Met de te beveiligen opname op de LCD-monitor, drukt u op de menu-
toets om het weergavemenu op te roepen. Gebruik de op-/neer-toets
van de besturingseenheid om de optie ‘PROTECT’ te laten oplichten.
Druk op de centrale toets van de besturingseenheid en het dialoogven-
ster “LOCK?” verschijnt.
Gebruik de op-/neer-toets om “YES” te kiezen en druk op de centrale
toets. De opname is nu beveiligd en het sleutelsymbooltje verschijnt
aan de rechter zijde op de LCD-monitor. Kies “EXIT” om terug te keren
naar het weergavemenu.
Om een opname te kunnen wissen kiest u “YES” in het dialoogvenster
“UNLOCK?” en drukt op de centrale toets. De opname is niet meer
beveiligd tegen wissen en het sleutelsymbooltje verdwijnt. Kies “EXIT”
om terug te keren naar het weergavemenu.
U kunt een andere opname kiezen door op de links-/rechts-toets te
drukken in het dialoogvenster “LOCK?” of “UNLOCK?”.
56 WEERGAVESTAND
OPNAMEN BEVEILIGEN
Belangrijke opnamen kunt u het best beveiligen tegen wissen. Beveiligen is mogelijk van alle beelden
die zijn gemaakt met enkelbeeldtransport, continutransport en filmen. Een beveiligde opname kan
niet worden gewist vanuit het weergavemenu, noch vanuit direct weergeven. Het formatteren van een
geheugenkaart (blz. 20) zal echter alle bestanden op die kaart wissen, of ze nu beveiligd waren of
niet.
PROTECT
LOCK?
YES
EXIT
PROTECT
UNLOCK?
YES
EXIT