Bij handmatige belichtingsregeling (blz. 56) kunt u sluitertijd en dia-
fragma “gekoppeld” verstellen: ze worden simultaan gewijzigd, zonder
dat de belichting van de opname verandert. Wanneer deze functie
actief is houdt u de toets spot-AE lock ingedrukt en draait u aan het
instelwiel om de sluitertijd/diafragmacombinatie te veranderen.
Bij handmatige belichtingsregeling (blz. 56) kunt u de instellingen voor sluitertijd en diafragma
omwisselen. Er zijn twee instelmogelijkheden:
Sluitertijd (Shutter speed) – dit is de standaardinstel-
ling van de camera, zie 56. Met het instelwiel veran-
dert u de sluitertijd (1). Om het diafragma in te stellen
zet u de schakelaar Digitale Effecten in de stand
Belichtingscorrectie/AV (2) en draait u aan het instel-
wiel terwijl u de toets Digitale effecten indrukt (3).
Diafragma (Aperture) – Met het instelwiel verandert u
het diafragma (1). Om de sluitertijd in te stellen zet u
de schakelaar Digitale Effecten in de stand
Belichtingscorrectie/AV (2) en draait u aan het instel-
wiel terwijl u de toets Digitale effecten indrukt (3).
130
S
ETUP-STAND
INSTELWIEL (M)
MANUAL SHIFT
1
3
2