geluid uit te zetten, drukt u op 3.Om het geluid weer aan te zetten, drukt u opnieuw op 3.
2De functie ‘mute’ wordt automatisch weer uitgezet zodra u het gesprek beëindigd.
Een gesprek doorschakelen
Als u in gesprek bent en een ander gesprek in de wacht heeft staan, dan kunt u dit gesprek doorschakelen en zo de twee gesprekspartners met elkaar verbinden.
Daarna kunt u de verbinding verbreken terwijl de twee anderen hun gesprek verder kunnen zetten.
☛ Om het gesprek door te schakelen, drukt u op 4.
2Als u na het beëindigen van het gesprek met die twee anderen nog een gesprek in de wacht heeft staan, dan kunt u nu met dit gesprek verder gaan.
,De functie gesprek doorschakelen is afhankelijk van de SIM-kaart.
Conferentiegesprekken
Indien uw SIM-kaart geschikt is voor conferentiegesprekken, dan kunt u een gesprek voeren met meer dan één beller. U kunt dan zelfs het gesprek verlaten terwijl
de overige gesprekspartners verder gaan met het gesprek.
Een tweede gesprek ontvangen
☛ SK1 of om het tweede gesprek op te nemen ➔SK2 of 5 om beide gesprekken samen te voegen.
2Wanneer u het tweede gesprek opneemt, wordt het eerste gesprek in de wacht gezet.
6Privé-gesprekMaakt een privé-gesprek mogelijk met de gemarkeerde beller in het conferentiegesprek.
7Een gesprek opnemenNeemt het gesprek op tijdens het bellen.
8Verbinding met beller verbreken Verbreekt de verbinding met de gemarkeerde beller.
Nr.Optiemenu (tijdens een gesprek) (Vervolg)
9
Een tweede persoon bellen
☛ SK1 om het eerste gesprek in de wacht te zetten ➔Toets het telefoonnummer in en druk op ➔SK1 of om de tweede persoon te bellen ➔Zodra de
tweede persoon heeft opgenomen, kunt u op SK2 of5 drukken om beide gesprekken samen te voegen.
Conferentiegesprekken in de wacht zetten
☛ SK1 of 2 om zowel het eerste als tweede gesprek in de wacht te zetten. Om een gesprek weer op te roepen ➔ opnieuw op SK1 of 2.
Een privé-gesprek voeren
Terwijl u een conferentiegesprek voert, kunt u een privé-gesprek voeren met één van de bellers.
☛ Markeer de gewenste gesprekspartner voor een privégesperk ➔6➔Als u het privé-gesprek wilt beëindigen en terugkeren naar het normale
conferentiegesprek, druk dan op 5.
2Terwijl u een privé-gesprek voert, kunnen de andere partijen hun gesprek voortzetten.
Conferentiegesprekken beëindigen
☛ Druk op of SK2 om alle gesprekken te beëindigen. Als u een bepaalde gesprekspartner wilt uitsluiten van het conferentiegesprek, markeer deze
beller dan ➔8
,Of u conferentiegesprekken kunt voeren, is afhankelijk van uw netwerk.
Gespreksopname
U kunt tijdens het bellen het gesprek opnemen.
☛ Houd tijdens een gesprek▼ or 7 ingedrukt om het scherm 'Voicememo' weer te geven ➔ SK1 om de opname te beginnen ➔SK1 om te pauzeren
en SK2 om de opname te stoppen Om de opname af te spelen, “Een voicememo opnemen/afspelen of de speaker instellen” op pagina 73
Gespreksopties (M43)
Vanuit gespreksopties kunt u de lijst van gemiste, ontvangen en gebelde nummers weergeven evenals de duur van het laatste gesprek en van alle gesprekken
samen, de gesprekskosten en de zwarte lijst.
☛4 3 om het scherm ‘Gespreksopties’ weer te geven.
Nr.Gespreksopties
1Gemiste gesprekken Geeft de lijst met gemiste gesprekken weer. U krijgt ook toegang tot deze functie door vanuit het standby-
scherm op te drukken.
2Ontvangen gesprekkenGeeft de lijst met ontvangen gesprekken weer. U krijgt ook toegang tot deze functie door vanuit het
standby-scherm op te drukken.
3Gebelde nummersGeeft de lijst met gebelde nummers weer. U krijgt ook toegang tot deze functie door vanuit het standby-
scherm op te drukken.
▼
▼
10
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Gesprek in de wacht (M162)
Deze functie waarschuwt u wanneer iemand probeert uw telefoon te bellen, terwijl u in gesprek bent.
Gesprek in de wacht instellen
☛1 62➔11 om de functie ‘Gesprek in de wacht’ te activeren, of 12 om de functie te deactiveren of2 om de status van ‘Gesprek in de wacht’ te
controleren.
Gesprek in de wacht gebruiken
☛ Als u in gesprek bent en er komt nog een gesprek binnen, dan hoort u een piepje in de luidspreker ➔SK1 om het inkomende gesprek op te nemen
☛ Als u wilt wisselen tussen de gesprekken, druk dan op SK1
☛ Als u de gesprekken wilt samenvoegen, druk dan op SK2 (zie “Conferentiegesprekken” op pagina 8)
☛ Om het huidige gesprek te beëindigen,
☛ Om terug te gaan naar het gesprek in de wacht, druk op SK1
Automatisch herhalen (M163)
Als deze functie aan is, dan zal uw telefoon maximaal tienmaal proberen om een nummer opnieuw te bellen als de eerste poging is mislukt. Er klinkt een toon na
elke poging om opnieuw te bellen. Als een oproep niet worden verbonden, dan kan dit komen door problemen met het netwerk of gewoon doordat de andere
telefoon in gesprek is. Als u op SK2 drukt tijdens een automatische nummerherhaling, dan wordt de actie geannuleerd.
☛1 63➔1 om ‘Automatisch herhalen’ te activeren 2 om deze functie te deactiveren.
Lijn ID (M164)
,De optie ’Lijn-ID’ (identificatie) is netwerkafhankelijk.
Met de functie ‘Lijn-ID’ kunt u kiezen of u wel of niet uw eigen telefoonnummer wilt meezenden wanneer u belt en
ook of u het telefoonnummer van de beller wel of niet op uw scherm wilt weergeven wanneer u een gesprek
ontvangt.
☛1 64 om het scherm ‘Lijn-ID’ weer te geven met een ✔ op een actieve telefoonlijn en een ✘ op een
inactieve lijn.
☛
Selecteer een lijn (de lijn knippert indien geselecteerd) om de status van die lijn in te stellen (zie de tabel rechts).
☛ SK1 om de nummeridentificatie in- of uit te schakelen ➔ op de huidige instellingen op te slaan.
3Alles uitschakelen Schakelt de nummers van alle velden uit.
4Telefoonboek Geeft het telefoonboek weer, zodat u een nummer kunt toevoegen aan het bewerkingsveld.
5Toevoegen aan
telefoonboek
Voegt het nummer toe aan het telefoonboek als nieuwe persoonsgegevens of bewaart het nummer bij bestaande
Wanneer u vanuit een willekeurig land een internationaal gesprek wilt voeren, dan moet u eerst een internationale toegangscode intoetsen. Uw telefoon biedt de
mogelijkheid om nummers van een voorvoegsel te voorzien door middel van een ‘+’ symbool, waardoor u de toegangscode van het land waaruit u belt niet hoeft
in te toetsen.
Internationale toegangscodes invoeren
☛ Houd 0 ingedrukt. Het ‘0’ teken op het display verandert in een ‘+’ teken ➔U kunt dan het land-, net- en telefoonnummer dat u wilt bellen, invoeren.
Het landnummer voor Nederland is altijd 31, ongeacht vanuit welk land u belt. Bijvoorbeeld: een typisch Nederlands nummer zoals 020-1234567 wordt
ingevoerd als:
Roaming
,U moet betalen voor het doorschakelen van gesprekken als u in het buitenland bent.
Dankzij de roaming-functie kunt u uw telefoon in veel landen over de hele wereld gebruiken en alle kosten via uw normale serviceprovider betalen. Uw netwerkexploitant
heeft overeenkomsten afgesloten met netwerken in andere landen, zodat roaming automatisch kan plaatsvinden met deze netwerken. De telefoon biedt u ook de
mogelijkheid om zelf uw netwerkvoorkeuren in te stellen.
Wanneer u internationaal belt, dan moet u het landnummer toevoegen. Het is dus handig om alle nummers samen met de codes (zoals +31 voor NL) op te slaan
(zie pagina 13).
2Voordat u het land waarin u woont verlaat, zou u eigenlijk eerst alle voorkeuren moeten selecteren, zoals gesprekken blokkeren of doorschakelen.
Zoekmethode netwerk instellen automatisch of handmatig (M181)
☛181➔1 om ‘automatisch’ te selecteren of 2 om ‘handmatig’ te selecteren.
,Voordat u handmatig een netwerk selecteert, moet u eerst controleren of dit netwerk is opgenomen in de overeenkomst die u met uw
serviceprovider heeft afgesloten.
Opnieuw zoeken (M182)
☛182 om naar de beschikbare netwerken te zoeken➔Selecteer het gewenste netwerk ➔om er verbinding mee te maken
Netwerklijst tonen/bewerken (M183)
,Raadpleeg eerst uw serviceprovider voordat u de netwerklijst gaat bewerken.
☛183 om de netwerklijst van het SIM-geheugen in te zien ➔Selecteer het gewenste netwerk ➔
Internationale toegangLandnummerNetnummerTelefoonnummer
+441311234567
14
Selecteren van de frequentieband (M184)
U moet een frequentieband selecteren die aansluit op uw locatie.
☛184➔Selecteer de gewenste frequentieband.
2Frequentiebanden moeten bij roaming worden ingesteld op de juiste locatie (Europa, VS, etc.), want anders werkt de telefoon niet goed.
Tekstinvoer
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Dezelfde tekstinvoermethode kan worden gebruikt voor het bewerken van het telefoonboek.
Modus wijzigen
☛ Druk in het tekstinvoerscherm op SK1 om de tekstinvoermodus te wijzigen: T9
®
normale tekst (ABC), numerieke invoer.
T9
®
tekstinvoer
Uw telefoon is voorzien van de T9
®
tekstinvoerfunctie, waarmee u snel, eenvoudig en intuïtief tekst kunt invoeren. Voor elke letter die moet worden ingetoetst, hoeft u slechts
eenmaal op de alfanumerieke toets te drukken. Op het scherm verschijnt dan een suggestie van een woord op basis van het interne woordenboek van uw telefoon.
☛ Druk vanuit het tekstinvoerscherm op SK1 totdat T9
®
tekstinvoer is gemarkeerd.
i) Bijvoorbeeld om ‘goed’ in te voeren:
☛ Druk 4 6 6 3, en dan op 0 om het woord te bevestigen.
ii) Om ‘Peter is goed’ in te voeren:
☛ Druk op om een hoofdletter te gebruiken (voor één letter. U ziet een groene pijl in het Helpveld.
☛ Druk op 7 3 8 3 7 om “Peter” weer te geven en druk dan op 0 ter bevestiging.
☛ Druk op 4 7 om “is” weer te geven en druk dan op 0 ter bevestiging.
☛ Druk op 4 6 6 3 om “goed" weer te geven en dan op 0 ter bevestiging en de zin is af.
Nr.Optiemenu SIM-lijst
1Toevoegen Voegt een nieuw netwerk toe aan de lijst.
2VerplaatsenVerplaatst het geselecteerde netwerk binnen de lijst.
☛ Gebruikt de toetsen ▲ en ▼ om naar het netwerk te gaan ➔SK1
3VerwijderenWist het gemarkeerde netwerk.
ToetsFunctie
0Om een woord te bevestigen en een spatie in te voegen.
SK1(Lijst)Geeft de lijst weer van andere overeenkomende woorden.
15
Normale tekstinvoer
☛ Druk vanuit het tekstinvoerscherm op SK1 totdat normale tekstinvoer (ABC) is gemarkeerd.
☛ Gebruik de alfanumerieke toetsen om letters in te voeren. Bijvoorbeeld: om een ‘e’ in te voeren, drukt u tweemaal op 3 en om een ‘f’ in te voeren, drukt u
driemaal op 3 Voor de overige functies zie de tabel hieronder.
2Als u een vergissing heeft gemaakt, druk dan op ▲ ▼ om de cursor rechts van het verkeerde karakter te plaatsen en druk dan op CLR.
2Als u normale tekst (ABC) invoert en het gewenste karakter wordt weergegeven, druk dan op de toets om naar de positie van het volgende karakter te gaan
(als u langer dan één seconde wacht, dan zal de cursor automatisch één karakter naar rechts opschuiven).
Numerieke invoer
☛ Druk vanuit het tekstinvoerscherm op SK1 totdat de Numerieke invoer is gemarkeerd.
SK1(Spellen?)Activeert de spelfunctie waardoor T9 tijdelijk wordt uitgeschakeld, zodat u het woord in de Normale tekstinvoer kunt
spellen. U verlaat de spelfunctie weer door de 0 in te toetsen om een spatie in te voeren of door op SK1 (T9) te
drukken.
SK2(Sluiten)Annuleert de T9-lijst met overeenkomende woorden.
SK2(Volgende) of #Geeft de volgende treffer weer.
of Plaatst de cursor.
0 t/m 9 (ingedrukt houden)Voegt een cijfer in.
CLRWist een karakter.
Wisselt tussen kleine letters, Shift (één hoofdletter) en Caps Lock (allemaal hoofdletters).
(ingedrukt houden)
Houd deze toets ingedrukt om de markeerfunctie te activeren (zie "Optiemenu Markeren" op pagina 33 voor meer informatie).
#Activeert de symboolfunctie wanneer er geen enkel woord is gemarkeerd.
ToetsFunctie
Wisselt tussen kleine letters, Shift (één hoofdletter) en Caps Lock (allemaal hoofdletters).
Houd deze toets ingedrukt om de markeerfunctie te activeren (zie "Optiemenu Markeren" op pagina 33 voor meer informatie).
0Voegt een spatie in.
CLRWist een karakter.
of Plaatst de cursor.
#Activeert de symboolfunctie.
ToetsFunctie (Vervolg)
▼
▼
▼
▼
▼
▼
▼
16
2U kunt ook de cijfertoets ingedrukt houden om het cijfer in te voeren in de functie T9 of Normale tekstinvoer.
☛ Gebruik de alfanumerieke toetsen om cijfers in te voeren.
Toewijzing van de toetsen
Als u tekst wilt invoeren (voor het opstellen van SMS-berichten, het opslaan van namen met bijbehorende nummers, etc.), dan kunt u verschillende karakters
invoeren door herhaaldelijk op een bepaalde alfanumerieke toets te drukken. Door te drukken op in T9
®
tekstinvoer of normale tekst (ABC) wisselt u tussen
kleine letters, Shift (één hoofdletter) en Caps Lock (allemaal hoofdletters). In het tekstinvoerscherm kunt u drukken op SK1 om te kiezen voor normale tekstinvoer
(ABC), T9
®
tekstinvoer (T9) of numerieke invoer (123).
2Niet alle tekstinvoerfuncties zijn beschikbaar in elk tekstinvoerscherm.
Symboolfunctie
In de symboolfunctie staat elke toets voor een symbool overeenkomstig de positie op het scherm ‘Symbolen’. Door te drukken op # in een tekstinvoermodus,
verschijnt het scherm ‘Symbolen’. Gebruik ▲ en ▼ om de rij te selecteren en druk dan op het bijbehorende nummer in de kolom van het gewenste symbool.
Infrarood gegevensuitwisseling
Uw telefoon is voorzien van een Infrarood (IR) gegevenspoort waarmee u gegevens zoals telefoonboeken, foto’s, video, geluid met uitzondering van MP3,
takenlijsten of agendapunten kunt uitwisselen met verschillende mobiele telefoons of andere apparaten met een IR-poort.
,Richt de IR-gegevenspoort niet op uw ogen of die van iemand anders wanneer u gegevens uitwisselt.
,Richt de IR-gegevenspoort niet op een ander infraroodapparaat, want dit kan hierdoor gaan storen.
2Of de gegevens correct worden ontvangen, hangt af van de mobiele telefoon of ander toestel van de ontvanger.
Plaatsing van de telefoons
,Klap zowel de verzendende als de ontvangende telefoon open in een hoek van 90º en plaats
ze op een afstand van 20 cm of minder van elkaar af met de IR-poorten tegenover elkaar.
2Plaats geen obstakels tussen de IR-poorten.
2De hoek tussen de twee IR poorten mag niet groter zijn dan 30°.
2Beweeg de telefoons niet totdat de gegevensuitwisseling is voltooid.
2Het is mogelijk dat de telefoons niet met elkaar kunnen communiceren als ze in direct zonlicht,
onder TL-licht of vlakbij een ander infraroodapparaat zijn geplaatst.
2Tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens via de IR-poort is uw telefoon automatisch
buiten werking, zodat u geen gesprekken kunt voeren en geen gebruik kunt maken van e-mail
of i-mode.
17
IR-zenden
U kunt gegevens - zoals telefoonboeken, foto’s, video, geluid met uitzondering van MP3, takenlijsten, agendapunten of aantekeningen - als een bestand verzenden
via de IR-poort.
/Voordat u kunt beginnen met het verzenden van gegevens moet de andere partij klaar staan om de gegevens te ontvangen.
Telefoonboekingang (M413…)
2U kunt alleen de volgende gegevens verzenden: Naam, Privé, Mobiel, Werk, Fax, twee e-mailadressen en twee sets beschrijvende informatie.
2Uw telefoon verstuurd gegevens volgens de specificaties van de vCard 2.1.
☛ Om het telefoonboek weer te geven (telefoon), (voor het gewenste aantal keren) of 4 13 ➔ Selecteer een telefoonboekingang.
☛ 0 of 3➔ De telefoonboekingang wordt nu verzonden via de IR-poort.
Video-/Geluids-/Afbeeldingenbestand (M6…)
☛6➔1 (Video’s), 2 (Geluid) of 3 (Foto’s) ➔Markeer een map ➔➔ Markeer een bestand ➔2➔3 (voor foto’s/video’s) of 4
(voor geluiden)➔ Het bestand wordt verzonden via de IR-poort.
Agenda-ingang (M84…)
☛84➔Markeer een datum ➔➔Markeer een agenda-ingang ➔9➔ De agenda-ingang wordt nu verzonden via de IR-poort.
Ingang takenlijst (M85…)
☛85➔Markeer Openbaar, Privé of Alles ➔➔Markeer een ingang in de takenlijst ➔7➔ De ingang in de takenlijst wordt nu verzonden
via de IR-poort.
Aantekening (M862…)
☛ 862➔Markeer een aantekening ➔2 en 2➔ De ingevoerde aantekening wordt nu verzonden via de IR-poort.
IR-ontvangen (M891)
U kunt met uw telefoon ook gegevens (zoals telefoonboeken, foto’s, video, geluid met uitzondering van MP3, agenda’s, takenlijsten of aantekeningen) ontvangen
van andere apparaten of een mobiele telefoon van hetzelfde model.
Gegevens ontvangen via IR-poort (M891)
☛89 1➔Begin de gegevens van het andere apparaat te verzenden.
2Zodra de gegevensoverdracht is voltooid, plaatst de telefoon de ontvangen gegevens automatisch bij de juiste ingangen.
2Als uw telefoon onvoldoende geheugenruimte heeft om de ontvangen gegevens op te slaan, verschijnt er een waarschuwingsbericht met deze boodschap.
In dit geval kunt u gegevens die u niet meer nodig heeft, wissen en het opnieuw proberen.
2De ontvangen foto-,video- of geluidsbestanden worden opgeslagen in de map ‘Download’ in ‘Mijn gegevens’ (zie “Mijn gegevens (M6)” op pagina60).
18
IR-modem (M892)
U kunt uw telefoon via de IR-poort gebruiken als modem voor een PC om zo een inbelverbinding met een internet serviceprovider tot stand te brengen.
De IR-poort activeren voor modemgebruik
☛89 2 ➔De telefoon staat standby voor IR-transmissie van het externe apparaat.
2Als de IR-transmissie niet snel tot stand wordt gebracht, dan wordt de modus standby uitgeschakeld.
2Tijdens een actief gesprek of tijdens het verbinden met een extern apparaat zoals USB, is het IR-modem niet beschikbaar.
,Uw telefoon verbruikt veel batterijvermogen als u hem gebruikt als een modem. Nadat uw telefoon als modem is gebruikt, moet u de
modemfunctie van uw PC deactiveren, of drukken op (alleen voor de CSD-verbinding). Als de modemfunctie is gedeactiveerd, dan wordt het
standby-scherm weergegeven zonder de infrarood-icoon en de GPRS-icoon.
2Neem contact op met uw serviceprovider als u uw telefoon als modem wilt gebruiken om verbinding te maken met internet.
Bureaubladiconen
Bureaubladiconen zijn snelkoppelingen naar functies of items. U kunt een bureaubladicoon activeren vanaf het standby-scherm (bureaublad) en gewoon op het
nummer van een snelkoppeling drukken in plaats van het menu te gebruiken.
De bureaubladiconen worden op het standby-scherm weergegeven in twee rijen. Zie “LCD en weergegeven iconen” op pagina vii voor de precieze locatie van het
bureaubladiconenveld.
Er zijn twee soorten bureaubladiconen: de automatisch weergegeven iconen en de handmatig gecreëerde.
Automatisch weergegeven bureaubladiconen
De volgende automatisch weergegeven iconen staan in de bovenste rij van het bureaubladiconenveld:
2U kunt alle automatisch weergegeven iconen wissen door vanaf het standby-scherm CLR ingedrukt te houden.
2Als u de telefoon uitzet, dan worden alle automatisch weergegeven bureaubladiconen gewist.
Handmatig gecreëerde bureaubladiconen
De volgende automatisch weergegeven iconen staan in de onderste rij van het bureaubladiconenveld:
Naam icoonAfbeeldingBeschrijving
Gemist gesprekWeergegeven als er iets is toegevoegd aan de lijst met gemiste gesprekken
Gemist berichtWeergegeven als er een nieuw bericht is dat u nog niet heeft geopend.
Gemiste e-mailWeergegeven als er een nieuwe e-mail is die u nog niet heeft geopend.
Naam icoonAfbeeldingBeschrijving
Telefoonnummer Toegang tot een inbelscherm met het geregistreerde telefoonnummer.
19
Handmatig een bureaubladicoon creëren.
☛ Activeer de gewenste functie (camera/video/muziekspeler) of geef het item weer (afbeeldingsbestand/kladblokbestand/telefoonnummer/e-mailadres/URL).
☛om het optiemenu weer te geven en ‘Bureaubladicoon toevoegen’ te selecteren (bij een afbeeldings-/kladblokbestand staat dit menu onder ‘Gebruik
item’, en bij camera/video onder ‘Overige instellingen’).
2U kunt maximaal tien bureaubladiconen creëren.
2Als u meer dan vijf bureaubladiconen heeft, dan is er een pijl die aangeeft dat u kunt scrollen om meer iconen weer te geven.
2Een telefoonnummer, e-mailadres of URL bureaubladicoon wordt niet bijgewerkt als u de originele gegevens wijzigt. Verwijder in dat geval het oude
bureaubladicoon en maak een nieuwe.
2Als u van een afbeeldings- of kladblokbestand een bureaubladicoon maakt, dan worden de gegevens automatisch beveiligd. De standaard naam is de
bestandsnaam. Als u deze naam wijzigt, dan blijft de naam van het bestand echter hetzelfde.
2Elke handmatig gemaakt bureaubladicoon heeft een titel die u kunt bewerken.
Een bureaubladicoon activeren
☛➔Selecteer het gewenste bureaubladicoon ➔
2Als u in de drie minuten na het selecteren van een bureaubladicoon niet op een toets drukt, dan wordt de selectie geannuleerd en keert het scherm terug
naar het normale standby-scherm.
2Als u een automatisch weergegeven bureaubladicoon activeert, dan wordt dit automatisch verwijderd.
Optiemenu bureaubladiconen
☛ Een bureaubladicoon markeren ➔
BerichtCreëert een nieuw bericht naar het ingevoerde telefoonnummer of e-mailadres.
URLActiveert de browser en geeft toegang tot de ingevoerde URL.
AfbeeldingToegang tot het afbeeldingsbestand.
KladblokGeeft het voorbeeldscherm van de kladblok weer met het kladblokbestand.
CameraToegang tot de beeldzoeker van de videocamera.
VideoToegang tot de beeldzoeker van de videocamera.
MuziekspelerGeeft het het muziekspelerscherm weer.
Nr.Optiemenu bureaubladiconen
1Titel bewerkenBewerkt de naam van het gemarkeerde bureaubladicoon.
2Wis éénVerwijdert het gemarkeerde bureaubladicoon.
3Wis allesVerwijdert alle handmatig gecreëerde bureaubladiconen.
Naam icoonAfbeeldingBeschrijving (Vervolg)
20
Instellingen (M1)
Telefoon (M11)
☛1 1
Nr.Telefoon
1LuidsprekervolumePast het luidsprekervolume aan.
☛ Gebruik de ▲▼, Zijtoetsen of alfanumerieke toetsen(0 to 9)om het volume te regelen.
2U kunt ook op de Zij toetsen drukken om het instelscherm voor het volume weer te geven en het volume naar wens
in te stellen.
2Tijdens een gesprek kunt u op de zijtoetsen drukken om het volume naar wens in te stellen.
2Opties voor het opnemen1Opnemen met elke
toets
Aan: Any key (except , SK2, the Side keys) is valid to answer a call
Uit: U kunt alleen met en SK1 een inkomend gesprek aannemen.
2Beltoon uitAan: Als u op één van de zijtoetsen drukt, stopt de beltoon en de trilfunctie als er
een gesprek binnenkomt en de telefoon is dichtgeklapt.
2Deze functie kunt u niet gebruiken als de zijtoetsen zijn vergrendeld.
/Zie ook: “Mute” op pagina 8.
3Opnemen na
openklappen
Aan: U kunt een inkomend gesprek opnemen door uw telefoon open te klappen.
3ZijtoetsUitschakelen: De zijtoetsen zijn vergrendeld als uw telefoon is dichtgeklapt.
2U kunt de zijtoetsen ook vergrendelen/ontgrendelen door ingedrukt te houden vanaf het standby-scherm.
4ALS instellen,De ALS-functie is afhankelijk van de SIM-kaart en het netwerk.
Als uw SIM-kaart ALS ondersteunt, dan kunt u instellen welke lijn u wilt gebruiken voor uitgaande gesprekken of
voicemail.
5Klok1Klok tonenMet deze optie stelt u in of op het hoofd LCD-scherm de lokale tijd of zowel de lokale
als wereldtijd wordt weergegeven, of helemaal geen tijd.
2Tijd instellenStelt de tijd in op lokale tijd of wereldtijd.
3Datum instellenStelt de datum in.
4Datumnotatie instellenTijdnotatie instellen
5Tijdnotatie instellenSelecteert de tijdnotatie in 12- of 24-uursformaat.
21
Telefoonprofielen (M12)
U kunt uw telefoon instellen in één van de volgende telefoonprofielen: Normaal, Vergadering, Jaszak of Auto.
,Alle wijzigingen van de instellingen in een bepaald telefoonprofiel worden opgeslagen en gebruikt wanneer dit telefoonprofiel opnieuw wordt
geselecteerd.
Telefoonprofiel instellen
☛ ▲ of 12 ➔ Druk op de bijbehorende toets om het gewenste profiel te selecteren.
2U kunt ook het vergaderprofiel instellen of terugkeren naar het vorige profiel door te drukken op▲ in het standby-scherm en deze ingedrukt te houden.
De profielinstellingen bewerken
☛ ▲or 12 ➔Selecteer het gewenste profiel ➔SK1➔ Druk op de bijbehorende toets voor de gewenste instelling uit de volgende tabel.
☛ Om het volume in te stellen, gebruikt u ▲▼, zij toetsen of alfanumerieke toetsen(0 t/m 9).
5Klok (Vervolg)6Tijdzone instellenStelt de datum in. (Er staat een ✔ bij de huidig geselecteerde tijdzone.)
☛ Selecteer de gewenste tijdzone ➔ Druk op SK1 om de wijziging op te slaan.
2Als de zomertijd kan worden ingesteld voor de geselecteerde tijdzone, dan
wordt dit onderaan het scherm weergegeven. Druk op om de instelling te
activeren (✔)/deactiveren.
6TaalSelecteert de taal die de telefoon weergeeft.
2Als u de taal van het display wijzigt, wacht even dan totdat de nieuwe instelling actief wordt.
7LEDU kunt instellen in welke kleur de LED oplicht in geval van een inkomend gesprek, een inkomend bericht en tijdens
een gesprek.
2Als de persoonlijke instelling of de groepsinstelling voor de LED-kleur ook al in het telefoonboek is ingesteld, dan
heeft deze instelling voorrang. (Zie “Een LED-kleur toewijzen” op pagina 52 voor meer informatie.)
8Type headsetSelecteert het type headset (stereo of mono), afhankelijk van uw headset (headset).
Nr.Instellen telefoonprofiel
1BeltoonSelecteert het geluid of de video voor inkomende gesprekken. (Zie “Geluiden(M62)” op pagina 61 of “Video’s (M61)”
op pagina 60 voor meer informatie.)
2BeltoonvolumeStelt het volume voor inkomende gesprekken in.
2Als u wordt gebeld terwijl uw telefoon is opengeklapt, dan kunt u het volume ook instellen door op de Zijtoetsen
te drukken.
3SMS-toonSelecteert de beltoon voor inkomende SMS-berichten. (Zie “Geluiden(M62)” op pagina 61 voor meer informatie.)
4Volume SMS-toonStelt het berichttoonvolume in voor inkomende SMS-berichten.
Nr.Telefoon (Vervolg)
22
2Als het autoprofiel is geselecteerd, dan is de achtergrondverlichting altijd aan. Hierdoor gaat de batterij sneller leeg.
Hoofd LCD-scherm (M13)
☛1 3
2e LCD (M14)
☛1 4
5E-mailtoonSelecteert de beltoon voor inkomende e-mail of SMS-berichten. (Zie “Geluiden(M62)” op pagina61 voor meer
informatie.)
6Volume e-mailtoonStelt het berichttoonvolume in voor inkomende e-mail of SMS-berichten.
7ToetstoonZet de toetstoon aan/uit.
8ServicetoonZet het servicegeluid aan/uit.
9AlarmvolumeStelt het geluidsvolume in voor het klok- en agenda-alarm.
0TrilfunctieZet de trilfunctie aan/uit.
Instellingen headsetSelecteert geluid uit luidspreker en koptelefoon of koptelefoon.
#Automatisch opnemenSelecteert of een inkomend gesprek automatisch moet worden opgenomen.
2Om de functie ’Automatisch opnemen’ te gebruiken, moet u de headset aansluiten op uw telefoon en het
luidsprekervolume instellen op 1 of hoger. Als het luidsprekervolume op 0 staat, dan moet u de trilfunctie instellen
op AAN om de functie ’Automatisch opnemen’8Ì-
Nr.Hoofdscherm
1BegroetingenSelecteert de begroeting die wordt weergegeven op het hoofdscherm tijdens het aanzetten van de telefoon van geen
begroeting, tekst of animatie.
☛ Als u Tekstbegroetingen selecteert, druk dan op SK1 om een begroeting te bewerken. Toets een begroetingstekst in
en druk op .
2AchtergrondSelecteert een foto/video die u wilt instellen als achtergrond voor het hoofdscherm.
3KleurenschemaSelecteert het kleurenschema van de telefoon.
Nr.2e LCD
1Weergave klok/
gebeurtenissen
Selecteert welke items worden weergegeven op het 2e LCD van klok en gebeurtenis, alleen de klok, alleen
een gebeurtenis, of geen van allen.
Nr.Instellen telefoonprofiel (Vervolg)
23
Spaarstand (M15)
☛1 5
2Als het autoprofiel is geselecteerd, dan is deze functie grijs weergegeven en niet beschikbaar .
Gesprekken (M16)
☛1 6
/Voor de instellingen in het scherm Gesprekken, zie “Gespreksinstellingen (M16)” op pagina 11.
Beveiliging (M17)
☛1 7
De beveiligingsinstellingen helpen om uw telefoon te beveiligen tegen verkeerd en niet toegestaan gebruik. Het kan zijn dat u een van de vijf codes moet invoeren
(zie hieronder). Wanneer de telefoon vraagt om één van deze codes, voer dan het juiste nummer in.
•PIN-code (geleverd door uw serviceprovider om uw SIM-kaart te beveiligen na diefstal).
•PIN2-code (geleverd door uw serviceprovider voor informatie over de gesprekskosten en beveiliging van FDN-diensten)
•PUK-code (persoonlijke deblokkeringscode voor het geval dat u uw PIN-code bent vergeten)
2KlokoriëntatieSelecteert of een horizontale of verticale klok.
2U leest de verticale klok vanaf de kant waar de camera en het LED-scherm zitten.
2De gebeurtenissen en nummers van inkomende gesprekken worden weergegeven aan de lange kant in de
weergaverichting.
3Nummer inkomend gesprek.Zet de functie aan/uit om het nummer van een inkomend gesprek weer te geven op het 2e LCD.
4WeergaverichtingSelecteert in welke richting het 2e LCD wordt weergegeven.
2Deze instelling heeft geen invloed op de verticale klok.
5ContrastStelt het contractniveau van het 2e LCD in.
Nr.Spaarstand
1Instelling niveau Zet de spaarstand op niveau 1 (minimum stroombesparing), niveau 2 (gemiddeld) of niveau 3 (maximaal).
2De achtergrondverlichting van het hoofd LCD-scherm dimt en gaat bij geen verdere actie vanzelf uit.
2Als de telefoon is dichtgeklapt, dan geldt de spaarstand ook voor het 2e LCD.
2Functietoets LEDSelecteert of de LED knippert SK1 en SK2wanneer het hoofdscherm en de achtergrondverlichting uit zijn.
2Als het autoprofiel is geselecteerd of het beeldzoekerscherm van de camera wordt weergegeven, dan is de
achtergrondverlichting van het hoofd LCD-scherm altijd aan.
Nr.2e LCD (Vervolg)
24
•PUK2-code (persoonlijke deblokkeringscode voor het geval dat u uw PIN2-code bent vergeten)
•Beveiligingscode
,Als u een van deze codes vergeet, neem dan ALTIJD contact op met uw serviceprovider, want ALLEEN daar kunt u nieuwe codes aanvragen.
PIN-code
U kunt uw telefoon zodanig instellen, dat u hem niet kunt gebruiken tenzij u direct uw PIN-code invoert nadat u de telefoon heeft aangezet. Als in dit geval de
PIN-code niet wordt ingevoerd, dan kunnen zelfs inkomende oproepen niet worden beantwoord. Als u uw PIN-code driemaal onjuist invoert (niet
noodzakelijkerwijs achter elkaar) dan wordt de PIN-code ongeldig. In dit geval moet u contact opnemen met uw serviceprovider voor een PUK-code om uw
SIM-kaart te deblokkeren.
2Sommige SIM-kaarten zijn zodanig ingesteld dat het gebruik van een PIN-code niet kan worden uitgeschakeld.
2Wanneer SIM PIN vergrendeling is ingeschakeld, dan kunt u de PIN-code wijzigen.
PIN2-code
Uw telefoon ondersteunt geavanceerde kenmerken waarvoor het nodig kan zijn om een PIN 2-code in te voeren, voordat deze kunnen worden gebruikt of
gewijzigd. Als u uw PIN 2-code driemaal onjuist invoert (niet noodzakelijkerwijs achter elkaar) dan wordt de PIN 2-code ongeldig. In dit geval moet u contact
opnemen met uw serviceprovider voor een PUK 2-code.
,De PIN2-code heeft betrekking op uw SIM-kaart. Het kan zijn dat deze alleen beschikbaar is bij uw serviceprovider.
Nr.Beveiliging
1PIN-codes wijzigenUw PIN-code of PIN 2-code wijzigen. (De instelling "PIN activeren" moet aanstaan om de PIN-code te kunnen
wijzigen.)
2PIN activerenZet aan/uit of het invoeren van de PIN-code is vereist bij het aanzetten van de telefoon.
3BeveiligingscodeWijzig de beveiligingscode die wordt gebruikt om bepaalde functies in te stellen en de PIM (Personal Information
Manager) kenmerken te deblokkeren.
2De standaardinstelling van de beveiligingscode is ‘0000’.
4TelefoonvergrendelingZet de telefoonvergrendelingsfunctie aan/uit: u kunt alleen alarmnummers bellen of de beveiligingscode invoeren.
Nadat u de juiste beveiligingscode heeft ingevoerd, kunt u de telefoon normaal gebruiken.
2Nadat u de telefoon heeft aangezet, wordt u gevraagd om de beveiligingscode in te voeren als de
telefoonvergrendeling actief was toen u de telefoon uitschakelde.
5KiesbeperkingMet deze functie kunt u de onderstaande gesprekken blokkeren: Alle uitgaande (gebelde) gesprekken, internationale
uitgaande (gebelde) gesprekken, internationale uitgaande (gebelde) gesprekken behalve privé, alle inkomende
(ontvangen) gesprekken of inkomende (ontvangen) gesprekken in het buitenland.
25
Netwerk (M18)
☛1 8
/Voor de instellingen in het scherm Netwerk, zie “Roaming” op pagina 13.
Reset instellingen (M19)
☛1 9
Met deze functie herstelt u de fabrieksinstellingen van uw telefoon.
,Als u de instellingen reset, dan gaan alle wijzigingen die u heeft aangebracht aan de instelling van uw telefoon verloren, behalve de onderstaande:
•Instellingen Tijd instellen (behalve wereldklok), Datum instellen, Taal, alle instellingen in Andere gesprekken dan Automatisch herhalen, alle
Beveiligingsinstellingen (behalve beveilingscode wijzigen), Instellingen in SIM-lijst Netwerk.
•Alle bellijsten en gespreksinformatie
•Telefoonboek: Alle telefoonboekingangen. De instellingen voor groepen.
•Accessoires: Alle agenda-, takenlijst-, kladblok- en voicememo-ingangen. Alle instellingen met uitzondering van de alarmklok, de afspeellijst voor de
muziekspeler, het inzien van gebeurtenissen uit de agenda en het sorteren van de takenlijst.
•i-mode: Alle favorieten. Opgeslagen pagina’s. Ga naar webpagina en e-mailinstellingen. Alle instellingen die te maken hebben met i-mode.
•Java: Alle Java™ toepassingen.
•Bericht: Alle opgeslagen berichten. De instellingen voor het berichtenfilter, en de gegevens in het berichtenfilteren het nummer van SMS-centrale.
•Mijn gegevens: Alle opgeslagen bestanden.
5 Kiesbeperking (Vervolg)1Instellingen
wijzigen
☛ Selecteer het soort beperking en de gesprekssoort, en druk dan op ➔ om
de veranderingen op te slaan.
☛ Toets uw kiesbeperkingswachtwoord in om de gebruikersidentificatie in het
netwerk te controleren ➔SK1om de wijzigingen in het netwerk te bevestigen en
op te slaan.
2De geselecteerde instellingen hebben een rood streepje boven hun icoon.
2Wachtwoord
instellen
,Kiesbeperkingsfuncties zijn netwerkdiensten waar een wachtwoord voor
nodig kan zijn.
Wijzigt het wachtwoord van de kiesbeperking.
6Vaste nummersSchakelt de vaste nummers aan/uit, waarmee u het gebruik van uw telefoon kunt beperken tot uitsluitend vaste
telefoonnummers in de FDN-lijst.
,De FDN-functie is netwerkafhankelijk.
/Zie ook: “Vaste telefoonnummers (FDN)” op pagina 47.
Nr.Beveiliging (Vervolg)
26
Bericht (M2)
Berichtenoverzicht
Berichtendiensten
Uw telefoon ondersteunt de volgende berichtenservices:
•met SMS (Short Messaging Service) kunt u korte berichten verzenden naar een of meer telefoonnummers (max. 160 half-pitch karakters). U kunt alleen
een SMS verzenden naar een mobiele telefoon met een SMS-service. De SMS-service ondersteunt ook EMS (Enhanced Messaging Service) waarvoor de
maximum lengte van het bericht dat u kunt versturen afhangt van het aantal gekoppelde berichten (er zijn maximaal 10 gekoppelde berichten beschikbaar).
•Met e-mail (i-mode berichtenservice) kunt u een bericht zenden naar andere mobiele telefoons, maar ook naar PC’s en andere apparaten die e-
mailadressen gebruiken. U kunt bestanden toevoegen, zoals afbeeldingen, video’s en geluiden uit de map Mijn gegevens (zie pagina 60). De e-mailfunctie
is beschikbaar vanuit het scherm ‘E-mail’ in de i-mode-functie. Voor meer informatie over de e-mailservice, zie “i-mode (M3)” op pagina 32.
•Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten sturen met een diavoorstelling van teksten en multimediabestanden. Wanneer u een MMS
heeft ontvangen, dan stuurt de MMS-centrale u hierover een bericht. U kunt de inhoud van een MMS-bericht automatisch of handmatig ophalen. De MMS-
functie is beschikbaar vanuit het scherm ‘E-mail’ in de i-mode-functie. Voor meer informatie over de e-mailservice, zie “i-mode (M3)” op pagina 32.
,SMS (Short Messaging Service) is netwerkafhankelijk.
Berichten verzenden/ontvangen
Wanneer een SMS-bericht wordt verzonden of ontvangen, verschijnt er een naam, een nummer en een CLI-afbeelding op het display (als er een naam en CLI-
afbeelding is opgeslagen bij het nummer in uw telefoongeheugen). De ontvangen berichten worden opgeslagen in het geheugen van de SIM-kaart of de telefoon.
Als u een bericht ontvangt, dan gaat uw telefoon over of geeft een pieptoon, verschijnt de berichtenicoon op het display van uw telefoon en licht de LED op.
2Verwijder regelmatig onnodige berichten uit de mappen. De telefoon kan geen SMS-berichten ontvangen wanneer de map Postvak In vol is.
Berichtenscherm
☛ Om het berichtenscherm weer te geven, 2 of houd ingedrukt ➔ Druk op de juiste toets voor de gewenste optie.
2Als er geen berichten in de berichtenlijst staan, dan is de lijst grijs weergegeven en kunt u haar niet selecteren.
Nr.Menu berichtenscherm
1Postvak in
De ontvangen berichten worden in deze map opgeslagen.
2Concepten
De berichten die nu worden bewerkt worden in deze map opgeslagen.
3Postvak uit
De berichten die niet zijn verzonden worden in deze map opgeslagen.
4Verzonden
De verzonden berichten worden in deze map opgeslagen.
5, 6Map1/Map2
De berichten die zijn verplaatst met de functie ‘Bericht verplaatsen’ (see “Optiemenu berichtenlijst” op pagina 28)
worden in deze mappen opgeslagen.
7CB
De ontvangen broadcast berichten worden in deze map opgeslagen. Zie “Cell broadcast (M27)” op pagina 32 voor
meer informatie.
27
Een nieuw bericht lezen (M21)
☛ Om het berichtenscherm van een nieuw bericht weer te geven, druk op 21 of houd ingedrukt en druk op 1 ➔ Markeer het nieuwe bericht ➔
☛ De nieuwe (ongelezen) berichten worden vet weergegeven.Als het bericht niet op één pagina kan worden weergegeven, druk dan op de ▲ en ▼ toetsen
om door het bericht te bladeren.
De volgende iconen worden weergegeven.
Bericht optiemenu (M2M)
☛2 of houd ingedrukt en druk op .
IcoonBeschrijvingIcoonBeschrijving
BerichticonenGelezen / Ongelezen iconen
SMS-berichtNieuwe / Ongelezen berichten
Onvolledig SMS-berichtGelezen bericht(en)
Opslaglocatie iconenFilteren status iconen
Gemarkeerd bericht opgeslagen in SIMSMS-berichten gefilterd per status (onvolledig)
Gemarkeerd bericht opgeslagen in het telefoongeheugenSMS-berichten gefilterd op locatie (SIM)
Sorteren status iconenSMS-berichten gefilterd op locatie (het telefoongeheugen)
Berichten gesorteerd op datumGefilterde SMS-berichten
Berichten gesorteerd op naamStatusiconen voor verzonden berichten
Berichten gesorteerd op gelezen/ongelezen statusVerzonden maar niet aangekomen bericht
Berichten gesorteerd op grootteVerzonden bericht
Berichten gesorteerd in oplopende volgorde
Berichten gesorteerd in aflopende volgorde
Nr.Bericht optiemenu
1SMS-instellingen1SMS-centrale
Bewerkt het nummer van de SMS-centrale (dit nummer wordt opgeslagen op de SIM-kaart).
2Automatisch
weergeven
Schakelt de automatische weergavefunctie die de ontvangen SMS-berichten automatisch
afspeelt aan of uit.
3Ontvangstbevestiging
Selecteert of er om een ontvangstbevestiging van verzonden SMS-berichten moet worden
gevraagd.
4Max. aantal gekoppelde
SMS
Stelt het maximum aantal gekoppelde SMS-berichten in. Deze functie deelt een SMS
waarvan de berichttekst het maximumaantal karakters overschrijdt op in meerdere berichten.
5Geldigheidsperiode
Selecteert hoe lang een SMS-bericht in de SMS-centrale wordt bewaard om te proberen het
bericht af te leveren.
28
,De ontvangstbevestiging en het koppelen van SMS-berichten zijn afhankelijk van het netwerk.
2Afhankelijk van de geselecteerde map kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Optiemenu berichtenlijst
☛ Geeft de berichtenlijst weer in Postvak In, Concepten, Postvak Uit, Verzonden, Map1, Map2 of CB ➔
2CB-instellingen1Geactiveerd
1 om geen broadcast-berichten te ontvangen, 2 om alle broadcast-berichten te ontvangen, of
3 om een lijst of CBMI (Cell Broadcast Message Identifier) op te stellen waarvan u broadcast-
berichten wilt ontvangen.
2Talen
Selecteert in welke taal u de cell broadcast-berichten ontvangt.
3Berichtenstatus
tonen
Toont de informatie over het aantal berichten in de telefoon, de grootte van het vrije/gebruikte geheugen, SMS-eenheden in de
telefoon/SIM, en complete/incomplete SMS-eenheden.
4Map hernoemen
Hernoemt de mappen Map1 en Map2.
5Alles tonen
Toont alle berichten in alle mappen van dezelfde lijst.
6Berichtenfilter
Stelt het/de type(s) in van berichten die worden weergegeven door de gewenste filteroptie te selecteren.
Nr.Optiemenu berichtenlijst
1Antwoord
Beantwoordt de afzender van het gemarkeerde bericht.
2Antwoord allen
Beantwoordt de afzender en alle overige ontvangers van het gemarkeerde bericht.
3Wissen
Wist het gemarkeerde bericht.
4Wis alles
Wist alle berichten in de huidige map.
5Doorsturen
Stuurt de tekst in het gemarkeerde bericht door.
6Berichten per pagina
Selecteert of er 3 of 7 berichten op één scherm moeten worden weergegeven.
7Bericht verplaatsen
Verplaatst het gemarkeerde bericht naar het Postvak In of Map1/2, of kopieert het naar de SIM of telefoon.
8Berichten sorteren
Op:Sorteert de berichten op datum, naam, gelezen/ongelezen of op grootte.
Volgorde:Sorteert de berichten in oplopende of aflopende volgorde.
9Zoeken
Zoekt berichten op alfabet.
0Details tonen
Geeft gedetailleerde informatie over het gemarkeerde bericht.
–Voeg een
bureaubladicoon toe
Maakt een bureaubladicoon van het gemarkeerde bericht (alleen Postvak In, Verzonden, Map1/Map2).
–Bewerken
Bewerkt het gemarkeerde bericht (alleen Concept en Postvak Uit).
Nr.Bericht optiemenu (Vervolg)
29
2Afhankelijk van de geselecteerde map kunnen met menunummer en de beschikbare opties variëren.
2Afhankelijk van de geselecteerde map kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Optiemenu berichten tonen
☛ Geeft de berichtenlijst weer in Postvak In, Concepten, Postvak Uit, Verzonden, Map1, Map2 of CB➔ Markeer een bericht ➔➔
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
2Bij het beantwoorden wordt het telefoonnummer gebruikt van degene die u het bericht stuurde.
2Het optiemenu van ‘Object opslaan’ wordt alleen weergegeven als er een object is gemarkeerd.
☛en om een telefoonnummer, e-mailadres of URL in het bericht te selecteren ➔
In de kolom staan de menunummers voor T: Gemarkeerd telefoonnummer, E: Gemarkeerd e-mailadres en U: Gemarkeerde URL.
–Opnieuw sturen
Stuurt het gemarkeerde bericht in de map opnieuw (alleen Postvak Uit).
De berichten kunnen in hun geheel opnieuw worden verstuurd of alleen de gedeeltes die nog niet door de
ontvanger(s) zijn ontvangen.
Nr.Optiemenu berichten tonen
1Antwoord
Beantwoordt de afzender van het gemarkeerde bericht.
2Antwoord allen
Beantwoordt de afzender en alle overige ontvangers van het gemarkeerde bericht.
3Wissen
Wist het gemarkeerde bericht.
4Details tonen
Geeft gedetailleerde informatie over het gemarkeerde bericht.
5Doorsturen
Stuurt de tekst in het gemarkeerde bericht door.
6Object opslaan
Slaat het gemarkeerde object op in een map onder Mijn gegevens.
7Bericht verplaatsen
Verplaatst het gemarkeerde bericht naar het Postvak In of Map1/2, of kopieert het naar de SIM of telefoon.
8Markeren
Activeert de markeerfunctie.
9Voeg een
bureaubladicoon toe
Creëert een bureaublad-icoon van het gemarkeerde bericht.
TEUOptiemenu berichten tonen
11–Toevoegen aan telefoonboek
Voegt het gemarkeerde telefoonnummer of e-mailadres toe aan een telefoonboek.
2––Belt telefoonnummer.
Belt het geselecteerde telefoonnummer.
––1Voeg toe aan de favorieten
Voegt de gemarkeerde URL toe aan de favorieten.
Nr.Optiemenu berichtenlijst (Vervolg)
▼
▼
30
Bericht opstellen
☛Om het scherm ‘Bericht opstellen’ weer te geven, druk op 2 SK1 of houd
ingedrukt en druk op SK1 ( ➔ om het optiemenu ‘Bericht opstellen’ weer te geven)
☛Om het bericht te adresseren, markeert u het veld Aan ➔➔ Vul het gewenste
telefoonnummer in ➔
2U kunt door de telefoonnummers in het veld ‘Aan’ bladeren door te drukken op de toets
of of
☛Om het bericth in te typen, markeert u het berichtenveld ➔➔ Typ het bericht in ➔
2Als u op drukt wanneer u iets intoetst in het veld ‘Aan’/‘Bericht’, dan verschijnt het
optiemenu voor het bewerken van berichten.
☛Druk op SK1 om het bericht te versturen.
2Wanneer u de functie ABC (normale tekst) gebruikt, dan wordt elk woord dat u invoert
automatisch toegevoegd aan het T9 woordenboek.
2Druk tijdens het opstellen van u uw bericht op SK1 om de tekstinvoerfunctie te wijzigen.
2Als u een ander scherm weergeeft of een gesprek ontvangt terwijl u een bericht van meer
dan één karakter bewerkt, dan wordt het bericht automatisch opgeslagen als
conceptbericht.
Optiemenu bericht opstellen
☛2 SK1 of houd ingedrukt en druk op SK1➔ Markeer het veld Aan of Bericht ➔
––2Naar URL
Activeert de browser om toegang te krijgen tot de gemarkeerde URL.
323Bericht opstellen
Maakt een nieuw bericht aan met het gemarkeerde telefoonnummer/e-mailadres/URL in
het veld Aan, de berichttekst, of de diatekst.
43–Voeg een bureaubladicoon toe
Maakt een bureaubladicoon van het gemarkeerde telefonnummer/e-mailadres.
Nr.Optiemenu bericht opstellen
1Toevoegen/Bewerken
Om een ontvangen telefoonnummer of bericht toe te voegen of te bewerken.
2Voorbeeld bericht
Geeft het bericht weer in een voorbeeldscherm.
3Wissen
Wist de gemarkeerde ontvanger of het gemarkeerde bericht of object.
4Wis alles
Wist alle ontvangers (alleen in het veld Aan).
5Opslaan
Slaat het bericht op in de map ‘Concepten’.
6Telefoonboek
Geeft het telefoonboek weer om het telefoonnummer van een ontvanger toe te voegen.
TEUOptiemenu berichten tonen (Vervolg)
Helpveld
Dit veld bevat
helpinformatie over het bericht.
G geeft de grootte aan van
het bericht of het
aantal SMS-berichten en
R geeft het resterende
aantal beschikbare karakters aan.
(groen)
Geeft aan dat de volgende letter een hoofdletter is.
(rood)
Geeft aan dat er allemaal hoofdletters worden
getypt.
(geen pijl)
Geeft aan dat de volgende letter een gewone letter
is.
▼
▼
31
2Afhankelijk van het geselecteerde veld kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Optiemenu bericht bewerken
☛2 SK1 of houd ingedrukt en druk op SK1 ➔ Markeer het veld Aan of Bericht ➔
Optiemenu markeren
☛2 SK1 of houd ingedrukt en druk op SK1➔ Markeer het veld Aan of Bericht ➔➔5, of houdingedrukt➔
7Herhaallijst
Vult een telefoonnummer in uit de herhaallijst.
2U kunt het gemarkeerde telefoonnummer uit de herhaallijst of de hele lijst wissen door te drukken op 1
respectievelijk 2.
8Toevoegen
Vult het nieuwe telefoonnummer van de ontvanger in (alleen veld Aan).
9Adreslijst
Geeft de ontvanger van het bericht weer (alleen veld Aan).
Nr.Optiemenu bericht bewerken
1Tekstkleur
Selecteert de kleur van de tekst en de achtergrond.
2Tekstindeling
Selecteert de lettergrootte (normaal, groot of klein) en de letteropmaak (vet, cursief, onderstreept of doorgestreept).
3Uitlijning
Stelt de tekstuitlijning in (links, gecentreerd of rechts).
4Plakken
Plakt de met de markeerfunctie gekopieerde tekst in het geheugen.
2Deze functie is actief wanneer de te plakken tekst is geselecteerd met de markeerfunctie.
5Markeren
Activeert de markeerfunctie vanaf de cursor.
2Wisselen tussen markeerfunctie Aan/Uit: SK1 om terug te keren naar het profiel ‘Normaal’ CLR
2Om het optiemenu ‘Markeren’ weer te geven, (zie “Optiemenu markeren” op pagina 31).
6Objecten
invoegen
Voegt tekst, geluid, afbeeldingen, animaties, smileys of pictogrammen in waar de cursor staat in de SMS-tekst.
7T9-taal
Selecteert de taal voor de T9 tekstinvoer.
8Instellingen
bewerken
Stelt de schrijffunctie in (invoegen of overschrijven) en de wisfunctie (backspace of delete).
Nr.Optiemenu markeren
3Kopiëren
Kopieert het gemarkeerde deel van de tekst in het geheugen.
4Knippen
Knipt het gemarkeerde deel van de tekst.
5Wissen
Knipt het gemarkeerde deel van de tekst.
Nr.Optiemenu bericht opstellen (Vervolg)
32
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Cell broadcast (M27)
Cell broadcast- (CB) berichten (bv. weerbericht, nieuws) worden door het netwerk naar alle telefoons in een bepaald gebied verzonden.
☛ 2 7
,De broadcast-berichtenservice is netwerkafhankelijk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
i-mode (M3)
Met de browserfunctie van uw telefoon kunt u gebruik maken van i-mode diensten, zoals informatie opzoeken op i-mode sites (programma’s) of andere
internetpagina’s, en i-mode berichten verzenden/ontvangen waaronder e-mail en MMS (inclusief dia).
2U kunt melodiebestanden, afbeeldingen, animaties, video’s en Java™ applicaties downloaden in het telefoongeheugen. Sommige bestanden met beperkingen
kunnen niet worden opgeslagen in het telefoongeheugen, zelfs als u ze wel kunt downloaden en afspelen of weergeven.
/Voor de definities van de iconen die betrekking hebben op i-mode, zie “LCD en weergegeven iconen” op pagina vii.
i-mode gebruiken
U krijgt toegang tot verschillende i-mode functies door de menu’s te selecteren in de vier hoofdschermen van i-mode: i-modescherm, i-mode menuscherm, iMenu
scherm en e-mailscherm. De volgende tabel geeft een overzicht van de procedures die betrekking hebben op de i-mode diensten.
6Woord selecteren
Selecteert (markeert) het woord dat het dichtst bij de cursor staat.
7Alinea selecteren
Selecteert (markeert) de alinea die het dichtst bij de cursor staat.
8Alles selecteren
Selecteert (markeert) de volledige tekst.
9Opslaan als tekstbestand
Slaat het gemarkeerde tekstdeel op als een tekstbestand.
ActieProcedure
Bladeren door de i-mode sites/Internetpagina’s
De homepage weergeven☛ Druk lang op of op SK2➔ 6➔3
2U moet van tevoren de URL van de homepage instellen (zie “Homepage instellen” op pagina 40).
Een webpagina weergeven☛ SK2 ➔ 6 ➔1 om het adres in te voeren of, 2 om een adres te selecteren uit de geschiedenis.
De huidige pagina vernieuwen☛ Terwijl u door een webpagina bladert, 1
De URL van de huidige pagina weergeven☛ Terwijl u door een webpagina bladert, 2
Een webpagina toevoegen aan de favorieten☛Als de webpagina die u aan uw favorieten wilt toevoegen, is weergegeven, druk dan op 1
Nr.Optiemenu markeren (Vervolg)
▼
▼
▼
▼
33
Gebruik van e-mail/MMS
Een nieuwe e-mail opstellen
☛ SK1➔ 1
☛ De geadresseerde invullen.
Markeer het veld ‘Aan’ ➔➔ toets de bestemming in ➔
Verwijzen naar het telefoonboek: ➔ Open het telefoonboek om de bestemming op te roepen.
De e-mail naar meer dan één geadresseerde sturen: ➔ en selecteer Aan/Cc/Bcc
De status van Aan/Cc/Bcc van een al ingevoerde geadresseerde wijzigen: markeer de bestemming ➔➔ Selecteer Wijzigen naar Aan/Cc/Bcc
Een al ingevoerde geadresseerde verwijderen: markeer het veld ‘Aan’ ➔➔ en selecteer ‘Adres wissen’
Een webpagina uit de favorietenlijst weergeven☛SK2 ➔ 5 of 2 als er een andere pagina is weergegeven ➔ markeer een favoriet ➔
Een webpagina opslaan☛Als de pagina die u wilt opslaan is weergegeven, druk dan op 4
Een opgeslagen webpagina weergeven☛SK2 ➔ 7➔ markeer een opgeslagen pagina ➔
Een afbeelding opslaan☛ Als de pagina die u wilt opslaan is weergegeven, druk dan op 3➔
Een telefoonnummer opslaan☛ Als het gemarkeerde telefoonnummer op de pagina is weergegeven, 5
De certificaatinformatie van de huidige pagina
weergeven
☛ Als er een pagina is weergegeven, druk dan op 6
2U kunt ook verwijzen naar de certificaatinformatie van een opgeslagen pagina door deze weer te
geven en te drukken op 3.
Een bestand downloaden☛Markeer de koppeling naar het te downloaden bestand ➔➔ Wanneer het downloaden is
voltooid, controleer dan of het gedownloade bestand is opgeslagen in ‘Mijn gegevens’ (zie
pagina 60) of in het applicatiescherm van Java™ (zie pagina 64).
Terugkeren naar het vorige scherm/verder gaan
naar het volgende scherm
☛ Terwijl u verbinding heeft met i-mode, om terug te keren naar het vorige scherm (als dat er is),
of om verder te gaan naar het volgende scherm (als dat er is).
E-mail/MMS
Een nieuwe e-mail opstellen☛ SK1➔1 (voor meer informatie, zie “Een nieuwe e-mail opstellen” op pagina 33)
Een MMS opstellen☛ SK1➔2 (voor meer informatie, zie “Een nieuwe MMS opstellen” op pagina 34)
Een e-mail/MMS lezen☛ SK1➔3➔ Markeer een bericht ➔
Controleren of er nieuwe e-mail/MMS-berichten
zijn
☛ SK1➔6
Instellingen voor i-mode:
E-mail instellingen wijzigen☛ SK1➔8 (voor meer informatie, zie “E-mail/MMS instellingen” op pagina 45)
Browserinstellingen wijzigen☛ SK2➔ 8 (voor meer informatie, zie “Instellingen” op pagina 40)
De telefooninstellingen voor i-mode wijzigen☛ 3 2 (voor meer informatie, zie pagina 37)
ActieProcedure
▼
▼
34
☛ Het onderwerp intoetsen.
Markeer het veld ‘Onderwerp’➔➔ toets het onderwerp in ➔
☛ Het bericht intoetsen.
Markeer het veld ‘Bericht’➔➔ toets het onderwerp in ➔
Een koptekst toevoegen, ➔ selecteer ‘Koptekst toevoegen’
Een handtekening toevoegen: ➔ selecteer ‘Handtekening toevoegen’
☛ Een bijlage toevoegen (indien gewenst).
Markeer het bijlageveld ➔➔ selecteer een bestand dat u wilt toevoegen uit het scherm ‘Mijn gegevens’
Een toegevoegd bestand verwijderen: markeer het veld ‘Aan’ ➔➔ en selecteer ‘Adres wissen’
Een toegevoegd bestand verwijderen: markeer het veld ‘Bijlage’ ➔➔ en selecteer ‘Bestand afspelen/bekijken’
2U kunt maximaal een bestand van 299 KB of in totaal 10 bestanden toevoegen.
☛ De e-mail verzenden: markeer ‘Zenden’ ➔
☛ De e-mail opslaan: markeer ‘Opslaan’ ➔
Om het momenteel bewerkte e-mailbericht te wissen: ➔ Wis e-mail
Een nieuwe MMS opstellen
☛ SK1➔ 2➔ Nu verschijnt het scherm ‘Menu opstellen’.
☛ Gebruik de opties bij menu opstellen, maak een MMS (voor details, zie tabel “Menuopties opstellen” op pagina34) ➔ SK2 ➔ Het scherm ‘MMS opstellen'
wordt weergegeven
☛ Voer de geadresseerde in en toets het onderwerp in (zie “Een nieuwe e-mail opstellen” voor meer informatie).
☛ De MMS verzenden: markeer ‘Zenden’ ➔
☛ De MMS opslaan: markeer ‘Opslaan’ ➔
Een MMS opstellen
☛ Markeer SMIL vanuit het scherm MMS opstellen of MMS bewerken ➔➔ De dia wordt weergegeven ➔
Nr.Menuopties opstellen
–Media toevoegen/
wissen
1Tekst toevoegen/
wissen
Voegt nieuwe tekst toe of wist tekst in het tekstveld op de dia.
2Afbeelding
toevoegen/wissen
Voegt een beeldbestand toe of wist een beeldbestand van het beeldveld op de dia.
3Audio toevoegen/
wissen
Voegt een geluidsbestand toe of wist een geluidsbestand van het geluidsveld op de dia.
4Video toevoegen/
wissen
Voegt een videobestand toe of verwijder een videobestand van de dia.
–AfsluitenKeert terug naar het scherm ‘MMS opstellen’.
35
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
☛ Als u klaar bent met het bewerken van de SMIL, druk dan op SK2 om terug te keren naar het scherm ‘MMS opstellen’.
☛ Indien nodig kunt u de opgestelde e-mail/MMS bewerken via het optiemenu ‘Bewerken’ (zie “Opties in het menu ‘Bewerken’gebruiken” voor meer
informatie).
–OpslaanSlaat de momenteel gemaakte MMS op.
–Video afspelenSpeelt het videobestand op de dia af.
–VoorbeeldGeeft een voorbeeld vanaf het begin van de diashow binnen de vooringestelde afspeeltijd.
–Dia toevoegen1Dia toevoegenVoegt een nieuwe dia toe na de momenteel weergegeven dia.
2Dia invoegenVoegt een nieuwe dia in voor de momenteel weergegeven dia.
–Dia wissenWist de momenteel weergegeven dia.
–TekstkleurSelecteert de tekstkleur uit 16 verschillende kleuren.
–AchtergrondkleurSelecteert de achtergrondkleur uit 16 verschillende kleuren.
–Beeld aanpassenSelecteert de grootte waarin de afbeelding/video wordt weergegeven.
1VerborgenToont de afbeelding/video op ware grootte.
2VullenToont de afbeelding/video in verkleinde vorm, zodat de hoogte en breedte passen in de
beeldzone van het display.
3EenzijdigDe afbeelding/video wordt zodanig aangepast dat de langere zijde van de hoogte of
breedte past op de overeenkomende zijde van het display.
4UitsnedeDe afbeelding/video wordt zodanig aangepast dat de kortere zijde van de hoogte of
breedte past op de overeenkomende zijde van het display.
–Opties Met deze opties kunt u aangeven hoelang een dia wordt weergegeven en de begin- en eindtijd instellen voor de tekst,
de afbeeldingen of het geluid binnen de weergavetijd van de dia.
2U kunt de tijdsduur voor dia’s niet instellen voor videobestanden.
–Beeldgrootte wijzigenWijzigt de beeldgrootte van het beeld-/videoveld en het tekstveld door middel van de ▲ en ▼ toetsen.
–Positie verwisselenVerwisselt de plaats van het beeld-/videoveld en het tekstveld op de dia.
–Vorige diaGeeft de vorige dia weer.
–Volgende diaGeeft de volgende dia weer.
Nr.Menuopties opstellen (Vervolg)
36
Opties in het menu ‘Bewerken’gebruiken
☛ From the Compose mail/Compose MMS/Edit mail/Edit MMS screen, to display the Edit menu options.
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Lezen van de ontvangen e-mail/MMS
☛ SK1➔ 3➔ De lijst met e-mail/MMS in het Postvak In wordt nu weergegeven.
☛ Markeer het bericht dat u wilt lezen ➔ ➔ De inhoud van het bericht wordt nu weergegeven. Door de inhoud van het bericht bladeren.
☛ Het vorige bericht inzien , om het volgende bericht in te zien,
2Terwijl u een ontvangen e-mail/MMS in het Postvak In leest, kunt u verschillende functies gebruiken. Zie “Postvak in” op pagina 42.
2Als ‘Automatisch afspelen’ aan staat (zie “Automatisch afspelen” op pagina45), dan wordt de MMS/dia automatisch afgespeeld/weergegeven: zo niet, druk
dan op SK1 om het afspelen te starten.
2U kunt de lettergrootte wijzigen door lang op de volgende toetsen te drukken en . vergroot de lettergrootte, en verkleint deze.
Nr.Opties bewerkingsmenu
–Zenden
Verzendt de e-mail.
–Opslaan
Slaat de te bewerken e-mail op in de map ‘Concept’.
–Bijlage toevoegen
Voegt een bijlage toe aan de e-mail.
–Bijlage verwijderen
Verwijdert de toegevoegde bijlage(n).
–Bestand afspelen/bekijken
Speelt het toegevoegde bestand af of geeft dit weer.
–Telefoonboek openen
Voegt de geadresseerde rechtstreeks uit het telefoonboek toe.
–Aan/Cc/Bcc toevoegen
Een Aan/Cc/Bcc-veld toevoegen
–Aan/Cc/Bcc wijzigen
Wijzigt de gemarkeerde velden Aan/Cc/Bcc in een Aan/Cc/Bcc-veld
–Adres wissen
Wist het veld met de geadresseerde.
–Koptekst/handtekening bijvoegen
Voegt een opgeslagen openingszin toe aan het begin van de tekst of een opgeslagen
handtekening aan het einde van de tekst.
–Bericht wissen
Wist het bericht van de e-mail die wordt bewerkt.
–E-mail wissen
Wist de nieuwe e-mail die net is bewerkt.
▼
▼
▼
▼
▼
▼
37
i-mode scherm
Vanuit het i-mode scherm kunt u de i-mode instellingen van uw telefoon wijzigen.
☛3➔ Geeft het i-mode menuscherm weer.
i-mode menuscherm
Vanuit het i-mode menuscherm heeft u toegang tot het scherm ‘iMenu/E-mail/Berichten’, uw favorieten, het invoerscherm voor een URL, de toegangsgeschiedenis,
de opgeslagen pagina’s en de lijst met Java™ applicaties.
☛ SK2 of 31 om het i-mode menuscherm weer te geven.
Nr.Menu’s i-mode scherm
1
i-modeGeeft het i-mode menuscherm weer (Voor meer informatie, zie “Menu’s i-mode scherm” op pagina 37).
2Instellingen
1BeltijdStelt de duur van de beltijd in van 3-10 seconden voor inkomende mail/MMS.
2VerbindingsnummerSelecteert de instellingen van het te gebruiken verbindingsnummer. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
1/2Fabrieksinstelling 1/2Gebruikt de standaard verbindingsnummers.
3Gebruikersinstelling Gebruikt en wijzigt de volgende instellingen.
1Access point
2i-mode server (Gateway adres)
3Portaalserver (i-mode server)
4E-mailMailserver
2e Mailserver
Bevestigingssite
5GebruikersgegevensGebruikersnaam
Wachtwoord
6PoortnummerHTTP poortnummer
SSL poortnummer
3i-mode slotVergrendelt de i-mode functie, inclusief mail/MMS.
Nr.Menu’s i-mode scherm (Blad 1 van 4)
1
iMenuGeeft toegang tot het scherm ‘iMenu’ (Zie “iMenu scherm” op pagina40.)
38
2E-mail
Geef het e-mail scherm weer waarin u ontvangen e-mail/MMS, opgeslagen conceptberichten en verzonden berichten kunt
weergeven en ook nieuwe e-mail/MMS kunt opstellen (zie “E-mailscherm” op pagina 41).
3Java-applicatie
Geeft de lijst Java™ applicaties weer (zie “Java™ (M7)” op pagina 64 voor meer informatie).
4SMS
Geeft het berichtenscherm weer waarin u ontvangen SMS-berichten kunt lezen en nieuwe SMS-berichten kunt opstellen
(zie “Bericht (M2)” op pagina 26).
5Favorieten
Geeft de lijst webpagina’s onder favorieten weer.
Optiemenu favorieten
1Openen
Geeft de gemarkeerde favoriet weer.
2Adres kopiëren
Kopieert het gemarkeerde favorietenadres.
3Titel bewerken
Bewerkt de titel van de gemarkeerde favoriet.
4Voeg een
bureaubladicoon toe
Creërt een bureaubladicoon van de URL van de geselecteerde favoriet.
5Bericht opstellen
Stelt een nieuw bericht op met het gemarkeerde favorietenadres in de berichttekst.
6Wis één
Wist de gemarkeerde favoriet.
7Wis alles
Wist alle favorieten.
6Naar webpagina
Geeft de URL weer die u heeft ingetypt of uit de geschiedenis heeft opgeroepen.
1
Adres invoerenVraagt u om het adres van een webpagina in te toetsen.
2
AdressengeschiedenisGeeft de lijst met adressen uit de geschiedenis weer, zodat u er één kunt selecteren.
3
Ga naar homeGeeft de homepage weer die is ingesteld bij ‘Instellen homepage’ (zie pagina 40).
0
TerugKeert terug naar het i-mode menuscherm.
Nr.Menu’s i-mode scherm (Blad 2 van 4)
39
7Bewaarde pagina’s
Geeft de lijst met bewaarde pagina’s weer. Bewaarde pagina’s worden in het telefoongeheugen bewaard, zodat u ze off line
kunt inzien.
Optiemenu lijst van bewaarde pagina’s
1Openen
Geeft de momenteel bewaarde pagina weer.
2Titel bewerken
Bewerkt de titel van de momenteel bewaarde pagina.
3Beveiliging Aan/Uit
Zet beveiliging van de bewaarde pagina aan of uit.
4Wis één
Wist de momenteel opgeslagen pagina.
5Wis alles
Wist alle opgeslagen pagina’s, behalve de beveiligde pagina’s.
6Wis alles + beveiligd
Wist alle opgeslagen pagina’s, inclusief de beveiligde pagina’s.
Optiemenu details van bewaarde pagina’s
1Afbeelding opslaan
Slaat een afbeelding op de momenteel opgeslagen pagina op als een bestand.
2Titel bewerken
Bewerkt de titel van de momenteel bewaarde pagina.
3Certificaatinfo
Geeft de certificaatinformatie van de momenteel opgeslagen pagina weer.
4Pagina-informatie
Geeft de certificaatinformatie van de momenteel opgeslagen pagina weer.
5Beveiliging Aan/Uit
Zet beveiliging van de bewaarde pagina aan of uit.
6Wissen
Wist de momenteel opgeslagen pagina.
Nr.Menu’s i-mode scherm (Blad 3 van 4)
40
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
iMenu scherm
Vanuit het iMenuscherm heeft u toegang tot verschillende diensten en kunt u ook de functiemenu's van uw browser gebruiken, zoals een favoriet toevoegen, een
pagina opslaan en een bericht opstellen.
☛ SK2 of 31 om het i-mode menuscherm weer te geven ➔ 1 om het i-Menuscherm weer te geven ➔ om het optiemenu van de browser weer
te geven.
8Instellingen
Wijzigt de instellingen van uw browser.
1Instelling time-out
Verbreekt de verbinding na een van tevoren ingestelde tijd. U kunt deze functie instellen
op 60 of 90 seconden, maar ook uitschakelen.
2Afbeeldingen tonen
Stelt in of afbeeldingen op de webpagina’s moeten worden weergegeven of niet.
3Woordafbreken
Stelt in of tekst moet worden weergegeven zoals op de webpagina’s of mail/dia, of dat de
tekst moet worden aangepast, zodat deze past op het scherm van de telefoon.
4Certificaten
Geeft de certificaatinformatie weer en verklaart een certificaat geldig/ongeldig.
5Terminalinformatie
verzenden
Stelt in of de terminalinformatie naar de Information Providers (IP’s) moet worden
verzonden of niet.
,Als u ermee instemt om via Internet persoonlijke informatie (bv. een
productserienummer of SIM-nummer) naar de IP’s te versturen, dan kan deze
informatie door anderen worden gezien.
6Homepage instellen
Bekrachtigt de homepage en stelt de URL in.
2U kunt de homepage weergeven door vanuit het standby-scherm de toets
ingedrukt te houden.
7Video auto. afspelen
Stelt in of een videobestand automatisch moet worden afgespeeld zodra deze is
gedownload.
8Overzicht
Geeft alle ingestelde opties voor de browserinstellingen weer.
0Terug
Keert terug naar het i-mode menuscherm (zie“i-mode menuscherm” op pagina 37).
Nr.Optiemenu browser
–
Favorieten
toevoegen
Voegt de huidige pagina toe aan de favorieten.
–FavorietenToont de favorietenlijst.
2Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer er één of meer favorieten zijn aangemaakt.
Nr.Menu’s i-mode scherm (Blad 4 van 4)
41
,Als u ermee instemt om via Internet persoonlijke informatie (bv. een productserienummer of SIM-nummer) naar de IP’s te versturen, dan kan deze
informatie door anderen worden gezien.
2Het is mogelijk dat het vorige scherm niet verschijnt nadat u heeft gedrukt op CLR of . De bewerkingen op het scherm hangen af van de inhoud van het
huidige scherm.
E-mailscherm
Vanuit het e-mail-scherm kunt u de i-mode maildiensten gebruiken.
☛ SK1 or 31 2 om het e-mailscherm weer te geven.
2De beschikbare opties verschillen afhankelijk van de provider.
2Als er zich een fout voordoet tijdens het verzenden van een bericht, dan wordt dit als onverzonden opgeslagen in de map Concept.
2Een mail kan naar maximaal vijf adressen tegelijk worden verstuurd.
2Als u tijdens het bewerken een mail opslaat, dan wordt deze opgeslagen in de map Concept.
–
Afbeelding opslaanSlaat een afbeelding op de huidige pagina op.
2Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer er één of meer afbeeldingen zijn weergegeven op het huidige scherm.
–Pagina opslaanSlaat de huidige pagina op.
–
Toevoegen aan
telefoonboek
Slaat het telefoonnummer dat op de huidige pagina is weergegeven op in het telefoonboek.
2Deze optie kunt u alleen selecteren wanneer er één of meer telefoonnummers zijn weergegeven op het huidige
scherm.
–CertificaatinfoGeeft het servercertificaat van de huidige pagina weer.
2Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer de huidige pagina een SSL-pagina is.
–Naar webpaginaGeeft een pagina weer door de URL in te typen of uit het verleden op te roepen (zie “Naar webpagina” op pagina 38).
–VernieuwenVernieuwt de gegevens op de huidige pagina.
–Pagina-informatieGeeft de URL van de huidige pagina weer.
–Voeg een
bureaubladicoon toe
Creërt een bureaubladicoon van de URL van de huidige pagina.
–Bericht opstellenMaakt een nieuw bericht aan met het gemarkeerde telefoonnummer of e-mailadres in de berichttekst.
Nr.Menu’s in het e-mailscherm (Blad 1 van 5)
1
E-mail opstellenGeeft het scherm ‘E-mail opstellen’ weer (zie “Een nieuwe e-mail opstellen” op pagina 33).
2MMS opstellenGeeft het scherm ‘MMS opstellen’ weer (zie “Een nieuwe MMS opstellen” op pagina 34).
Nr.Optiemenu browser (Vervolg)
42
3Postvak in
Geeft de lijst met ontvangen e-mail/MMS weer.
Optiemenu lijst Postvak In
–Toon alle
Geeft alle ontvangen e-mail/MMS weer.
–Toon ongelezen
Geeft alleen de ongelezen e-mail/MMS weer.
–Toon gelezen
Geeft alleen de gelezen e-mail/MMS weer.
–Toon beveiligd
Geeft alleen de beveiligde e-mail/MMS weer.
–Wis één
Wist de momenteel geselecteerde e-mail/MMS.
–Wis gelezen berichten
Wist alle gelezen e-mail/MMS, behalve beveiligde e-mail/MMS.
–Wis alles
Wist alle e-mail/MMS.
–Sorteren op titel
Sorteert de ontvangen e-mail/MMS op onderwerp.
–Sorteren op adres
Sorteert de ontvangen e-mail/MMS op adres.
–Sorteren op datum
Sorteert de ontvangen e-mail/MMS op datum.
Optiemenu Postvak In
–
AntwoordBeantwoordt de ontvangen e-mail/MMS.
–
Antwoordcitaat
Beantwoordt alle ontvangen geciteerde e-mail/MMS.
–
Antwoord allen
Beantwoordt alle ontvangen e-mail/MMS.
–
Antwoord allen &
tekst
Beantwoordt alle ontvangen geciteerde e-mail/MMS.
–
Doorsturen
Stuurt de ontvangen e-mail/MMS door.
–
Wissen
Wist de ontvangen e-mail/MMS die u op dat moment bekijkt.
–
Bureaubladicoon
toevoegen
Maakt een bureaubladicoon aan, waarmee u een nieuw bericht naar de afzender kunt
opstellen.
–
Adres opslaan
Slaat het adres van de afzender op in het telefoonboek.
–
Toevoegen aan
telefoonboek
Slaat het gemarkeerde telefoonnummer op in het telefoonboek.
–
Bericht opstellen
Stelt een nieuw bericht op, bestemd voor het gemarkeerde telefoonnummer of e-mailadres.
–
Melodie opslaan
Slaat de melodie op die met de ontvangen e-mail was meegestuurd.
–
Bijlage opslaan
Slaat het bijgevoegde bestand op.
–
Bericht kopiëren
Kopieert de berichttekst.
Nr.Menu’s in het e-mailscherm (Blad 2 van 5)
43
3Postvak In
(Vervolg)
–
Onderwerp kopiëren
Kopieert de gewenste onderwerptekst.
–
Adres kopiëren
Kopieert het gewenste adres.
–
MMS afspelenSpeelt de inhoud van de dia af volgens de instellingen.
Optiemenu MMS afspelen
1Tekst kopiërenKopieert de tekstgegevens op de dia.
2Afbeelding opslaanBewaart het beeldbestand op de dia.
–
MMS afspelen
(vervolg)
3Geluid opslaanBewaart het geluidsbestand op de dia.
4Video opslaanBewaart het videobestand op de dia.
5Video afspelenSpeelt het videobestand op de dia af.
–
Browse MMSSpeelt de inhoud van de dia handmatig af.
Optiemenu Browse MMS
1Tekst kopiërenKopieert de tekstgegevens op de dia.
2Afbeelding opslaanBewaart het beeldbestand op de dia.
3Geluid opslaanBewaart het geluidsbestand op de dia.
4Video opslaanBewaart het videobestand op de dia.
5Selectie opslaan
Bewaart het gemarkeerde telefoonnummer, e-mailadres
of URL in het telefoonboek of onder favorieten.
6Bericht opstellen
Stelt een bericht op voor de geadresseerde in de tekst
van de dia.
7Dia afspelenSpeelt de gemarkeerde dia af.
–
Beveiliging Aan/Uit
Zet de beveiliging van ontvangen e-mail/MMS aan of uit.
4Verzonden e-mail
Geeft de lijst met verzonden e-mail/MMS weer.
Optiemenu verzonden e-maillijst
–Sorteren op titel
Sorteert de verzonden e-mail/MMS op onderwerp.
–Sorteren op adres
Sorteert de verzonden e-mail/MMS op de eerste geadresseerde.
–Sorteren op datum
Sorteert de verzonden e-mail/MMS op verzenddatum.
–Wis één
Wist de geselecteerde e-mail/MMS.
–Wis alles
Wist alle verzonden e-mail/MMS.
-Wis alles + bev.
Wist alle verzonden e-mail/MMS, inclusief de beveiligde.
Nr.Menu’s in het e-mailscherm (Blad 3 van 5)
44
4
Verzonden mail
(vervolg)
Optiemenu Verzonden e-mail/MMS
–Opnieuw bewerken
Geeft de opsteller weer om de verzonden e-mail/MMS opnieuw te bewerken.
–Wissen
Wist de verzonden e-mail/MMS.
–Bureaubladicoon
toevoegen
Maakt een bureaubladicoon aan om een nieuw bericht op te stellen aan de geadresseerde.
–Adres opslaan
Bewaar de geadresseerde in het telefoonboek.
–Toevoegen aan
telefoonboek
Bewaart het telefoonnummer en e-mailadres die in het tekstgedeelte staan.
–Bericht opstellenStelt een nieuw bericht op, bestemd voor het gemarkeerde telefoonnummer of e-mailadres.
–Bericht kopiëren
Begint met kopiëren in het tekstgedeelte.
–Onderwerp kopiëren
Begint met kopiëren in het onderwerpgedeelte.
–
MMS afspelen
Speelt de inhoud van de dia af volgens de instellingen (see “MMS afspelen” op pagina 43).
–
Browse MMS
Speelt de inhoud van de dia handmatig af (zie “Browse MMS” op pagina 43).
–
Beveiliging Aan/Uit
Zet de beveiliging van ontvangen e-mail/MMS aan of uit.
5Concept e-mail/
MMS
Geeft de niet-verzonden en opgeslagen concept e-mail/MMS weer.
Optiemenu Concept
1Wis één
Wist de geselecteerde e-mail/MMS.
2Wis alles
Wist alle e-mail/MMS.
6Selectief ophalen
Toont de lijst van opgeslagen e-mail/MMS op de mailserver en geeft u de optie om elk afzonderlijk bericht op te halen of te
wissen.
7Nieuwe e-mail/
MMS ophalen
Controleert of er nieuwe i-mode berichten (e-mail/MMS) zijn opgeslagen op de e-mailserver.
Nr.Menu’s in het e-mailscherm (Blad 4 van 5)
45
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
8E-mail/MMS
instellingen
Wijzigt de mailinstellingen.
1Koptekst bewerken
Speelt de inhoud van de dia af volgens de instellingen.
☛ Markeer het vakje ➔ met een vinkje, zodat de koptekst automatisch wordt
toegevoegd.
☛ Markeer het tekstvak ➔ om de koptekst te bewerken ➔ Bewerk de tekst ➔
2Handtekening
bewerken
Bewerkt de handtekening die aan het eind van een mail wordt toegevoegd en stelt in of dit
automatisch moet gebeuren.
☛ Markeer het vakje ➔ met een vinkje, zodat de handtekening automatisch wordt
toegevoegd.
☛ Markeer het tekstvak ➔ om de handtekening te bewerken ➔ Bewerk de tekst ➔
3Antwoord markeren
Bewerkt de antwoordmarkeringen die moeten worden toegevoegd wanneer u een mail met
citaten uit het origineel beantwoordt.
☛ Markeer het tekstvak ➔ om de antwoordmarkering te bewerken ➔ Bewerk de tekst
➔
4Automatisch afspelen
Stelt in of het bijgevoegde geluids-, beeld- of videobestand automatisch moet worden
afgespeeld of weergegeven wanneer u de mail opent.
5Automatisch
ontvangen
Stelt in of u mail automatisch wilt ophalen nadat u bericht heeft ontvangen dat er een
inkomende mail is.
2Wanneer deze instelling is ingeschakeld, ontvangt uw telefoon de mail automatisch.
Als de instelling is uitgeschakeld, dan moet u uw mail handmatig ophalen bij uw i-mode
serviceprovider via het scherm ‘Nieuwe mail ophalen’ (zie “Nieuwe e-mail/MMS
ophalen” op pagina 44).
6Bijlage ontvangen
Stelt in welk bestandstype als bijlage kan worden ontvangen.
☛ Markeer het bestandstype ➔ met een vinkje.
7Gegevens bijlage
Selecteert of u Mfi-bestanden (Melody For i-mode) wilt kunnen ontvangen als bijlage bij een
mail.
8Lettergrootte
Stelt de lettergrootte in waarin de mail/MMS wordt weergegeven.
9Overzicht
Geeft weer welke waarden zijn ingesteld in de bovenstaande mailinstellingen.
0Terug
Keert terug naar het e-mail-scherm.
0Terug
Keert terug naar het i-modescherm.
Nr.Menu’s in het e-mailscherm (Blad 5 van 5)
46
i-mode woordenlijst
Hieronder vindt u een definitie van de basistermen die in deze paragraaf zijn gebruikt.
Telefoonboek (M4)
Soorten telefoonboek
U kunt met uw telefoon maximaal 7 telefoonboeken op uw SIM-kaart en in het geheugen van uw telefoon opslaan:
•Gecombineerd (een lijst van alle nummers die zijn opgeslagen in de ADN en FDN)
•Persoonlijke lijsten (ADN) op de SIM-kaart
•Persoonlijke lijsten (ADN) in het geheugen van de telefoon
•Servicenummers (SDN)
TermDefinitie
Site (programma)Een Internetpagina met inhoud die speciaal is ontworpen voor gebruikers van i-mode en die toegankelijk is via het i-mode
beginscherm van uw IP.
E-mailMail is de berichtenservice van i-mode. U kunt niet alleen berichten uitwisselen met andere mobiele telefoons, maar ook met PC’s,
PDA’s, etc.
MMSMultimedia Messaging Service; met deze dienst kunt u berichten sturen met een beeld-, video- of geluidsbestand als bijlage. MMS-
berichten worden ook wel kortweg een MMS-jes genoemd.
DiaMet de functie dia's kunt u tekst, geluid, beeld en video combineren in een dia en zo originele diavoorstellingen maken. Het bericht
dat met behulp van de diafunctie wordt gemaakt, wordt een Dia genoemd. Een Dia-bericht is een soort MMS-bericht.
SurfgeschiedenisUw telefoon onthoudt de laatste 10 URL’s die u heeft bezocht. Als u onlangs een webpagina heeft bezocht, dan kunt u deze
oproepen uit de geschiedenislijst.
WebpaginaEen Internetpagina die compatibel is met i-mode diensten en waarin u kunt bladeren met uw telefoon, inclusief sites (programma’s).
FavorietEen favoriet bevat de URL van een webpagina. U kunt maximaal 50 favorieten opslaan, die u snel kunt oproepen.
CertificaatinfoAls u een pagina weergeeft van het type Secure Sockets Layer (SSL), die speciaal ontworpen is voor veilige gegevensoverdracht,
dan kunt u de certificaatinformatie ervan zien.
IPInformation Provider. Uw IP biedt u toegang tot uw i-mode sites (programma’s).
HomepageEen webpagina die in uw profiel is geplaatst als de pagina waarmee u verbinding maakt wanneer u vanuit het standby-scherm op
de zijtoets drukt en deze toets even ingedrukt houdt.
Bewaarde
pagina’s
U kunt maximaal 20 webpagina’s opslaan in het telefoongeheugen, zodat u ze snel off line kunt oproepen.
47
•Vaste nummers (FDN)
•Eigen nummer
•Voicemail nummer
2Wanneer u één van deze lijsten inziet, dan kunt u eenvoudig de andere lijsten oproepen (als uw SIM dit ondersteunt) door te drukken op .
2Het maximumaantal telefoonnummers dat op een SIM opgeslagen kan worden, is dat van de ADN, FDN en SDN lijsten samen.
2Wanneer u het telefoonboek activeert, dan opent de lijst die u het laatst heeft geraadpleegd.
Persoonlijke lijst (ADN)
Deze nummers heten ‘abbreviated dialing numbers’ (ADN, verkorte belnummers). Er zijn twee soorten ADN, de ene is het telefoonboek dat in het geheugen van
de telefoon is opgeslagen (telefoonboek van de telefoon) en het andere is het telefoonboek dat op de SIM is opgeslagen (telefoonboek van de SIM)).
Telefoonboek (SIM)
•U kunt 255 persoonsgegevens op uw SIM opslaan.
•Alle persoonsgegevens bevatten een telefoonnummer, een naam en een locatienummer.
2Het aantal telefoonnummers dat u kunt opslaan op een SIM hangt af van de SIM-capaciteit.
Telefoonboek (telefoon)
U kunt 500 persoonsgegevens opslaan in het geheugen van uw telefoon. Elke set persoonsgegevens krijgt een locatienummer (1 t/m 500) en kan worden
toegekend aan een groep.
Voor elke set persoonsgegevens kunt u het volgende instellen:
•7 telefoonnummers (Thuis, Mobiel, Werk, Data, Fax, Andere telefoon x 2)
•2 E-mailadressen
•2 beschrijvingen
•Groep, spraakherkenning, LED-kleur, een CLI-afbeelding en een beltoon
2U kunt aan 10 telefoonnummers een spraakherkenning toekennen.
Vaste telefoonnummers (FDN)
Met vaste nummers kunt u de nummers die met uw telefoon kunnen worden gebeld, beperken. Als u de FDN-functie heeft ingeschakeld (zie pagina 47), dan
kunnen alleen de telefoonnummers die u in dit telefoonboek heeft opgeslagen plus de alarmnummers met uw telefoon worden gebeld.
,Hoewel FDN wordt ondersteund door uw telefoon, moet het ook aanwezig zijn op uw SIM. Vraag dit na bij uw serviceprovider.
Servicenummers (SDN)
De telefoonnummers die in het SDN-telefoonboek zijn opgeslagen, zijn door uw serviceprovider geïnstalleerd. Hiermee kunt u nummers en leveranciersdiensten
bellen (bv. klantonderzoeken, factureringsinformatie, sportlijnen, weerlijnen, etc.). Ze kunnen niet door u worden bewerkt.
,Hoewel SDN wordt ondersteund door uw telefoon, moet het ook aanwezig zijn op uw SIM. Vraag dit na bij uw serviceprovider.
48
Toegang tot uw telefoonboek (M4)
U kunt persoonlijke informatie opslaan in het telefoonboek van uw telefoon of van uw SIM-kaart.
Persoonsgegevens weergeven (M41)
☛41 en de juiste toets voor de gewenste lijst of totdat de gewenste lijst wordt weergegeven ➔Selecteer de gewenste persoonsgegevens ➔
Informatie over uw telefoonboek weergeven (M42)
☛42 om de informatie over uw telefoonboek weergeven.
2Deze functie is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Gespreksopties (M43)
☛43 om het scherm ‘Gespreksopties’ weer te geven.
/Voor meer informatie over het scherm ‘Gespreksopties’, zie “Gespreksopties (M43)” op pagina 9.
Optiemenu telefoonboeken
2Wanneer u de gegevens in FDN wilt bewerken, wordt u eerst gevraagd om de PIN2-code in te voeren.
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
☛41 en de juiste toets voor de gewenste lijst of totdat de gewenste lijst wordt weergegeven ➔Selecteer de gewenste persoonsgegevens ➔
Nr.Optiemenu telefoonboeken
1Nieuw
Voegt nieuwe persoonsgegevens toe aan de Telefoon/SIM/FDN.
2Bewerken
Geeft het scherm weer waarin de gemarkeerde persoonsgegevens kunnen worden bewerkt.
Optiemenu telefoonlijst
Persoonsgegevens
SK2
49
3Kopiëren
Kopieert de gemarkeerde persoonsgegevens of de hele lijst naar:
2Wanneer u persoonsgegevens kopieert van het telefoonboek (telefoon) naar andere mappen, dan kunnen alleen de items
die worden ondersteund door de doelmap worden gekopieerd.
1Huidige kopie☛Druk op de juiste toets voor de gewenste bestemming (SIM, telefoon, FDN, eigen
nummer of voicemail-nummer) ➔Toets het gewenste locatienummer in ➔
2Als u persoonsgegevens met meer dan één telefoonnummer/e-mailadres naar een
map kopieert waarin u slechts één telefoonnummer/e-mailadres per set
persoonsgegevens kunt opslaan, dan verschijnt het scherm met het originele nummer
waarin u kunt kiezen welk item u wilt kopiëren.
2Het telefoonboek (de
hele lijst)
☛ Druk op de juiste toets voor de gewenste bestemming (SIM, telefoon, FDN) ➔Toets
het gewenste locatienummer in ➔
2Als u het telefoonboek selecteert, dan moet u ook kiezen of u alleen het eerste
telefoonnummer wilt kopiëren of alle geregistreerde nummers.
2Als u persoonsgegevens met meer dan één telefoonnummer/e-mailadres naar een
map kopieert waarin u slechts één telefoonnummer/e-mailadres per set
persoonsgegevens kunt opslaan, dan verschijnt het scherm met het originele nummer
waarin u kunt kiezen welk item u wilt kopiëren.
4Verplaatsen
Verplaatst de huidige gemarkeerde persoonsgegevens.
☛ Druk op de juiste toets voor de gewenste bestemming (SIM, telefoon, FDN, eigen nummer of voicemail-nummer) ➔Toets
het gewenste locatienummer in ➔
5Wissen
Wist persoonsgegevens.
1Huidige wissenWist de huidige gemarkeerde persoonsgegevens.
2Wis allesWist alle gegevens in de lijst
Nr.Optiemenu telefoonboeken (Vervolg)
50
6Groepen
De groepsinformatie bewerken
☛ Markeer de groep die u wilt bewerken ➔SK1 en markeer het gewenste veld.
☛ Om de groepsnaam het hernoemen, selecteer groepsnaamveld ➔Toets de naam van de groep in ➔
☛ Om de informatie over de geselecteerde groep in te stellen, selecteert u Infoveld ➔Toets de informatie in ➔
☛ Om het de LED-kleur te selecteren, selecteert u LEDveld ➔1➔Selecteer de gewenste kleur ➔➔SK1 om de
wijzigingen op te slaan.
☛ Om het de CLI-afbeelding te selecteren, selecteert u veld ‘Afbeelding’ ➔1➔Selecteer de gewenste afbeelding ➔
➔SK1 om de wijzigingen op te slaan.
☛ Om de beltoon te selecteren, selecteert u Geluid/Videoveld ➔ 1 om Geluid te selecteren of 2 voor de Video ➔Markeer
de gewenste beltoon of video ➔➔SK1 om de wijzigingen op te slaan.
2Als de persoonlijke instellingen van de LED-kleur, CLI-afbeelding of de beltoon ook zijn ingesteld, dan gaan deze voor de
Groepsinstellingen.
Optiemenu lijst groepsleden
☛ Markeer de groep die u wilt bewerken ➔om de lijst van groepsleden weer te geven ➔ Markeer het lid ➔
1BellenBelt het gemarkeerde lid.
2Bericht opstellenStelt een bericht op aan het gemarkeerde lid.
3NieuwCreëert een nieuwe telefoonboekingang bij de groep.
4Toevoegen aan groepVoegt een telefoonboekingang toe aan de groep.
5Verwijderen uit de
groep
Verwijdert het gemarkeerde lid uit de groep.
6Verwijderen en wissenVerwijdert het gemarkeerde lid uit de groep en wist tegelijkertijd de telefoonboekingang.
7Voeg een
bureaubladicoon toe
Maakt een bureaubladicoon van het telefonnummer van het gemarkeerde lid.
7Sorteren
Sorteert de persoonlijke gegevens op alfabet of locatienummer.
2Het sorteren kan even duren, afhankelijk van het aantal ingangen met persoonsgegevens, het aantal karakters in elke
ingang en de taal waarin is geschreven.
1Alfabetisch sorterenSorteert de persoonlijke gegevens alfabetisch.
2U kunt direct naar een naam gaan met een bepaalde beginletter, door op de bijbehorende
toets te drukken (druk bv. eenmaal op 5 om naar de namen te gaan die beginnen met een
J of twee keer voor namen die beginnen met een K).
2Locatie Sorteert de persoonlijke gegevens in het geheugen op locatienummer.
Nr.Optiemenu telefoonboeken (Vervolg)
51
Iemand bellen of een bericht opstellen vanuit de telefoonboeklijkst
☛ Markeer de persoonsgegevens waarvan u de opgeslagen nummers of e-mailadressen wilt weergeven in het helpveld ➔ Druk op en om de overige
nummers of e-mailadressen (indien aanwezig) in het helpveld weer te geven.
☛ Druk op om het nummer te draaien of druk op SK1 om een nieuw bericht op te stellen voor dit telefoonnummer of e-mailadres.
Nieuwe persoonsgegevens toevoegen
☛41 en de bijbehorende toets voor de gewenste lijst of totdat de gewenste lijst is weergegeven ➔ SK2 ➔ Selecteer de lijst waarin u de
persoonsgegevens wilt opslaan ➔Voer de naam en overige benodigde informatie in ➔SK1 (zie “Bestaande persoonsgegevens bewerken” hieronder).
2U kunt de nummers het beste opslaan in het internationale nummerformaat.
Bewerken bestaande persoonsgegevens
☛41 en de bijbehorende toets voor de gewenste lijst of totdat de gewenste lijst wordt weergegeven ➔Selecteer de gewenste persoonsgegevens
➔2
2Voor het telefoonboek (SIM) en FDN kunt u alleen de naam, het telefoonnummer en het locatienummer toevoegen of bewerken met de volgende procedures.
2Voor de instellingen van het eigen nummer en het voicemail-nummer kunt u alleen de naam en het telefoonnummer toevoegen of bewerken met de volgende
procedures.
Toevoegen/bewerken van telefoonnummers, e-mailadressen & persoonlijke informatie
☛ Markeer het veld waarin u informatie wilt bewerken of waaraan u informatie wilt toevoegen ➔
☛ Voer het gewenste nummer of overige informatie in in het geselecteerde veld en druk dan op ➔
☛ Markeer een ander veld om nog meer wijzigingen aan te brengen, indien gewenst.
2U kunt ook de velden Naam, Telefoonnummer, E-mailadres en Informatie op de bovenstaande manier bewerken.
8Locatie
Sorteert de persoonlijke gegevens in het geheugen op locatienummer.
☛ Toets het gewenste locatienummer in ➔SK1 om het scherm met de telefoonboeklijst weer te geven met de
geselecteerde persoonsgegevens gemarkeerd.
9Tonen
Geeft de inhoud van het telefoonboek weer.
1SamenvattingGeeft een samenvatting van de inhoud van het telefoonboek.
2Lijst met spraak-
herkenningsopnames
Geeft de telefoonnummers weer met de opgenomen spraakherkenningsopname.
0IR-zenden
Verzendt de gemarkeerde persoonsgegevens naar een ander apparaat via de IR-poort.
/Zie ook: “IR-zenden” op pagina 17.
Voeg een
bureaubladic
oon toe
Creëert een bureaublad-icoon van de gemarkeerde persoonlijke gegevens.
Nr.Optiemenu telefoonboeken (Vervolg)
▼
▼
52
Een groep toewijzen
☛ Markeer het groepsveld➔➔Markeer de groep waaraan u de huidige persoonsgegevens wilt toevoegen ➔.
Spraakherkenningsfuncties
Een spraakherkenningsopname toevoegen
☛ Markeer het spraakherkenningsveld ➔➔1
☛ Spreek de naam in die u wilt opnemen ➔Spreek de naam nogmaals in ter bevestiging van het weergegeven bericht.
Een spraakherkenningsopname afspelen
☛ Markeer het spraakherkenningsveld ➔➔2
Een spraakherkenningsopname wissen
☛ Markeer het spraakherkenningsveld ➔.
2U kunt maximaal 10 voicedialnummers opslaan.
2U kunt het nummer van het opgeslagen voicedialnummer en de lijst ervan inzien (zie “Informatie over uw telefoonboek weergeven (M42)” op pagina 48).
Een LED-kleur toewijzen
☛ Selecteer het LED-kleurenveld ➔➔1➔Selecteerde gewenste kleur ➔.
☛ Deze instelling heeft prioriteit boven de groepsinstelling en telefooninstelling voor de LED-kleur.
Een CLI-afbeelding toewijzen
☛ Selecteer het afbeeldingsveld ➔➔1
☛ Selecteer de gewenste CLI-afbeelding ➔SK1 om de afbeelding te bekijken of om de gemarkeerde afbeelding te selecteren.
2Er staat een✔op de icoon van het item dat momenteel is geselecteerd.
/Zie ook: “Afbeeldingen (M63)” op pagina 61.
Een beltoon of video toewijzen
☛ Markeer het veld Geluid/Video ➔➔1 om het scherm met de beltoonlijst weer te geven of 2 om het scherm met de videolijst weer te geven.
☛ Selecteer de gewenste beltoon of video ➔SK1 om deze te bekijken ➔SK1 nog eens om het afspelen te stoppen en deze als beltoon in te stellen, of SK2
om het afspelen te stoppen zonder deze in te stellen
2Er staat een✔op de icoon van het item dat momenteel is geselecteerd.
2Als zowel de CLI-afbeelding als de video zijn ingesteld, dan wordt de video weergegeven op het scherm.
2Zie ook: “Geluiden(M62)” op pagina 61.
Een locatienummer toewijzen
☛ Selecteer het locatienummerveld ➔➔Toets het gewenste locatienummer in ➔.
Opslaan bewerkte persoonsgegevens
☛ Druk na een bewerking op SK1 om de bewerkte gegevens op te slaan.
53
Optiemenu Persoonlijke gegevens
☛41 en de juiste toets voor de gewenste lijst of totdat de gewenste lijst is weergegeven
☛ Markeer de gewenste gegevens ➔➔Markeer het gewenste veld ➔
/Zie ook: “Optiemenu telefoonboeken” op pagina 48 voor de opties 4 (Bewerken), 5 (Kopiëren), 6 (Verplaatsen) en 7 (Huidige wissen).
Klembordnummer
Uw telefoon is voorzien van een klembordnummer, zodat u tijdens een gesprek een inkomend telefoonnummer tijdelijk kunt opslaan en terugbellen wanneer het
gesprek is voltooid. Dit klembordnummer kunt u opslaan in het telefoongeheugen voor toekomstig gebruik.
Een klembordnummer noteren & bellen
☛ Tijdens een gesprek toetst u het nummer in dat in het klembord moet worden geplaatst. Het wordt weergegeven op het display van uw telefoon. ➔
wanneer het gesprek is beëindigd. Het nummer wordt nog steeds weergegeven. Druk op om het weergegeven nummer te bellen.
Voicemail (M417)
Met de voicemail-functie kunt u ontvangen gesprekken doorsturen naar de voicemail-centrale en de beller kan ingesproken berichten achterlaten in het Postvak
In van uw voicemail. U kunt wellicht aan een icoon op het standby-scherm zien of een beller een voicemail-bericht heeft achtergelaten.
,De voicemail service is netwerkafhankelijk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over uw voicemail-nummer.
Nr.Optiemenu Persoonlijke gegevens
1BellenBelt het geselecteerde telefoonnummer.
2Bericht opstellenStelt een bericht op, bestemd voor het gemarkeerde telefoonnummer of e-mailadres.
3IR-zendenVerzendt de gemarkeerde persoonsgegevens naar een ander apparaat via de IR-poort.
4BewerkenBewerkt de gemarkeerde persoonlijke gegevens.
5KopiërenKopieert de geselecteerde telefoonnummer(s)/e-mailadres(sen).
☛ Druk op de juiste toets voor de gewenste bestemming (SIM, telefoon, FDN, eigen nummer of voicemail-
nummer) ➔Toets het gewenste locatienummer in ➔
6VerplaatsenVerplaatst de huidige gemarkeerde persoonsgegevens.
☛ Druk op de juiste toets voor de gewenste bestemming (SIM, telefoon, FDN, eigen nummer of voicemail-
nummer) ➔Toets het gewenste locatienummer in ➔
7Huidige wissenWist de gemarkeerde persoonlijke gegevens.
8Voeg een
bureaubladicoon toe
Creëert een bureaublad-icoon van de gemarkeerde persoonlijke gegevens.
54
Het voicemail nummer instellen
2Deze functie is beschikbaar wanneer het voicemail-nummer nog niet is ingesteld.
☛417➔Markeer de gewenste regel ➔ tweemaal ➔➔toets het voicemail nummer in ➔➔SK1 om de wijzigingen op te slaan.
Een gesprek doorsturen naar de voicemail-centrale
☛ Stel het nummer van de voicemail-centrale in (zie “Het voicemail nummer instellen” voor meer informatie). ➔Stel ‘Gesprek doorschakelen’ in (zie
“Gesprekken doorschakelen (M161)” op pagina 11 voor meer informatie). Wanneer u een gesprek ontvangt dat moet worden doorgeschakeld, dan wordt
dit doorgeschakeld naar de voicemail-centrale.
Een voicemail ophalen
2Deze functie is beschikbaar wanneer het voicemail-nummer is ingesteld.
☛417➔Selecteer de gewenste regel ➔.
2U kunt een voicemail ook ophalen door vanuit het standby-scherm de toets 1 ingedrukt te houden.
2Om de lijn in te stellen waarmee u de voicemail centrale wilt bellen, zie “ALS instellen” op pagina 20 voor meer informatie.
55
Camera (M5)
Met de camerafunctie kunt u foto’s maken of video’s opnemen en deze opslaan als JPEG (Joint Photographic Expert Group) bestanden respectievelijk 3GPP (3rd
Generation Partnership Project) bestanden. U kunt een foto- of videobestand op vele manieren gebruiken: versturen als bijlage bij een e-mail of MMS, als
achtergrond voor uw telefoon, etc.
De camera gebruiken
Omgaan met de camera
,De camera van uw telefoon is gemaakt met behulp van zeer precieze technologie, maar toch kunnen er donkere of heldere lijnen of stippen op
het scherm verschijnen. Merk ook op dat de hoeveelheid ruis in het beeld (zoals rode en blauwe stippen of horizontale lijnen) aanzienlijk kan
toenemen wanneer u foto’s neemt op een slechte verlichte plaats.
,Let erop dat u geen kracht uitoefent op de lens wanneer u de telefoon dichtklapt. Hierdoor kunt u de lens beschadigen.
2Vingerafdrukken of vet op de lens kunnen leiden tot problemen met scherpstellen of donkere foto’s. Wrijf de lens voor gebruik schoon met een zachte doek.
2De beeldkwaliteit kan achteruitgaan wanneer uw telefoon gedurende langere tijd op een warme plaats ligt.
2Als u de camera gedurende langere tijd blootstelt aan direct zonlicht dan kan het interne kleurenfilter van de camera verkleuren, waardoor er verkleurde
foto’s ontstaan.
2De camerafunctie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u drie minuten niet op een knop van de telefoon heeft gedrukt.
Voorzorgsmaatregelen bij het (op)nemen van foto’s/video’s
2U kunt het geluid van de sluiter van de camera niet uitschakelen. De sluiter maakt een klikgeluid wanneer u een foto maakt of een video-opname begint of
afsluit, zelfs wanneer de telefoon in het vergaderprofiel staat.
2Houd de camera stil. Als u de telefoon beweegt wanneer u een foto neemt, dan wordt de foto onscherp. Houd de camera stevig vast, zodat deze niet
beweegt wanneer u een foto maakt, of gebruik de automatische timer om een foto te maken.
2Omdat er een kleine vertraging is nadat u op de sluiter heeft gedrukt () en het moment waarop de foto daadwerkelijk wordt genomen, mag u de camera
niet bewegen totdat u het geluid van de sluiter heeft gehoord.
2Als u een foto neemt en er is onvoldoende licht, probeer de telefoon dan zo stil mogelijk te houden. Omdat de sluiter langzamer dichtgaat in een donkere
omgeving, moet u het toestel ook iets langer stilhouden.
2Merk op dat de foto witte vlekken kan bevatten of onduidelijk kan zijn, wanneer u probeert om rechtstreeks in een sterke lichtbron te fotograferen, zoals de
zon, een sterke lamp of een sterk reflecterend oppervlak bij fel licht.
2Let er tijdens de opname op dat de microfoon van uw telefoon niet is bedekt, want deze wordt gebruikt voor het geluid van de video-opname.
56
Informatie over copyright
2Foto’s en video-opnames die met uw telefoon zijn gemaakt, mogen niet worden gebruikt op een manier die indruist tegen de copyright-wetten zonder
toestemming van de houder van het copyright, tenzij uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik. Merk op dat sommige beperkingen van toepassing zijn
op het fotograferen van podiumoptredens, bezienswaardigheden en tentoonstellingen, zelfs wanneer deze uitsluitend zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik.
2Gebruikers moeten er ook rekening mee houden dat de overdracht van beelden die zijn beschermd onder copyright-wetten alleen toegestaan is binnen de
beperkingen die zijn opgelegd krachtens deze copyright-wetten.
,Respecteer de privacy van andere mensen wanneer u een foto of video-opname maakt met de camera van uw telefoon en deze doorstuurt naar
anderen.
Een foto maken (M51)
☛ Om de camerafunctie te activeren, druk op zijtoets omhoog en houd deze even ingedrukt of druk op 5 1
☛ Kijk in de beeldzoeker van de camera en stel de camerapositie zodanig in dat het onderwerp van de foto op het scherm verschijnt.
2U kunt afwisselend het hoofdscherm of het 2e LCD gebruiken als beeldzoeker van de camera door te drukken op .
2U kunt een foto maken terwijl de telefoon is dichtgeklapt.
☛ Houd de camera stil ➔ Om de sluiter te sluiten: of zijtoets omhoog➔Controleer de foto ➔ Als u er tevreden over bent, druk dan op ➔De foto
wordt opgeslagen als JPEG-bestand in de map ‘Afbeeldingen’
2Zodra u een foto heeft genomen, druk dan op SK1 om de foto als bijlage bij een bericht te versturen, of op SK2 om de foto te wissen.
2De standaard bestandsnaam van de foto is de dag, maand, jaar en het volgnummer. Wanneer u foto’s maakt met de functie Multi-Shot, dan worden de
bestanden opgeslagen onder de standaard bestandsnaam, gevolgd door twee opeenvolgende cijfers aan het eind.
2Als er een gesprek binnenkomt terwijl u een nog niet opgeslagen foto bekijkt, dan wordt de opslag geannuleerd. Wanneer dit gebeurt, dan verschijnt er de
volgende keer dat u de camerafunctie selecteert een bericht om u te waarschuwen dat u een foto heeft die nog niet is opgeslagen, zodat u deze alsnog kunt
bekijken en opslaan.
2Voordat u een foto neemt, kunt u de functie ‘Videocamera’ inschakelen door te drukken op SK2. Dit gebruik van SK2 is echter onmogelijk wanneer de
zelfontspanner aanstaat.
De lamp gebruiken
☛ Druk op SK1 om de lamp aan of uit te zetten of op de zijtoets omlaag.
2Let erop dat u de lamp niet dicht bij uw eigen of andermans ogen houdt wanneer hij aan is.
☛ Om in of uit te zoomen, ▲ of ▼
2U kunt bij de zoominstelling in het optiemenu van de camera ook selecteren om 1, 2, 3 of 4 keer in te zoomen.
☛ Om de beeldzoeker van de camera op het hele scherm aan/uit te zetten, drukt u op #.
2Afhankelijk van de fotogrootte kan het zijn dat er delen van de opgeslagen afbeelding niet te zien zijn in de weergave van de beeldzoeker over het hele
scherm.
☛ Om de helderheid van de afbeelding in te stellen, of
▼
▼
57
Optiemenu camera (voordat u een foto-opname maakt)
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Nr.Optiemenu camera (voordat u een foto maakt)
1Modus Single/Multi-ShotSchakelt de fotografeerfunctie naar Single/Multi-Shot (serie foto’s).
2Omgeving opnemenWijzigt de instellingen van de camera al naar gelang de omgeving. Kies uit Standaard, Persoon, Kamer of Donker.
3EffectVoegt een speciaal effect toe aan de foto. Opties: Uit, Sepia, Monochroom, Negatief of Poster.
4Foto-afmetingStelt de grootte van de foto in op Sub-QCIF (B128*H96), QCIF (B176*H144), Achtergrond (B240*H320) CIF
(352x288), of VGA (B640*H480).
2U kunt de zoomfunctie niet gebruiken bij VGA en u kunt voor een achtergrond en CIF alleen een vergroting
van x1 of x2 selecteren.
2U kunt de functies ‘Kader’ en Multi-shot niet gebruiken voor CIF en VGA.
2U kunt de functie volledig scherm niet gebruiken bij Sub-QCIF en QCIF
2Als u Achtergrond, CIF or VGA selecteert, dan wordt de foto op de beeldzoeker van de camera kleiner
weergegeven dan hij in werkelijkheid is. In de beeldzoeker van de camera wijkt ook de beeldgrootte vóór de
opname af van de beeldgrootte na de opname.
5BeeldkwaliteitStelt de beeldkwaliteit in op Zeer fijn, Fijn, Normaal, Economy of Super economy.
6
Kader
Hiermee kunt u kiezen of u een kader wilt gebruiken tijdens het fotograferen. U kunt meerdere kaders selecteren
voor uw foto’s.
7Zelfontspanner/
Zelfontspanner stoppen
Zet de zelfontspanner aan of uit.
8GeluidSelecteert het geluid van de sluiter en zelfontspanner.
9Foto’sGeeft het scherm Afbeeldingen weer.
0Overige instellingenVoeg een bureaublad-icoon toe Creëert een bureaublad-icoon van de camerafunctie op het standby-scherm.
Automatisch opslaan: Selecteert of genomen foto’s automatisch moeten worden opgeslagen of niet.
Licht: Schakelt het licht aan of uit.
Helderheid: Wijzigt het helderheidsniveau van de foto tussen –2 en +2.
Zoom: Wijzigt de zoom-vergroting: x1, x2. x3 of x4.
Miniatuurweergave: Stelt in of de met Multi-shot genomen foto’s moeten worden weergegeven als
miniaturen of dia’s.
Video: Activeert de videofunctie.
Regeling voor flikkeringen: Selecteert 50Hz, 60Hz of Auto om flikkeringen te voorkomen wanneer u een
foto neemt in TL-licht.
Beeldzoeker wisselenStelt in of de beeldzoeker van de camera wordt weergegeven op het hoofdscherm of het 2e LCD.
2Op de beeldzoeker van de 2e LCD wordt het object gespiegeld weergegeven.
#Volledig schermSchakelt het licht aan of uit.
58
Optiemenu van de camera (nadat u een foto heeft gemaakt)
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Een video opnemen (M52)
Een video opnemen
,Om een video-opname te maken moet uw telefoon altijd opengeklapt zijn. In tegenstelling tot het fotograferen kunt u geen video-opnames maken
wanneer uw telefoon is dichtgeklapt.
☛ Druk op zijtoets omhoog en houd deze even ingedrukt, dan op SK2,of druk op 5 2 ➔ Kijk in de beeldzoeker om de camera te richten
2U kunt afwisselend het hoofdscherm of het 2e LCD gebruiken als beeldzoeker van de camera door te drukken op .
☛ Druk op of zijtoets omhoog➔ om de opname te starten. Op de voortgangsbalk ziet u hoeveel ruimte u nog heeft voor uw opname.
2Let er tijdens de opname op dat de microfoon van uw telefoon niet is bedekt, want deze wordt gebruikt voor het geluid van de video-opname.
2Tijdens de video-opname zijn de toetstonen uitgeschakeld.
☛ Beweeg de camera om de gewenste scènes te filmen ➔Druk op of de zijtoets omhoog om de video-opname te stoppen.
2Zodra de ingestelde grootte van het videobestand is bereikt, stopt de opname automatisch.
2Zodra u een video heeft opgenomen, druk dan op SK1 om deze af te spelen of op SK2 om deze te verzenden als bijlage bij een bericht.
2Tijdens het afspelen van de video kunt u deze vooruit spoelen door te drukken op of achteruit door te drukken op . Als u drukt op SK1 of, dan stopt
het vooruit/achteruit spoelen. Als u dan drukt op SK1, gaat de weergave verder.
2U kunt de opgenomen video wissen door te drukken op of CLR.
☛ Om de opgenomen video te bewaren, . De opgenomen video wordt als een 3GPP-bestand opgeslagen onder Videos - in de map ‘Mijn films’ onder ‘Mijn
gegevens’ (zie pagina 60).
Nr.Optiemenu van de camera (nadat u een foto heeft gemaakt)
1Huidig opslaanSlaat de momenteel weergegeven foto op.
2Alles opslaanSlaat alle met de functie Multi-Shot genomen foto’s op.
3Bericht opstellenCreëert een nieuw bericht met het bestand als bijlage (zie pagina 34).
4Als achtergrond instellenStelt de foto in als achtergrond.
5Weergeven als normaal beeld/
Weergeven als gespiegeld beeld
Stelt in of de genomen foto in de voorvertoning op het hoofd LCD-scherm normaal moet worden
weergegeven of gespiegeld, indien u het 2e LCD instelt als beeldzoeker van de camera.
6Opslaan als gespiegelde afbeeldingSlaat de foto gespiegeld op als u de 2e LCD instelt als beeldzoeker van de camera.
7
Miniaturen
Selecteert of de foto's die met de functie Multi-Shot zijn genomen worden weergegeven als
miniaturen of als diavoorstelling.
8Automatisch opslaan:Selecteert of genomen foto’s automatisch moeten worden opgeslagen of niet.
9Foto’sOpent ‘Afbeeldingen’ in ‘Mijn gegevens’.
▼
▼
59
2Als u drukt op #voordat/terwijl u een videobestand afspeelt, dan wordt het weergavescherm vergroot. Drukt u opnieuw op de toets #, dan wordt het
weergavescherm weer normaal.
2Het videobestand wordt opgeslagen met als naam de dag, de maand, het jaar en het volgnummer.
/Voor bedieningsfuncties terwijl de video afspeelt, zie“Video’s (M61)” op pagina 60.
/Voor bedieningsfuncties terwijl u een video opneemt, zie“De lamp gebruiken” op pagina56.
2Als er een gesprek binnenkomt terwijl u een nog niet opgeslagen video-opname bekijkt, dan wordt de opslag geannuleerd. Wanneer dit gebeurt, dan verschijnt
er de volgende keer dat u de camerafunctie selecteert een bericht om u te waarschuwen dat u een video heeft die nog niet is opgeslagen, zodat u deze alsnog
kunt bekijken en opslaan.
2Voordat u een video-opname maakt, kunt u de functie ‘Videocamera’ inschakelen door te drukken op SK2. Dit gebruik van SK2 is echter onmogelijk wanneer
de zelfontspanner aanstaat.
Een video opnemen
☛ Druk op SK1 om de lamp aan of uit te zetten of op de zijtoets omlaag.
2Let erop dat u de lamp niet dicht bij uw eigen of andermans ogen houdt wanneer hij aan is.
☛ Om in of uit te zoomen, ▲ of ▼
☛ Om de helderheid van de afbeelding in te stellen, of
Optiemenu camera (voordat u een video opneemt)
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Nr.Optiemenu camera (voordat u een video opneemt)
1Omgeving opnemenWijzigt de instellingen van de camera al naar gelang de omgeving. Kies uit Standaard, Persoon, Kamer of Donker.
2EffectVoegt een speciaal effect toe aan de video. Opties: Uit, Sepia, Monochroom, Negatief of Poster.
3SchermgrootteStelt de schermgrootte van de video in op Sub-QCIF (128x96) of QCIF (176x144).
4Grootte videobestandStelt de grootte van het videobestand in op Snel mailen of Lang mailen.
5BeeldkwaliteitStelt de beeldkwaliteit in op hoge of standaard.
6Zelfontspanner/
Zelfontspanner stoppen
Zet de zelfontspanner aan of uit.
7Geluid zelfontspannerSelecteert het zelfontspannergeluid: Geluid1, Geluid2 of Geluid3.
8Video’sDe map ‘Video’s’ in ‘Mijn gegevens’ wordt geopend.
9Overige instellingenCreëert een bureaubladicoon van de camerafunctie op het standby-scherm, wijzigt het Licht, de Helderheid en
Zoom-instellingen, activeert de camerafunctie en selecteert de frequentie of automatische instelling van de regeling
voor de flikkering.
0Beeldzoeker wisselenSelecteert of het hoofdscherm of het 2e LCD als beeldzoeker van de camera.
▼
▼
60
Optiemenu camera (nadat u een video heeft opgenomen)
Mijn gegevens (M6)
Met ‘Mijn gegevens’ kunt u melodieën en muziek (MP3) afspelen, of afbeeldingen en video’s weergeven die u van het Internet heeft gedownload of met de camera
van uw telefoon heeft gemaakt.
Video’s (M61)
In de volgende paragraaf leest u hoe u de videobestanden (video’s) die in uw telefoon zijn opgeslagen, kunt afspelen. U kunt video’s opnemen met uw telefoon,
downloaden van het Internet of als bijlage ontvangen bij een e-mail/MMS. Dit zijn de twee vooringestelde mappen: ‘Mijn video’s’ en ‘Download’.
Videobestanden afspelen
☛ ▼1 of 61 ➔Een map markeren➔ of ➔ Markeer een video die u wilt afspelen➔➔De video wordt afgespeeld.
2Als de functie ‘platte weergave’ is geactiveerd, dan wordt de lijst met mappen niet weergegeven. De lijst met alle opgeslagen videobestanden wordt
weergegeven.
2Als u naar een andere hiërarchie in de map wilt gaan, gebruik dan en
2Als u drukt op # voordat u een videobestand afspeelt, dan wordt het weergavescherm vergroot. Drukt u op de toets #, dan wordt het weergavescherm weer
normaal.
2Voor de definities van de iconen die worden weergegeven bij het afspelen, zie “LCD en weergegeven iconen” op pagina vii.
Bedieningsfuncties tijdens het afspelen van een video
☛ Om te stoppen, SK2
☛ Om te pauzeren, druk op SK1 ➔ Druk tijdens het pauzeren nogmaals op SK1 om het afspelen te hervatten.
☛ Om vooruit/achteruit te spoelen: of➔SK1 of stopt het vooruit/achteruit spoelen.
☛ Om het weergavescherm te vergroten #.
Nr.Optiemenu camera (nadat u een video heeft opgenomen)
1OpslaanSlaat de momenteel weergegeven video op.
2Bericht opstellenCreëert een nieuw bericht met het bestand als bijlage (zie pagina 34).
3Als achtergrond instellenStelt de video in als achtergrond.
4Volledig scherm
Stelt in of het weergavescherm moet worden vergroot.
2U kunt de functie ‘Volledig scherm’ niet gebruiken voor QCIF.
5Details tonenGeeft gedetailleerde informatie over de gemarkeerde video.
6Video’s‘Video’s’ in ‘Mijn gegevens’ wordt geopend.
▼
▼
▼
▼
▼
61
☛ U kunt het volume instellen met de zij toetsen
☛ Om het vorige/volgende bestand weer te geven, ▲ of ▼
2U kunt videobestanden met alleen geluid en geen beeld niet snel vooruit spoelen, terugspoelen of vergroten.
Geluiden(M62)
In de volgende paragraaf is beschreven hoe u geluiden kunt afspelen en wissen. Dit zijn de drie vooringestelde mappen: Downloaden, Voorinstelling en
Voicememo.
Geluiden selecteren en afspelen
☛ ▼2 of 6 2➔ Een map markeren➔ of ➔ Markeer een geluidsbestand dat u wilt afspelen➔
2
Als de functie ‘platte weergave’ is geactiveerd, dan wordt de lijst met mappen niet weergegeven. De lijst met alle opgeslagen geluidsbestanden wordt weergegeven.
2Als u naar een andere hiërarchie in de map wilt gaan, gebruik dan en
2Wanneer er een map is gemarkeerd, dan kunt u SK1 niet gebruiken.
Bedieningsfuncties tijdens het afspelen van geluid
☛ Stoppen: SK2
☛ U kunt het volume instellen met de zij toetsen
☛ Om het vorige/volgende bestand af te spelen, ▲ of ▼
Afbeeldingen (M63)
Met de functie ‘Afbeeldingen’ kunt u afbeeldingen en animaties weergeven die u heeft gemaakt met de camera van uw telefoon, die u heeft ontvangen als bijlage
bij een e-mail/MMS, of die u heeft gedownload van het Internet. Met deze functie kunt u de afbeeldingen ook bewerken. Met de functie ‘Afbeeldingen’ kunt u ook
afbeeldingen en animaties toevoegen aan uw MMS berichten. Dit zijn de vijf vooringestelde mappen: Foto, Voorinstelling, Download, Kader en Stempel.
Afbeeldingen tonen
☛ ▼3 of63 ➔Een map markeren➔ of ➔Markeer een beeldbestand dat u wilt afspelen➔
☛ Om het vorige/volgende beeldbestand weer te geven, ▲ of ▼
2
Als de functie ‘platte weergave’ is geactiveerd, dan wordt de lijst met mappen niet weergegeven. De lijst met alle opgeslagen beeldbestanden wordt weergegeven.
2Als u naar een andere hiërarchie in de map wilt gaan terwijl miniatuurweergave uit staat, druk dan op en
Een afbeelding bijsnijden
☛ Markeer de afbeelding die u wilt bewerken of geef deze weer ➔13 ➔Selecteer de bestandsgrootte➔Er verschijnt een kader in de weergave dat
de uitsnijding aangeeft.
☛ Verplaats de positie van het kader➔➔ SK1 als het beeld goed is
2Als u Vrij selecteert, dan verschijnt er een pijl op het weergavescherm. Beweeg deze naar het punt waar u een kader wilt laten beginnen en druk op om
die positie te bevestigen. Trek het kader dan uit tot de gewenste grootte en druk op om te bevestigen.
▼
▼
▼
▼
▼
▼
62
De afbeelding verkleinen
☛ Markeer de afbeelding die u wilt bewerken of geef deze weer➔14 ➔Selecteer het beeldformaat➔ SK1 als het beeld goed is.
Een afbeelding roteren
☛ Markeer de afbeelding die u wilt bewerken of geef deze weer➔1 5 ➔ SK1 om de afbeelding 90 graden met de klok mee te roteren.
☛ Druk net zo lang op SK1 totdat het beeld in de gewenste hoek staat angle➔ ter bevestiging
De afbeelding versieren met stempels
☛ Markeer de afbeelding die u wilt bewerken of geef deze weer➔16
☛ Om een markeringsstempel toe te passen, 1 ➔ Markeer de gewenste stempel ➔➔De positie van de markeringsstempel wordt weergegeven in het
midden
2Als u een voorbeeld wilt zien van de gemarkeerde stempel, druk dan op SK1
☛ Druk op 2 om een tekststempel te gebruiken ➔ Toets de tekst in ➔➔De positie van de tekststempel wordt weergegeven in het midden
☛ Verplaats de positie van de stempel ➔ ter bevestiging ➔ Het voorbeeld van de tekststempel wordt opnieuw weergegeven. Herhaal de procedure indien
nodig. ➔ SK1 wanneer u klaar bent met de stempel (het voorbeeld van de stempel wordt nu niet toegepast)
Een kader aan de afbeelding toevoegen
☛ Markeer het beeldbestand dat u wilt bewerken of geef dit weer ➔17➔Selecteer een kader➔ om het resultaat te bekijken ➔Blader door de
verschillende kaders met ▲ en ▼➔ om te bevestigen
De bewerkte afbeelding opslaan
☛ Druk na elke bewerking op SK1 of om de bewerkte afbeelding op te slaan ➔Selecteer kwaliteit van opslaan ➔Bewerk de naam (indien nodig) ➔
Muziek(M64)
In de volgende paragraaf is beschreven hoe u muziekbestanden uit ‘Muziek’ kunt weergeven en afspelen. Er is een voorbeeldmap: Download.
Een muziekbestand selecteren en afspelen
☛ ▼4 of 64 ➔ Markeer het muziekbestand dat u wilt afspelen➔
2Als de functie ‘platte weergave’ is geactiveerd, dan wordt de lijst met mappen niet weergegeven. De lijst met alle opgeslagen muziekbestanden wordt
weergegeven.
2Om uw eigen afspeellijst te creëren, zie "Muziekspeler (M81)" op pagina 68
Bedieningsfuncties tijdens het afspelen van een muziekbestand
☛ Stoppen: SK2
☛ U kunt het volume instellen met de zij toetsen
☛ Om het vorige/volgende bestand af te spelen, ▲ of ▼
63
Optiemenu bestandskiezer
☛ Het scherm met de Video’s/Geluiden/Foto's/Muziek weergeven➔
Nr.Optiemenu bestandskiezer
1Item bewerkenItem hernoemen:Bewerkt de gebruikersnaam of de naam van het bestand/de map van het geslecteerde bestand of
de geselecteerde map. geselecteerde map of het geselecteerde bestand.
Beveiliging instellen:Wijzigt de beveiligingsinstellingen van de geselecteerde map of het geselecteerde bestand.
Knippen:Knipt de geselecteerde foto in Sub-QCIF (128x96), QCIF (176x144), Achtergrond (176x220), of
Vrij.
Verkleinen:Verkleint de geselecteerde foto in Sub-QCIF (128x96), QCIF (176x144), of Achtergrond (176x220).
Draaien:Draait de geselecteerde foto.
Stempel:Voegt een marker of tekststempel toe op de geselecteerde foto.
Kader:Plaats een kader over de geselecteerde foto.
2Item gebruiken
(video’s)
Gebruikt het geselecteerde bestand als beltoon of achtergrond.
Instellen als beltoon:Stelt de geselecteerde video in als beltoon.
Instellen als achtergrond:Stelt de geselecteerde video in als achtergrond van het hoofd LCD-scherm.
IR-zenden:Zendt de geselecteerde video via de IR-poort naar andere apparaten of een mobiele
telefoon.
2Item gebruiken
(Geluiden)
Gebruikt het geselecteerde bestand als bel-, SMS- of e-mail-toon.
Instellen als beltoon:Stelt het geselecteerde geluid in als beltoon.
Instellen als SMS-toon:Stelt het geselecteerde geluid in als SMS-toon.
Instellen als e-mail-toon:Stelt het geselecteerde geluid in als e-mail-toon.
IR-zenden:Zendt het geselecteerde geluid via de IR-poort naar andere apparaten of een mobiele
telefoon.
2Item gebruiken
(foto’s)
Gebruikt het geselecteerde bestand als achtergrond of als bureaublad-item.
Instellen als achtergrond:Stelt de geselecteerde afbeelding in als achtergrond van het hoofd LCD-scherm.
Bureaubladicoon toevoegen: Creëert een bureaubladicoon op het standby-scherm van de geselecteerde afbeelding.
IR-zenden:Zendt de geselecteerde afbeelding via de IR-poort naar andere apparaten of een mobiele
telefoon.
3Bericht opstellenStuurt het bijgevoegde bestand naar een e-mailadres.
2Deze functie is niet beschikbaar bij muziekbestanden.
4Item wissenVerwijdert het geselecteerde bestand en de map.
5Wis allesWist alle bestanden in de huidige map.
6Item kopiërenKopieert het geselecteerde bestand naar de gewenste map.
7Item verplaatsenKnipt het geselecteerde bestand en plakt het in de gewenste map.
8Alles verplaatsenKnipt alle bestanden in de huidige map en plakt ze in de gewenste map.
64
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
2Beveiligde gegevens, vooringestelde gegevens of gegevens in sub-mappen kunt u niet wissen of verplaatsen.
Java™ (M7)
U kunt Java™ applicaties (spelletjes, etc.) downloaden van i-mode sites en afspelen op uw telefoon.
Programma’s (M71)
Hoe software af te spelen
Om software (Java™ applicaties) af te spelen, handelt u als volgt:
☛71 of houdt SK2 ➔ ingedrukt. Markeer een applicatien met de software die u wilt afspelen ➔ ➔ Het software-menu wordt weegegeven.
2Wanneer u het Java™ applicatiescherm voor het eerst weergeeft na het downloaden van één of meer programma’s, dan kan het even duren voordat uw telefoon
de programma's heeft gecontroleerd. Gedurende dit proces verschijnt er een bericht en u kunt de programma’s activeren nadat de controle is voltooid.
,Zodra u klaar bent met het downloaden van de software, zorg er dan altijd voor dat u controleert of het gedownloade programma wordt
weergeven in het scherm ‘Applicaties’.
,Verwijder de batterij als de software draait, omdat de gegevens tot dat punt wellicht niet zijn opgeslagen.
2Als de software actief is, dan wordt het icoon Java™ weergegeven (zie pagina vii).
9Map makenMaakt een nieuwe map aan in de huidige map.
0OpslagoverzichtToont de huidige opslaginformatie van uw telefoongeheugen.
Details tonenToont de details van het de geselecteerde map of het geselecteerde bestand.
2U kunt de gedetailleerde informatie ook weergeven in de gemarkeerde map of het gemarkeerde bestand door op te
drukken zonder het optiemenu weer te geven.
#OptiesSorteervolgorde:Sorteert de bestanden op datum of in alfabetische volgorde.
Informatiekolom:Stelt in of de kolom op het scherm met de lijst moet worden weergegeven en zo ja, welke
informatie er moet worden getoond.
Geen:Geen weergave van de kolom
Grootte:Grootte van het bestand bij benadering
Type:Bestandstype
2U kunt de informatie in de kolom ook wijzigen door op # te drukken zonder het optiemenu weer te geven.
Miniaturen:Geeft de bestanden weer als miniaturen.
Platte weergave:Geeft de lijst met alle opgeslagen afbeeldingen weer, ongeacht in welke map deze staan.
Opties opslaan:Slaat de huidige optionele instellingen op.
Opties resetten:Reset de optionele instellingen.
Nr.Optiemenu bestandskiezer (Vervolg)
65
Java™ systeemmenu
☛7 1 ➔ Markeer een applicatie➔
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Applicatiemenu
☛7 1➔ Selecteer de software die u wilt afspelen ➔ SK1
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Programmaverlichting (M72)
U kunt de achtergrondverlichting van uw telefoon instellen.
☛7 2 ➔1 om uw telefoon in te stellen op de normale ahtergrondverlichting, of druk op 2 om de achtergrondverlichting te laten regelen door de Java™
applicatie.
2Als u uw telefoon op de normale achtergrondverlichting instelt, dan wordt de ingestelde stroombesparingsinstelling actief (zie “Spaarstand (M15)” op
pagina 23).
2Wanneer de software niet draait, dan is de achtergrondverlichting afhankelijk van de instellingen in uw telefoon.
Nr.Systeem menu
1Beschrijving instellingBepaalt of de informatie over de geselecteerde applicatie moet worden weergegeven.
2Wis allesWist alle applicaties.
3OpslagstatusGeeft de status van de Java™ applicaties weer die zijn opgeslagen in uw telefoon.
4TraceerinformatieGeeft de traceerinformatie weer
5OverGeeft informatie van het Java™ systeem weer.
Nr.Applicatiemenu
1EigenschappenGeeft informatie over de geselecteerde software.
2UpgradeOpvragen of er een upgrade beschikbaar is van de geselecteerde software. Zo ja, dan worden de gegevens
gedownload.
3WissenWist de geselecteerde software.
4NetwerkverbindingGeeft de geselecteerde software wel of geen toestemming om verbinding te maken met het netwerk, of
geeft het bevestigingsbericht telkens wanneer u de geselecteerde software start.
5Instelling automatisch startenSchakelt de automatische startfunctie van een Java™ applicatie aan of uit.
▼
66
l
Accessoires (M8)
Muziekspeler (M81)
Met deze functie kunt u een afspeellijst opstellen voor MP3-tjes in de door u gewenste volgorde. U kunt muziekbestanden in MP3-formaat die zijn opgeslagen in
‘Muziek’ of 'Mijn gegevens' toevoegen aan de afspeellijst (zie “Mijn gegevens (M6)” op zie pagina 60) en u kunt de volgorde van de muziekbestanden in de
afspeellijst wijzigen.
☛81➔Markeer een muziekbestand en druk op SK1 om het af te spelen en op SK2 om te stoppen.
2Als r geen muziekbestanden zijn opgeslagen in de afspeellijst, dan wordt het scherm van de afspeellijst weergegeven.
Optiemenu muziekspeler
☛81
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Optiemenu afspeellijst
☛811
Nr.Optiemenu muziekspeler
1AfspeellijstGeeft de lijst met MP3 muziekbestanden weer in de volgorde waarin ze worden afgespeeld.
☛ Druk op om de eigenschappen van het geselecteerde muziekbestand toe te voegen, te verplaatsen,
verwijderen of weer te geven, of op SK1 om een MP3 muziekbestand toe te voegen.
2U kunt maximaal 30 MP3 muziekbestanden opslaan in de Afspeellijst, afhankelijk van de grootte van de
bestanden..
2Muziekbestanden die zijn verplaatst of gewist uit Muziek in Mijn gegevens of defecte muziekbestanden worden
grijs weergegeven en kunnen niet worden afgespeeld.
2AfspeelmodusNormaal:Speelt alle muziekbestanden in de afspeellijst éénmaal af, beginnend bij de eerste.
Alles herhalen:Speelt alle muziekbestanden uit de afspeellijst herhaaldelijk af.
Eén herhalen:Herhaalt het geselecteerde muziekbestand oneindig.
3EqualizerKies uit Rock, Jazz, Pop en Uit om de gewenste toon te krijgen.
2De geselecteerde Equalizer instelling wordt toegepast op alle muziekbestanden in de Afspeellijst.
4Voeg een
bureaubladicoon toe
Creëert een bureaubladicoon van de muziekspeler op het standby-scherm.
Nr.Optiemenu afspeellijst
1Item toevoegenVoegt een nieuw muziekbestand toe aan de Afspeellijst.
2Item verplaatsenVerplaatst het geselecteerde muziekbestand in de Afspeellijst.
67
Calculator (M82)
De calculator kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hij beschikt ook over een geheugenfunctie.
☛82
2De calculator kan een resultaat weergeven tot 9 cijfers. Als een berekening resulteert in een groter getal dan het maximumgetal, dan verschijnt het bericht
'Error' in het rekenveld.
Toewijzing calculatortoetsen
In de calculatorfunctie hebben de toetsen een specifieke functie. Hieronder ziet u welke:
Alarm (M83)
Met deze functie kunt u het alarm aan- of uitzetten en ook instellen hoe lang de alarmtoon afgaat, hoe vaak deze wordt herhaald en welke toon er klinkt.
Het alarm aan-/uitzetten
☛83
3Item wissenVerwijdert het geselecteerde muziekbestand uit de Afspeellijst.
4Wis allesVerwijdert alle muziekbestanden uit de Afspeellijst.
5Details tonenGeeft de eigenschappen weer (bestandsnaam, titel, artiestnaam en opnametijd) van het geselecteerde muziekbestand.
ToetsHandelingToetsHandeling
Optellen (+)Aftrekken (-)
▲Vermenigvuldigen (×)▼Delen (÷)
Is gelijk (=)SK2Toevoegen aan geheugen (2
e
)/Geheugenopslag
SK1Oproepen uit geheugen (2
e
)/Geheugen wissenProcent (%)
Inversie (±)Calculator uitzetten
Decimale punt (.)CLRWis cijfer (indien ingedrukt gehouden, alles wissen)
Instellingen alarm
Aan/UitZet het alarm aan of uit.
Tijd instellenStelt de tijd in en am/pm (in het 12-uurs formaat) waarop het alarm afgaat.
Alarmtoon instellenStelt de melodie in die er moet worden afgespeeld als het alarm afgaat (optioneel). Zie “Geluiden(M62)” op pagina 61
Nr.Optiemenu afspeellijst (Vervolg)
▼
▼
68
☛ Druk als alles is ingesteld op SK1 om de instellingen op te slaan.
2Als beltoon aanstaat dan wordt de geselecteerde melodie afgespeeld wanneer het alarm afgaat, afhankelijk van het huidige telefoonprofiel. Als de trilfunctie
aanstaat en het alarm gaat af, dan begint de telefoon te trillen.
2Zelfs als de telefoon is uitgeschakeld, dan schakelt deze zichzelf automatisch weer in en laat het alarm of de trilfunctie afgaan op de aangegeven tijd.
2U kunt de alarmtoon of trilfunctie uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken.
Agenda (M84)
In de agenda kunt u herinneringen en afspraken noteren voor bepaalde tijdstippen en datums.
Een nieuwe gebeurtenis toevoegen
☛84➔Markeer de dag ➔ om de lijst met herinneringen voor die dag weer te geven (indien aanwezig) ➔SK1.
☛ Druk als alles is ingesteld op SK1 om de instellingen op te slaan.
2Als beltoon aanstaat dan wordt de geselecteerde melodie afgespeeld wanneer het alarm voor de geplande gebeurtenis afgaat, afhankelijk van het huidige
telefoonprofiel. Als de trilfunctie aanstaat en het alarm gaat af, dan begint de telefoon te trillen.
2Als de telefoon is uitgeschakeld, dan gaat het alarm of de trilfunctie niet af op de aangegeven tijd.
2U kunt de herinneringstoon of trilfunctie uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken.
2Als de gebeurtenis een privé-gebeurtenis is, dan klinkt de herinneringstoon wel op de vastgestelde tijd, maar de ingevoerde beschrijving verschijnt niet op het
LCD. U wordt gevraagd om de beveiligingscode in te voeren om de gegevens van de privé-gebeurtenis in te zien.
Alarm herhalenSelecteert of het alarm één keer, dagelijks of op een bepaalde dag van de week moet worden herhaald.
2U kunt meer dan één dag van de week tegelijkertijd selecteren.
2U kunt het vinkje verwijderen door de dag te markeren en opnieuw op te drukken.
Voer alarmtekst inStelt het bericht in (bv. ‘Wakker worden!’) dat moet worden afgespeeld als het alarm afgaat (optioneel).
Agenda-instellingen
Dag/tijd gebeurtenisStelt de dag, maand, jaar en tijd (am/pm voor het 12-uurs formaat) van de gebeurtenis in.
BeschrijvingStelt de beschrijving van de gebeurtenis in (optioneel).
HerhalenSelecteert de herhaling: eenmalig, dagelijks, wekelijks of maandelijks.
HerinneringZet de herinnering aan of uit.
HerinneringstoonKoppelt een herinneringstoon aan een gebeurtenis.
2U kunt de herinneringstoon alleen instellen als de Herinnering staat ingesteld.
Privé
Stelt de gebeurtenis in als een privé-gebeurtenis.
☛ Plaats een vinkje om de gebeurtenis in te stellen als een privé-gebeurtenis. Om de gebeurtenis in te stellen als een
openbare gebeurtenis, plaatst u geen vinkje.
Instellingen alarm (Vervolg)
69
Geplande gebeurtenissen tonen
☛84➔Markeer een dag (SK1 om het vorige maandelijkse/weekelijkse scherm te zien of SK2 om het volgende maandelijkse/weekelijkse scherm te
zien)
☛ om de lijst met agendapunten van de huidige dag te zien (Om de agendapunten van de vorige/volgende dag te zien, of ).
☛ om het gedetailleerde scherm van de gemarkeerde agenda te zien.
Optiemenu agenda
☛84➔Markeer de dag ➔ om de lijst met de agenda voor die dag weer te geven (indien aanwezig) ➔Selecteer de gewenste geplande
gebeurtenis ➔
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Nr.Optiemenu agenda
1NieuwVoegt een nieuwe ingang toe.
2BewerkenBewerkt de gemarkeerde gebeurtenis.
3KopiërenKopieert de gemarkeerde gebeurtenis.
4WissenWist de gebeurtenis(sen). Druk op de juiste toetsen van de gebeurteniscategorie (de momenteel geselecteerde
gebeurtenis, alle openbare/privé-gebeurtenissen van deze dag, alle vorige openbare/privé-gebeurtenissen, alle
openbare/privé-gebeurtenissen of alle gebeurtenissen) om deze te wissen.
5Ga naar datumToont de geselecteerde datum.
6Mandkalender/
Weekkalender
Wisselt tussen de weekagenda en de maandagenda.
7Samenvatting
tonen
Geeft een samenvatting van alle gebeurtenissen weer.
8Gebeurtenissen
tonen
Geeft de gebeurtenissen weer voor elk agendatype. Druk op de juiste toetsen om de gewenste gebeurteniscategorie
(alleen openbaar, alleen privé of alles) weer te geven.
2U moet de beveiligingscode intoetsen om de privé-gebeurtenissen of om alle gebeurtenissen weer te geven.
9IR-zendenVerzendt de geselecteerde agenda via de IR-poort naar een ander apparaat of een andere mobiele telefoon.
2De IR-functie voor verzenden is niet beschikbaar tijdens een gesprek.
▼
▼
70
Takenlijst (M85)
Met deze optie kunt u maximaal 100 taken instellen die voor een bepaalde datum af moeten zijn. U kunt ervoor kiezen om alle taken weer te geven, of
alleen de voltooide of juist de onvoltooide taken. Elke taak wordt gekenmerkt door een beschrijving (van maximaal 256 karakters) en een start- en
vervaldatum.
Een nieuwe taak toevoegen
☛85➔Markeer de lijst ➔➔SK1
☛ Druk als alles is ingesteld op SK1 om de instellingen op te slaan.
Wanneer een taak is voltooid
☛85➔Selecteer de lijst ➔➔Markeer de gewenste taak ➔➔1 en 1,ofSK2 om de taak als voltooid op te slaan
Details van de taken tonen
☛85➔Selecteer de lijst ➔➔Markeer de gewenste taak ➔➔om de details van de vorige of volgende taak in lijst te tonen, of
☛ Druk op SK1 om de momenteel weergegeven taak te bewerken.
Optiemenu Taken
☛ Gebruik de toetsen 85 om de gewenste taak te markeren.➔Markeer de lijst ➔➔Selecteer de gewenste taak ➔
☛ Gebruik te toetsen, 85 om het optiemenu van de takendetails weer te geven ➔Selectere de lijst ➔➔Selecteer de gewenste taak ➔
➔
Instellingen Takenlijst
StartdatumStelt de dag, de maand en het jaar in waarop de taak moet beginnen.
EinddatumStelt de datum in waarop de taak moet eindigen. Toets de datum in of druk op de juiste toets voor de datum.
2Als u ervoor kiest om de datum zelf te selecteren, voer dan de dag, de maand en het jaar in waarop de taak moet eindigen en
druk dan op SK1.
BeschrijvingStelt de omschrijving van de taak in (bv. ‘De huur betalen’).
CategorieStelt de categorie in (Zakelijk, Privé of Overig).
PrioriteitStelt de prioriteit in (Normaal, Laag of Hoog).
PrivéStelt de taak in op privé.
▼
▼
71
In kolom L staat het optiemenu voor de taken en in kolom D het optiemenu voor de gedetailleerde taken.
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Kladblok (M86)
Met de functie ‘Kladblok’ kunt u een aantekening intoetsen en opslaan als tekstbestand.
Een nieuwe memo maken (M861)
☛8 6 1➔Toets tekst in ➔ om de invoer op te slaan als tekstbestand. De eerste paar woorden worden weergegeven in het scherm met de tekstlijst.
Een memo weergeven (M862)
☛8 6 2 ➔Markeer de lijst ➔SK1 om een voorbeeld van de memo weer te geven of om de memo te bewerken.
LDOptiemenu Taken
14NieuwVoegt een taak toe op basis van de gemarkeerde taak (zie “Een nieuwe taak toevoegen” op pagina 70, vanaf stap
twee).
–1StatusWijzigt de voltooid-status van de gemarkeerde taak.
22BewerkenBewerkt de gemarkeerde taak (zie “Een nieuwe taak toevoegen” op pagina 70, vanaf stap twee).
3–WissenWist de taak/taken. Druk op de juiste toetsen van de takencategorie (de momenteel geselecteerde taak, alle
openbare/privé-taken van deze dag, alle vorige openbare/privé-taken, alle openbare/privé-taken of alle taken) om
deze te wissen.
–3Huidige wissenWist de gemarkeerde taak.
4–WeergavefilterStelt in welk type taken er worden weergegeven door de gewenste filteroptie te selecteren (Geen, Niet voltooid of
Voltooid).
5–Lijst sorterenGeeft een takenlijst weer die is gerangschikt volgens de geselecteerde sorteersleutel (Einddatum, Categorie, Prioriteit,
Status).
6–Samenvatting
tonen
Toont het aantal voltooide en onvoltooide taken en hoeveel taken u nog kunt creëren.
75IR-zendenVerzendt de geselecteerde taak via de IR-poort naar een ander apparaat of een andere mobiele telefoon.
2De IR-functie voor verzenden is niet beschikbaar tijdens een gesprek.
72
Optiemenu kladblok
☛86 2➔Markeer een tekst (memo) ➔
2Afhankelijk van de voorwaarden kunnen sommige opties grijs worden weergegeven en dus niet beschikbaar zijn.
Nr.Optiemenu kladblok
1Item bewerkenWijzigt de beveiligingsinstellingen van een geselecteerd bestand.
Item hernoemen:Bewerkt de gebruikersnaam of naam van het bestand/de map van het geselecteerde
bestand of de geselecteerde map.
Beveiliging instellen:Wijzigt de beveiligingsinstellingen van de geselecteerde map of het geselecteerde
bestand.
2Item gebruikenBureaubladicoon toevoegen:Creëert een bureaubladicoon op het standby-scherm van het geselecteerde bestand.
IR-zenden:Zendt het geselecteerde bestand via de IR-poort naar andere apparaten of een andere
mobiele telefoon.
2De IR-functie voor verzenden is niet beschikbaar tijdens een gesprek.
3Bericht opstellenCreëert een nieuw bericht met de gemarkeerde tekst (memo) in het berichtenveld.
4Item wissenWist het geselecteerde bestand of de geselecteerde map indien niet beveiligd.
5Wis allesWist alle onbeveiligde memo’s uit de lijst.
6Item kopiërenKopieert de geselecteerde memo.
7Item verplaatsenKnipt en plakt de geselecteerde memo.
8Alles verplaatsenKnipt en plakt alle memo’s in de huidige map.
9Map makenMaakt een nieuwe map aan in de huidige map.
0OpslagoverzichtToont de huidige opslaginformatie van uw telefoongeheugen.
Details tonenToont de details van het geselecteerde bestand.
#OptiesSorteervolgorde:Sorteert de bestanden op datum of in alfabetische volgorde.
Informatiekolom:Stelt in of de kolom op het scherm met de lijst moet worden weergegeven en zo ja, welke
informatie er moet worden getoond.
Geen: Geen weergave van de kolom
Bestandsgrootte: Grootte van het bestand bij benadering
Bestandstype: Bestandstype
2U kunt de informatie in de kolom ook wijzigen door op # te drukken zonder het optiemenu weer te geven.
Platte weergave:Geeft de lijst met alle opgeslagen bestanden weer, ongeacht in welke map deze staan.
Opties opslaan:Slaat de huidige optionele instellingen op.
Opties resetten:Reset de optionele instellingen.
73
Voicememo (M87)
Met de voicememo-functie kunt u maximaal 60 seconden geluid/stem opnemen met behulp van de microfoon van uw telefoon.
Een voicememo opnemen/afspelen of de speaker instellen
☛8 7
/Zie ook: “Geluiden(M62)” op pagina 61.
Valuta (M88)
Met de valutafunctie kunt u een geldbedrag van de ene valuta in de andere omzetten.
Valuta omzetten
☛8 8
2Als u een fout heeft gemaakt bij het invoeren van het geldbedrag, gebruik dan de toets CLR om afzonderlijke getallen te wissen of druk op SK2 om het hele
bedrag te wissen en opnieuw te beginnen.
Nr.Voicememo
1OpnemenNeemt een voicememo op
☛ SK1 om het opnemen te starten.
2U kunt de opname voltooien en opslaan als een bestand door te drukken op SK2 zelfs voordat de opname is voltooid.
/Voor het opnemen van een gesprek, zie "Gespreksopname" op pagina 9.
2AfspelenSpeelt een voicememo of opgenomen gesprek af.
☛ Selecteer een voicememo ➔ om het afspelen te starten en SK2 om te stoppen.
3Speaker instellenSelecteert of de memo via de speaker of de oortelefoon wordt afgespeeld.
☛ 1 voor de speaker, of 2 voor de oortelefoon.
Instellen valuta
VanStelt de code van de bronvaluta in.
NaarStelt de code van de doelvaluta in.
WisselkoersStelt de wisselkoers in.
☛ Als u de wisselkoers wilt wijzigen, druk dan op CLR om de weergegeven wisselkoers te wissen en toets het gewenste
nummer in (voor een decimale punt, druk op SK1).
BedragStelt het geldbedrag in dat u wilt converteren (voor een decimale punt, druk op SK1).
74
Valuta resetten
☛8 8enSK1
Infrarood (M89)
Met de infraroodfunctie kunt u gegevens (zoals telefoonboeken, foto’s, video, geluid met uitzondering van MP3, agenda’s, takenlijsten of aantekeningen) ontvangen
van andere apparaten of een mobiele telefoon van hetzelfde model via de infraroodpoort. U kunt uw telefoon via de IR-poort gebruiken als modem voor een PC
om zo een inbelverbinding met een internet serviceprovider tot stand te brengen.
2Deze functie is niet beschikbaar tijdens een gesprek.
/Voor meer informatie, zie “Infrarood gegevensuitwisseling” op pagina 16.
☛8 9
,Uw telefoon verbruikt veel batterijvermogen als u hem gebruikt als een modem. Nadat uw telefoon als modem is gebruikt, moet u de modemfunctie
van uw PC deactiveren, of drukken op (alleen voor de CSD-verbinding). Als de modemfunctie is gedeactiveerd, dan wordt het standby-scherm
weergegeven zonder de infrarood-icoon en de GPRS-icoon.
Nr.Instellen infrarood
1IR-ontvangenOntvangt gegevens via infrarood.
☛ Zodra u de gegevens heeft ontvangen, druk dan op SK1 om deze op te slaan.
2IR-modemGebruikt uw telefoon als modem voor uw PC via infrarood.
2Nadat de IR-verbinding tot stand is gebracht, wordt het standby-scherm weergegeven met daarop het Infrarood-icoon.
Een GPRS (General Packet Radio Service) icoon wordt weergegeven bij een GPRS-verbinding en het CSD (Circuit
Switched Data) verbindingsscherm wordt weergegeven bij een CSD-verbinding.
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Nec n410i bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Nec n410i in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 1,69 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Stel vragen via chat aan uw handleiding
Stel uw vraag over deze PDF
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.