72665
49
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/68
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
W 5345
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 168 810
nl-NL
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
-
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een
andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Vuilgraad......................................................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Vuilgraad, Extra water, Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Vuilgraad ........................................................20
Licht .........................................................20
Normaal ......................................................20
Sterk .........................................................20
Extra water .......................................................20
Zoemer..........................................................20
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Maximaal centrifugetoerental ........................................21
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................21
Het kiezen van de spoelstop ......................................21
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................21
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Textielbehandelingssymbolen .....................................26
Inhoud
3
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............28
Het onderbreken van een programma .................................28
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................28
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed
uit de trommel ....................................................29
Kinderbeveiliging..................................................29
Afsluitfunctie .....................................................30
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het juiste wasmiddel ...............................................31
Wateronthardingsmiddel ............................................32
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................32
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................33
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................33
Het kleuren en ontkleuren ...........................................33
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......34
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................34
Het reinigen van de wasmiddelladekast ................................35
Het reinigen van de watertoevoerzeefjes ...............................36
Het oplossen van problemen . . . .....................................37
Het programma begint niet ..........................................37
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............38
Algemene problemen met de wasautomaat .............................39
Een tegenvallend wasresultaat .......................................40
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................41
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............42
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Reparaties.....................................................44
Programma-actualisering (Update) .................................44
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................44
Bij te bestellen onderdelen ........................................44
Inhoud
4
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het apparaat van voren .............................................45
Het apparaat van achteren ..........................................46
Plaats van opstelling ...............................................47
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................47
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................47
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................49
Het stellen van de wasautomaat ......................................50
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................50
Was-droogzuil..................................................51
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................52
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................53
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................54
Elektrische aansluiting ..............................................55
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Systeem extra water ...............................................59
Behoedzaam wassen ..............................................60
Afkoeling van het sop ..............................................61
Wastijdverlenging .................................................62
Zoemer..........................................................63
Akoestisch signaal.................................................64
Memory .........................................................65
Automatische voorwas bij sterke vuilgraad ..............................66
Inhoud
5
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
-
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom
eerst aandachtig door voordat u uw
apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
betreffende de veiligheid, het ge
-
bruik en het onderhoud van de was
-
automaat. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt onnodige schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
Efficiënt gebruik
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik.
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be
-
stemd voor het wassen van textiel dat
volgens de aanwijzingen van de fabri
-
kant op het onderhoudsetiket in de
wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
-
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
-
tieve bediening.
~
Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de wasautomaat niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen,
mogen deze automaat alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of wor
-
den geïnstrueerd door een verant
-
woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
~
Wanneer er kinderen in de buurt van
de wasautomaat zijn, houd ze dan
goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.
~
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
wanneer ze weten hoe het apparaat
werkt en wat voor gevaar zij lopen wan-
neer ze de automaat fout bedienen.
~
Wanneer u met hoge temperaturen
was, bedenk dan dat het glas van de
deur heet wordt.
Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
-
dens een wasprogramma niet aanra
-
ken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar be
-
schadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
~
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
aansluit de aansluitgegevens (zekering,
spanning en frequentie) op het type
-
plaatje met die van het elektriciteitsnet.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge-
ïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad.
~
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
-
beeld oververhitting.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van deze Miele-
onderdelen kunnen wij garanderen, dat
zij volledig voldoen aan de veiligheids
-
eisen die wij stellen aan onze appara
-
ten en onderdelen daarvan.
~
Reparaties aan de wasautomaat
mogen alleen door vakmensen van
Miele worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
-
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
-
kant niet aansprakelijk kan worden ge
-
steld.
~
Wanneer de aansluitkabel is be
-
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
~
Wanneer er een storing wordt ver
-
holpen en wanneer de wasautomaat
wordt gereinigd en onderhouden mag
er geen elektrische spanning op de
wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
~
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset op de waterlei
-
ding worden aangesloten. Een oude
slangenset mag niet opnieuw worden
gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman/
vakvrouw worden ingebouwd en aan
-
gesloten. Hierbij moet aan alle voor
-
waarden voor een veilig gebruik wor
-
den voldaan.
Gebruik
~
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
-
gevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem-
peraturen onder het vriespunt afnemen.
~
Verwijder voordat u de wasautomaat
in gebruik neemt de transportbeveili-
ging aan de achterzijde van het appa-
raat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui-
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei-
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
-
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
~
Sluit de kraan af als u langere tijd af
-
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze
-
ker als er zich in de buurt van de was
-
automaat geen afvoer in de vloer zoals
een putje bevindt.
~
Denk eraan dat er water kan over
-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de water
-
afvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg weg
-
stroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
-
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
~
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paper-
clips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was-
goed veroorzaken.
~
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat u
de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
-
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
-
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
-
rosiemiddel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen is behan
-
deld, moet vóórdat het in de wasauto
-
maat wordt gewassen, grondig in hel
-
der water worden uitgespoeld.
~
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmid
-
del bevatten, zoals wasbenzine.
Doet u dat toch, dan kunnen onderde
-
len van het apparaat beschadigen en
kunnen er giftige dampen ontstaan. Het
gevaar bestaat dan dat er brand uit
-
breekt of zich een explosie voordoet.
~
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
-
delhoudende reinigingsmiddelen tegen
deze wasautomaat terechtkomen, zoals
wasbenzine.
Dit is slecht voor kunststof oppervlak-
ken.
~
Wanneer u textielverf in de wasauto-
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet
meer verf dan strikt nodig is en neem
de aanwijzingen van de textielverffabri-
kant precies in acht.
~
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling corrosie
veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
~
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
ogen terecht, spoel de ogen dan met
veel water schoon.
Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,
bel dan direct de dokter op.
Personen die een gevoelige of bescha
-
digde huid hebben, kunnen het vloei
-
baar wasmiddel maar beter niet aanra
-
ken.
Toebehoren
~
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
-
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fa
-
brikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Bedieningspaneel
a Programmakeuze - toetsen e-
Met deze toetsen kunt u een waspro-
gramma instellen.
b Vuil - toets
Met deze toets kunt u de vuilgraad
van het wasgoed aangeven.
Extra water - toets
Met deze toets kunt u de waterstand
verhogen.
c Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u een tempera-
tuur instellen.
d Toerental - toets
Met deze toets kunt u een centrifuge
-
toerental, de Spoelstop of Zonder
centrifugeren instellen.
e Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici
de wasprogramma's controleren, up
-
daten en in het geheugen van de
wasautomaat opslaan.
f Verloop - met controlelampjes
Deze lampjes laten u tijdens het was
-
programma zien welke fase in het
programmaverloop is bereikt.
g Zoemer - toets
Met deze toets kunt u de zoemer in-
en uitschakelen.
h Controle - met lampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
i Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u het starttijdstip
van het te kiezen programma van te
voren instellen.
j Start / Stop - toets
Met deze toets kunt u:
het gekozen wasprogramma starten;
het gestarte wasprogramma afbre
-
ken.
k I-Aan / 0-Uit - toets
Met deze toets kunt u de wasauto
-
maat in- en uitschakelen.
l Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur ope
-
nen.
m Display (h min)
Het display kan verschillende dingen
aangeven.
Zie volgende bladzijde.
Bediening van de wasautomaat
10
Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven:
de programmaduur (resttijd);
de voorgeprogrammeerde tijd;
de programmeerfuncties.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start zon
-
der gebruik te maken van de voorpro
-
grammering, dan geeft het display in
uren en minuten aan hoelang het pro
-
gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u een programma start met
voorprogrammering, dan geeft het dis-
play pas na afloop van de voorgepro-
grammeerde tijd aan hoelang het pro-
gramma gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoelang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hier-
van de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren.
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma start met
voorprogrammering, dan geeft het dis
-
play eerst de voorgeprogrammeerde
tijd aan, d.w.z. geeft aan hoelang het
nog duurt voordat het gekozen pro
-
gramma begint.
Na de programmastart wordt de voor
-
geprogrammeerde tijd in het display af
-
geteld, en wel
tot 10 h per uur;
vanaf9h59minperminuut.
Na afloop van de voorgeprogram-
meerde tijd start het programma auto-
matisch en geeft het display aan hoe-
lang het programma waarschijnlijk gaat
duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program-
meren om het wasprogramma nog be-
ter af te stemmen op het soort wasgoed
en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de
varianten in het display.
Bediening van de wasautomaat
11
Iedere wasautomaat wordt in de fa
-
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
-
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
-
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
-
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo-
gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren.
Ter activering van het centrifugeren
moet u eerst een wasprogramma zon-
der wasgoed en zonder wasmiddel
draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zon-
der wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf
de eerste wasbeurt steeds al het was
-
middel wordt gebruikt.
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
Het controlelampje van het programma
Automatic gaat branden.
^
Druk één keer op de programmatoets
H om het programma Witte / Bonte
was te kiezen.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Het wasprogramma wordt gestart.
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste was
-
beurt.
Vóór de eerste wasbeurt
12
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci
-
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe
-
den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
-
gramma Witte / Bonte was zorgt de
beladingsautomaat voor een vermin
-
dering van het water- en energiever-
bruik en voor een verkorting van de
programmaduur.
Het is daardoor mogelijk dat de rest-
tijd die in het display wordt aangege-
ven in het verloop van het waspro-
gramma wordt gecorrigeerd.
Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program-
ma Witte / Bonte was 60°C.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
-
hoeveelheden de hoeveelheid was
-
middel.
Bij halve belading kan ca.
1
/
3
minder
wasmiddel worden gebruikt.
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's
de vuilgraad van uw wasgoed aange
-
ven.
Het wasprogramma past zich daaraan
aan.
Licht
Het wasgoed is niet zichtbaar vies,
maar ruikt niet meer zo fris.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek
-
ken.
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en /
of heeft vlekken die er al langer
inzitten.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
Tips om energie en water te besparen
13
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
-
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
-
duide stappen (A, B, C,...)aanhou
-
den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
-
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
-
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
-
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
-
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
^
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
-
viseert.
^
Knoop bed- en kussenovertrekken
dicht zodat er geen andere textiel in
terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
^
Sorteer het wasgoed naar kleur en
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daar-
om apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont
-
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei-
en bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
-
sche (oplosmiddelhoudende) reini
-
gingsmiddelen in de wasautomaat!
Zo wast u goed
14
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
^
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
-
wen en losjes in de trommel.
^
Leg stukken wasgoed van verschil
-
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat
bereikt en kan het wasgoed zich tijdens
het centrifugeren beter verdelen.
^
Gebruik de maximale belading.
Bij een maximale belading is het ener
-
gie- en waterverbruik, vergeleken met
de totale hoeveelheid wasgoed, het
laagst.
Bij overschrijding van de maximale be-
ladingscapaciteit vallen de wasresulta-
ten tegen en gaat het wasgoed sneller
kreuken.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
D Kies een programma
^
Druk zo vaak op de e en/of - - toets,
totdat het controlelampje gaat
branden van het programma dat u
wilt hebben.
Zo wast u goed
15
E Geef de vuilgraad van het was
-
goed aan
Met de Vuil - toets kunt u de vuilgraad
van het wasgoed aangeven.
De standaardinstelling is Normaal.
^ Druk zo vaak op deze toets, totdat
het controlelampje gaat branden van
de vuilgraad van uw wasgoed.
Dit is echter niet voor alle programma's
mogelijk.
Schakel eventueel de extra functie
Extra water in
^
Druk op de toets Extra water, wan
-
neer u deze extra functie wilt inscha
-
kelen.
Ook dit is niet voor alle programma's
mogelijk.
F Stel de temperatuur in
^ Druk zo vaak op de Temperatuur -
toets totdat het controlelampje oplicht
van de temperatuur die u wilt heb-
ben.
Het is niet mogelijk om bij ieder pro-
gramma elke temperatuur te kiezen die
op het paneel staat aangegeven.
Stel het centrifugetoerental in
^ Druk zo vaak op de Toerental - toets
totdat het controlelampje oplicht van
het toerental dat u wilt hebben.
Het is niet mogelijk om bij ieder pro
-
gramma elk centrifugetoerental te kie
-
zen dat op het paneel staat aangege
-
ven.
Schakel eventueel de zoemer in
^
Druk op de Zoemer - toets, wanneer
u wilt dat de zoemer gaat na afloop
van een programma.
Zo wast u goed
16
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
-
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de
reinigings-, spoel- en centrifugeerre-
sultaten niet optimaal zijn;
er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
het milieu extra wordt belast.
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas
Wanneer u de vuilgraad Sterk hebt
gekozen, neem dan
1
/
4
van de totale
aanbevolen wasmiddelhoeveelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid
-
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
Zo wast u goed
17
H Programmeer eventueel de start
van het programma vòòr
Met de voorprogrammering kunt u het
tijdstip dat het door u gekozen pro
-
gramma start minimaal 30 minuten en
maximaal 24 uur van te voren instellen.
Dit kunt u bijvoorbeeld doen om ge
-
bruik te maken van het nachttarief.
Dit doet u met de Voorprogrammering -
toets.
Met iedere druk op deze toets ver
-
schuift de voor te programmeren tijd en
wel:
tot 10 uur per 30 minuten;
vanaf 10 uur per 1 uur.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat in het display de
tijd verschijnt die u wilt voorprogram-
meren.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verspringt de tijd automatisch naar
24 h.
Het wissen van de voorgeprogram
-
meerde tijd
^
Druk wanneer het display 24 ^ aan
-
geeft nog eens op de Voorprogram
-
mering - toets.
Het wissen van de voorgeprogram
-
meerde tijd, wanneer er al op de
Start / Stop - toets is gedrukt.
^
Breek het programma af.
I Start het programma
De Start / Stop - toets is aan het knippe
-
ren.
^
Druk op deze toets.
Wanneer u de start heeft voorgepro
-
grammeerd, dan geeft het display de
voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z.
geeft aan hoe lang het nog duurt voor
-
dat het gekozen programma begint.
Deze tijd wordt in het display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogram
-
meerde tijd start het programma en
geeft het display aan hoelang het pro
-
gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u de start niet heeft voorge-
programmeerd, dan geeft het display
direct aan hoelang het programma
waarschijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoe lang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hier-
van de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren
dan eerst aangegeven.
Zo wast u goed
18
J Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Wanneer de controlelampjes Kreukbe
-
veiliging en Einde onder Verloop gaan
branden, is het programma afgelopen.
^
Open de deur met de Deur - toets.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is.
Blijven er stukken wasgoed in de
trommel liggen, loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim
-
pen of afgeven.
^
Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge
-
bleven.
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^
Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar
dat er voorwerpen per vergissing in de
trommel terechtkomen, worden meege
-
wassen en het wasgoed beschadigen.
Zo wast u goed
19
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's
de vuilgraad van uw wasgoed aange
-
ven.
Zo kunt u het wasprogramma aan de
vuilgraad aanpassen.
Licht
Het wasgoed is niet zichtbaar vies,
maar ruikt niet meer zo fris.
Bij deze vuilgraad duurt de hoofdwas
korter.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek-
ken.
Bij deze vuilgraad wordt het standaard-
wasprogramma uitgevoerd.
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en /
of heeft vlekken die er al langer
inzitten.
Bij deze vuilgraad wordt een voorwas
van 15 minuten uitgevoerd en wordt de
hoofdwas met 15 minuten verlengd.
Het controlelampje Voorwas onder Ver
-
loop knippert.
Doseer waspoeder in vakje i.
U kunt echter ook de voorwas uitscha
-
kelen en de hoofdwas verlengen.
Zie daarvoor het hoofdstuk: "Program
-
meerfuncties".
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha
-
keld, wordt er bij de wasprogramma's
meer water gebruikt.
U kunt tussen drie varianten kiezen.
Op de toets Extra water kuntudege
-
wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
-
verd, wordt de eerste keer dat u op de
Extra water - toets drukt de waterstand
bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
-
ragraaf: "Systeem extra water".
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingescha-
keld, klinkt er aan het einde van een
programma of bij de spoelstop een
zoemer.
De zoemer gaat zolang totdat de was-
automaat wordt uitgeschakeld.
De zoemer gaat bij alle programma's
totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
U kunt tussen twee geluidssterkten kie
-
zen.
U kunt er ook voor kiezen om de zoe
-
mer uit te schakelen.
Zie daarvoor hoofdstuk: "Programmeer
-
functies", paragraaf: "Zoemer".
De waarschuwingstoon die bij sto
-
ringen gaat heeft met de zoemer niets
te maken.
Vuilgraad, Extra water, Zoemer
20
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
-
schillen.
Programma Omw/min
Automatic 1200
Witte / Bonte was 1450
Fijne was 1200
Wol 1200
Zijde 400
Express 1450
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Pompen / Centrifugeren 1450
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel-
gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het
eind, maar ook na de hoofdwas en tus-
sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in,
dan wordt er ook na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen met een lager
toerental gecentrifugeerd.
In het programma Witte / Bonte was
wordt bij een toerental van lager dan
700 omw/min een spoelgang ingelast.
Het kiezen van de spoelstop
^
Kies met de Toerental - toets Spoel
-
stop.
Het controlelampje Spoelstop brandt.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel
-
gang in het water liggen. Dat heeft het
voordeel dat het wasgoed minder
kreukt wanneer u het niet direct uit de
trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
^
Kies een toerental.
De automaat begint met centrifugeren.
Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind-
centrifugeren
^
Kies Zonder centrifugeren.
Na de laatste spoelgang wordt het wa
-
ter afgepompt en wordt de kreukbevei
-
liging ingeschakeld.
In de programma's Automatic, Witte /
Bonte was, Fijne was en Express wordt
een spoelgang ingelast.
Centrifugeren
21
Automatic 40°C tot koud Maximaal 3,5 kg
Wasgoed Wasgoed dat naar kleur is gesorteerd en een combinatie is van
wasgoed dat anders met het programma Witte / Bonte was en was
-
goed dat anders met het programma Kreukherstellend wordt ge
-
wassen.
Tip Beide soorten wasgoed worden zo behoedzaam mogelijk behan
-
deld en zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat
wasparameters zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel au
-
tomatisch worden aangepast.
Witte / Bonte was 95°C tot 30°C Maximaal 6,0 kg
Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; T-shirts, ondergoed,
tafellakens en servetten
Tip Gebruik Witte / Bonte was 95°C alleen voor sterk vervuild en geïn
-
fecteerd wasgoed.
Instructie voor onderzoeksinstituten:
Voor tests volgens norm EN 60456 moet Witte / Bonte was 60°C worden inge-
steld.
Voor kort programma: 3,0 kg belading en vuilgraad Licht.
Fijne was 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
lend gemaakt katoen
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden
gewassen
Tips
Vitrage trekt veel stof aan. Het is daarom aan te bevelen om de
vuilgraad Sterk aan te geven, de extra functie Extra water in te
schakelen en niet meer dan 2 kg tegelijk te wassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental of
centrifugeer helemaal niet.
Instructie voor onderzoeksinstituten:
Voor tests volgens norm EN 60456 moet Fijne was 40°C en centrifugetoerental
1200 omw/min worden ingesteld.
Wol / 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van wol en wolmengweefsels
Programma-overzicht
22
Zijde / 30°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van zijde en van alle stoffen zonder wol die met de hand
kunnen worden gewassen
Tip Was panty's en bh's in een waszak.
Express 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Een kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of meng
-
weefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
Tip Wilt u afzonderlijke stukken wasgoed uitspoelen, kies dan dit pro
-
gramma met de temperatuur Koud.
Donker wasgoed 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Zwart of ander donker wasgoed van katoen of mengweefsels
Tip Was dit wasgoed binnenstebuiten.
Overhemden 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Tips Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma Zij-
de.
Jeans 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Tips Was jeansstoffen binnenstebuiten.
Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer
worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom
apart.
Pompen / Centrifugeren Maximaal 6,0 kg
Tips
Alleen pompen: Kies Zonder centrifugeren.
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
Programma-overzicht
23
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
-
stand
Wasrit
-
me
Water
-
stand
Spoel
-
gangen
Centrifuge
-
ren tussen
de spoel
-
gangen
Eind
-
centrifu
-
geren
Automatic ( abc e 2-3
2)
LL
Witte / Bonte was d a ( 2-4
1)
LL
Fijne was e d e 2-3
2)
LL
Wol e e e 2 LL
Zijde e e e 2 L
Donker wasgoed ( b d 3 LL
Overhemden e c e 2 L
Express d b d 2-3
2)
LL
Jeans ( c e 3 L
Pompen / Centrifu-
geren
––– L
d = Lage waterstand
( = Middelste waterstand
e = Hoge waterstand
a= Intensief ritme
b= Normaal ritme
c= Behoedzaam ritme
d= Sensitief ritme
e= Handwasritme
Voor bijzonderheden over het programmaverloop zie volgende bladzijde.
Programmaverloop
24
De wasautomaat beschikt over een vol
-
ledig elektronische besturing met bela
-
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
-
ca van de wasautomaat kan de hoe
-
veelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
-
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier ver-
melde programma's slaat op het basis-
programma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes van het program-
maverloop geven tijdens iedere was-
beurt aan in welke fase het waspro-
gramma zich op dat moment bevindt.
Nadere bijzonderheden over het pro
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten
na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen.
Een uitzondering vormt het programma
Wol.
De wasautomaat kan altijd worden geo
-
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen
van 60°C tot 95°C, dan worden er 2
spoelgangen uitgevoerd.
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden
er 3 spoelgangen uitgevoerd.
Een 3e, resp. 4e spoelgang wordt
uitgevoerd wanneer:
er teveel schuim in de trommel zit;
er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
Zonder centrifugeren is gekozen.
2)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd
wanneer:
Zonder centrifugeren is gekozen.
Programmaverloop
25
Textielbehandelingssymbolen
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
9 Normaal programma
4 Mild programma
c Zeer mild programma
/ Handwas
h Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeu-
ze
Programma Textielbehandelings-
symbolen
Automatic 7621
Witte / Bonte
was
9ö8E76
Fijne was 54321
ac
Wol /
Zijde /
Express 76
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera
-
tuur aan.
q Op een normale temperatuur
r Op een lagere temperatuur
s Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
I ca. 200°C
H ca. 150°C
G ca. 110°C
J Niet strijken
Chemisch reinigen
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen.
De letters verwijzen naar het
reinigingsmiddel.
p
w Nat reinigen
D Niet chemisch reinigen
Bleken
x Elk bleekmiddel toegestaan
{ Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
z Niet bleken
Programmaverloop
26
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht.
Het mag niet worden verward met een
garantie hoe het textiel zich in het ge
-
bruik zal gedragen. Het behandelings
-
etiket waarborgt dat het textielproduct
bij de aanbevolen behandeling geen
schade lijdt.
Een artikel waarop een behandelings
-
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water-
echtheid van de kleuren.
Het mag niet teveel krimpen of vervor-
men, de lijmen mogen niet loslaten en
bij de eerste vier keer reinigen zijn ont-
leding, smelten, vergelen, pillen en blij-
vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege-
ven zijn altijd toegestaan.
Programmaverloop
27
Het afbreken van een program
-
ma / Het wisselen van pro
-
gramma
U kunt een wasprogramma ieder mo
-
ment afbreken, nadat u het heeft ge
-
start.
^
Druk kort op de Start/Stop - toets.
De wasautomaat pompt het water weg.
Het programma is afgebroken.
Wilt u de was uit de automaat halen,
^
druk dan op de Deur - toets.
Wilt u een ander programma kiezen,
doe dan het volgende.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Schakel het apparaat daarna weer in.
^ Controleer of er nog wasmiddel in de
wasmiddellade zit.
Is dat niet het geval,
^
doseer genoeg wasmiddel.
^
Kies en start een ander programma.
Het onderbreken van een pro
-
gramma
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
^
schakel het apparaat daarna weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is
gestart, kunt u geen ander programma
meer kiezen zonder het lopende pro
-
gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 5 minuten na
de programmastart wijzigen.
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
De vuilgraad
De vuilgraad kunt u na de programma-
start niet meer wijzigen.
Extra functies: Extra water en Zoe-
mer
Extra water kunt u na de programma
-
start niet meer in- of uitschakelen.
De zoemer kan altijd worden in- en uit
-
geschakeld.
Wanneer de kinderbeveiliging is in
-
geschakeld, is het niet mogelijk om
het programmaverloop te wijzigen.
Het wijzigen van het programmaverloop
28
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
^
Druk op de Deur - toets totdat de
deur openspringt.
^
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^
Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart kan hij in de hoe-
veelheid wasgoed geen wijzigingen
meer vaststellen.
Daarom gaat de wasautomaat, ook na-
dat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of wasgoed uit de trommel heeft
gehaald, altijd van de maximale bela-
dingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aange-
geven.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
-
neer
de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
Wanneer u in één van bovenstaande
gevallen op de Deur - toets drukt, gaat
het controlelampje Vergrendeld
branden.
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de kinderbe
-
veiliging voorkomt u dat de wasauto
-
maat tijdens het wassen wordt geo
-
pend of dat het wasprogramma
wordt afgebroken of dat de tempera
-
tuur en/of het centrifugetoerental wor
-
den gewijzigd.
Het inschakelen van de kinderbeveili
-
ging
^
Druk na het starten van het program
-
ma minstens 4 seconden op de
Start / Stop - toets totdat het controle-
lampje Vergrendeld gaat branden.
De kinderbeveiliging is nu ingescha-
keld.
De wasautomaat accepteert nu geen
wijzigingen meer en maakt het pro-
gramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de kinderbeveiliging automatisch
opgeheven.
Het uitschakelen van de kinderbevei
-
liging
^
Druk minstens 4 seconden op de
Start / Stop - toets totdat het controle
-
lampje Vergrendeld uitgaat.
Het wijzigen van het programmaverloop
29
Afsluitfunctie
Met het inschakelen van de afsluit
-
functie voorkomt u dat uw apparaat
door vreemden kan worden gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
-
schakeld kan er geen programma wor
-
den gestart.
Het inschakelen van de afsluitfunctie
Dit is alleen
mogelijk als:
de wasautomaat uitgeschakeld is;
de deur gesloten is.
A Druk op de toetsen Extra water en
Temperatuur en blijf daar tot stap D
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Druk 3 x
op de Vuil - toets Licht/Nor-
maal/Sterk.
D Laat de toetsen Extra water en Tem-
peratuur los.
Het controlelampje Vergrendeld knip
-
pert.
E Schakel de wasautomaat uit.
Het uitschakelen van de afsluitfunc
-
tie
^
Herhaal de stappen A tot en met D.
Het controlelampje Vergrendeld gaat
uit.
Het wijzigen van het programmaverloop
30
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die voor gebruik in de wasautomaat geschikt
zijn. Tips voor gebruik en dosering van wasmiddelen voor volle belading staan op
de wasmiddelverpakking.
Universeel Color Fijn
Automatic X X
Witte / Bonte was X X
Fijne was X X
Wol Wolwasmiddel
Zijde X
Express X X X
Donker wasgoed X
1)
Overhemden X X
Jeans X
1)
1) Alleen vloeibaar wasmiddel
Wasmiddelen
31
Het doseren van het wasmiddel
De dosering is van verschillende facto
-
ren afhankelijk.
De mate waarin het wasgoed is ver
-
vuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid
°dH
I Zacht 0 - 10
II Gemiddeld 10 - 16
III Hard tot
zeer hard
>16
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
-
middel gebruiken om wasmiddel te be
-
sparen.
De juiste dosering vindt u op de ver
-
pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe
-
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschil-
lende componenten
Wanneer u met verscheidene compo-
nenten wast, adviseren wij u deze mid-
delen altijd bij elkaar in vakje j te do-
seren, en wel in de onderstaande volg-
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
-
spoeld.
Wasmiddelen
32
Middelen voor het nabehande
-
len van het wasgoed
Wasverzachters
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Stijfsels
Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed
stevig.
Automatisch spoelen met wasver
-
zachter of stijfsel
^
Doseer één van bovenstaande pro
-
ducten in vakje §.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met
het laatste spoelwater in de trommel
gespoeld.
Aan het eind van het wasprogramma
blijft er een klein beetje water in vakje
§ staan.
Wanneer u verschillende keren auto
-
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig de zuighevel extra goed.
Het kleuren en ontkleuren
^
Let erop dat gebruik van textielverf in
de wasautomaat alleen is toegestaan
voor huishoudelijke doeleinden.
Neem niet meer verf dan strikt nodig
is.
Wordt er teveel geverfd dan kan het
in de verf aanwezige zout het roest
-
vrij staal aantasten.
Neem de aanwijzingen van de textiel-
verffabrikant precies in acht.
^ Gebruik geen
ontkleuringsmiddelen
in de automaat.
Wasmiddelen
33
,
Haal vóórdat u de wasautomaat
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
,
Spuit de wasautomaat in geen
geval met een waterspuit schoon.
Het reinigen van de ommante
-
ling, het bedieningspaneel en
de trommel
^
Reinig deze onderdelen met een mild
reinigingsmiddel of sopje.
^ Droog ze daarna met een zachte
doek.
,
Gebruik geen oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen, schuur-
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op-
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Het reinigen van de wasmid
-
dellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^ Druk de ontgrendelingsknop in
^ en haal de wasmiddellade uit het ap-
paraat.
^ Reinig de wasmiddellade met warm
water.
Reiniging en onderhoud
34
Het reinigen van de zuighevel
^
Trek de zuighevel uit vakje § (1)
^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug (2).
Wanneer u verschillende keren
vloeibaar stijfsel hebt gebruikt, reinig
de zuighevel dan extra goed.
Vloeibare stijfsels klonteren snel.
Het reinigen van de wasmid
-
delladekast
^ Reinig ook het gedeelte waar de
wasmiddellade zit. Verwijder de was-
middelresten en kalkaanslag en ge-
bruik daarvoor een flessenborstel.
Reiniging en onderhoud
35
Het reinigen van de watertoe
-
voerzeefjes
De automaat heeft twee zeefjes ter be
-
scherming van de watertoevoerklep.
Deze moeten worden gecontroleerd
wanneer het controlelampje voor de
watertoevoer brandt.
Het reinigen van het zeefje in de wa
-
tertoevoerslang
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
-
terkraan.
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op
-
staande rand in het midden vast en
trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
Het reinigen van het zeefje in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
^
Schroef de geribbelde kunststof
moer voorzichtig met een tang van
het koppelstuk af.
^ Pak het kunststof zeefje met bijv. een
punttang aan de opstaande rand in
het midden vast en trek het er uit.
^ Reinig het zeefje.
^ Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
De beide zeefjes moeten weer wor
-
den teruggeplaatst, nadat ze zijn
gereinigd.
Reiniging en onderhoud
36
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u onze technici niet te bellen en kunt u tijd en kosten be
-
sparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
,
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
-
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan loopt de gebruiker grote risico's.
Het programma begint niet
Probleem Oorzaak Oplossing
Nadat de wasautomaat
is ingeschakeld blijft
het display donker en
brandt er geen contro-
lelampje.
Er staat geen stroom
op het apparaat.
Controleer of
de stekker goed in de con-
tactdoos zit;
de zekering in orde is.
Het lampje Vergren-
deld onder Controle
knippert.
De afsluitfunctie is in-
geschakeld.
Schakel de afsluitfunctie uit.
U kiest het programma
Pompen/Centrifugeren,
maar het wil niet star
-
ten.
De wasautomaat is niet
klaar voor gebruik.
Maak de wasautomaat klaar
voor gebruik zoals beschre
-
ven in het hoofdstuk: "Vóór de
eerste wasbeurt".
U drukt op de Start/
Stop - toets, maar het
door u gekozen pro
-
gramma start niet.
De deur is niet goed
gesloten.
Sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
37
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
Probleem Oorzaak Oplossing A
De zoemer klinkt en het
controlelampje Afvoer
onder Controle knippert.
In het display verschijnt:
"– – –".
De waterafvoer is ge
-
blokkeerd of belem
-
merd.
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Nuttige tips",
paragraaf: "Het openen van
de deur bij verstopte afvoer
en/of stroomuitval."
De waterafvoerslang
ligt te hoog.
De maximale opvoerhoogte
is1m.
De zoemer klinkt en het
controlelampje Toevoer
onder Controle knippert.
In het display verschijnt:
"– – –".
De watertoevoer is
geblokkeerd of be-
lemmerd.
Controleer of
de kraan ver genoeg is
opengedraaid;
er knikken in de watertoe-
voerslang zitten.
Het zeefje in de wa-
tertoevoerslang is
verstopt.
Reinig het zeefje.
De zoemer klinkt en de
controlelampjes Toevoer
en Afvoer onder Controle
knipperen.
In het display verschijnt:
"– – –".
Het Miele-waterbe-
veiligingssysteem
heeft gereageerd.
Neem contact op met de af-
deling Klantcontacten.
De zoemer klinkt en de
controlelampjes Voor
-
wassen of Spoelstop on
-
der Verloop knipperen.
In het display verschijnt:
"– – –".
Er is sprake van een
defect.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met de
afdeling Klantcontacten.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Reiniging en onderhoud
38
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje Dose
-
ring onder Controle
brandt.
Er heeft zich tijdens het
wasprogramma teveel
schuim gevormd.
Gebruik de volgende
keer minder wasmiddel
en neem de doseeraan
-
wijzingen op de wasmid
-
delverpakking in acht.
Het controlelampje
Spoelen onder Verloop
knippert.
Er is sprake van een de
-
fect.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmel
-
ding, neem dan contact
op met de afdeling Klant
-
contacten.
De wasautomaat trilt tij-
dens het centrifugeren.
De stelvoeten staan niet
gelijk en zijn niet met een
contramoer vastge-
schroefd.
Stel de wasautomaat ste-
vig en schroef de stelvoe-
ten met een contramoer
vast.
De wasautomaat heeft
het wasgoed niet nor-
maal gecentrifugeerd en
het wasgoed is nog nat.
Bij het eindcentrifugeren
heeft de automaat een
grote onbalans herkend
en het centrifugetoeren-
tal gereduceerd.
Vul de trommel met grote
en kleine stukken was-
goed om het wasgoed
beter in balans te krijgen.
De wasautomaat maakt
een pompend geluid.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afge
-
pompt zijn dit soort geluiden normaal.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel
achter.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Reinig het zeefje in de
watertoevoer.
Kies eventueel de ex
-
tra functie Extra water.
Poedervormige wasmid
-
delen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
Reinig de wasmiddellade
en doseer voortaan eerst
het wasmiddel en dan
pas het onthardingsmid
-
del in het juiste vakje.
De wasverzachter wordt
niet volledig ingespoeld
of er blijft teveel water in
vakje § staan.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud", para
-
graaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
Reiniging en onderhoud
39
Een tegenvallend wasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
In vloeibare wasmidde
-
len zitten geen bleekmid
-
delen.
Fruit-, koffie- of theevlek
-
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Gebruik poedervormige was
-
middelen met een bleekmid
-
del.
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid
-
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout nooit bij el
-
kaar in het wasmiddelvakje.
Op het gewassen
wasgoed zijn grij-
ze, elastische bol-
letjes achtergeble-
ven (vetbolletjes).
Er is te weinig wasmiddel
gedoseerd. Het was-
goed is te sterk met vet,
bijv. crème of olie ver-
vuild geweest.
Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer was-
middel doseren óf een vloei-
baar wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op
60 °C met een vloeibaar was-
middel en zonder wasgoed.
Op het gewassen
wasgoed zitten wit-
te, wasmiddelach
-
tige bestanddelen.
Het wasmiddel bevat niet
in water op te lossen be-
standdelen ter onthar
-
ding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
-
ben zich op het textiel
vastgezet.
Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wan-
neer het wasgoed droog is.
Was donker wasgoed voort
-
aan met een wasmiddel dat
geen zeolieten bevat.
Vloeibare wasmiddelen vol
-
doen meestal aan deze eis.
Was dit textiel met het pro
-
gramma Donker wasgoed.
Reiniging en onderhoud
40
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
Probleem Oplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten.
Stop de stekker in het stopcontact.
De wasautomaat is niet in
-
geschakeld.
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets
in.
De kinderbeveiliging is in
-
geschakeld.
Schakel de kinderbeveiliging uit zoals beschreven
in het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma
-
verloop", paragraaf: "Kinderbeveiliging".
De afsluitfunctie is inge
-
schakeld.
Schakel de afsluitfunctie uit zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma
-
verloop", paragraaf: "Afsluitfunctie".
De stroom is uitgevallen. Open de deur zoals beschreven in het hoofdstuk:
"Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur
bij stroomuitval".
De deur is niet goed dicht-
gedaan.
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de deur
en druk daarna op de Deur - toets.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de was-
automaat kan het water
niet wegpompen.
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Reiniging en onderhoud
41
Het openen van de deur bij
verstopte afvoer en/of
stroomuitval
^
Schakel de wasautomaat uit.
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizen
-
filter.
^ Pak deze gele opener.
^
Open daarmee het klepje van het
pluizenfilter.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
,
Wees voorzichtig! Het water is
heet, wanneer kort daarvoor op een
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
^
Zet een bak of schaal onder het klep
-
je.
Het pluizenfilter mag er niet hele-
maal uit worden gedraaid.
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
Reiniging en onderhoud
42
Wanneer er geen water meer uit de au
-
tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
^
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
huis.
^
Draai het filter weer vast.
,
Wordt het pluizenfilter niet terug
-
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Het openen van de deur
,
Controleer steeds of de trommel
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trom
-
mel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
Reiniging en onderhoud
43
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer van Miele
Nederland B.V. vindt u op de achterzij
-
de van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat onze technici we
-
ten welk model wasautomaat u heeft en
welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje aan de binnenkant van de
deurboven het glas.
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zijn in staat om waspro
-
gramma's te updaten en in het geheu
-
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter
-
face PC op het bedieningspaneel
(PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali-
seerd.
Garantietermijn en garantievoorwaar-
den
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan-
tievoorwaarden en het Miele Service-
verzekering Certificaat treft u aan in bij
-
gaande folder.
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan
-
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Afdeling Klantcontacten
44
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draai
-
baar en verwijderbaar bochtstuk)
met verschillende mogelijkheden
voor waterafvoer
g Bedieningspaneel
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
45
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
d Waterafvoerslang
e Draaibeveiligingen met transport
-
stangen
f Houder voor de watertoevoer- en wa
-
terafvoerslang
g Houders voor de transportstangen
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
46
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
-
nen vloer het meest geschikt. In tegen
-
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
^
Plaats het apparaat waterpas en sta
-
biel.
^
Plaats het apparaat niet op een
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan
2 - balken vast te schroeven.
^
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
-
bielst.
,
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
-
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven.
U doet dit met behulp van spanklau
-
wen. Deze zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland
B.V.
Het plaatsen van de wasautomaat
^
Wanneer u het apparaat van de ver
-
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
-
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
,
De machinevoeten en de vloer
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glij
-
den tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de trans-
portbeveiliging
^
Haak een schroevendraaier achter
de draaibeveiligingen (1)
^
en haal ze er af (2).
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
47
^
Draai de linker transportstang met de
bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
^
Draai de rechter transportstang 90°
en
^
trek de stang eruit.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
48
,
Sluit de gaten af die vrijkomen
nadat u de transportbeveiliging
heeft verwijderd.
Doet u dat niet, dan loopt u het risi
-
co zich te bezeren.
^ Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde dop-
jes af.
^
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten b op de pennen
a worden geplaatst.
,
De wasautomaat mag zonder
transportbeveiliging niet worden ge-
transporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet wor-
den getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
Het monteren van de trans
-
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
-
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
49
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
-
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat
wordt geleverd zijn alle stelvoeten naar
binnen gedraaid.
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
^
Draai contramoer 2 met de bijge
-
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
^
Controleer met een waterpas of het
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de
steeksleutel weer aan de ommante-
ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe-
ten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid.
Controleer ook de voeten die u bij
het stellen van de automaat niet
naar buiten hebt gedraaid.
Doet u dat niet, dan bestaat het ge
-
vaar dat het apparaat gaat schui
-
ven.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
50
Het plaatsen van de wasautomaat on
-
der een werkblad of in een keuken
-
blok
Hiervoor is een onderbouwset* nood
-
zakelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
-
teerd.
Bij de onderbouwset is een monta
-
gehandleiding gevoegd.
Bij de onderbouwset is een afdek
-
plaat gevoegd.
Deze afdekplaat moet het bovenblad
van de automaat vervangen.
Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
Watertoevoer, waterafvoer en elek-
trische aansluiting dienen in de buurt
van de automaat geïnstalleerd te zijn
en men moet er gemakkelijk bij kun-
nen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Miele-
droogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
-
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
-
man / vakvrouw worden gemon
-
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen.
Let op het volgende:
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
bedragen.
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
Het terugplaatsen van het bovenblad
van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
-
maat voor plaatsing onder een werk
-
blad of voor een was-droogzuil verwij
-
derd en moet u het blad daarna terug
-
plaatsen, let er dan op dat het stevig
aan de houders aan de achterkant
vastzit.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de wasautomaat veilig kan worden ge
-
transporteerd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
51
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
De watertoevoerslang is bestand te-
gen een druk van minstens
7.000 kPa.
Scheuren worden daarmee voor-
komen.
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
Wanneer de wasautomaat lekt wordt
het overtollige water in de bodem
-
plaat opgevangen en wordt het wa
-
terinlaatventiel door de vlotterscha
-
kelaar uitgeschakeld.
De watertoevoer is vanaf dat moment
geblokkeerd.
Het water dat zich in de kuip bevindt
wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
Voorkomen wordt dat de wasauto
-
maat door een ongecontroleerde wa
-
tertoevoer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een be
-
paald niveau, dan wordt de afvoer
-
pomp ingeschakeld en het water ge
-
controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem.
Hiermee wordt voorkomen dat de
wasautomaat wordt leeggezogen.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
52
Het aansluiten van de water
-
toevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
-
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100 kPa
en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra
-
gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa
dan moet er een drukreduceerventiel in
de waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/
4
"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de automaat uitsluitend door een er-
kend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
,
Het aansluitpunt staat onder
druk van de waterleiding.
Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan lang-
zaam open te draaien.
Leg het dichtingsringetje er eventu
-
eel opnieuw in en draai de schroef
-
koppeling eventueel wat vaster aan.
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
-
ten.
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die be
-
stand is tegen een druk van minstens
7.000 kPa.
De beide zeefjes in het vrije uiteinde
van de watertoevoerslang en in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
mogen ter bescherming van de wa
-
tertoevoerklep niet worden verwij
-
derd.
Langere slangen om na te bestellen
Slangen van 2,5 of 4,0 m lang kunnen
worden nabesteld bij de Miele-vakhan
-
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
53
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een
afvoerpomp met een opvoerhoogte van
1m.
Het water moet ongehinderd weg kun
-
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling On-
derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer-
pomp - met duowerking - incl. de nood-
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af-
deling Onderdelen van Miele Neder-
land B.V.
De waterafvoerslang kan op de vol
-
gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta
-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
Wordt het water in een wasbak, was
-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro
-
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het wegge
-
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
2. De slang kan op een kunststof af
-
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
-
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
Attentie:
a Adapter
b Schroefkoppeling
c Slangklem
d Uiteinde van de slang
^
Bevestig de adapter a met de
schroefkoppeling b aan de sifon van
de wastafel.
^
Plaats het uiteinde van de slang d
op de adapter a.
^
Draai de slangklem c direct achter
de schroefkoppeling met een schroe
-
vendraaier vast.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
54
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur volgens de gelden
-
de NEN-normen op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
-
schermingscontact (randaarde), ge
-
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
-
doos met beschermingscontact (rand
-
aarde) of een daarvoor geschikte 2-
polige schakelaar, bijv. voor in de bad-
kamer.
Let bij een stekkerverbinding op het
volgende.
Om de elektrische spanning van het
apparaat te kunnen halen, is het beslist
noodzakelijk dat men altijd bij de aan-
sluitstekker kan komen.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voor
-
komen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verho
-
ging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekscha
-
kelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
55
Belading Verbruiksgegevens
Energie Water Vuilgraad
in kWh in l Licht Normaal
Automatic 40°C 3,5 kg 0,35 - 0,50 40 - 55 1 uur 03 min 1 uur 18 min
Witte / Bonte was 95°C 6,0 kg 1,99 47 2 uur 09 min
60°C
1)
6,0 kg 1,02 47 1 uur 49 min
60°C 3,0 kg 0,73 39 1 uur 03 min
40°C
1)
6,0 kg 0,65 59 2 uur 04 min
40°C
2)
3,0 kg 0,36 39 59 min
Fijne was 40°C
3)
3,0 kg 0,45 49 1 uur 19 min
40°C 3,0 kg 0,45 49 59 min
Wol / 30°C 2,0 kg 0,23 39 39 min
Zijde / 30°C 1,0 kg 0,25 39 36 min
Express 40°C 3,0 kg 0,30 34 30 min
Donker wasgoed 40°C 3,0 kg 0,60 60 1 uur 05 min 1 uur 15 min
Overhemden 60°C 2,0 kg 1,00 59 1 uur 02 min 1 uur 12 min
Jeans 40°C 3,0 kg 0,50 52 50 min 1 uur 00 min
1)
Testprogramma Witte / Bonte was volgens EN 60456
2)
Kort programma voor onderzoeksinstituten; hier moet de vuilgraad Licht wor-
den gekozen.
3)
Testprogramma Kreukherstellend volgens EN 60456 met een centrifugetoeren-
tal van 1200 omw/min
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
-
spanning en gekozen extra functies.
Verbruiksgegevens
56
Hoogte 85,0 cm
Breedte 59,5 cm
Diepte 58,0 cm
Diepte bij geopende deur 97,5 cm
Gewicht 94 kg
Maximale belasting van de vloer 1.600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit 6 kg droog wasgoed
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Aansluitwaarde Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de toevoerslang 1,60 m
Lengte van de afvoerslang 1,50 m
Lengte van de aansluitkabel 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1,00 m
Maximale afpomplengte 5,00 m
Keurmerk Zie typeplaatje
Technische gegevens
57
Programmeerfuncties
voor de wijziging van standaard-
waarden en de programmering
van varianten
Met de programmeerfuncties kunt u de wasprogramma's nog beter afstemmen
op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Systeem extra water
Wanneer de extra functie Extra water
is ingeschakeld, wordt er bij de pro
-
gramma's meer water gebruikt.
Daarbij zijn 3 varianten mogelijk.
Met de programmeerfunctie Systeem
extra water kunt u de variant pro
-
grammeren die u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1:
Meer water bij het wassen en bij het
spoelen
In deze variant wordt het apparaat ge-
leverd.
Variant 2:
Een extra spoelgang
Variant 3:
Een combinatie van de varianten 1 en 2
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met F
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
Het controlelampje Zoemer knippert
1x.
In het display gaat nu de letter P knip
-
peren in afwisseling met het cijfer 1, 2
of 3.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is variant 1
gekozen;
2, dan is variant 2
gekozen;
3, dan is variant 3
gekozen.
E Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
F Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Extra water is de gekozen
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
-
kozen en geprogrammeerd.
Programmeerfuncties
59
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geactiveerd, wordt het
aantal trommelbewegingen geredu
-
ceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme worden ge
-
wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
-
bruikt in het programma Witte was /
Bonte was.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 1 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
2x.
In het display gaat nu de letter P knip-
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Behoedzaam wassen" niet
geactiveerd;
1, dan is "Behoedzaam wassen" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start/Stop -
toets te drukken kunt u overschake
-
len van de ene variant naar de an
-
dere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
60
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geactiveerd, stroomt er
aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
-
bruikt bij het programma Witte was /
Bonte Was 95°C en 75°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te activeren
wanneer de wasautomaat in een ge
-
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 2 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
3x.
In het display gaat nu de letter P knip-
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Afkoeling van het sop" niet
geactiveerd;
1, dan is "Afkoeling van het sop" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start/Stop -
toets te drukken kunt u overschake
-
len van de ene variant naar de an
-
dere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
61
Wastijdverlenging
Wanneer de functie Wastijdverlen
-
ging is geactiveerd en de vuilgraad
"Sterk" wordt gekozen, wordt de
hoofdwas verlengd.
De tijden kunnen variëren en er zijn 3
mogelijkheden.
Met bovengenoemde functie kunt u
de variant programmeren die u wilt
hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1:
Verlenging van 60 minuten
Variant 2:
Verlenging van 30 minuten
Variant 3:
Verlenging van 15 minuten
In deze variant wordt het apparaat ge-
leverd.
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 3 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
4x.
In het display gaat nu de letter P knip-
peren in afwisseling met het cijfer 1, 2
of 3.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is variant 1
gekozen;
2, dan is variant 2
gekozen;
3, dan is variant 3
gekozen.
F Door op de Start/Stop - toets te druk
-
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat een andere
variant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
62
Zoemer
Wanneer de extra functie Zoemer is
ingeschakeld, klinkt er aan het einde
van een programma en in de Spoel
-
stop een zoemer.
Daarbij zijn 2 varianten mogelijk.
U kunt er ook voor kiezen de zoemer
helemaal uit te zetten.
Met de programmeerfunctie Zoemer
kunt u de variant programmeren die
u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1
= Uit
Er klinkt geen zoemer.
Variant 2
= Normale geluidssterkte
De zoemer klinkt aan het einde van een
programma en in de Spoelstop met
normale geluidssterkte.
In deze variant wordt het apparaat ge-
leverd.
Variant 3
= Harder
De zoemer klinkt aan het einde van een
programma en in de Spoelstop harder
dan normaal.
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 4 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
5x.
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 1, 2 of 3.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is variant 1
gekozen;
2, dan is variant 2
gekozen;
3, dan is variant 3
gekozen.
F Door op de Start/Stop - toets te druk
-
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Zoemer is de gekozen vari
-
ant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
-
kozen en geprogrammeerd.
Programmeerfuncties
63
Akoestisch signaal
Wanneer de functie "Akoestisch sig
-
naal" is geactiveerd, klinkt er iedere
keer een akoestisch signaal, wanneer
u op een toets drukt.
"Akoestisch signaal" is, wanneer de
wasautomaat wordt geleverd, niet ge
-
activeerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 5 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
6x.
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Akoestisch signaal" niet
is geactiveerd;
1, wanneer "Akoestisch signaal" wel
is geactiveerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene
variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
64
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
-
activeerd, slaat de wasautomaat het
centrifugetoerental dat bij een pro
-
gramma wordt gekozen en eventuele
extra functies die bij datzelfde pro
-
gramma worden ingesteld, bij de
start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
basiswasprogramma kiest, geeft de
wasautomaat het opgeslagen centrifu
-
getoerental en de eventueel opgesla
-
gen extra functie(s) weer aan.
"Memory" is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 6 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
7x.
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Memory" niet is geacti-
veerd;
1, wanneer "Memory" wel is geacti-
veerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene
variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
65
Automatische voorwas bij
sterke vuilgraad
Wanneer de functie "Automatische
voorwas bij sterke vuilgraad" is geac
-
tiveerd, wordt er bij de keuze van
vuilgraad "Sterk" automatisch een
voorwas gedraaid.
"Automatische voorwas bij sterke vuil
-
graad" is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, wel geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de toetsen.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 7 x
op de Zoemer - toets.
Het controlelampje Zoemer knippert
8x.
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Automatische voorwas
bij sterke vuilgraad" niet is geacti-
veerd;
1, wanneer "Automatische voorwas
bij sterke vuilgraad" wel is geacti-
veerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene
variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
66
67
Wijzigingen voorbehouden/0908
M.-Nr. 07 168 810 / 00
49

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Miele-W-5345
6
12
  • onze wasmachine gooit het water bij de afvoer eruit heeft 2 weken goed gegaan
    de slang zit met een bocht in de afvooerpijp deze is net zo lang als de wasmachine hoog is
    het syfon zit bijna op de grond .
    wat kan ik hier aan doen Gesteld op 22-1-2015 om 19:42

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Zelfde probleem hadden wij ook, als de wasmachine gaat afpompen is het net een brandweerspuit. Het probleem is opgelost door de slang van de wasmachine af te knijpen met een tulle. Het kan ook met een slang-kraan zodat je de kracht kan regelen. De machine stopt pas met pompen zodra er geen water meer in de trommel zit. Bij ons werkt het al jaren goed! Geantwoord op 22-1-2015 om 22:10

      Waardeer dit antwoord (21) Misbruik melden
  • De lampjes aan- afvoer branden, zoemer gaat af, doet dus verder niks. Zeef is schoon! Gesteld op 4-3-2014 om 18:24

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • de wasmachine startknop en de knop van de deur reageert niet

    Gesteld op 1-9-2013 om 09:11

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Wij hebben hetzelfde probleem ! navigeren door het menu is tevens niet mogelijk. Weet iemand de oplossing voor dit probleem ? Geantwoord op 25-5-2014 om 08:34

    Waardeer dit antwoord (4) Misbruik melden
  • Mijn wasmachine miele W5345 gaat na 2 keer draaien met de trommel op tilt.
    Dan komen er 3 streepjes op de display en slaat de zoemer aan.

    Wel werkt het water weg pompen.

    Wat kan dit zijn. Gesteld op 22-5-2013 om 21:45

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Zelfde probleem met onze W5345 machine, alleen draait bij ons de trommel helemaal niet.
      Wel neemt de machine water en zeep, maar als de trommel moet gaan draaien gaat ze zoemer en komen de 3 streepjes. ik blijf dit draadje even met belangstelling volgen. Geantwoord op 22-5-2013 om 21:48

      Waardeer dit antwoord (22) Misbruik melden
  • Inmiddels is een monteur geweest, deze heeft de koolborstels vervangen en nu werkt alles weer goed. Geantwoord op 25-5-2013 om 16:58

    Waardeer dit antwoord (8) Misbruik melden
  • machine lampjes aanvoer en afvoer knipperen snel achter elkaar Gesteld op 16-10-2012 om 20:15

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele W 5345 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele W 5345 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,1 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info