125
124
Overspeelstand
GEHEUGENKAART VERWISSELEN (OVERSPEELSTAND)
Pas goed op wanneer u geheugenkaarten verwisselt terwijl de camera met de computer
verbonden is. Bij verkeerde handelingen kan er beeldinformatie verloren gaan. Kijk altijd
goed of het toegangslampje niet rood brandt voordat u de geheugenkaart verwijdert.
Windows 98/98 Second edition
1. Zet de camera uit.
2. Verwissel de geheugenkaart.
3. Zet de camera aan om de USB-verbinding weer tot stand te brengen.
Is Kodak EasyShare geïnstalleerd, rechts-klik dan op de EasyShareicoon in de taakbalk en verlaat
het programma voordat u de camera ontkoppelt.
Windows Me, 2000 Professional en XP
Macintosh
1. Stop de USB-verbinding met de procedure voor ontkoppelen of uitwerpen van hardware
(blz.122).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB-verbinding weer tot stand te brengen.
1. Stop de USB-verbinding door het symbool van de drive naar de prullenbak te slepen (blz. 123).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB-verbinding weer tot stand te brengen.
1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind hem met een USB-kabel met de computer.
Tijdens deze procedure moeten andere apparaten niet zijn aangesloten.
2. Rechts-klik op Deze Computer. Selecteer “Eigenschappen” uit het menu.
Windows XP: ga van het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op Prestaties en
onderhoud. Klik op “Systeem” om het venster met eigenschappen te openen.
3. Windows 2000 en XP: selecteer de hardware-tab in het eigenschappen-venster en klik op de
knop voor Apparaatbeheer.
Windows 98 en Me: klik op de tab Apparaatbeheer in het Eigenschappen-menu.
4. Het driver-bestand zal te vinden zijn bij de universal-serial-bus-controller of de andere
apparaten in het overzicht van Apparaatbeheer. Klik op de locaties om de bestanden weer te
geven. De driver is te vinden onder Konica Minolta, de cameranaam of “USB Apparaat voor
massa-opslag”. Onder bepaalde omstandigheden kan de driver soms niet deze cameranamen
dragen. De driver zal dan echter worden gemarkeerd met een vraag- of uitroepteken.
5. Klik op de driver om hem te selecteren.
6. Windows 2000 en XP: klik op de actie-knop om het menu te laten verschijnen. Selecteer
verwijderen (uninstall). Er verschijnt een bevestigingsscherm. Op “Yes” klikken verwijdert de
driver uit het systeem.
Windows 98 en Me: klik op de knop voor verwijderen. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Op
“Yes” klikken verwijdert de driver uit het systeem.
7. Ontkoppel de USB-kabel en zet de camera uit. Herstart de computer.
OVERSPEELSTAND DRIVER-SOFTWARE VERWIJDEREN - WINDOWS