54
BIJ HET AANZETTEN VAN DE OMVORMER, DE SNOEREN VAN DE
APPARATEN DIE U WILT GAAN GEBRUIKEN IN HET STOPCONTACT STEKEN. DE
RODE EN
GROENE LED GAAN BEIDEN 3 ~ 5 SECONDEN AAN. VERVOLGENS
GAAT DE RODE
LED UIT EN BLIJFT DE GROENE AAN. DE GROENE LED
GEEFT AAN DAT DE OMVORMER
GOED FUNCTIONEERT.
ZORG ERVOOR DAT DE VEREISTEN VOOR DE GECOMBINEERDE SPANNING
VAN UW APPARATEN NIET HET UITGANGSVERMOGEN VAN DE
OMVORMER OVERSCHRIJDEN.
•
ZET DE OMVORMER UIT. DE LED VOOR OVERBELASTING KAN KORT
"KNIPPEREN" EN HET ALARM KAN OOK KORT "PIEPEN". DIT IS NORMAAL.
U HOORT
DITZELFDE ALARM ALS DE OMVORMER
AANGESLOTEN,
AAN- OF LOSGEKOPPELD WORDT VAN DE ACCU.
•
WANNEER U EEN VERLENGSNOER GEBRUIKT TUSSEN DE OMVORMER EN
EEN APPARAAT, DAN MAG HET VERLENGSNOER NIET LANGER ZIJN DAN
1,5M EN MET DE JUISTE ONDERDELEN.
•
ZORG ERVOOR DAT WANNEER U MEERDERE APPARATEN GAAT
GEBRUIKEN, U
HET GROOTSTE APPARAAT EERST AANSLUIT EN
AANZET EN VERVOLGENS EEN KLEINER.
Waarschuwing: De omvormer is ontworpen om rechtstreeks aangesloten
te worden op standaard elektrische en elektronische
apparaten. Sluit de omvormer niet aan op huishoudelijk AC distributie
bekabeling. Sluit de omvormer op geen enkele stroomkring aan waarbij de
nulgeleider is aangesloten op de grond (aarde).