504388
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/63
Pagina verder
Portofoons
Gebruikershandleiding
XTNi model zonder display
Motorola, het gestileerde M logo en alle overige handelsmerken in dit document zijn handelsmerken
van Motorola, Inc. Reg. U.S. Pat. & Tm. Off. © 2007 Motorola, Inc.
Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in de Verenigde Staten.
1
INHOUD
Nederlands
INHOUD
Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Auteursrechten Computer Software . . . 4
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Productveiligheid en conformiteit
richtlijnen blootstelling
aan radiofrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Batterijen en opladers,
veiligheidsinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Richtlijnen voor een veilig gebruik . . . . . . . 7
Portofoon – overzicht . . . . . . . . . . . . . . . 8
Onderdelen van de portofoon . . . . . . . . . . 8
AAN/UIT/volumeknop . . . . . . . . . . . . . . 9
Kanaalselectieknop . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Antenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
LED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Knoppen aan de zijkant. . . . . . . . . . . . . 9
Li-ionbatterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Batterijen en opladers . . . . . . . . . . . . . . .11
Eigenschappen van batterijen
en oplaadopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Li-ionbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Recycling en afvalverwerking
van batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Li-ionbatterij installeren. . . . . . . . . . . . .13
Li-ionbatterij verwijderen. . . . . . . . . . . .13
Alkalinebatterijen
(optionele accessoire) . . . . . . . . . . . . .14
Alkalinebatterijen installeren. . . . . . . . .14
Alkalinebatterijen verwijderen. . . . . . . .14
Voeding, adapters en oplaadstation. . .15
Riemclip installeren . . . . . . . . . . . . . . .16
Informatie over levensduur
van batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Batterij opladen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Opladen met het oplaadstation
voor één toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Losse batterij opladen . . . . . . . . . . . . .18
Standaardbatterij opladen . . . . . . . . . .18
De stand van het oplaadstation bepalen
voordat de batterij wordt opgeladen . . .19
2
INHOUD
Nederlands
Een batterij met hoge
capaciteit opladen . . . . . . . . . . . . . . . . 20
LED’s op oplaadstation . . . . . . . . . . . . 21
Geschatte oplaadtijd . . . . . . . . . . . . . . 22
Portofoon met batterij opladen met
oplader voor meerdere toestellen
(MUC, optionele accessoire). . . . . . . . 23
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Portofoon in-/uitschakelen . . . . . . . . . . . . 24
Volume afstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Een kanaal kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Spreken en monitorfunctie . . . . . . . . . . . . 24
Een oproep ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . 25
Spraakbereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
LED’s op portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Handsfree gebruik / VOX . . . . . . . . . . . . . 28
Met compatibele VOX-accessoires. . . 28
Handsfree zonder accessoires
(iVOX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
VOX-gevoeligheid instellen . . . . . . . . . 29
Microfoonversterking. . . . . . . . . . . . . . 29
Batterijbesparingsfunctie. . . . . . . . . . . 30
Fabrieksinstellingen herstellen . . . . . . .30
Eindetransmissietoon
(Roger-signaal). . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Functies programmeren . . . . . . . . . . . . .31
Programmeermodus. . . . . . . . . . . . . . .31
Signalen van de portofoon
interpreteren als waarden. . . . . . . . . . .31
Frequentiewaarden uitlezen . . . . . . . . .34
CTCSS/DPL-waarden uitlezen . . . . . . .35
Auto-scanwaarden uitlezen . . . . . . . . .36
Frequenties, codes en auto-scan
programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Instellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . .36
Veelgestelde vragen
Programmeermodus. . . . . . . . . . . . . . .37
Programmeervoorbeeld. . . . . . . . . . . . . . .38
Voorbeeld van het programmeren
van een frequentie . . . . . . . . . . . . . . . .38
Scanfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Scanlijst bewerken . . . . . . . . . . . . . . . .41
Hinderlijk kanaal verwijderen . . . . . . . .41
3
INHOUD
Nederlands
CPS (Computer
Programming Software) . . . . . . . . . . . . . . 42
Bandwidth Select . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Time-Out Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Battery Type Setting . . . . . . . . . . . . . . 43
Call Tones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Scramble. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Portofoons klonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
MUC bestellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Als het klonen mislukt . . . . . . . . . . . . . 47
Klonen met de CPS (Computer
Programming Software) . . . . . . . . . . . 47
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 48
Gebruik en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . 51
Frequentie- en codeschema’s. . . . . . . . 52
Beperkte garantie van Motorola . . . . . . 56
Informatie over garantie . . . . . . . . . . . . . . 56
Wat valt niet onder de garantie . . . . . . . . 56
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Audioaccessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Draagaccessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Softwaretoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . .58
Kabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Opladers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
AUTEURSRECHTEN
COMPUTER SOFTWARE
4
Nederlands
De Motorola-producten die in deze handleiding
worden beschreven, kunnen beschermde
Motorola-computerprogramma’s op
geheugenchips of op andere media bevatten.
Wetten in de Verenigde Staten en andere
landen verlenen Motorola bepaalde exclusieve
rechten op beschermde
computerprogramma’s, waaronder, maar niet
beperkt tot het exclusieve recht het
beschermde computerprogramma op enigerlei
wijze te kopiëren of reproduceren. Op basis
hiervan mogen beschermde Motorola-
computerprogramma’s in de Motorola-
producten die in deze handleiding worden
beschreven, niet op enigerlei wijze worden
gekopieerd, gereproduceerd, gewijzigd,
reverse-engineered of gedistribueerd zonder
de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming
van
Motorola.
Verder houdt de aanschaf van Motorola-
producten geen overdracht, rechtstreeks,
geïmpliceerd of anderszins in van rechten van
Motorola, met uitzondering van die voor een
normale, niet-exclusieve licentie voor het
gebruik van een product.
AUTEURSRECHTEN
COMPUTER SOFTWARE
5
VEILIGHEID
Nederlands
VEILIGHEID
PRODUCTVEILIGHEID EN
CONFORMITEIT
RICHTLIJNEN BLOOTSTELLING
AAN RADIOFREQUENTIES
LET OP!
Vanwege de normen voor blootstelling aan
RF-energie van de FCC is deze portofoon
alleen goedgekeurd voor professioneel
gebruik.
Ga voor een lijst met door Motorola
goedgekeurde antennes, batterijen en andere
accessoires naar de volgende website:
http://www.motorola.com/XTNi
Lees voordat dit product gebruikt
wordt, de bedieningsinstructies
en informatie over RF-energie in
het boekje Product Safety and
RF Exposure dat bij de portofoon
zit.
!
C a u t i o n
BATTERIJEN EN OPLADERS,
VEILIGHEIDSINFORMATIE
6
Nederlands
BATTERIJEN EN OPLADERS,
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en
bedieningsinstructies. Lees deze instructies
zorgvuldig door en houd deze bij de hand.
Lees voordat u de batterijoplader gebruikt alle
instructies en waarschuwingssymbolen op
de oplader,
de batterij en
de portofoon waarin de batterij wordt gebruikt.
1. Vermijd de kans op letsel en gebruik alleen
oplaadbare batterijen die door Motorola zijn
goedgekeurd. Andere batterijen kunnen
ontploffen en zo letsel en schade veroorzaken.
2. Het gebruik van accessoires die niet door de
Motorola worden geadviseerd, kan leiden tot
brand, elektrische schokken of letsel.
3. Trek om schade aan stekker en snoer te
vermijden, aan de stekker en niet aan het
snoer als de stekker van de oplader uit het
stopcontact wordt gehaald.
4. Gebruik alleen een verlengsnoer als dat
absoluut noodzakelijk is. Het gebruik van een
ongeschikt verlengsnoer kan leiden tot brand
en elektrische schokken. Als een verlengsnoer
gebruikt moet worden, gebruik dan een
snoerdikte van 18AWG bij een lengte tot
2 meter en 16AWG bij een lengte tot 3 meter.
5. Vermijd de kans op brand, elektrische
schokken of letsel, en gebruik de oplader niet
als deze op enigerlei wijze defect of
beschadigd is. Breng deze dan naar een
erkend Motorola-servicecenter.
6. De oplader mag niet worden gedemonteerd.
Het apparaat kan niet worden gerepareerd en
er zijn geen vervangingsonderdelen leverbaar.
Demontage van de oplader kan leiden tot
elektrische schokken of brand.
7. Vermijd de kans op elektrische schokken en
haal de stekker van de oplader uit het
stopcontact alvorens onderhoud aan het
apparaat uit te voeren of het te reinigen.
BATTERIJEN EN OPLADERS,
VEILIGHEIDSINFORMATIE
7
Nederlands
RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
Zet de portofoon uit als de batterij wordt
opgeladen.
De oplader is niet geschikt voor gebruik
buitenshuis. Gebruik de oplader alleen in een
droge omgeving.
Sluit de oplader alleen aan op een correct
geïnstalleerd stopcontact dat het juiste voltage
levert (zoals staat aangegeven op het product).
Maak de oplader spanningsloos door de stekker
uit het stopcontact te halen.
Het stopcontact waar het apparaat op wordt
aangesloten, moet dichtbij en goed bereikbaar
zijn.
Gebruik de voedingsapparatuur niet in een
omgeving met een temperatuur die hoger is dan
40°C.
Let er op dat het snoer zo ligt dat niemand er op
kan gaan staan of er over kan struikelen, en dat
het niet in aanraking kan komen met water,
beschadigd kan raken of strak kan komen te
staan.
8
PORTOFOON –
OVERZICHT
Nederlands
PORTOFOON – OVERZICHT
Antenne
Microfoon
Kanaalselectie
knop
AAN/UIT/
volumeknop
LED
Modellabel
PTT-knop
(Push-to-Talk)
SB1 –
Monitorknop
SB2 – Scannen /
Hinderlijk kanaal
verwijderen
Li-ionbatterij
ONDERDELEN VAN DE PORTOFOON
9
PORTOFOON –
OVERZICHT
Nederlands
AAN/UIT/volumeknop
Hiermee wordt de portofoon in- en
uitgeschakeld en wordt het volume van het
toestel ingesteld.
Kanaalselectieknop
Hiermee wordt de portofoon ingesteld op een
bepaald kanaal.
Microfoon
Spreek duidelijk in de microfoon als een
boodschap wordt verzonden.
Antenne
De antenne van de portofoon kan niet worden
verwijderd.
LED
Hiermee worden de status van de batterij, de
opstartstatus, oproepinformatie en de
scanstatus weergegeven.
Knoppen aan de zijkant
PTT-knop (Push-to-Talk)
Houd de knop ingedrukt tijdens het spreken en
laat de knop los om te luisteren.
SB1
SB1 is een algemene knop die kan worden
geconfigureerd met de CPS (Computer
Programming Software). De standaardfunctie
van SB1 is de monitorfunctie.
SB2
SB2 is een algemene knop die kan worden
geconfigureerd met de CPS. De
standaardinstelling van SB2 is ‘Scannen /
Hinderlijk kanaal verwijderen’.
Li-ionbatterij
De XTNi™ Serie is geschikt voor verschillende
typen batterijen. Zie ‘
Eigenschappen van
batterijen en oplaadopties’ op pagina 11 voor
meer informatie.
10
PORTOFOON –
OVERZICHT
Nederlands
In deze gebruikershandleiding worden
verschillende XTNi™ Serie-modellen
behandeld, en er kunnen functies worden
beschreven die niet op uw toestel aanwezig
zijn. Het modelnummer van de portofoon staat
op de voorzijde van het toestel, onder de
luidspreker. Dit bevat de volgende informatie:
Model
Frequentie
band
Zendvermogen
(watt)
Aantal kanalen Antenne
XTNi PMR446 0,5 8 Niet verwijderbaar
BATTERIJEN EN
OPLADERS
11
Nederlands
BATTERIJEN EN OPLADERS
Voor portofoons van de XTNi™ Serie zijn
Li-ionbatterijen (Lithium-ion) beschikbaar.
De
capaciteit van de betreffende batterijen
bepaalt de levensduur. Er kunnen ook
alkalinebatterijen worden gebruikt. De
portofoon wordt geleverd met een snellader.
EIGENSCHAPPEN VAN BATTERIJEN
EN
OPLAADOPTIES
Li-ionbatterij
Portofoons van de XTNi™ Serie worden
geleverd met een oplaadbare Li-ionbatterij.
Deze batterij moet worden opgeladen voordat
het toestel voor het eerst wordt gebruikt om te
zorgen voor optimale capaciteit en prestaties.
De levensduur van de batterijen wordt bepaald
door verschillende factoren. De belangrijkste
hier van zijn herhaaldelijk overbelasten van de
batterijen en de gemiddelde ontlading tijdens
elke gebruikscyclus. Gewoonlijk geldt dat hoe
vaker een batterij wordt overbelast en meer die
wordt ontladen, des te korter is de levensduur
van de batterij. Bijvoorbeeld, een batterij die
meerdere keren per dag wordt overbelast en
100% ontladen, gaat minder gebruikscycli mee
dan een batterij die minder wordt overbelast en
die maar 50% per dag wordt ontladen. En een
batterij die nauwelijks wordt overbelast en die
gemiddeld niet meer dan 25% wordt ontladen,
gaat nog langer mee.
Motorola-batterijen zijn speciaal ontworpen
voor gebruik met een Motorola-oplader en
omgekeerd. Opladen in andere apparatuur dan
apparatuur van Motorola kan beschadiging van
de batterij veroorzaken en de garantie op de
batterij ongeldig maken. De batterij moet
zoveel mogelijk op kamertemperatuur (25°C)
worden gehouden. Het opladen van een
koude
batterij (onder 10°C) kan leiden tot
het
weglekken van het elektrolyt en
dientengevolge tot uitval van de batterij. Het
opladen van een warme batterij (boven 35°C)
leidt tot verminderde capaciteit, hetgeen
gevolgen heeft voor de prestaties van de
12
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
portofoon. Snelladers van Motorola bevatten
een temperatuurgevoelige schakeling om
ervoor te zorgen dat batterijen binnen
bovenstaande grenswaarden worden
opgeladen.
Recycling en afvalverwerking van batterijen
Oplaadbare Li-ionbatterijen zijn geschikt voor
recycling. Niet overal zijn hier echter faciliteiten
voor beschikbaar. Wetgeving in de VS en
verschillende andere landen bepaalt dat
batterijen recycled moeten worden en niet
kunnen worden verwerkt in verbrandingsovens
of vuilstortplaatsen. Neem contact op met de
lokale overheid voor informatie over de juiste
procedures. Motorola onderschrijft recycling
van Li-ionbatterijen volledig en moedigt dit dan
ook aan. In de VS en Canada neemt Motorola
deel aan het nationale RBRC-programma
(Rechargeable Battery Recycling Corporation)
voor de inzameling en recycling van Li-
ionbatterijen.
Veel winkeliers en leveranciers nemen deel
aan dit programma. Voor het dichtstbijzijnde
inleverpunt kunt u naar de website van RBRC
www.rbrc.com gaan of bellen met nummer
1-800-8-BATTERY. De internetsite en het
telefoonnummer verschaffen ook nuttige
informatie over de mogelijkheden voor
recycling voor consumenten, bedrijven en
overheidsinstanties.
BATTERIJEN EN
OPLADERS
13
Nederlands
Li-ionbatterij installeren
1. Zet de portofoon uit.
2. Plaats met het Motorola-logo op de batterij
omhoog de lipjes op de onderzijde van de
batterij in de sleuven in de onderzijde van de
portofoon.
3. Druk het bovendeel van de batterij naar de
portofoon tot deze op zijn plaats klikt.
Opmerking: Raadpleeg ‘Li-ionbatterij’ op
pagina 11 voor meer informatie over
de levensduur van Li-ionbatterijen.
Li-ionbatterij verwijderen
1. Zet de portofoon uit.
2. Druk omlaag op de vergrendeling van de
batterij en houd deze ingedrukt terwijl u de
batterij verwijdert.
3. Trek de batterij uit de portofoon.
sleuven
vergren-
deling
batterij
vergren-
deling
batterij
14
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
Alkalinebatterijen (optionele accessoire)
Alkalinebatterijen installeren
1. Zet de portofoon zo nodig uit.
2. Verwijder de Li-ionbatterij.
3. Breng de houder met de alkalinebatterijen
(optionele accessoire) aan volgens dezelfde
stappen als de Li-ionbatterij.
4. Verwijder het klepje van de houder van de
alkalinebatterijen.
5. Schuif de 5 AA alkalinebatterijen in de houder
volgens de markeringen binnen in de opening.
Alkalinebatterijen verwijderen
1. Zet de portofoon zo nodig uit.
2. Schuif de vergrendelingen op beide zijden
omlaag.
3. Trek de bovenzijde van de houder weg van de
portofoon en verwijder de batterijen uit het
toestel.
Klepje voor
alkaline-
batterijen
Klepje voor
alkaline-
batterijen
BATTERIJEN EN
OPLADERS
15
Nederlands
Voeding, adapters en oplaadstation
De portofoon wordt geleverd met een
oplaadstation, een voeding (ook wel
transformator genoemd) en een set adapters.
De voeding kan worden gebruikt met elk van
de meegeleverde adapters. Welke adapter u
moet gebruiken, is afhankelijk van de regio
waar u zich bevindt.
Ga als volgt te werk nadat u hebt bepaald
welke adapter op uw stopcontact past:
Schuif de adapter omlaag in de groeven op de
voeding tot deze op zijn plaats klikt.
Schuif de adapter omhoog om deze te
verwijderen.
Opmerking: De adapter in de afbeeldingen is
louter ter illustratie. Het kan zijn dat
u
een andere adapter moet
aanbrengen.
Drop-in Tray Charger
Power Supply
Oplaadstation
Voeding
Install
Remove
Adapto
r
Power SupplyPower Supply
Adaptor
Voeding
Adapter
Voeding
Adapter
Aanbrengen
Verwijderen
16
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
Riemclip installeren
1. Schuif de rails van de riemclip in de groeven
van de riemclip op de achterzijde van de
batterij en schuif de clip omlaag tot deze op zijn
plaats klikt.
2. U verwijdert de clip door het metalen
ontgrendelingslipje op het lipje van de riemclip
naar achteren te trekken en de riemclip
omhoog te drukken.
Informatie over levensduur van batterijen
Levensduur Li-ionbatterij
De capaciteit van de batterij verschilt per
model van de portofoon en/of de regio. Deze
functie is van invloed op de geschatte levens
-
duur. Als de batterijbesparingsfunctie is inge-
schakeld (standaardinstelling) is de levensduur
van de batterij langer. De geschatte levens
-
duur van de batterij is als volgt:
lipje van
riemclip
riemclip
Levensduur van Li-ionbatterij met
batterijbesparingsfunctie
ingeschakeld
Batterij 0,5 Watt
Standaard 16 uur
Hoge capaciteit 32 uur
Opmerking: De schatting van de
levensduur van de batterij
is gebaseerd op 5% zen
-
den/ 5% ontvangen/ 90%
standby.
BATTERIJEN EN
OPLADERS
17
Nederlands
Levensduur van alkalinebatterijen
De geschatte levensduur van alkalinebatterijen
is als volgt:
Batterij opladen
Een geïnstalleerde batterij laadt u op door het
toestel in een door Motorola goedgekeurd
oplaadstation voor één toestel of oplaadstation
voor meerdere toestellen te plaatsen.
Opladen met het oplaadstation voor één
toestel
1. Plaats het oplaadstation op een vlakke
ondergrond.
2. Steek het stekkertje van de voeding in de
aansluitopening in de zijkant van het
oplaadstation.
Levensduur van alkalinebatterijen
Batterijbesparingsfunctie 0,5 Watt
Ingeschakeld 37 uur
Opmerking: De schatting van de
levensduur van de
batterijen is gebaseerd
op
5% zenden/ 5%
ontvangen/ 90% standby.
Power Supply
(Transformer)
Drop-in Tray Charger
Drop-in Tray
Charger Port
Aansluitopening
oplaadstation
Oplaadstation
Voeding
(transformator)
18
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
3. Steek de adapterstekker in het stopcontact.
4. Plaats de portofoon in het vak met de voorzijde
van het toestel in de richting van de voorzijde
van de oplader (zie afbeelding).
Opmerking: Zet het toestel uit als een geïnstal-
leerde batterij wordt opgeladen, om
de batterij optimaal te laden. Zie
Richtlijnen voor een veilig gebruik’ op
pagina 7 voor meer informatie.
Losse batterij opladen
Om een losse (niet-geïnstalleerde) batterij op
te laden plaatst u bij stap 4 de batterij in het
oplaadstation met de binnenzijde van de
batterij naar de voorzijde van de oplader (zie
afbeelding). Let er op dat de sleuven in de
batterij goed aansluiten op de oplader.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de beugel in de oplader
in de juiste stand staat voor óf een
standaardbatterij óf een batterij met
hoge capaciteit. Zie ‘Standaardbatterij
opladen’ op
pagina 18.
Standaardbatterij opladen
Het oplaadstation heeft een verstelbare beugel
die moet worden afgesteld aan de hand van
het type batterij dat moet worden opgeladen.
Hiermee kan een geïnstalleerde batterij of een
losse batterij worden opgeladen. Het
oplaadstation is bij levering afgesteld op het
opladen van een standaardbatterij. In de
afbeelding op pagina
pagina 19 wordt de stand
voor elk type batterij weergegeven:
BATTERIJEN EN
OPLADERS
19
Nederlands
De stand van het oplaadstation bepalen
voordat de batterij wordt opgeladen
A
djustable bracket
Standard
High and Ultra High Capacity
Adjustable bracket
Verstelbare beugel
Standaard
Verstelbare beugel
Hoge en ultra hoge capaciteit
20
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
Een batterij met hoge capaciteit opladen
Zo maakt u de oplader geschikt voor een
batterij met hoge capaciteit:
1. Druk de lipjes aan beide zijden van de
verstelbare beugel in het oplaadstation
voorzichtig naar elkaar en verwijder de beugel
uit de oplader.
2. Draai de verstelbare beugel 180 graden en
plaats de beugel vervolgens terug in de sleuf in
de oplader totdat deze op z’n plaats klikt. Op
de label op de verstelbare beugel moet in de
richting van de voorzijde van de oplader de
tekst ‘High & Ultra Capacity Battery’ leesbaar
zijn.
3. Herhaal deze procedure om de oplader weer
geschikt te maken voor een standaardbatterij.
Op de label op de verstelbare beugel moet dan
in de richting van de voorzijde van de oplader
de tekst ‘Standard Battery’ leesbaar zijn.
Opmerking: Met de beugel in de juiste stand
kan zowel een losse batterij als een
geïnstalleerde batterij (met portofoon)
worden opgeladen.
Removable
Piece
Removable
Piece
Turn around
horizontal
180 degree
Verstelbaar
onderdeel
180 graden
horizontaal
omdraaien
Verstelbaar
onderdeel
BATTERIJEN EN
OPLADERS
21
Nederlands
LED’s op oplaadstation
LED op standaard oplader
Status Status van LED Verklaring
Ingeschakeld
Continu rood gedurende
3
seconden
De oplader is ingeschakeld
Bezig met opladen Rood, knipperend (langzaam) De oplader is bezig met opladen van batterij
Opladen voltooid Continu rood De batterij is volledig opgeladen
Probleem met batterij (*) Rood, knipperend (snel) Er is een probleem met de batterij geconstateerd toen deze werd geplaatst
Opmerkingen:
(*) Vaak is dit te verhelpen door de batterij opnieuw te plaatsen.
(**) De temperatuur van de batterij is te hoog of te laag of er wordt een verkeerde voeding gebruikt
LED op snellader
Status Status van LED Verklaring
Ingeschakeld
Continu groen gedurende
3
seconden
De oplader is ingeschakeld
Bezig met opladen Groen, knipperend De oplader is bezig met opladen van batterij
Bijna klaar met laden Groen, knipperend (langzaam) De batterij is bijna volledig opgeladen
Opladen voltooid Continu groen De batterij is volledig opgeladen
Probleem met batterij (*) Rood, knipperend (snel) Er is een probleem met de batterij geconstateerd toen deze werd geplaatst
Wachten met opladen (**) Geel, dubbel knipperen De batterij kan niet worden opgeladen
Opmerkingen:
(*) Vaak is dit te verhelpen door de batterij opnieuw te plaatsen.
(**) De temperatuur van de batterij is te hoog of te laag of er wordt een verkeerde voeding gebruikt
22
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Nederlands
Geschatte oplaadtijd
De volgende tabel bevat de geschatte tijd voor
het opladen van de batterij. Zie ‘
Accessoires
op pagina 58 voor meer informatie.
Geschatte oplaadtijd
Oplaadmethode
Capaciteit van batterij
Standaard Hoog
Snelladen 1,5 uur 3 uur
BATTERIJEN EN
OPLADERS
23
Nederlands
Portofoon met batterij opladen met
oplader
voor meerdere toestellen
(MUC,
optionele accessoire)
Met het oplaadstation voor meerdere toestellen
(MUC) kunnen tot 6 portofoons of batterijen tegelijk
worden opgeladen. Batterijen kunnen geïnstalleerd
in portofoons of los in het oplaadstation worden
geplaatst. In elk van de 6 oplaadposities kan een
portofoon of een batterij worden geplaatst.
1. Plaats het oplaadstation op een vlakke
ondergrond.
2. Steek het stekkertje van de voedingskabel in
de aansluitopening van het oplaadstation.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Zet de portofoon uit.
5. Stel de verstelbare beugel in op het type
batterij.
6. Plaats de portofoon of batterij in de
oplaadopening.
Opmerkingen:
Met oplaadstation voor meerdere toestellen is
het
ook mogelijk tot 3 portofoons te ‘klonen’
(3 brontoestellen en 3 doeltoestellen).
Tijdens het klonen hoeft de stekker van het
oplaadstation niet in het stopcontact te zitten,
maar alle portofoons moeten beschikken over
een opgeladen batterij. Raadpleeg de gebruiks
-
aanwijzing bij het oplaadstation voor meerdere
toestellen (MUC) voor meer informatie over het
apparaat. Raadpleeg de paragraaf ‘Accessoires’
voor het onderdeelnummer van de MUC.
LED op MUC
Status Status van
LED
Verklaring
Bezig met
opladen
Continu rood
De oplader is bezig met
opladen van batterij
Opladen
voltooid
Continu
groen
De batterij is volledig
opgeladen
Probleem met
batterij (*)
Rood,
knipperend
(snel)
Er is een probleem met de
batterij geconstateerd toen
deze werd geplaatst
(*) Vaak is dit te verhelpen door de batterij opnieuw te plaatsen.
AAN DE SLAG
24
Engels
Nederlands
AAN DE SLAG
Raadpleeg bij de volgende instructies pagina 8
van de gebruikershandleiding.
PORTOFOON IN-/UITSCHAKELEN
Zet de portofoon aan door de AAN/UIT/
volumeknop rechtsom te draaien. De portofoon
geeft een geluidssignaal en de rode LED
knippert kort.
Zet de portofoon uit door de AAN/UIT/
volumeknop linksom te draaien tot u een klik
hoort en de LED op het toestel uit gaat.
VOLUME AFSTELLEN
Draai de AAN/UIT/volumeknop rechtsom om
het volume hoger te zetten of linksom om het
volume lager te zetten.
Opmerking: Houd het toestel niet te dicht bij het
oor als het volume hoog staat of als u
het volume wijzigt.
EEN KANAAL KIEZEN
Kies een kanaal door de Kanaalselectieknop te
draaien en het gewenste kanaalnummer te
kiezen.
Programmeer elk kanaal afzonderlijk. Elk
kanaal heeft een eigen frequentie, een eigen
ruisfiltercode en eigen scaninstellingen.
SPREKEN EN MONITORFUNCTIE
Het is belangrijk op verkeer te controleren
(monitorfunctie) alvorens te zenden om te
voorkomen dat iemand die al aan het zenden
is, wordt ‘weggedrukt’
U controleert op verkeer op het kanaal door de
knop SB1 (*) gedurende 2 tot 3 seconden
ingedrukt te houden. Als er geen activiteit op
het kanaal is, klinkt er ‘ruis’. Druk nogmaals op
SB1 om de controlefunctie te stoppen. Zodra
het kanaal vrij is, kunt u uw oproep plaatsen
door op de PTT-knop te drukken. Tijdens het
zenden knippert de rode LED elke 3 seconden.
(*) Aangenomen wordt dat SB1 niet voor een
andere functie is geprogrammeerd.
25
AAN DE SLAG
Nederlands
EEN OPROEP ONTVANGEN
1. Kies een kanaal door de Kanaalselectie-
knop te draaien tot het gewenste kanaal is
bereikt.
2. Let er op dat de PTT-knop niet is ingedrukt
en luister of er spraakactiviteit is.
3. De rode LED knippert als de portofoon
een oproep ontvangt.
4. Houd als u wilt reageren de portofoon
verticaal op ongeveer 3 tot 5 cm van de
mond. Druk op de PTT-knop om te spre
-
ken en laat de knop los om te luisteren.
Opmerking: Let er op dat de LED altijd rood is als
de portofoon zendt of ontvangt.
Opmerking: Als u wilt luisteren naar alle activiteit
op het huidige kanaal, drukt u kort op
SB1 om de CTCSS/DPL-code in te
stellen op 0. Deze functie wordt
CTCSS/DPL Defeat genoemd
(Squelch is ingesteld op SILENT, stil).
SPRAAKBEREIK
XTNi-portofoons zijn ontworpen voor maximale
prestaties en een beter zendbereik in het veld.
Om storing te voorkomen wordt geadviseerd
om de toestellen minimaal anderhalve meter
uit elkaar te houden.
Het spraakbereik is afhankelijk van het terrein.
Het bereik wordt beïnvloed door bouwwerken
en zware begroeiing of door gebruik
binnenshuis of in voertuigen.
Het bereik is optimaal in vlakke, open
gebieden: tot 9 kilometer. Als er gebouwen of
bomen in de weg staan, is het bereik minder.
Het bereik is minimaal als er sprake is van
dichte begroeiing en bergen tussen de
verschillende toestellen.
Voor een goede communicatie tussen twee
toestellen moeten het kanaal, de frequentie
en
de ruisfiltercodes op beide portofoons
gelijk
zijn. Dit gebeurt door middel van een
opgeslagen profiel dat vooraf in de portofoon
is
geprogrammeerd:
AAN DE SLAG
26
Engels
Nederlands
1. Kanaal: Het huidige kanaal dat door de
portofoon wordt gebruikt (is afhankelijk
van het model).
2. Frequentie: De frequentie die door de
portofoon wordt gebruikt voor zenden/
ontvangen.
3. Ruisfiltercode: Deze codes dragen bij
aan het beperken van ruis door
verschillende codecombinaties mogelijk te
maken.
4. Scramblecode: Codes die zorgen dat de
transmissie vervormd klinkt voor iedereen
die niet is afgesteld op de betreffende
code.
5. Bandbreedte: Bepaalde frequenties
hebben een instelbare kanaalruimte, die
met andere portofoons moet
overeenstemmen voor een optimale
geluidskwaliteit.
Raadpleeg ‘Programmeermodus’ op pagina 31
voor meer informatie over het instellen van
frequenties en CTCSS/DPL-codes voor de
kanalen.
Opmerking: Ruisfiltercodes worden ook wel
aangeduid als CTCSS/DPL-codes
of
PL/DPL-codes
27
AAN DE SLAG
Nederlands
LED’S OP PORTOFOON
STATUS VAN PORTOFOON LED’s
Kanaalalias bewerken Rood, knipperend
Kanaal bezet
Continu oranje
Modus voor klonen
Twee keer oranje, knipperend
Bezig met klonen
Continu oranje
Fatale fout na inschakelen
Kort groen, kort oranje, kort groen, gedurende 4 seconden
Batterij bijna leeg
Kort oranje
Uitschakelen vanwege lege batterij
Oranje, knipperend
Monitorfunctie
LED is uit
Opstarten
Continu rood gedurende 2 seconden
Programmeermodus ‘Wachtstand’/
Kanaalmodus
Groen, knipperend
Scanmodus
Rood, knipperend
Zenden (Tx) / Ontvangen (RX)
Rood, knipperend
Opmerking: Kanaalalias bewerken geldt alleen voor modellen met display
AAN DE SLAG
28
Engels
Nederlands
HANDSFREE GEBRUIK / VOX
Motorola XTNi™ portofoons kunnen handsfree
worden bediend met behulp van compatibele
VOX-accessoires. Er treedt een korte
vertraging op tussen spreken en zenden.
Met compatibele VOX-accessoires
De standaardinstelling voor het VOX-
gevoeligheidsniveau is UIT (niveau ‘0’).
Voordat VOX kan worden gebruikt, moet met
de CPS (Computer Programming Software)
het VOX-niveau worden ingesteld op een
ander niveau dan ‘0’. Voer vervolgens de
volgende stappen uit:
1. Zet de portofoon uit.
2. Open het accessoiredeksel.
3. Steek het stekkertje van het audioaccessoire
goed in de accessoireaansluiting.
4. Zet de portofoon aan. De LED gaat twee keer
kort aan en uit.
5. Draai het portofoonvolume laag ALVORENS
het accessoire bij het oor te houden.
6. Spreek in de accessoiremicrofoon om te
zenden en stop met spreken om te ontvangen.
7. De VOX-functie kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door op de PTT-knop te drukken
of door de stekker van het audioaccessoire te
verwijderen.
Opmerking: Neem contact op met uw Motorola-
dealer als u accessoires wilt
bestellen.
29
AAN DE SLAG
Nederlands
Handsfree zonder accessoires (iVOX)
iVOX wordt ingeschakeld door de PTT-knop
ingedrukt te houden terwijl de portofoon
wordt ingeschakeld.
De iVOX-functie kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door op de PTT-knop te
drukken.
De iVOX-functie wordt weer ingeschakeld
door kort op de PTT-knop te drukken.
Er treedt een korte vertraging op tussen
spreken en zenden.
Opmerking: De iVOX-functie is alleen beschikbaar
op de XTNId (model met display).
VOX-gevoeligheid instellen
De gevoeligheid van het accessoire of
microfoon van de portofoon kan tijdens het
gebruik van de VOX-functie worden ingesteld
aan de hand van de omgeving. De VOX/iVOX-
gevoeligheid kan worden geprogrammeerd via
de CPS.
De standaardinstelling is UIT (niveau 0). Als u
de VOX-functie wilt gebruiken, moet het VOX-
niveau worden afgesteld op een ander niveau
dan 0.
1 = lage gevoeligheid
2 = middelhoge gevoeligheid
3 = hoge gevoeligheid
Microfoonversterking
De gevoeligheid van de microfoon van de
portofoon kan worden afgesteld ten behoeve
van verschillende gebruikers of
bedrijfsomgevingen.
Deze functie kan alleen worden aangepast met
de CPS. De standaardinstelling voor de
microfoon is niveau 2 (middelhoge versterking).
AAN DE SLAG
30
Engels
Nederlands
Batterijbesparingsfunctie
Met de batterijbesparingsfunctie gaan batte-
rijen langer mee omdat de portofoon in
de
wachtstand gaat als er geen activiteit
plaatsvindt. Druk tijdens het inschakelen van
de portofoon gelijktijdig de knoppen SB1 en
SB2 gedurende 2 tot 3 seconden in tot er
een
reeks geluidssignalen klinkt. Voor een
iets
snellere responstijd laat u de batterij-
besparingsfunctie uitgeschakeld zodat de
portofoon altijd direct zonder enige vertraging
beschikbaar is voor zenden of ontvangen.
Opmerking: De batterijbesparingsfunctie is
standaard ingeschakeld.
Fabrieksinstellingen herstellen
Met de functie Fabrieksinstellingen herstellen
worden alle functies van de portofoon weer
ingesteld op de oorspronkelijke in de fabriek
aangebrachte standaardinstellingen. U herstelt
de fabrieksinstellingen door tijdens het
inschakelen van de portofoon gelijktijdig de
knoppen PTT, SB2 en SB1 in te drukken tot er
een hoog geluidssignaal klinkt.
Eindetransmissietoon (Roger-signaal)
Druk tijdens het inschakelen van de portofoon
kort op de knop SB1 om de
eindetransmissietoon in/uit te schakelen.
Opmerking: Deze functie is standaard
uitgeschakeld.
31
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
FUNCTIES PROGRAMMEREN
Om alle functies van de portofoon gemakkelijk
te programmeren wordt u geadviseerd de
CPS-set te gebruiken. Deze bevat de
programmeerkabel, CPS en accessoires.
Programmeermodus
De programmeermodus is een speciale modus
van de portofoon waarmee u de
standaardfuncties van de portofoon kunt
programmeren.
In de programmeermodus kunt u de volgende
drie functies uitlezen en wijzigen:
• Frequenties
• Codes (CTCSS/DPL)
• Auto-scan
Met de functie voor het programmeren van
frequenties kunt u de frequenties voor elk
kanaal selecteren.
De ruisfiltercode (CTCSS/ DPL) draagt bij tot
het beperken van storing door middel van een
reeks codecombinaties voor het filteren van
ruis en ongewenste boodschappen.
Met de auto-scanfunctie kunt u een bepaald
kanaal instellen zodat het betreffende kanaal
automatisch gescand wordt als u naar dat
kanaal gaat (u hoeft dan niet op een knop te
drukken om te scannen).
Signalen van de portofoon
interpreteren
als waarden
Omdat het op een model zonder display niet
mogelijk is de waarden weer te geven die
worden geprogrammeerd, communiceert de
portofoon deze gegevens door middel van
geluidssignalen en knipperende LED’s. De
LED’s van de portofoon knipperen in twee
kleuren: ‘oranje’ voor ‘0’ en rood voor de
waarden van ‘1’ tot ‘9’. Met korte en lange rode
signalen wordt het betreffende cijfer op de
portofoon weergegeven.
Tijdens het knipperen klinkt ook een
combinatie van korte en langer
geluidssignalen.
32
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Tabel 1: Programmeermodus: waarden uitlezen met de portofoon
Cijfer Geluidssignaal Knippercode met LED
0 Geen geluidssignaal Een keer kort aan en uit, oranje
1 Een kort geluidssignaal Een keer kort aan en uit, rood
2 Twee korte geluidssignalen Twee keer kort aan en uit, rood
3 Drie korte geluidssignalen Drie keer kort aan en uit, rood
4 Vier korte geluidssignalen Vier keer kort aan en uit, rood
5 Een lang geluidssignaal Een keer lang aan en uit, rood
6
Een lang geluidssignaal en een kort
geluidssignaal
Een keer lang en een keer kort aan en uit, rood
7
Een lang geluidssignaal en twee korte
geluidssignalen
Een keer lang en twee keer kort aan en uit, rood
8
Een lang geluidssignaal en drie korte
geluidssignalen
Een keer lang en drie keer kort aan en uit, rood
9
Een lang geluidssignaal en vier korte
geluidssignalen
Een keer lang en vier keer kort aan en uit, rood
33
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
PROGRAMMEERMODUS
1
2
3
PTT
PTT
PTT
PTT
PTT-knop
lang
PTT-knop
lang
PTT-knop
lang
Afsluiten
Overgangssignaal
PTT
PTT
Programmeermodus activeren
(PTT + SB1 + portofoon
inschakelen)
PTT
Tweede
cijfer
Derde
cijfer
In-/
uitge-
schakeld
Auto-scan
CTCSS/DPL
Frequenties
Programmeermodus
'Wachtstand'
Eerste
cijfer
Eerste
cijfer
Tweede
cijfer
Afbeelding 1 Programmeermodus activeren
34
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Programmeermodus activeren
Opmerking: Denk er aan voordat er functies wor-
den geprogrammeerd, de portofoon
in te stellen op het kanaal dat u wilt
programmeren. U kunt dat doen voor
-
dat de programmeermodus wordt
geactiveerd of als de programmeer-
modus al actief is door de Kanaalse-
lectieknop naar het gewenste kanaal
te draaien.
Als u frequenties, codes en auto-scan wilt
uitlezen of wijzigen, zet u de portofoon in de
‘Programmeermodus’ door de PTT-knop en
SB1 gelijktijdig gedurende 3 tot 5 seconden
ingedrukt te houden terwijl het toestel wordt
ingeschakeld tot er een geluidssignaal klinkt
dat aangeeft dat de programmeermodus
‘Wachtstand’ (*) is geactiveerd. De LED van
de
portofoon begint groen te knipperen.
Opmerking: (*) De programmeermodus
‘Wachtstand’ is de fase van de
programmeermodus waarin de
portofoon wacht tot de gebruiker
begint met het programmeren van het
toestel (raadpleeg de afbeelding
Programmeermodus hierboven).
Als de programmeermodus ‘Wachtstand’ actief
is, kunt u de frequenties, codes en auto-sca
-
ninstelling van de portofoon uitlezen door kort
op de PTT-knop te drukken om naar de ver
-
schillende programmeerbare functies te gaan.
Frequentiewaarden uitlezen
Voor de frequentiewaarden moeten twee
cijfers worden uitgelezen want XTNi™ Serie
portofoons werken met 16 (*) UHF-frequenties
(raadpleeg tabellen met UHF-frequenties).
Als u in de programmeermodus ‘Wachtstand’
kort op de PTT-knop drukt, geeft de portofoon
de eerste geprogrammeerde waarde door (zie
onderstaande afbeelding). Deze waarde komt
overeen met het eerste cijfer van de frequen
-
tie. Als u nogmaals kort op de PTT-knop drukt,
wordt het tweede cijfer doorgegeven.
35
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
CTCSS/DPL-waarden uitlezen
Als u doorgaat met kort op de PTT-knop
drukken (zie
‘Programmeermodus activeren’
op pagina 33; fase 2) gaat het toestel verder
met het programmeren van CTCSS/PL-codes.
Als u de waarden voor CTCSS/PL-codes
uitleest, geeft de portofoon telkens een cijfer
door als u kort op de PTT-knop drukt. Er
moeten drie cijfers worden uitgelezen want de
XTNi Serie™ beschikt over 122 verschillende
codes (raadpleeg de paragraaf ‘Frequentie- en
codeschema’s’).
Dit is een voorbeeld van de wijze waarop de
portofoon de CTCSS/DPL-code ‘118
doorgeeft:
• Druk kort op de PTT-knop. De portofoon geeft
als eerste cijfer ‘1’ door. Druk nogmaals kort op
de PTT-knop en de portofoon geeft als tweede
cijfer ‘1’ door. Druk ten slotte nogmaals kort op
de PTT-knop en als derde cijfer wordt ‘8’
doorgegeven.
1
PTT
PTT
Frequenties
Eerste
cijfer
Tweede
cijfer
Eerste
cijfer
Tweede
cijfer
Derde cijfer
Voorbeeld van programmeren van waarden
118
36
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Auto-scanwaarden uitlezen
Als u nadat de CTCSS/DPL-codes zijn
uitgelezen, weer kort op de PTT-knop drukt,
wordt de auto-scanwaarde aangegeven
(
‘Programmeermodus activeren’ op pagina 33;
fase 3). Voor auto-scan zijn maar twee
waarden mogelijk:
Als u kort op de PTT-knop drukt terwijl de auto-
scanmodus actief is, keert de portofoon terug
naar de programmeermodus ‘Wachtstand’.
Er klinkt dan een overgangssignaal en de LED
begint groen te knipperen.
Frequenties, codes en auto-scan
programmeren
Telkens wanneer de portofoon een waarde
doorgeeft, kunt u de huidige waarde wijzigen
door kort op SB1 (waarde verhogen) of SB2
(waarde verlagen) te drukken. De portofoon
geeft vervolgens de nieuwe,
geprogrammeerde instelling door.
Instellingen opslaan
Als de nieuwe instelling naar wens is, hebt u
de volgende mogelijkheden:
• Druk kort op de PTT-knop om door te gaan
met programmeren.
• Druk lang op de PTT-knop om de waarde op
te slaan en terug te keren naar de
programmeermodus ‘Wachtstand’.
• Druk twee keer lang op de PTT-knop om de
programmeermodus ‘Wachtstand’ af te sluiten
en terug te keren naar de normale werking van
de portofoon.
Waarde
Auto-scan
0
Uitgeschakeld
1
Ingeschakeld
Opmerking: Auto-scan is standaard
uitgeschakeld.
37
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Opmerkingen:
• Als u de zojuist geprogrammeerde waarde
niet wilt opslaan, zet u de portofoon UIT of
wijzigt u het kanaal met de
Kanaalselectieknop.
• Als u weer terug gaat naar het begin van de
programmeermodus ‘Wachtstand’, klinkt er
een overgangssignaal en begint de LED weer
groen te knipperen. Alle gewijzigde waarden
worden automatisch opgeslagen.
Veelgestelde vragen – Programmeermodus
1. Ik werd afgeleid tijdens het programme-
ren en weet niet meer bij welk cijfer ik was.
Wat moet ik doen?
Ga terug naar de programmeermodus ‘Wacht-
stand’ en begin opnieuw. Een stap teruggaan
is niet mogelijk in de programmeermodus (de
portofoon beschikt niet over een manier om u
duidelijk te maken in welke fase van het pro
-
grammeerproces u zich bevond). U beschikt
dus over de volgende mogelijkheden:
• Druk lang op de PTT-knop. De portofoon keert
terug in de programmeermodus ‘Wachtstand’.
• Zet de portofoon uit en start de
programmeermodus opnieuw (zie de
instructies aan het begin van deze paragraaf).
2. Ik probeer een waarde voor een
frequentie (of code) te programmeren, maar
de portofoon accepteert deze niet. Het
toestel keerde terug naar de waarde ‘0’.
De portofoon staat niet toe dat u een waarde
programmeert die niet geldig is als frequentie
of code. Als u bijvoorbeeld 128 probeert te
programmeren als code, wordt die waarde niet
geaccepteerd omdat de maximale waarde 122
is. Hetzelfde geldt voor frequenties. Raadpleeg
de paragraaf Frequentie- en codeschema’s om
er zeker van te zijn dat u een geldig nummer
probeert te programmeren.
3. Ik probeer de programmeermodus te
activeren, maar het lukt niet.
Het kan zijn dat de portofoon met de CPS zo is
ingesteld dat rechtstreeks programmeren van
het toestel niet is toegestaan. Dat kan alleen
worden veranderd met de CPS.
38
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
4. Ik heb me tijdens het programmeren
vergist en een verkeerde waarde ingesteld.
Hoe kan ik deze waarde wissen of opnieuw
programmeren?
Als u zich tijdens het programmeren van een
waarde hebt vergist, hebt u twee
mogelijkheden:
a) De portofoon draait telkens door als de
maximale (9) of minimale (0) waarde wordt
bereikt (tevens klinkt dan een
overgangssignaal). Blijf kort op SB1
(verhogen) of SB2 (verlagen) drukken tot de
gewenste waarde is bereikt, of
b) Zet de portofoon UIT en begin opnieuw.
5. Ik heb zojuist de gewenste waarde
geprogrammeerd. Hoe sluit ik nu de
programmeermodus af?
• Als de programmeermodus actief is, kunt u
deze afsluiten door twee keer lang op de PTT-
knop te drukken.
• Als de programmeermodus ‘Wachtstand’ al
actief is, hoeft u maar één keer lang op de
PTT-knop te drukken.
6. Ik ben klaar met het programmeren van
de functies voor dit kanaal en wil nu een
andere kanaal programmeren.
Ga naar het kanaal dat u wilt programmeren
door de Kanaalselectieknop te draaien. De
portofoon activeert dan de
programmeermodus ‘Wachtstand’. Als u de
wijzigingen wilt opslaan, moet u er op letten
dat de programmeermodus ‘Wachtstand’ actief
is voordat u van kanaal wisselt, want anders
gaan de aangebrachte wijzigingen verloren.
PROGRAMMEERVOORBEELD
Voorbeeld van het programmeren van een
frequentie
Aangenomen dat de huidige frequentiewaarde
van het kanaal de standaard UHF-frequentie
‘02’ (gelijk aan
446,01875 MHz) is en dat u
deze wilt wijzigen in frequentie nummer = ‘13’
(horend bij
446,05625 MHz), dient u deze
stappen uit te voeren:
• Activeer de programmeermodus
39
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
• Druk kort op de PTT-knop om de
frequentiemodus te activeren. De portofoon
geeft de huidige waarde ‘0’ door (kort oranje)
• Druk één keer op SB1 om het eerste cijfer te
wijzigen in ‘1’.
• Druk een keer kort op de PTT-knop om door
te gaan naar het programmeren van het
tweede cijfer van de frequentie. De portofoon
geeft de huidige waarde door. Dat is ‘2’ (twee
keer kort rood).
• Druk op SB1 om de waarde van dit cijfer te
wijzigen in ‘3’.
• Druk lang op de PTT-knop. De LED gaat
groen knipperen om de ‘Wachtstand’ aan te
geven.
• Druk lang op de PTT-knop om de
programmeermodus af te sluiten of zet de
portofoon uit.
Voorbeeld van het programmeren van een
code
Aangenomen dat de huidige code is ingesteld
op de standaardinstelling ‘001’ en dat u deze
wilt wijzigen in CTCSS/DPL-code 103, dient u
de volgende stappen uit te voeren:
• Activeer de programmeermodus
• Druk drie keer kort op de PTT-knop om de
modus voor het programmeren van CTCSS/
DPL-codes te activeren. De LED op de
portofoon knippert één keer kort oranje om aan
te geven dat de huidige waarde ‘0’ is.
• Druk een keer op SB1 om het eerste cijfer te
wijzigen in een ‘1’. De LED knippert één keer
kort rood. Druk een keer kort op de PTT-knop
om door te gaan naar het programmeren van
het tweede cijfer. De LED op de portofoon
knippert één keer kort oranje om aan te geven
dat de huidige waarde ‘0’ is.
• Druk een keer kort op de PTT-knop om door
te gaan naar het programmeren van het derde
cijfer. De LED knippert één keer kort rood om
aan te geven dat de huidige waarde ‘1’ is.
• Druk op SB1 om de waarde van het derde
cijfer te wijzigen in ‘2’. Druk nogmaals op SB1
om de waarde van het derde cijfer te wijzigen
40
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
in ‘3’. De portofoon geeft de ingestelde waarde
door.
• Druk lang op de PTT-knop om de wijzigingen
op te slaan en terug te keren naar de
programmeermodus ‘Wachtstand’.
• De LED van de portofoon begint groen te
knipperen als de programmeermodus
‘Wachtstand’ weer actief is.
• Druk lang op de PTT-knop om de
programmeermodus af te sluiten.
Voorbeeld van het programmeren
van
auto-scan
Auto-scan is de laatste programmeermodus.
Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld
voor een bepaald kanaal. Zo schakelt u auto-
scan in:
1. Activeer de programmeermodus en
selecteer het gewenste kanaal (zie
‘Programmeermodus activeren’ op pagina 38).
2. Druk zes keer kort op de PTT-knop om de
modus voor het programmeren van auto-scan
te activeren. De portofoon geeft de huidige
instelling van de auto-scanfunctie door
(raadpleeg ‘Auto-scaninstellingen uitlezen’ op
pagina 41).
3. Druk kort op SB1 om de waarde van de
auto-scanfunctie voor dat kanaal te wijzigen.
Als de functie is ingeschakeld, knippert de LED
op de portofoon een keer rood. Als de functie
is uitgeschakeld, knippert de LED een keer
oranje.
ANDERE FUNCTIES PROGRAMMEREN
SCANFUNCTIE
Met de scanfunctie kunt u andere kanalen
controleren om gesprekken waar te nemen.
Als de portofoon een transmissie waarneemt,
wordt het scannen gestopt en blijft het betref
-
fende kanaal actief. U kunt dan luisteren naar
en spreken met de personen op dat kanaal
zonder de kanaalknop te draaien. Als er gedu
-
rende die tijd wordt gesproken op kanaal 2,
blijft de portofoon bij kanaal 1 en hoort u niet
wat er gebeurt op kanaal 2. Nadat het spreken
op kanaal 1 is opgehouden, wacht de porto
-
foon 5 seconden voordat de scanfunctie weer
wordt hervat.
41
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
• Druk op SB2 om de scanfunctie te starten (*).
Als de portofoon activiteit op een kanaal waar-
neemt, wordt op dat kanaal gestopt tot de
activiteit ophoudt. U kunt dan op de PTT-knop
drukken om met de persoon of personen op
dat kanaal te spreken zonder van kanaal te
wisselen.
• Druk nogmaals op SB2 om de scanfunctie te
stoppen.
• Door tijdens het scannen op de PTT-knop te
drukken keert de portofoon voor zenden terug
naar het kanaal dat actief was voordat de
scanfunctie werd geactiveerd.
Als er binnen vijf seconden geen transmissie
plaatsvindt, wordt het scannen hervat.
• Als u een kanaal wilt scannen zonder
ruisfiltercodes (CTCSS/DPL), moeten de code-
instellingen voor de kanalen in de modus voor
het programmeren van CTCSS/DPL-codes
worden ingesteld op ‘0’.
Als de portofoon is ingesteld op scannen,
knippert de LED een keer kort rood.
Opmerking: (*) Aangenomen dat SB2 niet is
geprogrammeerd voor een andere
dan de standaardfunctie. Als auto-
scan is ingeschakeld voor een
bepaald kanaal, hoeft niet op SB2 te
worden gedrukt om het kanaal te
scannen. De portofoon doet dat dan
automatisch.
Scanlijst bewerken
Scanlijsten kunnen worden bewerkt met de CPS
(raadpleeg ‘CPS (Computer Programming
Software)’ op pagina 42).
Hinderlijk kanaal verwijderen
Met de functie Hinderlijk kanaal verwijderen
kunnen kanalen tijdelijk uit de scanlijst worden
verwijderd. Deze functie is handig als
irrelevante gesprekken op een ‘hinderlijk’
kanaal de scanfunctie van de portofoon
belemmert. U kunt als volgt een kanaal uit de
scanlijst verwijderen:
• Start de scanfunctie door kort op SB2 te
drukken (*).
42
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
• Druk als de portofoon stopt bij het kanaal dat
u wilt elimineren, lang op SB2 om het kanaal te
verwijderen.
• Het kanaal wordt pas verwijderd nadat u de
scanfunctie afsluit door nogmaals kort op SB2
te drukken of door de portofoon uit te zetten.
Opmerking: (*) Aangenomen dat SB2 niet is
geprogrammeerd voor een andere
dan de standaardfunctie.
CPS (COMPUTER PROGRAMMING
SOFTWARE)
De gemakkelijkste manier om functies op de
portofoon te programmeren of wijzigen is met
de Computer Programming Software (CPS,
programmeersoftware) en de programmeer-
kabel (*).
U doet dit door de XTNi-portofoon via het
oplaadstation en de CPS-programmeerkabel
aan te sluiten op een PC (zie afbeelding).
Met de CPS kan de gebruiker items
programmeren zoals frequenties, PL/DPL-
codes, en andere functies zoals: Direct
Frequency Input, Bandwidth Select, Time-out
Timer, Battery Type Select, Scan List, Call
Tones, Scramble, Reverse Burst enz. CPS is
een handig hulpmiddel omdat hiermee
rechtstreeks programmeren (met de knoppen)
van de portofoon kan worden geblokkeerd en
kan worden voorkomen dat bepaalde functies
van de portofoon worden gewijzigd (om te
voorkomen dat vooraf ingestelde waarden per
ongeluk worden gewijzigd).
Radio to be
programmed
CPS
Programming
Cable
Drop-in
Charger
Tray
Mini-connector
USB
Connector
CPS Software
Te programmeren
portofoon
CPS-
programmeer-
kabel
USB-aan-
sluiting
Oplaad-
station
Ministekkertje
P
r
o
g
r
a
m
m
e
e
r
s
o
f
t
w
a
r
e
43
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Verder is het mogelijk het beheer van het
profiel van de portofoon te beveiligen met een
wachtwoord. Raadpleeg het schema met het
functieoverzicht aan het eind van de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking: • De functies moeten wel zijn
ingeschakeld door een erkende Motorola-
dealer. Neem contact op met uw Motorola-
leverancier voor meer informatie.
Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is
los leverbaar. Raadpleeg de paragraaf
Accessoires voor het onderdeelnummer.
Bandwidth Select
De standaardinstelling voor Bandwidth Select
is 12,5 KHz. Bepaalde frequenties hebben een
instelbare kanaalruimte, die met andere
portofoons moet overeenstemmen voor een
optimale geluidskwaliteit.
Time-Out Timer
Transmissies kunnen worden beëindigd met
een druk op de PTT-knop door een Time-Out
Timer in te stellen. De portofoon kan zo
worden geprogrammeerd dat deze wordt
uitgeschakeld na 60, 120 of 180 seconden.
Battery Type Setting
De XTNi™ portofoon is geschikt voor alkaline-
of Li-ionbatterijen.
Call Tones
Met Call Tones is het mogelijk aan andere
portofoons in uw groep door te geven dat u iets
gaat zeggen of om alleen maar een seintje te
geven.
Scramble
De scramblefunctie maakt het mogelijk
transmissies te vervormen zodat deze alleen
verstaanbaar zijn voor personen die over
dezelfde code beschikken. Standaard is deze
functie uitgeschakeld.
Opmerking: Welke functies beschikbaar zijn via
de programmeersoftware, is
afhankelijk van het model van de
portofoon.
44
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Reverse Burst
Reverse Burst elimineert ongewenste ruis
(squelch-tail) tijdens het wegvallen van de
draaggolf. Mogelijke waarden zijn 180/240.
Opmerkingen:
• De functies die op voor de voorgaande
pagina’s zijn beschreven, zijn slechts enkele
van de functies die via CPS beschikbaar zijn.
CPS heeft nog meer mogelijkheden. Raadpleeg
de Help van de CPS voor meer informatie.
• Welke functies beschikbaar zijn via de
programmeersoftware, is afhankelijk van het
model van de portofoon.
PORTOFOONS KLONEN
Het is mogelijk het profiel van een XTNi™
Serie portofoon (bron) te kopiëren naar een
ander toestel (doel). Dit kan op drie manieren:
1. Oplaadstation voor meerdere toestellen
(optionele accessoire)
2. Twee oplaadstations voor één toestel en
een portofoon-naar-portofoonkabel
(optionele accessoire)
3. CPS
Klonen met een oplader voor meerdere
toestellen (MUC)
Voor het klonen van portofoons met de MUC
zijn minimaal twee portofoons nodig:
een bronportofoon (de portofoon die wordt
gekloond of gekopieerd) en
een doelportofoon (de portofoon waarvan
het profiel wordt gewijzigd op basis van het
profiel van de bronportofoon.)
De bronportofoon moet zich bevinden in vak 1,
3 of 5 terwijl de doelportofoon in het
bijbehorende vak 2, 4 of 6 moet zitten, dus: 1
en 2 of 3 en 4 of 5 en 6.
45
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Tijdens het klonen hoeft de stekker van het
oplaadstation niet in het stopcontact te zitten,
maar ALLE portofoons moeten beschikken
over een opgeladen batterij.
Voer voor het klonen de volgende stappen uit:
1. Zet de doelportofoon aan en plaats deze in een
van de doelvakken van de MUC.
2. Zet de bronportofoon aan volgens onderstaande
stappen:
- Druk de PTT-knop en SB2 gelijktijdig lang in terwijl
de portofoon wordt ingeschakeld.
- Wacht 3 seconden tot een opvallend
geluidssignaal klinkt en laat de knoppen los.
3. Zet de bronportofoon in het bronvak dat hoort bij
het doelvak dat u in stap 1 hebt gekozen. Druk op
SB1 en laat de knop weer los.
4. Nadat het klonen is voltooid, geeft de
bronportofoon een geluidssignaal dat aangeeft of
het klonen is gelukt of niet. Als de procedure is
gelukt, klinkt het geluid van een goede toetsaanslag
en als de procedure is mislukt klinkt er een ‘bonk’.
Als de bronportofoon een model met display is,
wordt op het display ‘Pass’ (gelukt) of ‘Fail’ (mislukt)
aangegeven (binnen vijf seconden klinkt er een
geluidssignaal).
5. Nadat het klonen is voltooid, zet u beide
portofoons uit en weer aan om de modus voor
klonen af te sluiten.
Raadpleeg ‘Als het klonen mislukt’ op
pagina 47 als het klonen niet lukt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het
oplaadstation voor meerdere toestellen (MUC)
voor meer informatie over het klonen van
toestellen.
MUC bestellen
Zie ‘Opladers’ op pagina 59 voor het
onderdeelnummer van de MUC.
Opmerking: (*) De vakken van de MUC zijn
genummerd van links naar rechts
(Motorola-logo naar voren).
Het klonen lukt alleen als
doel- en bronportofoon
van hetzelfde type zijn.
!
W A R N I N G
!
46
Engels
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
Portofoons klonen met de portofoon-naar-
portofoonkabel (optionele accessoire)
Instructies
1. Voor het klonen hebt u het volgende nodig:
• Een volledig opgeladen batterij in elk van de
portofoons.
• Twee oplaadstations voor één toestel (SUC’s).
• Uitgeschakelde portofoons.
• Beide portofoons moeten van hetzelfde
model zijn.
2. Maak alle kabels (voeding en/of USB) los
van de SUC’s.
3. Steek de ene ministekker van de kloonkabel
in de ene SUC. Sluit het andere uiteinde van
de kabel aan op de tweede SUC.
Opmerking: Tijdens het klonen worden de SUC’s
niet voorzien van externe stroom. De batterijen
worden niet opgeladen. Er wordt datacommunicatie
tot stand gebracht tussen beide portofoons.
4. Zet de doelportofoon aan en plaats deze in
een van beide SUC’s.
5. Zet de bronportofoon aan volgens
onderstaande stappen:
• Druk de PTT-knop en SB2 gelijktijdig lang in
terwijl de portofoon wordt ingeschakeld.
• Wacht 3 seconden tot een opvallend
geluidssignaal klinkt en laat de knoppen los.
6. Plaats de bronportofoon in de betreffende
SUC. Druk op SB1 en laat de knop weer los.
7. Nadat het klonen is voltooid, geeft de
bronportofoon een geluidssignaal dat aangeeft
of het klonen is gelukt of niet. Als de procedure
is gelukt, klinkt het geluid van een goede
toetsaanslag en als de procedure is mislukt
klinkt er een ‘bonk’. Als de bronportofoon een
model met display is, wordt op het display
47
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
Nederlands
‘Pass’ (gelukt) of ‘Fail’ (mislukt) aangegeven
(binnen maximaal vijf seconden klinkt er een
geluidssignaal).
8. Nadat het klonen is voltooid, zet u beide
portofoons uit en weer aan om de modus voor
klonen af te sluiten.
Als het klonen mislukt
Er klinkt een geluid als een ‘bonk’ om aan te
geven dat het klonen is mislukt. Voer in dat
geval de volgende stappen uit voordat het
klonen opnieuw wordt geprobeerd:
1. Zorg ervoor dat de batterijen in beide
portofoons volledig zijn opgeladen.
2. Controleer of de kloonkabel goed is
aangesloten op beide SUC’s.
3. Controleer of de batterijen goed zijn
aangebracht in de portofoons.
4. Controleer of er zich geen vuil bevindt op de
contacten van de oplaadstations of portofoons.
5. Zorg dat de bronportofoon in de modus voor
klonen staat.
6. Zorg dat de doelportofoon is ingeschakeld.
7. Controleer of beide portofoons van hetzelfde
type zijn: dezelfde frequentieband, hetzelfde
frontje (met/zonder display), dezelfde regio en
hetzelfde zendvermogen.
Let op: Deze kloonkabel is alleen geschikt voor de
Motorola RLN6170 (Rapid) Single Unit Charger
(oplaadstation voor één toestel).
Geef bij het bestellen van de kloonkabel
onderdeelnummer RLN6303 op. Raadpleeg de
paragraaf Accessoires voor meer informatie
over accessoires.
Klonen met de CPS (Computer
Programming Software)
Voor deze methode hebt u de volgende items
nodig: CPS (programmeersoftware), een
oplaadstation en de CPS-programmeerkabel.
Informatie over klonen met de CPS staat in de
CPS Help --> Content and Index --> Cloning
Radios of in de instructies bij de CPS-
programmeerkabel.
Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is
los leverbaar. Raadpleeg de paragraaf
Accessoires voor het onderdeelnummer.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
48
Nederlands
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom Mogelijke remedie
Geen stroom
Laad de Li-ionbatterij op en vervang deze. Vervang AA-batterijen.
Een extreme bedrijfstemperatuur kan gevolgen hebben voor de
levensduur van batterijen. Raadpleeg
‘Li-ionbatterij’ op pagina 11.
Er klinken andere geluiden of
gesprekken op een kanaal
Controleer of de ruisfiltercode is ingesteld. Het kan zijn dat de
frequentie of ruisfiltercode in gebruik is. Wijzig instellingen: verander de
frequenties of codes op alle portofoons. Zorg ervoor dat de portofoon
tijdens het gebruik met de juiste frequentie en code werkt. Raadpleeg
‘Spreken en monitorfunctie’ op pagina 24.
Boodschap klinkt vervormd
Het kan zijn dat de scramblefunctie is ingeschakeld, en/of dat de
instelling niet overeenkomt met de instellingen op andere portofoons.
Beperkt bereik
Stalen en/of betonnen bouwwerken, zware begroeiing, gebouwen en
voertuigen hebben een negatief effect op het bereik. Kijk of een directe
zichtlijn de transmissie verbetert. Ook de plaats waar de portofoon
gedragen wordt (dichtbij het lichaam, zoals in een zak of aan een riem)
kan van invloed zijn op het bereik. Verander de plaats. Raadpleeg
‘Spreken en monitorfunctie’ op pagina 24.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
49
Nederlands
Boodschap niet verzonden/
ontvangen
Let er op de PTT-knop volledig in te drukken als u spreekt. Controleer of
de portofoons dezelfde instellingen hebben voor kanaal, frequentie,
ruisfiltercode en scramblefunctie. Raadpleeg ‘Spreken en
monitorfunctie’ op pagina
24 voor meer informatie.
Laad de batterijen op, vervang deze of plaats ze correct in het toestel.
Raadpleeg de paragraaf ‘Li-ionbatterij’ op pagina
11.
Belemmeringen en gebruik binnenshuis of in voertuigen, kunnen van
invloed zijn op de ontvangst: verander van plaats. Raadpleeg ‘Spreken
en monitorfunctie’ op pagina
24.
Zorg dat de portofoon in de scanmodus staat. Raadpleeg ‘Scanfunctie’
op pagina 40 ‘CPS (Computer Programming Software)’ op pagina 42 en
‘Hinderlijk kanaal verwijderen’ op pagina 41.
Hevige ruis of storingen
De portofoons bevinden zich te dicht bij elkaar. De afstand moet
minstens anderhalve meter bedragen. De portofoons bevinden zich te
ver van elkaar of er zijn obstakels die de ontvangst belemmeren.
Batterijen bijna leeg
Laad de Li-ionbatterij op of vervang deze. Vervang AA-batterijen. Een
extreme bedrijfstemperatuur kan gevolgen hebben voor de levensduur
van batterijen. Raadpleeg ‘Li-ionbatterij’ op pagina
11.
Symptoom Mogelijke remedie
PROBLEMEN
OPLOSSEN
50
Nederlands
De LED van het oplaadstation
gaat niet branden
Controleer of de portofoon/batterij op de juiste wijze is geplaatst en
controleer of de contacten van batterij/oplader schoon zijn en of
de
oplaadpen goed is aangebracht. Raadpleeg ‘Batterij opladen’ op
pagina
17, ‘LED’s op oplaadstation’ op pagina 21 en ‘Li-ionbatterij
installeren’ op pagina 13.
Toestel geeft aan dat de
batterijen bijna op zijn terwijl
er net nieuwe zijn geplaatst
Controleer of de portofoon is ingesteld op het juiste type batterij.
Raadpleeg ‘Li-ionbatterij installeren’ op pagina
13, ‘Alkalinebatterijen
installeren’ op pagina 14 en ‘Li-ionbatterij’ op pagina 11.
Kan VOX-functie niet
activeren
Het kan zijn dat de VOX-functie niet is ingeschakeld. Zorg er met de
CPS
voor dat het VOX-gevoeligheidsniveau niet is ingesteld op 0.
Een
accessoire werkt niet of is niet compatibel. Raadpleeg ‘Handsfree
gebruik / VOX’ op pagina
28.
De batterij wordt niet
opgeladen hoewel deze al
enige tijd in het oplaadstation
zit
Controleer of het oplaadstation is aangesloten op een geschikt en
werkend stopcontact. Controleer of de verstelbare beugel van het
oplaadstation in de juiste stand staat (raadpleeg ‘Opladen met het
oplaadstation voor één toestel’ en ‘Losse batterij opladen’ op
pagina
18). Controleer de LED’s van de oplader om te zien of er iets mis
is met de batterij. Raadpleeg ‘LED’s op oplaadstation’ op pagina 21.
Opmerking: XTNi™ portofoons kunnen ook worden geprogrammeerd met de CPS. Met deze speciale software kunnen functies
worden ingesteld en waarden worden beperkt in de portofoon. Controleer als een functie van de portofoon lijkt af te wijken
van de standaard- of vooraf geprogrammeerde waarden, of het toestel met de CPS is geprogrammeerd met een
aangepast profiel
.
Symptoom Mogelijke remedie
51
GEBRUIK EN
ONDERHOUD
Nederlands
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Use a soft damp cloth
to clean the exterior
Do not immerse
in water
Do not use alcohol or
cleaning solutions
Turn radio OFF and
remove batteries
Dry with soft cloth Do not use radio until
completely dry
If the radio is submerged in water...
Reinig de buitenkant met
een vochtige doek
Niet onderdompelen
in water
Gebruik geen alcohol of
schoonmaakmiddelen
Zet de portofoon UIT en
verwijder de batterijen
Droog het toestel met een
zachte doek
Gebruik de portofoon niet voordat
deze helemaal droog is
Als de portofoon in water heeft gelegen...
52
Engels
FREQUENTIE- EN
CODESCHEMA’S
Nederlands
FREQUENTIE- EN
CODESCHEMA’S
De schema’s in deze paragraaf bevatten
informatie over frequenties en codes. Deze
schema’s zijn handig als portofoons van de
Motorola XTNi Serie worden gebruikt met
andere professionele portofoons. De meeste
frequenties zijn gelijk aan die van de Spirit M,
GT, S, XTN Series.
Standaardinstellingen 8-kanaals PMR 446 portofoons
Freq. nr. Frequentie Code Bandbreedte
1 446,00625 67,0 Hz 12,5 kHz
2 446,01875 67,0 Hz 12,5 kHz
3 446,03125 67,0 Hz 12,5 kHz
4 445,04375 67,0 Hz 12,5 kHz
5 446,05625 67,0 Hz 12,5 kHz
6 446,06875 67,0 Hz 12,5 kHz
7 446,08125 67,0 Hz 12,5 kHz
8 446,09375 67,0 Hz 12,5 kHz
9 446,00625 754,0 Hz 12,5 kHz
10 446,01875 754,0 Hz 12,5 kHz
11 446,03125 754,0 Hz 12,5 kHz
12 445,04375 754,0 Hz 12,5 kHz
13 446,05625 754,0 Hz 12,5 kHz
14 446,06875 754,0 Hz 12,5 kHz
15 446,08125 754,0 Hz 12,5 kHz
16 446,09375 754,0 Hz 12,5 kHz
Opmerking: Code 754 komt overeen met PL Code 121.
53
FREQUENTIE- EN
CODESCHEMA’S
Nederlands
CTCSS
CTCSS Hz CTCSS Hz CTCSS Hz
1 67,0 14 107,2 27 167,9
2 71,9 15 110,9 28 173,8
3 74,4 16 114,8 29 179,9
4 77,0 17 118,8 30 186,2
5 79,7 18 123 31 192,8
6 82,5 19 127,3 32 203,5
7 85,4 20 131,8 33 210,7
8 88,5 21 136,5 34 218,1
9 91,5 22 141,3 35 225,7
10 94,8 23 146,2 36 233,6
11 97,4 24 151,4 37 241,8
12 100,0 25 156,7 38 250,3
13 103,5 26 162,2 122 (*) 69,3
Opmerking: (*) Nieuwe CTCSS-code.
54
Engels
FREQUENTIE- EN
CODESCHEMA’S
Nederlands
DPL-codes
DPL Code DPL Code DPL Code
39 23 61 152 83 343
40 25 62 155 84 346
41 26 63 156 85 351
42 31 64 162 86 364
43 32 65 165 87 365
44 43 66 172 88 371
45 47 67 174 89 411
46 51 68 205 90 412
47 54 69 223 91 413
48 65 70 226 92 423
49 71 71 243 93 431
50 72 72 244 94 432
51 73 73 245 95 445
52 74 74 251 96 464
53 114 75 261 97 465
54 115 76 263 98 466
55 116 77 265 99 503
56 125 78 271 100 506
57 131 79 306 101 516
58 132 80 311 102 532
59 134 81 315 103 546
60 143 82 331 104 565
55
FREQUENTIE- EN
CODESCHEMA’S
Nederlands
105 606 112 662 119 734
106 612 113 664 120 743
107 624 114 703 121 754
108 627 115 712
109 631 116 723
110 632 117 731
111 654 118 732
DPL-codes (vervolg)
DPL Code DPL Code DPL Code
56
BEPERKTE GARANTIE
VAN MOTOROLA
Nederlands
BEPERKTE GARANTIE VAN
MOTOROLA
INFORMATIE OVER GARANTIE
De erkende Motorola-dealer of -leverancier
waar u de Motorola-portofoon en/of originele
accessoires hebt gekocht, zal garantieclaims
in behandeling nemen en/of service binnen de
garantie verlenen. Breng de portofoon naar uw
dealer of leverancier als u behoefte hebt aan
service binnen de garantie. Stuur de portofoon
niet op naar Motorola. Om aanspraak te
kunnen maken op garantie dient u de
aankoopnota of een vergelijkbaar bewijs van
aankoop voorzien van de aankoopdatum te
overleggen. Op de portofoon moet ook
duidelijk het serienummer leesbaar zijn. De
garantie vervalt als het type- of serienummer
op het product is veranderd, verwijderd of
onleesbaar gemaakt.
WAT VALT NIET ONDER DE GARANTIE
Defecten of beschadigingen die het gevolg
zijn afwijkend gebruik, gebruik onder
abnormale omstandigheden of het niet
naleven van de instructies in deze
gebruikershandleiding.
Defecten of beschadigingen die het
gevolg
zijn van misbruik, ongelukken of
onachtzaamheid.
Defecten of beschadigingen die het
gevolg
zijn van onjuist testen, bedienen,
onderhouden of afstellen of van aanpas
-
singen of wijzigingen aan het toestel.
Breuk of beschadiging van antennes tenzij
dit een rechtstreeks gevolg is van
materiaal- of constructiefouten.
Producten die zijn gedemonteerd of gere-
pareerd op een zodanige manier dat dit
negatieve gevolgen heeft voor de presta
-
ties, of dat gepaste controle en testen
ten
behoeve van een garantieclaim onmo-
gelijk is.
57
BEPERKTE GARANTIE VAN
MOTOROLA
Nederlands
Defecten of beschadigingen als gevolg van
bereik.
Defecten of beschadigingen als gevolg van
vocht of vloeistoffen.
Alle kunststof oppervlakken en alle overige
externe onderdelen die gekrast of
beschadigd zijn als gevolg van normaal
gebruik.
Producten die in tijdelijke verhuur zijn
gegeven.
Periodiek onderhoud en reparatie of
vervanging van onderdelen als gevolg van
normaal gebruik en normale slijtage.
58
ACCESSOIRES
Nederlands
ACCESSOIRES
AUDIOACCESSOIRES
BATTERIJ
DRAAGACCESSOIRES
SOFTWARETOEPASSINGEN
KABELS
Onderdeelnr. Beschrijving
00115
Externe luidspreker met
microfoon
00168 Lichtgewicht headset
00117 Headset met zwenkmicrofoon
00118
Oordopje met PTT-microfoon op
clip
Onderdeelnr. Beschrijving
RLN6306 Houder voor alkalinebatterijen
RLN6351 Standaard Li-ionbatterij
RLN6305 Li-ionbatterij met hoge capaciteit
Onderdeelnr. Beschrijving
RLN6302 Draagtas van stug leer
RLN6307 Riemclip
Onderdeelnr. Beschrijving
IXEN4007AR
Computer Programming
Software (CPS,
programmeersoftware) en
programmeerkabel
Onderdeelnr. Beschrijving
RLN6303 Portofoon-naar-portofoonkabel
59
ACCESSOIRES
Nederlands
OPLADERS
Opmerking:
(*) Let op: Wellicht zijn niet alle accessoires
leverbaar op het moment van aankoop. Neem
contact op met uw Motorola-leverancier of ga naar
www.motorola.com/XTNi of www.motorola.com/
radios/business voor actuele informatie over
accessoires.
(**) Snelladerset voor Europa bestaat uit voeding,
oplaadstation en stekkeradapters.
Wellicht zijn niet alle accessoires leverbaar op het
moment van aankoop. Neem contact op met uw
Motorola-leverancier of ga naar www.motorola.com/
XTNi of www.motorola.com/radios/business voor
actuele informatie over accessoires.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Motorola-
dealer voor meer informatie over levering van en
accessoires voor nieuwe modellen.
Onderdeelnr. Beschrijving
IXPN4019AR Snelladerset – Europa (**)
IXPN4020AR
Oplader voor meerdere
eenheden (MUC) – Europa
MOTOROLA, het gestileerde M logo, XTNi Series en alle overige handelsmerken
in dit document zijn handelsmerken van Motorola, Inc. ® Reg. U.S. Pat. & Tm. Off.
Alle overige namen van producten en diensten zijn het eigendom van hun
respectievelijke eigenaren. © 2007 Motorola, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Motorola® XTNi Series
*6871663M06*
6871663M06-A
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Motorola XTNi bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Motorola XTNi in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,14 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Motorola XTNi

Motorola XTNi Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 63 pagina's

Motorola XTNi Gebruiksaanwijzing - English - 63 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info