215751
6
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/47
Pagina verder
LCD-PROJECTOR
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie.
Lees deze goed door alvorens de projector in gebruik te nemen.
MODEL
HC5500
Gebruiksaanwijzing
HC5500
NE-2
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken dat
er belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud in de bij het toestel geleverde
gebruiksaanwijzing zijn.
LET OP
KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK.
NIET OPENEN
LET OP: VOORKOM DE KANS OP EEN
ELEKTRISCHE SCHOK, MAAK DE BEHUIZING
DERHALVE NIET OPEN.
ER BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE
REPAREREN ONDERDELEN IN HET TOESTEL.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
De lichtfl its met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken
dat er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de behuizing van het toestel aanwezig is,
die dermate hoog kan zijn en een elektrische schok zou kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING:
VOORKOM BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN STEL DIT TOESTEL DERHALVE BESLIST NIET AAN
REGEN OF VOCHT BLOOT.
LET OP:
VOORKOM EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN GEBRUIK DEZE (GEPOLARISEERDE) STEKKER NIET MET EEN
VERLENGSNOER, STOPCONTACT OF ANDERE CONTACTDOOS, TENZIJ DE STEKKERPOOTJES GEHEEL IN
HET CONTACT KUNNEN WORDEN GESTOKEN EN NIET MEER DEELS ZICHTBAAR ZIJN.
OPMERKING:
DEZE PROJECTOR WORDT MET DIVERSE STEKKERS MET ANDERE APPARATUUR EN EEN STROOMBRON
VERBONDEN. INSTALLEER HET TOESTEL MET DE AANSLUITINGEN DICHTBIJ DE RELEVANTE APPARATUUR
EN ZORG DAT U GEMAKKELIJK TOEGANG TOT DE DIVERSE AANSLUITINGEN HEEFT.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend het gespecifi ceerde netsnoer. Het
gebruik van een ander stroom- of netsnoer kan de
ontvangst van radio’s en tv’s storen.
Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel
met dit toestel zodat interferentie binnen de limiet van
FCC Klasse B apparatuur blijft.
Dit toestel moet worden geaard.
KIJK NIET DIRECT IN DE LENS WANNEER DE
PROJECTOR IN WERKING IS.
LET OP
Niet voor gebruik in computerruimtes zoals
gedefi nieerd in de norm voor bescherming van
computers of andere elektronische apparatuur voor
gegevensverwerkings, ANSI/NFPA 75.
Bij gebruik van de projector in Europa:
NALEVING VAN REGLEMENTEN
Deze projector voldoet aan de eisen van de EG
Richtlijnen 2004/108/EG “EMC-Richtlijn” en 2006/95/
EG “Laagspanningsrichtlijn”.
De elektromagnetische storingsgevoeligheid is op
een niveau gesteld waarbij een juiste werking in
residentiële gebieden, commerciële en licht-industriële
gebieden en kleinschalige ondernemingen, zowel
binnen als buiten, mogelijk is. Plaatsen voor bediening
zijn gekarakteriseerd op basis van verbinding met het
publieke laag-voltage, stroomtoevoersysteem.
WAARSCHUWING
Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel
met deze apparatuur zodat de interferentie binnen de
limieten van EN55022 Klasse B apparatuur blijft.
Volg de WAARSCHUWINGEN beslist op.
NE-3
Handelsmerk, Geregistreerd handelsmerk
HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
Het logo “HD ready” is een handelsmerk van EICTA.
Overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de overeenkomende
eigenaren.
Mitsubishi Electric producten zijn ontwikkeld en gefabriceerd uit eerste kwaliteit materialen. De onderdelen kunnen
worden gerecycled en/of worden hergebruikt.
Het symbool betekent dat de elektrische en elektronische onderdelen, batterijen en accu’s op het einde van de
gebruiksduur gescheiden van het huishoudelijk afval moeten worden ingezameld.
Wanneer er onder het bovenstaande symbool een chemisch symbool staat gedrukt, betekent dit dat de batterij of
accu zware metalen in een bepaalde concentratie bevat. Dit wordt als volgt aangeduid:
Hg: kwik (0,0005%), Cd: cadmium (0,002%), Pb: lood (0,004%)
In de Europese Unie worden elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s afzonderlijk ingezameld.
Breng deze apparatuur, batterijen en accu’s dan naar het gemeentelijke afvalinzamelingspunt.
Help ons mee het milieu te beschermen!
Inhoudsopgave
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid .....................................................................................4
Voorbereiding voor de projector ........................................................................................................6
Gebruik van de afstandsbediening ...................................................................................................9
Instellen van de projector ................................................................................................................10
Bekijken van videobeelden ..............................................................................................................14
Bekijken van computerbeelden .......................................................................................................22
Menubediening ................................................................................................................................25
Instellen van geprojecteerde beelden .............................................................................................31
Geavanceerde functies ....................................................................................................................35
Vervangen van de lamp ...................................................................................................................36
Onderhoud ......................................................................................................................................38
Luchtfi ltereenheid ............................................................................................................................39
Oplossen van problemen ................................................................................................................40
Indicators .........................................................................................................................................43
Technische gegevens ......................................................................................................................44
NE-4
Lees alle aanwijzingen voor de projector goed door
en bewaar ter referentie. Volg alle op de projector
gemarkeerde waarschuwingen en aanwijzingen op.
Lees alle aanwijzingen
Lees alle aanwijzingen voor de veiligheid en
bediening beslist goed door alvorens het toestel in
gebruik te nemen.
Bewaar de aanwijzingen.
Bewaar de aanwijzingen voor de veiligheid en
bediening ter referentie.
Waarschuwingen
Volg alle op het toestel gemarkeerde of in de
gebruiksaanwijzing beschreven waarschuwingen
beslist op.
Aanwijzingen
Volg alle aanwijzingen beslist op.
Reiniging
Trek de stekker van het netsnoer van de projector
uit het stopcontact alvorens het toestel te reinigen.
Gebruik geen vloeibare aërosol-reinigers. Gebruik
een vochtige doek voor het schoonmaken.
Bevestigingen en apparatuur
Gebruik nooit bevestigingsonderdelen en/of
apparatuur die niet door de fabrikant worden
erkend. Het gebruik van dergelijke onderdelen zou
namelijk brand, een elektrische schok of persoonlijk
letsel tot gevolg kunnen hebben.
Water en vocht
Gebruik deze projector niet in de buurt van water
en vermijd contact met water.
Accessoires
Plaats deze projector niet op een instabiel karretje,
standaard, statief, beugel of tafel. Gebruik
uitsluitend een door de fabrikant aanbevolen
karretje, standaard, statief, beugel of tafel. Volg
de aanwijzingen van de fabrikant beslist op
bij het bevestigen van het toestel en gebruik
uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen
bevestigingsaccessoires.
Verplaats het toestel op een karretje uitermate
voorzichtig. Het toestel en het karretje kunnen
omkieperen door te snel stoppen, overmatige
kracht of het verplaatsen over ongelijke
oppervlakken.
Ventilatie
De gaten en sleuven in de behuizing van het toestel
dienen voor het ventileren van het toestel zodat
de projector juist kan blijven functioneren en niet
oververhit raakt. Blokkeer deze openingen beslist
niet en let goed op dat deze openingen niet worden
geblokkeerd door bijvoorbeeld de projector op
een bed, bank, tapijt of in een afgesloten kast te
plaatsen. Zorg voor een goede ventilatie en volg de
aanwijzingen van de fabrikant beslist goed op.
Stroombron
Deze projector mag uitsluitend worden gebruikt
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
met de op het label aangegeven soort stroombron.
Raadpleeg uw leverancier of uw lokale
elektriciteitsbedrijf indien u twijfels heeft.
Bescherming van het netsnoer
Leid de netsnoeren niet zodanig dat personen
er gemakkelijk over zouden kunnen lopen of
struikelen of dat ze door voorwerpen kunnen
worden vastgekneld. Let vooral op bij de stekkers,
verlengsnoeren, aansluitingen en andere punten
waar de snoeren uit het toestel komen. Leg het
netsnoer niet onder een tapijt of mat.
Overbelasting
Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet.
Dit zou namelijk brand of een elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Andere voorwerpen en vloeistoffen
Druk beslist geen voorwerpen door openingen
in deze projector, daar deze anders gevaarlijke
stroompunten zouden kunnen raken of onderdelen
zouden kunnen kortsluiten met brand of een
elektrische schok tot gevolg. Voorkom dat er
vloeistoffen in deze projector komen.
Onderhoud
Probeer de projector niet zelf te repareren.
Laat onderhoud en reparatie over aan erkend
onderhoudspersoneel.
Beschadiging die reparatie vereist
Trek de stekker van het netsnoer van de projector
uit het stopcontact en laat de projector onder
de volgende omstandigheden door erkend
onderhoudspersoneel repareren:
(a) Wanneer het netsnoer of de stekker is
beschadigd.
(b) Wanneer er vloeistof of andere voorwerpen in de
projector zijn gekomen.
(c) Indien de projector niet normaal functioneert
nadat u de aanwijzingen voor bediening
juist hebt opgevolgd. Gebruik uitsluitend
de bedieningselementen die in de
gebruiksaanwijzing zijn omschreven. Verkeerd
gebruik van andere bedieningselementen kan
schade veroorzaken en maakt vaak uitgebreide
reparatie door een gekwalifi ceerd technicus
noodzakelijk om de projector weer normaal te
laten functioneren.
(d) Indien de projector aan regen of water werd
blootgesteld.
(e) Indien de projector is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
(f) Indien de werking van de projector aanzienlijk
verandert - de projector moet in dat geval
worden nagekeken.
Vervangingsonderdelen
Indien bepaalde onderdelen moeten worden
vervangen, dient u zich er van te verzekeren dat
het onderhoudspersoneel de door de fabrikant
gespecifi ceerde onderdelen, of onderdelen met
dezelfde karakteristieken en specifi caties als de
oorspronkelijke onderdelen, heeft gebruikt. Het
gebruik van niet-erkende onderdelen kan brand,
een elektrische schok of andere ongelukken
veroorzaken.
Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel na het uitvoeren
van onderhoud of reparatie, een controle uit te
voeren zodat u zeker weet dat de projector goed en
veilig functioneert.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid
NE-5
WAARSCHUWING:
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact
indien er iets mis met de projector is.
Gebruik de projector niet indien er rook, een vreemd
geluid of vreemde geur uit de projector komt. Gebruik
onder deze omstandigheden kan namelijk brand of
een elektrische schok veroorzaken. Trek echter direct
de stekker uit het stopcontact en raadpleeg de plaats
van aankoop.
Verwijder de behuizing beslist niet.
Er is een onder hoog-spanning staand circuit in de
projector. Contact kan resulteren in een elektrische
schok. Voer zelf geen onderhoud uit, tenzij de
gebruiksaanwijzing uitdrukkelijk bepaalde handelingen
beschrijft. Raadpleeg uw leverancier voor reparatie,
afstellingen of inspectie van de projector.
Maak geen veranderingen in dit toestel.
Dit zou namelijk brand of een elektrische schok tot
gevolg kunnen hebben.
Blijf de beschadigde projector niet gebruiken.
Als de projector is gevallen en de behuizing
beschadigd is, trek dan de stekker uit het stopcontact
en laat de projector door uw leverancier inspecteren.
Als u de beschadigde projector blijft gebruiken, kan
brand ontstaan.
Richt de projectorlens niet direct naar de zon.
Dit zou namelijk brand kunnen veroorzaken.
Gebruik het juiste voltage.
Het gebruik met een ander voltage kan brand veroorzaken.
Plaats de projector niet op een stabiele ondergrond.
Plaats de projector uitsluitend op een gelijke en stabiele
ondergrond. Plaats de apparatuur niet op instabiele
oppervlakken.
Kijk niet in de lens wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Mogelijk beschadigt u dan uw ogen. Laat nooit
kinderen in de lens kijken wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Trek de stekker niet uit het stopcontact terwijl de
projector aan staat.
Dit kan leiden tot lampbreuk, brand, elektrische
schokken of andere problemen. U kunt het beste
wachten met het uitschakelen van de stroom totdat de
ventilator is uitgeschakeld.
Raak het luchtuitlaatrooster en de onderplaat niet
aan daar deze heet worden.
Raak deze niet aan en plaats tevens geen andere
apparatuur voor het luchtuitlaatrooster. Het hete
luchtuitlaatrooster en de onderplaat kunnen letsel of
beschadiging van andere apparatuur veroorzaken.
Plaats de projector tevens niet op een ondergrond die
niet tegen hitte bestand is.
Kijk niet in het luchtuitlaatrooster wanneer de
projector werkt.
Stof, hitte, etc. kan namelijk uit het rooster komen
waardoor oogletsel kan worden veroorzaakt.
Blokkeer de luchtinlaat- en luchtuitlaatroosters niet.
Indien deze roosters zijn geblokkeerd, kan hitte niet
worden afgevoerd met oververhitting, een slechtere
kwaliteit of brand tot gevolg.
Gebruik geen brandbare oplosmiddelen
(benzeen, verdunningsmiddel, enz.) en brandbare
spuitbussen in de nabijheid van de projector.
Brandbare stoffen kunnen ontvlammen en brand of
een defect veroorzaken aangezien de temperatuur in
de projector zeer hoog stijgt terwijl de lamp brandt.
Gebruik de projector niet als er zich
condensatievocht op of in het apparaat bevindt.
Dit kan het apparaat beschadigen en andere storingen
veroorzaken.
Installatieplaats
Voor de veiligheid dient u de projector niet op plaatsen
te installeren die aan hoge temperaturen en een
hoge vochtigheidsgraad worden blootgesteld. Let
op de hieronder aangegeven bedrijfstemperatuur,
vochtigheid en hoogte.
Bedrijfstemperatuur: tussen +5°C en +35°C.
Bedrijfsvochtigheid: tussen 30% en 90%.
Voorkom oververhitting en plaats derhalve beslist
geen hitte-opwekkende apparatuur in de buurt van
de projector.
Bevestig de projector niet op een instabiele of aan
trillingen onderhevige plaats.
Installeer de projector niet in de buurt van apparatuur
die een sterk magnetisch veld opwekt. Plaats de
projector tevens niet bij hoogspanningskabels, etc.
Plaats de projector op een solide, trillingvrij
oppervlak; de projector zou anders kunnen vallen
en kinderen of volwassenen ernstig bezeren of de
projector ernstig beschadigen.
Plaats de projector niet in de verkeerde richting; de
projector zou anders kunnen vallen en ernstig letsel
of beschadiging tot gevolg.
Het meer dan ±10° (naar rechts en links) of ±15°
(voor en achter) in een schuine hoek plaatsen van
de projector veroorzaakt mogelijk problemen of
ontploffi ng van de lamp.
Plaats de projector niet in de buurt van een
airconditioner, verwarmingstoestel of
luchtbevochtiger. Er mag geen warme of vochtige
lucht in de ventilatie-openingen van de projector
komen.
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid (vervolg)
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET FCC
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse B digitale apparatuur, in overeenstemming met
Deel 15 van de FCC Reglementen. Deze limieten zijn ontworpen voor een redelijke bescherming tegen schadelijke
interferentie met een residentiële opstelling. Deze apparatuur wekt radiofrequentie-energie op en gebruikt het en
kan het uitstralen, en indien, wanneer niet in overeenstemming met de aanwijzingen geïnstalleerd en gebruikt, kan
het radiocommunicatie schadelijk storen. Er wordt echter niet gegarandeerd dat er bij een bepaalde installatie
of opstelling geen interferentie is. Indien deze apparatuur schadelijke interferentie van ontvangst van TV- of
radioprogramma’s veroorzaakt, wat eenvoudig kan worden bepaald door de apparatuur even uit te schakelen en weer
in te schakelen, dient de gebruiker een van de volgende maatregelen te nemen zodat er geen interferentie meer is.
Richt de antenne opnieuw of verander de plaats.
Verhoog de afstand tussen de apparatuur en de receiver.
Steek de stekker van het netsnoer van de apparatuur in een stopcontact dat een ander circuit dan de receiver gebruikt.
Raadpleeg de plaats van aankoop of een erkend radio- en televisietechnicus.
De gebruiker verliest het recht op gebruik van deze apparatuur indien hij/zij veranderingen of modifi caties maakt
waarvoor vooraf niet expliciet toestemming is verkregen van Mitsubishi.
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET INDUSTRY CANADA
Deze Klasse B digitale apparatuur voldoet aan de Canadese ICES-003 vereisten.
NE-6
2
3
Controleer de accessoires
De volgende accessoires zijn bij deze projector geleverd. Controleer dat alle accessoires werkelijk in de doos
aanwezig zijn.
Kabels Voedingsgedeelte
Afstandsbedieningsonderdelen Onderdelen voor fi lter Overige
Lensdop (bevestigd aan de
projector)
Lade voor vervanging van de
lamp (857C106-10)
Gebruiksaanwijzing/Snel starten
(uitsluitend Engels) (871D494-80)
CD-ROM (met
Gebruiksaanwijzing) (919C154-70)
Veiligheidshandleiding/Snel
starten (871D489-70)
Belangrijk:
De bijgeleverde netsnoeren zijn uitsluitend voor gebruik met dit product. Gebruik deze nooit voor andere
apparaten.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
Verwijder het deksel aan de achterkant van de
afstandsbediening.
Controleer de polariteit (+), (-) van de batterijen en installeer
deze vervolgens op correcte wijze. Plaats de kant met de
minpool (-) als eerste.
Als de pluskant (+) van de batterij als eerste wordt
geplaatst, wordt het moeilijk de minkant (-) te installeren
omdat de springveer dan tegen de zijkant van de batterij
drukt. Als de batterij op deze wijze geforceerd wordt
geplaatst, kan de buitenkant van de batterij beschadigd
raken en kan er kortsluiting of oververhitting ontstaan.
Plaats het klepje terug aan de achterkant.
Belangrijk:
Gebruik twee AA-formaat batterijen (R6).
Vervang beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe wanneer
de afstandsbediening niet meer goed functioneert.
Verwijderen van batterijen uit de afstandsbediening
Verwijder het deksel aan de achterkant van de
afstandsbediening en neem de batterijen eruit.
1.
2.
3.
Let op:
Het gebruik van een batterij van een verkeerd type kan een ontplof ng veroorzaken.
Gebruik uitsluitend koolstof-zink of alkaline-mangaan dioxide batterijen.
Gooi gebruikte batterijen op een milieuvriendelijk manier weg.
Batterijen kunnen ontploffen bij verkeerde behandeling. Laad ze niet op, demonteer ze niet en gooi ze niet in vuur.
Gebruik en behandel batterijen beslist volgens de bijgeleverde aanwijzingen.
Plaats de batterij met de positieve (+) en negatieve (-) polen in de juiste richting, zoals wordt aangegeven in het batterijvak.
Bewaar batterijen buiten het bereik van kleine kinderen.
Verwijder de batterijen indien u de afstandsbediening voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Gebruik tegelijkertijd geen oude en nieuwe batterij.
Indien de vloeistof van batterijen in contact met uw huid of kleding is gekomen, moet u het direct met veel water
wegspoelen. Mocht de vloeistof in de ogen terecht zijn gekomen, spoel dan direct met veel water en raadpleeg
direct uw arts.
Voorbereiding voor de projector
1
Mini D-SUB
15-pen
Mini D-SUB
15-pen
D-SUB
9-pen
D-SUB
9-pen
RGB-kabel voor PC
(246C521-10)
RS-232C kabel
(246C548-10)
Voor afstellingen door
onderhoudspersoneel.
Netsnoer (2)
(246C483-10, 246C383-20)
Afstandsbediening
(290P158-10)
R6 (formaat-AA)
batterij (2)
Luchtfi ltereenheid
(761B504-10)
NE-7
Overzicht
VIDEO IN en S-VIDEO IN aansluitingen
COMPONENT VIDEO IN aansluitingen
COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN aansluiting
(mini D-SUB 15-pen)
HDMI IN-1 aansluiting (HDMI 19-pen)
HDMI IN-2 aansluiting (HDMI 19-pen)
SERIAL aansluiting (D-SUB 9-pen)
Gebruikt voor bediening van de projector vanaf een
computer. Raadpleeg uw leverancier voor details.
TRIGGER aansluiting
Gebruikt voor het als extra leverbare elektrische scherm.
Stroomaansluiting
1
2
3
4
5
6
7
8
STATUS indicator
POWER indicator
POWER toets
HDMI/COMPUTER/ W toets
AUTO POSITION/S toets
LENS SHIFT toets
MENU toets
ENTER toets
T toets
ZOOM/FOCUS toets
VIDEO/X toets
Belangrijk:
De HDMI/COMPUTER, VIDEO en AUTO POSITION toetsen
functioneren respectievelijk als deW, X en S toetsen
wanneer het menu of het scherm voor het invoeren van het
wachtwoord wordt getoond.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Bedieningspaneel
Afstandsbedieningssensor (voorzijde)
Toetsen voor stelvoetjes (links/rechts)
Luchtinlaatrooster
Aansluitingenpaneel
“Kensington Security Lock Standard” aansluiting
Afstandsbedieningssensor (achterzijde)
Luchtuitlaatrooster
1
2
3
4
5
6
7
8
Aansluitingenpaneel
Bedieningspaneel
Voorbereiding voor de projector (vervolg)
1
2
6
5
3 3
87
4
8
12 3 4
5 6
978 10 11
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
TRIGGER
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
C
R
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
1 2 3 5 6 7
8
4
NE-8
Afstandsbediening
ON ( I ) toets
HDMI2 toets
HDMI1 toets
COMPONENT toets
AV MEMORY toetsen
ENTER toets
MENU toets
CONTRAST toets*
BRIGHTNESS toets*
GAMMA toets*
ZOOM/FOCUS toets
LENS SHIFT toets
NOISE REDUCTION toets*
COLOR toets*
SHARPNESS toets*
COLOR TEMP. toets*
ASPECT toets
AUTO IRIS toets
Besturings-toetsen
VIDEO toets
S-VIDEO toets
COMPUTER toets
AUTO POSITION toets
OFF ( ) toets
* : Zie hieronder voor de toetsen voor het instellen van de
beeldkwaliteit.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Stelvoetjes1
Onderkant
Gebruik van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit
Indien u op een van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit drukt, zal het scherm voor het instellen van de beeld-
kwaliteit verschijnen. Stel de beeldkwaliteit met de W en X toetsen in. De beeldkwaliteit kan ook met gebruik van het
IMAGE menu worden ingesteld. (Zie bladzijde 26.) De onderdelen van het menu worden hieronder tussen haakjes
getoond.
CONTRAST (CONTRAST) ................ Past het contrast van het geprojecteerde beeld aan.
BRIGHTNESS (BRIGHTNESS) ......... Past de helderheid van het geprojecteerde beeld aan.
COLOR TEMP. (COLOR TEMP.) ....... Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde kleurtemperaturen geselecteerd.
Aanpassing van de USER-modus is ook mogelijk. (Zie bladzijde 32.)
GAMMA (GAMMA MODE) ................ Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde gammamodi geselecteerd
Aanpassing van de USER-modus is ook mogelijk. (Zie bladzijde 33.)
SHARPNESS (SHARPNESS) ............ Past de scherpte van het geprojecteerde beeld aan.
COLOR (COLOR) .............................. Voor het instellen van de kleurdikte van het geprojecteerde beeld.
NOISE REDUCTION (TRNR, MNR, BAR)
... Voor het instellen van TRNR, MNR en BAR van het geprojecteerde beeld. (Zie
bladzijde 33.)
Voorbereiding voor de projector (vervolg)
1
1
19
20
17
14
13
12
18
16
22
23
24
21
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Belangrijk:
Indien u op een toets van de afstandsbediening drukt, zullen de toetsen van de afstandsbediening oplichten.
Ongeveer 6 seconden na het loslaten van de toets, wordt de verlichting uitgeschakeld.
De toetsen S en T worden ook gebruikt voor het instellen van de lens. De toetsen W en X worden gebruikt voor
het in- en uitzoomen/scherpstellen en fi jnafstelling.
NE-9
30°30°
30° 30°
Bereik van de afstandsbediening
Vertikale richting (met plafond-bevestiging)
Hoek voor ontvangst
Vertikale richting
Houd bij gebruik van de afstandsbediening de
afstand van afstandsbediening tot projector via
het scherm beperkt tot ongeveer 5 m. Het bereik
van de afstandsbediening hangt echter af van de
eigenschappen van het scherm.
Gebruik de
afstandsbediening binnen
een bereik van 10 meter
t.o.v. de projector en richt
de lichtstraal naar de
afstandsbedieningssensor
(voor of achter) op de
projector.
Zorg dat er geen zonlicht of het licht van een
neonlamp op de afstandsbedieningssensor valt.
Houd de afstandsbedieningssensor op tenminste
2 meter afstand van TL-lampen. Anders werkt de
afstandsbediening mogelijk niet goed.
De werking van de afstandsbediening is mogelijk
instabiel indien er een inverter-gestuurde neonlamp
bij de afstandsbediening is.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als
u hem te dicht bij de afstandsbedieningssensor
houdt.
Voorkant van projector
Achterkant van projector
Gebruik van de afstandsbediening
20°
10°
20°
10°
20°
20°
20°
20°
NE-10
Instellen van de projector
Instellen van het scherm
Installeer het scherm loodrecht ten opzichte van de projector. Indien het scherm echter niet op dergelijke wijze kan
worden geïnstalleerd, moet u de projectiehoek van de projector instellen. (Zie bladzijde 11.)
Installeer het scherm en de projector zodanig dat de lens van de projector op dezelfde hoogte en horizontale
positie als het midden van het scherm is.
Installeer het scherm niet op plaatsen waar er direct zonlicht of verlichting op schijnt. Licht dat direct op het
scherm valt, maakt de geprojecteerde beelden fl ets en moeilijk zichtbaar.
SCREEN SIZE
U kunt het projectiebeeld op het projectiescherm houden door het formaat van het projectiescherm in te stellen
met behulp van SCREEN SIZE in het ADVANCED MENU van het IMAGE menu.Wanneer u SCREEN SIZE instelt op
CINEMA SCOPE (2.35:1):
Opnamen in Cinemascopeformaat worden geprojecteerd op het volledige scherm.
Zet ASPECT in het FEATURE-menu op 16:9 wanneer u beelden in Vista-formaat weergeeft. In dit geval worden ze
horizontaal samengedrukt.
Wanneer ASPECT in het FEATURE-menu ingesteld is op AUTO en het ingangssignaal een 480i/p-, 576i/p-, 720p-
of 1080i/p-signaal is, wordt het gedeelte met de ondertiteling niet geprojecteerd. Om ondertitels weer te geven,
stelt u SCREEN SIZE opnieuw op 16:9 in, en past u de beeldpositie aan met VERTICAL LOCATION in ADVANCED
MENU in het IMAGE-menu. (Om het menu op het scherm weer te geven stelt u SHUTTER(U) in jet SIGNAL -
USER menu in om het menu te positioneren.)
Basisinstellingen
Bepaal de afstand vanaf het scherm tot de projector in overeenstemming met het formaat van de te projecteren
beelden. (Zie bladzijde 12.)
W
A
A=B
B
Afhankelijk van de installatie-omstandigheden, kan warme lucht van de uitlaatventilator naar de inlaatventilator
stromen. “TEMPERATURE!!” zal dan verschijnen en er kunnen vervolgens geen beelden meer worden
geprojecteerd.
LENS SHIFT toets
Gebruik de toets LENS SHIFT wanneer u de positie van het geprojecteerde beeld wilt verplaatsen om het aan de
schermpositie aan te passen.
Druk op de LENS SHIFT toets.
In het midden van het scherm verschijnt het LENS SHIFT-menu.
LENS SHIFT
FAST
SELECT : ENTER
Druk op de toets S of T om de beeldpositie te verplaatsen.
Door op de T toets te drukken, wordt het beeld omlaag verplaatst.
Door op de S toets te drukken, wordt het beeld omhoog verplaatst.
Als u op de ENTER-toets drukt terwijl het LENS SHIFT-menu wordt weergegeven, kunt u de beeldverplaatsing
instellen op FAST of STEP. Als FAST is geselecteerd, wordt het beeld met de toetsen S en T in grote stappen
verplaatst, en als STEP is geselecteerd in kleine stappen.
Als het LENS SHIFT-menu wordt weergegeven zonder dat de projector een videosignaal ontvangt, wordt over het
volledige scherm een testpatroon geprojecteerd.
Let op dat u niet vast komt te zitten in de lensopening terwijl de lens beweegt.
Wanneer de lens in verticale richting wordt verschoven, dan kan er kleurscheiding optreden.
Terwijl de lens schuift kan het scherm fl ikkeren.
1.
2.
NE-11
Instellen van de projectiehoek
Deze projector heeft twee stelvoetjes op het onderpaneel voor het instellen van de projectiehoek. Stel de
projectiehoek in overeenstemming met de positie van de projector in.
Instellen van de projectiehoek
Voor een optimale projectie, dient u de beelden op een vlak, vanaf de vloer gezien in een hoek van 90 graden, scherm
te projecteren. Indien nodig kunt u de projector iets kantelen met gebruik van de twee stelvoetjes aan de onderkant
van de projector.
Stelvoetje
Scherm
Kantel omhoog voor de juiste hoek.
Druk op de stelvoetjes-toetsen naast het stelvoetje waardoor de stelvoetjes verschijnen.
Laat de toetsen los om de stelvoetjes in de gewenste stand te vergrendelen.
Draai de stelvoetjes voor een nauwkeurige afstelling.
Na gebruik van de projector:
Breng de stelvoetjes terug in de projector door op de stelvoetjes-toetsen te drukken.
Indien nodig kunt u de stelvoetjes tevens voor een nauwkeurige afstelling verdraaien.
Belangrijk:
Verplaats de projector niet met de stelvoetjes in uitgestoken positie. Als u dat doet kunnen de stelvoetjes
beschadigd worden.
Als dunne strepen op de geprojecteerde beelden te zien zijn
Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op een defect. Vervang het
scherm of verander de scherpstelling wat. (Zie pagina 18 of 23 voor scherpstelling.)
Indien de geprojecteerde beelden trapezevormig vervormd zijn
Indien het scherm en de projector niet loodrecht ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, worden de geprojecteerde
beelden trapezevormig. Stel “keystone” in indien u de projector en het scherm niet loodrecht ten opzichte van elkaar
kunt installeren.
Met het INSTALLATION-menu:
(Zie bladzijde 26 voor menu-instelling.)
Ga naar het INSTALLATION-menu.
Kies KEYSTONE door op de toets S of T te drukken.
Stel de breedte van de voven- en onderkant van het scherm gelijk door op de
W of X toets te drukken terwijl u het scherm bekijkt.
Om het menu te verlaten:
Druk een paar keer op de MENU-toets.
Voor de beeldplaatsing bereikt u het beste resultaat als de lens helemaal
bovenaan in het midden wordt gepositioneerd. Hiervoor verplaatst u, alvorens de aanpassing uit te voeren, de
lenspositie opnieuw naar de standaardpositie met LENS SHIFT RESET (zie bladzijde 27) en vervolgens helemaal
naar boven met LENS SHIFT (zie bladzijde 10).
Als u een keystone-aanpassing uitvoert, wordt de correctiewaarde weergegeven. Deze waarde geeft dus geen
projectiehoek aan.
Als de keystone-aanpassing in werking treedt, vermindert de resolutie. In beelden met ingewikkelde patronen
kunnen bovendien strepen verschijnen of rechte lijnen buigen. Dit komt niet door storingen van de projector.
Als u een keystone-aanpassing uitvoert, wordt het beeld mogelijk niet correct weergegeven in verband met het
type ingangssignaal.
Tijdens het afstellen van de keystone-instelling kan het weergegeven beeld worden vervormd.
Afhankelijk van de plaats waar projector en scherm worden geïnstalleerd, kunnen mogelijk een perfect rechthoekig
beeld of de meest geschikte beeldverhouding niet worden verwezenlijkt.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
Instellen van de projector (vervolg)
opt.
A V MEMO R Y 1
INSTALLATION
KEYSTONE 0
Druk op de
W
toets.
Druk op de
X
toets.
NE-12
Schermformaat en projectie-afstand
Zie de volgende tabel voor het bepalen van het schermformaat.
Onderkant
Bovenkant
50%
50%
SCHERM
(H)
(H)
(L)
Schermhoogte A
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is, is de relatie
tussen het geprojecteerde beeld en het scherm zoals hier
rechts wordt afgebeeld. Zie de volgende tabel voor het
installeren.
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is
Schermformaat
Formaat van geprojecteerde beeld
Zwartruimte (D)
Afstand projectie (L) Bewegingsbereik
lens (H)
Diagonaal Hoogte C Breedte B Hoogte A Breedte B Kortste (Breed)
Langste (Telescopisch)
Inch cm Inch cm Inch cm Inch cm Inch cm Inch cm Inch m Inch m Inch cm
60 152 36 91 48 122 27 69 48 122 5 11 68 1,7 83 2,1 14 34
70 178 42 107 56 142 32 80 56 142 5 13 80 2,0 97 2,5 16 40
80 203 48 122 64 163 36 91 64 163 6 15 92 2,3 111 2,8 18 46
90 229 54 137 72 183 41 103 72 183 7 17 103 2,6 125 3,2 20 51
100 254 60 152 80 203 45 114 80 203 8 19 115 2,9 139 3,5 23 57
110 279 66 168 88 224 50 126 88 224 8 21 127 3,2 154 3,9 25 63
120 305 72 183 96 244 54 137 96 244 9 23 139 3,5 168 4,3 27 69
150 381 90 229 120 305 68 171 120 305 11 29 174 4,4 210 5,3 34 86
200 508 120 305 160 406 90 229 160 406 15 38 232 5,9 281 7,1 45 114
250 635 150 381 200 508 113 286 200 508 19 48 291 7,4 - - 56 143
De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
De projectieafstand verandert overeenkomstig de instelling van SCREEN SIZE onder het ADVANCED MENU van het IMAGE menu.
Bovenstaande tabel is van toepassing op “16:9.”
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is
Schermformaat Afstand projectie (L) Bewegingsbereik
lens (H)
Diagonaal Hoogte A Breedte B Kortste (Breed)
Langste (Telescopisch)
Inch cm Inch cm Inch cm Inch m Inch m Inch cm
50 127 25 62 44 111 62 1,6 75 1,9 12 31
60 152 29 75 52 133 75 1,9 91 2,3 15 37
70 178 34 87 61 155 87 2,2 106 2,7 17 44
80 203 39 100 70 177 100 2,5 121 3,1 20 50
90 229 44 112 78 199 113 2,9 137 3,5 22 56
100 254 49 125 87 221 126 3,2 152 3,9 25 62
110 279 54 137 96 244 138 3,5 168 4,3 27 68
120 305 59 149 105 266 151 3,8 183 4,6 29 75
150 381 74 187 131 332 189 4,8 229 5,8 37 93
200 508 98 249 174 443 253 6,4 306 7,8 49 125
250 635 123 311 218 553 317 8,0 - - 61 156
De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
De projectieafstand verandert overeenkomstig de instelling van SCREEN SIZE onder het ADVANCED MENU van het IMAGE menu.
Bovenstaande tabel is van toepassing op “16:9.”
Instellen van de projector (vervolg)
C
A
DD
B
NE-13
Frontale projectie, bevestiging aan plafond.
Voor bevestiging
aan het plafond
heeft u de speciale
plafondmontageset
voor deze projector
nodig. Laat de installatie
uitvoeren door een
specialist. Raadpleeg
uw leverancier voor meer informatie.
De garantie op deze projector geldt niet voor schade
die ontstaat door gebruik van een niet aanbevolen
plafondmontageset of door toepassing van de
plafondmontageset op een ongeschikte plaats.
Indien de projector aan het plafond is bevestigd,
zet dan IMAGE REVERSE van het INSTALLATION-
menu op MIRROR INVERT. Zie bladzijde 27.
Als de projector aan het plafond bevestigd is,
kunnen beelden donkerder lijken dan bij projectie
vanuit gewone staande positie het geval is. Dit is
geen storing aan het product.
Vraag de installateur een onderbreker te plaatsen.
Schakel de hoofdstroom met deze onderbreker uit
wanneer u de projector niet gaat gebruiken.
Installeer de projector niet in de buurt van
de ventilatie-uitlaat van bijvoorbeeld een
airconditioner. De projector kan door koude of
warme lucht van bijvoorbeeld een airconditioner
worden beschadigd.
Plaats de projector niet in de buurt van een
brandalarm-sensor. Hete lucht van de projector zou
het alarm namelijk kunnen activeren.
Doorzicht projectie
Laat de installatie
uitvoeren door een
specialist. Raadpleeg
uw leverancier voor
meer informatie.
Voor projectie
achterop het
scherm zet u
IMAGE REVERSE van het INSTALLATION-menu op
MIRROR.
Zie bladzijde 27.
Let op:
Plaatsing van de projector direct op een
vloerkleed bemoeilijkt de werking van de
ventilatoren, wat schade of storingen oplevert.
Leg een harde plaat onder de projector om
goede ventilatie mogelijk te maken.
Plaats de projector op minimaal 50 cm afstand
van muren, zodat de roosters voor de ingaande
en de warme uitgaande lucht niet geblokkeerd
worden.
Vanwege het risico van brand of elektrische
schokken kunt u de projector niet op de
volgende plaatsen en manieren gebruiken.
Op een stoffi ge of vochtige plaats.
In een zijdelingse stand, of met de lens naar
beneden gericht.
In de buurt van verwarming.
Op een vettige, rokerige of nattige plaats
zoals een keuken.
In direct zonlicht.
Waar de temperatuur hoog oploopt,
bijvoorbeeld in een afgesloten auto.
Waar de temperatuur lager is dan 5 ºC of
hoger dan 35 ºC.
Instellen van de projector (vervolg)
Belangrijk:
Het is niet raadzaam om de projector te gebruiken
op een hoogte van 1500 meter of meer. Het gebruik
bij een hoogte van 1500 meter of meer kan een
nadelige invloed hebben op de levensduur van de
projector.
TRIGGER-aansluiting
De TRIGGER-aansluiting achterop de projector geeft
een signaal van 12 V af om tijdens het projecteren van
beelden een aangesloten apparaat te besturen.
Om de TRIGGER-aansluiting te gebruiken zet u
TRIGGER OUT in het INSTALLATION-menu op ON.
(Van fabriekswege werd OFF ingesteld.)
Verander de instelling door de volgende stappen uit te
voeren.
Met het INSTALLATION-menu:
(Zie bladzijde 26 voor menu-instelling.)
Ga naar het INSTALLATION-menu.
Kies TRIGGER OUT door op de toets S of T te
drukken.
Kies ON door op de toets W of X te drukken.
Om het menu te verlaten:
Druk op de MENU-toets.
Let op:
Gebruik het signaal van de TRIGGER-aansluiting
niet als stroombron voor een ander apparaat.
Verbind de TRIGGER-aansluiting niet met een
audio-aansluiting van een ander apparaat, want dit
kan dat apparaat beschadigen.
De nominale stroom van de TRIGGER-aansluiting
is 200 mA. Indien de stroom groter is dan deze
waarde, kan een storing ontstaan.
Informatie over elektrische schermen kunt u
verkrijgen bij schermfabrikanten.
1.
2.
3.
4.
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
CR
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
TRIGGER
TRIGGER
Ring (ongebru)
Naar aangesloten
apparaat
Punt (12 V)
(Massa 0 V)
NE-14
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
CR
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
TRIGGER
DVD-speler
A. Aansluiten van de projector met video-apparatuur
Indien de projector en de aangesloten apparaten zich te dicht bij elkaar bevinden, kan het geprojecteerde beeld
beïnvloed worden door onderlinge interferentie.
Zie de gebruikershandleiding van elk apparaat voor informatie over hoe u het aansluit.
Voorbereiding:
Zorg dat de stroom van de projector en van de video-apparatuur is uitgeschakeld.
Basisaansluiting voor home-theater systeem
Videospeler
Set-top box of digitale tuner
Bekijken van videobeelden
NE-15
TRIGGER
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
C
R
PB/
CB
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
HDMI IN
SERIAL
AC IN
1
2
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
C
R
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
1
2
TRIGGER
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
C
R
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
TRIGGER
PB/CB
Y
PR/CR
PB/CB
Y
P
R/CR
Y
Component-kabel (los verkrijgbaar)
Verbind de stekker van het ene uiteinde van de
bijgeleverde Video kabel met de VIDEO IN aansluiting van
de projector.
Verbind de stekker van het andere uiteinde van de
bijgeleverde video kabel met de videouitgangsaansluiting
van de video-apparatuur.
1.
2.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de aangesloten apparatuur.
Raadpleeg uw leverancier voor details aangaande het aansluiten.
Indien u een TV-tuner of videorecorder aansluit:
Als u deze projector gebruikt terwijl er een TV-tuner of videorecorder op aangesloten is, verschijnt mogelijk geen
beeld of de mededeling “NO SIGNAL” in beeld wanneer u van kanaal verandert via ongebruikte kanalen. Stel in dat
geval de kanalen van de TV-tuner of videorecorder opnieuw in. U kunt om dit probleem te voorkomen, ook de functie
voor het overslaan van lege kanalen (zodat de lege, niet-ontvangbare kanalen niet worden getoond) van de TV-tuner
of videorecorder activeren.
Aansluiten van een DVD-speler of HDTV-decoder
Gebruik de COMPONENT VIDEO IN aansluitingen voor het aansluiten van deze projector met video-apparatuur die
component-videouitgangsaansluitingen heeft, zoals bijvoorbeeld een DVD-speler.
De namen van de aansluitingen Y, P
B
en P
R
zijn als voorbeeld genomen voor het geval er een HDTV-decoder is
aangesloten.
Afhankelijk van de aangesloten apparaten kunnen de aansluitingen verschillende namen hebben.
Beelden worden afhankelijk van het type DVD-speler dat u gebruikt, mogelijk niet juist geprojecteerd.
Het duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type ingangssignaal
en duidt dus niet op een defect.
Als u een HDTV-decoder aansluit die RGB-uitgangen heeft, stel dan COMPUTER INPUT in het SIGNAL-menu in
op RGB.
Aansluiten met een videospeler, etc.
Naar
videouitgangsaansluiting
Video kabel (los verkrijgbaar)
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar S-VIDEO
IN aansluiting
Naar S-
videouitgangsaansluiting
Naar VIDEO IN
aansluiting
Verbind als volgt indien de video-apparatuur een “S-
Video” uitgangsaansluiting heeft:
Verbind het ene uiteinde van de S-videokabel met de S-
VIDEO IN aansluiting van de projector.
Verbind het andere uiteinde van de S-videokabel met de
S-Video uitgangsaansluiting van de video-apparatuur.
1.
2.
DVD-speler of HDTV-decoder
Videospeler, of dergelijk
toestel
Videospeler, of dergelijk
toestel
Bekijken van videobeelden (vervolg)
NE-16
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
CR
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
HDMI IN
TRIGGER
Aansluiten van video-apparatuur voorzien van een HDMI-aansluiting
U kunt kwalitatief zeer hoogwaardige beelden projecteren door de HDMI IN-aansluiting van deze projector aan te
sluiten op videoapparatuur die is voorzien van een HDMI-uitgangsaansluiting. Daarbij is deze projector geschikt voor
HDCP en kan dus gecodeerde digitale video-data van DVD-spelers verwerken.
Kies HDMI als ingangsbron.
HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), ontwikkeld door Intel Corporation, is een methode voor het
coderen van digitale videodata ter bescherming van auteursrechten.
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is volledig achterwaarts compatibel met computers, beeldschermen
en consumentenelektronica waarin de DVI-normen verwerkt zijn.
U kunt deze projector aansluiten met video-apparatuur die voorzien is van een HDMI-uitgang. Bij sommige video-
apparaten geeft deze projector echter mogelijk geen beeld of functioneert hij niet goed.
Als deze projector geen beeld geeft of niet goed functioneert, kijk dan in de handleiding van het video-apparaat
hoe het aangesloten moet worden.
Wanneer u video-apparatuur gebruikt die niet volgens HDMI werkt, wordt het beeld mogelijk niet juist geprojecteerd.
De kwaliteit van de geprojecteerde beelden is mogelijk slechter indien u lange kabels gebruikt.
Aansluiten (van video-apparatuur voorzien van een HDMI-aansluiting)
Gebruik een los verkrijgbare HDMI-kabel (met HDMI-logo).
Sommige kabels kunnen mogelijk, afhankelijk van de grootte en de vorm van de stekkers, niet goed worden
aangesloten.
Apparatuur met
HDMI-aansluiting
Naar HDMI-aansluiting
Als u deze projector aansluit op een Digital-apparaat (zoals een DVD-speler) via de HDMI-aansluiting, kunnen
zwarte kleuren er donker en diep uitzien, afhankelijk van het type aangesloten apparaat.
Dit hangt af van het ingestelde zwartniveau van het aangesloten apparaat. Er zijn twee methodes voor het digitaal
doorgeven van beelddata, en die gebruiken verschillende instellingen voor het zwartniveau. Daarom kunnen
uitgangssignalen van DVD-spelers verschillende specifi caties hebben, afhankelijk van de methode waarop de
digitale data worden doorgegeven.
Sommige DVD-spelers laten toe dat de manier waarop ze digitale signalen doorsturen wordt veranderd. Indien uw
DVD-speler over een dergelijke functie beschikt, moet u deze als volgt instellen.
EXPAND of ENHANCED J NORMAL
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw DVD-speler voor details.
Stel het INPUT LEVEL onder het ADVANCED MENU van het IMAGE menu in, afhankelijk van het te gebruiken
apparaat.
Naar HDMI IN-1-
of HDMI IN-2-
aansluiting
Naar audio-
ingangsaansluitingen
Naar audio-
uitgangsaansluitingen
Audiokabel (los verkrijgbaar)
HDMI-kabel met HDMI-logo (los verkrijgbaar)
Bekijken van videobeelden (vervolg)
NE-17
HDMI IN-2
N
-1
SERIAL
AC IN
1
2
TRIGGER
B. Aansluiten van het netsnoer
Als veiligheidsmaatregel voor het geval dat zich problemen zouden voordoen met de projector, moet u deze
altijd aansluiten op een stopcontact dat voorzien is van een aardlekbeveiliging. Vraag uw leverancier om zo een
stopcontact te installeren als het nog niet aanwezig is.
De netsnoeren voor gebruik in de Verenigde Staten en Europa zijn meegeleverd met deze projector. Gebruik het
juiste netsnoer voor uw land.
Bij deze projector wordt gebruikgemaakt van een geaarde stekker met drie pennen. Verwijder de aardingspen
niet uit de stekker. Als de stekker niet in uw stopcontact past, vraagt u een elektricien om het stopcontact aan te
passen.
Het netsnoer voor de Verenigde Staten is goedgekeurd voor 120 V. Sluit dit snoer nooit aan op een stopcontact of
voedingseenheid waarbij een andere nominale spanning of frequentie wordt gebruikt. Als u een voedingseenheid
gebruikt die met een andere nominale spanning werkt, moet u een bijbehorend netsnoer gebruiken.
Gebruik 100-240 V wisselspanning van 50/60 Hz om brand of elektrische schokken te voorkomen.
Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Plaats de projector niet in de buurt van warmtebronnen, aangezien die
het netsnoer kunnen beschadigen. Mocht het netsnoer beschadigd raken, vraag dan een nieuw netsnoer aan uw
leverancier omdat u anders het risico loopt van brand of elektrische schokken.
Verander niets aan het netsnoer en pas het niet aan. Als u het netsnoer verandert of aanpast, kan dit resulteren in
brand of elektrische schokken.
Let op:
Zorg dat de stekkers van het netsnoer goed op hun plaats zitten. Als u het netsnoer losmaakt, gebruik dan de
stekkers en trek niet aan het snoer.
Sluit het netsnoer niet aan en maak het niet los met een natte hand. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
Netsnoer (voorbeeld)
Steek het bijgeleverde netsnoer in de netsnoeringang van
deze projector.
Steek het andere uiteinde, de stekker van het netsnoer, in
een stopcontact.
1.
2.
Aardeaansluiting
Bekijken van videobeelden (vervolg)
NE-18
VIDEO toets
Controleer dat de POWER indicator rood oplicht.
Werd de projector de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, dan begint de
ventilator mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft
gestoken. (De STATUS indicator knippert groen.) Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets
drukken om de stroom in te schakelen waarbij de POWER indicator oplicht.
Druk op de POWER toets van de projector of op de ON ( I ) toets van de afstandsbediening.
Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden.
De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en
probeer het opnieuw.
Bedek de lens niet met de lensdop wanneer de lamp brandt. Verwijder de aluminiumstrook in de lensdop niet.
Nadat u op de POWER-toets heeft gedrukt, kan het beeld fl ikkeren voordat de lamp stabiel wordt. Dit is geen
storing aan de projector.
Ongeacht de instelling van LAMP MODE, wordt de lampmodus STANDARD standaard geactiveerd telkens
wanneer de projector wordt ingeschakeld. Als de instelling voor LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert
de lampmodus ongeveer één minuut na inschakeling van STANDARD in LOW.
Als u op de POWER-toets drukt, begint de projector met opwarmen. Tijdens het opwarmen kunnen beelden te
donker zijn en kunt u geen opdrachten geven.
Als de STATUS-indicator rood knippert, betekent dit dat de lamp binnenkort aan vervanging toe is. Vervang de
lamp indien de STATUS-indicator rood knippert. (Zie bladzijde 42.)
Druk op de ZOOM/FOCUS toets op de projector of op de afstandsbediening, zodat “FOCUS” wordt weergegeven.
Pas de beeldkwaliteit aan met de toets W of X.
Als u op de ENTER-toets drukt terwijl “FOCUS” wordt weergegeven, kunt u de aanpassing instellen op FAST
of STEP. Als FAST is geselecteerd, wordt de focus met de toetsen W en X in grote stappen aangepast, en als
STEP is geselecteerd in kleine stappen.
Kies een ingangsbron.
Druk op de VIDEO of HDMI/COMPUTER toets van de projector of de VIDEO, S-VIDEO, COMPONENT, HDMI1
of HDMI2 toets van de afstandsbediening, in overeenstemming met de gebruikte aansluiting.
Door iedere druk op de VIDEO toets van de projector wordt afwisselend VIDEO, S-VIDEO en COMPONENT als
ingangsbron gekozen.
Door iedere druk op de HDMI/COMPUTER-toets van de projector wordt afwisselend COMPUTER, HDMI1 en
HDMI2 als ingangsbron gekozen.
De projector selecteert automatisch het juiste signaalformaat. (Het signaalformaat dat is geselecteerd, wordt in
het INFORMATION menu getoond.)
U kunt geen andere ingangsbron selecteren terwijl het menu wordt geprojecteerd.
Her duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type
ingangssignaal en duidt dus niet op een defect.
Bepaalde beelden worden mogelijk beter getoond wanneer u de aspectratio verandert. (Zie bladzijde 20.)
Als deze projector is aangesloten op een HDMI-apparaat dat HDCP ondersteunt, zoals een DVD-speler, kan
het soms voorkomen dat het beeld niet goed wordt weergegeven wanneer naar zo’n ingangsbron wordt
overgeschakeld. Schakel op dergelijke momenten over naar een andere ingangsbron en daarna weer terug
naar het HDMI-apparaat.
Indien u COMPONENT als bron kiest, kunnen de beelden die van de computer komen mogelijk fl ikkeren. Druk
in dat geval op de toets W of X op de afstandsbediening om het fl ikkeren te verminderen. (Fijnafstelling)
Stel de positie van de projector in voor een juiste projectie-afstand, waarmee de beelden met het juiste formaat
kunnen worden getoond.
Stel de positie van de projector in zodat de projector en het scherm loodrecht ten opzichte van elkaar zijn. (Zie
bladzijde 10.)
Druk op de ZOOM/FOCUS toets op de projector of op de afstandsbediening, zodat “FOCUS” verschijnt. Druk
vervolgens opnieuw op de toets, zodat “ZOOM” verschijnt.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
C. Projecteren van beelden
Voorbereiding:
Verwijder de lensdop.
Schakel de stroom van de aangesloten video-apparatuur in.
POWER toets
COMPONENT toets
VIDEO toets
S-VIDEO toets
ON ( I ) toets
Bekijken van videobeelden (vervolg)
ZOOM/FOCUS toets
ZOOM/FOCUS toets
LENS SHIFT toets
LENS SHIFT toets
HDMI1 toets
HDMI2 toets
HDMI/COMPUTER toets
NE-19
POWER toets
Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening.
Er verschijnt een bevestigingsmelding.
Voor het annuleren van het stoppen, doet u even niets of drukt u op de MENU toets.
Druk nogmaals op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening.
De lamp dooft en de projector schakelt in de standbyfunctie. De POWER indicator knippert groen.
Wacht ongeveer 2 minuten.
Gedurende de 2 minuten waarin de projector stand-by staat, draaien beide ventilatoren om de lamp te laten
afkoelen.
Om veiligheidsredenen kan de lamp na het uitzetten 1 minuut lang niet aangezet worden. Verder duurt het nog
1 minuut voordat de STATUS-indicator uit gaat. Als u de projector weer aan wilt zetten, wacht dan totdat de
indicator uit gaat en druk daarna op de POWER-toets.
De luchtuitlaatventilatoren draaien sneller naarmate de temperatuur rond de projector stijgt.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact terwijl de STATUS indicator nog knippert. Het na
gebruik direct ontkoppelen van het netsnoer kan problemen veroorzaken.
De ventilator produceert tijdens het afkoelen een nogal hard geluid. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
De POWER-indicator gaat nu uit.
Wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact haalt terwijl nog niet alle ventilatoren stilstaan of terwijl
de lamp nog brandt, laat de projector dan 10 minuten afkoelen in uitgeschakelde toestand. Druk daarna op de
POWER-toets om de lamp weer aan te zetten. Mocht de lamp niet meteen aan gaan, druk dan nog eens twee
of drie keer op de POWER-toets. Als de lamp nog steeds niet aan gaat, vervang hem dan.
Plaats de lensdop ter bescherming tegen stof weer op de lens.
12.
13.
14.
15.
OFF ( ) toets
Bekijken van videobeelden (vervolg)
Pas het formaat aan met de toets W of X.
Als u op de ENTER-toets drukt terwijl “ZOOM” wordt weergegeven, kunt u de aanpassing instellen op FAST
of STEP. Als FAST is geselecteerd, wordt de zoom met de toetsen W en X in grote stappen aangepast, en als
STEP is geselecteerd in kleine stappen.
Druk op de LENS SHIFT toets. In het midden van het scherm verschijnt het LENS SHIFT-menu.
Druk op de toets S of T om de verticale positie van het weergegeven beeld aan te passen.
Indien de projector niet loodrecht op het scherm kan worden geplaatst, moet u de projectiehoek instellen. (Zie
bladzijde 10.)
Herhaal indien nodig stap 3 t/m 4 en stap 8 t/m 11.
Stoppen van het projecteren:
9.
10.
11.
NE-20
Bekijken van videobeelden (vervolg)
Instellen van de aspectratio
U kunt de aspectratio voor het video-ingangssignaal (oftewel, de ratio tussen de breedte en hoogte van beelden) veranderen.
Verander de instelling in overeenstemming met het soort video-ingangssignaal.
: Signaalgrootte : Beeldgebied
Instelling
Oorspronkelijk beeldformaat
4:3 16:9 ZOOM1 ZOOM2 STRETCH
ANAMORPHIC1 ANAMORPHIC2
Aspectratio
verandert
afhankelijk van
ingangssignaal.
Beeld wordt
verbreed tot 16:9
en boven en onder
ingedrukt.
Cinemascopebeeld
wordt vergroot en
weergegeven met
ondertiteling.
Vistabeeld wordt
vergroot en
weergegeven met
ondertiteling.
Beeld wordt
vergroot tot 16:9
maar in het midden
blijft de aspectratio
gelijk.
Deze modus is
geschikt voor het
weergeven van
beelden met een
verhouding van
2,35:1 met de
anamorfi sche lens.
Deze modus is
geschikt voor het
weergeven met de
anamorfi sche lens
van beelden met
een verhouding
van 16:9 of 4:3
en beelden die
van een computer
worden ingevoerd.
4:3 beeld
(480i, 576i,
480p, 576p
en PC)
480i, 576i,
480p, 576p
PC-signaal
Ingedrukt 4:3
(480i, 576i,
480p, 576p)
4:3
Cinemascope
(480i, 576i,
480p, 576p)
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
4:3 Vista-
beeld
(480i, 576i,
480p, 576p)
16:9 beeld
(720p, 1080i,
1080p)
2,35:1 beeld
De zwart-omringde lijsten zijn de aanbevolen functies.
Wanneer ASPECT ingesteld is op AUTO, wordt afhankelijk van het ingangssignaal automatisch de optimale
aspectratio gekozen.
Wanneer ASPECT ingesteld is op ZOOM1, ZOOM2 of ANAMORPHIC1 kan de weergavepositie veranderd worden
met de toetsen S of T op de afstandsbediening.
De opties OVER SCAN- in het menu SIGNAL zijn niet beschikbaar in de modus STRETCH.
Het weergavepatroon verandert met de instelling van SCREEN SIZE in het IMAGE-menu. De tabel hierboven geldt
voor de situatie “16:9”.
Deze projector is uitgerust met een functie om de aspectratio te veranderen. Als u een aspectratio kiest die niet
overeenkomt met die van het ingangssignaal, dan kunnen randen van het beeld onzichtbaar blijven of vervormen.
Indien u bij het bekijken van video-opnamen de volledige intentie van de makers wilt zien, is het aan te bevelen de
aspectratio niet te veranderen.
Het op openbare plaatsen, zoals in of buiten winkels en hotels, voor zakelijke of andere doeleinden projecteren
van beelden die zijn samengedrukt of vergroot door verandering van de aspectratio, kan een inbreuk betekenen
op de bescherming volgens het auteursrecht.
Wanneer SCREEN SIZE van ADVANCED MENU onder het IMAGE menu wordt ingesteld op CINEMA SCOPE
(2.35:1), dan zijn STRETCH, ANAMORPHIC1 en ANAMORPHIC2 onder ASPECT niet beschikbaar.
NE-21
Veranderen van de instellingen:
Met de afstandsbediening:
Druk op de ASPECT toets.
Met iedere druk op de ASPECT-toets verandert de aspectratiofunctie van AUTO naar 4:3, naar 16:9, naar
ZOOM1, naar ZOOM2, naar STRETCH, naar ANAMORPHIC1, naar ANAMORPHIC2, en terug naar AUTO.
Sommige modi zijn niet beschikbaar bij bepaalde signalen.
Met het FEATURE menu:
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het FEATURE menu op.
Kies ASPECT door op de S of T toets te drukken.
Kies de gewenste aspectratio door op de W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Belangrijk:
Indien een 4:3 beeld langdurig werd getoond voordat een 16:9 beeld wordt geprojecteerd, zijn er mogelijk
schijnbeelden van de zwarte balken op het 16:9 beeld.
(Zie bladzijde 41.)
1.
1.
2.
3.
4.
FE A TURE
AUTO
opt.
ASPECT
A V MEMO R Y 1
Bekijken van videobeelden (vervolg)
NE-22
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
CR
PB/
CB
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
TRIGGER
2
1
A. Aansluiten van de projector met een computer.
Voorbereiding:
Controleer dat de stroom van de projector en van de computer is uitgeschakeld.
Indien u de projector met een desktop-computer verbindt, moet u de RGB-kabels die met de monitor zijn
verbonden, ontkoppelen.
Verbind de stekker van het ene uiteinde van de bijgeleverde
RGB-kabel met de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO
IN aansluiting van de projector.
Verbind het andere uiteinde van de RGB-kabel met de
monitoraansluiting van de computer.
Extra apparatuur, bijvoorbeeld een conversiestekker en
een analoge RGB-uitgangs-adapter, zijn afhankelijk van het
type computer, mogelijk vereist.
Voor het bekijken van beelden van een analoogaangesloten
computer, moet u op de COMPUTER toets van de
afstandsbediening drukken.
1.
2.
Schakel de stroom van de projector eerst in en schakel pas daarna de computer in.
Extra apparatuur, bijvoorbeeld een conversiestekker en een analoge RGB-uitgangs-adapter, zijn afhankelijk van
het type computer, mogelijk vereist.
De kwaliteit van de geprojecteerde beelden is mogelijk slechter indien u lange kabels gebruikt.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de aangesloten apparatuur.
Afhankelijk van het type computer, kunnen beelden mogelijk niet correct worden geprojecteerd.
Raadpleeg uw leverancier voor details aangaande het aansluiten.
Opmerking over DDC
De aansluiting COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN van deze projector voldoet aan de norm DDC1/2B en
de aansluitingen HDMI IN-1 en HDMI IN-2 voldoet aan de norm DDC2B. Indien een computer die deze norm
ondersteunt met deze aansluiting wordt verbonden, zal de computer automatisch informatie van de projector ophalen
en zich voorbereiden op het afgeven van geschikte beelden.
Nadat u een computer die deze norm ondersteunt aangesloten heeft met deze aansluiting, steek dan eerst de
stekker van de projector in het stopcontact en start dan de computer op.
B. Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer aan op de wijze zoals beschreven in “Bekijken van videobeelden”. (Zie bladzijde 17.)
Naar
monitoraansluiting
COMPUTER IN/
COMPONENT VIDEO IN
RGB-kabel
Bekijken van computerbeelden
NE-23
Controleer dat de POWER indicator rood oplicht.
Werd de projector de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, dan begint de
ventilator mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft
gestoken. (De STATUS indicator knippert groen.) Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets
drukken zodat de POWER indicator oplicht.
Druk op de POWER toets van de projector of op de ON ( I ) toets van de afstandsbediening.
Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden.
De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en
probeer het opnieuw.
Bedek de lens niet met de lensdop wanneer de lamp brandt. Verwijder de aluminiumstrook in de lensdop niet.
Nadat u op de POWER-toets heeft gedrukt, kan het beeld fl ikkeren voordat de lamp stabiel wordt. Dit is geen
storing van deze projector.
Ongeacht de instelling van LAMP MODE, wordt de lampmodus STANDARD standaard geactiveerd telkens
wanneer de projector wordt ingeschakeld. Als de instelling voor LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert
de lampmodus ongeveer één minuut na inschakeling van STANDARD in LOW.
Als u op de POWER-toets drukt, begint de projector met opwarmen. Tijdens het opwarmen kunnen beelden te
donker zijn en kunt u geen opdrachten geven.
Als de STATUS-indicator rood knippert, betekent dit dat de lamp binnenkort aan vervanging toe is. Vervang de
lamp indien de STATUS-indicator rood knippert. (Zie bladzijde 43.)
Druk op de ZOOM/FOCUS toets op de projector of op de afstandsbediening, zodat “FOCUS” wordt weergegeven.
Pas de beeldkwaliteit aan met de toets W of X.
Als u op de ENTER-toets drukt terwijl “FOCUS” wordt weergegeven, kunt u de aanpassing instellen op FAST
of STEP. Als FAST is geselecteerd, wordt de focus met de toetsen W en X in grote stappen aangepast, en als
STEP is geselecteerd in kleine stappen.
Kies een ingangsbron.
Druk op HDMI/COMPUTER op de projector, of op COMPUTER op de afstandsbediening om COMPUTER te
selecteren.
Door iedere druk op de HDMI/COMPUTER-toets van de projector wordt afwisselend COMPUTER, HDMI1 en
HDMI2 als ingangsbron gekozen.
Her duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type
ingangssignaal en duidt dus niet op een defect.
Afhankelijk van het type ingangssignaal, worden beelden mogelijk niet op de juiste positie getoond. Druk in dat
geval op de AUTO POSITION toets. (Zie bladzijde 24.)
De projector selecteert automatisch het juiste signaalformaat. (Het signaalformaat dat is geselecteerd, wordt in
het INFORMATION menu getoond.)
U kunt geen andere ingangsbron selecteren terwijl het menu wordt geprojecteerd.
Indien u COMPUTER als bron kiest, kunnen de beelden die van de computer komen mogelijk fl ikkeren. Druk in
dat geval op de toets W of X op de afstandsbediening om het fl ikkeren te verminderen. (Fijnafstelling)
Stel de positie van de projector in voor een juiste projectie-afstand, waarmee de beelden met het juiste formaat
kunnen worden getoond.
Stel de positie van de projector in zodat de projector en het scherm loodrecht ten opzichte van elkaar zijn. (Zie
bladzijde 10.)
Druk op de ZOOM/FOCUS toets op de projector of op de afstandsbediening, zodat “FOCUS” verschijnt. Druk
vervolgens opnieuw op de toets, zodat “ZOOM” verschijnt.
Pas het formaat aan met de toets W of X.
Als u op de ENTER-toets drukt terwijl “ZOOM” wordt weergegeven, kunt u de aanpassing instellen op FAST
of STEP. Als FAST is geselecteerd, wordt de zoom met de toetsen W en X in grote stappen aangepast, en als
STEP is geselecteerd in kleine stappen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
C. Projecteren van beelden
Voorbereiding:
Verwijder de lensdop.
Schakel de stroom van de aangesloten computer in.
COMPUTER toets
POWER toets
ON ( I ) toets
Bekijken van computerbeelden (vervolg)
ZOOM/FOCUS
toets
ZOOM/FOCUS toets
LENS SHIFT toets
LENS SHIFT toets
HDMI/
COMPUTER toets
NE-24
Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening.
Er verschijnt een bevestigingsmelding.
Voor het annuleren van het stoppen, doet u even niets of drukt u op de MENU toets.
Druk nogmaals op de POWER toets van de projector of op de OFF (
) toets van de afstandsbediening.
De lamp dooft en de projector schakelt in de standbyfunctie. De STATUS indicator knippert groen.
Wacht ongeveer 2 minuten.
Gedurende de 2 minuten waarin de projector stand-by staat, draaien beide ventilatoren om de lamp te laten
afkoelen.
Om veiligheidsredenen kan de lamp na het uitzetten 1 minuut lang niet aangezet worden. Verder duurt het nog
1 minuut voordat de STATUS-indicator uit gaat. Als u de projector weer aan wilt zetten, wacht dan totdat de
indicator uit gaat en druk daarna op de POWER-toets.
De luchtuitlaatventilatoren draaien sneller naarmate de temperatuur rond de projector stijgt.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact terwijl de STATUS indicator nog knippert. Het na
gebruik direct ontkoppelen van het netsnoer kan problemen veroorzaken.
De ventilator produceert tijdens het afkoelen een nogal hard geluid. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
De POWER-indicator gaat nu uit.
Wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact haalt terwijl nog niet alle ventilatoren stilstaan of terwijl
de lamp nog brandt, laat de projector dan 10 minuten afkoelen in uitgeschakelde toestand. Druk daarna op de
POWER-toets om de lamp weer aan te zetten. Mocht de lamp niet meteen aan gaan, druk dan nog eens twee
of drie keer op de POWER-toets. Als de lamp nog steeds niet aan gaat, vervang hem dan.
Plaats de lensdop ter bescherming tegen stof weer op de lens.
12.
13.
14.
15.
AUTO POSITION toets
Bekijken van computerbeelden (vervolg)
POWER toets
OFF (
) toets
AUTO POSITION toets
Indien verbonden met een notebook-computer:
Beelden worden onder bepaalde omstandigheden niet geprojecteerd indien u de projector met een
notebookcomputer heeft verbonden. U moet de computer in dat geval zodanig instellen dat deze signalen extern kan
uitvoeren. De procedure voor het instellen verschilt afhankelijk van het type computer dat u heeft. Zie derhalve de
gebruiksaanwijzing van uw computer.
Voorbeeld voor het instellen van externe uitvoer
Druk op de [Fn] toets en tegelijkertijd op een van de [F1] t/m [F12] toetsen. (De te gebruiken toets is afhankelijk van
het type computer dat u heeft.)
AUTO POSITION toets
Indien het beeld van de computer niet in de juiste positie wordt getoond, moet u de volgende handelingen uitvoeren.
Toon een helder beeld (bijvoorbeeld een volledig-schermbeeld van de prullenbak).
Schakel de screensaver uit, indien geactiveerd.
Druk op de AUTO POSITION toets.
De projector maakt automatisch de optimale instellingen voor het ingangssignaal.
Indien het beeld na herhaaldelijk drukken op de AUTO POSITION toets nog niet in de juiste positie wordt
getoond, moet u de instellingen in het SIGNAL menu veranderen zodat de beelden wel juist kunnen worden
getoond. (Zie bladzijde 34.)
Het beeld is mogelijk nog niet in de juiste positie indien u deze procedure met een donker beeld heeft uitgevoerd.
1.
2.
3.
Druk op de LENS SHIFT toets. In het midden van het scherm verschijnt het LENS SHIFT-menu.
Druk op de toets S of T om de verticale positie van het weergegeven beeld aan te passen.
Indien de projector niet loodrecht op het scherm kan worden geplaatst, moet u de projectiehoek instellen. (Zie
bladzijde 10.)
Herhaal indien nodig stap 3 t/m 4 en stap 8 t/m 11.
Stoppen van het projecteren:
10.
11.
NE-25
Menubediening
Er wordt geen menu getoond indien er geen signalen naar de projector worden gestuurd.
IMAGE GAMMA MODE AUTO, SPORTS, VIDEO, CINEMA
USER1
REFERENCE SPORTS, VIDEO, CINEMA
USER2
ADJUST MODE
ALL, RED, GREEN, BLUE
CONTRAST ±30 HIGH ±10(R) ±10(G) ±10(B)
BRIGHTNESS ±30 MID ±10(R) ±10(G) ±10(B)
COLOR TEMP.
HIGH BRIGHTNESS
LOW ±10(R) ±10(G) ±10(B)
COOL
REFERENCE
COOL, MEDIUM, WARM
MEDIUM
CONTRAST R ±60
WARM
CONTRAST G ±60
USER
CONTRAST B ±60
BRIGHTNESS R ±60
COLOR ±10
BRIGHTNESS G ±60
TINT ±10
BRIGHTNESS B ±60
SHARPNESS *1 ±10
ADVANCED MENU
OK
SCREEN SIZE 16:9, CINEMA SCOPE(2.35:1)
AV MEMORY SAVE
AV MEMORY1
VERTICAL LOCATION ±26
AV MEMORY2
AUTO IRIS AUTO 1-5
AV MEMORY3
OFF
TRNR *9 0 - 15
MNR *9 0 - 15
BAR *9 ON , OFF
CTI *1 0 - 5
INPUT LEVEL
±5
(for analog signal input)
AUTO, ENHANCED, NORMAL
(for digital signal input)
*10
INSTALLATION KEYSTONE ±15
LAMP MODE STANDARD, LOW
AUTO POWER ON ON , OFF
AUTO POWER OFF OFF, 5, 10, 15, 30, 60min
SPLASH SCREEN ON , OFF
BACK COLOR BLUE, BLACK
IMAGE REVERSE OFF, MIRROR, INVERT, MIRROR INVERT
TRIGGER OUT ON , OFF ZOOM/FOCUS LOCK ON, OFF
TEST PATTERN
CROSS HATCH , WHITE , BLACK
LENS SHIFT LOCK ON, OFF
LENS LOCK
OK
LENS SHIFT RESET
OK
FEATURE ASPECT AUTO, 4:3, 16:9, ZOOM1, ZOOM2, STRETCH, ANAMORPHIC1, ANAMORPHIC2 *4
PASSWORD FUNCTION
DISPLAY INPUT , MENU ACCESS
LOCK
OK
MENU POSITION
1 (Upper left), 2(Lower right)
UNLOCK
OK
MENU DIMMER ON, OFF
CINEMA MODE *2 AUTO, VIDEO, FILM
VIDEO SIGNAL *3 AUTO, NTSC , PAL , SECAM, 4.43NTSC, PAL-M, PAL-N, PAL-60
SETUP *1 AUTO, OFF, 3.75%, 7.5%
SCART INPUT *8 ON, OFF
LANGUAGE
, English, Español, Deutsch, Français, Italiano, , , , PORTUGUÊS
RESET ALL
OK
SIGNAL HORIZ.POSITION *6 0 - 999 *4
VERT.POSITION *6 0 - 999 *4
FINE SYNC. *5, *6 0 - 31
TRACKING *1, *5, *6 0 - 9999 *4
COMPUTER INPUT
*5
AUTO, RGB, YC
B
C
R
/ YP
B
P
R
OVER SCAN 100 - 90% *4
HOLD *5, *6 OFF BEGIN 0 - 99
ON
END 0 - 99
USER
OK
CLAMP POSITION
*5, *6 1- 255 *4
CLAMP WIDTH
*5, *6 1- 63 *4
INFORMATION LAMP TIME(LOW)
VERT.SYNC AUTO, OFF
INPUT
LPF *5, *6, *7 ON, OFF
RESOLUTION
SHUTTER(U) 0 - 32
VERTICAL FREQUENCY
SHUTTER(L) 0 - 32
HORIZONTAL FREQUENCY
SHUTTER(LS) 0 - 95
SYNC. TYPE *5, *6
SHUTTER(RS) 0 - 95
* 1: Niet beschikbaar met bepaalde signalen.
* 2: Uitsluitend beschikbaar indien het ingangssignaal TV50, TV60, 480i, 576i, 1080i is.
* 3: Alleen beschikbaar voor het ingangssignaal op de VIDEO IN- of de S-VIDEO IN-aansluiting.
* 4: Het instelbereik verschilt afhankelijk van de ingangssignalen.
* 5: Niet beschikbaar indien het ingangssignaal van de VIDEO IN- of de S-VIDEO IN-aansluiting komt.
* 6: Niet beschikbaar indien het ingangssignaal van de HDMI IN-aansluiting komt.
* 7: Uitsluitend beschikbaar indien het ingangssignaal 480i, 480p, 576i, 576p is.
* 8: Alleen beschikbaar voor het ingangssignaal op de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN-aansluiting.
* 9: Alleen beschikbaar bij een ingangssignaal van het type 480i, 480p, 576i, 576p, TV60 of TV50.
*
10
: Alleen beschikbaar als RGB-output werd geselecteerd bij de signaalbron.
NE-26
Instellen van de menu’s:
Hieronder wordt als voorbeeld het instellen van AUTO
POWER OFF beschreven.
Druk op de MENU toets.
IMAGE
opt.
AV MEMORY 1
Druk op de W of X toets om het gewenste menu te
kiezen.
INS T ALL A TION
opt.
A V MEMO R Y 1
Druk op de ENTER toets (of T toets).
opt.
AV MEMORY 1
INSTALLATION
KEYSTONE 0
1.
2.
3.
1. IMAGE menu
FUNCTIE INSTELLING WERKING
GAMMA MODE AUTO
De juiste gammamodus wordt automatisch
geselecteerd op basis van het ingangssignaal.
De standaardinstelling is AUTO.
CONTRAST
IMAGE
0
BRIGHTNESS 0
0
COLOR
OK
MEDIUM
0
TINT
0SHARPNESS
COLOR TEMP.
ADVANCED MENU
opt.
AUTOGAMMA MODE
AV MEMORY 1
AV MEMORY
SAVE
AV MEMORY1
SPORTS Dit is een heldere modus, geschikt voor het
bekijken van sportbeelden.
VIDEO Dit is een standaard modus, geschikt voor
het bekijken van videobeelden e.d.
CINEMA
Deze modus is voor het bekijken van speelfi lms
in gedempt licht, zoals in een bioscoop.
USER1 /
USER2
Kies dit om de gammacurve aan te passen.
(Zie bladzijde 33.)
CONTRAST ±30
Voor het instellen van het contrast van het
geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 31.)
BRIGHTNESS ±30
Voor het instellen van de helderheid van het
geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 31.)
COLOR TEMP. 5 opties Voor het instellen van de kleurtemperatuur. (Zie bladzijde 32.)
COLOR ±10
U kunt de “verzadiging” van de kleur van het geprojecteerde beeld instellen. (Zie bladzijde 31.)
TINT ±10 Voor het instellen van de tint van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 31.)
SHARPNESS ±10
Voor het instellen van de scherpte van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 31.)
ADVANCED MENU
SCREEN SIZE 2 opties Kies overeenkomstig de schermafmetingen.
VERTICAL LOCATION
±26 Hiermee past u de positie (hoogte) van het geprojecteerde beeld aan.
AUTO IRIS AUTO / OFF
Kies de bedieningsstand voor de auto-iris. (Zie bladzijde 32.)
TRNR 0 - 15 Hiermee vermindert u willekeurige ruis.
(Zie bladzijde 33.)
MNR 0 - 15 Hiermee vermindert u digitale ruis (mosquito noise).
(Zie bladzijde 33.)
BAR ON / OFF Hiermee vermindert u blokruis.
(Zie bladzijde 33.)
CTI 0 - 5 Hiermee corrigeert u kleurvlakken met vegen aan de randen.
INPUT LEVEL ±5
Voor invoer van een analoog signaal: Het ingangsniveau van het videosignaal is
afhankelijk van het aangesloten apparaat. Een hoog ingangsniveau veroorzaakt effen wit
in het weergegeven beeld. Door een laag ingangsniveau wordt het weergegeven beeld
donker. Met dit menu past u het ingangsniveau van een analoog videosignaal aan.
AUTO /
ENHANCED /
NORMAL
Voor invoer van een digitaal signaal:
AUTO: De juiste instelling wordt automatisch geselecteerd.
ENHANCED: Selecteer dit wanneer effen zwart verschijnt.
NORMAL: Selecteer dit wanneer grijsachtig zwart verschijnt.
(Zie pagina 16.)
AV MEMORY SAVE
3 opties
Selecteer het AV MEMORY waarin u de huidige instellingen wilt opslaan. (Zie bladzijde 30.)
Met de AV Memory-functie kunt u voor iedere ingang maximaal 3 instelpatronen voor het IMAGE-menu opslaan. (Zie
bladzijde 30.)
INPUT LEVEL is niet beschikbaar wanneer het digitale signaal afkomstig is van de YC
B
C
R
/YP
B
P
R
-aansluiting van het
aangesloten apparaat.
Beschikbare instellingen met de menu’s
Stel de volgende functies met de overeenkomende menu’s in.
Druk op de S of T toets om een in te stellen
functie te kiezen.
OFF
AUTO POWER
ON
OFF
AUTO POWER
OFF
Stel de gekozen functie in door op de W of X toets
te drukken.
30 min
AUTO POWER
ON
OFF
AUTO POWER
OFF
Annuleren van het menu:
Druk zo vaak als nodig op de MENU toets.
Belangrijk:
Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact indien de MENU toets niet werkt.
Wacht ongeveer 10 minuten en steek de stekker
weer in het stopcontact en probeer opnieuw.
Druk op de ENTER toets na het kiezen van functies
die met een zijn gemarkeerd.
4.
5.
6.
Menubediening (vervolg)
1. IMAGE menu
NE-27
2. INSTALLATION menu
FUNCTIE INSTELLING WERKING
KEYSTONE ±15 Gebruik dit om verticale afwijkingen te corrigeren.
LAMP MODE STANDARD Selecteer deze optie als u afbeeldingen wilt bekijken in een helder verlichte
ruimte.
LOW Kies voor een lagere intensiteit van de lamp. Het geluid tijdens de werking zal
zachter zijn en de lamp zal langer meegaan.
AUTO POWER ON
ON / OFF Met ON gekozen, gaat de lamp automatisch branden wanneer de stekker
van het netsnoer in een stopcontact wordt gestoken. Kies ON wanneer u de
projector aan het plafond heeft opgehangen.
De projector is in de standbyfunctie wanneer de lamp is uitgeschakeld.
Gebruik de afstandsbediening om de lamp in te schakelen.
AUTO POWER OFF
OFF / 5 - 60min Voor het instellen van de tijdsperiode waarna de projector stand-by wordt
geschakeld indien er geen signalen van een bron worden ontvangen.
SPLASH SCREEN
ON / OFF Kies ON voor het tonen van het splash-scherm wanneer de stroom wordt
ingeschakeld.
BACK COLOR BLUE / BLACK Voor het kiezen van blauw of zwart als kleur van het scherm wanneer er geen
signaal wordt ontvangen.
IMAGE REVERSE
OFF Kies voor het bekijken van beelden vanaf de voorkant met de projector op de
vloer geïnstalleerd.
MIRROR Kies voor het bekijken van beelden vanaf de voorkant met de projector aan het
plafond opgehangen.
INVERT Kies voor het bekijken van beelden op een doorzichtscherm met de projector
op de vloer geïnstalleerd.
MIRROR INVERT Kies voor het bekijken van beelden op een doorzichtscherm met de projector
aan het plafond opgehangen.
TRIGGER OUT ON / OFF Kies ON om het uitgangssignaal (12 V) van de TRIGGER-aansluiting te
activeren wanneer de lamp brandt.
TEST PATTERN
CROSS HATCH
Hiermee kunt u het testpatroon van kruisende lijnen zien.
WHITE
Hiermee kunt u het beeld bekijken bij maximale helderheid.
BLACK
Hiermee kunt u het beeld bekijken bij minimale helderheid.
LENS LOCK
ZOOM/FOCUS LOCK
Hiermee schakelt u FOCUS LOCK en ZOOM LOCK in of uit.
LENS SHIFT LOCK
Hiermee schakelt u LENS SHIFT LOCK in of uit.
LENS SHIFT RESET
Hiermee zet u de positie van de lens terug op de fabrieksinstelling.
Als de optie LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert de lampmodus van STANDARD in LOW ongeveer één
minuut na het inschakelen van het apparaat.
Als de lampmodus wordt omgeschakeld, kan het geprojecteerd fl ikkeren. Dit is geen storing aan het product.
De instelling voor de optie LAMP MODE mag niet te vaak worden gewijzigd.
U kunt het testpatroon annuleren door op een willekeurige knop te drukken.
IMAGE
REVERSE
OFF
OFF
BACK COLOR
OFF
opt.
STANDARDLAMP MODE
A V MEMO R Y 1
LENS LOCK
OK
AUTO POWER
ON
AUTO POWER
OFF
INSTALLATION
TRIGGER OUT
OFF
ON
ON
BLUE
SPLASH
SCREEN
TEST PATTERN
CROSS HATCH
KEYSTONE 0
2. INSTALLATION menu
Menubediening (vervolg)
NE-28
3. FEATURE menu
FE A TURE
AUTO
AUTO
AUTO
opt.
MENU POSITION
CINEMA MODE
VIDEO SIGNAL
?
ASPECT
RESET ALL
English
LANGUAGE
A
Ë
OFF
AUTO
OK
DISPLAY
INPUT
PASSWORD
FUNCTION
1.
MENU DIMMER
A V MEMO R Y 1
SETUP
SCART INPUT
OFF
Menubediening (vervolg)
3. FEATURE menu
FUNCTIE INSTELLING WERKING
ASPECT AUTO Selecteer deze optie om automatisch de breedte-/hoogteverhouding te wijzigen,
afhankelijk van het ingangssignaal.
4:3 Kies voor het projecteren van beelden met een aspectratio van 4:3.
16:9
Kies voor het projecteren van beelden met een aspectratio van 16:9. (Lineair uitgerekt.)
ZOOM1 Kies om beelden van Cinemascopeformaat te vergroten en te projecteren.
ZOOM2 Kies om beelden van Vistaformaat te vergroten en te projecteren.
STRETCH Hiermee kunt u het beeld vergroten tot 16:9 en de beelden projecteren met een
breedte-/hoogteverhouding van 4:3. (Niet-lineair uitgerekt.)
ANAMORPHIC1 Deze modus is geschikt voor het weergeven van beelden met een verhouding van
2,35:1 met de anamorfi sche lens.
Gebruik de toets S of T om de verticale weergave aan te passen.
Deze modus biedt geen ondersteuning voor signalen die van een computer worden
ingevoerd.
ANAMORPHIC2
Deze modus is geschikt voor het weergeven met de anamorfi sche lens van beelden met
een verhouding van 16:9 of 4:3 en beelden die van een computer worden ingevoerd.
PASSWORD FUNCTION
Gebruik voor het activeren of annuleren van de wachtwoord-vergrendeling. Zie
bladzijde 35 voor details.
MENU POSITION
2 opties Voor het veranderen van de plaats van het menu.
MENU DIMMER
ON / OFF Hiermee vermindert u de helderheid van het menu.
CINEMA MODE AUTO
De fi lmfunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer een fi lmbronsignaal wordt
ontvangen.
Selecteer AUTO voor normaal gebruik.
Wanneer het scherm fl ikkert of er kartelingen te zien zijn op schuine lijnen,
selecteert u FILM wanneer het bronsignaal een fi lmbron is of selecteert u VIDEO
voor andere signalen.
VIDEO De fi lmfunctie wordt niet geactiveerd.
FILM Permanent in fi lmmodus.
VIDEO SIGNAL 8 opties Met AUTO gekozen, wordt het juiste videoformaat automatisch op basis van het
ingangssignaal gekozen. Kies het gewenste videoformaat handmatig indien de
beelden niet juist worden getoond.
SETUP AUTO
Selecteer AUTO voor normaal gebruik. Als LANGUAGE niet is ingesteld op
en 480i, 480p of TV60 wordt ingevoerd als signaal, verandert de waarde voor de
optie SETUP automatisch in 7.5%.
OFF Kies voor een lichter zwart.
3.75% / 7.5% Kies voor donkerder zwart.
Als 7.5% wordt gekozen, wordt de helderheid verminderd via annulering van de
set up functie (alleen voor de Verenigde Staten). Kies OFF als het beeld donker is.
SCART INPUT ON / OFF Kies ON als u de projector verbindt met een apparaat dat een SCART-aansluiting
heeft die een RGB-signaal doorgeeft. SCART-aansluitingen worden voornamelijk
in Europa gebruikt. Normaal gesproken kiest u OFF. (Alleen beschikbaar voor het
ingangssignaal op de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN-aansluiting.)
LANGUAGE 10 talen Kies de gewenste taal voor de menu’s.
RESET ALL
OK
Voor het terugstellen van alle menu-instellingen (uitgezonderd PASSWORD en
LANGUES) naar de fabrieksinstellingen.
Wanneer SCREEN SIZE van ADVANCED MENU onder het IMAGE menu wordt ingesteld op CINEMA SCOPE (2.35:1),
dan is STRETCH van ASPECT niet beschikbaar.
Als SCART INPUT op ON staat, worden normale computersignalen niet geprojecteerd.
Gebruik een SCART-BNC of SCART-Mini D-Sub 15-pen kabel (los verkrijgbaar) wanneer u deze projector verbindt met
een AV-apparaat dat een SCART-aansluiting heeft.
Sommige AV-apparaten die een SCART-aansluiting hebben, zijn niet compatibel met deze projector.
Het kan even duren voordat RESET ALL in het FEATURE-menu uitgevoerd is.
NE-29
4. SIGNAL menu 5. USER menu
R G B
R G B
SIGNAL
HORIZ. POSITION 0
VERT. POSITION 0
TRACKING 0
COMPUTER
INPUT
AUTO
FINE SYNC. 0
USER
opt.
OK
ON
HOLD
100%
OVER SCAN
A V MEMO R Y 1
CLAMP
POSITION
USER
1
CLAMP WIDTH 1
LPF OFF
SHUTTER(U) 0
SHUTTER(L) 0
VERT. SYNC AUTO
?
SHUTTER(LS) 0
SHUTTER(RS) 0
Menubediening (vervolg)
4. SIGNAL menu
FUNCTIE INSTELLING WERKING
HORIZ. POSITION
0 - 999 Voor het instellen van de horizontale positie van het geprojecteerde beeld.
VERT. POSITION
0 - 999 Voor het instellen van de vertikale positie van het geprojecteerde beeld.
FINE SYNC. 0 - 31 Voor het minimaliseren van fl ikkeringen of waas tijdens het bekijken van
geprojecteerde beelden.
TRACKING 0 - 9999 Voor het minimaliseren van vertikale, brede strepen tijdens het bekijken van
geprojecteerde beelden.
COMPUTER INPUT
AUTO De juiste instelling wordt automatisch geselecteerd.
RGB Kies deze optie indien u de projector heeft verbonden met “hoog-defi nitie”
video-apparatuur die R, G en B uitgangsaansluitingen heeft.
YC
B
C
R
/ YP
B
P
R
Kies deze optie als u de projector verbindt met een DVD-speler of ander
apparaat met een samengestelde YC
B
C
R
- of YP
B
P
R
-videouitgang.
OVER SCAN 100 - 90% Hiermee past u het weergavegebied van het geprojecteerde beeld aan wanneer
u LD en DVD’s afspeelt.
HOLD
OFF / ON
Voor het instellen van het beeld wanneer het bovenste gedeelte van het scherm
wat trilt.
Er kunnen horizontale strepen in een vergroot geprojecteerde beeld verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op
een defect.
Er is mogelijk wat ruis indien u de horizontale of vertikale positie extreem verandert.
Het instelbereik van de vertikale positie varieert afhankelijk van het soort ingangssignaal. Het beeld blijft mogelijk
op dezelfde positie, ook al verandert u de waarde. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Als u de OVERSCAN-instelling vergroot terwijl u videobeelden bekijkt, kan storing op het scherm verschijnen.
Verklein in dat geval de OVERSCAN-instelling.
5. USER menu
FUNCTIE INSTELLING WERKING
CLAMP POSITION
1 - 255 Voor het corrigeren van het solide wit of solide zwart van het geprojecteerde
beeld.
CLAMP WIDTH 1 - 63 Voor het corrigeren van het solide zwart van het geprojecteerde beeld.
VERT.SYNC AUTO / OFF Het beeld aanpassen als de bewegingen niet soepel verlopen. Selecteer AUTO
voor normaal gebruik.
LPF ON / OFF Gebruik deze optie om te selecteren of u de LPF al dan niet wilt inschakelen.
SHUTTER(U) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk boven aan het beeld weergeven.
SHUTTER(L) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk onder aan het beeld weergeven.
SHUTTER(LS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de linkerkant van het beeld weergeven.
SHUTTER(RS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de rechterkant van het beeld weergeven.
NE-30
6. INFORMATION menu
Menubediening (vervolg)
INFORMATION
opt.
LAMP TIME(LOW)
INPUT
RESOLUTION
VERTICAL
FREQUENCY
HORIZONTAL
FREQUENCY
SYNC. TYPE 5wire
60.02 KHz
75.04 Hz
1024X768
COMPUTER
0 H
R G
H V
B
6. INFORMATION menu
FUNCTIE BESCHRIJVING
LAMP TIME(LOW) De bedrijfstijd (aantal branduren) van de lamp, berekend op basis van de instelling
LOW voor LAMP MODE.
Wanneer de LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, is de weergegeven
bedrijfsduur langer dan de werkelijke bedrijfsduur van de lamp. (Zie bladzijde 36
voor het interval voor vervanging van de lamp.)
Wanneer het aantal branduren van de lamp tussen 0 en 10 uren ligt, wordt “0H”
getoond. Bij meer dan 10 branduren wordt het werkelijke aantal branduren
getoond.
Wanneer het aantal van 3750 branduren wordt bereikt, dan wordt de balk geel.
Wanneer het aantal van 4750 branduren wordt bereikt, wordt de balk rood.
INPUT De naam van de aansluiting waarnaar het momenteel geprojecteerde videosignaal
wordt verstuurd.
RESOLUTION De resolutie van het momenteel geprojecteerde videosignaal.
VERTICAL FREQUENCY De verticale frequentie van het momenteel geprojecteerde videosignaal.
HORIZONTAL FREQUENCY De horizontale frequentie van het momenteel geprojecteerde videosignaal.
SYNC. TYPE Het type synchronisatiesignaal voor het momenteel geprojecteerde videosignaal.
AV-geheugen
Voor iedere ingangsbron kunt u maximaal 3 patronen met instellingen voor de beeldkwaliteit opslaan.
De instellingen opslaan
Stel de opties van het menu IMAGE in.
De opties kunnen tevens worden ingesteld met behulp van de knoppen voor aanpassing van de beeldkwaliteit
op de afstandsbediening.
Druk op de S of T toets om AV MEMORY SAVE te selecteren.
Druk op de W of X toets om AV MEMORY (1, 2 of 3) waar de instellingen moeten worden opgeslagen, te
selecteren.
Druk op de ENTER toets.
De opgeslagen instellingen voor de beeldkwaliteit activeren
Druk op de AV MEMORY toets om de opgeslagen instelling op te roepen.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt in instellingen die u heeft geladen, dan blijven de wijzigingen van kracht maar
worden niet in het AV MEMORY opgeslagen totdat een AV MEMORY SAVE wordt uitgevoerd.
Als van invoerbron wordt veranderd, wordt de als laatste geselecteerde instelling voor het AV-geheugen
geactiveerd.
Als RESET ALL in het menu FEATURE wordt geselecteerd, worden alle instellingen van het AV-geheugen gewist.
1.
2.
3.
4.
1.
NE-31
Instellen van de helderheid (CONTRAST en BRIGHTNESS):
U kunt de helderheid van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies CONTRAST of BRIGHTNESS door op de S of T toets te drukken.
Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
CONTRAST
Kies voor het instellen van het contrast van het beeld. Door iedere druk op de X toets wordt het beeld helderder met
een scherper contrast. Door iedere druk op de W toets wordt het beeld donkerder met een zwakker contrast.
BRIGHTNESS
Door iedere druk op de X toets wordt het beeld helderder. Door iedere druk op de W toets wordt het beeld
donkerder.
Instellen van de kleur (COLOR en TINT):
U kunt de kleur van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies COLOR of TINT door op de S of T toets te drukken.
Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
COLOR
U kunt de “verzadiging” van de kleur van het geprojecteerde beeld instellen. Door iedere druk op de X toets wordt de
kleur intenser. Door iedere druk op de W toets wordt de kleur lichter.
TINT
U kunt de tint van het geprojecteerde beeld aanpassen. Door iedere druk op de X toets wordt het beeld wat groener.
Door iedere druk op de W toets wordt het beeld wat roder.
Verscherpen of verzachten van het geprojecteerde beeld (SHARPNESS):
U kunt de scherpte van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies SHARPNESS door op de S of T toets te drukken.
Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
Instellen van geprojecteerde beelden
NE-32
Instellen van de kleurtemperatuur (COLOR TEMP.):
U kunt een reeds vastgelegde kleurtemperatuur (wit-toon) met gebruik van het menu instellen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies COLOR TEMP. door op de S of T toets te drukken.
Kies de gewenste kleurtemperatuur door op de W of X toets te drukken.
De kleurtemperatuur van elke optie is als volgt:
COOL: ca. 9300K, MEDIUM: ca. 6500K (D65), WARM: ca. 5800K.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Instellen van de kleurtemperatuur (zelf de kleurtemperatuur samenstellen):
Voor het zelf bepalen (en vastleggen) van de kleurtemperatuur, moet u de volgende procedure uitvoeren.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Kies COLOR TEMP. van het IMAGE menu.
Druk op de W of X toets om USER te kiezen.
Druk op de ENTER toets.
Druk op de S of T toets om REFERENCE te kiezen.
Gebruik de W en X toetsen om een kleurtemperatuur te kiezen.
In het algemeen kiest u uit de vooraf ingestelde kleurtemperaturen de
kleurtemperatuur die u het meest bevalt.
Druk op de S of T toets om de gewenste functie te kiezen.
Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen.
Herhaal stappen 6 en 7 voor het optimaal instellen.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Activeren van de vastgelegde kleurtemperatuur:
Kies USER door op de COLOR TEMP. toets van de afstandsbediening te drukken.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
1.
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg)
Meer over de kleurtemperatuur
Er zijn verschillende soorten wit. Deze verschillen komen tot uitdrukking in de kleurtemperatuur: Wit met
een lage temperatuur krijgt een rode tint, en wit met een hoge temperatuur krijgt een blauwe tint. U kunt de
kleurtemperatuur bijvoorbeeld op de volgende manieren wijzigen:
Verhogen van de kleurtemperatuur: Verhoog CONTRAST B (blauw) en verlaag CONTRAST R (rood).
Verlagen van de kleurtemperatuur: Verlaag CONTRAST B (blauw) en verhoog CONTRAST R (rood).
Indien u CONTRAST R, G en B alle een negatieve waarde geeft, dan is de oorspronkelijke helderheid van het
beeld niet te behalen, zelfs niet als u voor CONTRAST in het IMAGE-menu het maximum instelt.
CONTRAST R
COLOR TEMP. - USER
0
CONTRAST G 0
BRIGHTNESS G 0
BRIGHTNESS B 0
CONTRAST B 0
BRIGHTNESS R 0
REFERENCE MEDIUM
Om geprojecteerde beelden optische lichter of donkerder te maken (AUTO IRIS):
Het diafragma is een functie voor het optisch instellen van het contrast door de opening van de lamp te openen of te
sluiten. Deze projector is uitgerust met de volgende 5 standen voor instelling van het diafragma.
AUTO
Het diafragma wordt automatisch aangepast, afhankelijk van het geprojecteerde beeld.
In de AUTO-stand wordt de helderheid in donkere scènes in 5 niveaus aangepast, van 1 tot 5. (Hoe hoger de waarde,
hoe helderder het beeld. Kies normaal 1.)
Deze stand werkt ook goed als de helderheid van de getoonde beelden na langdurig gebruik van de lamp minder
wordt.
OFF
Het diafragma blijft volledig open.
NE-33
De mate van helderheidsverandering instellen (GAMMA MODE):
U kunt met het menu een vooraf ingestelde gammamodus kiezen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies GAMMA MODE door op de S of T toets te drukken.
Kies de gewenste gamma instelling door op W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
De oorspronkelijke mate van helderheidsverandering instellen (Zelf de gammamodus bepalen):
Om de gammamodus van uw voorkeur in te stellen (en vast te leggen) voert u de volgende procedure uit.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Kies GAMMA MODE in het IMAGE-menu.
Druk op toets W of X om USER1 of USER2 te kiezen.
Druk op de ENTER toets.
Druk op de S of T toets om REFERENCE te kiezen.
Druk op toets W of X om de basis-gammacurve te kiezen.
In het algemeen kiest u uit de vooraf ingestelde gammacurve de curve die
het meest uw voorkeur heeft.
Druk op de S of T toets om ADJUST MODE te selecteren.
Druk op de W of X om de gammacurve (ALL, RED, GREEN of BLUE) in te stellen.
Selecteer of u RED, GREEN en BLUE gezamenlijk of afzonderlijk wilt instellen.
Druk op de S of T toets om de gewenste functie te kiezen.
HIGH : Hiermee kunt u de gradatie van de lichte beelden aanpassen. (De getoonde waarden komen,
van links naar rechts, respectievelijk overeen met RED, GREEN en BLUE.)
MID : Hiermee kunt u de gradatie van de beelden met gemiddelde helderheid aanpassen. (De
getoonde waarden komen, van links naar rechts, respectievelijk overeen met RED, GREEN en
BLUE.)
LOW : Hiermee kunt u de gradatie van de donkere beelden. (De getoonde waarden komen, van links
naar rechts, respectievelijk overeen met RED, GREEN en BLUE.)
Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen.
Herhaal stappen 6 - 9 voor het optimaal instellen.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Activeren van de vastgelegde gammamodus:
Kies USER1 of USER2 door op de toets GAMMA van de afstandsbediening te drukken.
Bij sommige beelden is een verandering in de helderheid mogelijk moeilijk waar te nemen.
Ruisonderdrukking
Deze projector is uitgerust met de volgende functies voor ruisonderdrukking.
Deze functies werken echter niet bij ingangssignalen van het type 720p, 1080i en 1080p en bij signalen die van een
computer afkomstig zijn.
TRNR (recursieve temporele ruisonderdrukking)
Reduceert willekeurig optredend ruis in geprojecteerde beelden.
Stel het reductieniveau in met behulp van de W of X toets.
MNR (gibb-effect of ‘mosquito noise’ reductie)
Reduceert het Gibb-effect dat rondom scherpe randen in DVD-beelden kan verschijnen.
Stel het reductieniveau in met behulp van de W of X toets.
BAR (blokruisreductie)
Reduceert blokruis of mozaïekachtige patronen die in DVD-beelden kunnen verschijnen.
Schakel deze functie in met behulp van de W of X toets.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
1.
REFERENCE
GAMMA MODE - USER1
VIDEO
0
0
0
0
0
0
HIGH
MID
LOW
ALL
ADJUST MODE
0
0
0
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg)
NE-34
Deze projector projecteert videosignalen van een computer automatisch op de juiste wijze. Afhankelijk van het
type computer worden bepaalde videosignalen echter mogelijk niet geprojecteerd. Druk in dat geval op de AUTO
POSITION toets. (Zie bladzijde 24.) U moet instellingen met het SIGNAL menu maken indien het signaal vervolgens
nog niet juist worden geprojecteerd.
Instellen van het van een computer ontvangen beeld met gebruik van het menu:
Voer voor de volgende problemen de overeenkomende volgende procedures uit.
Er verschijnen brede strepen. ........................................Stel TRACKING van het SIGNAL menu in.
Het geprojecteerde beeld fl ikkert.
Het geprojecteerde beeld is wazig. ...............................Stel FINE SYNC. van het SIGNAL menu in.
Het geprojecteerde beeld is niet in de juiste horizontale positie.
......Stel HORIZ.POSITION van het SIGNAL menu in. Door iedere
druk op de W toets verplaatst het beeld naar links. Door iedere
druk op de X toets verplaatst het beeld naar rechts.
Het geprojecteerde beeld is niet in de juiste vertikale positie.
.........Stel VERT.POSITION van het SIGNAL menu in. Door iedere
druk op de W toets verplaatst het beeld omhoog. Door iedere
druk op de X toets verplaatst het beeld omlaag.
Het bovenste deel van het beeld wappert. .....................Verander de instelling van HOLD in het SIGNAL-menu. Kies ON
, druk op de ENTER-toets, en pas BEGIN of END aan om het
wapperen te minimaliseren.
Er verschijnt effen zwart of effen wit in het beeld. .........Stel CLAMP POSITION of CLAMP WIDTH van het SIGNAL-
USER-menu in.
De beweging verloopt niet soepel. .................................Stel VERT. SYNC. van het SIGNAL-USER-menu in. Selecteer
AUTO voor normaal gebruik.
Op de rechter of linker helft van het beeld verschijnt storing.
..........Stel SHUTTER(LS) of SHUTTER(RS) van het SIGNAL-USER-
menu in.
Op het bovenste of onderste deel van het beeld verschijnt storing.
..Stel SHUTTER(U) of SHUTTER(L) van het SIGNAL-USER-
menu in.
Roep het SIGNAL menu op.
Druk op de S of T toets om een in te stellen functie te kiezen.
Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Verander voor normaal gebruik de instellingen van het SIGNAL menu niet.
Eenvoudige methode voor het instellen van de beeldpositie
Instellen van de horizontale positie:
Breng de linkerrand van het beeld in lijn met de linkerkant van het scherm door HORIZ.POSITION in te stellen.
Breng daarna de rechterrand van het beeld in lijn met de rechterkant van het scherm door TRACKING in te
stellen.
Herhaal de hierboven beschreven stap 1 totdat de horizontale positie goed is.
Instellen van de vertikale positie:
Breng de bovenrand van het beeld in lijn met de bovenkant van het scherm door VERT.POSITION in te stellen.
1.
2.
3.
LPF (Progressief fi lter)
U kunt kiezen of u LPF wel of niet wilt activeren. Stel normaliter op OFF.
Afhankelijk van het type DVD-speler, verschijnen er mogelijk vertikale of horizontale ruisstrepen in het geprojecteerde
beeld. U kunt in dat geval deze ruis verminderen door LPF te activeren. Het geprojecteerde beeld wordt dan echter
wel wat waziger.
1.
2.
3.
4.
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg)
NE-35
Wachtwoordfunctie
Deze projector is uitgerust met een wachtwoordfunctie
die is bedoeld om diefstal en onjuist gebruik door
kinderen te voorkomen, en om de toegang te beperken
tot gespecifi ceerde gebruikers. De wachtwoordfunctie
biedt de volgende twee mogelijkheden.
DISPLAY INPUT .......... Als u de projector aanzet,
verschijnt het opstartscherm ofwel splash-
scherm. Dit blijft u zien totdat u het wachtwoord
invoert. Na invoeren van het wachtwoord wordt
het opstartscherm vervangen door het normale
gebruiksscherm.
MENU ACCESS ........... Alle toetsen, uitgezonderd de
POWER toets van de projector, zijn uitgeschakeld.
(De toetsen van de afstandsbediening werken wel.)
U kunt deze functie gebruiken om ongewenste
bediening door bijvoorbeeld kinderen of niet-
geregistreerde gebruikers te voorkomen.
Activeren van de wachtwoordfunctie:
Roep het FEATURE menu op.
Druk op de S of T toets om PASSWORD
FUNCTION te kiezen.
Druk op toets X om van DISPLAY INPUT
naar
MENU ACCESS te gaan of omgekeerd.
Indien al een wachtwoord ingesteld is, verandert
de modus niet. Druk in dat geval op de ENTER-
toets om de wachtwoordfunctie uit te zetten en
probeer het nogmaals.
Druk op de ENTER toets.
Het scherm voor het instellen van de wacht-
woordfunctie verschijnt.
DISPLAY INPUT
LOCK
UNLOCK
OK
OK
Druk op de ENTER toets.
Het scherm voor het invoeren van een wacht-
woord verschijnt.
PASSWORD
CONFIRM
1
3
24
O K : ENTER CANCEL : MENU
Voer een wachtwoord van 4 - 8 cijfers in met
behulp van de S, X, T of W toetsen van de
afstandsbediening zoals onderstaande afbeelding
laat zien.
(
S=1, X=2, T=3, W =4)
Druk op de ENTER toets.
Druk op de MENU toets om de procedure te
annuleren.
Voer het wachtwoord ter bevestiging van de
procedure opnieuw in.
Druk op de ENTER toets.
Wanneer de ingevoerde wachtwoorden niet
overeenkomen, dan verschijnt er een foutmelding.
Druk op de MENU toets om de procedure te
annuleren.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Geavanceerde functies
Annuleren van de wachtwoordfunctie:
Roep het FEATURE menu op.
Druk op de S of T toets om PASSWORD
FUNCTION te kiezen.
Druk op de ENTER toets.
Het scherm voor het annuleren van de wacht-
woordfunctie verschijnt.
DISPLAY INPUT
LOCK
UNLOCK
OK
OK
Druk op de ENTER toets.
Het scherm voor het invoeren van het wacht-
woord verschijnt.
PASSWORD
1
3
24
O K : ENTER CANCEL : MENU
Voer een wachtwoord van 4 - 8 cijfers in met
behulp van de S, X, T of W toetsen van de
afstandsbediening zoals onderstaande afbeelding
laat zien.
(S=1, X=2, T=3, W =4)
Druk op de ENTER toets.
Wanneer u een foutief wachtwoord invoert, dan
verschijnt er een foutmelding.
Druk op de MENU toets om de procedure te
annuleren.
Belangrijk:
Deactiveer het wachtwoord door de MENU toets
en de ENTER toets van het bedieningspaneel
gedurende ongeveer 3 seconden tegelijkertijd
ingedrukt te houden.
Kensington vergrendeling
Deze projector heeft een Kensington Security
Standard aansluiting voor het gebruik met een
Kensington MicroSaver Security systeem. Zie de
bij het Kensington systeem geleverde aanwijzingen
voor het beveiligen van uw projector. Raadpleeg de
volgende Kensington Technology Group.
Kensington Technology Group
2855 Campus Drive
San Mateo, CA 94403, U.S.A.
Phone: +1- (650)572-2700
Fax: +1- (650)572-9675
1.
2.
3.
4.
5.
6.
NE-36
Deze projector gebruikt een lamp voor het projecteren van beelden. De levensduur van deze lamp is beperkt. De
lamp kan doorbranden of het licht van de lamp wordt zwakker na verloop van tijd. U moet in dat geval de lamp zo
snel als mogelijk vervangen. Vervang de lamp uitsluitend door een nieuwe lamp die speciaal voor deze projector is
gefabriceerd. Raadpleeg de plaats van aankoop van de projector voor details.
Reservelamp
VLT-HC5000LP
Waarschuwing:
Wees voorzichtig en laat de lamp-bevestigingsschroefjes beslist niet in de projector vallen. Steek geen metalen
voorwerpen of ontvlambare voorwerpen in de projector. Het gebruik van de projector met schroefjes of andere
voorwerpen in de projector kan een elektrische schok geven of brand veroorzaken. Raadpleeg de plaats van
aankoop indien u voorwerpen in de projector niet zelf kunt verwijderen.
Installeer de lamp op de juiste, stevige wijze. De lamp zal niet gaan branden indien deze niet juist is geplaatst. Het
verkeerd plaatsen van de lamp kan daarbij brand veroorzaken.
Schud niet met de verwijderde lamp en houd de lamp niet boven uw gezicht. U kunt oogletsel oplopen door
rondvliegende of vallende glasdeeltjes.
Vervang de lamp niet onmiddellijk na gebruik, aangezien het lampdeksel dan zeer heet is. U kunt brandwonden
oplopen. Zet het apparaat uit met de POWER-toets. Wacht nadat de lamp uit gaat ongeveer twee minuten, totdat
de in- en uitlaatventilatoren voor koeling van de lamp zijn gestopt met draaien. Trek vervolgens de stekker uit het
stopcontact en wacht minstens een uur totdat de lamp voldoende afgekoeld is voor aanraking.
Vermijd directe aanraking van de lamp. Deze kan breken en verwonding of verbranding veroorzaken.
Interval voor vervanging van de lamp
De aanbevolen interval voor vervanging van de lamp bedraagt ongeveer 5000 uur*
1
*
2
gebruiksuren. Dit interval kan
variëren afhankelijk van de gebruiksomgeving en kan korter zijn dan 5000 uur*
1
*
2
. Vermindering van de helderheid
van het licht en/of de kleuren geeft aan dat de lamp moet worden vervangen. Als de lamp nog steeds werkt na
3750 uur*1, knippert de indicator afwisselend groen en rood terwijl de lamp brandt (als de lamp niet brandt, brandt
de indicator alleen rood) en wordt het bericht voor vervanging van de lamp gedurende één minuut weergegeven
op het scherm telkens wanneer de lamp wordt ingeschakeld. Als de lamp nog steeds werkt na 4750 uur*
1
, wordt
het vervangingsbericht (LAMP EXCHANGE) in het vervolg gedurende één minuut elke 25 uur*
1
weergegeven op het
scherm
Als de lamp nog steeds werkt na 5000 uur*
1
*
2
, wordt de projector automatisch uitgeschakeld en kan deze niet
meer worden gebruikt totdat de lamp is vervangen en de bedrijfstijd van de lamp op nul is gezet.
*
1
Als de optie LAMP MODE in het menu INSTALLATION is ingesteld op LOW. Als deze optie is ingesteld op
STANDARD, wordt deze duur bekort.
*
2
Als de optie LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort tot 2000 uur.
Let op:
Verwijder de lamp niet voor andere doeleinden dan het vervangen van de lamp. De lamp kan door onnodig
verwijderen worden beschadigd.
Deze projector gebruikt een hoge-druk kwiklamp als lichtbron. Deze hoge-druk kwiklamp kan ontploffen of
permanent niet meer gaan branden door schokken, krassen of verslechtering door gebruik. De periode nadat de
lamp kan ontploffen of niet meer gaat branden verschilt van lamp tot lamp en is tevens verschillend afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden. De lamp kan derhalve ook na ingebruikname ontploffen.
De kans op ontploffi ng van de lamp wordt groter wanneer u de lamp na de aangegeven periode voor vervanging
nog blijft gebruiken. Vervang de lamp direct door een nieuwe wanneer de melding voor het vervangen verschijnt,
ook al werkt de lamp nog normaal.
Indien de hoge-druk kwiklamp ontploft, zullen er stukjes glas in en buiten de lamphouder komen en wordt het gas
van de lamp naar het interieur van de projector en tevens buiten de projector afgevoerd. Het gas in de lamp bevat
kwik. Adem beslist niet in en vermijd dat het gas in uw mond of ogen of op uw huid komt. Raadpleeg direct een
arts indien het gas werd ingeademd of in iemands ogen of mond is gekomen.
Als de hogedruk-kwiklamp explodeert, kunnen binnen in de projector stukjes glas liggen. Vraag uw dealer de
lamp te vervangen en de binnenkant van de projector te inspecteren. Als u de lamp zelf reinigt of vervangt, moet u
ervoor zorgen dat u de lamp bij de handgreep vastpakt. U kunt zich verwonden aan stukjes glas.
Wanneer u de lamp uit een aan het plafond gemonteerde projector verwijdert, gebruikt u het
Iampvervangingsbakje dat bij de projector of bij de extra lamp is geleverd om te voorkomen dat glasscherven in
het rond vliegen.
Gebruik uitsluitend de voor deze projector geschikte lamp VLT-HC5000LP. Het gebruik van andere lampen kan
storing van de projector tot gevolg hebben.
Vervangen van de lamp
NE-37
(a)
(
b
)
(
c
)
(c)
(a)
Belangrijk:
De gebruikstijd van de lamp wordt niet teruggesteld indien u deze 3 toetsen niet tegelijkertijd ingedrukt houdt.
Controleer dat de STATUS indicator twee keer oplicht en de gebruikstijd van de lamp juist is teruggesteld.
De projector kan niet worden ingeschakeld indien de lampafdekking niet juist is bevestigd.
Stel de gebruikstijd van de lamp beslist terug na het vervangen van de lamp.
Stel de gebruikstijd van de lamp niet terug indien u de lamp niet heeft vervangen.
Verwijderen van de lamp uit een aan het plafond gemonteerde projector
Wanneer u de lamp uit een aan het plafond gemonteerde projector verwijdert, gebruikt u het lampvervangingsbakje
dat bij de projector of bij de extra lamp is geleverd om te voorkomen dat glasscherven in het rond vliegen.
Monteer het lampvervangingsbakje volgens de erop afgebeelde procedure.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de schroef (a) los met een kruiskopschroevendraaier
(+) en verwijder de lampafdekking (b).
Draai de schroeven (c) los met een kruiskopschroevendraaier (+).
Trek de hendel omhoog.
Verwijder met de hendel de lamphouder terwijl u de
projector vasthoudt.
Trek de lamphouder voorzichtig en langzaam uit de
projector. De lamp zou kunnen breken en stukjes glas
verstrooien indien u de lamp te snel verwijdert.
Voorkom letsel en/of brand en mors derhalve geen
vloeistof op de verwijderde lamphouder, plaats niet in
de buurt van ontvlambare voorwerpen en houd buiten
het bereik van kleine kinderen.
Plaats een nieuwe lamphouder stevig met de juiste richting
in de projector.
Druk de hendel weer terug naar de oorspronkelijk positie.
Controleer dat de hendel vergrendelt.
Draai schroeven (c) met een kruiskopschroevendraaier (+)
weer vast.
Draai schroef (a) met een kruiskopschroevendraaier (+) vast
zodat de lampafdekking weer vastzit.
Terugstellen van de gebruikstijd van de lamp
Steek het netsnoer in en stel de bedrijfstijd van de lamp terug
door de toetsen W, X en POWER op het bedieningspaneel
tegelijk ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Volg stap 1 tot en met 4 hierboven.
Bevestig het lampvervangingsbakje aan de projector zoals
weergegeven in de afbeelding.
Bevestig het lampvervangingsbakje op de projector met de
tape die bij het bakje wordt geleverd.
Verwijder met de hendel de lamphouder terwijl u de
projector vasthoudt.
Houd de lade voor het vervangen van de lamp vast om
te voorkomen dat overal glassplinters terechtkomen.
Leg de lamp niet direct op het lampvervangingsbakje,
want dan kan deze vallen.
Maak het lampvervangingsbakje samen met de verwijderde
lamp los.
1.
2.
3.
4.
5.
Belangrijk:
De lamp is breekbaar. Let er bij breuk van de lamp op dat u zich niet snijdt aan glasdeeltjes.
Let op:
Deze projector maakt gebruik van een lamp die kwik bevat. Het weggooien van de lamp of van de projector met
lamp kan om milieuredenen aan regels gebonden zijn.
Vervangen van de lamp:
Vervangen van de lamp (vervolg)
Tape
NE-38
Waarschuwing:
Reinig het luchtfi lter nooit met een brandbare luchtspray of andere brandbare materialen. Brandbare stoffen
kunnen ontvlammen en brand of een defect veroorzaken wanneer de lamp brandt.
Gebruik geen brandbare oplosmiddelen (benzeen, verdunningsmiddel, enz.) en brandbare spuitbussen wanneer
u de behuizing en de lens van de projector schoonmaakt. Brandbare stoffen kunnen ontvlammen en brand of een
defect veroorzaken wanneer de lamp brandt.
Let op:
Schakel de lamp beslist uit en trek de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact alvorens
onderhoud voor de projector uit te voeren.
Reinigen van het luchtfi lter
Reinig het luchtfi lter regelmatig (ongeveer eens per maand). Wanneer het luchtfi lter of de ventilatieroosters met vuil
of stof verstopt raken, kan de temperatuur in de projector te hoog oplopen. Hierdoor kunnen interne onderdelen
beschadigd worden en kan de levensduur van de panelen bekort worden.
Wanneer de temperatuur in de projector stijgt, gaat de indicator
STATUS oranje knipperen en wordt de lamp uitgeschakeld.
Verwijder de fi lterkap van de projector.
Trek de fi lterkap in de richting van de pijl terwijl u de lipjes
onderaan op de fi lterkap omhoogduwt.
Haal het luchtfi lter uit de fi lterkap.
Was het luchtfi lter.
Reinig het luchtfi lter met water of een verdund mild
schoonmaakmiddel. Spoel het luchtfi lter grondig uit en laat het
volledig drogen.
Plaats het luchtfi lter in de fi lterkap.
Bevestig de fi lterkap op de projector.
Pas de lipjes bovenaan op de fi lterkap in de projector, en duw
vervolgens de fi lterkap in de richting van de pijl.
Belangrijk:
Vervang het luchtfi lter als het beschadigd is of erg vuil is. Vraag uw
leverancier om een nieuw luchtfi lter.
Gebruik alleen het daarvoor bestemde luchtfi lter.
Let op:
Gebruik de projector nooit zonder een luchtfi lter. Anders kan er stof in
de projector komen en kan dit brand of storingen veroorzaken.
Reinigen van de projector en de ventilatie-openingen
Gebruik een zachte doek voor het schoonmaken van de projector en de ventilatieroosters. Indien de roosters zeer
vuil zijn, kunt u ze met een met neutraal schoonmaakmiddel en water bevochtigde doek reinigen en vervolgens met
een droge doek drogen.
Bescherm de behuizing van de projector tegen verkleuring of beschadiging:
Gebruik geen insectenspray op, bij of in de projector.
Gebruik geen benzine of thinner voor het reinigen.
Vermijd langdurig contact van rubber of plastic materialen met de projector.
Reinigen van de lens
Gebruik een standaard lensreinigingsborsteltje, blaasbalgje of een met lensreinigingsvloeistof bevochtigd lensdoekje.
Het oppervlak van de lens kan gemakkelijk worden beschadigd. Gebruik uitsluitend aanbevolen, niet-schurende
lensreinigers. Probeer de lens niet met uw vingers schoon te maken.
1.
2.
3.
4.
5.
Onderhoud
Luchtfi lter
Filterkap
Filterkap
NE-39
Als toebehoren wordt bij deze projector een luchtfi ltereenheid geleverd die zorgt voor een nog betere bescherming
tegen stof. Als u de projector in een stofrijke omgeving gebruikt, dient u het luchtfi lter (fi lterkap) waarmee de projector
werd geleverd te vervangen door deze luchtfi ltereenheid.
De luchtfi ltereenheid aanbrengen
Voordat u de luchtfi ltereenheid op de projector aanbrengt, moet
u het snoer van de projector uit het stopcontact halen.
Verwijder eerst het luchtfi lter (fi lterkap) zoals geleverd. (Zie
bladzijde 38.)
Breng de luchtfi ltereenheid aan op de projector.
Pas de lipjes bovenaan op de luchtfi ltereenheid in de projector,
en duw vervolgens de luchtfi ltereenheid in de richting van de pijl.
Gebruik geen luchtfi lters die niet speciaal voor deze projector
ontworpen zijn.
Reinigen van het luchtfi lter
Waarschuwing:
Reinig de luchtfi ltereenheid nooit met een brandbare luchtspray of andere brandbare substanties. Brandbare stoffen
kunnen ontvlammen en brand of een defect veroorzaken wanneer de lamp brandt.
Schakel de projector uit en verwijder de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
schoonmaken.
Maak het fi lter regelmatig schoon (minimaal één keer per maand).
Als er opeenhoping van stof plaatsvindt op het fi lter bij de
luchtinlaat, kan de temperatuur binnenin de projector abnormaal
hoog worden, waardoor de interne onderdelen beschadigd raken
en de levensduur van het paneel beperkt wordt.
Onder abnormale omstandigheden, zoals een abnormale stijging
van de temperatuur aan de binnenkant, wordt de projector
mogelijk automatisch uitgeschakeld en op stand-by gezet.
De lichtbron (lamp) wordt hierbij uitgeschakeld om de interne
onderdelen te beschermen.
Verwijder de luchtfi ltereenheid van de projector.
Trek de luchtfi ltereenheid in de richting van de pijl terwijl u de
lipjes onderaan op de luchtfi ltereenheid omhoogduwt.
Haal het luchtfi lter uit de afdekking.
(1) Verwijder de houder door het lipje van de houder op het
luchtfi lter in de richting van de pijl te duwen.
(2) Verwijder luchtfi lter (wit), afstandhouder, en luchtfi lter (grijs).
Verwijder vuil en stof van het luchtfi lter met een stofzuiger.
Voor het luchtfi lter (wit)
Hardnekkige vlekken kunt u met water verwijderen. Laat het
luchtfi lter daarna goed drogen (niet in de zon).
Voor het luchtfi lter (grijs)
Hardnekkige vlekken kunt u met een verdund wasmiddel
verwijderen. Spoel het luchtfi lter daarna met water af en laat
goed drogen.
Plaats het luchtfi lter in de afdekking.
(1) Plaats luchtfi lter (grijs), afstandhouder, en luchtfi lter (wit) in
de afdekking, met de inkepingen op een lijn met die van de
afdekking.
(2) Pas het rechterlipje van de houder in de afdekking en duw
het linkerlipje in de richting van de pijl om de afdekking te
bevestigen.
Breng de luchtfi ltereenheid aan op de projector.
Pas de lipjes bovenaan op de luchtfi ltereenheid in de projector,
en duw vervolgens de luchtfi ltereenheid in de richting van de pijl.
1.
1.
2.
3.
4.
5.
Luchtfi ltereenheid
Luchtfi ltereenheid
Houder
Houder
Afdekking
Luchtfi lter (grijs)
Afstandhouder
Luchtfi lter (wit)
Luchtfi ltereenheid
Luchtfi ltereenheid
NE-40
Controleer de volgende punten alvorens de projector voor reparatie weg te brengen. Stop het gebruik van de
projector, trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw leverancier indien het probleem niet op te lossen lijkt.
Geen beeld op het scherm.
Probleem Oplossing
Stroom kan niet
worden ingeschakeld.
Controleer of de indicators zijn opgelicht en hoe ze zijn opgelicht, of gedooft.
POWER STATUS Solution
Uit Uit
Verbind het netsnoer met de projector.
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Continu
rood
Uit
Verwijder voorwerpen die de luchtinlaat- of uitlaatroosters blokkeren en voer
vervolgens het volgende uit:
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Controleer dat de projector is afgekoeld.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Druk op de POWER toets.
1.
2.
3.
4.
Knipperend
oranje
Verwijder, indien aanwezig, voorwerpen die het luchtinlaat- of uitlaatrooster blokkeren.
Zorg dat de luchtuitlaatroosters niet aan hete lucht van een verwarming onderhevig
zijn.
Controleer of het fi lter verstopt geraakt is door vuil of stof.
Reinig het fi lter indien het verstopt is. (Zie bladzijden 38 en 39.)
J
Knipperend
groen
Druk op de POWER toets nadat de STATUS indicator niet meer knippert.
Indien u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl de ventilator nog draait, kan de lamp
vervolgens gedurende ongeveer een minuut niet worden ingeschakeld wanneer u later de
stekker weer in het stopcontact steekt.
De lamp kan na het uitschakelen pas na ongeveer een minuut weer worden ingeschakeld.
Druk zo vaak als nodig op de POWER toets.
Continu rood
Vervang de lamp. (Het is het eind van de levensduur van de lamp.)
Knipperend
rood/groen
Uit
Bevestig de lampafdekking op de onderkant.
Continu
of
Knipperend
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg uw leverancier.
Geen beeld op het
scherm.
Controleer of de lensdop is verwijderd.
Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden.
De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval
een paar minuten en probeer het opnieuw.
De projector werd de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was
afgekoeld, de ventilator begint mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet
nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft gestoken. Nadat de ventilator is
gestopt, moet u op de POWER toets drukken om de stroom in te schakelen waarbij
de POWER indicator oplicht.
Controleer dat het luchtinlaatrooster schoon is.
Stel SCART INPUT van het FEATURE menu op OFF. (Zie bladzijde 28.)
Controleer dat de lampafdekking is gesloten. (Zie bladzijde 37.)
Controleer dat de kabels die met de externe apparatuur zijn verbonden niet
beschadigd zijn.
Indien u een verlengkabel gebruikt, moet u deze ter controle vervangen door
de bijgeleverde kabel. Indien beelden juist worden getoond, moet u een
RGBsignaalversterker met de verlengkabel gebruiken.
Zoek in de bedieningshandleiding van het video-apparaat op hoe u het aansluit.
Spanning wordt
uitgeschakeld.
Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door geblokkeerde inlaat- en/of
uitlaatroosters van de ventilator. (In dat geval knippert de STATUS-indicator oranje.)
Verwijder de voorwerpen waardoor de inlaat- en/of uitlaatroosters worden
geblokkeerd en voer vervolgens de volgende procedure uit.
Wacht totdat de inlaat- en/of uitlaatventilator gestopt is/zijn. (Wacht totdat de
STATUS-indicator dooft.)
Trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht minstens 10 minuten.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Druk op de POWER toets.
De lamp moet worden vervangen wanneer de STATUS indicator rood knippert.
Vervang de lamp.
Controleer of AUTO POWER OFF is uitgeschakeld.
Als de lamp versleten is, is het mogelijk dat ze nog even brandt en daarna uitgaat.
J
1.
2.
3.
4.
5.
Oplossen van problemen
NE-41
Geen beeld op het scherm. (vervolg)
Probleem Oplossing
Het scherm voor
het invoeren van
het wachtwoord
verschijnt.
PASSWORD FUNCTION in het FEATURE-menu is ingesteld op DISPLAY INPUT om
het wachtwoordslot te activeren.
Voer het wachtwoord in of neem contact op met degene die de projector beheert.
(Zie bladzijde 35.)
J
“NO SIGNAL” wordt
getoond.
Schakel de stroom van het aangesloten apparaat in of controleer of er iets fout met
het aangesloten apparaat is.
Controleer of het externe apparaat signalen uitstuurt. (Controleer dit vooral indien het
externe apparaat een notebook-computer is.)
Controleer dat de op het externe apparaat aangesloten kabel niet defect is.
Controleer dat de projector met gebruik van de juiste aansluitingen met het externe
apparaat is verbonden.
Controleer dat de juiste ingangsbron voor het aangesloten apparaat is gekozen.
Indien u een verlengkabel gebruikt, moet u deze ter controle vervangen door
de bijgeleverde kabel. Indien beelden juist worden getoond, moet u een
RGBsignaalversterker met de verlengkabel gebruiken.
Beelden worden niet juist getoond.
Probleem Oplossing
Geprojecteerde
beelden trillen.
Geprojecteerde
beelden zijn niet op de
juiste plaats.
Controleer dat er geen onderbreking in de kabels, die met de externe apparatuur zijn
verbonden, is.
Controleer dat de stekker van de kabel goed in de aansluiting van de externe
apparatuur is gestoken.
Druk op de AUTO POSITION toets.
Bepaalde computers sturen onder niet-veel voorkomende situaties, out-of-spec
signalen uit. Stel het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 34.)
Geprojecteerde
beelden zijn vervormd.
Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie
bladzijde 10.)
Geprojecteerde
beelden zijn donker.
Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 31.)
Vervang de lamp. (Zie bladzijde 36.)
Geprojecteerde
beelden zijn wazig.
Stel scherp. (Zie bladzijden 18 en 23.)
Reinig de lens.
Druk op de W of X toets van de afstandsbediening om de fl ikkeringen te minimaliseren.
Stel TRACKING en FINE SYNC. van het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 34.)
Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 31.)
Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie
bladzijde 10.
)
Er blijven nabeelden
achter op het scherm.
Dit fenomeen kan worden verbeterd door het geprojecteerde beeld gelijkmatig
donker te houden. (Het fenomeen “inbranden”, waarbij nabeelden op het scherm
achterblijven, kan optreden wanneer een stilstaand beeld gedurende lange tijd op een
scherm wordt weergegeven.)
Er verschijnen rode,
groene en blauwe punten
in geprojecteerde beelden.
Er verschijnen zwarte
punten in geprojecteerde
beelden.
Dit verschijnsel is eigen aan LCD-projectoren en duidt niet op een defect aan de
projector.
(Een klein aantal beeldpunten blijft altijd aan of uit. Dit is geen storing. Meer dan
99,99% van de beeldpunten is werkzaam.)
Dunne strepen in
de geprojecteerde
beelden.
Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op
een defect. Vervang het scherm of verander de scherpstelling wat.
Afhankelijk van het type DVD-speler of spelconsole dat is aangesloten, verschijnen er
mogelijk verticale of horizontale ruisstrepen in het geprojecteerde beeld. U kunt deze
ruis verminderen door LPF te activeren. (Zie bladzijde 29.)
Geprojecteerde
beelden “golven”.
Steek de stekkers van de kabels van de externe apparatuur goed in de juiste aansluitingen.
Houd de projector uit de buurt van apparatuur die storende radiogolven uitsturen.
De kleurschakering is
onjuist.
Controleer dat de kabels die met de externe apparatuur zijn verbonden niet
beschadigd zijn.
Tint in geprojecteerde
beelden is onjuist.
Controleer dat COMPUTER INPUT van het SIGNAL menu juist is ingesteld. (Zie
bladzijde 29.)
Controleer dat de verbindingskabels met de externe apparatuur niet zijn ontkoppeld
of beschadigd.
Oplossen van problemen (vervolg)
NE-42
Overige
Probleem Oplossing
De uitlaatroosters van
de ventilator geven
warme lucht af.
Het interieur van de projector wordt gekoeld. U voelt wat warme lucht uit de roosters,
maar dat is normaal.
Menu’s kunnen niet
worden ingesteld.
De microcomputers binnen in de projector werken mogelijk niet goed vanwege ruis.
Druk op de POWER toets om de lamp uit te schakelen en wacht ca. 2 minuten.
Trek daarna de stekker uit het stopcontact, wacht tenminste 10 minuten en steek
de stekker weer in het stopcontact. Wanneer de POWER toets niet functioneert,
trek dan de stekker uit het stopcontact, wacht tenminste 10 minuten en steek de
stekker weer in het stopcontact.
J
“TEMPERATURE!!”
wordt getoond.
Deze aanduiding verschijnt indien de omgevingstemperatuur te hoog is. De lamp zal
uitgaan indien de temperatuur niet daalt.
Zorg dat het niet te heet in de kamer wordt.
Deze aanduiding verschijnt wanneer de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters
geblokkeerd zijn. De lamp zal uitgaan indien deze roosters geblokkeerd blijven.
Verwijder de voorwerpen die de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters blokkeren.
Reinig het fi lter indien het verstopt is. (Zie bladzijden 38 en 39.)
J
J
De markering
verschijnt.
Deze markering verschijnt indien een verkeerde bediening wordt uitgevoerd. Dit is
geen storing van de projector.
Afstandsbediening
functioneert onjuist of
geheel niet.
Controleer of de batterijen van de afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. (Zie
bladzijde 6.)
Controleer of de afstandsbedieningssensor niet aan het directe zonlicht of vel
neonlicht wordt blootgesteld. (Zie bladzijde 9.)
Gebruik de afstandsbediening binnen het aangegeven bereik. (Zie bladzijde 9.)
Gebruik de afstandsbediening op tenminste 10 cm afstand van de projector.
Toetsen op het
bedieningspaneel
(uitgezonderd de
POWER toets)
functioneren niet.
PASSWORD FUNCTION in het FEATURE-menu is ingesteld op MENU ACCESS om
het wachtwoordslot te activeren.
Zet het wachtwoordslot uit of neem contact op met degene die de projector
beheert. (Zie bladzijde 35.)
J
Mechanisch geluid
(klikgeluid) is hoorbaar
bij gebruik.
Het diafragma maakt dit geluid tijdens gebruik. Dit is geen storing.
Controleer eerst het volgende indien u na het vervangen van de lamp de volgende problemen heeft.
Probleem Oplossing
De projector kan niet
worden ingeschakeld.
Bevestig de lampafdekking stevig. (Zie bladzijden 36 en 37.)
Stel de gebruikstijd van de lamp terug. (Zie bladzijde 37.)
De STATUS indicator
knippert.
Stel de gebruikstijd van de lamp terug. (Zie bladzijde 37.)
Oplossen van problemen (vervolg)
Beelden worden niet juist getoond. (vervolg)
Probleem Oplossing
Verschillende kleurtinten.
Wanneer u de geprojecteerde beelden van twee projectoren vergelijkt, kunt u
verschillen in kleurtinten merken als gevolg van verschillende optische onderdelen. Dit
is geen defect.
Wanneer u beelden die door deze projector worden geprojecteerd vergelijkt met de
beelden op een televisie- of computerscherm, kunt u verschillen in kleurtinten merken
vanwege een verschillend kleurweergavebereik. Dit is geen defect.
Uitsluitend de bewegende
gedeeltes van beelden
van een computer
verschijnen niet.
Dit wordt veroorzaakt door de computer die u gebruikt. Raadpleeg de
computerfabrikant.
Geprojecteerde
beelden zijn donker.
Zorg dat de uitgangsresolutie van uw computer overeenkomt met de resolutie van de
projector. Raadpleeg de computerfabrikant of gebruiksaanwijzing van de computer
omtrent het veranderen van de resolutie van uw computer. (Zie bladzijde 45.)
Het beeld blijft
bevroren.
Het van een VCR (videocassetterecorder) geprojecteerde beeld kan tijdens het snel
voor- of achteruitzoeken bevriezen. Dit duidt niet op een defect.
Rondom het beeld
verschijnt ruis.
Rondom sommige beelden, bijvoorbeeld DVD-opnamen, kan ruis verschijnen. Verminder
in dat geval de waarde voor OVER SCAN in het SIGNAL-menu. (Zie bladzijde 29.)
NE-43
Normale toestand
POWER
STATUS CONDITIE OPMERKING
Continu
rood
Uit
Standby.
Continu
groen
Knipperend
groen
Lamp standby (ongeveer 1 minuut). De POWER toets kan niet voor het in- en
uitschakelen worden gebruikt.
Continu
groen
Continu
groen
De stroom is ingeschakeld. (Normale conditie)
Abnormale toestand
POWER
STATUS CONDITIE MOGELIJKE OPLOSSING
Continu
groen
Continu
rood
Knipperend oranje
Abnormale temperatuur
De roosters van de ventilator zijn door stof of vuil
verstopt.
De kamertemperatuur is zeer hoog.
Reinig de ventilatieroosters.
Plaats de projector in een koelere ruimte.
Continu
rood
Knipperend groen
Het beschermingscircuit is geactiveerd of de conditie
van de lamp is niet normaal.
Wacht todat de STATUS indicator dooft,
en druk vervolgens op de POWER toets.
Vervang de lamp indien de hierboven
beschreven oplossing niet werkt.
Continu
groen
Knipperend
groen/rood
Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De
totale gebruikstijd van de lamp is 3750 uur*
1
, met
stroom ingeschakeld.)
Vervang de lamp.
Vervang door een nieuwe lamp indien dit
probleem weer voorkomt.
Continu
rood
Knipperend rood
Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De
totale gebruikstijd van de lamp is 3750 uur*
1
, met
stroom uitgeschakeld.)
Continu
rood
Continu rood
Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De
totale gebruikstijd van de lamp is 5000 uur*
1
*
2
, met
stroom uitgeschakeld.)
Knipperend
groen/rood
Uit
De lampafdekking is niet gesloten. Sluit de afdekking goed.
Knipperend
groen/rood
Continu
of
Knipperend
Abnormaal. Raadpleeg de plaats van aankoop.
*
1
Als de optie LAMP MODE in het menu INSTALLATION is ingesteld op LOW. Als deze optie is ingesteld op STANDARD, wordt
deze duur bekort.
*
2
Als de optie LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort tot 2000 uur.
Indicators
POWER indicator
Deze projector heeft twee indicators, die de bedrijfstoestand van de projector tonen.
Hier worden wat oplossingen beschreven voor mogelijke problemen. Schakel de projector uit en raadpleeg uw leverancier
indien een probleem niet op te lossen lijkt.
STATUS indicator
NE-44
De technische gegevens en het ontwerp van deze projector kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Type LCD-PROJECTOR
Model HC5500
Projectiesysteem 0,74-inch LCD-paneel: 3 stuks (voor R, G, B) (breedte-/
hoogteverhouding 16:9)
Beeldpunten: 1920 x 1080 = 2073600 beeldpunten
Totaal 6220800 beeldpunten
Projectielens F 1,7 - 1,9 f= 24 -29 mm
Lichtbronlamp 160 W
Beeldformaat (projectie-afstand)
Min. 50” (127 cm) tot max. 250” (635 cm) (projectieafstand 1,6 tot 8,0 m
(Max. zoom)
)
Maximaal resolutie Computersignaal Maximale resolutie: 1600 x 1200 punten
Paneelresolutie: 1920 x 1080 punten
Videosignaal NTSC/PAL/SECAM/4,43NTSC/PAL-M/PAL-N/PAL-60
Component-
signaal
480i, 480p, 576i, 576p, 720p, 1080i, 1080p
Paneelresolutie: 1920 x 1080 punten
Computeringang [Signaaltype] [Aansluitingtype] [Lijn]
Analoge RGB Mini D-SUB 15-pen 1
Video-ingang [Signaaltype] [Aansluitingtype] [Lijn]
HDMI HDMI 2
Video-ingang RCA 1
S-videoingang S 1
Component-videoingang
RCA x3 (YC
B
C
R
/YP
B
P
R
) 1
Bedieningsaansluiting/
overige
SERIAL RS-232C (D-SUB 9-pen)
TRIGGER
12 V gelijkspanning, max. 200 mA (stereo mini-jack)
Bedrijfstemperatuur +5°C t/m +35°C
Nominaal vermogen AC100 - 240 V, 50/60 Hz
Stroomverbruik 2,5 A
Afmetingen 334 mm (B) x 125 mm (H) x 352 mm (D) * exclusief uitstekende delen.
Gewicht 5,6 kg
Overige S-videoingang Luminantiesignaal: Vp-p=1,0 V 75 Ω (negatieve sync)
Chrominantiesignalen: Vp-p=0,286 V 75 Ω (burst signaal)
Video-ingang Vp-p=1,0 V 75 Ω (negatieve sync)
Component-
videoingang
YC
B
C
R
: Vp-p=1,0 V 75 Ω (Y) (negatieve sync)
Vp-p=0,7 V 75 Ω (C
B
, C
R
)
Analoge-ingang RGB: Vp-p=0,7 V 75 Ω (negatieve sync)
YC
B
C
R
: Vp-p=1,0 V (Y) (negatieve sync) Vp-p=0,7 V (C
B
, C
R
)
HD/CS: TTL-niveau (negatieve of positieve polariteit)
VD: TTL-niveau (negatieve of positieve polariteit)
Digitale ingang (HDMI)
HDMI-interface (TMDS single link)
Technische gegevens
334
85
125
7
128
54
352
HDMI IN-2HDMI IN-1
SERIAL
COMPUTER IN/
COMPONENT
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
PR/
C
R
PB/
C
B
COMPONENT
VIDEO IN
AC IN
HDMI IN
TRIGGER
Afmetingen (unit: mm)
NE-45
*1: Als de optie ASPECT in het menu FEATURE is
ingesteld op AUTO en SCREEN SIZE in het menu
IMAGE is ingesteld op 16:9.
*2: Beschikbaar voor het signaal op HDMI IN aansluiting.
Belangrijk:
Bepaalde computers kunnen niet met deze projector
worden gebruikt.
De maximale resolutie van de projector is 1920 x
1080. Beelden met een hogere resolutie dan 1920 x
1080 worden mogelijk niet getoond.
Indien de resolutie en frequentie van uw computer
niet in de tabel wordt getoond, moet u een
compatibele resolutie en frequentie opzoeken door de
resolutie van uw computer te veranderen.
Technische gegevens (vervolg)
Specifi catie van RGB-signalen tijdens iedere computerfunctie van de projector
Signaalfunctie Resolutie
(H x V)
Horizontale frequentie
(kHz)
Vertikale frequentie
(Hz)
Normale functie
(H x V)*1
TV60, 480i (525i) 15,73 59,94 1920 x 1080 *2
TV50, 576i (625i) 15,63 50,00 1920 x 1080 *2
1080i 60 (1125i 60) 33,75 60,00 1920 x 1080 *2
1080i 50 (1125i 50) 28,13 50,00 1920 x 1080 *2
480p (525p) 31,47 59,94 1920 x 1080 *2
576p (625p) 31,25 50,00 1920 x 1080 *2
720p 60 (750p 60) 45,00 60,00 1920 x 1080 *2
720p 50 (750p 50) 37,50 50,00 1920 x 1080 *2
1080p 60 (1125p 60) 67,50 60,00 1920 x 1080 *2
1080p 50 (1125p 50) 56,25 50,00 1920 x 1080 *2
1080p 24 (1125p 24) 27,00 24,00 1920 x 1080 *2
PC98 640 x 400 24,82 56,42 1728 x 1080
CGA70 640 x 400 31,47 70,09 1728 x 1080
VGA60 640 x 480 31,47 59,94 1440 x 1080 *2
VGA72 640 x 480 37,86 72,81 1440 x 1080
VGA75 640 x 480 37,50 75,00 1440 x 1080
VGA85 640 x 480 43,27 85,01 1440 x 1080
SVGA56 800 x 600 35,16 56,25 1440 x 1080
SVGA60 800 x 600 37,88 60,32 1440 x 1080 *2
SVGA72 800 x 600 48,08 72,19 1440 x 1080
SVGA75 800 x 600 46,88 75,00 1440 x 1080
SVGA85 800 x 600 53,67 85,06 1440 x 1080
XGA60 1024 x 768 48,36 60,00 1440 x 1080 *2
XGA70 1024 x 768 56,48 70,07 1440 x 1080
XGA75 1024 x 768 60,02 75,03 1440 x 1080
XGA85 1024 x 768 68,68 85,00 1440 x 1080
MAC13 640 x 480 35,00 66,67 1440 x 1080
MAC16 832 x 624 49,72 74,55 1440 x 1080
MAC19 1024 x 768 60,24 75,02 1440 x 1080
HP75 1024 x 768 62,94 74,92 1440 x 1080
SXGA60 1280 x 1024 63,98 60,02 1350 x 1080 *2
UXGA60 1600 x 1200 75,00 60,00 1440 x 1080 *2
Deze projector ondersteunt geen 480p signalen van
videoapparatuur met 4 (R, G, B, CS*) of 5 lijnen (R, G,
B, H, V).
*: Composite sync-signaal
NE-46
Technische gegevens (vervolg)
Aansluitingen
SERIAL (D-SUB 9-pen)
1 5
6
9
Pen No. Naam I/O
1–
2 TXD IN
3 RXD OUT
4–
5 GND
6–
7–
8–
9–
COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN
(Mini D-SUB 15-pen)
Pen No. Espec.
1 R(RED)/P
R
/C
R
2 G(GREEN)/Y
3 B(BLUE)/P
B
/C
B
4 GND
5 GND
6 GND
7 GND
8 GND
9 DDC 5V
10 GND
11 GND
12 DDC Data
13 HD/CS
14 VD
15 DDC Clock
HDMI IN
(HDMI 19-pen)
19
1
2
18
Pen No. Espec. Pen No. Espec.
1 TMDS Data2+ 11 TMDS Clock Shield
2 TMDS Data2 Shield 12 TMDS Clock-
3 TMDS Data2- 13 CEC
4 TMDS Data1+ 14
5 TMDS Data1 Shield 15 SCL
6 TMDS Data1- 16 SDA
7 TMDS Data0+ 17 DDC Ground
8
TMDS Data0 Shield
18 +5 V Power
9 TMDS Data0- 19 Hot Plug Detect
10 TMDS Clock+
Vervangingsonderdelen
(Los verkrijgbaar/niet in doos aanwezig)
Reservelamp VLT-HC5000LP
15
11
6
10
15
15
11
6
10
15
1 Zusho Baba, Nagaokakyo-City, Kyoto Japan
M
ITSUBISHI
ELECTRIC CORPORATIO
C
Mitsubishi Projector Warranty, Sales Support and Service Information
North America
MDEA (Mitsubishi Digital Electronics America, Inc.)
Presentation Products Division
9351 Jeronimo Road
Irvine CA 92618, USA
For Warranty Registration, visit:
http://www.mitsubishi-presentations.com under Customer Care
Sales & Inquiries
Phone :Toll Free (888)307-0349
E-mail :ppdinfo@mdea.com
Technical Inquiries
Phone :Toll Free (888)307-0309
E-mail :TSUPPORT@mdea.com
MESCA (Mitsubishi Electric Sales Canada Inc.)
http://www.mitsubishielectric.ca
Information Technologies Group, 4299 14th Avenue,
Markham, Ontario L3R 0J2, Canada
Sales & Technical Inquiries
Phone :+1-(800) 450-6487
Fax :+1-(905) 475-7958
E-mail :projectors@mitsubishielectric.ca
Customer Care
E-mail :support@mitsubishielectric.ca
Europe
MEU-FRA (Mitsubishi Electric Europe B.V French Branch)
25, Boulevard des Bouvets 92 741, Nanterre CEDEX,
France
Sales Inquiries
Phone :+33 (0)1 55-68-55-53
Fax :+33 (0)1 55-68-57-31
Technical Inquiries
Phone :+33 (0)1 55-68-56-42
Fax :+33 (0)1 55-68-57-31
MEU-GER (Mitsubishi Electric Europe B.V. German Branch)
http://www.mitsubishi-evs.de/
Gothaer Strasse 8, 40880 Ratingen, Germany
Sales Inquiries
Phone :0049 - 2102 - 486 9250
Fax :0049 - 2102 - 486 7320
Technical Inquiries
Phone :0049 - 2102 - 486 1330
Fax :0049 - 2102 - 486 1340
MEU-IR (Mitsubishi Electric Europe B.V. Irish Branch)
http://www.mitsubishi.ie/
Westgate Business Park, Ballymount, Dublin 24, Ireland
Sales Inquiries
Phone :+353-1-4198807
Fax :+353-1-4198890
Technical Inquiries
Phone :+353-1-4198808
Fax :+353-1-4198895
MEU-IT (Mitsubishi Electric Europe B.V. Italian Branch)
Centro Direzionale Colleoni, Palazzo Sirio, Viale Colleoni 7,
20041 Agrate Brianza, Italy
Sales & Technical Inquiries
Phone :+39-(0)39-60531
Fax :+39-(0)39-6053214
E-mail :info.projector@it.mee.com
MEU-NL (Mitsubishi Electric Europe B.V. Benelux Branch)
http://www.mitsubishi.nl/LCD/ProdFrame.html
Nijverheidsweg 23A, 3641 RP Mijdrecht, The Netherlands
Sales Inquiries
Phone :+31-297-282461
Fax :+31-297-283936
E-mail :info@mitsubishi.nl
Technical Inquiries
Phone :+31-297-282461
Fax :+31-297-283936
E-mail :info@mitsubishi.nl
Russia (Mitsubishi Electric Europe B.V Moscow
Representative Offi ce)
http://www.mitsubishi-projector.ru/
Moscow Representative Offi ce, 52/5 Kosmodamianskaya
Nab., 115054, Moscow, Russia
Sales & Technical Inquiries
Phone :(7095) 721-2068
Fax :(7095) 721-2071
MEU-SP (Mitsubishi Electric Europe B.V. Spanish Branch)
http://www.mitsubishielectric.es/
Ctra. de Rubi, 76-80, 08173 Sant Cugat del Valles,
Barcelona, Spain
Sales Inquiries
Phone :+34-93.565.31.54
Fax :+34-93.589.43.88
E-mail :mitsubishi.profesional@sp.mee.com
Technical Inquiries
Phone :+34-93.586.27.51
Fax :+34-93.588.53.87
E-mail :mitsubishi.profesional@sp.mee.com
MEU-SWE (Mitsubishi Electric Europe B.V Scandinavian
Branch)
Hammarbacken 14, Box 750, S-19127, Sollentuna, Sweden
Sales Inquiries
Phone :+46-(0)8-6251070
Fax :+46-(0)8-6251036
Technical Inquiries
Phone :+46-(0)8-6251052
Fax :+46-(0)8-6251036
MEU-UK (Mitsubishi Electric Europe)
http://www.mitsubishi.co.uk/evs/
Visual Information Systems Division, Travellers Lane,
Hatfi eld, Hertfordshire, AL10 8XB U.K.
Sales Inquiries
Phone :+44 (1707) 278684
Fax :+44 (1707) 278541
E-mail :projector.info@meuk.mee.com
Technical Inquiries
Phone :+44 (870) 606 5008
Fax :+44 (1506) 431927
E-mail :projector.info@meuk.mee.com
Asia
CHINA (Mitsubishi Electric Air-Conditioning & Visual
Information Systems (Shanghai) Ltd.)
12/F., Hong Kong New World Tower, 300 Huaihai Middle
Road, Shanghai, 200021, China
Sales Inquiries
Phone :+86(21)6335-3030 (Ext. 3007)
Fax :+86(21)6335-3600
Technical Inquiries
Phone :+86(21)6335-3030 (Ext. 3021)
Fax :+86(21)6335-3600
HONG KONG (Mitsubishi Electric Ryoden Air-Conditioning
& Visual Information Systems (HongKong) Ltd.)
7th Floor, Manulife Tower, 169 Electric Road, North Point,
Hong Kong
Sales Inquiries
Phone :+852-2510-1505
Fax :+852-2510-0463
Technical Inquiries
Phone :+852-2422-0161
Fax :+852-2487-0181
SINGAPORE (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.)
http://www.mitsubishielectric.com.sg
307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric
Building, Singapore 159943
Sales Inquiries
Phone :+65-6473-2308
Fax :+65-6475-9503
E-mail :Peripherals@asia.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+65-6470-2666
Fax :+65-6475-9503
INDIA (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.)
307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric
Building, Singapore 159943
Sales Inquiries
Phone :+65-6473-2308
Fax :+65-6475-9503
E-mail :Peripherals@asia.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+65-6470-2666
Fax :+65-6475-9503
INDONESIA (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.)
307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric
Building, Singapore 159943
Sales Inquiries
Phone :+65-6473-2308
Fax :+65-6475-9503
E-mail :Peripherals@asia.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+65-6470-2666
Fax :+65-6475-9503
PHILIPPINES (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.)
http://www.mitsubishielectric.com.sg
307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric
Building, Singapore 159943
Sales Inquiries
Phone :+65-6473-2308
Fax :+65-6475-9503
E-mail :Peripherals@asia.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+65-6470-2666
Fax :+65-6475-9503
VIETNAM (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.)
307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric
Building, Singapore 159943
Sales Inquiries
Phone :+65-6473-2308
Fax :+65-6475-9503
E-mail :Peripherals@asia.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+65-6470-2666
Fax :+65-6475-9503
STC (Setsuyo Astec Corporation Seoul Branch)
4F,Dongseo Game Channel Bldg,660-11 Deungchon-Dong,
Kangseo-Ku, Seoul, Korea
Sales & Technical Inquiries
Phone :+82-(0)2-2657-9841~3
Fax :+82-(0)2-2657-9900
MALAYSIA (Antah Melco Sales & Services Sdn. Bhd.)
6, Jalan 13/6 46860 Petaling Jaya Selangor, Darul Ehsan,
Malaysia
Sales & Technical Inquiries
Phone :+60-(0)3-79552088 (Ext. 203)
Fax :+60-(0)3-79563950/+60-(0)3-79582576
Technical & Service Inquiries
Phone :+60-(0)3-79552088 (Ext. 106)
Fax :+60-(0)3-79563950/+60-(0)3-79582576
ME-TWN (Mitsubishi Electric Taiwan Co., Ltd.)
http://www.MitsubishiElectric.com.tw
11TH FL., 90 SEC. 6, CHUNG SHAN N. RD., TAIPEI, 111
R.O.C.
Sales & Technical Inquiries
Phone :+886-2-2832-8255
Fax :+886-2-2833-9813
MKY (Mitsubishi Electric Kang Yong Watana Co., Ltd. )
http://www.mitsubishi-kyw.co.th/
Road, Huamark Bangkapi, Bangkok 10240, Thailand
Sales & Technical Inquiries
Phone :+66-2-731-6841
Fax :+66-2-379-4763
Oceania
ME-AUST (Mitsubishi Electric Australia)
http://www.mitsubishi-electric.com.au/prod.asp?prod=proj
348 Victoria Road, Rydalmere, N.S.W. 2116, Australia
Sales & Technical Inquiries
Phone :+(612)9684-7777
Fax :+(612)9684-7208
E-mail :diamonddigital@meaust.meap.com
Technical Inquiries
Phone :+(612)9684-7694
Fax :+(612)9684-7684
E-mail :service@meaust.meap.com
BDT (Black Diamond Technologies Ltd.)
(Warranty Registration) http://www.bdt.co.nz/projectors/
warranty.asp
1 Parliament St, Lower Hutt, Wellington, New Zealand
Sales Inquiries
Phone :+64-(0)4-560-9100
Fax :+64-(0)4-560-9133
E-mail :projectorsales@bdt.co.nz
Technical Inquiries
Phone :+64-(0)4-560-9100
Fax :+64-(0)4-560-9133
E-mail :service@bdt.co.nz
6

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Mitsubishi hc5500 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Mitsubishi hc5500 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 11,13 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Mitsubishi hc5500

Mitsubishi hc5500 Gebruiksaanwijzing - English - 47 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info