INHOUD
- 6 -
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
CAMERAHUIS........................................................................................10
ZOEKER.................................................................................................12
FUNCTIEKNOP......................................................................................12
DATA-SCHERM ......................................................................................13
SNEL AAN DE SLAG .....................................................................................14
ENERGIE SPAREN ................................................................................14
BATTERIJEN EN COMPACTFLASH KAART PLAATSEN......................15
HANTEREN VAN DE CAMERA .............................................................15
CAMERA INSCHAKELEN......................................................................15
OPNAMEN MAKEN (Opnamestand)......................................................16
OPNAMEN WEERGEVEN (Weergavestand).........................................17
OPNAMEN WISSEN ..............................................................................18
OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
Bovenaan veel bladzijden staan hulpsymbolen. Ze geven aan of de camera aan of uit
moet staan, wat de benodigde gebruikstand is en de wat positie van de functieknop
moet zijn. Speciale waarschuwingen staan in donkergrijze vakjes.
Het ronde symbool geeft aan dat de objectiefbescherming van
de camera open moet zijn. Het tweeede symbool betreft de
opnamestand.
Het ronde symbool geeft aan de de objectiefbescherming van
de camera moet zijn. Het tweede symbool geeft aan dat de
camera in de weergavestand staat en dat LCD-monitor met de
display/enter-toets moet worden geactiveerd.
De symbool geeft de stand van de functieknop aan.