AANSLUITEN VAN DE CAMERA OP EEN COMPUTER
Als de camera correct op de computer is aangesloten zal een drive symbool verschijnen. Dubbelklik
op het symbool om toegang te krijgen tot de geheugenkaart van de camera; zie pag. 45. Herkent de
computer de camera niet, maak dan de camera aansluiting los en herstart de computer. Herhaal ver-
volgens de hierboven beschreven procedure.
Start de computer.
• De computer moet zijn opgestart, voordat u de camera aansluit.
Doe de geheugenkaart in de camera.
• Controleer eerst of het de juiste kaart is. Zie pag. 48 voor het verwisselen van een kaart terwijl
de camera op de computer is aangesloten.
Sluit de andere plug van de USB kabel aan op de USB poort van de computer.
• Let erop dat de plug goed is aangesloten.
• Let op, de kabel moet direct op de computer worden aangesloten. Aansluiting via een USB hub
kan problemen opleveren voor een juiste werking met de camera.
Gebruik verse batterijen c.q. opgeladen accu’s wanneer u de camera op de computer gaat
aansluiten. Beter nog is het gebruik van een Minolta lichtnetadapoter (optioneel). Werkt u met
Windows 98, lees dan eerst de informatie over het installeren van de noodzakelijke USB driver soft-
ware, voordat u de camera op de computer kunt gebruiken (p. 44).
Draai de functiering naar de weergave, of eventueel opname stand om de USB verbinding te ini-
tialiseren.
• Op het datascherm zal dan “PC” worden aangegeven (op de plaats van het telwerk).
1
2
3
4
5
Verbind de kleinste plug van de USB kabel met de USB poort van de camera.
• Let erop dat de plug goed is aangesloten.