14
VOORBEREIDING
Aanduiding batterijconditie
Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool verschijnt geduren-
de drie seconden na het inschakelen van de camera en wanneer er tussen
weergave en opname wordt omgeschakeld.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan wordt het
lampje naast de zoeker rood en het zal drie seconden knipperen. De camera
is dan geblokkeerd, er kan geen opname worden gemaakt. De batterij moet
worden opgeladen.
Waarschuwing lege batterij - batterij is bijna leeg. De batterij moet zo snel
mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en
blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit.
Komt de energievoorraad onder dit niveau als de camera aan staat, dan ver-
schijnt de melding dat de batterij uitgeput is vlak voordat de camera zichzelf
uitschakelt.
Automatische uitschakeling
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen
met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De
wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in de Setup-1-sectie van het
opname- en het weergave-menu (blz. 28, 58). Is de camera op een computer aangesloten, dan wordt
de wachttijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op 10 minuten; deze wachttijd kan niet
worden veranderd.
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op
de LCD-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool
verschijnt drie seconden lang. De LCD-monitor gaat uit wanneer de flitser
aan het laden is.