TRACKER 5505/5505i/5605 Installatie- en bedieningshandleiding
52
NAVMAN
Druk een of meerdere keren op , totdat
het Instellingsmenu wordt weergegeven en
selecteer GPS:
GPS-bron
• Intern: Gebruik de interne
GPS-antenne (TRACKER 5505i) of de
bijgeleverde externe GPS-antenne
(TRACKER 5505, TRACKER 5605) (zie
paragraaf 15-5).
• NMEA: Gebruik een externe GPS- of
DGPS-bron, aangesloten via NMEA (zie
paragraaf 15-10).
• NavBus: Gebruik een externe GPS- of
DGPS-bron, aangesloten via NavBus (zie
paragraaf 15-9).
DGPS-bron
Schakelt de DGPS-correctie via satelliet in of
uit (zie paragraaf 7). De opties zijn Geen of
WAAS/EGNOS. Schakel WAAS/EGNOS niet in
buiten hun bestrijkingsgebied om de precisie
van de positie niet te ondermijnen.
WAAS bestrijkt de gehele VS en het grootste
veel van Canada. Om WAAS te gebruiken dient
de GPS-antenne duidelijk zicht op de hemel
richting de evenaar te hebben. EGNOS zal het
grootste deel van West-Europa bestrijken als
het actief wordt.
Herstart GPS
Herstart de interne GPS-ontvanger voor
een onderhoudsbeurt of het oplossen van
problemen. Het duurt maximaal drie minuten
om de GPS-ontvanger te herstarten. Het
satellietbeeldscherm geeft de status van
de GPS-ontvanger weer (zie paragraaf 7).
Herstart de GPS indien de ontvanger al enige
14-3 Instelling > GPS
tijd niet gebruikt is en het lang duurt om een
GPS-positie te ontvangen.
Statische navigatie
Wanneer de boot stopt of heel langzaam vaart
worden de GPS-snelheid en -koers grillig.
Statische navigatie is een nummer en de opties
zijn:
• 0,01 tot 99,9: Indien de snelheid van
de boot lager is, dan wordt de snelheid
als nul weergegeven en zal de koers
onveranderd blijven.
• 0 (Uit): De berekende snelheid en
koers worden altijd gebruikt.
Snelheid- en koersfilter
Golven en wind zorgen ervoor dat de
snelheid en de koers van de boot enigszins
schommelen. Voor stabiele aflezingen zal
de TRACKER deze waarden berekenen door
verschillende metingen te doen en hiervan
het gemiddelde te nemen.
Een lagere waarde neemt het gemiddelde
over een kortere periode. Dit geeft de
meest precieze waarden maar ook de
grootste schommelingen.
Een hogere waarde neemt het gemiddelde
over een langere periode. Dit geeft de
meest stabiele waarde maar een aantal
ware snelheidveranderingen worden niet
weergegeven.
Stel de snelheid- en koersfilters in op de laagste
waarden die nog een stabiele aflezing geven.
Het bereik van elk filter is van 1 tot 60 seconden
of Uit (0).
Snelheidsbereik
De maximale aflezing die wordt weergegeven
op een analoge bootsnelheidsmeter (zie
paragraaf 8). Kies een voor de boot passend
bereik.