441449
19
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
W 921
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
T
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 04612440
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Het golfkarton bestaat voornamelijk
uit oud papier.
Het piepschuim is zonder CFK’s ver-
vaardigd.
Het houten frame bestaat uit onbe-
handeld hout.
De (hout)vezelplaten bevatten geen
carbolhars (fenolhars) en bestaan
voor 100% uit oud hout.
De polyethyleenfolie (PE) bestaat
voor een deel uit één basismateriaal.
De verpakkingsbanden bestaan uit
polypropyleen (PP).
Door hergebruik van verpakkingsmate-
riaal wordt er op grondstoffen be-
spaard en wordt er minder afval gepro-
duceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug. Als u niet te-
ruggaat naar uw vakhandelaar, infor-
meer dan bij de reinigingsdienst van
uw gemeente waar u het verpakkings-
materiaal kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen. Zet uw
apparaat daarom niet zomaar bij het
grof vuil.
Informeer bij uw handelaar of het moge-
lijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhande-
laar naar mogelijkheden voor herge-
bruik van het materiaal.
8
Energiebesparend wassen
Energiebesparend wassen betekent
water, stroom en wasmiddel besparen
zonder dat dit ten koste gaat van het
reinigingsresultaat.
Voor een goed wasresultaat is het van
beslissend belang dat de hoeveelheid
wasmiddel, de wastemperatuur, de
wastijd en de wastechniek optimaal op
elkaar worden afgestemd.
Voor een optimaal gebruik van water
en wasmiddel duren de wasprogram-
ma’s tegenwoordig langer.
Door het Hydromatic-systeem draait de
trommel bij de hoofdwas met verschil-
lende snelheden. De combinatie van
langzame en snelle draaibewegingen
en de pauzes voor het inweken dragen
bij aan een optimaal wasresultaat.
De automatische waterniveau-aanpas-
sing zorgt ervoor dat er bij het wassen
slechts zoveel water wordt gebruikt als
werkelijk nodig is. Daarom lijkt het vaak
alsof er zich in de trommel geen water
bevindt.
Voor de reiniging van normaal vervuild
wasgoed is tegenwoordig de hoofdwas
voldoende. Daarom is de voorwas niet
meer automatisch onderdeel van het
wasprogramma. U kunt de voorwas
echter met een druk op de knop apart
instellen.
Tips om energie te besparen
De belangrijkste bijdrage aan het "ener-
giebesparend wassen" kunt u echter
zelf leveren.
Volg daarvoor de onderstaande tips op.
Door de automatische waterniveau-
aanpassing is het mogelijk 1 tot 5 kg
wasgoed in de wasautomaat te leg-
gen, afhankelijk van het wasprogram-
ma.
Benut als dat mogelijk is de maxima-
le beladingscapaciteit van het geko-
zen programma. Het energieverbruik
is dan, gerelateerd aan de totale hoe-
veelheid, het voordeligst.
Gebruik hoogstens zoveel wasmid-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Wasgoed zonder moeilijk verwijder-
bare vlekken kunt u wassen op een
lagere temperatuur dan in het waseti-
ket staat aangegeven.
Druk bij lagere temperaturen echter
niet op de "Kort"-toets.
Licht vervuild wasgoed kunt u was-
sen met een "Kort"-programma.
Kies bij een kort programma echter
niet óók nog eens een lagere tempe-
ratuur.
Gebruik de extra functie "Inweken".
Daardoor kunt u de wastemperatuur
in de hoofdwas verlagen.
9
Zo wast u goed
Als u een kort overzicht wilt hebben
over hoe u de wasautomaat moet be-
dienen, kunt u de met cijfers aangedui-
de stappen (
1,2,3,...) aanhouden.
Voordat u gaat wassen
1 Wasgoed inspecteren en sorteren
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen (spijkers, munten, pa-
perclips e.d. ) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be-
schadigen.
Ritsen sluiten (kledingsstukken met
ritsen eventueel binnenstebuiten ke-
ren).
Zorg ervoor dat onderdelen van kle-
ding niet los kunnen raken.
Bij vitrage de haakjes en het lood-
band verwijderen of in een doek wik-
kelen.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin-
nenstebuiten als de fabrikant dit advi-
seert.
Wasgoed sorteren.
Meestal is wasgoed voorzien van een
wasetiket in de kraag of in de zijnaad.
Sorteer het wasgoed volgens de sym-
bolen op dit wasetiket. Wat ze beteke-
nen staat in het hoofdstuk: "Waskaart".
Was in deze wasautomaat uitsluitend
wasgoed dat geschikt is om in de was-
automaat te worden gewassen.
B.h.’s, badkleding en overige kleding
met beugels moeten, zoals meestal in
het desbetreffende wasetiket staat ver-
meld, met de hand worden gewassen.
Deze kleding kan daarom niet in de
wasautomaat worden gewassen!
Donkergekleurd wasgoed geeft bij de
eerste wasbeurten vaak iets af. Was
nieuw, donkergekleurd wasgoed de
eerste paar keren apart, zodat het niet
op lichter gekleurd wasgoed afgeeft.
Was fijn wasgoed apart en heel be-
hoedzaam.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kan alleen in de automaat worden ge-
wassen als in het wasetiket staat dat
het machinewasbaar is.
Vlekken voorbehandelen.
Vlekken of sterk vervuilde kragen kunt
u met wat vloeibaar wasmiddel of met
een speciaal daarvoor geschikt middel
voorbehandelen. Bij bijzonder hardnek-
kige vlekken is het raadzaam de stome-
rij te raadplegen.
Gebruik in geen geval chemische
(oplosmiddelhoudende) reinigingsmid-
delen in de wasautomaat!
10
Zo wast u goed
2 Open de deur
3 Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en los-
jes in de trommel.
Als er stukken wasgoed van verschillen-
de grootte in de trommel liggen is dat
beter voor de waswerking en de verde-
ling van het wasgoed tijdens het centri-
fugeren.
Bij een te volle trommel verslechtert het
wasresultaat en kreukt het wasgoed
sneller.
Let op de maximale beladingscapaci-
teit voor de verschillende soorten
was
WITTE / BONTE WAS . . . . . . . . . 5,0 kg
KREUKHERSTELLEND. . . . . . . . 2,5 kg
KREUKHERSTELLEND-FIJN . . . 1,0 kg
WOL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,0 kg
MINIWAS 40° . . . . . . . . . . . . . . . . 2,5 kg
Extra spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . 5,0 kg
4 Sluit de deur
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
5 Draai de waterkraan open
6 Doseer het wasmiddel
Wat u precies moet doen kunt u lezen
in het hoofdstuk: "Het doseren van was-
middel".
Als u het programma start
1 Draai de programmakeuze-
schakelaar op "Einde/Reset"
2 Druk op de toets "jk"
3 Druk eventueel op de toetsen
voor de extra functies
Hoe de "Voorkeuze" werkt kunt u lezen
in het hoofdstuk: "Voorkeuze / Resttijd".
4 Kies het centrifugetoerental
5 Draai de programmakeuze-
schakelaar op het gewenste
wasprogramma
De programmakeuzeschakelaar kan
naar rechts of naar links worden ge-
draaid.
11
Zo wast u goed
Nadat u heeft gewassen
1 Draai de programmakeuze-
schakelaar op "Einde/Reset"
2 Druk de toets "jk" in
3 Druk de toets "Deur" in
4 Haal het wasgoed uit de automaat
5 Controleer of er voorwerpen
in de manchet van de deur
zijn achtergebleven
Kijk goed of er geen stukken was-
goed in de trommel zijn blijven lig-
gen. Anders loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim-
pen of afgeven.
6 Draai de waterkraan dicht
7 Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor-
werpen per vergissing in de trommel te-
rechtkomen, meegewassen worden en
het wasgoed beschadigen.
12
Het wijzigen van het programmaverloop
Programma afbreken
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Programma onderbreken
Schakel de automaat uit door op de
toets "jk" te drukken.
Als u het programma weer wilt voortzet-
ten,
schakelt u de automaat weer in.
Het wijzigen van een verkeerd
gekozen programma
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Als dan alleen nog maar het controle-
lampje "Aan" brandt,
kan er een nieuw programma wor-
den gekozen.
Voor het wijzigen van een programma
met programmavergrendeling zie
hoofdstuk: "Het programmeren van de
aanvullende functies".
Programmafase overslaan
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro-
grammafase waarmee het programma
moet worden voortgezet,
draai dan de programmakeuzescha-
kelaar binnen 3 seconden weer op
de gewenste programmafase.
13
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij de volgende programma’s
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
WITTE/BONTE WAS
KREUKHERSTELLEND
MINIWAS 40°
–WOL
Stijven
Druk op de toets "Deur" totdat de
deur openspringt.
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
Druk de toetsen van de extra func-
ties in, voor zover u deze vóór het
programma heeft ingesteld.
Sluit de deur.
BIJ WITTE/BONTE WAS EN MINIWAS
40°
kunt u in de volgende programmafases
de deur nog opendoen:
Hoofdwas
Spoelen
Let erop dat de deur niet meer kan wor-
den geopend als de temperatuur van
het sop boven de 55°C komt.
BIJ KREUKHERSTELLEND EN WOL
kunt u in de programmafase "Hoofd-
was" de deur nog opendoen.
Als u
–de extra functie "Extra water" kiest
(waarmee de waterstand wordt ver-
hoogd)
–of de aanvullende functie "Program-
mavergrendeling" programmeert
(om te voorkomen dat bijv. kinderen
de deur tijdens het wasprogramma
opendoen)
kunt u de trommel niet meer bijvullen of
er wasgoed uithalen.
14
Het doseren van wasmiddel
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge-
bruiken die geschikt zijn voor huishoud-
wasautomaten. Ook vloeibare, compac-
te (geconcentreerde) wasmiddelen en
wasmiddelen met verschillende compo-
nenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do-
seerbolletjes of -zakjes gebruiken.
Gebreide kleding van wol of wolmeng-
weefsels kunt u het beste met een wol-
wasmiddel wassen.
Doseeraanwijzingen kunt u vinden op
de wasmiddelverpakking. De dosering
is afhankelijk van:
de hoeveelheid wasgoed;
de mate waarin dit is vervuild;
de waterhardheid.
Als u de hardheidsgraad in uw regio
niet weet, informeer daar dan naar
bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid in°d
I zacht 0 - 10
II gemiddeld 10 - 16
III hard > 16
Het is belangrijk om het wasmiddel
goed te doseren, want:
...te weinig wasmiddel heeft tot ge-
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes in het wasgoed blijven
zitten;
er zich kalk in de kuip afzet (verwar-
mingselementen, trommel).
...te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
er sterke schuimvorming optreedt;
de waswerking gering is;
het reinigings- en spoelresultaat niet
optimaal is.
Via vakje i wordt het wasmiddel voor
de voorwas in de trommel gespoeld.
Via vakje j wordt het wasmiddel voor
de hoofdwas in de trommel gespoeld.
Is de capaciteit van vakje j niet vol-
doende (in gebieden met zeer hard wa-
ter), kan de Technische Dienst ook vak-
je i hiervoor activeren.
Wateronthardingsmiddel
Als het water harder is dan 16° d.H.
kunt u een wateronthardingsmiddel ge-
bruiken.
De juiste dosering vindt u op de verpak-
king.
Doseer eerst het wasmiddel en dan
pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe-
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht of
gemiddeld water tot 16° d.H.
Als u met verscheidene componenten
wast, adviseren wij u deze middelen al-
tijd bij elkaar in vakje j te doseren, en
wel in de onderstaande volgorde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge-
spoeld.
15
Het doseren van wasverzachter / stijfsel
Wasverzachters / Synthetische
stijfsels
Met een wasverzachter wordt uw was-
goed extra zacht en minder statisch.
Doseer de wasverzachter volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Met synthetische stijfsels wordt was-
goed zoals overhemden, tafellinnen en
beddegoed steviger.
Open het klepje van vakje p.
Doseer de wasverzachter of het syn-
thetische stijfsel, maar niet hoger
dan de maximale markering.
Sluit het klepje.
De wasverzachter of het synthetische
stijfsel wordt automatisch met het laat-
ste spoelwater in de trommel gespoeld.
Aan het einde van het wasprogramma
blijft er een klein beetje water in vakje
p staan.
Moet het wasgoed in de wasverzach-
ter of het synthetische stijfsel blijven
liggen, draai dan de keuzeschake-
laar voor het centrifugetoerental op
"Spoelstop".
Poedervormige en vloeibare
stijfsels
Doseer het stijfsel en bereid het voor
zoals op de verpakking beschreven
staat.
Doseer het in vakje i .
Kies een centrifugetoerental.
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Stijven".
Het controlelampje "Inweken/Voorwas"
brandt.
Mag de was nadat het gesteven is
niet worden gecentrifugeerd moet u
de keuzeschakelaar voor het centri-
fugetoerental op "Zonder centrifuge-
ren" zetten. De automaat pompt het
water na het stijven weg.
Moet de was nadat het gesteven is
in het laatste spoelwater blijven lig-
gen (dit om kreukvorming te voorko-
men), moet u de keuzeschakelaar
voor het centrifugetoerental op
"Spoelstop" draaien.
U kunt het programma voortzetten
door het centrifugetoerental in te stel-
len.
16
Extra functies
U kunt als aanvulling op een waspro-
gramma extra functies instellen.
Dat kunt u doen door op de volgende
toetsen te drukken:
Als u op de toets "Deur" drukt springen
alle toetsen weer naar buiten en zijn de
extra functies uitgeschakeld.
Het gaat om de volgende extra functies:
"Inweken"
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door ingedroogde vlekken
die er moeilijk uitgaan (bijv. bloed,
vet, cacao).
Duur van het inweken: 2 uur.
Het doseren van wasmiddel bij ge-
bruik van de extra functie "Inweken"
De verdeling van de door de wasmid-
delenfabrikant aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel is afhankelijk van het pro-
gramma dat op het inweken volgt.
Bij programma’s zonder voorwas:
Doseer de totale hoeveelheid was-
middel in vakje j of direct op het
wasgoed in de trommel.
Bij programma’s met voorwas:
Doseer 1/4 van het wasmiddel in vak-
je i voor het inweken en de voor-
was en 3/4 van het wasmiddel in vak-
je j voor de hoofdwas.
"Voorwas"
Voor sterk vervuild wasgoed en was-
goed met veel vlekken.
"Extra water"
Bij bijzonder fijne textielsoorten.
Bij moeilijk in te spoelen wasmidde-
len.
Verhoogt de waterstand in alle pro-
grammafases van de programma’s
WITTE/BONTE WAS, KREUKHER-
STELLEND en MINIWAS 40°.
"Kort"
Verkort de programmaduur.
Voor licht vervuild wasgoed.
Het is niet raadzaam daarbij nog
eens een lagere temperatuur te kie-
zen.
In de programma’s WITTE/BONTE
WAS en KREUKHERSTELLEND
wordt er slechts twee keer met een
verhoogde waterstand gespoeld.
17
Programma-overzicht
Programma Soort textiel Temperatuur
WITTE WAS
BONTE WAS
9876
Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddegoed,
tafellakens en servetten, badstof handdoeken,
spijkerbroeken, T-shirts, babykleertjes
95°C tot 30°C
KREUKHERSTEL-
LEND
4321
Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of
kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden,
blouses, werkkleding, tafellakens en servetten
60°C tot 30°C
KREUKHERSTEL-
LEND-FIJN
a@
Wasgoed van synthetische vezels of kunstzijde, bijv.
kousen, blouses, overhemden, fijne was
60°C tot koud
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat
kan worden gewassen
30°C tot koud
WOL
Wasgoed van machinewasbare wol en wolmeng-
weefsels die van het wolmerk zijn voorzien
40°C tot koud
MINIWAS 40°
7
Licht vervuild wasgoed 40°C
Stijven
Tafelkleden, servetten, schorten, beroepskleding koud
Centrifugeren
Wasgoed dat bijv. met de hand is gewassen en dat
mag worden gecentrifugeerd
Pompen
Wasgoed dat na de spoelstop niet mag worden
gecentrifugeerd
Extra spoelen
Wasgoed dat met de hand is gewassen en alleen
maar gespoeld en gecentrifugeerd hoeft te worden
koud
18
Programma-overzicht
Max. vulgewicht Mogelijke extra functies Tips
5 kg – Inweken
– Voorwas
– Extra water
– Kort
Druk bij bijzonder sterk vervuild
wasgoed de toets "Inweken" of
"Voorwas" in.
2,5 kg – Inweken
– Voorwas
– Extra water
– Kort
Druk bij bijzonder sterk vervuild
wasgoed de toets "Inweken" of
"Voorwas" in
en bij minder vervuild wasgoed de
toets "Kort".
1 kg – Inweken
– Voorwas
– Kort
Was wasgoed waar wol in zit in het
wolprogramma.
Bij de temperatuuraanduiding "Koud"
wordt het water tot 24°C verwarmd. Dit
versterkt de werking van het wasmid-
del en compenseert temperatuurs-
verschillen in het drinkwaternet.
Trommel voor de
helft tot 3/4 los-
jes vullen
– Inweken
– Voorwas
– Kort
Omdat vitrage veel stof aantrekt is het
meestal nodig deze met een
programma met voorwas te wassen.
1 kg Bij de temperatuuraanduiding "Koud"
wordt het water tot 24°C verwarmd. Dit
versterkt de werking van het wasmid-
del en compenseert temperatuurs-
verschillen in het drinkwaternet.
2,5 kg – Extra water Minder waspoeder doseren (halve
belading).
5 kg Het wasgoed moet schoon gewassen,
maar mag niet met wasverzachter
nabehandeld zijn.
5 kg
5 kg
De extra functies worden in het hoofdstuk: "Extra functies" nader uitgelegd.
19
Programmaverloop
WITTE WAS/
BONTE WAS
KREUKHER-
STELLEND
KREUKHER-
STELLEND-FIJN
Inweken extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
Voorwas extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
Hoofdwas
XXX
Afkoeling van het sop vanaf 75°C
Pendelspoelen vanaf 50°C vanaf 50°C
Aantal spoelgangen normaal 3 of 4
1)
33
gedeeltelijke
belading
233
–kort 2 2 3
Centrifugeren tussen de spoelgangen
(omw/min)
max. 1000 max. 500
Eindcentrifugeren (omw/min) max. 1600 max. 900 max. 600
Kreukbeveiliging max. 30 min max. 30 min max. 30 min
Spoelstop extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
Zonder centrifugeren extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
Wasritme normaal normaal behoedzaam
Waterstand – Wassen
– Spoelen
laag
2)
laag
2)
laag
2)
gemiddeld
2)
hoog
hoog
Toelichting:
X Functie aanwezig
Functie niet aanwezig
1)
De 4e spoelgang wordt automatisch ingeschakeld, wanneer er veel schuim in de trommel zit
of een lager centrifugetoerental is gekozen dan 800 omw/min.
2)
Verhoging van de waterstand:
Een lage waterstand kan worden verhoogd, wanneer u op de toets "Extra water" drukt.
Afkoeling van het sop:
Er stroomt extra water in de trommel; het sop koelt iets af.
Heet sop kan waterafvoerbuizen van kunststof beschadigen.
Pendelspoelen:
Het sop koelt aan het eind van de hoofdwas in fases af door in- en wegstromend water. Dat ver-
mindert het risico dat het wasgoed gaat kreuken (Er is geen "temperatuurshock").
WOL:
Als wollen wasgoed nat is, is het zeer gevoelig voor draaiende bewegingen.
De trommel is tijdens het programmaverloop korter in beweging en draait langzamer.
20
Programmaverloop
MINIWAS 40° WOL Stijven Centrifugeren Extra spoelen
–––––
––
X ––
XX–––
–––––
–––––
23––2
23–
–––––
max. 500
max. 1600 max. 900 max. 1600 max. 1600 max. 900
max. 30 min max. 30 min max. 30 min
extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar extra instelbaar
normaal wol normaal
laag
2)
gemiddeld
gemiddeld
hoog
laag
–hoog
Eindcentrifugeren:
Het maximale centrifugetoerental van het gekozen wasprogramma wordt gekozen m.b.v. de
schakelaar voor het centrifugetoerental.
Het toerental wordt bij de programma’s KREUKHERSTELLEND, WOL en Extra spoelen automa-
tisch tot 900 omw/min en bij het programma KREUKHERSTELLEND-FIJN automatisch tot 600
omw/min gereduceerd, ook als de keuzeschakelaar op een hoger toerental staat.
Kreukbeveiliging:
Vermindert kreukvorming in het wasgoed als dat wat langer in de automaat blijft liggen. De trom-
mel beweegt 2 maal per minuut. De kreukbeveiliging kan te allen tijde door een druk op de toets
"Deur" worden afgebroken.
Spoelstop:
In de programma’s WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND en MINIWAS 40° wordt er
tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Wanneer de keuzeschakelaar voor het centrifugetoerental op "Spoelstop" staat, blijft het wasgoed
na de laatste spoelgang in het water liggen.
Het wasgoed kreukt minder als u het niet direct na afloop van het programma uit de wasauto-
maat haalt.
Zonder centrifugeren:
In de programma’s WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND en MINIWAS 40° wordt er
tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Het wasgoed wordt na de laatste spoelgang niet gecentrifugeerd.
De wasautomaat schakelt na het pompen direct over op de kreukbeveiliging.
21
Waskaart
22
Waskaart
23
Voorkeuze / Resttijd
Voorkeuze
U kunt het tijdstip dat het door u geko-
zen programma start, max. 9 uur en 30
minuten uitstellen.
Voorwaarde
daarvoor is dat de wasautomaat is inge-
schakeld en het controlelampje "Voor-
keuze" knippert.
1 Uitsteltijd kiezen
Met iedere druk op de toets "Voorkeu-
ze" stelt u het tijdstip dat het program-
ma start, 30 minuten uit.
Druk zo vaak op deze toets tot de door
u gewenste uitsteltijd is bereikt.
2 Programma kiezen
Het controlelampje "Voorkeuze" brandt
constant.
In de tijdsaanduiding wordt de uitstel-
tijd per minuut afgeteld. Na afloop van
de uitsteltijd gaat het controlelampje
"Voorkeuze" uit.
Het controlelampje "Resttijd" gaat bran-
den. De tijdsaanduiding geeft aan hoe
lang het gekozen programma gaat du-
ren.
Het wissen van de voorkeuze
Druk op de toets "Voorkeuze" als de
tijdsaanduiding op "9 h 30 min" staat.
Resttijd
De tijdsaanduiding geeft in uren en mi-
nuten aan hoe lang een programma
gaat duren, en wel zodra
er een basisprogramma is gekozen
en de uitsteltijd is afgelopen.
Nadat het programma is gestart wordt
de resterende tijd in de tijdsaanduiding
per minuut afgeteld.
Aan het begin van het programma
wordt altijd aangegeven, hoe lang het
programma gaat duren als de auto-
maat vol beladen is.
Bij het programma WITTE/BONTE WAS
wordt tijdens de bevochtigingsfase het
soort wasgoed en de hoeveelheid was-
goed bepaald.
Als de wasautomaat maar gedeeltelijk
beladen is wordt de tijd in de tijdsaan-
duiding tot max. 40 minuten verkort.
24
Reiniging en onderhoud
Wasautomaat reinigen
Reinig de ommanteling met een mild
reinigingsmiddel of sopje. Wrijf deze
daarna met een zachte doek droog.
Neem het bedieningspaneel met
een vochtige doek af en maak het
daarna droog.
Reinig de wastrommel met een reini-
gingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schurende reinigings-
middelen of oplosmiddelen!
Wasmiddellade reinigen
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
Druk de rode ontgrendelingsknop in
en trek de wasmiddellade eruit.
Reinig de wasmiddelvakjes en het
vakje voor de wasverzachter.
De zuighevel uit vakje p trekken en
onder stromend warm water reinigen.
25
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilter en filterhuis reini-
gen
Controleer het pluizenfilter in het begin
na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan
hoe vaak u het filter moet reinigen.
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een ope-
ner voor het klepje van het pluizenfilter.
Open het klepje.
Zet een bak of schaal onder het
slangetje.
Draai het pluizenfilter los door de
greep van het filterdeksel 2 à 3 keer
om te draaien. Draai het filter er ech-
ter niet uit.
Er loopt ca. 2 liter water uit het slange-
tje.
Als de afvoer is verstopt, bevindt zich
een vrij grote hoeveelheid water in de
automaat (max. 25 l). U moet de
schaal of bak net zo vaak legen, tot er
geen water meer uit het slangetje loopt.
Als u daarbij de waterstroom wilt onder-
breken moet u het deksel van het plui-
zenfilter weer vastdraaien.
Wees voorzichtig! Het water is heet,
als kort daarvoor op een hoge tem-
peratuur is gewassen. U kunt zich
aan het water branden!
26
Reiniging en onderhoud
Als er geen water meer uit het
slangetje loopt, moet u het pluizenfil-
ter er helemaal uitdraaien en reini-
gen.
Verwijder eventuele voorwerpen zo-
als knoopjes en munten.
Controleer of de pompschoepvleu-
gel gemakkelijk rond te draaien is. Is
dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
Reinig het filterhuis.
In het schroefdraad van het pluizenfilter
en het filterhuis mogen zich geen kalk-
aanslag, wasmiddelresten en voorwer-
pen bevinden.
27
Reiniging en onderhoud
Watertoevoerzeefjes reinigen
De wasautomaat heeft twee zeefjes ter
bescherming van de watertoevoerklep-
pen.
Zeefje in de watertoevoerslang reini-
gen
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de wa-
terkraan.
Trek het rubberen dichtingsringetje
uit de groef.
Pak het kunststof zeefje met een
combinatie- of punttang aan de op-
staande rand in het midden vast,
trek het eruit en reinig het.
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
Schroef de slang stevig aan de
kraan vast.
Draai de kraan open.
Als er nog water uitloopt, draai dan
de schroefkoppeling wat vaster aan.
Als de wasautomaat in werking is staat
de watertoevoerslang onder hoge druk.
Controleer de slang daarom regelmatig
op scheurtjes of andere beschadigin-
gen. Vervang de slang indien nodig.
Gebruik alleen slangen die bestand zijn
tegen een overdruk van minstens 70
bar. Originele Miele-slangen voldoen
aan deze eis.
Zeefje in het koppelstuk van de wa-
tertoevoerklep reinigen
Schroef de geribbelde kunststof
moer voorzichtig met een tang van
het koppelstuk af.
Pak het kunststof zeefje met bijv. een
punttang aan de opstaande rand in
het middel vast (zie afb.) en trek het
eruit.
Reinig het zeefje.
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
De zeefjes in de schroefkoppeling
van de toevoerslang en in het kop-
pelstuk van de watertoevoerklep
moeten weer worden teruggeplaatst.
28
Problemen Nuttige tips bij het oplossen ervan
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico’s lopen.
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het programma begint niet
Er staat geen stroom op het
apparaat.
Het controlelampje "Aan"
brandt niet.
Controleer of
de deur goed gesloten is;
de stekker goed in de
contactdoos zit;
de zekering in orde is.
Er staat stroom op het appa-
raat en het controlelampje
"Aan" brandt, maar de pro-
grammakeuzeschakelaar is
niet over de stand "Einde /
Reset" heen gedraaid.
Draai de programmakeuze-
schakelaar op de stand
"Einde/Reset".
Kies een programma.
Het controlelampje "p" of
het controlelampje "q" knip-
pert
De watertoevoer is belemmerd.
Het controlelampje "p" knip-
pert, maar het wasprogramma
is normaal verlopen.
De waterkraan is niet ver
genoeg opengedraaid.
Er zitten knikken in de
toevoerslang.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de
Technische Dienst.
De watertoevoer is geblok-
keerd.
Het controlelampje "p" knip-
pert en in het programma-
verloop brandt "Einde", maar
de was is niet gewassen.
Draai de programmakeuze-
schakelaar op "Einde/Reset".
Draai de waterkraan open.
Kies een programma.
De waterafvoer is belemmerd.
Het controlelampje "q" knip-
pert.
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis.
Controleer of de waterafvoer-
slang te hoog ligt. De maxima-
le opvoerhoogte is 1 m.
29
Problemen Nuttige tips bij het oplossen ervan
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het controlelampje "Inw/
Voorwas" of het controle-
lampje "Hoofdwas" of het
controlelampje "Spoelen1-2"
of het controlelampje "Spoe-
len 3" knippert
Er is sprake van een defect. Start het programma opnieuw.
Knippert het controlelampje
weer, neem dan contact op
met de Technische Dienst.
Het controlelampje "Spoel-
stop" knippert
De keuzeschakelaar voor het
centrifugetoerental staat op
"Spoelstop".
Kies een centrifugetoerental.
Het controlelampje "Centri-
fugeren" knippert
Dit programma-onderdeel
heeft niet plaatsgehad.
De wasautomaat is gehinderd
geweest door een te grote
onbalans.
Haal de gepropte was uit
elkaar.
Draai de programmakeuze-
schakelaar op "Centrifuge-
ren".
Let op het juiste centrifuge-
toerental van het gekozen
programma.
Het controlelampje "Aan"
knippert
De programmavergrendeling
is geactiveerd. Het gekozen
programma is veranderd.
Stel het oorspronkelijk geko-
zen programma in.
De was is niet normaal ge-
centrifugeerd
Het ingestelde centrifuge-
toerental was te laag.
Kies bij de volgende wasbeurt
een hoger centrifugetoerental.
De was heeft zich in de trom-
mel niet goed genoeg kunnen
verdelen. Daarom is veilig-
heidshalve met een geredu-
ceerd toerental gecentrifu-
geerd.
Stop daarom altijd én grote én
kleine stukken wasgoed in de
trommel.
Het pluizenfilter is verstopt. Reinig het pluizenfilter.
De wasautomaat trilt tijdens
het centrifugeren
De stelvoeten staan niet gelijk. Stel de wasautomaat stevig,
zoals beschreven in het
hoofdstuk: "Plaatsing".
30
Problemen Nuttige tips bij het oplossen ervan
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
De ringverlichting brandt niet
Het gloeilampje is defect.
Dit heeft geen negatief effect
op de werking van de wasau-
tomaat.
Het gloeilampje moet worden
vervangen.
Neem daarvoor contact op
met de Technische Dienst.
Hoewel er voldoende druk
op het water staat, loopt het
water maar langzaam in de
trommel
De zeefjes in de watertoevoer
zijn verstopt.
Reinig de zeefjes in de water-
toevoer.
In de wasmiddellade blijft
vrij veel wasmiddel achter
Er staat onvoldoende druk op
het water.
Reinig de zeefjes in de wa-
tertoevoer.
Druk eventueel toets "Extra
water" in.
Poedervormige wasmiddelen
in combinatie met onthardings-
middelen hebben de neiging
te gaan plakken.
Doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het
onthardingsmiddel in de
wasmiddellade.
De wasverzachter wordt niet
volledig ingespoeld of er
blijft teveel water in vakje p
staan
Tijdens de inspoelfase is de
wasmiddellade opengetrok-
ken.
De zuighevel zit niet goed of is
verstopt.
Reinig de zuighevel.
Er is sprake van te sterke
schuimontwikkeling
Er is teveel wasmiddel gedo-
seerd.
Neem de doseeraanwij-
zingen op de wasmiddel-
verpakking in acht.
Houd bij de dosering reke-
ning met de waterhardheid.
Gebruik bij licht vervuild
wasgoed of bij geringe
belading minder wasmiddel .
In de trommel hebben zich
kalkvlekken gevormd
Er is te weinig wasmiddel ge-
doseerd.
Verwijder kalkvlekken uit-
sluitend met een speciaal
ontkalkingsmiddel.
Stem de wasmiddeldosering
af op de waterhardheid.
31
Problemen Nuttige tips bij het oplossen ervan
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Op het gewassen wasgoed
zijn grijze elastische bolle-
tjes achtergebleven (vetbol-
letjes)
Er is te weinig wasmiddel
gedoseerd. Het wasgoed is
sterk met vet, bijv. crème of
olie vervuild geweest.
Als wasgoed zo vervuild is
moet u óf meer wasmiddel
doseren óf een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende
wasbeurt het WITTE/BONTE
WAS-programma op 60°C
met een vloeibaar wasmid-
del en zonder wasgoed.
Het wasgoed wordt met een
vloeibaar wasmiddel niet
schoon
In vloeibare wasmiddelen
zitten geen bleekmiddelen.
Fruit-, koffie- of theevlekken
zijn er moeilijk uit te krijgen.
Gebruik poedervormige
wasmiddelen met een
bleekmiddel.
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid-
del in een doseerbolletje.
Vloeibaar wasmiddel en
vlekkenzout nooit bij elkaar
in het wasmiddelvakje
doseren.
Na het wassen zitten er bol-
letjes (pillen) op het wasgoed
Het wasgoed verdraagt de
normale wasbehandeling niet.
Was dit wasgoed voortaan in
het programma "KREUKHER-
STELLEND-FIJN".
32
Problemen? Nuttige tips bij het oplossen ervan
Het openen van de deur bij
stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
Open het klepje van het pluizenfilter
en laat het water eruitlopen, zoals be-
schreven in het hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Trek aan het ringetje.
De deur gaat open.
Controleer steeds of de trommel stil-
staat als u het wasgoed uit de auto-
maat wilt halen. Als u uw hand in een
nog draaiende trommel steekt, loopt u
het risico zich te verwonden.
Methode voor het controleren
van de waterdruk
Zet een emmer onder de waterkraan.
Draai de waterkraan open.
Stroomt er binnen 15 seconden 5 l wa-
ter in de emmer, dan is de waterdruk in
orde.
Methode voor het controleren
van een contactdoos
Steek de stekker van bijv. een föhn in
de contactdoos en controleer of de
föhn werkt.
33
Technische Dienst
Voor reparaties dient u
uw Miele-vakhandelaar of
de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af-
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
is het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft. Bei-
de gegevens vindt u op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur boven
het glas.
Voorbeeld:
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
Programma-actualisering
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe-
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe-
komst in staat zijnhet wasprogramma te
updaten en in het Novotronic-geheu-
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Program-
me Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactuali-
seerd.
34
Plaatsing
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton-
nen vloer het meest geschikt. In tegen-
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat centrifugeert.
Let bij het plaatsen van uw apparaat
op het volgende:
Plaats de automaat waterpas en sta-
biel.
Plaats de automaat niet op een zach-
te vloerbedekking omdat hij anders
tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Als u de automaat op een houten
vloer wilt plaatsen, plaats hem dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik. U dient de plaat niet alleen
maar aan de planken van de vloer,
maar aan zoveel mogelijk - in ieder
geval aan 2 - balken vast te schroe-
ven.
Plaats de automaat als het enigszins
kan in de hoek van het vertrek. Daar
is iedere vloer het meest stabiel.
Als u de automaat op een sokkel
plaatst dient u te voorkomen dat het
apparaat tijdens het centrifugeren
gaat schuiven. U doet dit m.b.v.
spanklauwen. Deze zijn verkrijgbaar
bij de Miele-vakhandel of bij de afde-
ling Onderdelen van Miele Neder-
land B.V.
Wasautomaat plaatsen
Neem het apparaat van de verpak-
kingsbodem en zet het op de plaats
waar het moet staan. Let op:
Pak de automaat bij het tillen niet
aan de deur vast.
De machinevoeten en de vloer on-
der het apparaat moeten droog zijn,
anders loopt u het risico dat de auto-
maat gaat glijden tijdens het centrifu-
geren.
Transportbeveiliging
Verwijder de borgstrip met een com-
binatietang.
Draai de linker transportstang 90 °.
35
Plaatsing
Draai de rechter transportstang 90° .
Trek de stangen en steunstang eruit.
Sluit de gaten met de meegeleverde
dopjes af.
Zonder transportbeveiliging moet u de
wasautomaat zo min mogelijk verschui-
ven of kantelen.
Bewaar de transportbeveiliging. Als
de automaat moet worden getrans-
porteerd (bijv. bij een verhuizing)
moet de beveiliging weer worden
gemonteerd.
36
Plaatsing
Het stellen van de wasauto-
maat
De wasautomaat moet waterpas staan,
zodat een optimale werking gewaar-
borgd is.
Een verkeerd geplaatste wasautomaat
heeft tot gevolg dat er meer water en
energie wordt verbruikt dan nodig is.
De voorste voeten kunnen in hoogte
worden versteld; de achterste voeten
worden automatisch afgesteld.
Draai de stelvoet(en) naar buiten tot
het apparaat waterpas staat.
Houd de stelvoet(en) met een water-
pomptang vast.
Zet de contramoer met een schroe-
vedraaier vast.
Het apparaat is niet geschikt om te
worden ondergebouwd.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Miele-
droogautomaat geplaatst worden.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzak-
lijk.
All met* aangeduike onderlelen zijn ver-
krijgbaar bij de Miele vakhandel of rech-
streeks bij Miele Nederland B.V.
37
Plaatsing
Resten testwater wegspoelen
Leg géén wasgoed in de trommel.
Doseer een beetje wasmiddel in
vakje j.
Schakel de automaat in.
Kies het programma Bonte was
60°C.
Druk de toets "Kort" in.
Eventuele resten testwater zijn aan het
einde van het programma wegge-
spoeld.
Geheugensteuntje voor de wa-
terhardheid
Hoeveel wasmiddel u moet doseren
hangt van verschillende factoren af.
Eén van deze factoren is de waterhard-
heid.
Een stelknop in de wasmiddellade
dient als geheugensteuntje voor de wa-
terhardheid.
Draai deze stelknop op de juiste
hardheidsgraad.
Gebruik daarvoor de opener voor
het klepje van het pluizenfilter. Deze
opener bevindt zich aan de achter-
kant van het front van de wasmiddel-
lade.
Informeer bij uw waterleidingbedrijf
naar de waterhardheid in uw regio.
38
Wateraansluiting
Het aansluiten van de water-
toevoer
De automaat mag zonder terugslag-
klep op het waterleidingnet worden aan-
gesloten, omdat hij gebouwd is vol-
gens EU-normen (zie het keurmerk op
het typeplaatje).
Voor de aansluiting op de waterleiding
is een kraan met 3/4" schroefkoppeling
vereist. Is zo’n kraan niet aanwezig,
dan mag de automaat uitsluitend door
een erkend installateur op de waterlei-
ding worden aangesloten.
De ca. 1,5 m lange slang 3/8" met 3/4"
schroefkoppeling wordt op de kraan
aangesloten.
Deze slang is niet geschikt om op
warm water te worden aangesloten.
Let erop dat het dichtingsringetje goed
in de schroefkoppeling zit.
Heeft de kraan een verkorte 3/4"
schroefdraad, leg dan het extra meege-
leverde dichtingsringetje in de schroef-
koppeling van de toevoerslang zodat
kraan en slang goed op elkaar aanslui-
ten.
Het aansluitpunt staat onder druk. Con-
troleer daarom of de aansluiting niet lek
is. Dit kunt u doen door de kraan lang-
zaam open te draaien.
Als u de slang vervangt, gebruik dan
uitsluitend slangen die bestand zijn te-
gen een plotselinge drukverhoging van
minstens 70 bar. Dit geldt ook voor de
daaraan bevestigde aansluitingsarma-
turen. Originele Miele-onderdelen vol-
doen aan deze eis.
Slangen van 2,5 of 4,0 m lengte zijn als
extra toebehoren leverbaar.
De waterdruk moet tussen de 1 en 10
bar overdruk liggen. Is de druk hoger
dan 10 bar overdruk dan moet er een
drukreduceerventiel in de waterleiding
worden ingebouwd.
Van een minimale waterdruk van 1 bar
overdruk is sprake, als er met volledig
opengedraaide kraan binnen 15 secon-
den 5 liter water in een emmer met mar-
keringsstreepjes stroomt.
De beide zeefjes in het vrije uitein-
de van de toevoerslang en in het
koppelstuk van de watertoevoer-
klep mogen niet worden verwijderd.
39
Wateraansluiting
Het aansluiten van de wateraf-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af-
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m. Het water moet ongehinderd weg
kunnen stromen en daarom mogen er
geen knikken in de slang zitten. Het
bochtstuk aan het eind van de slang is
draaibaar en kan indien nodig worden
verwijderd.
Afmetingen van de afvoerslang:
Lengte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,5 m
Doorsnede binnenmaat . . . . . . . 22 mm
Doorsnede buitenmaat . . . . . . . 30 mm
Doorsnede buitenmaat
van het bochtstuk. . . . . . . . . . . . 32 mm
Het water kan op de volgende manie-
ren worden afgevoerd
Hang de slang in een wastafel, was-
bak of gootsteen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet
weg kan glijden. Als de slang niet
goed vastzit kan hij door de kracht
van het wegstromende water uit de
wastafel of wasbak worden gedrukt.
Als het water in een wastafel of wasbak
wordt afgepompt moet het snel ge-
noeg weg kunnen stromen. Anders
loopt u het risico dat er water over-
stroomt of dat een deel van het afge-
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
Sluit de slang aan op een kunststof
afvoerbuis met een rubberen nippel
(sifon is niet beslist noodzakelijk).
Voer het water af via een putje in de
vloer.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer-
pomp - met duowerking - incl. de nood-
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af-
deling Onderdelen van Miele Neder-
land B.V.
40
Elektrische aansluiting
Deze wasautomaat mag alleen door
een erkend elektricien op het elektrici-
teitsnet worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel (ca. 2 m) en een stekker
met beschermingscontact (randaarde),
geschikt voor aansluiting op ~230 V 50
Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een contactdoos
met beschermingscontact (randaarde)
of een daarvoor geschikte 2-polige
schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Om extra veiligheid te kunnen garande-
ren wordt er in de EU-voorschriften ge-
adviseerd om de huisinstallatie van een
aardlekschakelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
41
Het programmeren van de aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het wasprogramma
nog beter op uw eisen af te stemmen.
Een aanvullende functie blijft zo lang
geprogrammeerd tot ze weer wordt ge-
wist.
Het gaat om de volgende functies:
A Hoge waterstand
Deze functie kunt u programmeren als
aan het spoelresultaat bijzondere eisen
worden gesteld en is effectief bij de
spoelgangen van de programma’s:
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND
en MINIWAS 40°.
B Extra spoelgang voor
WITTE/ BONTE WAS
Deze functie kunt u programmeren in
gebieden met zacht water (tot 10° d.H.).
Als in gebieden met zacht water hoge
eisen aan het spoelresultaat worden ge-
steld, kan naast de extra spoelgang
ook nog eens voor een hoge water-
stand worden gekozen.
C Programmavergrendeling
Het kan gebeuren dat bijv. door spelen-
de kinderen de programmakeuzescha-
kelaar, nadat een gekozen waspro-
gramma is gestart, op een ander
programma wordt gedraaid. Ook kan
het gebeuren dat er dan nog toetsen
van extra functies worden ingedrukt.
Om dit te voorkomen kunt u de functie
"Programmavergrendeling" programme-
ren.
Als de programmakeuzeschakelaar
drie minuten nadat het gekozen pro-
gramma is gestart op een andere
stand wordt gedraaid of als er dan een
extra functie wordt gekozen accepteert
de wasautomaat deze wijziging niet.
Het controlelampje "Aan" knippert.
Als de programmakeuzeschakelaar op
de oorspronkelijke positie wordt ge-
draaid brandt het controlelampje "Aan"
weer constant.
Het wijzigen van een programma
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Na ca. 30 seconden beginnen de con-
trolelampjes van het programmaver-
loop na elkaar te knipperen.
Als alleen nog maar het controle-
lampje "Aan" brandt kunt u een nieuw
programma kiezen.
D Behoedzaam wassen
Deze functie kunt u programmeren als
u licht vervuild wasgoed behoedzaam
wilt wassen en is effectief bij de pro-
gramma’s:
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND
en MINIWAS 40°.
Het aantal trommelbewegingen wordt
dan gereduceerd.
42
Het programmeren van de aanvullende functies
Het inschakelen van een aanvullende functie
Voorwaarde daarvoor is dat de wasautomaat is uitgeschakeld en dat de deur
is gesloten, dat er geen enkele toets is ingedrukt en dat de programmakeuze-
schakelaar op "Einde / Reset" staat.
Voer binnen 25 seconden stap 2 tot en met stap 4 uit:
Stap 1:
Toetsen "Inweken" en
"Kort" indrukken.
Stap 2:
Toets "j k"
indrukken.
Stap 3:
Toets "Inweken" naar
buiten laten springen.
43
Het programmeren van de aanvullende functies
Stap 4:
Toets "Kort" naar
buiten laten springen.
Daarna brandt het con-
trolelampje "Aan" en knip-
pert het controlelampje
"Hoofdwas".
Stap 5: Kies de gewenste aanvullende functie.
Aanvullende functie:
A Hoge waterstand
Programmakeuze-
schakelaar op:
"Extra spoelen"
Deze functie daarna met stap 6 programmeren en met stap 7 opslaan.
Stap 6:
Programmeren of wissen
Toets "Kort" 4 x indrukken (= 2 x indrukken en weer
naar buiten laten springen).
Daarna: Is de functie geprogrammeerd, brandt het lampje
"Spoelen 1-2".
Is de functie gewist, gaat het lampje "Spoelen 1-2" uit.
Stap 7: Opslaan Druk op toets "j k".
44
Het programmeren van de aanvullende functies
Aanvullende functie:
B Extra spoelgang
Programmakeuze-
schakelaar op
"Pompen"
Deze functie daarna met stap 6 programmeren en met stap 7 opslaan.
Aanvullende functie:
C Programma-
vergrendeling
Programmakeuze-
schakelaar op
"MINIWAS 40°C"
Deze functie daarna met stap 6 programmeren en met stap 7 opslaan.
Aanvullende functie:
D Behoedzaam wassen
Programmakeuze-
schakelaar op:
"KREUKHERSTEL-
LEND-FIJN 50°C"
Deze functie daarna met stap 6 programmeren en met stap 7 opslaan.
75
45
Als er een aanvullende functie is geprogrammeerd
Controleren of een aanvullen-
de functie is geprogrammeerd
Voer de stappen 1 tot en met 5 uit.
Als het controlelampje "Spoelen 1-2"
brandt, is de aanvullende functie gepro-
grammeerd.
Druk de toets "j k" in.
De controle is daarmee voltooid.
Het wissen van een gepro-
grammeerde functie
Ga te werk als onder "Het inschakelen
van een aanvullende functie".
Voer stap 1 tot en met stap 6 uit.
Met stap 6 kunt u de geprogrammeer-
de functie wissen.
Het controlelampje "Spoelen 1-2" gaat
weer uit.
Druk de toets "j k" in.
De geprogrammeerde functie is gewist.
46
Verbruiksgegevens
Normaal programma (zonder ge-
bruik van extra functies en aanvul-
lende functies)
Belading Verbruiksgegevens
WITTE WAS 95°C 5 kg Stroom: 1,75 kWh
Water: 61 l
Tijd: 1 h 52 min
BONTE WAS 60°C* 5 kg Stroom: 1,00 kWh
Water: 58 l
Tijd:1 h 46 min
BONTE WAS 40°C 5 kg Stroom: 0,50 kWh
Water: 58 l
Tijd: 1 h 36 min
KREUKHERSTELLEND 40°C 2,5 kg Stroom: 0,45 kWh
Water: 65 l
Tijd: 1 h 21 min
KREUKHERSTELLEND-FIJN 30°C 1 kg Stroom: 0,40 kWh
Water: 75 l
Tijd: 58 min
WOL 30°C 1 kg Stroom: 0,2 kWh
Water: 60 l
Tijd: 46 min
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net-
spanning en gekozen extra functies.
* Verbruik volgens EN 60456
47
Technische gegevens
Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Breedte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte bij geopende deur . . . . . . . . . .
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maximale belasting van de vloer
Beladingscapaciteit . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitspanning . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zekering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Waterdruk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maximale opvoerhoogte. . . . . . . . . . . .
Maximale afpomplengte. . . . . . . . . . . .
Keurmerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ontstoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
85 cm
59,5 cm
60 cm
97 cm
103 kg
1600 Newton (ca. 160 kg)
5 kg droog wasgoed
}
Zie typeplaatje
1 bar tot 10 bar
1 m
5 m
KEMA
Volgens EU-normen
48
49
50
51
Wijzigingen voorbehouden/001 1396
19

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Miele-w-921
6

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele w 921 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele w 921 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,57 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele w 921

Miele w 921 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 52 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info