U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om bij lange tijdopnamen cameratrilling te vermij-
den. Wanneer u vanaf statief fotografeert kunt u opnamen van statische onderwerpen (land-
schappen, stillevens, macro-opnamen) met de zelfontspanner maken. Omdat er op het
moment dat de opname begint geen contact met de camera is kan de fotograaf zo geen tril-
ling veroorzaken. Hiervoor kunt u de zelfontspanner instellen op twee seconden.
4746 Geavanceerde opnametechniek
Met de transportstanden regelt u de manier waarop beelden worden
opgenomen. De transportstand kan in alle standen worden inge-
steld, behalve via het filmmenu. In de automatische opnamestand
en bij digitale onderwerpsprogramma’s wordt de transportstand
teruggezet als de camera wordt uitgeschakeld. In de belichtings-
standen P, A, S en M blijft de transportstand van kracht totdat hij
wordt veranderd. Kijk in de nu volgende hoofdstukken voor informa-
tie over de transportstanden.
Enkelbeeldtransport – elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt wordt een enkele
opname gemaakt (blz. 22).
Continu transport - voor het continu maken van opnamen door het ingedrukt houden
van de ontspanknop.
Zelfontspanner – om het moment van de opname te vertragen. Om zelf op de foto te
komen.
Bracketing - voor het maken van drie opnamen achtereen, elk met een verschillende
belichtingsinstelling.
Transportstanden (Drive mode)
Progressieve opname - continu maken van opnamen van 1024 x 768 pixels op circa 10
bps. Na loslaten van de ontspanknop worden de laatste twintig opnamen opgeslagen.
UHS continu transport - voor het maken van twintig opnamen van 1024 x 768 pixels op
circa 10 bps door het ingedrukt houden van de ontspanknop.
Om zelf op de foto te komen; de zelfontspanner stelt de opname tien econden uit na het indrukken
van de ontspanknop. De zelfontspanner wordt ingesteld in sectie 1 van de opnamemenu’s (blz. 44).
Opnametips
Zelfontspanner (Self timer)
De zelfontspanner telt af op de lcd-monitor. Tijdens het aftellen zal het zelfontspannerlampje voorop
de camera (3) knipperen; het wordt begeleid door een audiosignaal. Enkele seconden voor de opna-
me zal het zelfontspannerlampje snel knipperen. Vlak voor de opname brandt het lampje continu.
Om het aftellen te stoppen schuift u de zoomknop naar links of rechts. De zelfontspannerstand
wordt na de opname opgeheven; de camera gaat weer over op enkelbeeld. Het audiosignaal kan
worden uitgeschakeld in sectie 3 van het setup-menu (blz. 99). De vertraging van de zelfontspanner
kan worden veranderd in sectie 4 van het setup-menu (blz. 101).
Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede
zodanig dat het onderwerp binnen de scherpstelkaders
valt. Druk de ontspanknop half in om belichting en scherp-
stelling te vergrendelen (1). Druk de ontspanknop geheel in
om het aftellen te starten (2).
Omdat scherpstelling en belichting worden bepaald bij half
indrukken van de ontspanknop moet u niet voor de camera
staan wanneer u een zelfontspanneropname start.
Controleer altijd de scherpstelling met de scherpstelsigna-
len voordat u het aftellen start (blz. 25).
2
3
1