336540
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/76
Pagina verder
Gebruiks- en montagehandleiding
Keramische kookplaten
KM 5600 / KM 5603 / KM 5604
KM 5607 / KM 5612 / KM 5613
KM 5617 / KM 5618
Lees beslist de gebruiks- en montage-
handleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 580 280
nl-NL
2
Algemeen ........................................................5
Modellen .........................................................5
KM 5600 .......................................................5
KM 5603 .......................................................6
KM 5604 .......................................................7
KM 5607 .......................................................8
KM 5612 .......................................................9
KM 5613 ......................................................10
KM 5617 / KM 5618 .............................................11
Bedieningspaneel .................................................12
Kookzones .......................................................14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen............................15
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................21
Vóór het eerste gebruik............................................22
Eerste reiniging ...................................................22
Vóór gebruik .....................................................22
Principe van de kookzones.........................................23
Bediening .......................................................24
Principe van de bediening...........................................24
Inschakelen ......................................................25
Tabel vermogensstanden ...........................................26
Aankookautomaat .................................................27
Kookzonevergroting................................................29
Uitschakelen en restwarmte-indicatie ..................................30
De juiste pannen .................................................31
Tips om energie te besparen .......................................32
Timer ...........................................................33
Kookwekker ......................................................33
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................34
Inhoud
3
Beveiligingen ....................................................36
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................36
Veiligheidsuitschakeling ............................................38
Oververhittingsbeveiliging ...........................................39
Reiniging en onderhoud ...........................................40
Extra functies ....................................................42
Reset ...........................................................42
Programmering ...................................................43
Nuttige tips .....................................................45
Vermogen kookzone controleren ....................................49
Bij te bestellen accessoires ........................................51
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................52
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................57
Inbouwmaten .....................................................57
KM 5600 ......................................................57
KM 5603 / KM 5612 / KM 5613.....................................58
KM 5604 ......................................................59
KM 5607 / KM 5617 .............................................60
Inbouwen ........................................................61
Externe netaansluitkast .............................................64
Kookplaten zonder randlijst ........................................65
Inbouwmaten .....................................................65
KM 5618 ......................................................65
Inbouwen ........................................................66
Elektrische aansluiting ............................................69
Aansluitkabel .....................................................70
Aansluitschema ...................................................71
Klantcontacten / typeplaatje ........................................72
Inhoud
4
Modellen
KM 5600
abcd Gewone kookzones
e Bedieningspaneel
Algemeen
5
KM 5603
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
Algemeen
6
bc
ad
e
KM 5604
a Vario-kookzone (3-voudig)
bc Gewone kookzones
d Bedieningspaneel
Algemeen
7
KM 5607
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
Algemeen
8
KM 5612
abd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
Algemeen
9
KM 5613
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
Algemeen
10
KM 5617 / KM 5618
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
Algemeen
11
Bedieningspaneel
Kookplaten met kookzonevergroting
Kookplaten zonder kookzonevergroting
Algemeen
12
c
g
d
a
b
h
Sensortoetsen
a Aan/Uit-toets kookplaat
b - Toetsen voor het instellen van de vermogensstand
- Voor de vergrendeling (bij apparaten met kookzonevergroting)
- Voor het instellen van de tijd (bij apparaten met timer)
c n Toets voor het vergroten van een kookzone
$ Toets voor de vergrendeling
d Toets voor het kiezen van een kookzone
e - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschake
-
len")
Controlelampjes
f - Vergrendeling (bij apparaten zonder kookzonevergroting)
- Kookzonevergroting (bij apparaten met kookzonevergroting)
Kookzonedisplay
g
0 = kookzone klaar voor gebruik
1 t/m 9 = vermogensstand
# = restwarmte
F = foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling")
A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden
h Controlelampje aankookautomaat of weergave extra vermogensstanden (zie
"Programmering"), bijvoorbeeld voor kookzone rechts achter
Timerdisplay
i Tijd
j Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
k Controlelampje kookwekker
l Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu
-
ten
Algemeen
13
Kookzones
Kookzone KM 5600 KM 5612
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 18,0 1800 21,0 2200
w 14,5 1200 14,5 1200
x 21,0 2200 17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
z 14,5 1200 14,5 1200
Totaal: 6400 Totaal: 7000
Kookzone KM 5603 / KM 5613 KM 5607 / KM 5617 / KM 5618
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 12,0 / 21,0 750 / 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200
w 14,5 1200 14,5 1200
x 17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
17,0 /
17,0 x 26,5
1500 /
2400
z 14,5 1200 18,0 1800
Totaal: 7000 Totaal: 7600
Kookzone KM 5604
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
y 14,5 / 21,0 / 27,0 1050 / 1950 / 2700
x 18,0 1800
z 14,5 1200
Totaal: 5700
Algemeen
14
Dit apparaat voldoet aan de gelden
-
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon
-
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be
-
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montage-
handleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
~
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor particulier huishoudelijk gebruik
(of daarmee vergelijkbaar).
~
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor het bereiden en warmhouden van
voedingsmiddelen. Gebruik voor an
-
dere doeleinden is niet toegestaan en
kan gevaarlijk zijn. Miele kan niet aan
-
sprakelijk worden gesteld voor schade
die wordt veroorzaakt door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aan
-
gegeven of door foutieve bediening.
~
Het apparaat mag niet buiten wor-
den gebruikt.
~
Dit apparaat mag alleen worden ge-
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de in-
houd van de gebruiksaanwijzing!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Kinderen
~
Maak gebruik van de vergrendeling,
zodat kinderen het apparaat niet onbe
-
doeld kunnen inschakelen of instel
-
lingen kunnen wijzigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer
zij zich in de buurt van het apparaat be
-
vinden. Laat kinderen nooit met het ap
-
paraat spelen.
~
Kinderen mogen het apparaat alleen
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be
-
dienen. De kinderen moeten zich be
-
wust zijn van de gevaren van een fou-
tieve bediening.
~
Het apparaat wordt tijdens het ge-
bruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen op een afstand, totdat het ap-
paraat voldoende is afgekoeld en er
geen verbrandingsgevaar meer be-
staat.
~
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn in kastjes bo
-
ven of achter het apparaat. De kinderen
klimmen anders misschien op het ap
-
paraat en kunnen zich er dan aan
branden.
~
Kinderen kunnen ook verbrandingen
oplopen als zij pannen van het appa
-
raat trekken. Draai de grepen daarom
zo dat ze zich boven het werkblad be
-
vinden. Bij de vakhandelaar is een spe
-
ciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt
dat kinderen niet meer bij het apparaat
kunnen komen.
~
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar
het verpakkingsmateriaal dan ook bui
-
ten het bereik van kinderen en zorg dat
het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Technische veiligheid
~
Controleer het apparaat voor de in
-
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei
-
ligheid in gevaar brengen.
~
De elektrische veiligheid van het ap
-
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
-
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
-
gaan of aan deze fundamentele veilig
-
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vak-
man inspecteren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aard-
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
~
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te ver-
gelijken met de waarden van het elektri
-
citeitsnet. Deze gegevens moeten be
-
slist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raad
-
pleeg bij twijfel een elektricien.
~
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge
-
waarborgd is.
~
Open in geen geval de ommanteling
van het apparaat.
Wanneer onderdelen worden aange
-
raakt die onder spanning staan of wan
-
neer elektrische of mechanische onder
-
delen worden veranderd, levert dit ge
-
vaar op voor de gebruiker. Het kan er
tevens toe leiden dat het apparaat niet
meer goed functioneert.
~
Laat installatie-, onderhouds- en re
-
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door de fabri
-
kant zijn geautoriseerd. Ondeskundig
uitgevoerde werkzaamheden leveren
grote risico's op voor de gebruiker. De
fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
~
Bij installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stek
-
ker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
17
~
Als dit apparaat binnen de garantie
-
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, an
-
ders vervalt de garantie.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van die onder
-
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
~
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door een speciale kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wor
-
den vervangen. Een dergelijke kabel is
verkrijgbaar bij Miele. De kabel mag al
-
leen door een vakman worden ver-
vangen.
~
Het apparaat mag niet via een stek-
kerdoos of verlengsnoer op het elektri-
citeitsnet worden aangesloten. Hiermee
kan een veilig gebruik van het apparaat
niet worden gewaarborgd. Er kan bij-
voorbeeld oververhitting ontstaan.
~
Neem de kookplaat niet in gebruik
bij een defect of bij breuken, scheuren
en barsten in de keramische plaat c.q.
schakel het apparaat meteen uit. Maak
de kookplaat spanningsvrij. U kunt an
-
ders een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
~
Wanneer u de kookzones gebruikt,
worden deze zeer heet. Ook na het uit
-
schakelen blijven ze dat nog enige tijd.
De restwarmte-indicator geeft aan of
een kookzone nog heet is.
~
Houd toezicht op de kookplaat als u
het apparaat gebruikt!
Door drooggekookte pannen kan de
keramische plaat beschadigd raken.
De fabrikant kan hiervoor niet aanspra
-
kelijk worden gesteld.
Oververhit vet en oververhitte olie kun
-
nen vlam vatten en brand veroorzaken.
~
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
gebruik dan nooit water voor het blus-
sen! Doof de vlammen met een ge-
schikte deksel, een vochtige doek of
iets dergelijks.
~
Gebruik dit apparaat niet om er een
ruimte mee te verwarmen. Door de
hoge temperaturen kunnen brandbare
voorwerpen in de buurt van het appa-
raat vlam vatten. Bovendien wordt hier
-
door de levensduur van het apparaat
verkort.
~
Het bedieningspaneel en de lijst
c.q. de rand (bij kookplaten met een
facetrand) kunnen onder invloed van
de volgende factoren heet worden:
lange bedrijfsduur, hoge vermogens
-
standen, grote pannen en het aantal
kookzones dat in gebruik is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
18
~
Trek altijd ovenwanten aan of ge
-
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. De ovenwanten of pan
-
nenlappen mogen niet nat of vochtig
zijn, omdat ze de warmte dan beter ge
-
leiden. U kunt zich branden!
~
Flambeer nooit onder een afzuig
-
kap. Door de vlammen kan de afzuig
-
kap in brand vliegen.
~
Gebruik het apparaat niet als werk
-
blad. Als het apparaat ingeschakeld is,
onbedoeld ingeschakeld wordt of als er
sprake is van restwarmte kunnen meta
-
len voorwerpen heet worden
(verbrandingsgevaar). Andere voor-
werpen kunnen - afhankelijk van het
materiaal - smelten of vlam vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich
vastzuigen.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
~
Dek het apparaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is, bestaat er brandgevaar.
~
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge
-
vaar!
~
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookzones. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten en u zich kunt verwon
-
den.
~
Gebruik alleen pannen met een
gladde bodem. Een ruwe bodem kan
krassen op de keramische plaat veroor
-
zaken.
~
Pannen van aluminium of met een
aluminium bodem kunnen glimmende
vlekken veroorzaken. Dergelijke vlek
-
ken kunt u met het reinigingsmiddel
voor keramische platen en roestvrij
staal verwijderen (zie "Reiniging en on-
derhoud").
~
Verhit pannen nooit leeg, tenzij de
fabrikant van het kookgerei een derge-
lijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. De
kookplaat kan anders beschadigd ra-
ken.
~
Houd de kookplaat schoon. Zout,
suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van
groente) kunnen krassen veroorzaken.
~
Zet geen hete pannen of schalen op
of in de buurt van het bedieningspa
-
neel. Hierdoor kan de elektronica onder
het paneel beschadigd raken.
~
Laat geen voorwerpen op de kera
-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als
het verkeerd terechtkomt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
19
~
Om te voorkomen dat verontreini
-
gingen inbranden, moet u deze zo snel
mogelijk verwijderen. Zorg dat ook de
bodem van een te gebruiken pan
schoon, vetvrij en droog is.
~
Komt suiker, suikerhoudend voed
-
sel, kunststof of aluminiumfolie op een
hete kookzone terecht, vermeng de sui
-
kerhoudende stoffen dan onmiddellijk
met water. Schakel vervolgens de kook
-
zone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Als de stoffen afkoelen kan de kera
-
mische plaat beschadigd raken. Let op
dat u uw handen niet brandt.
Reinig de plaat verder als deze is afge-
koeld.
~
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat gebruikt, mogen de
aansluitkabels van de betreffende ap-
paraten niet in aanraking komen met
het hete apparaat. De isolatie van de
kabels kan beschadigd raken, waar-
door u een elektrische schok kunt krij-
gen.
~
Wanneer zich onder het apparaat
een schuiflade bevindt, zonder tussen
-
bodem, mogen daarin geen licht ont
-
vlambare stoffen of brandbare voor
-
werpen zoals spuitbussen worden be
-
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
~
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
-
doende worden verhit. Eventuele bac
-
teriën in het eten worden alleen ge
-
dood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
~
Als het apparaat achter een meubel
-
deur is ingebouwd, mag u het apparaat
alleen gebruiken als de deur geopend
is. Sluit de meubeldeur pas als het ap
-
paraat uitgeschakeld is en de
restwarmte-indicatoren gedoofd zijn.
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge-
volgd, kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
20
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande
-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
21
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak
dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge
-
bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
^
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
-
tige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar
zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal
door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid
van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een
speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik
geurtjes kunnen ontstaan.
Als er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het
apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en
de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Vóór het eerste gebruik
22
De gewone kookzones hebben één verwarmingsspiraal. De
vario-kookzones en de braadzones hebben twee
verwarmingsspiralen. Afhankelijk van het model kunnen de
spiralen door een ring gescheiden zijn.
Alle kookzones hebben een oververhittingsbeveiliging
(temperatuurbegrenzer) die voorkomt dat de keramische
plaat oververhit raakt (zie ook de rubriek "Oververhittingsbe
-
veiliging").
Als u een vermogensstand instelt, wordt de verwarming inge
-
schakeld en kunt u de verwarmingsspiraal door de kera
-
mische plaat heen zien.
Het vermogen van de kookzones is afhankelijk van de inge
-
stelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. De
verwarming wordt daarbij regelmatig in- en uitgeschakeld.
Gewone kookzone
a Oververhittingsbeveiliging
b Verwarmingsspiraal
Vario-kookzone
a Technisch onvermijdelijk, geen defect
b Oververhittingsbeveiliging
c Buitenste verwarmingsspiraal
d Isolatiering
e Binnenste verwarmingsspiraal
Principe van de kookzones
23
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen.
Deze reageren op vingercontact.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een
akoestisch signaal.
De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een ver
-
mogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen.
Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toets
van de betreffende kookzone of van de timer aantippen. Als u
de toets heeft aangetipt, begint het betreffende display te
knipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone c.q.
de timer "actief" en kunt u een vermogensstand of tijd instel
-
len.
Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, anders
reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies.
Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld
(zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging van
de elektronische onderdelen te voorkomen.
Bediening
24
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de
kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
^
Druk op de toets s.
In de displays van alle kookzones verschijnt een 0,inhet
timerdisplay 00. Voert u daarna geen waarden in, dan wordt
de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden
weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen, vermogensstand instellen
^ Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De 0 in het display van die kookzone begint te knipperen.
^ Zolang de 0 knippert, kunt u met de toets - of + een vermo-
gensstand instellen.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken met aankookauto-
maat. Als u met + begint, kiest u koken zonder aan-
kookautomaat (zie de rubriek "Aankookautomaat").
De gekozen vermogensstand knippert gedurende enkele se
-
conden en brandt daarna constant.
Vermogensstand wijzigen
^
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand knippert.
^
Kies met de toets - of + de gewenste vermogensstand.
Bediening
25
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo
-
gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering"). Bij
de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal.
Bereidingsproces Vermogensstand*
instelling
af fabriek
(9 vermogens-
standen)
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
Boter, chocolade, etc. smelten
Gelatine oplossen
Yoghurt maken
1-2 1-2.
Saus maken van eigeel en boter
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Gerechten warmhouden die snel aankoeken
Rijst wellen
1-3 1-3.
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of
sauce hollandaise
Rijstepap, havermoutpap maken
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
2-4 2-4.
Diepvriesproducten ontdooien
Groente, vis stoven
Deegwaren, noten wellen
Graan wellen
3-5 3-5.
Aankoken en doorkoken van grote hoeveelheden 5 5.
Vis, schnitzel, braadworst, eieren, etc. behoedzaam bakken
(zonder oververhitting van het vet)
6-7 6-7.
Pannenkoeken, rösti, etc. bakken 7 - 8 7 - 8.
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
8-9 8.-9
* De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale por
-
ties voor 4 personen. Als u extra hoge pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden
bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Kies een lagere stand, als u kleinere hoeveelheden
bereidt.
Bediening
26
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende
kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge
-
schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af
van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort,
omdat bij deze vermogensstanden meestal leeg serviesgoed
voor het aanbraden wordt verhit.
Activeren
^
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
Het display van de kookzone knippert.
^ Stel met de toets - de gewenste doorkookstand in, bijvoor-
beeld 6.
Gedurende de aankooktijd brandt er een controlelampje (een
punt) rechts naast de doorkookstand. Daarna dooft dit lamp-
je.
Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro-
grammering"), knipperen in het display afwisselend een A en
de doorkookstand (gedurende de aankooktijd).
Als u de doorkookstand wijzigt, wordt de aankookautomaat
uitgeschakeld.
Deactiveren
U kunt de aankookautomaat voortijdig uitschakelen.
^
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand knippert.
^
Kies een andere vermogensstand.
Bediening
27
Doorkookstand* Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
1 1:20
1. 2:00
2 2:45
2. 3:25
3 4:05
3. 4:45
4 5:30
4. 6:10
5 6:50
5. 7:10
6 1:20
6. 2:00
7 2:45
7. 2:45
8 2:45
8. 2:45
9-
* De doorkookstanden met punt zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro
-
grammering").
Bediening
28
Kookzonevergroting
Bij gebruik van grote pannen kunt u bij sommige kookzones
(zie "Algemeen") een tweede of derde verwarmingsring in
-
schakelen.
Als u de kookzone vergroot, brandt het betreffende controle
-
lampje zo lang als de vermogensstand op het display knip
-
pert. Zodra de vermogensstand continu brandt, dooft het
controlelampje. Bij een 3-voudige vario-kookzone wordt geen
onderscheid gemaakt tussen de tweede en de derde ring.
Als u een kookzone uitschakelt, wordt ook de kookzonever
-
groting uitgeschakeld.
Vario-kookzone / braadzone
^ Druk op de toets van de betreffende kookzone.
^ Kies de gewenste vermogensstand.
^ Druk op de toets n. Doe dat zolang de vermogensstand
knippert.
Vario-kookzone (3-voudig)
^ Druk op de toets van de betreffende kookzone.
^ Kies de gewenste vermogensstand.
^ Druk op de toets n totdat het gewenste aantal
verwarmingsringen ingeschakeld is. Doe dat zolang de
vermogensstand knippert.
Kookzonevergroting uitschakelen
^
Druk op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand en het controlelampje van de kookzone
-
vergroting knipperen.
^
Druk zo vaak op de toets n totdat het controlelampje uit
-
gaat.
Bediening
29
Uitschakelen en restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
^
Druk 2x op de toets van de betreffende kookzone.
In het kookzonedisplay knippert gedurende enkele seconden
een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna de
restwarmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
^
Druk op de toets s.
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. In de displays van de
kookzones die nog heet zijn, wordt de restwarmte weergege
-
ven.
Restwarmte-indicator
De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor
één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als
de kookzone zover is afgekoeld dat u deze zonder gevaar
kunt aanraken.
Raak een kookzone niet aan zolang de restwarmte-
indicator brandt. Leg er ook geen hittegevoelige voor-
werpen op. Doet u dat wel, dan bestaat het risico dat u
zich brandt of dat voorwerpen vlam vatten!
Na een stroomstoring worden de streepjes knipperend
weergegeven.
Bediening
30
Het meest geschikt zijn metalen pannen met een dikke
bodem die koud iets naar binnen buigt. Als de bodem heet
wordt, zet het materiaal uit en staat de pan vlak op de
kookzone. De warmte wordt dan optimaal geleid.
koud heet
Minder geschikt is kookgerei van glas, keramiek of aarde
-
werk. Deze materialen geleiden de warmte niet goed.
Niet geschikt is kookgerei van kunststof of aluminiumfolie.
Deze materialen smelten bij hoge temperaturen.
Pannen van aluminium of met een aluminium bodem kun-
nen glimmende vlekken veroorzaken. Dergelijke vlekken
kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en
roestvrij staal verwijderen (zie "Reiniging en onderhoud").
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe
bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlek-
ken door wrijving en krassen.
Houd er bij de aanschaf rekening mee dat pannenfabri
-
kanten vaak de maximale diameter of de diameter aan de
bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de
(meestal kleinere) bodemdiameter.
De juiste pannen
31
De diameter van de pan moet overeenkomen met die van
de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verlo
-
ren gaat.
te klein goed
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma
-
nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor
een kleine pan op een kleine kookzone is minder energie
nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan op een
grote kookzone.
Gebruik zo weinig mogelijk water en schakel na het
aankoken of aanbraden op tijd terug naar een lagere ver
-
mogensstand.
Schakel bij een lange bereidingstijd de kookzone al 5 tot
10 minuten voor het einde uit. U maakt dan optimaal ge
-
bruik van de restwarmte.
Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
Tips om energie te besparen
32
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt ge
-
bruiken.
De timer kan voor twee functies worden gebruikt:
- voor het instellen van een kookwekkertijd.
- voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen van 1 minuut (01) tot 9
1
/
2
(9.^) uur. Bij
tijden boven 99 minuten (99) vindt de instelling plaats in stap
-
pen van een half uur. Een half uur wordt aangegeven met een
punt achter het cijfer.
Met de toets - verlaagt u de tijd van 9.^ tot 00. Met de toets +
verhoogt u de tijd van 00 tot 9.^. Bij 2h en bij 99 volgt een
stop. Om door te gaan, haalt u kort uw vinger van de toets en
tipt u de toets daarna weer aan.
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt gedurende enkele
seconden de waarde 00 in het timerdisplay. Tegelijk hoort u
enkele seconden een akoestisch signaal. Tip de toets m aan,
als u het signaal voortijdig wilt uitzetten.
Kookwekker
Instellen
^ Druk op de toets m.
In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje van
de kookwekker.
^
Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordt
weergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het
timerdisplay aflezen.
Wijzigen
^
Druk op de toets m.
^
Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.
Wissen
^
Druk op de toets m.
^
Druk tegelijk op de toetsen - en +.
Timer
33
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch
wordt uitgeschakeld.
Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal
toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de
veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende
rubriek).
^
Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in.
^
Druk op de toets m.
In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje van
de kookwekker.
^ Druk opnieuw op de toets m.
In het timerdisplay dooft het controlelampje van de kookwek-
ker en een controlelampje voor de kookzonetoewijzing knip-
pert.
^ Zijn meerdere kookzones ingeschakeld, druk dan zo vaak
op toets m tot het controlelampje van de gewenste kookzo-
ne knippert, bijvoorbeeld rechts achter.
De controlelampjes van de ingeschakelde kookzones ver
-
schijnen met de wijzers van de klok mee, beginnend bij links
voor.
^
Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordt
weergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het
timerdisplay aflezen.
Als u nog een kookzone automatisch wilt laten uitschakelen,
voert u de beschreven handelingen nog eens uit.
Timer
34
Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd,
wordt de kortste resttijd weergegeven. Het controlelampje
van de betreffende kookzone knippert. De andere controle
-
lampjes branden continu. Als u die resttijden wilt laten weer
-
geven, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het ge
-
wenste controlelampje begint te knipperen.
Wijzigen
^
Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het betreffende
controlelampje begint te knipperen.
^
Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.
Timerfuncties tegelijk gebruiken
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschake-
len" tegelijk gebruiken.
U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt
ook de kookwekker instellen:
Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje
van de kookwekker knippert.
U heeft de kookwekker ingesteld en wilt ook een of meer
uitschakeltijden programmeren:
Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje
van de gewenste kookzone knippert.
Kort na de laatste invoer schakelt het timerdisplay over naar
de kortste resttijd.
Wilt u de resttijden laten weergeven die op de achtergrond
aflopen, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het ge
-
wenste controlelampje knippert.
Uitgaande van de kortste resttijd worden nu met de wijzers
van de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kook
-
wekker geselecteerd.
Timer
35
Vergrendeling instellingen / apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk
worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit
apparaat voorzien van een vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen activeert u als de
kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
-
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, de kookplaat en de timer kunnen wel wor
-
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge
-
schakeld.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als de kook-
plaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet wor-
den bediend.
Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrende-
ling handmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wij-
zigen dat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten na
het uitschakelen van de kookplaat automatisch plaatsvindt
(zie ook "Programmering").
Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aange-
raakt die niet mag worden bediend, dan
verschijnt gedurende ca. 3 seconden in het kookzonedis
-
play links voor L en rechts voor C.
is het akoestische signaal iets langer dan normaal (bij
kookplaten met kookzonevergroting).
verschijnt het controlelampje (bij kookplaten zonder kook
-
zonevergroting).
Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbreking
uitgeschakeld.
Beveiligingen
36
Kookplaten zonder kookzonevergroting
Activeren
^
Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het betreffende
controlelampje verschijnt en er een akoestisch signaal
klinkt.
Na korte tijd gaat het controlelampje automatisch uit.
Deactiveren
^
Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het controlelampje
uitgaat.
Kookplaten met kookzonevergroting
Activeren
^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u
een lang akoestisch signaal hoort.
Deactiveren
^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u
een akoestisch signaal hoort.
Beveiligingen
37
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel),
zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de
kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display ver
-
schijnt de restwarmte-indicator.
Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals
gebruikelijk.
Vermogensstand* Maximale
bedrijfsduur in uren
1/1. 10
2/2. 5
3/3. 5
4/4. 4
5/5. 3
6/6. 2
7/7. 2
8/8. 2
91
* De vermogensstanden met punt zijn alleen beschikbaar
als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie
"Programmering").
Als er iets op het bedieningspaneel ligt
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als één of
meer sensortoetsen langer dan 13 seconden bedekt zijn, bij
-
voorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of
als er voorwerpen op liggen.
In alle kookzonedisplays knippert een F. Tegelijk hoort u om
de 30 seconden een akoestisch signaal (gedurende maxi
-
maal 10 minuten).
^
Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen.
Het signaal wordt uitgezet en de F dooft. U kunt de kookplaat
weer in gebruik nemen.
Beveiligingen
38
Oververhittingsbeveiliging
Kookzones
Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveili
-
ging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone au
-
tomatisch uit als de keramische plaat te heet wordt.
Als de oververhittingsbeveiliging actief is, wordt de verwar
-
ming ook op de hoogste vermogensstand in- en uitgescha
-
keld.
Als de keramische plaat voldoende is afgekoeld, wordt de
verwarming automatisch weer ingeschakeld.
De oververhittingsbeveiliging reageert als
u een kookzone inschakelt zonder dat er een pan op staat.
u leeg kookgerei verhit.
de bodem van de pan niet gelijkmatig op de kookzone
aansluit.
de pan de warmte niet goed geleidt.
Bedieningspaneel
De elektronica van het bedieningspaneel is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Deze beveiliging schakelt de
kookplaat automatisch uit voordat de elektronica oververhit
raakt.
In het display verschijnt de foutmelding FE37.
Als de elektronica voldoende is afgekoeld, verdwijnt de fout
-
melding en kunt u de kookplaat weer in gebruik nemen.
De oververhittingsbeveiliging kan reageren als u meerdere
kookzones gedurende lange tijd op een hoge vermogens
-
stand gebruikt.
Beveiligingen
39
,
Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen
die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat
eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voor
-
komt zo kalkafzetting.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen,
mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
afwasmiddelen.
soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
vlekken- en roestverwijderaars.
schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
grill- en ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen
-
sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur
-
middel bevatten.
vlekkensponsjes.
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijst
dan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).
Reiniging en onderhoud
40
Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwas
-
middel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er
ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van
de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer
worden verwijderd.
Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reini
-
gingsmiddel voor keramische platen.
Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige
doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een
glasschraper.
Reinig de kookplaat vervolgens met het
Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij
staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander
geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik
hierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reini-
gingsmiddel niet op een hete kookplaat, omdat daardoor
vlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Wis de kookplaat ten slotte met een vochtige doek af en wrijf
de plaat weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten.
De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaat
aantasten.
Vlekken van kalkresten, water en aluminium kunt u met het
reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal
verwijderen.
Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of alumi
-
niumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suiker
-
houdende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel ver
-
volgens de kookzone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is. Let op dat u daarbij uw
handen niet brandt.
Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Ga daarbij te
werk zoals in het voorgaande is beschreven.
Reiniging en onderhoud
41
Reset
Uw apparaat heeft een reset-functie. Met deze functie kunt u
alle instellingen van de programmering weer op de fabrieks
-
instellingen zetten.
Reset activeren
^
Schakel de kookplaat in.
^
Druk 10 seconden lang tegelijk op de toetsen van de kook
-
zones links voor en rechts voor.
Extra functies
42
Programmering
U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie ta
-
bel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in de
kookzonedisplays P (programma), S (status) en getallen.
Hiermee wordt de huidige instelling aangegeven.
Programmering oproepen
^
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
toetsen s en $ dan wel s en n. Druk zo lang totdat het
betreffende controlelampje gaat knipperen.
Programma instellen, status instellen
^ Bij kookplaten met 4 of meer kookzones:
Druk op de toets van de kookzone links voor.
^ Bij kookplaten met 3 kookzones:
Druk op de toets van de kookzone links.
^ Kies met de toets + of - het gewenste programma.
^ Druk op de toets van de kookzone rechts voor.
^ Kies met de toets + of - de gewenste status (zie tabel).
Instellingen opslaan
^
Druk zo lang op de toets s totdat de weergave dooft.
Instellingen niet opslaan
^
Druk zo lang op de toets $ dan wel n totdat de weergave
dooft.
Extra functies
43
Programma* Status** Instelling
P0Demo-stand en fabrieksin
-
stellingen
S 0 Demo-stand aan
(na het inschakelen van de kook
-
plaat verschijnt gedurende enkele
seconden in het kookzonedisplay
links voor "d" en rechts voor "E").
S1 Demo-stand uit
S 9 Fabrieksinstellingen herstellen
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
(1, 2, 3 ... tot 9)
S 1 17 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 9)
Let op!
De aankookfunctie is nu te her-
kennen aan een A die afwisselend
met de doorkookstand verschijnt.
P4Akoestisch signaal bij be-
diening sensortoetsen
S 0 Uit
S 1 Zacht
S2 Gemiddeld
S 3 Hard
P5Akoestisch signaal timer S 0 Uit
S 1 Zacht, 10 seconden
S2 Gemiddeld, 10 seconden
S 3 Hard, 10 seconden
P7Vergrendeling apparaat S0 Handmatige activering van de
vergrendeling
S 1 Automatische activering van de
vergrendeling
P6.Reactiesnelheid sensor
-
toetsen
S 0 Langzaam
S1 Normaal (300 ms)
S 2 Snel
* Een niet genoemd programma (een niet genoemde status) wordt niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
Extra functies
44
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor
-
komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de
hulp van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
,
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen wor
-
den uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
Probleem Oorzaak Oplossing
De kookplaat respec
-
tievelijk de kookzo
-
nes kunnen niet wor-
den ingeschakeld.
De vergrendeling is inge
-
schakeld.
Schakel de vergrendeling
uit (zie "Vergrendeling in
-
stellingen / apparaat").
De zekering heeft gerea-
geerd.
Controleer de zekeringen
(minimale sterkte: zie type-
plaatje).
Er is mogelijk een tech-
nische storing geweest.
Maak het apparaat ca. 1
minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
Schakel de hoofdschake-
laar van de huisinstallatie
uit c.q. draai de desbe-
treffende stop eruit of
schakel de aardlekscha
-
kelaar uit.
Nadat de zekering, de
hoofd- of de aardlekscha
-
kelaar weer is ingescha
-
keld, kunt u het apparaat
weer normaal gebruiken.
Waarschuw een elektricien
of Miele als u de storing
niet zelf kunt verhelpen.
Nuttige tips
45
Probleem Oorzaak Oplossing
Na het inschakelen van
de kookplaat verschijnt
gedurende enkele se
-
conden in het kookzone
-
display links voor "d"en
rechts voor "E").
De kookzones worden
niet heet.
De demo-functie is inge
-
schakeld.
Schakel de demo-functie
uit (zie "Programmering").
Het apparaat wordt tij
-
dens het gebruik vanzelf
uitgeschakeld.
Waarschijnlijk was een
kookzone te lang inge
-
schakeld.
U hoeft niets te doen!
U kunt de kookzones ge
-
woon weer in gebruik ne
-
men (zie "Veiligheids-
uitschakeling").
De verwarming van een
kookzone wordt in- en
uitgeschakeld.
Bij een vermogensstand
tussen 1 en 8: Dit is geen
storing!
U hoeft niets te doen!
Het in- en uitschakelen
van de verwarming is nor-
maal. Het is het gevolg
van de elektronische re-
geling van het verwar-
mingsvermogen (zie ook
het hoofdstuk "Principe
van de kookzones").
Bij vermogensstand 9:
Dit is wel een storing! De
oververhittingsbeveiliging
van een kookzone is ge
-
activeerd.
U hoeft niets te doen!
Zodra de keramische
plaat voldoende is afge
-
koeld, wordt de verwar
-
ming automatisch weer
ingeschakeld (zie "Over
-
verhittingsbeveiliging").
Nuttige tips
46
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt tij
-
dens het gebruik uitge
-
schakeld. In alle kook
-
zonedisplays verschijnt
een F en er klinkt een
akoestisch signaal.
Een of meer sensor
-
toetsen zijn afgedekt,
bijvoorbeeld omdat u
uw hand erop legt, een
gerecht overkookt of
omdat er voorwerpen
op liggen.
Reinig het bedieningspaneel
c.q. verwijder de voorwerpen
(zie
"Veiligheidsuitschakeling").
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe
-
lijks te koken, terwijl de
aankookautomaat inge
-
schakeld is.
Er worden grote hoe
-
veelheden verhit.
Gebruik voor het aankoken
de hoogste vermogensstand
en kies daarna handmatig
een lagere stand.
De pan geleidt de
warmte niet goed.
Er knipperen een of
meer
restwarmte-indicatoren.
Er is een stroomstoring
geweest. De kookplaat
is uitgeschakeld.
U hoeft niets te doen!
U kunt de kookplaat weer in
gebruik nemen. Controleer
voordat u dat doet eerst hoe
ver de gerechten zijn.
De
restwarmte-indicatoren
brandden op het mo-
ment dat u de
programmeringsfunctie
activeerde.
U hoeft niets te doen!
De weergave knippert totdat
restwarmte voldoende is
afgenomen of de kookzone
wordt ingeschakeld.
U heeft de indruk dat
het te lang duurt totdat
de inhoud van een pan
begint te koken.
Controleer het vermogen van
de betreffende kookzone (zie
het hoofdstuk "Vermogen
kookzone controleren").
Nuttige tips
47
Probleem Oorzaak Oplossing
De gevoeligheid
van de sensor
-
toetsen is te
groot of te klein.
De gevoeligheid van de sen
-
sortoetsen is veranderd.
Zorg eerst dat zon- of kunst
-
licht niet direct op de kook
-
plaat valt. De omgeving van
de kookplaat mag echter ook
niet te donker zijn.
Er mogen zich geen voor
-
werpen op de kookplaat en
de sensortoetsen bevinden.
Verwijder eventueel kookgerei
en reinig de kookplaat indien
dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoor
-
ziening van de kookplaat ge-
durende ca. 1 minuut.
Mocht het probleem daarna
nog niet zijn verholpen, neem
dan contact op met de afde-
ling Klantcontacten.
In het kookzone
-
display links ach
-
ter verschijnt een
F, in het display
rechts achter een
E en in de voorste
displays cijfers.
links rechts
90Na het uitvoeren van een re-
set of na een stroomstoring
is de instelling veranderd.
Dooft het display niet na 5
minuten, ga dan te werk zo-
als rechts beschreven.
91
92
93
37De oververhittingsbeveiliging
van het bedieningspaneel
heeft gereageerd.
U hoeft niets te doen!
Zodra de foutmelding ver-
dwijnt, kunt u de kookplaat
weer in gebruik nemen (zie
"Oververhittingsbeveiliging").
Alle andere
foutmeldingen.
Er is een storing opgetreden
in de elektronica.
Onderbreek de stroomvoor
-
ziening van de kookplaat ge
-
durende ca. 1 minuut.
Neem contact op met de af
-
deling Klantcontacten als het
probleem zich na het herstel
-
len van de stroomvoorziening
weer voordoet.
Nuttige tips
48
U kunt het vermogen van een kookzone controleren. Hiervoor
moet u een pan met een bepaalde hoeveelheid water aan de
kook brengen en de tijd meten.
Gebruik een roestvrijstalen of geëmailleerde pan (met dek
-
sel). De bodemdiameter moet overeenkomen met de diame
-
ter van de kookzone. De panbodem moet vlak of licht naar
binnen gebogen zijn.
^
Bepaal de diameter en het vermogen van de te controleren
kookzone (zie de rubriek "Kookzones").
^
Vul de pan met de hoeveelheid water uit de tabel. Het wa
-
ter moet een temperatuur van ca. 20 °C hebben.
^
Plaats het deksel en zet de pan op de kookzone.
^ Kies de hoogste vermogensstand.
^ Meet de tijd totdat het water kookt.
Het vermogen van een kookzone is in orde als het water
kookt binnen de tijd die in de tabel staat aangegeven.
De tijd kan aanzienlijk afwijken als
- er sprake is van onder- of
overspanning.
- zeer koud water wordt
gebruikt.
- een ongeschikte pan
wordt gebruikt.
- geen deksel wordt gebruikt.
Vermogen kookzone controleren
49
C kookzone
in cm
Vermogen bij 230 V
in Watt
Waterhoeveelheid
in liters
Tijd*
in minuten
10,0 600 0,5 11,0
12,0 700 / 750 1,0 13,0
14,5 1000 / 1100 1,0 9,0
14,5 1200 1,0 8,5
14,5 1350 1,0 8,0
17,0 1500 1,5 9,5
18,0 1250 1,5 11,0
18,0 1700 / 1800 1,5 9,0
21,0 2000 2,0 10,5
21,0 2200 / 2300 2,0 9,5
23,0 2500 2,0 9,0
27,0 2700 3,0 13,0
27,0 3200 3,0 12,0
* Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Vermogen kookzone controleren
50
Speciaal voor uw apparatuur biedt Miele een uitgebreid as
-
sortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onder
-
houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop
bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal
250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en alumini-
umvlekken
Universeel microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei
-
nigingen
Bij te bestellen accessoires
51
Dit apparaat mag alleen door een
erkend vakman worden ingebouwd
en aangesloten.
Om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd raakt, moet het pas na
de montage van de bovenkastjes en
de afzuigkap worden ingebouwd.
~
De lijsten en randen van het werk
-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
~
Dit apparaat mag niet op een
niet-stationaire locatie (zoals een boot)
worden gebruikt.
~
Het is niet toegestaan de kookplaat
boven koelapparatuur, afwas-, was- en
droogautomaten in te bouwen.
~
De aansluitkabel van de kookplaat
mag na het inbouwen niet in aanraking
komen met de bodemplaat van het ap
-
paraat en niet worden blootgesteld aan
mechanische belastingen.
~
De op de volgende bladzijden aan
-
gegeven veiligheidsafstanden dienen
nauwkeurig te worden aangehouden.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
52
Veiligheidsafstand tot de tussenbo
-
dem
Een tussenbodem onder de kookplaat
is niet noodzakelijk.
Als zich onder het apparaat een tus
-
senbodem bevindt, moet de afstand
tussen de bovenkant van het werkblad
en de bovenkant van de tussenbodem
minimaal 110 mm zijn.
Tussen de achterkant van de tussenbo
-
dem en de achterwand van de kast
moet voor de doorvoer van de aansluit
-
kabel een spleet van minimaal 10 mm
worden gerealiseerd.
Als de kookplaat een externe
netaansluitkast heeft, moet de spleet
minimaal 30 mm zijn.
Veiligheidsafstand boven het appa
-
raat
Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de vei-
ligheidsafstand aan te houden die door
de fabrikant is aangegeven.
Is de betreffende informatie niet be-
schikbaar (bijvoorbeeld bij een keuken-
plank), dan moet de afstand bij licht
ontvlambare materialen ten minste
760 mm bedragen.
Kies de grootste afstand als in de
gebruiksaanwijzing of montage
-
handleiding van verschillende appa
-
raten (bijvoorbeeld een wokbrander
of een elektrische kookplaat) ver
-
schillende veiligheidsafstanden wor
-
den genoemd voor plaatsing onder
een afzuigkap.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
53
Veiligheidsafstand zijkant / achter
-
kant
Bij inbouw van de kookplaat mag zich
aan de achterkant en aan één kant
(rechts of links) een hoge keukenkast
of een wand bevinden (zie afbeel
-
dingen).
a Tussen de uitsparing in het werkblad
en de achterkant van het werkblad
dient de afstand minimaal 50 mm te
zijn.
b Rechts van de uitsparing dient de
afstand tot een ernaast geplaatst
meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge
kast) of een wand minimaal 50 mm te
zijn.
c Links van de uitsparing dient de af-
stand tot een ernaast geplaatst
meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge
kast) of een wand minimaal 50 mm te
zijn.
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
54
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit
-
sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge
temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e
tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera
-
mische tegels), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en
de nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.
Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand
50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst/facetrand
a Wand
b Nisbekleding
maat x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimale afstand
bij brandbare materialen 50 mm
bij niet brandbare materialen 50 mm - maat x
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
55
Kookplaten met randlijst /
facetrand
Dichting tussen kookplaat en werk
-
blad
De dichting onder de rand van het ap-
paraat is toereikend als afdichting tus-
sen apparaat en werkblad.
Gebruik voor het afdichten nooit kit
(bijvoorbeeld siliconenkit).
Als de kookplaat moet worden ver
-
wijderd, zouden het apparaat en het
werkblad beschadigd kunnen raken.
Werkblad met tegels
De voegen a en het gearceerde ge
-
deelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig
aansluit en de dichting onder de rand
van het apparaat voldoende afdicht.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
56
Inbouwmaten
KM 5600
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
Kookplaten met randlijst / facetrand
57
KM 5603 / KM 5612 / KM 5613
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
Kookplaten met randlijst / facetrand
58
KM 5604
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte kabeluitgang
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
e Kabelboom, L = 1550 mm
f Voorkant
Kookplaten met randlijst / facetrand
59
KM 5607 / KM 5617
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
Kookplaten met randlijst / facetrand
60
Inbouwen
De exacte positie van de klemveren
en steunprofielen (alleen bij kookpla
-
ten met facetrand) staan op de maat
-
schets van de betreffende kookplaat.
Kookplaten met facetrand:
De speciale afdichttape zorgt ervoor
dat de kookplaat stevig in de uitspa
-
ring ligt en niet verschuift. De spleet
tussen de rand en het werkblad zal
na verloop van tijd kleiner worden.
^
Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de maatschets. Neem daar-
bij veiligheidsafstanden in acht (zie
ook "Veiligheidsinstructies voor het
inbouwen").
Werkblad van hout
^
De snijvlakken van houten werk
-
bladen moeten met speciale lak, sili
-
conenkit of giethars worden afge
-
werkt om te voorkomen dat het werk
-
blad door vocht wordt aangetast. De
gebruikte producten moeten hittebe
-
stendig zijn.
De producten mogen niet op het
werkblad terechtkomen.
^
Plaats de bijgeleverde klemveren en
steunprofielen (alleen bij kookplaten
met facetrand) op respectievelijk te
-
gen de rand van de uitsparing (zie
afbeeldingen).
^
Bevestig de klemveren a en de
steunprofielen b met de bijgeleverde
houtschroeven 3,5 x 25 mm.
Kookplaten met randlijst / facetrand
61
Werkblad van natuursteen
Voor het inbouwen moeten dubbelzij
-
dig plakband (met een sterke kleef
-
laag) en siliconenkit worden gebruikt
(niet bijgeleverd).
^
Bevestig de klemveren en de
steunprofielen (alleen bij kookplaten
met facetrand) met dubbelzijdig plak
-
band c.
De klemveren en steunprofielen moe
-
ten op respectievelijk tegen de rand
van de uitsparing worden geplaatst
(zie afbeeldingen).
^ Breng langs de zijranden en de on-
derkant van de klemveren en de
steunprofielen siliconenkit aan.
Kookplaten met randlijst / facetrand
62
Kookplaat positioneren
^
Leid de aansluitkabel van de kook
-
plaat door de uitsparing naar bene
-
den.
^
Leg het apparaat losjes op de klem
-
veren.
^
Druk de kookplaat met beide handen
op de rand gelijkmatig naar beneden
totdat het apparaat duidelijk vastklikt.
De dichting van de kookplaat moet
na het vastklikken goed op het werk
-
blad aansluiten. Alleen zo kan een
correcte afdichting worden gegaran
-
deerd.
Gebruik voor het afdichten nooit kit
(bijvoorbeeld siliconenkit)!
Als de dichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan
de hoekradius van het werkblad
(ß R4) voorzichtig met een decou-
peerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit de kookplaat aan.
^
Controleer of het apparaat goed
functioneert.
De kookplaat kan alleen met speci
-
aal gereedschap weer uit het werk
-
blad worden gelicht.
Kookplaten met randlijst / facetrand
63
Externe netaansluitkast
De aansluitkast kan op de volgende
plaatsen worden aangebracht:
Los in de onderkast onder de kook
-
plaat.
Aan een zijwand in de onderkast.
Aan de wand achter de onderkast.
In een kast ernaast.
Tussen de aansluitkast en de kook
-
plaat, alsmede een andere warmte
-
bron (fornuis, oven, etc.), dient een
afstand te worden aangehouden van
minimaal 150 mm.
Bevindt zich onder de kookplaat een
tussenbodem, dan mag de aansluit
-
kast beslist niet tussen de kookplaat
en de tussenbodem worden ge
-
plaatst.
Kookplaten met randlijst / facetrand
64
Inbouwmaten
KM 5618
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met
aansluitkabel,
L = 1440 mm
d Getrapte freesrand
Zie beslist de detailtekeningen voor
de afmetingen van de uitsparing voor
een natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst
65
Inbouwen
Kookplaten zonder randlijst zijn al
-
leen geschikt voor inbouw in natuur
-
stenen (graniet, marmer), massief
houten en betegelde werkbladen.
Indien kookplaten ook geschikt zijn
voor inbouw in een glazen werkblad
is dit vermeld in de rubriek "Inbouw
-
maten".
Informeer bij werkbladen van andere
materialen bij de betreffende fabri
-
kant of het werkblad geschikt is voor
inbouw van een kookplaat zonder
randlijst.
De breedte (binnenwerks) van de
onderkast moet minimaal zo groot
zijn als de uitsparing in het werkblad
(zie "Inbouwmaten"), zodat de kook-
plaat ook na de inbouw van onderaf
goed toegankelijk is. Een technicus
moet de onderkant van de kookplaat
kunnen verwijderen.
Als de kookplaat niet van onderaf
toegankelijk is, moet de voegenkit
bij onderhoudswerkzaamheden wor
-
den verwijderd om de kookplaat te
kunnen verwijderen.
Deze kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor
-
bereid natuurstenen werkblad wor
-
den geplaatst.
moet in een massief-houten, bete
-
geld en glazen werkblad met houten
lijsten worden bevestigd. De lijsten
worden niet bij het apparaat gele
-
verd.
Kookplaten zonder randlijst
66
Werkblad voorbereiden en
kookplaat bevestigen
Werkblad van natuursteen
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een ze-
kere tolerantie geldt, kan de voeg
-
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^
Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de afbeeldingen. Neem
daarbij de veiligheidsafstanden in
acht (zie ook "Veiligheidsinstructies
voor het inbouwen").
^
Leid de aansluitkabel van de kook
-
plaat door de uitsparing naar bene
-
den.
^
Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^
Sluit de kookplaat aan.
^
Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
(minimaal 160 °C).
Gebruik uitsluitend een voor natuur-
steen geschikte siliconen-voegenkit.
Neem de aanwijzingen van de
kitfabrikant in acht.
Kookplaten zonder randlijst
67
Massief-houten / betegeld / glazen
werkblad
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet bijgeleverd)
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een ze
-
kere tolerantie geldt, kan de voeg
-
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^
Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de afbeeldingen. Neem
daarbij de veiligheidsafstanden in
acht (zie ook "Veiligheidsinstructies
voor het inbouwen").
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm
onder de bovenkant van het werk
-
blad (zie afbeelding).
^
Leid de aansluitkabel van de kook
-
plaat door de uitsparing naar bene
-
den.
^
Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
(minimaal 160 °C).
Neem de aanwijzingen van de
kitfabrikant in acht.
Gebruik bij natuurstenen tegels uit
-
sluitend een voor natuursteen ge
-
schikte siliconen-voegenkit.
Kookplaten zonder randlijst
68
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektrici
-
teitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het energie
-
bedrijf in acht worden genomen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor directe of indirecte
schade als gevolg van ondeskun
-
dige installatie, onderhoudswerk
-
zaamheden of reparaties.
Miele kan bovendien niet aanspra
-
kelijk worden gesteld voor schade
die is veroorzaakt door een ontbre-
kende of beschadigde aarddraad
(bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd
dat onder spanning staande delen
niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
-
quentie) op het typeplaatje te verge
-
lijken met de waarden van het elektrici
-
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Spanning AC 230V/50Hz
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de
EU-voorschriften en -richtlijnen voor Ne-
derland geadviseerd om de huisinstal-
latie van een aardlekschakelaar te voor-
zien (30 mA).
Elektrische aansluiting
69
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De con
-
tactopening in uitgeschakelde toe
-
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor
-
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruit-
springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
-
keld.
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol
-
gens het aansluitschema worden aan
-
gesloten. De kabel moet voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar
-
den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden ver-
vangen, mag hiervoor alleen een kabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Een geschikte aan-
sluitkabel is verkrijgbaar bij Miele.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman worden vervangen. Deze
is precies op de hoogte van de lande-
lijke voorschriften en van de voorschrif-
ten van het gemeentelijke energiebe-
drijf en houdt zich daar strikt aan.
De aansluitwaarden vindt u op het type
-
plaatje.
De aarddraad moet worden vastge
-
schroefd aan de aansluiting met
symbool -.
Elektrische aansluiting
70
Aansluitschema
Elektrische aansluiting
71
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij-
zing.
Klantcontacten / typeplaatje
72
73
74
75
Wijzigingen voorbehouden / 1011
M.-Nr. 07 580 280 / 02
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Miele-km-5600

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele km 5600 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele km 5600 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,32 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info