304879
50
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/68
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
wasautomaat
W 526
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 06 751 670
nl-BE
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen, dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
-
handeling kunnen deze stoffen schade
-
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
-
raat dan ook nooit met het gewone af
-
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Speciale kenmerken ...............................................10
Speciale programma's: Zijde /, Wol /, Mini, Automatic, Extra spoelen...10
"Vlot te strijken" in het programma Fijn wasgoed en Zijde / .............10
Systeem extra water .............................................10
Display resterende programmaduur ................................11
Het programma updaten (moderniseren).............................11
Het bedieningspaneel ..............................................12
Belangrijke knoppen en toetsen ......................................14
Programmakiezer ...............................................14
Toetsen voor bijkomende functies ..................................14
Toets Centrifugeren .............................................14
Het toestel in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Milieuvriendelijk wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Stroom- en waterverbruik .........................................16
Wasmiddel ....................................................16
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas) ............16
Tip omtrent het drogen achteraf ....................................16
Zo wast u juist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Korte handleiding .................................................17
Programmaoverzicht.............................................18
Onderhoudssymbolen op het etiket .................................21
De was voorbereiden...............................................22
Een programma kiezen .............................................23
Bijkomende functies .............................................24
Einde van het programma ...........................................26
Was toevoegen / uitnemen ..........................................27
Inhoud
3
Een programma onderbreken ........................................28
Een gekozen programma wijzigen ....................................28
Een programmadeel overslaan .......................................28
Een ander programma kiezen / een programma afbreken ..................28
Programmaverloop ................................................29
Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Waterontharding ..................................................31
Wasverzachter, vormspoeler, poedervormig of vloeibaar stijfsel .............32
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......32
Wasverzachter of vormspoeler in een apart programma .................32
Stijfsel in apart programma........................................32
Ontkleuren / kleuren................................................32
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Reiniging van de trommel ...........................................33
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................33
De wasmiddellade schoonmaken .....................................33
Watertoevoerzeefjes reinigen ........................................35
Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Het programma gaat niet van start.....................................36
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........37
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing wordt gemeld. ....38
Algemene storingen of een niet bevredigend wasresultaat. .................39
De toesteldeur gaat niet via de toets Deur open. .........................41
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........42
Verstopte afvoer ................................................42
Technische dienst .................................................44
Garantie: voorwaarden en duur ....................................44
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................44
Inhoud
4
Opstellen en aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Vooraanzicht .....................................................45
Achteraanzicht....................................................46
Plaats van opstelling ...............................................47
De machine opstellen ............................................47
De transportbeveiliging wegnemen....................................47
De transportbeveiliging weer monteren ................................49
De wasautomaat gelijk zetten ........................................50
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............50
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................51
Was- en droogzuil...............................................51
Het Miele-lekbeveiligingssysteem .....................................52
Watertoevoer .....................................................53
Waterafvoer ......................................................54
Elektrische aansluiting ..............................................55
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Systeem Extra water ...............................................60
Behoedzaam ritme.................................................62
Sopafkoeling voor Wit/Bont activeren ..................................63
Memory-functie ...................................................64
Inweektijd........................................................65
Inhoud
5
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsvoor
-
schriften. Door ondeskundig gebruik
kunnen gebruikers echter letsel op
-
lopen en kan er schade optreden
aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u
uw wasautomaat in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van uw wasauto
-
maat. Dat is veiliger voor uzelf en u
vermijdt schade aan uw wasauto
-
maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
De wasautomaat mag u enkel ge-
bruiken om wasgoed te wassen waar-
van de fabrikant verklaart dat het ma-
chinaal wasbaar is. Alle andere toepas
-
singen zijn misschien gevaarlijk. Miele
is niet verantwoordelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door een ander ge
-
bruik dan wat hier wordt vermeld of
door foutieve bediening.
~
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om de wasauto
-
maat veilig te bedienen, mogen deze
wasautomaat alleen onder het toezicht
of de begeleiding van een verant
-
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Zie toe op kinderen nabij de wasau
-
tomaat. Laat ze nooit met de wasauto
-
maat spelen.
~
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen maar gebruiken wanneer hen de
bediening ervan zo uitgelegd is dat ze
deze veilig kunnen bedienen. Kinderen
moeten de eventuele risico's van een
foutieve bediening kunnen beseffen.
~
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt wanneer u op hoge
temperaturen wast.
Voorkom daarom dat kinderen tijdens
de werking de ronde glazen deur aan-
raken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
~
Vóórdat de wasautomaat wordt op
-
gesteld, controleert u of het toestel
zichtbaar beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag u
niet opstellen en in gebruik nemen.
~
Op het typeplaatje van de wasauto
-
maat vindt u gegevens in verband met
de aansluiting van uw toestel (zekering,
spanning en frequentie). Alvorens u de
wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze
gegevens met die van uw elektrische
installatie. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien als u niet zeker bent.
~
De elektrische veiligheid van deze
wasautomaat wordt enkel gewaarborgd
als het toestel op een aardsysteem
aangesloten is dat volgens de voor-
schriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat aan deze fun-
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. In geval van twijfel dient u uw
installatie door een vakman of vakvrouw
te laten nakijken.
Miele kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade die werd veroor
-
zaakt doordat de aardleiding onderbro
-
ken was of gewoon ontbrak.
~
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Gebruik van een
verlengsnoer verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
~
Laat defecte onderdelen enkel ver
-
vangen door originele Miele-vervang
-
stukken. Enkel dan bent u zeker dat ze
ten volle voldoen aan de eisen die
Miele qua veiligheid stelt.
~
Door ondeskundig uitgevoerde re
-
paraties kunnen er onvoorziene risico's
ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor
kan de fabrikant niet aansprakelijk wor
-
den gesteld. Reparaties mag u uitslui
-
tend laten uitvoeren door vakmensen
die door Miele erkend zijn.
~
Is het aansluitsnoer beschadigd,
laat het dan vervangen door een vak
-
man die door Miele erkend is. Zo ver
-
mijdt u risico's voor wie het toestel ge
-
bruikt.
~
Bij storingen of bij een reinigings- en
onderhoudsbeurt is de wasautomaat al
-
leen dan van het elektriciteitsnet losge-
koppeld in de volgende gevallen:
de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
~
Sluit uw wasautomaat enkel met een
nieuwe toevoerslang en de vereiste toe
-
behoren aan op de waterleiding. Ge
-
bruik oude slangen, bv. van het vorige
toestel, niet opnieuw.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
~
Bij commercieel gebruik van de
wasautomaat moet rekening worden
gehouden met de voorschriften inzake
bedrijfsveiligheid.
Het is aan te bevelen de controles uit te
voeren overeenkomstig de Duitse
Berufsgenossenschaftliche Regel -
BGR 500/hoofdstuk 2.6/paragraaf 4.
Het voor de testdocumentatie vereiste
testboek is verkrijgbaar bij de Tech
-
nische Dienst van Miele.
~
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Efficiënt gebruik
~
Stel uw wasautomaat niet op in een
vertrek waar het kan vriezen. Bevroren
waterslangen kunnen onder druk
scheuren of springen. De betrouwbaar-
heid van de elektronische elementen
kan door temperaturen onder het vries-
punt in het gedrang komen.
~
Verwijder de transportbeveiliging op
de achterzijde voor u uw toestel in ge
-
bruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en
aansluiten", alinea "Transportbeveiliging
verwijderen". Als die beveiliging niet
verwijderd is, kan die tijdens het centri
-
fugeren schade toebrengen aan het
toestel. Ook aan meubelen of appara
-
ten ernaast kan er schade optreden.
~
Doe de waterkraan dicht bij langere
afwezigheid (bijv. vakantie). Vooral
wanneer er zich vlakbij het toestel geen
afvoer in de vloer bevindt.
~
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak
hangt, dient u te controleren of het wa
-
ter vlot genoeg wegvloeit.
Maak de waterafvoerslang vast opdat
ze niet zou wegglijden! Door de
terugstoot van het wegvloeiende water
kan de slang anders uit de spoelbak
worden geslingerd.
~
Let erop dat er geen voorwerpen zo
-
als spijkers, naalden, geldstukken of
paperclips worden meegewassen.
Deze voorwerpen kunnen schade toe-
brengen aan onderdelen van het toe-
stel, bijv. aan kuip of trommel. Deze be-
schadigde onderdelen kunnen op hun
beurt uw was beschadigen.
~
Als u het wasmiddel juist doseert,
hoeft u uw toestel niet te ontkalken. Is
uw toestel zo erg verkalkt dat het moet
worden ontkalkt, gebruik dan speciaal
ontkalkingmiddel met corrosiebescher
-
ming. Dit middel kunt u bij uw Miele-
handelaar of de Technische Dienst van
Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaan
-
wijzing van het ontkalkingmiddel strikt
op.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen behandeld
is, moet voordat het in de wasautomaat
wordt gewassen, grondig in zuiver wa
-
ter worden uitgespoeld.
~
Gebruik in dit toestel nooit reini
-
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv.
wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk
schade optreden aan sommige onder
-
delen van het toestel. Er kunnen ook
giftige dampen ontstaan. Bovendien
bestaat er bij deze middelen brand- en
ontploffingsgevaar.
~
Gebruik in dit toestel nooit reini
-
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv.
wasbenzine) bevatten. Die kunnen
schade toebrengen aan vochtige kunst-
stof oppervlakken.
~
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
in wasautomaten geschikt te zijn. Ze
mogen enkel in beperkte mate - zoals
voor een huishouden - worden gebruikt.
Volg de gebruiksaanwijzing van de fa-
brikant strikt op.
~
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn
zwavelhoudende verbindingen corrosie
tot stand brengen. U mag geen ont
-
kleuringsmiddel in uw wasautomaat ge
-
bruiken.
~
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
ogen terechtkomt, spoel ze dan met
zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken,
direct een arts raadplegen. Personen
met gekwetste of gevoelige huid moe
-
ten elk contact met het vloeibare was
-
middel mijden.
Toebehoren
~
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
-
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemon
-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het
recht op waarborg en/of productaan
-
sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha
-
de die ontstaan is doordat deze vei
-
ligheidsrichtlijnen niet in acht wer
-
den genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Speciale kenmerken
Speciale programma's: Zijde /,
Wol /, Mini, Automatic, Extra
spoelen
Programma voor met de hand te
wassen textiel, Zijde /
Met de hand te wassen, kreukgevoe
-
lig textiel dat geen wol bevat, kan u
in het programma Zijde / wassen.
Programma voor met de hand te
wassen textiel, Wol /
Met de hand te wassen wollen textiel
en gemengd wollen weefsel kan u in
het programma Wol / wassen.
Programma voor een kleine hoeveel-
heid wasgoed, Mini
Voor een kort wasje tussendoor van
lichtjes vuil bont wasgoed.
Programma voor Automatic
Wasgoed van verschillende soort,
maar dat qua kleur bij elkaar past,
kan in dit programma samen worden
gewassen.
Programma Extra spoelen
De was wordt in dit programma enkel
gespoeld en gecentrifugeerd.
"Vlot te strijken" in het programma
Fijn wasgoed en Zijde /
Het wasgoed wordt erg behoedzaam
gewassen en gecentrifugeerd. Zo wor
-
den er minder kreuken gevormd en is
het wasgoed vlotter te strijken.
Systeem extra water
Met dit systeem kan u het toestel met
een hoger waterniveau laten wassen
en/of spoelen. Bij de programma's Wit/
Bont en Kreukherstellend kan u ook
nog een bijkomende spoelbeurt kiezen.
Beschrijving van het toestel
10
Display resterende programmaduur
Na de programmastart wordt in het dis
-
play de duur van het gekozen program
-
ma in uren en minuten aangeduid.
Daarna wordt er in minuten afgeteld.
Het programma updaten
(moderniseren)
Het controlelampje met de markering
PC (= program correction) op het be
-
dieningspaneel dient de technische
dienst als contactpunt voor de actuali
-
sering van het programma.
Zo kan er met toekomstige ontwik
-
kelingen bij wasmiddel, textiel en
wasprocédés in de besturing van uw
toestel rekening worden gehouden.
Miele zal de mogelijkheid om program
-
ma's te actualiseren tijdig bekendma
-
ken.
Beschrijving van het toestel
11
Het bedieningspaneel
a Display voor verscheidene func
-
ties
waarover u meer verneemt op de
volgende bladzijde.
b Toets Start
start het wasprogramma.
c Toetsen voor bijkomende functies
Met de bovenste toets kan u tussen
de bijkomende functies Kort, Voor-
was en Inweken kiezen.
Met de onderste kan u de bijkomen-
de functie Extra water kiezen.
Controlelampje aan = gekozen
Controlelampje uit = niet gekozen.
d Controlelampje ter aanduiding van
het gekozen centrifugeertoerental
e Toets Centrifugeren
Om een centrifugeertoerental, Spoel
-
stop of Zonder centrifugeren te kie
-
zen.
f Programmakiezer
Om een basiswasprogramma en de
daarbijbehorende temperatuur te
kiezen. Deze programmakiezer kan u
zowel naar rechts als naar links
draaien.
g Display voor het programmaver-
loop
De verklikkerlichtjes vertellen u hoe-
ver het wasprogramma reeds gevor-
derd is.
h Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
i Toets jk
om het toestel aan of uit te zetten of
een programma te onderbreken.
j Toets Deur
maakt de toesteldeur open.
Beschrijving van het toestel
12
Wastijd
In het display wordt na de programma
-
start de maximumduur van het pro
-
gramma in uren en minuten aangeduid.
In de programma's Wit/Bont, Kreukher
-
stellend en Automatic wordt de mate
waarin het wasgoed water opneemt,
berekend. De eerste 10 minuten leidt
de wasautomaat daaruit af hoeveel
wasgoed u in de trommel stopte. Con
-
stateert hij dat u er minder wasgoed
hebt ingelegd, dan verkort hij de pro
-
grammaduur.
Programma Beperking
programmaduur,
maximum
kort normaal
Wit/Bont 37 min. 52 min.
Kreukherstellend 12 min. 13 min.
Automatic 13 min. 18 min.
Inweken:
Had u de bijkomende functie Inweken
gekozen, dan wordt de inweektijd in het
display bij de wastijd van het program
-
ma geteld.
Beschrijving van het toestel
13
Belangrijke knoppen en
toetsen
Programmakiezer
Via de programmakiezer stelt u het
basiswasprogramma en de daarbijbe
-
horende temperatuur in.
Toetsen voor bijkomende functies
De basiswasprogramma's kan u met
verschillende bijkomende functies aan
-
vullen.
Met de bovenste toets kan u de bijko
-
mende functie Kort, Voorwas of Inwe-
ken kiezen.
Met de onderste toets kan u de bijko-
mende functie Extra water kiezen.
De bijkomende functie is gekozen in-
dien het controlelampje brandt.
Kan u geen bijkomende functie kiezen,
dan is die met het basisprogramma niet
te combineren.
Toets Centrifugeren
U kiest voor centrifugeren
Door op de toets "Centrifugeren" te
drukken, wijzigt u het toerental. U kan
evenwel geen hoger toerental instellen
dan wat in het basiswasprogramma
voorzien is.
Het controlelampje duidt de gekozen
instelling aan.
Wasprogramma's omw/min
Wit/Bont 1400
Kreukherstellend 900
Fijn Wasgoed 600
Zijde 400
Wol 1200
Mini 1400
Automatic 900
Extra spoelen 1200
Stijven 1400
Pompen/Centrifugeren 1400
U kiest niet voor centrifugeren
^ Druk op de toets "Centrifugeren" tot:
Spoelstop
De was wordt niet gecentrifugeerd
en blijft na de laatste spoelbeurt in
het water liggen. Zo worden er min-
der kreuken gevormd indien u de
was niet meteen na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Kies een centrifugeertoerental om
het programma voort te zetten.
Wil u het programma beëindigen,
druk dan op de toets Deur.
Zonder centrifugeren
De was wordt niet gecentrifugeerd.
Het toestel schakelt na het wegpom
-
pen van het laatste spoelwater met
-
een over op de kreukbeveiligings-
fase. In deze stand valt ook het cen
-
trifugeren tussen de spoelbeurten
weg.
Beschrijving van het toestel
14
Laat het toestel voor de eerste was
-
beurt degelijk opstellen en aan
-
sluiten. Hou daarbij rekening met de
rubriek "Opstellen en aansluiten".
Uit veiligheidsoverwegingen kan u het
toestel niet laten centrifugeren voordat
het voor het eerst in bedrijf werd ge
-
steld. Om het centrifugeren te laten
werken dient u eerst een wasprogram
-
ma zonder wasgoed
en zonder was
-
middel te laten uitvoeren.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er
overdreven schuim worden gevormd!
Meteen wordt dan ook het kogelventiel
in de waterafvoer geactiveerd. Dit ven-
tiel zorgt ervoor dat het wasmiddel vol-
ledig wordt benut.
^ Draai de waterkraan open.
^ Druk de toets jk in.
^ Draai de programmakiezer op
Bont 60°C.
^
Druk op de toets Start.
Na afloop van dit programma is de in
-
bedrijfstelling afgesloten.
Het toestel in bedrijf stellen
15
Stroom- en waterverbruik
Benut zoveel mogelijk de maximum
-
lading die voor een bepaald pro
-
gramma toegestaan is.
Dan is het stroom- en waterverbruik
voor heel de lading het laagst.
Maak gebruik van de programma's
Automatic of Mini om een kleinere
hoeveelheid te wassen.
Bij een kleinere lading wasgoed in
het programma Wit/Bont zorgt de au
-
tomatische aanpassing van de wa
-
tertoevoer aan de hoeveelheid was
-
goed ervoor dat er minder water en
stroom wordt verbruikt en dat het
programma korter uitvalt. Het kan
dus gebeuren dat de aangeduide
resterende tijd in de loop van een
wasprogramma wordt aangepast.
Kies in de plaats van het programma
Wit/Bont 95 °C liever Wit/Bont 60 °C
met de bijkomende functie Intensief.
Zo spaart u tussen de 35 en de 45 %
stroom. De wastijd wordt verlengd.
Voor het meeste vuil is dit program
-
ma ruim voldoende. Bij hardnekkig of
ingedroogd vuil kan u de bijkomende
functie Inweken gebruiken.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
-
middel als wat op de verpakking
staat aangegeven.
Verminder bij kleinere ladingen de
wasmiddeldosering (ca.
1
/
3
minder
wasmiddel bij halve lading).
De juiste bijkomende functie kiezen
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies bij:
licht vuil textiel
zonder opvallende
vlekken een wasprogramma met de
bijkomende functie Kort.
normaal tot erg vuil textiel
met
opvallende vlekken een waspro-
gramma zonder bijkomende functies.
heel erg vuil textiel
een wasprogram-
ma met de bijkomende functie Inwe-
ken.
Maak gebruik van de bijkomende
functie Inweken in de plaats van
Voorwas. Tijdens het inweken en de
hoofdwas die erop volgt, wordt het
-
zelfde sop gebruikt.
Tip omtrent het drogen achteraf
Kies het hoogst mogelijke centrifu
-
geertoerental dat het wasprogamma
te bieden heeft. Zo spaart u achteraf
stroom bij het drogen in een trom
-
meldroger.
Milieuvriendelijk wassen
16
Korte handleiding
Aanbeveling:
Het verdient aanbeveling u vertrouwd
te maken met de bediening van uw toe
-
stel. Lees daarom de uitvoerige hoofd
-
stukken "De was voorbereiden", "Een
programma kiezen" en "Einde van het
programma" in deze rubriek.
A De was voorbereiden en sorteren
Programmakeus:
B De wasautomaat inschakelen
C De toesteldeur openen
D De was in de trommel stoppen
E De toesteldeur sluiten
F Een programma kiezen
G Een centrifugeertoerental kiezen
H Bijkomende functie(s) kiezen
I Het wasmiddel toevoegen
J Het programma starten
Einde van het programma:
K De toesteldeur openen
L Het wasgoed uitnemen
M De wasautomaat uitschakelen
N De toesteldeur sluiten
Welk wasgoed u het best met welk pro
-
gramma wast, vindt u in het volgende
programmaoverzicht
Zo wast u juist
17
Programmaoverzicht
Wit/Bont maximaal 5 kg
Textielsoort Katoenen en linnen wasgoed, bv. beddengoed, tafella
-
kens, molton, jeans, t-shirts, ondergoed, babywasgoed.
Bijkomende functies Kort, Voorwas, Inweken, Extra water
Opmerkingen
Gebruik enkel Wit 95 °C voor sterk bevuild en met ziek
-
tekiemen verontreinigd wasgoed.
Kies voor textiel met hardnekkig en/of ingedroogd vuil
de bijkomende functie Inweken.
Gebruik voor textiel met grotere hoeveelheden vuil (bv.
stof en zand) de bijkomende functie Voorwas.
Bij weinig3 vuile was drukt u de toets Kort in.
Was donkerkleurig textiel met wasmiddel voor ge-
kleurde was of met vloeibaar wasmiddel.
Wasmiddel Wasmiddel voor universeel gebruik, voor gekleurd was-
goed, vloeibaar wasmiddel
Opmerkingen voor testinstituten:
Kies om tests uit te voeren volgens de norm EN 60456 het programma
Bont 60 °C.
Kreukherstellend maximaal 2,5 kg
Textielsoort Textiel van synthetische vezels, gemengde weefsels of ka-
toen met kreukherstellende eigenschappen. Bv. overhem
-
den, bloezen, jasschorten, tafellakens.
Bijkomende functies Kort, Voorwas, Inweken, Extra water
Opmerkingen Kies voor textiel met hardnekkig en/of ingedroogd vuil de
bijkomende functie Inweken.
Wasmiddel Wasmiddel voor universeel gebruik, voor gekleurd was
-
goed, voor fijn wasgoed
Zo wast u juist
18
Fijn wasgoed maximaal 1 kg
Textielsoort Wasgoed van synthetische vezels, gemengde weefsels,
kunstzijde of katoen met kreukherstellende eigenschap
-
pen, bv. bloezen en overhemden.
Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.
Bijkomende functies Kort, Voorwas, Inweken
Opmerkingen
In dit programma worden weinig kreuken gevormd. Het
textiel is vlot te strijken.
Door het fijne stof dat zich in gordijnen nestelt, is er
vaak een programma met Voorwas vereist.
Bij kreukgevoelige gordijnen beperkt u het centrifu
-
geertoerental of laat u geen centrifugeren uitvoeren.
Wasmiddel Wasmiddel voor fijn wasgoed
Zijde / maximaal 1 kg
Textielsoort Met de hand wasbare bovenkleding die geen wol bevat.
Bijkomende functies Extra water
Opmerkingen In dit programma worden weinig kreuken gevormd. Het
textiel is vlot te strijken.
Steek panty's en bh's om ze te wassen in een wasgoed-
zak.
Wasmiddel Wasmiddel voor fijn wasgoed
Wol / maximaal 2 kg
Textielsoort In de machine of met de hand wasbaar wolgoed of ge
-
mengd wollen weefsel.
Wasmiddel Wasmiddel voor wol
Zo wast u juist
19
Mini maximaal 2,5 kg
Textielsoort Lichtjes vuil textiel dat in het programma Bont kan worden
gewassen.
Opmerkingen Doseer minder wasmiddel (halve lading).
Wasmiddel Wasmiddel voor universeel gebruik, voor gekleurd was
-
goed
Automatic maximaal 3 kg
Textielsoort Gemengd textiel voor de programma's Wit/Bont en Kreuk
-
herstellend; gesorteerd volgens de kleuren.
Bijkomende functies Kort, Inweken, Voorwas
Wasmiddel Wasmiddel voor universeel gebruik, voor gekleurd was
-
goed
Stijven maximaal 5 kg
Textielsoort Tafellakens, servetten, schorten, beroepskleding.
Opmerkingen Het wasgoed moet vers gewassen, maar mag niet met
wasverzachter behandeld zijn.
Extra spoelen maximaal 5 kg
Textielsoort Wasgoed dat u enkel moet laten spoelen en centrifugeren.
Pompen/Centrifugeren maximaal 5 kg
Opmerkingen Indien u het water enkel wenst af te pompen:
stel Zonder centrifugeren in.
Zo wast u juist
20
Onderhoudssymbolen op het etiket
Wassen
Het aantal graden in de kuip geeft de
maximale temperatuur aan waarmee
u het artikel mag wassen.
9 normale mechanische belas
-
ting
4 spaarzame mechanische be
-
lasting
c zeer spaarzame mechani
-
sche belasting
/ handwas
h niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu-
ze
Programma Onderhoudssymbool
Witte / Bonte 9ö8E76
Kreukherstel-
lend
54321
Fijn wasgoed ac
Wol /
Zijde /
Mini 76
Automatic 7621
Drogen
De punten geven de temperatuur aan
q normale temperatuur
r verlaagde temperatuur
s niet geschikt voor droogauto
-
maat
Strijken en mangelen
De punten geven de
temperatuurbereiken aan
I ca. 200 °C
H ca. 150 °C
G ca. 110 °C
J niet strijken/mangelen
professionele reiniging
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen. De letters geven
het reinigingsmiddel aan.
p
w Vochtig schoonmaken
D niet chemisch reinigen
bleken
x elk oxidatie-bleekmiddel toe
-
gelaten
{ enkel zuurstofbleekmiddel
toegelaten
z niet bleken
Zo wast u juist
21
De was voorbereiden
A De was voorbereiden en sorteren.
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kun-
nen het wasgoed en onderdelen van
de machine beschadigen.
^ Verwijder eventuele vlekken uit het
textiel voor u het wast. Doe dat bij
voorkeur terwijl de vlekken nog vers
zijn. Dop de vlekken weg met een
doekje dat geen kleur afgeeft. Niet
wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie
-
ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met
een truukje wegkrijgen. Zo u problemen
heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw
Miele-handelaar of rechtstreeks in het
Miele-filiaal een boekje met tips over
het behandelen van speciale vlekken
krijgen.
,
Gebruik nooit synthetische reini
-
gingsmiddelen (die oplosmiddel
bevatten) in uw wasautomaat!
^
Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti
-
ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de
eerste wasbeurten kleur te verliezen.
Om geen wasgoed te laten verkleuren,
wast u licht en donker textiel het best
apart.
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en
de loden band afnemen. U kan de
gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast-
naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts
en sweaters: binnenstebuiten keren
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo
komen er geen kleine spulletjes in te
-
recht.
Was in deze machine nooit textiel met
de aanduiding niet wasbaar (onder
-
houdssymbool h).
Zo wast u juist
22
Een programma kiezen
B De wasautomaat inschakelen
^
Druk op de toets jk.
C De toesteldeur openen
^
Druk op de toets Deur en doe de toe
-
steldeur open.
D Het wasgoed toevoegen
^
Leg de was opengevouwen en losjes
in de trommel. Door textiel van ver
-
schillend formaat in de trommel te
stoppen, verbetert het waseffect en
raakt de was tijdens het centrifugeren
beter verdeeld.
Benut de maximumlading die bij elk
wasprogramma wordt opgegeven. Dan
is het stroom- en waterverbruik, bere-
kend op de totale hoeveelheid was-
goed, het geringst. Hou er rekening
mee dat het wasresultaat verslecht en
er meer kreuken opduiken als u meer
was in de trommel stopt dan wat als
maximum aanbevolen wordt.
E De toesteldeur met een zachte
zwaai dichtdoen
Let erop dat er geen wasgoed klem zit
tussen deur en dichtingsring.
F Een programma kiezen
^
Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
In het display verschijnt de maximum-
programmaduur.
G Het centrifugeertoerental kiezen
^
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge
-
ren” tot het controlelampje van het
gewenste toerental aangaat.
U kan dat toerental enkel wijzigen bin
-
nen de perken die het gekozen waspro
-
gramma stelt.
Zo wast u juist
23
Bijkomende functies
H Bijkomende functie(s) kiezen
U kan bijkomende functies inschakelen
indien die met het basisprogramma
samengaan.
Met de bovenste toets kiest u een bijko
-
mende functie in deze volgorde: Kort of
Voorwas of Inweken. Ofwel kiest u
niets.
Met de onderste kiest u al dan niet voor
de bijkomende functie Extra water.
^
Druk op de toets van de gewenste
bijkomende functie. Druk zo vaak op
de bovenste toets tot het controle
-
lampje van de gewenste bijkomende
functie aangaat.
Kort
Voor niet al te vuil wasgoed.
De programmaduur wordt verkort.
Voorwas
Voor erg vuil wasgoed.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en voor textiel
met eiwithoudende vlekken (bv. van
bloed, vet, cacao).
De inweektijd kiest u tussen 30 min.
en 2 uur, in te stellen in stappen van
30 minuten.
De basisinstelling bedraagt 2 uur.
Om de inweekduur anders in te stellen,
raadpleegt u de rubriek "Programmeer-
functies", alinea "Inweektijd".
Extra water
Laat u het wasproces liever met meer
water verlopen, dan kan u uit vier vari-
anten kiezen. Die zijn nader toegelicht
in de rubriek "Programmeerfuncties",
paragraaf "Systeem extra water".
In de fabriek werd uw toestel zo inge
-
steld dat het waterpeil na het drukken
op de toets Extra water zowel bij het
wassen als bij het spoelen verhoogt.
Zo wast u juist
24
I Wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want...
. . . doseert u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd ook grauw en hard.
duiken er vetluizen op in de was.
zet er zich kalk af op de weer
-
standen.
. . . doseert u te veel wasmiddel, dan
wordt er te veel schuim gevormd wat
het effect van de wasbewegingen
verzwakt. Het reinigings-, spoel- en
centrifugeerresultaat verslecht dan
eveneens.
verhoogt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt immers auto-
matisch een bijkomende spoelbeurt
ingeschakeld.
wordt het milieu meer belast.
^
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas
(opsplitsing van de totaal aanbevo-
len hoeveelheid wasmiddel:
1
/
3
in
vakje i en
2
/
3
in vakje j),
j
wasmiddel voor de hoofdwas alsook
voor het inweken,
§
wasverzachter, vormspoeler of vloei
-
baar stijfsel.
^
Schuif de wasmiddellade weer dicht.
Meer details over wasmiddel en de do
-
sering ervan vindt u in de rubriek "Was
-
middel".
J Op de toets Start drukken
Het programma is nu gestart. In het
display ziet u de maximumprogramma
-
duur.
Zo wast u juist
25
Einde van het programma
K De toesteldeur openen
^
Druk op de toets Deur.
L Het wasgoed uitnemen
^ Zie na of er geen voorwerpen in de
dichtingsring zijn achtergebleven.
Laat geen stukken wasgoed in de
trommel achter. Die kunnen bij de
daaropvolgende wasbeurt krimpen
of ander wasgoed verkleuren.
M De wasautomaat uitschakelen
^
Druk op de toets jk en laat hem uit
-
springen. Draai de programmakiezer
daarna op Einde.
N De toesteldeur sluiten
Anders bestaat het risico dat er onver
-
hoeds objecten in de trommel terecht
-
komen. Die kunnen dan per vergissing
worden meegewassen en het wasgoed
beschadigen.
Zo wast u juist
26
Was toevoegen / uitnemen
Na de start van het programma kan u
bij volgende programma's nog was
-
goed in de trommel toevoegen of eruit
nemen:
Wit/Bont
Kreukherstellend
Mini
Automatic
Stijven
^
Druk op de toets Deur tot de deur
openspringt.
^ Leg er wasgoed bij of neem er weg.
^ Sluit de toesteldeur opnieuw.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Hou hiermee rekening:
Zodra het programma van start is ge-
gaan, "merkt" het toestel geen wijzi-
gingen meer in de hoeveelheid was
-
goed.
Daarom gaat het toestel uit van een vol
-
ledige lading indien u de toesteldeur
hebt opengemaakt om er wasgoed bij
te leggen of uit te nemen.
De resterende programmaduur in het
display kan dan ook langer uitvallen.
De toesteldeur gaat niet open indien
de soptemperatuur boven de 55 °C
ligt,
het water een bepaald niveau heeft
overschreden,
het programma de stand Centrifuge
-
ren (op het einde van het program
-
ma) heeft bereikt.
Zo wast u juist
27
Een programma onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de
toets jk uit.
Om het programma voort te zetten:
^
Schakel de wasautomaat met de
toets jk in.
Een gekozen programma
wijzigen
Nadat u een programma gestart hebt,
laat het toestel nog de volgende wijzi
-
gingen toe:
naar gelang van het ingestelde pro-
gramma kan u het toerental van de
centrifugeerbeurt om het even wan-
neer wijzigen.
tot 6 minuten na de start
kan u nog
de bijkomende functie Extra water
kiezen of uitschakelen. U kan dan
ook voor het gekozen programma
nog een andere temperatuur kiezen.
Een ander programma kan u na de
start evenwel niet meer kiezen.
Draait iemand nog aan de programma
-
kiezer, dan knippert het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde. Het program
-
maverloop komt echter niet in het ge
-
drang. Het controlelampje gaat uit zo
-
dra u de programmakiezer weer op het
tevoren gekozen programma plaatst.
Een programmadeel overslaan
^
Draai de programmakiezer op Einde.
Zodra u in de aanduiding van het pro
-
grammaverloop het programmagedeel
-
te ziet knipperen, waarmee het pro
-
gramma moet worden voortgezet:
^
dient u de programmakiezer binnen
de 4 seconden weer op het gewens
-
te programma te draaien.
Een ander programma kiezen /
een programma afbreken
^ Schakel de wasautomaat met de
toets jk uit.
^ Draai de programmakiezer op Einde.
Het wasprogramma is afgebroken.
^ Schakel de wasautomaat met de
toets jk in.
^ Kies een nieuw programma.
^ Druk op de toets Start.
Zo wast u juist
28
Programmaverloop
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
-
stand
Wasritme Water
-
stand
Spoel
-
beurten
Tussen de
spoel
-
beurten
Op het
einde van
het pro
-
gramma
Wit/Bont d a ( 2-3
1)
L
2)
L
Kreukherstellend d a e 2-3
3)
L
2)
L
Fijn wasgoed e b e 3 L
Zijde ( d ( 2 L
Wol ( c ( 2 L
2)
L
Mini d a ( 2 L
2)
L
Automatic d a e 2 L
2)
L
Stijven ––d 1 L
Extra spoelen ––e 2 L
d = lage waterstand
( = gemiddelde waterstand
e = hoge waterstand
a= normaal wasritme
b= behoedzaam ritme
c= wasritme voor wol
d= wasritme voor zijde
Details over het programmaverloop vindt u op de volgende blz.
Zo wast u juist
29
Uw wasautomaat beschikt over een vol
-
ledig elektronische besturing. Het toe
-
stel bepaalt automatisch het vereiste
waterverbruik naar gelang van de hoe
-
veelheid wasgoed en van de mate
waarin dat wasgoed water opslorpt. Het
gevolg daarvan: verschil in program
-
maverloop en wastijd.
Het hier opgegeven programmaverloop
verwijst telkens naar het basisprogram
-
ma bij maximumlading. Er werd geen
rekening gehouden met extra functies
die u erbij kan kiezen.
In het display van het programmaver
-
loop van uw toestel kan u nagaan hoe-
ver het wasprogramma gevorderd is.
Bijzonderheden:
Kreukbeveiliging:
De trommel blijft na afloop van het pro
-
gramma nog 30 minuten draaien. Daar
-
mee wordt kreukvorming vermeden.
Uitzondering: dit gebeurt niet in het
programma Wol. U kan het toestel ech
-
ter om het even wanneer openmaken.
1)
3de spoelbeurt bij:
te veel schuim in de trommel
centrifugeertoerental op het einde
lager dan 700 t.p.m.
zonder centrifugeren
2)
Centrifugeren tussen spoelbeurten:
De was wordt tussen de afzonder-
lijke spoelbeurten gecentrifugeerd.
3)
3de spoelbeurt bij:
zonder centrifugeren
Opheffen van het centrifugeren tussen
de spoelbeurten:
Kies zonder centrifugeren bij de centri
-
fugeertoerentallen.
Zo wast u juist
30
U kan alle moderne wasmiddelen ge
-
bruiken, die voor machinaal wassen ge
-
schikt zijn. Zowel in de vorm van poe
-
der als van tabletten, vloeibaar, al dan
niet geconcentreerd.
Wollen breigoed en wolmengsels dient
u met een wolwasmiddel te wassen.
Hoe u het wasmiddel voor een volle
-
dige trommellading doseert, vindt u te
-
rug op de verpakking.
De dosering hangt af van
de mate waarin het wasgoed vuil is
lichtjes vuil
Geen vuil of vlekken te bespeuren.
Misschien ruiken de kleren niet meer
zo fris.
normaal vuil
Er is vuil zichtbaar en/of enkele lichte
vlekken.
erg vuil
Het vuil en/of de vlekken zijn duide-
lijk waar te nemen.
de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent,
kan u inlichtingen inwinnen bij uw
waterbedelingsmaatschappij.
de hoeveelheid wasgoed.
Waterhardheid
Cate
-
gorie
Water-
kwaliteit
°d of Duitse
hardheid
°f of Franse
hardheid
I zacht 0 - 7 0 - 13
II gemiddeld 7 - 14 13 - 25
III hard tot
zeer hard
meer dan
14
meer dan
25
Waterontharding
Om wasmiddel te sparen kan u bij de
waterhardheidscategorieën II en III een
onthardingsmiddel toevoegen. De juiste
dosering daarvan vindt u op de verpak
-
king terug. Voeg eerst wasmiddel en
dan pas onthardingmiddel toe.
Het wasmiddel kan u dan doseren als
voor categorie I.
Aanbeveling:
Gebruikt u verschillende middelen,
voeg die dan in deze volgorde toe in
vakje j:
1. wasmiddel
2. onthardingsmiddel
3. vlekkenzout.
Zo worden de middelen beter inge
-
spoeld.
Wasmiddel
31
Wasverzachter, vormspoeler,
poedervormig of vloeibaar
stijfsel
Wasverzachter zorgt ervoor dat de was
zacht aanvoelt. De elektrostatische op
-
lading tijdens het machinale drogen
wordt ook verzwakt.
Vormspoeler is vloeibaar synthetisch
stijfsel. Het zorgt ervoor dat het textiel
wat steviger aanvoelt.
Stijfsel geeft het wasgoed een stijver en
voller effect.
^ Doseer het middel zoals de fabrikant
het voorschrijft.
Wasverzachter, vormspoeler, vloei-
baar stijfsel automatisch doseren
^
Voeg wasverzachter, vormspoeler of
vloeibaar stijfsel toe in vakje §. Hou
de maximumaanduiding in acht.
De wasverzachter, de vormspoeler of
het vloeibaar stijfsel wordt met de
laatste spoelbeurt ingespoeld. Op het
einde van het wasprogramma blijft er
nog wat water in het vakje § staan.
Maak na een aantal stijfselbeurten
het inspoelvakje schoon. Reinig
vooral de zuighevel.
Wasverzachter of vormspoeler in een
apart programma
^
Voeg de wasverzachter of vormspoe
-
ler toe in vakje §.
^
Draai de programmakiezer op Stij
-
ven.
^
Kies een centrifugeertoerental.
^
Druk op de toets Start.
Stijfsel in apart programma
^ Bereid het stijfsel voor en doseer het
als in de richtlijnen op de verpakking.
^ Voeg het toe in vakje i.
^ Draai de programmakiezer op Stij-
ven.
^ Kies een centrifugeertoerental.
^ Druk op de toets Start.
Ontkleuren / kleuren
^
Gebruik geen
ontkleuringsmiddel in
uw wasautomaat.
^
Kleuringsmiddel mag u enkel in be
-
perkte mate - als voor een huishou
-
den - in uw wasautomaat gebruiken.
Het bij het kleuren gebruikte zout kan
bij voortdurend gebruik het roestvrij
staal aantasten. Neem strikt de richt
-
lijnen van de fabrikant van het middel
in acht.
Wasmiddel
32
Reiniging van de trommel
Bij het wassen met lage temperaturen
en/of vloeibare wasmiddelen is er ge
-
vaar voor kiem- en geurvorming in de
wasautomaat. Om de trommel te reini
-
gen en geurvorming te vermijden dient
u één keer per maand een waspro
-
gramma met een temperatuur van 60°C
uit te voeren, waarbij u waspoeder ge
-
bruikt.
De ommanteling en het
bedieningspaneel reinigen
,
Trek de stekker uit het stopcon-
tact voor u het toestel reinigt en on-
derhoudt.
,Spuit de wasautomaat in geen
geval af met een waterslang.
^ Was de ommanteling en het bedie-
ningspaneel van het toestel met een
zacht reinigingsmiddel of sopje af.
Wrijf daarna met een zachte doek
droog.
^
Maak de trommel met een geschikt
middel voor roestvrij staal schoon.
,
Gebruik geen schuur- of oplos
-
middelen. Reinigingsmiddelen voor
glas of voor universeel gebruik zijn
ook af te raden!
Ze kunnen schade toebrengen aan
kunststof oppervlakken of andere
onderdelen.
De wasmiddellade schoon
-
maken
Verwijder geregeld eventuele restjes
wasmiddel.
^ Trek de lade tot aan de aanslag uit.
Druk op de ontgrendelknop en trek
de lade helemaal uit het toestel.
^ Maak de wasmiddellade met warm
water schoon.
Reiniging en onderhoud
33
^
Maak de zuighevel schoon.
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
maak hem onder stromend warm wa-
ter schoon. Maak ook het buisje
schoon waarover de zuighevel wordt
geschoven.
2. Steek de zuighevel weer op zijn
plaats.
Maak na een aantal stijfselbeurten
de zuighevel heel grondig schoon.
Stijfsel kan plakkerig worden.
Zitting van de wasmiddellade reini
-
gen
^ Verwijder wasmiddelresten en kalkaf-
zettingen met behulp van een
flessenborstel uit de openingen van
de wasmiddellade.
Reiniging en onderhoud
34
Watertoevoerzeefjes reinigen
Ter bescherming van de watertoevoer
-
ventielen heeft uw machine 2 zeefjes.
Die zeefjes dient u zowat om de
6 maand na te kijken. Bij vaak voor
-
komende onderbrekingen in de water
-
toevoer dient dat eerder te gebeuren.
Het zeefje in de watertoevoerslang
schoonmaken
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
-
terkraan los.
^
Trek de rubber dichting 1 uit de dop
-
moer.
^
Neem het handvatje van de zeef 2
met een punttang vast. Trek de zeef
eruit en maak ze schoon.
^
Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
Het zeefje in de toevoeraansluiting
van het watertoevoerventiel reinigen
^
Draai de geribbelde kunststof moer
voorzichtig met een tang van de
toevoertuit los en schroef ze af.
^ Trek het zeefje bij het handvatje met
een punttang uit. Maak het zeefje
schoon. Plaats alles terug in omge-
keerde volgorde.
Na het reinigen dient u beide zeef-
jes beslist weer te monteren.
Reiniging en onderhoud
35
Aan de meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd
en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde
storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
,
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een
erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet
te onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Het programma gaat niet van start.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of het lamp-
je bij de toets Start
knippert niet.
De wasautomaat krijgt
geen stroom.
Kijk eens na of
de stekker ingestoken
is.
de smeltveiligheden in
orde zijn.
Als u het programma
Pompen/Centrifugeren
kiest, gaat het pro-
gramma niet van start.
De wasautomaat werd nog
niet naar behoren in bedrijf
gesteld.
Stel de wasautomaat in
bedrijf als beschreven in
de rubriek "Het toestel in
bedrijf stellen".
Wat gedaan als...?
36
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout
gemeld.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing A
Het foutcontrolelampje
Afvoer knippert en in het
display verschijnt "– – –"
De waterafvoer is ge
-
blokkeerd.
Maak filter en afvoerpomp
schoon als in de rubriek
"Wat gedaan als ...?",
alinea "De deur openen bij
verstopte afvoer en/of
stroomonderbreking".
De afvoerslang ligt te
hoog.
De maximum opvoerhoog
-
te bedraagt 1 m.
Het foutcontrolelampje
Toevoer knippert en in
het display verschijnt
"–––"
De watertoevoer is ge-
blokkeerd.
Draai de waterkraan open.
Het zeefje van de toe-
voerslang is verstopt.
Maak het zeefje schoon.
Het foutcontrolelampjes
Toevoer en Afvoer knip-
peren en in het display
verschijnt "– – –"
Het Miele-lekbeveili-
gings systeem heeft
gereageerd.
Doe een beroep op de
Technische Dienst.
In het display van het
programmaverloop knip
-
pert het controlelampje
Inweken/Voorwas of
Spoelen en in het display
verschijnt"–––"
Het gaat om een de-
fect.
Start het programma nog
eens. Duikt de foutmelding
weer op, doe dan een be
-
roep op de Technische
Dienst.
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde.
Wat gedaan als...?
37
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing
wordt gemeld.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing A
Het controlelampje
Afvoer knippert.
De waterafvoer is ge
-
stremd.
Maak filter en afvoerpomp
schoon als in de rubriek
"Wat gedaan als ...?", alinea
"De deur openen bij ver
-
stopte afvoer en/of stroom
-
onderbreking".
Het controlelampje
Toevoer knippert.
De watertoevoer is ge
-
stremd.
Kijk na of
de waterkraan ver ge
-
noeg openstaat.
de toevoerslang geen
knik vertoont.
Het zeefje in de toevoer-
slang is vuil.
Maak het zeefje schoon.
Het controlelampje
Dosering brandt.
Er werd tijdens het was-
sen te veel schuim ge-
vormd.
Doseer bij de volgende was
minder wasmiddel. Let op
de doseertips op de was-
middelverpakking.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle
-
lampje Wassen.
Het gaat om een defect. Start het programma nog
eens. Zo de foutmelding
weer opduikt, doe dan een
beroep op de Technische
Dienst.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle
-
lampje Kreukbeveili
-
ging/Einde.
Na de programmastart heeft iemand de programma
-
kiezer in een andere stand gedraaid. Draai de knop
weer in zijn oorspronkelijke stand.
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde.
Wat gedaan als...?
38
Algemene storingen of een niet bevredigend wasresultaat.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De wasautomaat
staat tijdens het
centrifugeren te tril
-
len.
Het toestel rust niet meer
gelijkmatig op de 4 voet
-
jes. De contramoeren zijn
niet vastgeschroefd.
Stel de machine veilig op.
Schroef de contramoeren
vast.
De wasmachine
heeft het wasgoed
niet degelijk gecen
-
trifugeerd. Het is
nog vochtig.
Bij het eindcentrifugeren,
werd een onbalans ge
-
meten en de centrifu
-
geersnelheid werd auto
-
matisch verminderd.
Steeds grote en kleine stuk
-
ken wasgoed in de trommel
mengen teneinde een betere
verdeling te bereiken.
U hoort ongewone
pompgeluiden.
Dit is geen storing! Bij het begin en op het einde van de
pompfase zijn die slurpgeluiden normaal.
In het wasmiddel-
bakje zijn vrij veel
wasmiddelresten
achtergebleven.
De waterdruk is onvol-
doende.
Maak het watertoevoerzeef-
je schoon.
Druk eventueel op de toets
Extra water.
Waspoeder heeft de nei-
ging in combinatie met
onthardingsmiddel te
klonteren.
Voeg voortaan eerst het was-
en dan het onthardingsmiddel
toe.
De wasverzachter
wordt niet volledig
ingespoeld of er
blijft te veel water in
vakje § staan.
De zuighevel zit niet juist
of is verstopt.
Maak de zuighevel schoon.
Zie rubriek "Reiniging en on
-
derhoud van het toestel",
alinea "De wasmiddellade
schoonmaken".
Wat gedaan als...?
39
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt
met vloeibaar was
-
middel niet proper.
Vloeibaar wasmiddel be
-
vat geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- of theevlek
-
ken zijn niet weg te krij
-
gen.
Gebruik waspoeder dat
bleekmiddel bevat.
Doseer vlekkenzout in vak
j en vloeibaar wasmiddel
in een doseerbol.
Giet nooit vloeibaar wasmid
-
del en vlekkenzout samen in
het inspoelvak.
Aan het gewassen
textiel kleven grijze
elastische resten
(vetluizen).
De wasmiddeldosering
was onvoldoende omdat
de was veel vetvlekken
vertoonde, bv. door zalf
en olie.
Doseer bij dergelijk vuil was
-
goed meer waspoeder of ge
-
bruik vloeibaar wasmiddel.
Laat voor de volgende was
-
beurt een programma Wit/
Bont 60°C met vloeibaar mid-
del en zonder was aflopen.
Op gewassen don-
ker textiel bevin-
den zich witte,
wasmiddelachtige
restjes.
Het wasmiddel bevat in
water onoplosbare be-
standdelen (zeolieten)
om het water te onthar-
den. Die hebben zich op
het textiel vastgezet.
Probeer de restjes na het
drogen met een borstel te
verwijderen.
Was donker wasgoed voort-
aan met vloeibaar wasmid-
del. Dit bevat meestal geen
zeolieten.
Wat gedaan als...?
40
De toesteldeur gaat niet via de toets Deur open.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel is niet elek
-
trisch aangesloten.
Steek de stekker in het stopcontact.
De wasautomaat is niet in
-
geschakeld.
Zet de wasautomaat aan met de toets jk.
Stroomonderbreking Maak de toesteldeur open. Zie alinea "De deur
openen bij een stroomonderbreking" in deze ru
-
briek.
De deur is niet goed in het
slot gevallen.
Duw eens krachtig tegen de slotzijde van de toe
-
steldeur. Druk dan de toets Deur in.
Er staat nog water in de
trommel en het toestel
kan het niet wegpompen.
Maak de filter en de afvoerpomp schoon.
Om u te beschermen tegen verbranding kan de toesteldeur bij soptemperaturen
hoger dan 55°C niet open.
Wat gedaan als...?
41
De toesteldeur openen bij ver
-
stopte afvoer en/of stroomon
-
derbreking
^
Schakel de wasautomaat uit.
Op de binnenzijde van het paneeltje
van de wasmiddellade bevindt zich een
gele opener. Daarmee maakt u het
luikje van de filter open. Zie afbeelding
hieronder.
^ Neem de opener weg.
^
Maak het luikje open.
Verstopte afvoer
Indien de afvoer verstopt is, staat er
meer water in het toestel (max. 25 li
-
ter).
,
Voorzichtig: zo er een waspro
-
gramma met een hoge temperatuur
is afgelopen, kan u zich verbranden!
Het water aflaten
^
Zet een schaal onder het luikje.
Draai de filter niet helemaal uit.
^
Draai de filter enkel los tot er water
uitloopt.
^
Draai de filter weer dicht om de af
-
voer te stoppen.
Wat gedaan als...?
42
Zodra er geen water meer uitloopt:
^
Draai de filter helemaal uit.
^ Maak de filter grondig schoon.
^
Kijk na of de pompvleugel vlot rond
-
draait. Er kunnen evt. voorwerpen als
knopen en munten in geklemd zitten.
Die moet u verwijderen.
^
Maak de ruimte binnenin schoon.
^
Zet de filter weer op zijn plaats en
draai hem vast.
,
Wordt de filter niet terugge
-
plaatst en vastgedraaid, dan loopt
er water uit het toestel.
De toesteldeur openen
,
Wees er zeker van dat de trom
-
mel stilstaat voor u de was uitneemt.
Grijpt u in een trommel die nog
draait, dan is er risico van kwetsu
-
ren.
^
Trek het oogje naar beneden. De ma
-
chinedeur gaat open.
Wat gedaan als...?
43
Technische dienst
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide ge
-
gevens staan vermeld op het typeplaat-
je. Dat vindt u, als de deur openstaat,
bovenaan in de rand van de deur.
Garantie: voorwaarden en duur
De waarborgperiode van uw wasauto
-
maat bedraagt 2 jaar.
Meer uitleg over de garantievoorwaar
-
den vindt u in het garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze wasautomaat kan u bij uw
Miele-handelaar of in de Technische
Dienst van Miele mits toeslag verkrijg
-
baar toebehoren verkrijgen.
Wat gedaan als...?
44
Vooraanzicht
a Toevoerslang, drukvast tot 7.000 kPa
b Elektrische aansluiting
c - f Afvoerslang met draai- en af
-
neembaar bochtstuk; met de afvoer
-
mogelijkheden
g Bedieningspaneel
h Wasmiddellade
i Toesteldeur
j Luik waarachter filter, afvoerpomp en
noodontgrendeling zitten
k Greepholtes om het toestel te ver
-
plaatsen.
l Vier in de hoogte regelbare voetjes
Opstellen en aansluiten
45
Achteraanzicht
a Overstek van het deksel, met grepen
om het toestel te vervoeren
b Elektrische aansluiting
c Toevoerslang (drukvast tot 7.000
kPa)
d Afvoerslang
e Draaistop met transportstangen
f Houder voor toevoer- en afvoerslang
g Houder voor de gedemonteerde
transportstangen
Opstellen en aansluiten
46
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
-
nen vloer het best geschikt. Bij zo'n
vloer duiken er tijdens het centrifugeren
zelden trillingen op. Op houten vloerbe
-
kleding of vloeren met "weke" eigen
-
schappen is dat niet het geval.
Let op het volgende:
^
Stel de machine waterpas op. Zorg
ervoor dat ze stevig staat.
^
Plaats de machine niet op een weke
vloer daar ze anders tijdens het cen
-
trifugeren gaat trillen.
^ Stel de machine in geval van een
vloer met houten balken bij voorkeur
op een minstens 3 cm dikke en 59 bij
52 cm grote multiplex-plank op. Deze
plank dient u niet enkel met vloer-
planken, maar ook met zoveel moge-
lijk balken met behulp van schroeven
te verbinden.
^ Installeer de machine bij voorkeur in
een hoek. Daar is de vloer immers
het stevigst.
,
Als u het toestel op een voor
-
handen betonnen of gemetselde
sokkel plaatst, dient u het met span
-
strips te beveiligen. Anders bestaat
het risico dat het toestel bij het cen
-
trifugeren van de sokkel valt.
Spanstrips zijn bij uw Miele-hande
-
laar en in de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
De machine opstellen
Om de machine van de verpakkings
-
sokkel naar de plaats van opstelling te
dragen maakt u bij voorkeur gebruik
van de voorste greepholtes en van de
achterste overstek van het deksel.
,
De voetjes en de vloer moeten
droog blijven. Anders verschuift de
machine tijdens het centrifugeren.
De transportbeveiliging
wegnemen
^
Neem de linker en rechter draaistop
weg.
1. Haak de draaistop los met behulp
van een schroevendraaier.
2. Neem de draaistop weg.
Opstellen en aansluiten
47
^
Draai de linker transportstang met de
bijgeleverde steeksleutel 90° en
^
trek de transportstang uit.
^
Draai de rechter transportstang 90°
en
^
trek de transportstang uit.
Opstellen en aansluiten
48
,
De gaatjes van de transportbe
-
veiliging afsluiten om kwetsuren te
voorkomen !
^ Sluit de gaatjes met de draaistoppen
en de daarop bevestigde dopjes af.
^
Bevestig de transportstangen op de
rugzijde van de wasautomaat. Let
erop dat u de gaatjes b op de tapjes
a steekt.
,
Zonder transportbeveiliging mag
u de machine niet vervoeren.
Bewaar de transportbeveiliging.
Voor u de machine vervoert (bv. bij
een verhuizing) dient u de transport-
beveiliging weer te monteren.
De transportbeveiliging weer
monteren
Dit gebeurt in omgekeerde volgorde.
Opstellen en aansluiten
49
De wasautomaat gelijk zetten
De machine moet loodrecht staan en
gelijkmatig op de vier voetjes steunen
om perfect te werken.
Stelt u de machine verkeerd op, dan
verhoogt het water- en stroomverbruik.
Het toestel kan ook gaan verschuiven.
De voetjes uitdraaien en met de
contramoeren vastzetten
U zet het toestel waterpas met behulp
van de vier voetjes. Het toestel wordt
geleverd met al de voetjes ingedraaid.
^
Draai de contramoer 2 met de bijge
-
leverde steeksleutel los. Daartoe
draait u kloksgewijs.
^
Draai de contramoer 2 samen met
het voetje 1 uit.
^
Controleer met een waterpas of het
toestel loodrecht staat.
^ Hou het voetje 1 met een gastang
vast.
^ Draai de contramoer 2 met de bijge-
leverde steeksleutel weer vast tegen
de ommanteling van het toestel.
,
Alle 4 de contramoeren moeten
vast tegen de ommanteling zitten.
Controleer ook die voetjes welke u
niet hoefde uit te draaien toen u het
toestel waterpas zette. Anders be
-
staat het risico dat het toestel ver
-
schuift.
Opstellen en aansluiten
50
Inbouwen onder een doorlopend
werkblad
Laat de inbouwset* en de tussenset*
door een vakman monteren.
Er is een inbouwset* noodzakelijk.
Het deksel van de machine dient u te
vervangen door de afdekplaat uit de
inbouwset*. Deze plaat is er absoluut
nodig met het oog op de elektrische
veiligheid.
Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
De watertoevoer en -afvoer alsook de
elektrische aansluiting dienen in de
omgeving van het toestel te worden
geïnstalleerd en toegankelijk te zijn.
Bij de inbouwset is een montagehand-
leiding gevoegd.
Was- en droogzuil
U kan deze wasautomaat met een
Miele-droogautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is er
een tussenset* (WTV) vereist.
Al de onderdelen met een * zijn bij uw
Miele-handelaar en in de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar.
Hou hiermee rekening:
a De veilige afstand tot de wand be-
draagt minstens 2 cm
.
b Hoogte van de was- en droogzuil
met een tussenset met
werkblad:
ca. 169 cm
zonder werkblad: ca. 170 cm
Het machinedeksel weer monteren
Had u het deksel afgenomen om het
toestel in een was- en droogzuil te
plaatsen of in te bouwen? Let er dan op
dat het deksel stevig op de achterste
steunen zit als u het weer monteert. En
-
kel dan is een veilig transport van het
toestel gewaarborgd.
Opstellen en aansluiten
51
Het Miele-lekbeveiligings
-
systeem
Dit systeem biedt een veelomvattende
beveiliging tegen waterschade door de
wasautomaat.
De lekbeveiliging gebeurt in hoofdzaak
op 3 punten:
1) aan de toevoerslang
2) in en aan het toestel
3) aan de afvoerslang
1) Aan de toevoerslang
Bescherming tegen het springen van
de slang
De springdruk van de slang ligt bo-
ven de 7.000 kPa.
2) In en aan het toestel
De bodemschaal
Water dat uit de wasautomaat lekt,
wordt in de bodemschaal opgevan
-
gen. De vlotter-schakelaar sluit de
watertoevoerventielen. Er wordt dus
geen water meer toegevoerd. Het
water in de kuip wordt weggepompt.
De overloopbeveiliging
Deze verhindert dat de wasautomaat
overloopt wegens ongecontroleerde
watertoevoer. Zo het water boven
een bepaald niveau stijgt, wordt de
afvoerpomp ingeschakeld en het wa-
ter gecontroleerd weggepompt.
3) Aan de afvoerslang
Deze slang is beveiligd door een
ventilatiesysteem. Dit verhindert dat
de wasautomaat wordt leeggezogen.
Opstellen en aansluiten
52
Watertoevoer
Deze wasautomaat mag u zonder te
-
rugstroombeveiliging aansluiten op de
drinkwaterleiding.
De dynamische druk dient minstens
100 kPa te bedragen. Die mag de
1.000 kPa evenwel niet overschrijden.
Ligt de druk hoger dan 1.000 kPa, laat
dan een drukreduceerventiel installe
-
ren.
Voor de aansluiting is een waterkraan
vereist met
3
/
4
"-schroefkoppeling. Is die
niet voorhanden, laat uw wasautomaat
dan enkel door een erkend installateur
op de drinkwaterleiding aansluiten.
,
De schroefkoppeling staat onder
waterleidingdruk. Door de water-
kraan zachtjes open te draaien kan
u nagaan of de aansluiting niet lekt.
Zie eventueel eens de positie van de
dichting en de schroefkoppeling na.
Uw wasautomaat is niet geschikt
voor aansluiting op warm water.
Onderhoud
Gebruik ter vervanging van de toevoer
-
slang enkel de originele Miele-slang.
Die weerstaat een springdruk van bo
-
ven de 7.000 kPa.
Ter bescherming van het watertoe
-
voerventiel mag u nooit de 2 zeefjes
verwijderen. Het ene zeefje zit op
het uiteinde van de toevoerslang,
het andere in de aansluiting van het
watertoevoerventiel.
Toebehoren om de slang te ver
-
lengen
Mits toeslag zijn er bij uw Miele-hande
-
laar en in de Technische Dienst van
Miele slangen van 2,5 of 4 m lang ver
-
krijgbaar.
Opstellen en aansluiten
53
Waterafvoer
Het water wordt via een ingebouwde af
-
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m weggepompt.
Opdat de afvoer vlot verloopt, mag de
afvoerslang in geen geval knikken ver
-
tonen.
Het bochtstuk aan het uiteinde van de
afvoerslang kan u in de gewenste rich
-
ting draaien. U kan het ook van de af
-
voerslang aftrekken.
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
1. In een spoelbak of gootsteen han
-
gen:
Let wel op het volgende:
Maak de slang vast opdat ze niet
wegglijdt!
Zo het water in een spoelbak wordt
afgevoerd, dient het vlot genoeg te
kunnen wegvloeien. Anders bestaat
het risico dat het overloopt of dat een
deel van het weggepompte water in
de machine wordt teruggezogen.
2. Aansluiten op een kunststof afvoer-
buis met een rubberen mof; er is niet
per se een sifon vereist.
3. Aansluiten op een wasbak met een
kunststof nippel.
4. Via een afvoeropening in de vloer la-
ten leeglopen.
Zo nodig kan u de afvoerslang tot 5 m
verlengen. Het vereiste toebehoren
vindt u bij uw Miele-handelaar of bij de
Technische Dienst van Miele.
Voor afvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,80 m) is er bij uw Miele-han
-
delaar of bij de Technische Dienst van
Miele een tweede afvoerpomp verkrijg
-
baar. Deze pomp moet wel tegelijk met
de originele pomp werken. Ze wordt
met de nodige ombouwset geleverd.
Opstellen en aansluiten
54
Elektrische aansluiting
Dit Miele-toestel is voorzien voor aan
-
sluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Het is uitgerust met een stekker
en een kabel.
Bij gebruik van een stopcontact, re
-
kening houden met het volgende:
De Euro-stekker moet steeds bereik
-
baar zijn teneinde het toestel te kunnen
uitschakelen.
Indien de installatie van de wasauto
-
maat middels een directe aansluiting
wordt uitgevoerd, moet de
kleurencodering worden
gerespecteerd.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu-
ren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Wij geven u de raad uw toestel in geen
geval aan te sluiten op verlengsnoeren
of aftakcontactdozen. Er is dan eventu-
eel risico van brand.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
-
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent de aansluitwaarde
en de vereiste zekeringen vindt u op
het typeplaatje. Vergelijk ze zorgvuldig
met die van uw elektrische installatie.
Opstellen en aansluiten
55
Lading Verbruiksgegevens
Stroom Water Programmaduur
in kWh in liter kort normaal
Wit/Bont 95°C 5 kg 1,70 45 1 uur 42 min. 1 uur 57 min.
60°C
1)
5 kg 0,85 45 1 uur 56 min.
60°C 5 kg 0,85 45 1 uur 26 min. 1 uur 56 min.
40°C
1)
5 kg 0,50 45 1 uur 56 min.
40°C 5 kg 0,50 45 1 uur 26 min. 1 uur 56 min.
Kreukherstellend 40°C
1)
2,5 kg 0,45 49 1 uur 01 min. 1 uur 16 min.
Fijn wasgoed 30°C 1 kg 0,35 65 49 min. 59 min.
Zijde / 30°C 1 kg 0,24 39 37 min.
Wol / 30°C 2 kg 0,23 37 40 min.
Mini 40°C 2,5 kg 0,35 35 31 min.
Automatic 40°C 3 kg 0,30 - 0,60 30 - 50 54 min. 1 uur 09 min.
1)
Testprogramma volgens EN 60456
Deze verbruiksgegevens kunnen afwijkingen vertonen. Ze hangen namelijk af
van bv.: waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het toegevoerde water,
omgevingstemperatuur, soort en hoeveelheid wasgoed, schommelingen in de
netspanning en gekozen bijkomende functies.
Verbruiksgegevens
56
Hoogte 85 cm
Breedte 59,5 cm
Diepte 58 cm
Diepte bij open deur 97,5 cm
Gewicht 93 kg
Maximale belasting van de vloer 1.600 Newton (ca. 160 kg)
Capaciteit 5 kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Smeltstoppen zie typeplaatje
Verbruiksgegevens zie gelijknamige rubriek
Waterdruk, minimum 100 kPa (1 bar)
Waterdruk, maximum 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de watertoevoerslang 1,60 m
Lengte van de waterafvoerslang 1,50 m
Lengte van het elektrisch snoer 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1 m
Maximale afvoerlengte 5 m
Verkregen labels zie typeplaatje
Technische gegevens
57
58
Programmeerfuncties
om standaardinstellingen
aan te passen
Met de programmeerfuncties kan u uw
wasautomaat aan uw eigen behoeften
aanpassen.
Systeem Extra water
Het systeem Extra water heeft via de
bijkomende functie Extra water in de
hierna vermelde programma's effect
op de watertoevoer.
Daarmee kan u meer water laten toe
-
voeren in de programmadelen Wassen
en Spoelen. In de programma's Wit/
Bont en Kreukherstellend kan u een bij
-
komende spoelbeurt laten verlopen.
Het systeem Extra water beschikt over
4 varianten.
De geprogrammeerde varianten kun-
nen effect hebben op de watertoevoer
in deze programma's:
Wit/Bont
Kreukherstellend
Mini
Automatic
Zijde
De geprogrammeerde variante acti
-
veert u vervolgens door de bijkomende
functie Extra water in te schakelen.
Als u de bijkomende functie Extra
water inschakelt, heeft dat de vol
-
gende uitwerking bij de ...
1ste variante:
meer water bij het spoelen in de ver
-
melde programma's.
2de variante:
meer water bij het wassen en bij het
spoelen in de vermelde programma's;
het toestel wordt zo geleverd.
3de variante:
bijkomende spoelbeurt enkel in de pro
-
gramma's Wit/Bont en Kreukherstel
-
lend.
4de variante:
meer water bij het wassen en bij het
spoelen in de vermelde programma's
en
een bijkomende spoelbeurt in de
programma's Wit/Bont en Kreukherstel-
lend.
Wenst u een van deze varianten te pro-
grammeren en op te slaan? Volg dan
de stappen van A tot G op de vol
-
gende bladzijde.
Programmeerfuncties
60
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program
-
makiezer. Deze bedieningselementen
hebben een verdoken functie. Die is
niet op het bedieningspaneel af te le
-
zen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
Het toestel is dicht.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge-
drukt.
B Schakel de wasautomaat in met de
toets jk.
C Wacht tot het controlelampje Start
aangaat . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Wit/Bont 75°C:
In het display knippert nu een P afge
-
wisseld met het getal 1, 2, 3 of 4.
F Telkens als u op toets Start drukt,
kiest u een andere instelling.
In het display knippert afgewisseld met
de P een
1 = de 1ste variante
is gekozen:
meer water bij het spoelen
2 = de 2de variante
is gekozen:
meer water bij het wassen
en bij het spoelen (het toestel
wordt zo geleverd)
3 = de 3e variante
is gekozen:
bijkomende spoelbeurt in de
programma's Wit/Bont en
Kreukherstellend
4 = de 4de variante
is gekozen:
meer water bij het wassen
en bij het spoelen én een
bijkomende spoelbeurt in de
programma's Wit/Bont en
Kreukherstellend
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De toets Extra water is nu met de geko
-
zen instelling voorzien. Die blijft zo lang
opgeslagen tot u een andere instelling
programmeert.
Programmeerfuncties
61
Behoedzaam ritme
Om lichtjes vuil wasgoed behoed
-
zaam te wassen. De trommelbewe
-
gingen worden beperkt.
Het behoedzaam ritme kan worden toe
-
gepast in de programma's Wit/Bont, Mi
-
ni, Stijven en Automatic.
Heeft u het behoedzaam ritme gepro
-
grammeerd, dan wordt bij elke was
-
beurt met deze programma's op een
behoedzaam ritme gewassen.
In de fabriek werd het behoedzaam rit
-
me niet geactiveerd.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program-
makiezer. Deze bedieningselementen
hebben een verdoken functie. Die is
niet op het bedieningspaneel af te le-
zen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
Het toestel is dicht.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
-
drukt.
B Schakel de wasautomaat in met de
toets jk.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start aangaat . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Wit/Bont 60°C:
In het display knippert nu een P afge
-
wisseld met het getal 0 of 1.
0 = behoedzaam ritme uitgeschakeld
of
1 = behoedzaam ritme ingeschakeld.
F Door op de toets Start te drukken
schakelt u het display om van 0 naar
1 of van 1 naar 0.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
-
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
Programmeerfuncties
62
Sopafkoeling voor Wit/Bont
activeren
Op het einde van de hoofdwas loopt
er extra water in de trommel. Het sop
koelt ietwat af.
De sopafkoeling treedt in actie zo u een
temperatuur van 75 °C of 95 °C instel
-
de.
U dient de sopafkoeling te activeren:
als u de afvoerslang in een wasbak
of gootsteen hangt. Daarmee voor
-
komt u dat iemand zich aan het hete
sop verbrandt.
in gebouwen met afvoerbuizen die
niet voldoen aan de norm DIN 1986.
De sopafkoeling voor Wit/Bont is uitge-
schakeld als het toestel u geleverd
wordt.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program
-
makiezer. Deze bedieningselementen
hebben een verdoken functie. Die is
niet op het bedieningspaneel af te le
-
zen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
Het toestel is dicht.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
-
drukt.
B Schakel de wasautomaat in met de
toets jk.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start aangaat . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Wit/Bont 40°C:
In het display knippert nu een P afge
-
wisseld met het getal 0 of 1.
0 = sopafkoeling uitgeschakeld
of
1 = sopafkoeling ingeschakeld.
F Door op de toets Start te drukken
schakelt u het display om van 0 naar
1 of van 1 naar 0.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
-
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
Programmeerfuncties
63
Memory-functie
Kiest u een bijkomende functie en/of
wijzigt u het centrifugeertoerental,
dan slaat het toestel die instellingen
bij de start van het programma op.
Kiest u opnieuw het basiswasprogram
-
ma, dan duidt het toestel deze opgesla
-
gen bijkomende functies en/of het ge
-
wijzigde centrifugeertoerental aan.
De memory-functie werd in de fabriek
niet ingesteld.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program-
makiezer. Deze bedieningselementen
hebben een verdoken functie. Die is
niet op het bedieningspaneel af te le-
zen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
Het toestel is dicht.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
-
drukt.
B Schakel de wasautomaat in met de
toets jk.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start aangaat . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Wit/Bont 30°C:
In het display knippert nu een P afge
-
wisseld met het getal 0 of 1.
0 = memory-functie uitgeschakeld
of een
1 = memory-functie ingeschakeld.
F Door op de toets Start te drukken
schakelt u het display om van 0 naar
1 of van 1 naar 0.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
-
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
Programmeerfuncties
64
Inweektijd
Voor de functie van de toets Inweken
kan u een tijd programmeren tussen 30
minuten en 2 uur. Dat gebeurt in stap
-
pen van 30 minuten.
Die gekozen inweektijd gaat dan vooraf
aan het eigenlijke wasprogramma.
Voor de toets Inweken werd in de fa
-
briek een inweektijd van 2 uur voorzien.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program-
makiezer. Deze bedieningselementen
hebben een verdoken functie. Die is
niet op het bedieningspaneel af te le-
zen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
Het toestel is dicht.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
-
drukt.
B Schakel de wasautomaat in met de
toets jk.
C Wacht tot het controlelampje Start
aangaat . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Kreukherstellend 60°C:
In het display knippert nu een P afge
-
wisseld met het getal 1, 2, 3 of 4.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere instelling.
In het display knippert afgewisseld met
de P een
1 = 2 uur inweektijd
2 = 1 uur 30 min. inweektijd
3 = 1 uur inweektijd
4 = 30 min. inweektijd
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De toets Inweken is nu gekoppeld aan
de door u gekozen inweektijd. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
Programmeerfuncties
65
66
67
Wijzigingen voorbehouden/3707
M.-Nr. 06 751 670 / 03
50

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Miele-w-526

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele w 526 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele w 526 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,14 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele w 526

Miele w 526 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 68 pagina's

Miele w 526 Gebruiksaanwijzing - English - 68 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info