22 OPNEMEN EN WEERGEVEN - BASIS
De scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt wanneer u een fotocompositie kiest
waarbij het onderwerp zich buiten het beeldcentrum en dus buiten het scherpstel-
kader bevindt. U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken wanneer een specia-
le scherpstelsituaties een juiste scherpstelling verhindert. U kunt dan scherpstellen
op een ander onderwerp op gelijke afstand. De scherpstelling wordt vergrendeld door
de ontspanknop half in te drukken.
Scherpstelvergrendeling
Wanneer de camera aan staat geeft het signaallampje de
camerastatus aan.
Signaallampje
Als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen, het onderwerp te dichtbij is
of er zich een speciale situatie voordoet waarin de scherpstelling niet goed werkt,
kan er gewoon een opname worden gemaakt. Is het onderwerp te dichtbij, dan het
signaallampje branden, maar het onderwerp zal op de foto niet scherp zijn.
Scherpstelling is vergrendeld. Flitser wordt
niet gebruikt. Camera is klaar voor de
opname.
Brandt groen
Scherpstelling is vergrendeld. Flitser zal
worden gebruikt. Camera is klaar voor de
opname.
Brandt oranje
Scherpstelling niet mogelijk. Flitser zal niet
worden gebruikt
Knippert groen
Scherpstelling niet mogelijk. Flitser zal
worden gebruikt
Knippert oranje
Wanneer de ontspanknop niet
wordt ingedrukt
Wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt
Camera staat aan.
Flitser laadt zich op. LCD-
monitor staat uit.
Beeldinformatie wordt op de
kaart weggeschreven
–