529075
51
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
condensdroger
T 8812 C Edition 111
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 375 900
nl-BE
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen, dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be-
handeling kunnen deze stoffen schade-
lijk zijn voor de gezondheid en het mi-
lieu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on-
nodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental
centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
stroom en tijd als u bv. bij
1600 t.p.m. in de plaats van bij
800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading.
Dan is het stroomverbruik voor de
hele lading het gunstigst.
Zorg voor een degelijke ventilatie
van het vertrek waar het toestel moet
werken.
Maak na elke droogbeurt absoluut
de pluizenzeven schoon.
Controleer af en toe de warmtewisse
-
laar. Maak die schoon als dat nodig
blijkt.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Bediening van de droogautomaat ...................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Programmeerfuncties ..............................................13
Trommelverlichting ................................................13
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................14
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................14
Droogtips ........................................................14
Zo droogt u juist..................................................16
Korte handleiding .................................................16
Programmaverloop wijzigen ........................................18
Lopend programma................................................18
- veranderen ...................................................18
- afbreken en nieuw programma selecteren...........................18
- afbreken en wasgoed uit de trommel halen ..........................18
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................18
Programmaoverzicht ..............................................19
Katoen........................................................19
Kreukherstellend................................................19
Automatic + ...................................................20
Verluchten.....................................................20
Finish Wol .....................................................20
Strijken .......................................................20
Reiniging en onderhoud ...........................................21
Het condenswaterreservoir leegmaken.................................21
Pluizenzeven .....................................................22
De zeven droog schoonmaken.....................................22
De zeven vochtig schoonmaken ...................................23
De droogautomaat zelf .............................................23
De warmtewisselaar schoonmaken ....................................24
De warmtewisselaar uitnemen .....................................24
De warmtewisselaar controleren ...................................25
De warmtewisselaar schoonmaken .................................25
De warmtewisselaar terugzetten ...................................26
Inhoud
3
Wat gedaan als...?..............................................27
Algemene storingen................................................27
Controle- en storingsmeldingen ......................................30
Het lampje vervangen ..............................................32
Technische dienst ................................................33
Herstellingen .....................................................33
Het programma updaten ............................................33
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................33
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................33
Opstellen en aansluiten............................................34
Vooraanzicht .....................................................34
Achteraanzicht....................................................35
Plaats van opstelling ...............................................35
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen.......................35
Inbouw onder een doorlopend werkblad .............................35
Het toestel waterpas zetten .......................................36
Plaats van opstelling.............................................36
Was- en droogzuil...............................................36
Voordat u het toestel transporteert ..................................36
Het condenswater laten afvoeren .....................................37
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen.........38
Bijzondere aansluitomstandigheden ................................38
Elektrische aansluiting ..............................................40
Verbruiksgegevens ...............................................41
Technische gegevens .............................................42
Programmeerfuncties .............................................44
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen ......................44
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen ..............45
Kreukbeveiliging instellen............................................46
Zoemer uit-/inschakelen ............................................47
Programmakeuze "Automatic +" wijzigen ...............................48
Verlenging van de afkoeltijd instellen ..................................49
Stand-by instellen .................................................50
Inhoud
4
~
Lees absoluut deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
-
voorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden
aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees deze gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat voor
het eerst gebruikt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw
veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is
veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de droogautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het
toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
~
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
~
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toe
-
passing en uitsluitend voor het drogen van in water gewassen was
-
goed waarvan de fabrikant op het etiket heeft aangegeven dat deze
geschikt voor de droogautomaat is.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver
-
antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge
-
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
~
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto
-
maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant
-
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog
-
automaat te worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau-
tomaat zodanig is toegelicht dat ze de droogautomaat veilig kunnen
bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele
risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
~
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
~
Controleer of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont
voordat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne
-
men.
~
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici
-
teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu
-
eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
~
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele vei-
ligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw instal-
latie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
~
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
~
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie
het toestel gebruikt.
~
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan
-
sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe
-
ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
~
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origi
-
nele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten
volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
~
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
u de stekker uit het stopcontact haalt of
de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge
-
draaid is.
~
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
~
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Efficiënt gebruik
~
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen wanneer
dat niet is gewassen.
dat niet voldoende is gereinigd en sporen van olie, vethoudende
of andere substanties vertoont (bv. keuken- en cosmetica
-
wasgoed met restanten marineerolie, olie, vet of crème).
Bij niet voldoende gereinigd wasgoed bestaat er gevaar op brand
door zelfontbranding van het wasgoed, zelfs na beëindiging van
het drogen en buiten de droogautomaat.
dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res
-
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine,
vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemica-
liën (dit kan bv. het geval zijn bij moppen, dweilen en
poetsdoeken).
waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray,
nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder
grondig wassen: Gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer
een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verschei-
dene malen te wassen.
~
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci
-
fers).
~
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed
onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid
dat de warmte kan worden afgegeven.
~
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo
worden gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de was
-
verzachters.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
~
Brandgevaar!
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv.
via een schakelklok of op een elektrische installatie met
piekbelastinguitschakeling) worden aangesloten.
Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is af
-
gebroken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was
-
goed.
~
Wegens brandgevaar is het verboden textiel of producten te dro
-
gen:
wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini
-
ging (bv. bij een chemische reiniging).
die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de-
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om schuimrubberlatex,
douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede artikelen
en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of
jassen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
~
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be-
reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden
van zelfontbranding van het wasgoed). Pas na deze afkoelfase is
het programma afgelopen.
Neem het wasgoed altijd direct en in zijn geheel uit het toestel na af
-
loop van het programma.
~
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders
omkantelen.
~
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
er kleine dieren in de trommel kruipen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
~
Deze droogautomaat mag niet zonder pluizenfilters of met be
-
schadigde pluizenfilters worden gebruikt.
~
De pluizenfilters moeten regelmatig worden gereinigd!
~
Gebruik deze droogautomaat nooit zonder warmtewisselaar.
~
De pluizenfilters moeten na een vochtige reiniging goed worden
gedroogd. Door natte pluizenfilters kunnen er storingen in de wer
-
king van uw toestel optreden!
~
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie
-
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in
pomp en afvoerslang kan schade veroorzaken.
De toegelaten kamertemperatuur mag tussen +2 °C en +35 °C lig-
gen.
~
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan-
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water
schade veroorzaken.
~
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
~
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd
de warmtewisselaar verstoppen.
~
Spuit de droogautomaat niet nat af.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Toebehoren
~
Alleen toebehoren die Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mo
-
gen worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver
-
valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Bedieningspaneel
a Programmakiezer
Om het droogprogramma in te stellen.
De programmakiezer kunt u zowel naar rechts als naar links draaien.
b Programmaverloop- en controlelampjes
c Toets Start
Om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje knippert als u het programma kunt starten. Na de start van
het programma blijft het branden.
d Toets Aan/Uit jk
Om het toestel in en uit te schakelen.
Het controlelampje Einde/Kreukbeveiliging gaat na het inschakelen aan als be-
vestiging.
e Toets Deur
Om de toesteldeur te openen en een programma af te breken.
De deur kan altijd open; de stroom hoeft niet ingeschakeld te zijn.
Programmeerfuncties
Als u dit wenst: Via het bedieningspaneel kunt u de elektronische besturing van
de droogautomaat aan uw specifieke wensen aanpassen. De programmeerfunc
-
ties zijn op het einde van deze gebruiksaanwijzing uitgelegd.
Trommelverlichting
Als het toestel ingeschakeld is en de toesteldeur openstaat, gaat de trommelver
-
lichting na enkele minuten uit (stroombesparing).
Bediening van de droogautomaat
13
Onderhoudssymbolen op het
etiket
Drogen
q normale/hogere temperatuur
r lagere temperatuur:
Temperatuur laag kiezen
(voor delicaat wasgoed)
s niet geschikt voor de droogauto
-
maat
strijken en mangelen
I zeer heet
H warm
G warm
J niet strijken/effenen
Droogtips
Hou steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek Pro-
grammaoverzicht wordt opgegeven.
Anders wordt de was niet zo be-
hoedzaam behandeld.
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld. Het droogresultaat komt
hierbij in het gedrang en er kunnen
ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel! Textiel na het wassen min
-
stens 30 seconden laten centrifuge
-
ren.
Een gemengde lading van katoen,
bont wasgoed, kreukherstellend tex
-
tiel droogt u in het programma Auto
-
matic +.
Maak jasjes open
, zodat ze gelijkma
-
tig drogen.
Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten hebben de neiging te vilten
of te krimpen. U kunt ze enkel dro
-
gen in het speciale programma
Finish wol.
Met dons gevuld textiel:
naargelang
van de kwaliteit heeft het fijne weef
-
sel binnenin de neiging te krimpen.
Het kan wel drogen in het speciaal
programma Strijken.
Zuiver linnen weefsel
: droog dit enkel
machinaal als de fabrikant dit op het
onderhoudsetiket vermeldt. Anders
kan het weefsel "ruig" worden. Het
kan wel drogen in het speciaal pro-
gramma Strijken.
Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij
de eerste wasbeurt te krimpen. Daar-
om: Het textiel niet te lang laten dro-
gen. Daarmee vermijdt u dat het ver-
der krimpt. Koop machinaal gebreid
textiel eventueel een of twee maten
groter.
Hoe meer kreukherstellend wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken. Dit geldt vooral
voor heel delicaat weefsel (bijv. over
-
hemden, bloezen).
In twijfelgevallen beperkt u de lading
door ze op te delen of gebruikt u het
programma Kreukherstellend strijk
-
vochtig.
Opmerkingen omtrent het wasgoed
14
Gesteven wasgoed
kan in de droog
-
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen
dient u wel de dosis stijfsel te ver
-
dubbelen.
Nieuw donker textiel
moet u voor de
eerste droogbeurt afzonderlijk
grondig wassen. Dit niet samen met
licht gekleurd textiel drogen, omdat
het kleur kan afgeven (ook op de
kunststofonderdelen in de droogau
-
tomaat). Er kunnen zich ook pluizen
van een andere kleur afzetten op het
textiel.
Opmerkingen omtrent het wasgoed
15
Korte handleiding
De zinnen met een getal (A, B, C ...)
kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en
sorteer het volgens...
. . . gewenste droogtegraad,
. . . vezel- en weefselsoort,
. . . gelijk formaat,
. . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre
-
sultaat.
,
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
seerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweeg-
brengen aan toestel en wasgoed.
Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort
-
banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets jk in.
U kan het toestel ook na het laden in
-
schakelen. Dan wordt de trommel even
-
wel niet verlicht (stroombesparing).
C De droogautomaat laden
^
Druk op toets Deur om de toesteldeur
te openen.
^
Leg het wasgoed losjes in de trom
-
mel.
Hou rekening met de maximumla
-
ding in de rubriek "Programmaover
-
zicht".
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld en komt het droogresultaat
in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
Laat bij het sluiten geen stukken
wasgoed tussen de deur geklemd
raken. Anders loopt het textiel scha
-
de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
U kan ze ook laten aanleunen en
dichtdrukken.
Zo droogt u juist
16
D Een programma kiezen
^
Draai de programmakiezer naar het
gewenste programma.
Tip: U kunt voor enkele programma's
de restvochtigheid of de programma-
keuze individueel wijzigen (Rubriek
"Programmeerfuncties").
E Programma starten
^ Druk op de toets Start.
Het controlelampje van de toets Start
knippert niet meer; het is nu verlicht.
De verwarmingsfase gaat van start.
Vóór het einde van het programma
Na de verwarmingsfase volgt de afkoel
-
fase om het wasgoed af te koelen (con
-
trolelampje Koude lucht). Pas daarna is
het programma ten einde.
Volgende programma's hebben geen
afkoelfase: Finish Wol, Strijken.
F Einde van het programma – het
wasgoed uit de trommel nemen
Het controlelampje Einde/Kreukbeveili
-
ging gaat aan.
De trommel draait na het einde van het
programma, afhankelijk van het geko
-
zen programma, in een speciaal
kreukbeveiligingsritme. De kreukbeveili
-
ging helpt kreuken te verminderen als
het textiel na het drogen niet onmiddel
-
lijk uit de trommel wordt genomen (niet
bij Finish wol).
Duur: kan worden gewijzigd, zie rubriek
"Programmeerfuncties".
^ Druk op de toets Deur.
^ Open de deur.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in
de trommel! Achtergebleven was-
goed kan schade oplopen doordat
die overmatig droogt.
^
Druk op de toets jk om het toestel
uit te zetten.
^
Maak de pluizenfilter schoon.
^
Sluit de deur.
^
Giet het condenswaterreservoir leeg
(als er geen afvoer voor het condens
-
water is voorzien).
^
De warmtewisselaar moet regelmatig
worden gecontroleerd en indien no
-
dig worden gereinigd (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud").
Zo droogt u juist
17
Lopend programma
- veranderen
Dit is niet mogelijk. Het toestel is im
-
mers beschermd tegen onverhoedse of
ongewenste wijzigingen.
Als u een keuze maakt, knippert het
controlelampje Einde/Kreukbeveiliging.
Om een nieuw programma te kiezen,
dient u het programma af te breken.
- afbreken en nieuw programma
selecteren
^ Draai de programmakiezer op Einde.
^ Druk op de toets Deur.
^ Sluit de deur.
^ Kies en start direct een nieuw pro-
gramma.
- afbreken en wasgoed uit de
trommel halen
^ Zie hieronder: "Wasgoed toevoegen
of uitnemen".
^
Schakel de droogautomaat na het
sluiten van de deur uit.
Wasgoed toevoegen of
uitnemen
^
Druk op de toets Deur.
^
Open de deur.
,
Gevaar voor brandwonden:
raak de achterwand van de trommel
niet aan terwijl u wasgoed toevoegt
of uitneemt! De temperatuur in de
trommel is hoog.
^
Nu kunt u wasgoed toevoegen of
voortijdig uit de trommel nemen.
^ Sluit de deur.
^ Druk op de toets Start.
Programmaverloop wijzigen
18
Katoen maximaal 7 kg*
Kastdroog+, Kastdroog**
Textiel Textiel met een of meer lagen van katoen.
Bijvoorbeeld: badhanddoeken/badmantels, T-shirts, ondergoed, bed
-
dengoed, babywasgoed.
Kastdroog Temperatuur laag
Textiel Alle textiel met het onderhoudssymbool r voor het programma
Katoen.
Tip In dit programma wordt gevoelig textiel met lagere temperatuur kast
-
droog gedroogd.
Strijkvochtig, Mangelvochtig
Textiel Textiel van katoen of linnen.
Bijvoorbeeld: tafellakens, beddengoed, gesteven wasgoed.
Tip Het te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het vochtig te hou-
den.
Kreukherstellend maximaal 3 kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textiel Kreukherstellend textiel van synthetisch of gemengd weefsel of ka-
toen.
Bijvoorbeeld: truien, jurken, broeken, jasschorten, tafellakens.
Tip Het wasgoed wordt met het programma Strijkvochtig, naargelang van
de soort en de (kleinere) lading, vrijwel kreukvrij gedroogd.
Kastdroog Temperatuur laag
Textiel Alle textiel met het onderhoudssymbool r voor het programma
Kreukherstellend.
Tip In dit programma wordt gevoelig textiel met lagere temperatuur kast
-
droog gedroogd.
* Gewicht van het droge textiel
Opmerking voor testinstellingen:
** Testprogramma volgens verordening 392/2012/EU voor het energielabel, dat
is gemeten volgens EN 61121
Bij de programma-instelling Katoen het condenswater via de
afvoerslang in de afvoerleiding terecht laten komen
Programmaoverzicht
19
Automatic + maximaal 5 kg*
Textiel Belading met bont wasgoed en kreukherstellend textiel voor de pro
-
gramma's Katoen en Kreukherstellend.
Verluchten maximaal 6 kg*
30 min. warm
Textiel
Nadrogen van textiel met meer dan een laag, dat wegens de sa
-
menstelling verschillende droogeigenschappen vertoont: Jassen,
hoofdkussens en ander volumineus textiel.
Om aparte stukken wasgoed te drogen: Badhanddoeken,
badgoed, vaatdoeken.
15 min. koud
Textiel Om alle soorten wasgoed te luchten.
Finish Wol maximaal 2 kg*
Textiel Woltextiel en textiel van wolmengsels
Tip Wolgoed wordt in korte tijd luchtig gemaakt en vlokkiger gemaakt;
het wordt evenwel niet echt droog.
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom-
mel en laat het natuurlijk drogen.
Strijken maximaal 3 kg*
Textiel
Katoenen of linnen weefsel
Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthetisch weef
-
sel: katoenen broeken, anoraks, hemden
Tip
Programma om kreuken uit voorafgegane centrifugeerbeurt (in
wasautomaat) te beperken.
Het textiel wordt niet volkomen droog.
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom
-
mel en laat het natuurlijk drogen.
* Gewicht van het droge wasgoed
Programmaoverzicht
20
Het condenswaterreservoir
leegmaken
Het condenswater dat tijdens het dro
-
gen ontstaat wordt in het condenswa
-
terreservoir opgevangen.
Giet het condenswaterreservoir na
elk droogprogramma leeg!
Wanneer de maximale vulhoeveelheid
van het condenswaterreservoir is be
-
reikt, dan brandt het controlelampje
Reservoir ledigen.
Het controlelampje dooft door het ope
-
nen en sluiten van de deur.
^
Trek het condenswaterreservoir uit
de droogautomaat.
^
Draag het condenswaterreservoir
horizontaal, opdat er geen water zou
uitlopen. Neem het zowel aan het
handvat als aan het uiteinde vast.
^ Ledig het condenswaterreservoir.
^ Schuif het condenswaterreservoir te-
rug in de droogautomaat.
,
Condenswater mag niet gedron-
ken worden. Dat kan schade toe-
brengen aan de gezondheid van
mens en dier.
Gebruik dit water gerust in het huishou-
den (bv. voor uw stoomstrijkijzer of
luchtbevochtiger). Houd hiermee re
-
kening: giet het condenswater, bij wijze
van voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders even
-
tueel schade aanrichten.
Reiniging en onderhoud
21
Pluizenzeven
Pluisjes komen in de pluizenzeven in de
deur en in de deuropening terecht.
Maak deze zeven na elke droogbeurt
schoon.
De zeven droog schoonmaken
^ Trek het pluizenfilter (1) uit de plui-
zenfilterhouder in de deur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de zeef.
^
Neem ze ook weg uit de holle ruimte
in de deur. Bij de Technische Dienst
van Miele is daartoe een borstel ver
-
krijgbaar.
U kan daartoe ook een stofzuiger ge
-
bruiken.
^
Reinig de dichting (2) aan de plui
-
zenfilterhouder met een vochtige
doek.
^
Schuif de zeef weer tot aan de aan
-
slag in de toesteldeur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de pluizenzeven in de deurope
-
ning.
^
Doe de toesteldeur weer dicht.
Reiniging en onderhoud
22
De zeven vochtig schoonmaken
Enkel indien de pluizenzeven erg
plakkerig of verstopt zijn, dient u die
vochtig schoon te maken.
^
Trek de pluizenzeef uit de toestel
-
deur. Zie vorige bladzijde.
De 2 zeven in de deuropening kan u
ook uitnemen:
^ Draai a aan het knopje en trek b de
zeef er aan het knopje naar het mid
-
den toe uit.
^
Maak al de pluizenzeven onder stro
-
mend heet water schoon.
^
Schud de zeven goed uit tot er geen
druppel meer te zien is.
^
Droog de zeven voorzichtig en
grondig af.
,
De pluizenzeven moeten droog
zijn als u ze terugplaatst. Door natte
zeven kunnen er storingen in de
werking van uw toestel optreden!
^
Schuif de grote pluizenzeef tot aan
de aanslag in de toesteldeur.
^
Plaats de 2 zeven onderaan in de
deuropening terug en duw ze boven
goed op hun plaats.
^
Vergrendel de 2 knopjes.
De droogautomaat zelf
Zet het toestel uit.
^
Reinig de ommanteling en het bedie
-
ningspaneel met een niet-agressief
reinigingsmiddel of sopje.
^ Reinig de trommel en andere roest-
vrijstalen onderdelen met een ge-
schikt reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
Gebruik geen schuur- noch oplos-
middel. Reinigingsmiddel voor glas
of voor universeel gebruik is ook af
te raden. Dit kan schade toebrengen
aan de kunststof oppervlakken of
andere onderdelen.
^
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
Reiniging en onderhoud
23
De warmtewisselaar
schoonmaken
Tijdens het droogproces zweven er
wasmiddelresten, haar en fijne pluizen
rond. Die kunnen door de pluizenzeven
heendringen en de warmtewisselaar
verstoppen.
Er worden echter ook vuildeeltjes uit het
vertrek waar de droogautomaat opge
-
steld is, aangezogen. Die kunnen even
-
eens verstoppingen veroorzaken.
Controleer de warmtewisselaar min
-
stens 2 keer per jaar. Droogt u vaker,
kijk hem dan na ca. 100 droog-
beurten na. Maak hem zonodig
schoon.
De warmtewisselaar uitnemen
^
Open het deksel.
Dankzij de zijdelingse steunvinkjes
valt het deksel er niet uit.
^
Neem het deksel schuin naar boven
toe weg.
^
Leg het opzij.
^
Draai de knop van het binnenste dek
-
sel verticaal naar onderen.
^ Klap het binnenste deksel naar vo-
ren.
^ Neem het schuin naar boven toe
weg.
^
Zet de knop aan de warmtewisselaar
naar boven.
Reiniging en onderhoud
24
^
Trek de warmtewisselaar aan het
oogje uit.
De warmtewisselaar controleren
^
Hou de warmtewisselaar tegen het
licht.
^
Zijn er pluizen waar te nemen?
De pijlen op de afbeelding tonen u
langs waar u erdoor kan kijken.
Zo er geen pluizen te zien zijn:
^
Zet de warmtewisselaar weer op zijn
plaats; zie volgende blz.
Zo er wel pluizen te zien zijn:
^
Maak de warmtewisselaar schoon zo
-
als hierna beschreven.
De warmtewisselaar schoonmaken
^
Hou de warmtewisselaar bij het
doorspoelen absoluut in de posi
-
ties die op de twee volgende af
-
beeldingen worden getoond.
^
Spoel de warmtewisselaar langs de
linker lange zijde met een waterstraal
uit.
Reiniging en onderhoud
25
^
Spoel de warmtewisselaar langs vo
-
ren met een waterstraal uit.
^ Verwijder al het binnenin nog zicht-
bare vuil; zie "Warmtewisselaar con-
troleren".
^ Zorg er ook voor dat de dichtingsrub-
bers proper zijn.
Neem ze niet weg. Ze mogen ook
geen knik vertonen!
^
Schud het water uit de warmtewisse
-
laar. Er mag geen druppel meer te
zien zijn.
De warmtewisselaar terugzetten
^
Schuif de warmtewisselaar weer he
-
lemaal in het toestel.
Het oogje van de warmtewisselaar
moet zich bovenaan bevinden.
^
Zet de sluitknop aan de warmtewis
-
selaar horizontaal. Enkel dan valt het
haakje aan de knop duidelijk in de
uitsparing.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber
goed in de gleuf zit voor u het bin
-
nenste deksel aanbrengt.
^ Zet het binnenste deksel er met de
steunhaken onderaan in. Hou het
deksel intussen schuin en duw het
lichtjes naar onder.
^ Duw nu op het deksel en vergrendel
het met de sluitknop.
^ Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een
klik hoort.
Enkel indien de warmtewisselaar en
de deksels juist geplaatst en ver
-
grendeld zijn, is het condenssys
-
teem keurig dicht!
Reiniging en onderhoud
26
De meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en
kosten, omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken voor een be
-
paalde storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
,
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
-
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te
onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Algemene storingen
Probleem Oorzaken Oplossing
De trommel begint na het
inschakelen niet te draai
-
en?
De oorzaak is
niet zo meteen te
achterhalen.
Herhaal het inschakelen. Zie
rubriek 'Zo droogt u juist'.
Zit de stekker wel in het stop-
contact?
Is de deur juist gesloten?
Zijn de zekeringen van de
huisinstallatie wel in orde?
Wasgoed van synthe-
tische vezels is na het dro-
gen statisch geladen.
Voeg bij de laatste spoel-
beurt in de wasautomaat was-
verzachter toe. Zo neemt de
statische lading af.
Wat gedaan als...?
27
Probleem Oorzaken Oplossing
Er hebben zich plui
-
zen gevormd.
Bij het drogen komen er
pluizen vrij, die zich vooral
door de wrijving tijdens het
wassen en het dragen op
het wasgoed gevormd
hebben. De belasting op
het wasgoed in de droog
-
automaat daarentegen blijft
beperkt en heeft geen noe
-
menswaardige invloed op
de levensduur van het was
-
goed. Dat werd door
onderzoeksinstituten
onderzocht.
De pluizen worden door de
pluizenfilter opgevangen. U
kunt ze daar gemakkelijk
verwijderen (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud").
Het wasgoed is niet
voldoende gedroogd.
De belading bestond uit
verschillende weefsels.
Droog de was na met
Warme lucht.
Kies bij de volgende
droogbeurt een geschikt
programma.
Na het schoonmaken
van de warmtewisse-
laar loopt er water uit
het toestel.
De warmtewisselaar
en/of het binnenste dek-
sel van de warmtewisse-
laar zijn niet aange-
bracht en vergrendeld
zoals het hoort.
Op de bodem waarover
de warmtewisselaar
wordt ingeschoven, blij
-
ven er pluizen vastzitten.
Zie na of het deksel en
de warmtewisselaar de-
gelijk vast zitten.
Controleer eveneens de
dichtingsrubbers.
Verwijder de zichtbare
pluizen met een doek uit
het vak voor de warmte
-
wisselaar.
De trommel wordt
niet verlicht.
De verlichting wordt auto
-
matisch uitgeschakeld
(stroombesparing).
Schakel de droogautomaat
uit en weer in.
Eventueel is het lampje de
-
fect.
Het gloeilampje vervangen.
Zie achteraan deze rubriek.
Wat gedaan als...?
28
Probleem Oorzaken Oplossing
Het droogpro
-
ces duurt heel
lang.
Of het pro
-
gramma wordt
afgebroken.
De droogautomaat werkt
niet optimaal of spaarzaam*.
Mogelijk is de pluizenfilter
verstopt door pluizen, haren
of wasmiddelresten.
Maak de pluizenfilter schoon.
Als u de pluizenfilter met wa
-
ter reinigt, dient u deze af te
drogen voordat u hem terug
-
plaatst.
Anders kunnen er storingen
optreden.
Als dit niet helpt, controleert u
de volgende punten.
De ventilatie is ontoereikend
(bijv. in een klein vertrek).
Daardoor kan de tempera
-
tuur in het vertrek erg opge
-
lopen zijn.
Zet tijdens het drogen een
deur of venster open. Dan
stijgt de kamertemperatuur
niet te veel.
De ventilatiespleten onder
de toesteldeur zitten dicht.
Verwijder storende objecten.
Resten van wasmiddelen,
haartjes en fijne pluizen kun-
nen de warmtewisselaar ver-
stoppen.
De warmtewisselaar moet re-
gelmatig gecontroleerd en
gereinigd worden (rubriek
"Reiniging en onderhoud").
Het wasgoed werd niet ge-
noeg uitgecentrifugeerd.
Laat voortaan uw wasgoed in
uw wasautomaat tegen een
hoger toerental centrifugeren.
De droogautomaat is overla
-
den.
Neem de maximumlading
wasgoed voor het droogpro
-
gramma in acht.
Door metalen ritssluitingen
werd de vochtigheidsgraad
van de was niet juist bere
-
kend.
Doe de ritsen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog
opduikt, laat dan wasgoed
met lange ritssluitingen voort
-
aan enkel met het programma
Warme lucht drogen.
* Voor u de storing verhelpt:
Open en sluit de deur.
Schakel de droogautomaat uit en weer in om het programma opnieuw te
starten.
Wat gedaan als...?
29
Controle- en storingsmeldingen
Probleem Oorzaken Oplossing
Het controlelampje
Reservoir brandt.
Het condenswaterreservoir
is vol. Ofwel is er een knik
in de afvoerslang.
Giet het condenswater uit.
Controleer de afvoerslang.
Het controlelampje gaat
uit door de droogautomaat
eerst uit en dan weer in te
schakelen.
Het programma
werd afgebroken.
Het controlelampje
Mangelvochtig of
Strijkvochtig knip-
pert.
De zoemer weer-
klinkt.
De oorzaak is niet meteen
te constateren.
Schakel de droogauto
-
maat uit en in.
Start een programma.
Wordt het programma weer
afgebroken en verschijnt er
opnieuw een foutmelding,
dan gaat het om een defect.
Doe een beroep op de Tech-
nische Dienst van Miele.
Het controlelampje
Kreukbeveili-
ging/Einde knippert
tijdens het drogen.
De programmakiezer werd
na het starten van het pro-
gramma verplaatst. Het
programma wordt echter
normaal uitgevoerd.
Stel het oorspronkelijk
geselecteerde programma
in: het controlelampje gaat
uit.
Het programma
werd afgebroken.
Het controlelampje
Kreukbeveili
-
ging/Einde gaat
aan.
De zoemer weer
-
klinkt.
Dit is geen storing.
De elektronische besturing
merkt dat er geen wasgoed
in de trommel zit en breekt
het programma af.
Als afzonderlijke of reeds
gedroogde stukken was
-
goed worden gedroogd,
kan het programma even
-
eens afbreken.
Droog afzonderlijke stukken
wasgoed voortaan met het
programma Warme lucht.
Voor u een ander program
-
ma kiest: Open en sluit de
deur.
Het controlelampje
koude lucht gaat
branden en het
alarm weerklinkt.
De droogautomaat werkt
niet optimaal of econo
-
misch.
Zie vorige pagina :
Het droogproces duurt heel
lang.
Wat gedaan als...?
30
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje van
de toets Start knip
-
pert/knippert niet
Als het lampje in de toets
knippert, wijst dat erop
dat u een programma kan
starten.
Na de start van het pro
-
gramma stopt het lampje
met knipperen en blijft het
branden.
De toets Start knippert
langzaam
De droogautomaat staat
in de stand-by stand.
Dit is geen fout, maar een
normale functie.
Zie rubriek "Program
-
meerfuncties".
Wat gedaan als...?
31
Het lampje vervangen
Zet het toestel uit
^
Doe de toesteldeur open.
Bovenaan in de vulopening vindt u een
opklapbaar dekseltje voor de lamp.
^ Schuif een stuk gereedschap, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, on-
der het lipje dat aan de zijkant van
het klepje van het gloeilampje zit.
Zorg ervoor dat het gereedschap ste
-
vig zit.
^
Open het klepje door het stuk ge
-
reedschap een slag te draaien.
Oefen daarbij enige druk op het ge
-
reedschap uit.
Het klepje klapt naar beneden.
Deze hittebestendige lamp schaft u
zich het best enkel aan bij uw Miele-
handelaar of in de Technische Dienst
van Miele.
Deze gloeilamp dient van hetzelfde
type te zijn als die welke u vervangt.
Het vermogen mag niet hoger liggen
dan wat op het typeplaatje en het
lampendeksel is aangegeven.
^
Vervang de gloeilamp.
^
Klap het dekseltje naar boven. Duw
het links en rechts stevig dicht tot u
een klik hoort.
,
Let erop dat het deksel stevig op
zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er
vocht indringt, wat kortsluiting kan
veroorzaken.
Wat gedaan als...?
32
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide
gegevens staan vermeld op het type-
plaatje. Dat vindt u rechts onder de
vulopening.
Het programma updaten
Op het bedieningspaneel vindt u een
controlelampje met de markering PC
(PC = program correction). Deze led
dient voor onze technici als contactpunt
voor de actualisering van het program
-
ma.
Bij de aanpassing van de elektronische
besturing van uw toestel kan er dan re
-
kening worden gehouden met ontwik
-
kelingen in textielsoorten en droogpro
-
cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro
-
gramma te actualiseren tijdig bekend-
maken.
Duur en voorwaarden van de
waarborg
De waarborgtijd van uw droogautomaat
bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar-
den van de waarborg vindt u in het bij-
gevoegde garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich
nog toebehoren aanschaffen bij uw
Miele-handelaar of bij de Technische
Dienst van Miele.
Technische dienst
33
Vooraanzicht
a Aansluitsnoer
b Condenswaterreservoir
c Bedieningspaneel
d Deur
e Luikje voor de warmtewisselaar
f Vier in de hoogte verstelbare voetjes
Als alternatief voor het condenswaterre
-
servoir:
g Afvoer van het condenswater via een
afvoerslang (bv. in een wasbak, was
-
baksifon, afvoerputje)
Opstellen en aansluiten
34
Achteraanzicht
a Aan de dekseloverstek zijn er grepen
om het toestel te dragen (zie pijlen)
b Aanzuigopening voor de luchtkoeling
van de warmtewisselaar
c Aansluitsnoer
d Afvoerslang voor condenswater
e Toebehoren voor aansluiting op een
sifon van een wasbak
Plaats van opstelling
,
Waar de toesteldeur openzwaait,
mag u geen afsluitbare deur, schuif
-
deur of een deur met een scharnier
aan de andere kant installeren.
Het toestel naar de plaats van
opstelling dragen
Aan de achterste dekseloverstek zijn er
greepopeningen om het toestel te dra
-
gen. Om het toestel uit de verpakkings
-
sokkel te tillen, neemt u het bij voorkeur
vast aan de voorste voetjes en aan de
achterste dekseloverstek.
Inbouw onder een doorlopend
werkblad
,
Er is een inbouwset* vereist.
Laat die monteren door een vakman
die door Miele erkend is. De afdek
-
plaat die bij de inbouwset hoort,
vervangt het deksel van het toestel.
Deze afdekplaat moet absoluut wor
-
den gemonteerd met het oog op de
elektrische veiligheid.
Bij de inbouwset is een montage
-
handleiding gevoegd.
Door de inbouw kunnen de program-
ma´s langer uitvallen.
Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aan-
sluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij een inbouwhoogte van:
830-840 mm zijn er langere voetjes*
vereist.
870-885 / 915-930 mm zijn 1 of 2
sokkels* vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar
verkrijgbaar
Het deksel opnieuw monteren
Als u het deksel had afgenomen om het
toestel in te bouwen, dient u erop te let
-
ten dat het deksel bij het terugmonteren
stevig op de achterste steunen zit. En
-
kel dan is een veilig transport gewaar
-
borgd.
Opstellen en aansluiten
35
Het toestel waterpas zetten
Om een perfecte werking te waar
-
borgen, dient u het toestel waterpas op
te stellen.
^
Oneffenheden in de vloer werkt u
weg door aan de voetjes te draaien.
,
De luchttoevoer- en
afvoeropeningen aan de voorkant in
geen geval afdekken! Anders is er
geen voldoende toevoer van koele
lucht gewaarborgd!
,
De luchtruimte tussen de onder
-
kant van de droger en de vloer mag
niet worden verkleind door plinten,
hoogpolige vloerbedekking
enzovoort. Anders kan er geen vol
-
doende luchttoevoer worden gega
-
randeerd.
Plaats van opstelling
De koele lucht die de droogautomaat
aanzuigt, ontsnapt aan de voorzijde
van het toestel, waardoor de kamer
-
lucht wordt verwarmd. Zorg dus vooral
in kleine vertrekken voor voldoende
ventilatie. Anders duren de droogpro-
gramma's langer en stijgt het stroom-
verbruik.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een
Miele-wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is een
tussenset* (WTV) vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar
verkrijgbaar
,
Laat de tussenset monteren door
een vakman die door Miele erkend
is.
Voordat u het toestel transporteert
Na elke droogbeurt zit er wat condens
-
water rond de pomp. Dit kan bij het
kantelen van het toestel uitlopen. Daar
-
om verdient het aanbeveling ca. 1
minuut lang het programma Koude
lucht te laten lopen voor u het toestel
transporteert. De rest van het condens
-
water wordt dan in het condenswaterre
-
servoir of via de afvoerslang afgevoerd.
Opstellen en aansluiten
36
Het condenswater laten
afvoeren
Algemeen
Tijdens het drogen ontstaat er con
-
denswater. Dat wordt via de afvoer
-
slang op de rugzijde van het toestel
naar het condenswaterreservoir ge
-
pompt.
U kan dat condenswater met deze af
-
voerslang ook in de afvoerleiding laten
terechtkomen. Dan hoeft u het condens
-
waterreservoir nooit meer leeg te gieten.
Slanglengte. ................1,50 m
De maximale opvoerhoogte
bedraagt ..................1,50 m
De maximale pompafstand
bedraagt ..................4,00 m
,
Deze droogautomaat moet bij bij-
zondere montageomstandigheden
met een terugslagklep worden uitge-
rust (zie bijzondere
aansluitomstandigheden).
Mits toeslag is het volgende toebehoren
verkrijgbaar:
een verlengstuk.
een terugslagklep (montagepakket)
voor externe wateraansluiting.
(een verlengstuk wordt bijgevoegd).
De maximum opvoerhoogte met de
terugslagklep bedraagt: 1,00 m
De afvoerslang verplaatsen
,
Niet aan de afvoerslang trekken,
hem niet uitrekken of plooien.
Anders kan hij schade oplopen!
^
In de afvoerslang bevindt zich een
geringe hoeveelheid resterend water.
Zet daarom een reservoir klaar.
^ Trek de slang van de tuit af.
^ Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
^ Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
^
Voer de slang - zo u dat wenst - naar
rechts of links.
Laat de slang in de middelste klem zit
-
ten, opdat ze niet per ongeluk zou wor
-
den geknikt.
Opstellen en aansluiten
37
De afvoerslang (in de wasbak/
afvoeropening in de vloer) hangen
^
Zie de illustratie van het vooraan-
zicht.
,
Zorg ervoor dat de afvoerslang
niet kan wegglijden als u hem in een
wasbak hangt. Bind hem eventueel
vast. Anders kan het wegvloeiende
water schade veroorzaken.
^
Gebruik de boogvormige houder om
knikken in de afvoerslang te ver
-
mijden.
Bijzondere aansluitomstandigheden
,
Bij bijzonderde aansluitomstan-
digheden moet u de terugslagklep
gebruiken. Anders kan het
terugstromende water uit de droog-
automaat lopen en schade veroorza-
ken.
Bijzondere aansluitomstandigheden
zijn:
aansluiting op de sifon van een was
-
bak (zie hieronder).
diverse aansluitmogelijkheden waar
-
op bijv. ook een wasautomaat of een
vaatwasser aangesloten zijn.
Voorbeeld: aansluiting op de sifon van
een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep
kunt u rechtstreeks op een speciale
wasbaksifon aansluiten.
^ Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebeho-
ren:
het aanpasstuk 1 en daarachter de
slangklem 3.
Opstellen en aansluiten
38
1 Aanpasstuk
2 Wartelmoer voor de wasbak
3 Slangklem
4 Uiteinde van de slang
5 Terugslagklep
6 Afvoerslang van de droogautomaat
^
Plaats het aanpasstuk 1 met de war-
telmoer voor de wasbak 2 op de was
-
baksifon.
Gewoonlijk is de wartelmoer voor de
wasbak voorzien van een plaatje dat
u moet wegnemen.
^
Steek het uiteinde van de slang 4 op
het aanpasstuk 1.
^
Draai de slangklem 3 vlak achter de
wartelmoer voor de wasbak met een
schroevendraaier vast.
,
De terugslagklep 5 moet worden
geïnstalleerd met de pijl in de
stromingsrichting (in de richting van
de wasbak). Anders kan er niet wor-
den afgepompt.
^ Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogautomaat
(zorg ervoor dat de pijl op de terug-
slagklep in de juiste richting wijst).
^ Bevestig de terugslagklep, zoals af-
gebeeld, met de slangklem.
Opstellen en aansluiten
39
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu
-
ren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verlengsnoeren. Er bestaat risico op
oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
-
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste zekeringen vindt u op het
typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig
met de gegevens van uw elektrische
installatie.
Opstellen en aansluiten
40
Lading
1
Centrifugeertoeren
-
tal
in een wasautomaat
Rest-
vochtig
-
heid
Energie Program
-
maduur
kg o/min % kWh min.
Katoen Kastdroog
2
7,0
3,5
1000
1000
60
60
4,14
2,28
109
65
Katoen kastdroog 7,0
7,0
7,0
7,0
1200
1400
1600
1800
53
50
44
43
3,75
3,55
3,15
3,10
100
95
86
84
Katoen strijkvochtig 7,0
7,0
7,0
7,0
7,0
1000
1200
1400
1600
1800
60
53
50
44
43
3,10
2,75
2,55
2,20
2,10
89
79
74
65
63
Kreukherstellend Kastdroog 3,0 1200 40 1,40 45
Kreukherstellend Strijkvoch-
tig
3,0 1200 40 1,20 39
Automatic + 5,0 800 50 2,70 114
Finish Wol 2,0 1000 50 0,15 4
Strijken 3,0 1000 50 0,75 32
1
Gewicht van droog wasgoed
2
Testprogramma volgens verordening 392/2012/EU voor het energielabel, dat is gemeten volgens
EN 61121.
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121.
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij de programma-instelling Katoen het condenswater via deze afvoerslang in de afvoerleiding terecht
laten komen.
Bij tests uitgevoerd volgens EN 61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg ka
-
toenen wasgoed volgens deze norm met 70% aanvankelijke restvochtigheid in het programma Katoen
kastdroog te laten drogen zonder daarbij een bijkomende functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan; onder meer door het verschil in textielsoort, in het
gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren of door schom
-
melingen in de stroomvoorziening.
Verbruiksgegevens
41
Hoogte 850 mm
Breedte 595 mm
Diepte 587 mm
Diepte bij geopende deur 1.060 mm
Hoogte voor inbouw 820 mm
Breedte voor inbouw 600 mm
Diepte voor inbouw 600 mm
Onderschuifbaar ja
Kan in een zuil worden geplaatst ja
Gewicht 51 kg
Trommelinhoud 111 l
Maximum belading 7 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir ca. 3,5 l
Slanglengte 1,5 m
Maximale opvoerhoogte 1,5 m
Maximale afvoerlengte 4 m
Snoerlengte 2 m
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Vermogen van de gloeilamp zie typeplaatje
Energieverbruik zie rubriek "Verbruiksgegevens"
Keurmerk zie typeplaatje
Technische gegevens
42
Programmeerfuncties
om standaardinstellingen
aan te passen
Zo u dat wenst, kan u de elektronica
van uw droogautomaat met behulp
van de programmeerfuncties aan
wisselende omstandigheden aanpas-
sen.
Deze programmeerfuncties kan u om
het even wanneer opnieuw verande
-
ren.
43
Restvochtigheid in het
programma "Katoen" wijzigen
De elektronische besturing is bere
-
kend op energiebesparing bij het
drogen.
U kunt in dit programma echter tege
-
lijkertijd de droogtegraden droger of
vochtiger instellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma
-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 1x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Restvochtigheid wordt vochtiger.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Fabrieksinstelling.
Het controlelampje Drogen knippert
2x:
Restvochtigheid wordt droger.
E Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
44
Restvochtigheid in het
programma "Kreukher
-
stellend" wijzigen
De elektronische besturing is bere
-
kend op energiebesparing bij het
drogen.
U kunt in dit programma echter tege
-
lijkertijd de droogtegraden droger of
vochtiger instellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma
-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Katoen kastdroog +.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 2x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Restvochtigheid wordt vochtiger.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Fabrieksinstelling.
Het controlelampje Drogen knippert
2x:
Restvochtigheid wordt droger.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
45
Kreukbeveiliging instellen.
Om kreuken te vermijden als u het
wasgoed na afloop van het program
-
ma niet meteen uit het toestel neemt.
Na afloop van het programma draait
de trommel nog 2 uur lang met tus
-
senpozen.
De kreukbeveiliging
is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
deze functie verkorten of uitscha
-
kelen.
is in alle programma's actief, behalve
bij Finish Wol.
moet altijd ingeschakeld blijven.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Katoen kastdroog.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 3x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Kreukbeveiliging uit.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Kreukbeveiliging 1 uur.
Het controlelampje Drogen knippert
2x:
Fabrieksinstelling.
Kreukbeveiliging 2 uur.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
46
Zoemer uit-/inschakelen
Deze droogautomaat vertelt u met
een zoemsignaal dat het programma
afgelopen is (maximaal 1 uur met tus
-
senpozen).
In de fabriek werd de zoemer inge
-
schakeld, u kunt hem uitschakelen.
Het constante waarschuwingssignaal
bij foutmeldingen werkt onafhankelijk
van de instelling (aan of uit) van de
zoemer.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakeuzeknop op
Katoen Temperatuur laag.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 4x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Zoemer uit.
Het controlelampje Drogen knippert:
fabrieksinstelling. Zoemer aan
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
47
Programmakeuze "Automatic
+" wijzigen
In dit programma is het droogresul
-
taat ingesteld op Kastdroog.
U kunt omschakelen naar de
droogtegraad Strijkvochtig (voch
-
tiger) of Kastdroog+ (droger dan de
standaard droogtegraad).
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma
-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakeuzeknop op
Katoen mangelvochtig.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 6x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Standaard droogtegraad wordt
Strijkvochtig.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Fabrieksinstelling.
Het controlelampje Drogen knippert
2x:
Restvochtigheid wordt Kast-
droog+.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
48
Verlenging van de afkoeltijd
instellen
De afkoelfase voor het einde van het
programma kunt u verlengen zo u dat
wenst. Het wasgoed wordt dan
sterker afgekoeld.
In de fabriek is de verlenging van de af
-
koeltijd niet ingesteld. U kunt deze ver
-
lengen (in 2 stappen).
De verlenging van de afkoeltijd kan
worden ingesteld voor de programma's
Katoen, Kreukherstellend, Automatic +.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma-
kiezer.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel de droogautomaat in.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
B ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Ontkreuken.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 7x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Fabrieksinstelling.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Afkoeltijd 5 minuten langer.
Het controlelampje Drogen knippert
2 keer:
Afkoeltijd 10 minuten langer.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
-
keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Programmeerfuncties
49
Stand-by instellen
De controlelampjes worden na 10
minuten gedoofd en het controle
-
lampje van de toets Start knippert
langzaam:
Energiebesparing.
Droogautomaat wekken uit
Stand-by-stand
^
Draai aan de programmakiezer of
druk op de Start-toets. Beide moge
-
lijkheden hebben een invloed op het
lopende programma.
Aan
De stand-by-functie is ingeschakeld en
de controlelampjes doven na 10 minu-
ten uit:
als u na het inschakelen van het toe-
stel geen programma kiest;
na de start van het programma.
Let wel: Aan het programma-einde of
aan het einde van het programma
kreukbeveiliging worden de controle
-
lampjes gedurende 10 minuten inge
-
schakeld.
De zoemer werkt (indien ingesteld) 10
minuten aan het einde van het pro
-
gramma.
Fabrieksinstelling. Niet terwijl het
programma loopt.
Net zoals beschreven onder "Aan.
Maar: de controlelampjes doven niet
zolang het programma loopt.
Uit
De controlelampjes blijven branden
wanneer het toestel is uitgeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (A,B,C ...) met behulp
van de toets Start en de programma
-
kiezer.
^ Zie volgende pagina.
Programmeerfuncties
50
Voorwaarde:
De droogautomaat trommel is uitge
-
schakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
C Wacht tot het controlelampje Start
blijft branden ...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Finish Wol.
Het controlelampje Koude lucht knip
-
pert 8x.
De gekozen optie wordt aangegeven
via het knipperende controlelampje
Drogen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Aan.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
Fabrieksinstelling. Niet terwijl het
programma loopt.
Het controlelampje Drogen knippert
2x:
Uit.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de optie (controlelampje Dro-
gen) omschakelen.
G Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
-
keurig moment wijzigen.
Controller:
^
Voer de stappen A tot E uit.
^
Schakel het toestel na de test uit.
Programmeerfuncties
51
Wijzigingen voorbehouden/0113
M.-Nr. 09 375 900 / 02
51

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele T 8812 C Edition 111 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele T 8812 C Edition 111 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,29 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info