27
Deze digitale camera is uitgerust met een snel en nauwkeurig autofocus-systeem. Het scherpstel-
symbool linksonder op de lcd-monitor en het groene lampje naast de zoeker geven de status aan.
Scherpstelling vergrendeld. Camera blijft onderwerp
in scherpstelveld volgen
Scherpstelsymb.: wit
Lampje: brandt
Scherpstelsymb.: rood
Lampje : knippert
In sommige situaties zal de camera niet goed kunnen scherpstellen. Kan het AF-systeem niet op een
onderwerp scherpstellen, dan wordt het scherpstelsymbool rood. Gebruik dan scherpstelvergrende-
ling met scherpstelveldselectie om scherp te stellen op een onderwerp op gelijke afstand als het
eigenlijke onderwerp (blz. 50, 51).
Onderwerp in
scherpstelveld
heeft te laag
contrast
Onderwerp is te
donker
Twee onderwerpen
op verschillende
afstanden overlap-
pen elkaar in
scherpstelkader.
Onderwerp vlakbij
zeer heldere beeld-
partij.
Scherpstelling niet mogelijk. Onderwerp te dichtbij of
een van onderstaande situaties doet zich voor.
• Gaat de vergrendeling op het onderwerp verloren, dan word het symbool rood, maar het lampje
blijft branden. Meer info over Subject Tracking AF vindt u op bladzijde 64.
• Als de camera niet kan scherpstellen kan er toch worden gefotografeerd.
• Kan het AF-systeem niet scherpstellen, dan wordt de afstand ingesteld op 2 m. In dat geval kan
scherpstelvergrendeling met scherpstelveldselectie worden gebruikt (blz. 50, 51).
Scherpstelsignalen
Speciale scherpstelsituaties