Bij gebruik van een externe flitser past de camera pre-flash DDL-meting toe om de juiste
(flits-)belichting te bepalen.
Welke flitsstanden bij gebruik van een externe flitser beschikbaar zijn vari-
eert met de belichtingsstand. Automatisch flitsen kan alleen worden
gebruikt in de automatische opnamestand, de programmastand (P) en bij
de Digitale Onderwerpsprogramma’s. Invulflits en flitsen met lange sluiter-
tijden kunnen bij alle standen worden gebruikt, behalve bij filmopnamen.
Rode-ogen-reductie kan niet worden gebruikt. Door de grote afstand tus-
sen de flitsbuis en de optische as van het objectief is de kans op rode oog-
jes bij gebruik van een externe flitser erg klein.
DDL-flitskabels en andere accessoires voor gebruik van de flitser los van de camera zijn niet
compatible met deze camera. De Close-up Diffuser CD-1000 kan worden gebruikt.
4342 Geavanceerde opnametechniek
Externe flitser bevestigen
Met een extra flitser (apart leverbaar) geeft u deze camera veelzijdiger flitsmogelijkheden. Is de
camera niet in gebruik, verwijder dan altijd de externe flitser. Schuif het beschermkapje op de flits-
schoen om de contacten te beschermen.
Schuif het kapje van de camera als aangegeven. Schuif de
externe flitser in de flitsschoen totdat hij vastklikt.
Druk de ontspanknop half in of druk op de centrale toets van de
stuureenheid om het veld te selecteren; de andere vier velden ver-
dwijnen. Pas als een scherpstelveld is geselecteerd kan de stuureen-
heid worden gebruikt voor andere handelingen.
Maak de foto zoals beschreven bij de basistechnieken voor de opna-
me; druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting te
vergrendelen. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
Is een scherpstelveld eenmaal geselecteerd, dan blijft het actief, ook
als de foto is gemaakt. Houd de centrale toets van de stuureenheid
ingedrukt om terug te keren naar de standaard scherpstelvelden.
Houd de centrale toets van de stuureenheid ingedrukt totdat de vijf spot-scherp-
stelvelden verschijnen.
Scherpstelveldselectie
Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om het gewen-
ste scherpstelveld te laten oplichten; het actieve veld is blauw.
Bij foto-opnamen kunt u individuele scherpstelvelden selecteren. In de automatische opnamestand
en bij digitale onderwerpsprogramma’s wordt de scherpstelveldselectie teruggezet als de camera
wordt uitgeschakeld. In de de P-, A-, S- en M-stand blijft het gekozen scherpstelveld actief totdat
een andere keuze wordt gemaakt.
De volgende Konica Minolta flitsers zijn met deze camera compatible:
Program Flash 2500 (D)
Program Flash 3600HS (D)
Program Flash 3600HS (D)
Systeemaccessoires
Flitsinfo