44 OPNAMESTAND
De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. 2 of 10 secon-
den na het indrukken van de ontspanknop. Zo kan de fotograaf zelf op de foto
komen. De zelfontspanner werkt alleen bij enkelbeeldtransport.
Wanneer een keuze uit de beide vertragingstijden is gemaakt, ver-
schijnt deze aan de rechter zijde op de LCD-monitor (1).
Plaats de camera op een statief of een stevige ondergrond en kader
het beeld uit. De scherpstelvergrendeling kan niet worden toegepast.
Druk de ontspanknop helemaal in om het aftellen te starten (2). Omdat
de scherpstelling en de belichting worden bepaald op het moment van
de opname dient u er voor te waken niet vlak voor de camera te staan
bij het maken van een opname met de zelfontspanner.
Gedurende het aftellen van de vertragingstijd van 10 s, knippert het zelfontspannerlampje aan de
voorzijde van de camera (3) langzaam. Het rode signaallampje naast de zoeker (4) brandt.
Enkele seconden voor de opname knippert het zelfontspannerlampje snel. Het sig-
naallampje knippert langzaam, waarbij tevens een geluidssignaal hoorbaar is. Het
zelfontspannerlampje stopt vlak voordat de sluiter ontspant met knipperen.
Door op de neer-toets van de besturingseenheid (5) te drukken, kan de
zelfontspanner worden geactiveerd. Druk op de toets tot de
gewenste vertragingstijd zichtbaar is.
Om het aftellen te onderbreken drukt u vóór
de opname op de ontspanknop. Om het
aftellen opnieuw te starten drukt u weer op
de ontspanknop.
ZELFONTSPANNER
5
100
1
2
3
4
5