448031
18
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Gebruiks- en montage-aanwijzing
Wijnklimaatkast
KWT 4974 SG ed
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 071 220
nl-NL
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Na te bestellen accessoire ...........................................6
Standaard voor flessen............................................6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het in- en uitschakelen van de wijnklimaatkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vergrendeling ....................................................13
Bij langere afwezigheid .............................................13
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Temperatuur .....................................................14
Veiligheidsvoorziening ...........................................14
Isolatieplaten voor de thermische scheiding ..........................14
Het instellen van de temperaturen ..................................15
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................15
Temperatuuraanduidingen ..........................................16
De lichtsterkte van de temperatuuraanduidingen ......................16
Luchtvochtigheid ..................................................17
Toetsen voor constante luchtvochtigheid (DynaCool) m ................17
Het uitschakelen van de DynaCool .................................18
Optimale luchtverversing door actief koolstoffilters........................18
Binnenverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Het wijzigen van de lichtsterkte ....................................19
Het opslaan van wijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Houten roosterplateaus .............................................20
Wijnkaartjes ......................................................20
Maximale beladingscapaciteit........................................20
Deurslot .........................................................20
Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Temperatuuralarm .................................................21
Deuralarm .......................................................21
Hoe kunnen wij het waarschuwingssysteem inschakelen? ..................21
Het voortijdig uitschakelen van de zoemer ..............................21
Het ontdooien van de wijnklimaatkast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Inhoud
Het reinigen van de wijnklimaatkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Het reinigen van de buitenkant, de binnenruimte en de toebehoren ..........23
Het reinigen van de ventilatieroosters ..................................24
Het reinigen van de deurdichting .....................................24
Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant ...................24
Het reinigen van de actief koolstoffilters ................................24
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Geluiden en de oorzaken ervan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Afdeling Klantcontacten / Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Tips voor het plaatsen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Plaats van opstelling ...............................................31
Klimaatklasse ..................................................31
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................31
Het plaatsen van het apparaat .......................................31
Het stellen van het apparaat .........................................31
Het veranderen van de draairichting van de deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Inhoud
a Toets voor het uitschakelen van de
zoemer bovenste zone
b Temperatuuraanduiding bovenste
zone
c Temperatuurtoetsen bovenste zone
(+ toets = warmer; - toets = kouder)
d Toets voor constante luchtvochtig-
heid (DynaCool) bovenste en middel-
ste zone met controlelampje
e Controlelampje van de vergrendeling
bovenste en middelste zone
a Controlelampje van de vergrendeling
onderste zone
b Aan/Uit - toets onderste zone
c Temperatuuraanduiding onderste
zone
d Temperatuurtoetsen onderste zone
(+ toets = warmer; - toets = kouder)
e Toets voor constante luchtvochtig
-
heid (DynaCool) onderste zone met
controlelampje
f Aan/Uit - toets bovenste en middel
-
ste zone
g Temperatuuraanduiding middelste
zone
h Temperatuurtoetsen middelste zone
(+ toets = warmer; - toets = kouder)
i Toets voor de binnenverlichting van
het gehele apparaat met controle-
lampje
j Toets voor het uitschakelen van de
zoemer middelste zone
f Toets voor het uitschakelen van de
zoemer onderste zone
Beschrijving van het apparaat
4
Bediening bovenste en middelste temperatuurzone
Bediening onderste temperatuurzone
a Deurslot
b Binnenverlichting
c Actief koolstoffilters
d Houten roosterplateaus met lijst
voor kaartjes met de wijngegevens
e Bediening van de bovenste en mid
-
delste temperatuurzone / Isolatie
-
plaat voor thermische scheiding
f Glazen deur met UV-filter
g Handgreep
h Bediening van de onderste tempera-
tuurzone / Isolatieplaat voor ther-
mische scheiding
i Isolatielijsten voor thermische schei-
ding
j Gootje voor het dooiwater en afvoer-
opening van het dooiwater
Beschrijving van het apparaat
5
Na te bestellen accessoire
Standaard voor flessen
Dit standaard is verkrijgbaar bij de af
-
deling Onderdelen van Miele Neder-
land B.V. of bij de vakhandel.
Beschrijving van het apparaat
6
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
-
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
-
zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek
-
tronische apparatuur.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te wor
-
den verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
7
Deze wijnklimaatkast voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsmaatre
-
gelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
-
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
-
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de wijnkli-
maatkast.
,
Attentie:
Op een hoogte van meer dan
1500 m kan het glas van de deur
breken!
Afgebroken stukken glas kunnen
ernstige verwondingen veroorzaken!
Efficiënt gebruik
~
Deze wijnklimaatkast is uitsluitend
bestemd voor gebruik in privéhuishou
-
dens.
~
Gebruik deze wijnklimaatkast uitslui
-
tend voor het opslaan van wijn.
Gebruik voor andere doeleinden is on
-
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
-
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be
-
diening.
~
Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de wijnklimaatkast niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen,
mogen dit alleen gebruiken als ze on-
der toezicht staan van of worden geïn-
strueerd door een verantwoordelijk per-
soon.
Met kinderen in huis
~
Kinderen mogen de wijnklimaatkast
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
wanneer ze weten hoe het apparaat
werkt en wat voor gevaar zij lopen wan
-
neer ze het fout bedienen.
~
Wanneer er kinderen in de buurt van
de wijnklimaatkast zijn, houd ze dan
goed in de gaten.
Zorg ervoor dat ze niet met het appa
-
raat gaan spelen of aan de deur han
-
gen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat de wijnklimaat
-
kast wordt ingebouwd, of het apparaat
zichtbaar beschadigd is.
Een beschadigde wijnklimaatkast mag
niet in gebruik worden genomen.
~
Wanneer de aansluitkabel is be
-
schadigd, moet deze door een erkend
vakman / vakvrouw worden vervangen.
~
Deze wijnklimaatkast bevat het koel
-
middel isobutaan (R600a). Dit is een
natuurlijk gas dat het milieu weinig be
-
last, maar wel brandbaar is. Het gas is
niet schadelijk voor de ozonlaag en ver-
sterkt het broeikaseffect niet, maar het
gebruik van dit koelmiddel heeft er wel
toe geleid dat het apparaat meer lawaai
maakt wanneer het aanstaat. Behalve
de geluiden van de compressor kunnen
er dan in het hele koelsysteem stro-
mingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te ver-
mijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het appa-
raat.
Let er bij het transport en bij de plaat
-
sing van de wijnklimaatkast op dat er
geen onderdelen van het koelsysteem
worden beschadigd. Vrijkomend koel
-
middel kan oogletsel veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch bescha
-
digd:
vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
trek de stekker uit het stopcontact,
lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minutenlang door
en neem contact op met de afdeling
Klantcontacten.
~
Hoe meer koelmiddel een wijnkli
-
maatkast bevat, des te groter moet het
vertrek zijn waarin dit apparaat wordt
opgesteld.
Is het vertrek te klein, dan kan zich bij
een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die de wijn
-
klimaatkast bevat staat op het type
-
plaatje in de binnenkant van het appa
-
raat.
~
Een veilig gebruik van de wijnkli
-
maatkast is alleen dan gegarandeerd,
wanneer het apparaat wordt gemon-
teerd en aangesloten volgens de in-
structies die in de gebruiksaanwijzing
staan.
~
Vergelijk vóórdat u de wijnklimaat-
kast aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van het elektrici-
teitsnet. Deze moeten beslist overeen-
komen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
Deze wijnklimaatkast mag niet op
het elektriciteitsnet worden aangesloten
via meervoudige stopcontacten of via
verlengsnoeren die daarvoor niet ge
-
schikt zijn.
Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar
voor oververhitting.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~
De elektrische veiligheid van de
wijnklimaatkast is uitsluitend gegaran
-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge
-
ïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een erkend vakman / vakvrouw inspec
-
teren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
-
den gesteld voor schade die wordt ver
-
oorzaakt door een ontbrekende of be
-
schadigde aarddraad (bijv. een elektri
-
sche schok).
~
Installatie-, onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden mogen alleen door
een erkend vakman / vakvrouw worden
uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker
risico's lopen waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
~
Reparaties mogen tijdens de garan-
tieperiode alleen door een technicus
van Miele worden uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, vervalt de garantie.
~
Bij installatie-, onderhouds- en repa
-
ratiewerkzaamheden mag er geen elek
-
trische spanning op de wijnklimaatkast
staan.
Daarvan is alleen sprake als aan één
van de volgende voorwaarden is vol
-
daan:
als de hoofdschakelaar van de huis
-
installatie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van deze Miele-
onderdelen kunnen wij garanderen, dat
zij volledig voldoen aan de veiligheids
-
eisen die wij stellen aan onze appara
-
ten en onderdelen daarvan.
~
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een erkend
vakman / vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Verdere tips voor het gebruik
~
Gebruik geen elektrische apparaten
in deze wijnklimaatkast, bijv. voor het
maken van softijs.
Doet u dat wel, kunnen er vonken ont
-
staan en bestaat er gevaar voor een ex
-
plosie.
~
Bewaar geen producten in de wijn
-
klimaatkast die drijfgassen of andere
explosieve middelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt inge
-
schakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
-
ten tot explosie brengen.
~
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan worden de deur-
dichtingen in de loop van de tijd po-
reus.
~
Sluit de roosters niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomver-
bruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de wijnklimaatkast beschadigd kunnen
raken.
~
Gebruik voor het reinigen van de
wijnklimaatkast nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de
-
len van het apparaat die onder span
-
ning staan en zo kortsluiting veroorza
-
ken.
~
De wijnklimaatkast is geconstrueerd
voor een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuur
-
bereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
-
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw wijnklimaat
-
kast staat aangegeven op het type
-
plaatje aan de binnenkant van uw ap
-
paraat.
Een te lage temperatuur heeft tot ge
-
volg dat de wijnklimaatkast voor
langere tijd afslaat zodat het apparaat
de vereiste temperatuur niet kan aan
-
houden.
Wat te doen wanneer u het ap-
paraat afdankt
~
Maak het slot onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat kinderen zich
bij het spelen opsluiten.
~
Beschadig geen delen van het koel-
systeem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam
-
per open te prikken;
buisleidingen om te buigen;
beschermende lagen af te krabben.
Wanneer er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri
-
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even
-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Voor het eerste gebruik
Het roestvrijstalen oppervlak is voorzien
van een folie die dient ter bescherming
van het apparaat tijdens het transport.
^
Trek deze beschermfolie er pas af
nadat het apparaat is geplaatst of in
-
gebouwd.
Begin aan de bovenkant.
^
Wrijf het roestvrijstalen oppervlak
daarna in met een middel voor het
onderhoud van roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan, waarmee wordt
voorkomen dat het weer snel vuil
wordt.
^ Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
^ Wrijf daarna alles met een doek
droog.
Laat het apparaat nadat u het hebt
geplaatst eerst een half uur tot één
uur staan voordat u het aansluit.
Dat is zeer belangrijk voor een goe
-
de werking van het apparaat!
Het inschakelen van de wijnkli
-
maatkast
De bovenste en middelste temperatuur
-
zones kunnen uitsluitend als geheel
worden in- en uitgeschakeld, terwijl de
onderste temperatuurzone apart kan
worden in- en uitgeschakeld.
Zo kunt u de onderste zone indien no
-
dig uitgeschakeld laten.
^
Druk op de Aan/Uit - toets van de
zone(s) die u wilt inschakelen, totdat
de temperatuuraanduiding(en) van
de desbetreffende zone(s) begint /
beginnen te knipperen of te branden.
Het apparaat begint te koelen.
Zijn de bovenste en middelste tempera-
tuurzones ingeschakeld, gaat de bin-
nenverlichting aan zodra u de deur
opendoet.
Het uitschakelen van de wijn
-
klimaatkast
^
Druk op de Aan/Uit - toets van de
zone(s) die u wilt inschakelen, totdat
de temperatuuraanduiding(en) van
de desbetreffende zone(s) uitgaat /
uitgaan.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergren
-
deling ingeschakeld.
Het in- en uitschakelen van de wijnklimaatkast
12
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat de bovenste en middelste zone en
ook de onderste zone per ongeluk wor
-
den uitgeschakeld.
Het in- en uitschakelen van de ver
-
grendeling
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor constante luchtvochtigheid van
de desbetreffende zone(s).
Het controlelampje van deze toets be-
gint te knipperen en in de temperatuur-
aanduiding knippert
;.
^ Druk opnieuw op de toets voor con-
stante luchtvochtigheid.
In de temperatuuraanduiding knippert
;.
Door op de temperatuurtoetsen te druk
-
ken kunt u kiezen tussen
; 0 en ; 1.
0: Vergrendeling is uitgeschakeld.
1: Vergrendeling is ingeschakeld.
^
Schakel de vergrendeling met de
temperatuurtoetsen aan of uit.
^
Druk op de toets voor constante
luchtvochtigheid om de instelling op
te slaan.
Wanneer de vergrendeling is ingescha
-
keld brandt het controlelampje van de
vergrendeling
X.
^
Druk op de Aan/Uit - toets om de in
-
stelmodus af te sluiten.
Doet u dat niet, schakelt de elektronica
na ca. 2 minuten weer automatisch over
op de normale bedieningsmodus.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de wijnklimaatkast langere
tijd niet gebruikt, doe dan het volgende.
^ Schakel het apparaat uit.
^ Trek de stekker uit het stopcontact.
^ Reinig het apparaat.
^ Laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen
wel uitgeschakeld, maar niet gerei-
nigd en niet opengezet, bestaat het
gevaar dat zich schimmel vormt.
Het in- en uitschakelen van de wijnklimaatkast
13
Wijnen blijven zich afhankelijk van om
-
gevingsfactoren ontwikkelen. Zo is
naast de temperatuur ook de kwaliteit
van de lucht doorslaggevend voor de
houdbaarheid.
Met een constante en voor de wijn
ideale temperatuur, een verhoogde
luchtvochtigheid en een geurvrije om
-
geving heersen in de wijnklimaatkast
de optimale omstandigheden waaron
-
der uw wijnen kunnen worden opgesla
-
gen.
Temperatuur
Wijnen kunnen bij een temperatuur tus-
sen de 5 en 18°C worden bewaard.
Wilt u witte en rode wijnen naast elkaar
opslaan, kies dan een temperatuur tus-
sen de 10 en de 12°C.
Bij deze temperatuur zijn de meeste
witte wijnen goed te drinken.
Rode wijnen kunnen het beste 2 uur
voordat ze worden gedronken uit de
wijnklimaatkast worden gehaald en ge-
opend. In deze 2 uur krijgen de wijnen
zuurstof, ontwikkelen ze hun aroma en
bereiken ze de juiste drinktemperatuur.
Bij een opslagtemperatuur van boven
de 22°C rijpen wijnen sneller dan goed
voor ze is.
Bij een opslagtemperatuur van onder
de 5°C kunnen ze niet optimaal rijpen.
Daarom kunnen ze beter niet langere
tijd onder de 5°C worden opgeslagen.
Temperatuurschommelingen zijn niet
goed voor wijnen. De rijping wordt
daardoor onderbroken.
Daarom is het heel belangrijk om ervoor
te zorgen dat de temperatuur in het ap
-
paraat vrijwel constant blijft.
De temperatuur is in ieder geval altijd
constant, wanneer de omgevingstem
-
peraturen zich tussen de 10 en de 38°C
bewegen.
De klimaatklasse van het apparaat om
-
vat dus een groter kamertemperatuur
-
bereik dan wordt aangegeven!
Veiligheidsvoorziening
Een thermostaat zorgt ervoor dat de
temperatuur in het apparaat niet te
sterk kan dalen.
Is de buitentemperatuur een keer aan
de lage kant, dan gaat er automatisch
een verwarmingselement in het appa-
raat aan, waarmee de temperatuur in
het apparaat nagenoeg constant wordt
gehouden.
Isolatieplaten voor de thermische
scheiding
Het apparaat beschikt over twee vaste
isolatieplaten die de binnenruimte ver
-
delen in drie zones, waar u verschillen
-
de temperaturen voor kunt instellen.
Zo kunt u in ieder geval 3 verschillende
soorten sterke drank (zoals rode wijn,
witte wijn en champagne) in het appa
-
raat opslaan.
Met behulp van de isoleerlijsten aan de
binnenkant van de glazen deur wordt
voorkomen dat de temperatuur van de
ene zone op de andere wordt overge
-
dragen.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
14
Voor de verschillende soorten sterke
drank adviseren we de volgende tem
-
peraturen:
Rode wijn: +14 °C tot +18 °C
Rosé: +10 °C tot +12 °C
Witte wijn: +8 °C tot +12 °C
Sekt: +7 °C tot +9 °C
Champagne: +5 °C tot +7 °C
Het instellen van de temperaturen
U kunt voor alle drie de zones een
aparte temperatuur instellen.
Dat doet u met de twee temperatuur-
toetsen onder de temperatuuraandui-
ding van de desbetreffende zone.
Wanneer u op de + toets drukt gaat
de temperatuur omhoog en wordt het
warmer.
Wanneer u op de - toets drukt gaat
de temperatuur omlaag en wordt het
kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
-
duiding het volgende veranderen.
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
verschijnt de temperatuurwaarde die
u het laatst heeft ingesteld knippe
-
rend in de temperatuuraanduiding.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt verschijnt in de temperatuur
-
aanduiding automatisch de tempera-
tuurwaarde die op dat moment in het
apparaat heerst.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is in alle 3 de zones in-
stelbaar van 5 tot 20°C.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
15
Temperatuuraanduidingen
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven bij normaal
gebruik de temperatuur in de desbe
-
treffende zone aan.
De temperatuur wordt alleen aangege
-
ven in een bepaald bereik.
Ligt de temperatuur daarbuiten, dan
branden er in de temperatuuraandui
-
ding alleen streepjes.
Het kan zeker een paar uur duren voor
-
dat de gewenste temperatuur wordt be
-
reikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt o.a. van de omgevingstempera-
tuur en de instelling af.
De temperatuuraanduiding gaat knip-
peren, wanneer
er een andere temperatuur wordt in-
gesteld
of wanneer
de temperatuur in de desbetreffende
zone te hoog of te laag is.
De lichtsterkte van de temperatuur
-
aanduidingen
De lichtsterkte is zwak wanneer het ap
-
paraat wordt geleverd, maar u kunt
deze veranderen.
De lichtsterkte van de bovenste zone is
gelijk aan die van de middelste zone;
ze kunnen alleen tegelijk worden veran
-
derd.
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor constante luchtvochtigheid van
de desbetreffende zone(s).
Het controlelampje van deze toets be
-
gint te knipperen en in de temperatuur
-
aanduiding knippert
;.
^
Druk zo vaak op één van de tempe
-
ratuurtoetsen totdat de temperatuur
-
aanduiding
^ aangeeft.
^
Druk opnieuw op de toets voor con
-
stante luchtvochtigheid.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
;.
Door op de temperatuurtoetsen te druk-
ken kunt u nu de lichtsterkte van de
temperatuuraanduiding veranderen.
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot
en met 5.
Bij 1 is de lichtsterkte minimaal.
Bij 5 is de lichtsterkte maximaal.
^
Kies een lichtsterkte.
^
Druk op de toets voor constante
luchtvochtigheid om de instelling op
te slaan.
^
Wanneer u klaar bent met het instel
-
len van de lichtsterkte, ga dan uit de
instelmodus door op de Aan/Uit -
toets van de desbetreffende zone(s)
te drukken.
Doet u dat niet, schakelt de elektronica
na ca. 2 minuten weer automatisch over
op de normale bedieningsmodus.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
16
Luchtvochtigheid
In een normale koelkast is de lucht
-
vochtigheid in het apparaat voor wijn te
laag en daarom is een normale koelkast
niet geschikt voor het opslaan van wijn.
Een hoge luchtvochtigheid is voor de
opslag van wijn zeer belangrijk om de
kurk van buiten vochtig te houden.
Bij een lage luchtvochtigheid droogt de
kurk van buiten uit en kan de fles niet
meer luchtdicht worden gesloten.
Om te voorkomen dat de kurk van bin
-
nen uitdroogt kunt u de flessen het be
-
ste altijd liggend opslaan, zodat de wijn
de kurk van binnen vochtig houdt.
Wanneer er lucht in de fles dringt be-
derft iedere wijn onherroepelijk.
Wanneer de omgevingstemperaturen
tussen de 15 en de 35°C liggen kunt u
er zeker van zijn dat de luchtvochtig-
heid in het apparaat ideaal is (tot 70%).
Tip: Flessen wijn kunnen het beste min-
stens 2 uur, liefst een dag lang, rechtop
staan voordat ze worden geserveerd.
Zo kan het bezinksel neerslaan op de
bodem van de fles.
Toetsen voor constante luchtvochtig
-
heid (DynaCool) m
Met de DynaCool stijgt de relatieve
luchtvochtigheid in het apparaat.
Gelijktijdig worden luchtvochtigheid en
temperatuur gelijkmatig verdeeld, zodat
al uw wijnen onder even goede omstan
-
digheden worden bewaard.
U kunt de DynaCool voor de bovenste
en middelste zone tegelijk en voor de
onderste zone apart in- en uitschake
-
len.
Het inschakelen van de DynaCool
Wanneer u de wijnklimaatkast wilt ge
-
bruiken om wijn voor lange tijd op te
slaan, schakel dan de DynaCool in.
Daarmee wordt in de binnenruimte een
duurzaam klimaat bereikt dat gelijk
staat met het klimaat van een wijnkel
-
der.
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor constante luchtvochtigheid van
de desbetreffende zone(s).
Het controlelampje van deze toets be-
gint te knipperen.
Ook wanneer u de DynaCool niet
heeft ingesteld, schakelt het appa-
raat altijd automatisch de ventila-
toren in, zodra u de koeling aanzet.
Zo kunt u er zeker van zijn, dat het
optimale klimaat voor uw wijn be-
houden blijft.
Wanneer de deur wordt geopend,
worden de ventilatoren automatisch
even uitgeschakeld.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
17
Het uitschakelen van de DynaCool
Daar het energieverbruik hoger is en
het apparaat ook wat meer lawaai
maakt wanneer de DynaCool is inge
-
schakeld, kunt u deze tussendoor zo nu
en dan uitschakelen.
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor constante luchtvochtigheid van
de desbetreffende zone(s).
Het controlelampje van deze toets gaat
uit.
Optimale luchtverversing door
actief koolstoffilters
Het apparaat beschikt over 2 actief
koolstoffilters.
Deze filteren de lucht die het apparaat
binnenstroomt en maken de lucht vers
en stof- en reukvrij.
Zo zorgen de filters voor een optimale
luchtverversing en voor een hoge lucht-
kwaliteit. Door deze verse lucht worden
er geen onaangename geurtjes op de
wijnen overgedragen.
De lucht wordt nadat hij is gefilterd
door de ventilatoren (DynaCool) gelijk
-
matig over de binnenruimte verdeeld.
Vervang de actief koolstoffilters 1x
per jaar.
De filters zijn in de vakhandel ver
-
krijgbaar.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
18
Wanneer u uw wijnen aan iemand wilt
presenteren of een overzicht van uw
opgeslagen wijnen wilt hebben terwijl
de deur dicht is, kunt u de binnenver
-
lichting inschakelen.
Alle 3 de zones hebben een lichtlijst
en er is één toets voor de binnenver
-
lichting, zodat de verlichting in de 3
zones s altijd tegelijk aan- of uitgaat.
UV-licht en verlichting die warmte af
-
geeft zijn schadelijk voor de wijn.
Daarom is gekozen voor verlichting
door LED’s.
Het inschakelen van de binnenver-
lichting
^ Druk op de toets voor de binnenver-
lichting.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden.
Het wijzigen van de lichtsterkte
De lichtsterkte van de binnenverlichting
kan worden gewijzigd.
^
Druk op de toets voor de binnenver
-
lichting en blijf erop drukken.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden.
^
Druk tegelijk op één van de tempera
-
tuurtoetsen.
Wanneer u op de + toets drukt wordt
het licht sterker.
Wanneer u op de - toets drukt wordt
het licht zwakker.
De lichtsterkte wordt altijd voor alle 3
de zones tegelijk gewijzigd.
De lichtafdekkingen mogen niet wor-
den verwijderd.
Zijn de afdekkingen echter bescha
-
digd of verwijderd, let er dan op dat
u niet met optische instrumenten in
de laserstralen (laserstraling klasse
1M) kijkt!
Binnenverlichting
19
Houten roosterplateaus
Een fles wijn kan het beste zolang mo
-
gelijk blijven liggen. Wanneer een fles
wijn wordt verplaatst wordt het natuur
-
lijke rijpingsproces van de wijn onder
-
broken. Dit heeft een negatief effect op
de smaak.
Sla identieke wijnsoorten daarom zo
-
veel mogelijk naast elkaar op hetzelfde
plateau op.
Daarmee voorkomt u dat u, wanneer u
een fles wijn uit het apparaat haalt, an
-
dere flessen moet verplaatsen.
De houten roosterplateaus zijn op gelei-
derails uittrekbaar.
Daardoor kunt u de flessen makkelijk in
het apparaat leggen en er weer uitha-
len.
Wilt u een houten plateau uit het appa-
raat halen,
^ trek het dan met de geleiderails naar
voren totdat u weerstand voelt en
haal het van de rails af.
Wilt u het plateau er weer in zetten,
^
zet het dan op de uitgetrokken gelei
-
derails en laat het vastklikken.
Wijnkaartjes
Om een goed overzicht van uw opge
-
slagen wijnen te krijgen, kunt u de bij
-
gevoegde wijnkaartjes gebruiken.
^
Schrijf de wijngegevens op de
kaartjes.
^
Plaats de kaartjes via de bovenkant
in de lijst aan de voorkant van de
roosterplateaus.
Wijnkaartjes zijn verkrijgbaar bij de vak
-
handel.
Maximale beladingscapaciteit
In totaal kunnen 143 flessen in het ap
-
paraat worden opgeslagen, en wel 36
in de bovenste, 45 in de middelste en
62 in de onderste zone.
Bij de berekening is uitgegaan van fles
-
sen Bordeaux van 0,75 l.
Deurslot
U kunt uw wijnklimaatkast met een
deurslot vergrendelen.
^ Steek de sleutel in het deurslot.
^ Druk de sleutel naar beneden en
draai de sleutel 90°, totdat het deur-
slot vastklikt.
^ Druk de sleutel weer naar boven en
trek hem eruit.
Houd om het apparaat weer open te
doen dezelfde volgorde aan.
Draai de sleutel daarbij in de andere
richting.
Het opslaan van wijnen
20
Dit apparaat is uitgerust met een waar
-
schuwingssysteem in de vorm van een
akoestisch en optisch signaal.
Daarmee wordt voorkomen dat de tem
-
peratuur in de 3 temperatuurzones on
-
gemerkt stijgt of daalt en de wijn daar
-
mee zou kunnen schaden.
Temperatuuralarm
Wanneer de temperatuur in één van de
3 temperatuurzones ca. 4°C boven of
ca. 4°C onder de ingestelde tempera
-
tuur komt, gaat er een zoemer. Gelijktij
-
dig gaat de temperatuuraanduiding van
de desbetreffende temperatuurzone
knipperen.
De zoemer gaat ook en de tempera-
tuuraanduiding knippert ook wanneer:
u het apparaat inschakelt en de tem-
peratuur die op dat moment in een
temperatuurzone heerst teveel ver-
schilt van de temperatuur die u heeft
ingesteld;
u flessen wijn hersorteert of eruit
haalt en er daarbij te veel warme
lucht in het apparaat stroomt;
u een vrij groot aantal flessen wijn in
het apparaat legt;
de stroom een vrij lange tijd uitge
-
schakeld is geweest.
Deuralarm
De zoemer gaat ook wanneer de deur
van het apparaat langer dan ca. 60 se
-
conden openstaat.
Hoe kunnen wij het waarschu
-
wingssysteem inschakelen?
Het systeem is automatisch klaar voor
gebruik en hoeft niet te worden inge
-
schakeld.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de ingestelde temperatuur in een
temperatuurzone is bereikt, houdt de
zoemer op en brandt de temperatuur
-
aanduiding van de desbetreffende
zone constant.
Wanneer de zoemer u hindert dan kunt
u deze voortijdig uitschakelen.
^ Druk op de toets voor het uitschake-
len van de zoemer in de desbetref-
fende zone.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding blijft zolang
knipperen totdat de alarmtoestand
voorbij is.
Daarna brandt de temperatuuraandui
-
ding constant.
Vanaf dat moment is het waarschu
-
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
Zoemer
21
Terwijl de wijnkast in werking is, kunnen
zich aan de achterwand van het appa
-
raat rijp en waterpareltjes vormen.
Deze hoeft u niet te verwijderen, want
het apparaat wordt automatisch ont
-
dooid.
Het dooiwater loopt via het gootje voor
het dooiwater en via de afvoeropening
voor het dooiwater in het verdampings
-
systeem aan de achterkant van het ap
-
paraat.
Let erop dat het dooiwater altijd on
-
gehinderd weg kan lopen.
Houd het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater daarom
schoon.
Het ontdooien van de wijnklimaatkast
22
Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
-
middelen of chemische oplosmid
-
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
-
ken.
Gebruik voor het roestvrijstalen op
-
pervlak een middel voor het onder
-
houd van roestvrij staal.
Dit middel is verkrijgbaar bij de af
-
deling Onderdelen van Miele Neder
-
land B.V.
Let erop dat er geen water in de
elektronica of in de verlichting te-
rechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigings-
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig
in het geval er een storing optreedt.
Voor het reinigen
^
Schakel de wijnklimaatkast uit.
^
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Haal de flessen uit het apparaat.
^
Haal alle toebehoren uit het apparaat
die uitneembaar zijn.
Het reinigen van de buitenkant,
de binnenruimte en de toebe
-
horen
^
Reinig de deur met een glasreiniger.
^ Reinig de binnenruimte en de toebe-
horen met lauwwarm water met wat
reinigingsmiddel.
^ Reinig de toebehoren met de hand.
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge-
lijks, zodat het dooiwater altijd onge-
hinderd weg kan lopen.
^
Neem binnenruimte en toebehoren
daarna met helder water af en wrijf
alles met een doek droog.
^
Laat de deur van het apparaat korte
tijd openstaan.
^
Reinig de roestvrijstalen buitenkant
met een middel dat daar geschikt
voor is.
^
Wrijf de buitenkant daarna in met een
middel dat geschikt is voor het on
-
derhoud van roestvrij staal.
Het is belangrijk dat dit iedere keer
na de reiniging gebeurt.
Daarmee wordt voorkomen dat het
roestvrij staal weer snel vuil wordt.
Het reinigen van de wijnklimaatkast
23
Het reinigen van de ventilatie
-
roosters
^
Reinig de ventilatieroosters regelma
-
tig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de deurdich
-
ting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan wordt de deur
-
dichting in de loop van de tijd po-
reus.
^ Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Het reinigen van het metalen
rooster aan de achterkant
Het metalen rooster aan de achterkant
van het apparaat (de warmtewisselaar)
moet minstens eenmaal in het jaar van
stof worden ontdaan.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Let er bij het reinigen van het meta
-
len rooster op dat er geen kabels of
andere onderdelen worden afge
-
scheurd, geknikt of beschadigd.
Het reinigen van de actief kool
-
stoffilters
De actief koolstoffilters moeten 1x in het
jaar worden vervangen.
Actief koolstoffilters zijn verkrijgbaar bij
de vakhandel.
^ Draai het filter 90° naar rechts of
links.
^ Trek het filter eruit.
^ Plaats het nieuwe filter met de hand-
greep in verticale positie.
^ Draai het filter 90° naar rechts of
links, totdat het vastklikt.
Na het reinigen
^
Plaats alle toebehoren weer terug in
de wijnklimaatkast.
^
Leg de flessen weer terug.
^
Steek de stekker in het stopcontact.
^
Schakel het apparaat weer in.
^
Sluit de deur.
Het reinigen van de wijnklimaatkast
24
Reparaties aan elektrische appara
-
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
Wanneer dit niet gebeurt dan kan de
gebruiker grote risico’s lopen.
Wat moet u doen, wanneer...
...dewijnklimaatkast het niet doet?
^
Controleer of:
het apparaat is ingeschakeld
- één van de temperatuuraandui
-
dingen moet branden - ;
de stekker stevig in het stopcontact
zit;
de hoofdschakelaar van de elektri-
sche huisinstallatie is ingeschakeld.
Is dit wel het geval,
^ neem dan contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
...dewijnklimaatkast vaker en voor
langere tijd aanslaat?
^
Controleer of:
de ventilatieroosters geblokkeerd of
stoffig zijn;
het metalen rooster aan de achter
-
kant van het apparaat (de warmte
-
wisselaar) stoffig is;
de deur van de wijnklimaatkast vaak
is geopend;
de deur van het apparaat goed sluit.
...dezoemer gaat en één van de
temperatuuraanduidingen knippert?
De temperatuur in de desbetreffende
temperatuurzone is te hoog of te laag
vergeleken met de ingestelde tempera
-
tuur, doordat:
de deur van het apparaat vaak is ge
-
opend;
de ventilatieroosters zijn afgedekt;
de stroom vrij lang uitgevallen is ge
-
weest.
Wanneer het euvel verholpen is, dan
houdt de zoemer op en brandt de tem-
peratuuraanduiding constant.
...iénvandetemperatuuraandui-
dingen alleen een streep brandt /
knippert?
Een temperatuur wordt alleen aangege-
ven als deze in het aan te geven bereik
ligt.
. . . één van de temperatuuraandui
-
dingen "F0" oder "F1" aangeeft?
Er is sprake van een storing.
^
Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
. . . het apparaat niet kan worden uit
-
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
Nuttige tips
25
...debinnenverlichting het niet
meer doet?
^
Controleer of de deur van het appa
-
raat vrij lange tijd geopend is ge
-
weest.
Is dat niet het geval, dan is er sprake
van een storing.
Wanneer de deur openstaat, gaat de
verlichting na ca. 15 minuten automa
-
tisch uit.
^
Controleer of de bovenste en middel
-
ste temperatuurzones allebei zijn uit
-
geschakeld.
Is dat niet het geval, dan is er sprake
van een storing.
De binnenverlichting brandt alleen wan-
neer de bovenste en middelste tempe-
ratuurzones zijn ingeschakeld.
^ Bel bij storing de afdeling Klantcon-
tacten van Miele Nederland B.V.
De lichtafdekkingen mogen niet wor-
den verwijderd.
Zijn de afdekkingen echter bescha
-
digd of verwijderd, let er dan op dat
u niet met optische instrumenten in
de laserstralen (laserstraling klasse
1M) kijkt!
. . . zich aan de etiketten van de fles
-
sen schimmel heeft gevormd?
Er zijn etikettenlijmen die schimmel bij
de etiketten kunnen veroorzaken.
^
Reinig de flessen en verwijder even
-
tuele lijmresten.
Kunt u een storing ook met boven
-
genoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
Open als het mogelijk is de deur van
het apparaat niet vóórdat de storing
is verholpen.
Op deze manier houdt u het koude
-
verlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips
26
Vaak voorkomende ge
-
luiden
Waar komen deze geluiden vandaan?
Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan
-
neer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker.
Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
motor in- of uitschakelt.
Sssrrrrr.... Dit ruisende geluid is te horen bij apparaten die over verschillen
-
de zones of over een no-frost-systeem beschikken en wordt ver
-
oorzaakt door de luchtstroming in de binnenruimte van het appa
-
raat.
Bedenk dat dit soort geluiden niet te vermijden zijn.
Geluiden die makkelijk te
verhelpen zijn
Wat is de oorzaak van deze geluiden en wat kunt
u daartegen doen?
Klapperende en rammelende ge-
luiden
Het apparaat staat niet waterpas: Stel het apparaat met behulp
van een waterpas. Gebruik de stelvoeten onder het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan:
Schuif het apparaat een eindje weg.
Diepvriesvakken, plateaus of andere uitneembare onderde
-
len van het apparaat zitten niet goed op hun plaats: Zet ze
weer goed.
In het apparaat staan flessen of andere gebruiksvoorwerpen
tegen elkaar aan: Zorg ervoor dat ze niet meer tegen elkaar
aankomen.
De transportkabelhouder hangt nog aan de achterkant van
het apparaat: Verwijder de kabelhouder.
Geluiden en de oorzaken ervan
27
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi
-
leerd
In gesloten ruimten waar niet
kan worden geventileerd
Op een plaats waar de zon niet di
-
rect op kan schijnen
Op een plaats waar de zon di
-
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (verwar
-
ming, fornuis)
Naast een warmtebron (verwar
-
ming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Bij een hogere omgevingstem
-
peratuur
Temperatuurinstelling
in standen
Instelling van één van de middelste
standen: 2 of 3.
Hoe hoger de stand, hoe lager
de temperatuur, des te hoger
het energieverbruik
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °C Bij apparaten met winterschake
-
ling: schakel bij omgevingstem
-
peraturen lager dan 16 °C de
winterschakeling uit.
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
Dagelijks gebruik Open de deur alleen wanneer dat
nodig is en dan nog zo kort moge-
lijk.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur
vaker wordt geopend en de
deur langer geopend blijft.
Leg de levensmiddelen bij het inrui-
men meteen op de goede plek.
Moet u lang zoeken, dan stijgt
de temperatuur.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Zijn de levensmiddelen nog
warm, moet de motor langer
werken om de vereiste tempera
-
tuur te bereiken.
Leg de levensmiddelen alleen afge
-
dekt of verpakt in het apparaat.
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt
de koelcapaciteit af.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont
-
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tussen
de levensmiddelen kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het diepvriesgedeelte wan
-
neer er een ijslaag van 1 cm in zit.
Een ijslaag in het diepvries
-
gedeelte bemoeilijkt het invrie
-
zen en bewaren van producten
in dit gedeelte. Daardoor stijgt
het stroomverbruik.
Het besparen van energie
28
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Telefoonnummer en adres van Miele
Nederland B.V. vindt u op de achterzij
-
de van deze gebruiksaanwijzing.
Geef bij het inschakelen van de afde
-
ling Klantcontacten altijd het type en
het nummer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje in de binnenruimte van het ap-
paraat.
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
Garantietermijn en garantievoorwaar-
den
De garantietermijn bedraagt 2 jaar.
Voor nadere bijzonderheden over de
garantievoorwaarden kunt u bellen met
de afdeling Klantcontacten.
Afdeling Klantcontacten / Garantie
29
Dit apparaat mag alleen door een er
-
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
-
sluitkabel en een stekker met randaar
-
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
-
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een 10 A-
zekering te worden gezekerd.
In de EU-voorschriften geeft men ter
verhoging van de veiligheid het advies
om de huisinstallatie van een aardlek-
schakelaar te voorzien.
Het apparaat mag niet op omvormers
worden aangesloten die bij autonome
stroomvoorzieningen zoals zonne-
energie worden gebruikt. Het is moge
-
lijk dat wanneer het apparaat in dat ge
-
val wordt ingeschakeld, het door span
-
ningspieken om veiligheidsredenen
weer wordt uitgeschakeld. De elektroni
-
ca kan beschadigd raken.
Het apparaat mag ook niet met een
energievoorkeurstekker worden ge
-
bruikt. Het is mogelijk dat er in dat ge
-
val te weinig energie naar het apparaat
wordt toegevoerd en dat componenten
in het apparaat te warm worden.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
-
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
-
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
-
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
Elektrische aansluiting
30
Zet geen apparaten op uw wijnkast
die warmte afgeven, zoals brood
-
roosters of magnetrons.
Doet u dat wel dan wordt er onnodig
veel energie verbruikt.
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
-
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct doorheen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomver-
bruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
Ieder koelapparaat is geconstrueerd
voor een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuur-
bereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
-
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van het apparaat
staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van uw apparaat.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C
Attentie: De klimaatklasse van deze
wijnkast omvat een groter kamertempe
-
ratuurbereik dan wordt aangegeven!
De temperatuur in het apparaat is in
ieder geval altijd constant, wanneer de
omgevingstemperaturen zich tussen de
10 en de 38 °C bewegen.
Luchttoevoer en luchtafvoer
Het apparaat kan direct met de achter
-
wand tegen de muur worden geplaatst.
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt echter warm.
Om een goede luchtafvoer en luchttoe
-
voer te waarborgen moet u ervoor zor
-
gen dat de ventilatieroosters niet afge
-
dekt zijn en dat ze regelmatig stofvrij
worden gemaakt.
Het plaatsen van het apparaat
^ Haal eerst de kabelhouder van de
achterkant van het apparaat af.
^ Controleer of alle delen aan de ach-
terwand van het apparaat nergens
tegenaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
^ Schuif het apparaat voorzichtig op de
daarvoor bestemde plaats.
Het stellen van het apparaat
^
Stel het apparaat stevig en waterpas
via de stelvoeten met de bijgevoegde
steeksleutel.
Tips voor het plaatsen van het apparaat
31
Het apparaat wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur.
Moet de deur linksscharnierend zijn,
verander dan de draairichting.
Wij adviseren u dat door een vak
-
man / vakvrouw te laten doen.
Wilt u dat zelf doen, is het beslist
noodzakelijk dat u iemand vraagt
om u daarbij te helpen.
De glazen deur is zeer zwaar en kan
breken.
Het verplaatsen van de deur
In het volgende plaatje hebben wij
het apparaat los van de deur afge-
beeld om beter te kunnen laten zien
hoe u te werk moet gaan.
^ Sluit de deur van het apparaat.
^ Open het deurslot indien nodig.
^
Draai schroef a uit het onderste
hoekscharnier b.
Attentie!
De deur van het apparaat is zeer
zwaar!
^
Til de deur iets op, klap hem naar
buiten en licht hem eruit.
^
Schroef het onderste hoekscharnier
eraf c en schroef het scharnier b er
aan de andere kant weer op.
^
Zet de afdekking d er aan de andere
kant weer aan.
Onderkant van de deur:
^ Schroef de deuropeningsbegrenzer
e eraf en schroef hem er aan de an-
dere kant weer aan.
^ Verwijder het afdekkapje f.
^ Schroef de lagerbout g en het
scharnierblok h eruit.
^ Schroef eerst het scharnierblok h en
daarna de lagerbout g er aan de an
-
dere kant weer in.
Let daarbij op de uitsparing in het
scharnierblok (detail x).
^
Draai de lagerbout g daarna 90°,
totdat hij vast in het scharnierblok h
zit.
Bovenkant van de deur:
^
Verwijder de afdekking i en schroef
het hoekscharnier j eraf.
^
Schroef de lagerbout k in het twee
-
de gat van het hoekscharnier j.
Het veranderen van de draairichting van de deur
32
^
Draai zowel de metalen haken l en
m, als ook de afdekking n met 180°
en zet ze er aan de andere kant weer
op.
^
Schroef het hoekscharnier j er aan
de andere kant weer aan.
^
Draai de afdekking i met 180° en
zet deze er aan de andere kant weer
op.
^
Verwijder het afdekkapje o.
^
Plaats de deur op de bovenste lager
-
bout k.
^ Klap de deur van buiten naar binnen
zodat de onderste lagerbout g in de
rail van het hoekscharnier b zit.
^
Sluit de deur en stel het apparaat zo
-
wel in de hoogte als in aan de zij
-
kanten.
^
Draai schroef a in het buitenste gat
van het hoekscharnier b,omdela
-
gerbout in het hoekscharnier te be
-
vestigen.
^
Zet een sleufschroevendraaier in de
inkeping q en maak de handgreep
p daarmee voorzichtig van de deur
los.
Let erop dat de schroevendraaier
niet uit uw handen glijdt en het ap
-
paraat beschadigd raakt.
^
Haal de handgreep p voorzichtig uit
de deur.
^
Zet de handgreep p in de hand
-
greeplijst aan de andere kant van de
deur.
Duw de handgreep er zo in dat deze
naadloos op de deur aansluit.
^
Zet nu de afdekkapjes f en o van
binnen in de open handgreeplijst,
zodat de stopjes van buiten niet
zichtbaar zijn.
Het veranderen van de draairichting van de deur
33
Het verplaatsen van het deurslot
^
Open de deur van het apparaat.
^
Trek de sleutel van het deurslot af.
^
Verwijder de afdekking a met be
-
hulp van een sleufschroevendraaier.
Begin bij de inkeping.
^ Draai de beide schroeven b er bij de
slothouder uit.
^ Trek het slot c er samen met de
slothouder uit.
Steek daarvoor de sleutel in het slot
en trek het slot er met de sleutel uit.
^
Leg het slot voor u zoals op het plaat
-
je.
Druk het beveiligingsschijfje d met
behulp van een sleufschroevendraai
-
er naar boven en verwijder het.
^
Trek het sluithendeltje e van het slot
af.
^
Neem de slothouder in de hand zoals
op het plaatje.
^
Druk de sleutel naar beneden en
draai de sleutel met 90° totdat u
weerstand voelt.
^ Draai het sluithendeltje e met 180°
en zet het weer op de slothouder zo-
als op de afbeelding.
^
Schuif het beveiligingsschijfje d er
weer op totdat het vastklikt.
Zie de afbeelding.
^
Haal de afdekking er aan de tegeno
-
vergestelde kant van de deur af en
zet deze er aan de andere kant weer
aan.
Het veranderen van de draairichting van de deur
34
^
Plaats het deurslot in de nieuwe posi
-
tie.
^
Schroef het deurslot vast en zet de
afdekking a van het deurslot er weer
op.
Het veranderen van de draairichting van de deur
35
Wijzigingen voorbehouden / 3409
KWT 4974 SG ed
M.-Nr. 07 071 220 / 02
18

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele KWT 4974 SG bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele KWT 4974 SG in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,45 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info