Sluitertijd en diafragma regelen meer dan de belichting. De sluitertijd bepaalt hoe scherp een
bewegend onderwerp wordt weergegeven. Het diafragma regelt de scherptediepte, de zone voor
de camera waarbinnen alles scherp wordt weergegeven. Meer informatie over de
belichtingsregeling vindt u op blz. 70.
De fotograaf kiest het diafragma, de camera kiest de sluitertijd die tot een juiste
belichting zal leiden. Is diafragmavoorkeuze geselecteerd, dan is het diafragma op
de monitor blauw, en er verschijnt een dubbele pijlaanduiding naast. De flitsstand
is instelbaar op invulflits, invulflits met rode-ogen-reductie en flitsen met lange slui-
tertijden met rode-ogen-reductie (blz. 26).
36 Geavanceerde opnametechniek
In de programmastand regelt de camera zowel de sluitertijd als het diafragma om
een goede belichting te krijgen. Met deze stand kunt u fotograferen zonder dat u
zich om de belichtingsinstelling hoeft te bekommeren. De gekozen sluitertijd- en
diafragmawaarden verschijnen op de monitor, wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Worden sluitertijd en diafragma rood, dan liggen de lichtomstandighe-
den buiten het regelbereik van de camera.
Programma (P) belichtingsstand
Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid (1) om
het diafragma in te stellen. Het diafragma kan worden
ingesteld in stappen van 1/3 diafragmastop. Druk de
ontspanknop half in om het belichtingssysteem te acti-
veren; de corresponderende sluitertijd verschijnt op de
monitor.
De fotograaf kiest de sluitertijd, de camera kiest het diafragma dat tot een juiste
belichting zal leiden. Is sluitertijdvoorkeuze geselecteerd, dan is de sluitertijd op de
monitor blauw, en er verschijnt een dubbele pijlaanduiding naast. De sluitertijd is
instelbaar tussen 1/1000 en 4 seconden. Wordt bij een bepaalde sluitertijd het dia-
fragmabereik overschreden, dan wordt de diafragma-aanduiding rood. De flits-
stand is instelbaar op invulflits, invulflits met rode-ogen-reductie en flitsen met
lange sluitertijden met rode-ogen-reductie (blz. 26).
Omdat het grootste diafragma in de telestand niet gelijk is aan het grootste diafragma in de groot-
hoekstand verandert het diafragma als de zoominstelling wordt veranderd. Leidt de diafragma-
waarde tot een sluitertijd die niet kan worden ingesteld, dan wordt de sluitertijdaanduiding op de
monitor rood.
Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid (1) om
de sluitertijd in te stellen. Druk de ontspanknop half in
om het belichtingssysteem te activeren; het correspon-
derende diafragma verschijnt op de monitor.
Diafragmavoorkeuze (A) belichtingsstand
Sluitertijdvoorkeuze (S) belichtingsstand
Opnametips
37
1
1
De waarschuwing voor cameratrilling (blz. 27) verschijnt niet in de S-stand. Wordt een lange sluiter-
tijd gekozen, dan wordt ruisonderdukking op de foto toegepast; tijdens deze bewerking verschijnt
mogelijk een melding. Kijk op blz. 39 voor meer informatie over ruisonderdukking.