TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
58
NAVMAN
De simulatiestand is een manier om aan de
TRACKER gewend te raken (zie paragraaf 2-7).
Druk een of meerdere keren op , totdat
het Instellingsmenu wordt weergegeven
en selecteer dan Simulatie:
Simulatie
Schakel simulatiestand uit
Schakel simulatiestand in
Standen
Er zijn twee mogelijkheden voor Stand:
1 Normaal
Simuleert dat de boot beweegt van een
gekozen beginpunt met een gegeven snelheid
Druk een of meerdere keren op ,
totdat het Instellings- menu wordt
weergegeven en selecteer dan Tijd:
Lokale offset (afwijking)
Het verschil tussen de lokale tijd en de UTC
(GMT). Verander lokale afwijking wanneer
zomertijd begint en eindigt. Het bereik is 0 tot
± 13 uren, in stappen van 30 minuten.
Tijdnotatie
De opties zijn 24 uur of 12 uur.
Datumnotatie
De opties zijn dd/MMM/jj, MMM/dd/jj,
dd/MM/jj of MM/dd/jj.
14-10 Instelling > Tijd
14-11 Instelling > Simulatie
De simulatiestand dient nooit aan te staan
wanneer de TRACKER navigeert op het water.
en richting. De opties die nodig zijn voor
Normaal zijn:
Snelheid: De gesimuleerde te gebruiken
bootsnelheid.
Koers: De gesimuleerde peiling die de
boot dient te volgen.
Opmerking: Ga om het beginpunt te
selecteren naar het kaartbeeldscherm voordat
de simulatie begint. Vervolgens:
• Druk om de simulatie te starten vanuit de
bootpositie, op , om naar de ‘boot in
het midden’-stand te wisselen.
• Beweeg, om de simulatie vanuit een ander
punt te starten, de cursor naar dat punt op
de landkaart.
Tip: Gebruik de cursor om de koers te
berekenen (zie paragraaf 3-3).
Tip: Verander de koers terwijl de boot vaart
om te simuleren dat de boot van koers raakt.
2 Demo
Simuleert een boot die zich over een route
beweegt en laat automatisch verschillende
TRACKER-functies zien.
De opties die nodig zijn voor Demo zijn:
Snelheid: De gesimuleerde te gebruiken
bootsnelheid.
Route: De te volgen route.
de andere instrumenten ook automatisch
veranderd. Als alternatief, selecteer 0. Zie
paragraaf 15-9.