101
Lijkt de camera niet normaal te werken, zet hem dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug of
verbreek en herstel de lichtnetaansluiting. Zet de camera altijd uit met de hoofdschakelaar, anders
bestaat de kans dat de geheugenkaart beschadigd raakt en/of de camera-instellingen allemaal in de
basisstand worden teruggezet.
Opnamen zijn
niet scherp.
Onderwerp is te dichtbij.
Let goed op dat het onderwerp
binnen het scherpstelbereik ligt
(blz. 26) of gebruik de macro-
stand (blz. 30).
Speciale scherpstelsitu-
atie, waarin camera niet
goed kan scherpstellen
(blz. 27).
Gebruik scherpstelvergrendeling
om in te stellen op een ander
onderwerp op gelijke afstand
(blz. 26).
De opnamen
zijn bij weinig
licht zonder flits
gemaakt.
Lange sluitertijden geven
‘bewogen’ opnamen wan-
neer er uit de hand wordt
gefotografeerd.
Gebruik een statief, verhoog de
cameragevoeligheid (blz. 46) of
schakel de ingebouwde flitser in
(blz. 28).
Het onderwerp ligt buiten het flitsbe-
reik: (blz. 46).
Ga dichter bij het onderwerp of
verhoog de cameragevoeligheid
(blz. 46).
Scherpstel-
signaal is rood.
Bij flitsgebruik
worden de
opnamen te
donker.
OVER HET SNOER VAN DE LITHIUM-ION BATTERIJLADER
Het meegeleverde lichtnetsnoer is afgestemd op het voltage in de verkoopregio. Gebruik het snoer
van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld.
Regio Productcode
Continentaal Europa, China, Korea, Singapore (220-240 V) APC-110
Groot-Brittannië, Hong Kong (220 V-240 V) APC-120
Verenigde Staten, Canada, Taiwan (110 V-120 V) APC-130
Japan (100 V) APC-140