48
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Belichtingsstanden
De belichtingsstand kan worden gewijzigd in de stand Handmatige opnameregeling, via het menu. Op
blz. 34 ziet u hoe u de opnamestand verandert.
Selecteer in het menu van de Handmatige opnameregeling de belich-
tingsstand. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik. Een aan-
duiding bovenin de monitor geeft de actieve belichtingsstand aan.
Programma - de camera bepaalt zelf sluitertijd en diafragma.
Diafragmavoorkeuze - de fotograaf kiest het diafragma, de camera bepaalt welke sluiter-
tijd nodig is om een goede belichting te krijgen.
Handmatige belichtingsregeling - de fotograaf bepaalt zelf diafragma en sluitertijd.
Diafragmavoorkeuze
In de praktijk werkt de programmastand hetzelfde als is beschreven
bij de basishandelingen voor de opname op blz. 24. Wanneer de
ontspanknop echter half wordt ingedrukt verschijnen de gekozen
sluitertijd- en diafragmawaarde in de rechter bovenhoek van de
monitor.
Diafragma
Wanneer de diafragmawaarde in de rechter bovenhoek van de
monitor grijs is kan de stuureenheid worden gebruikt om de flits-
stand (blz. 28), macrostand (blz. 30) en witbalans (blz. 46) te regelen.
Wilt u het diafragma wijzigen, druk dan op de op-toets
van de stuureenheid; de diafragmawaarde wordt wit.