23
Camera instellen op automatisch opnemen
Ze de keuzeknop in de automatische opnamestand (1); alle
camerafuncties werken nu automatisch. De autofocus-, belich-
tings- en beeldverwerkingssystemen werken nu samen om u
zonder rompslomp mooie opnamen te bezorgen.
Veel van de systemen in de camera mogen dan wel automatisch
zijn, het is mogelijk de camera-automatiek voor bepaalde onder-
werpen te optimaliseren, simpelweg door middel van de knop
voor digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 29). De flitsstand
(blz. 32) en de transportstand (blz. 38) kunnen ook worden ver-
anderd. Beeldgrootte en -kwaliteit zijn instelbaar in het menu van
de automatische opnamestand (blz. 44).
Belichtingsstand Programma-automatiek (vast)
Lichtmeetmethode
*Veranderingen in de flitsstand, het scherpstelveld, de transportstand of de belichtingscorrectie
worden ongedaan gemaakt wanneer de keuzeknop in een andere stand wordt gezet. De flitsstand
wordt teruggezet op automatisch flitsen of automatisch flitsen met rode-ogen-reductie, afhankelijk
van welke van deze twee standen het laatste werd gebruikt.
1
Meerveldsmeting (vast)
Cameragevoeligheid (ISO)
Flitsstand
Scherpstelveld
Scherpstelmethode
Transportstand
Automatisch (vast)
Automatisch flitsen (kan worden veranderd*)
Enkelbeeld (kan worden veranderd
*)
Belichtingscorrectie
Verscherping
0.0 (kan worden veranderd*)
Normaal (vast)
Contrast Normaal (vast)
Kleurverzadiging Normaal (vast)
Kleurinstelling
Witbalans
Natural Color (vast)
Automatisch (vast)
Area AF & Subject Tracking AF (vast)
Groot scherpstelgebied (kan worden veranderd
*)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–