114
115
Overspeelstand
OVERSPEELSTAND
Lees dit hoofdstuk goed door voordat u de camera met een computer verbindt. Deze
gebruiksaanwijzing geeft geen informatie over de beginselen van het werken met computers en hun
besturingssysteem. Kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing van uw computer.
Wilt u de camera direct op de computer aansluiten en gebruiken als een mass storage device
(apparaat voor massa-opslag) dan moet de computer zijn uitgerust met een USB-aansluiting als
standaard interface. De computer en het besturingssysteem moeten gegarandeerd goed werken
met USB interface. De volgende besturingssystemen zijn compatible met de camera:
Compatibiliteit met Windows XP is alleen met de home of professional edities. Kijk op de Minolta
website voor de meest recente informatie aangaande compatibiliteit:
Noord-Amerika: http://www.konicaminolta.us/
Europa: http://www.konicaminoltasupport.com
Gebruikers van Windows 98 of 98 second edition moeten de driver-software van de meegeleverde
Digital Camera Software CD-ROM (blz. 116) installeren. Voor oudere Windows of Macintosh
besturingssystemen is geen speciale driver-software vereist.
Gebruikers die in het bezit zijn van een eerdere DiMAGE of Dynax digitale camera en de Windows
98 driver-software hebben geïnstalleerd, moeten deze installatieprocedure herhalen. De updated
versie van de driver-software die op de meegeleverde Digital Camera Software CD-ROM staat is
noodzakelijk om deze camera goed met de computer te laten werken. De nieuwe software heeft
geen gevolgen voor het werken met eerdere camera’s.
Een remote camera driver wordt meegeleverd met de Windows editie van de Digital Camera
Software CD-ROM. Deze driver is niet compatible met deze camera.
Windows 98, 98SE, Me, 2000 Professional en XP
Macintosh OS 9.0 ~ 9.2.2 en Mac OS X 10.1.3 ~ 10.1.5, 10.2.1 ~ 10.2.8, 10.3 ~ 10.3.9, 10.4 ~ 10.4.1
SYSTEEMEISEN
CAMERA OP DE COMPUTER AANSLUITEN
1. Controleer of de overspeeloptie (data transfer) in sectie 1 van het
setup-menu op “Data storage” staat (blz. 98). Zet de camera uit.
2. Start de computer op. De computer moet aan staan voordat u de
camera aansluit.
3. Schuif het deurtje van de kaartruimte naar de achterzijde van de
camera om de vergrendeling los te maken en het te openen.
Bevestig de kleine stekker van de USB-kabel op de USB-
aansluiting van de camera. Let er op dat de stekker stevig vast zit.
4. Steek het andere eind van de USB-kabel in de USB-aansluiting van
de computer. Let er op dat de stekker stevig vast zit. De camera
moet rechtstreeks op de USB-aansluiting van de camera zijn
aangesloten. Gebruik van een USB-hub kan een correcte werking
mogelijk belemmeren.
5. Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in de camera zit, en zet de
camera aan. Er verschijnt een scherm dat aangeeft dat de
verbinding tot stand wordt gebracht. Als de verbinding is gemaakt
worden de zoeker en monitor van de camera uitgeschakeld. Wilt u
de kaart verwisselen terwijl de camera op de computer is
aangesloten, kijk dan op blz. 124.
Is de camera goed verbonden met Windows XP of Mac OS X, dan
wordt er mogelijk een venster geopend voor het downloaden van
beeldinformatie; volg de instructies in het venster. Een drive-icoon of
volume verschijnt in Deze computer of op het bureaublad; de
volumenaam varieert per geheugenkaart en besturingssysteem. Herkent
de computer het volume niet, ontkoppel dan de camera, herstart de
computer, en herhaal de procedure.
Gebruik wanneer u de camera op de computer aansluit een volledig geladen batterij. Het gebruik
van een netstroomadapter (apart verkrijgbaar) is overigens te prefereren boven batterijvoeding.
Gebruikers van Windows 98 dienen voordat ze de camera op de computer aansluiten eerst de tekst
te lezen over de computeraansluiting bij hun besturingssystemen.
Deze computer: Windows
Bureaublad: Mac OS
Initializing USB connection.