448007
21
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/28
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
Gaskookplaten
KM 360 G
KM 360-1 G
KM 361 G
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M
M.-Nr. 05 886 820
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Brander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vóór het eerste gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Reiniging voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Inschakelen, instellen, uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De juiste pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vlambeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Wanneer de stroom uitvalt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Pannendragers, bedieningsknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De bovenkant van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Brander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Klantcontacten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Inhoud
2
Modellen
KM 360 G / KM 360-1 G
a Sterkbrander
b Sudderbrander
c Normaalbrander
d Pannendrager (2-delig)
e Symbolen voor de kookzones
f Netaansluitsnoer
g Stekker
Bedieningsknop:
h links voor
i links achter
j rechts achter
k rechts voor
Algemeen
3
KM 361 G
a Sterkbrander
b Sudderbrander
c Normaalbrander
d Pannendrager (per brander)
e Symbolen voor de kookzones
f Netaansluitsnoer
g Stekker
Bedieningsknop:
h links voor
i links achter
j rechts achter
k rechts voor
Algemeen
4
Brander
l Branderdop
m Branderkop
n Brandervoet
o Thermo-element vlambeveiliging
p Elektrische vonkontsteking
Algemeen
5
Lees de gebruiksaanwijzing aan
-
dachtig door voordat u uw apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
-
liger voor uzelf en u voorkomt scha
-
de aan het apparaat.
Dit apparaat mag alleen worden ge
-
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en
die volledig op de hoogte zijn van
de inhoud van de gebruiksaanwij
-
zing!
Plak het typeplaatje dat u bij de do
-
cumentatie van het apparaat vindt
op de daarvoor bestemde plaats in
het hoofdstuk "Typeplaatje".
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan een eventuele
volgende eigenaar.
Het inbouwen en aansluiten
van het apparaat
Alleen een erkend vakman mag het
apparaat plaatsen en aansluiten op
het gas- en elektriciteitsnet. Een vak
-
man kent de landelijke voorschriften en
de voorschriften van het energiebedrijf
en houdt zich daar strikt aan. Wanneer
er bij het inbouwen en aansluiten van
het apparaat fouten worden gemaakt,
kan de fabrikant niet aansprakelijk wor
-
den gesteld voor schade die daar
eventueel het gevolg van is.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaar
-
borgd als het wordt aangesloten op
een volgens de voorschriften geïnstal
-
leerd aardingssysteem. Het is belang
-
rijk dat u dit controleert en in geval van
twijfel de huisinstallatie door een vak
-
man laat controleren. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door een ont
-
brekende of beschadigde aarddraad
(bijvoorbeeld een elektrische schok).
Zorg dat na de inbouw de gas
-
slang en de elektriciteitskabel niet
met hete onderdelen in aanraking ko-
men. Door te hoge temperaturen kun-
nen de slang en de kabel beschadigd
raken.
Wordt het apparaat met een ver-
lengkabel op de netspanning aan-
gesloten, dan moeten de verlengkabel
en de stekkerverbinding tegen vocht
geïsoleerd zijn.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
-
per) worden ingebouwd en aangeslo
-
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
-
daan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Verantwoord gebruik
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd. Alleen dan kunt u er
zeker van zijn dat u niet met delen in
aanraking komt die onder spanning
staan.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen voor
het bereiden van gerechten. Ge
-
bruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor-
zaakt door gebruik voor andere doel-
einden dan hier aangegeven of door
foutieve bediening.
Gebruik dit apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de hoge temperaturen kunnen
brandbare voorwerpen in de buurt van
het apparaat vlam vatten. Bovendien
wordt hierdoor de levensduur van het
apparaat verkort.
Bij gebruik van een gaskookplaat
ontstaan warmte en vocht. Zorg
daarom voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat staat opge
-
steld. Open een buitenraam of zorg
voor mechanische afzuiging (bijvoor
-
beeld via een afzuigkap).
Als u het apparaat lang en intensief
gebruikt, is het aan te raden de
ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld
door een buitenraam te openen of door
de afzuigkap op een hoge stand in te
schakelen.
Het apparaat mag niet in de open
lucht worden geplaatst en gebruikt.
Zorg dat alle branderdelen op de
juiste wijze zijn gemonteerd, voor
-
dat u de brander ontsteekt.
Zorg dat op een ontstoken brander
altijd een pan staat. Een erboven
geplaatste afzuigkap kan anders be-
schadigd raken of vlam vatten.
Gebruik op gaskookplaten alleen
pannen waarvan de bodemdiame-
ter niet groter of kleiner is dan in de ge-
bruiksaanwijzing staat aangegeven (zie
ook de rubriek "De juiste pannen"). Als
de diameter te klein is, staat de pan
niet stevig genoeg. Is de diameter te
groot, dan worden de hete verbran-
dingsgassen te ver naar de zijkant ge
-
voerd en kunnen het werkblad, een niet
hittebestendige wand of onderdelen
van de kookplaat beschadigd raken.
Voor schade die op deze wijze is ont
-
staan, kan de fabrikant niet aansprake
-
lijk worden gesteld.
Bewaar geen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van het ap
-
paraat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Het voorkomen van schade
aan het apparaat
Reinig het apparaat nooit met een
stoomreiniger. De stoom kan in
aanraking komen met onder spanning
staande delen en kortsluiting veroorza
-
ken. Door de stoom kunnen ook het op
-
pervlak en onderdelen van het appa
-
raat blijvend beschadigd raken, waar
-
voor de fabrikant niet aansprakelijk kan
worden gesteld.
Gebruik geen kookgerei met een te
dunne bodem. Verhit kookgerei
nooit leeg, tenzij de fabrikant van het
kookgerei een dergelijk gebruik uitdruk-
kelijk toestaat. Het apparaat kan anders
beschadigd raken!
Bij apparaten met keramische plaat:
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als
het verkeerd terechtkomt.
Bij apparaten met roestvrijstalen lek
-
blad:
Voorkom dat zouthoudende ge
-
rechten of vloeistoffen op de roest
-
vrijstalen plaat terechtkomen. Gebeurt
dat toch, dan moeten deze stoffen met
-
een grondig worden verwijderd, anders
kan er roestvorming optreden.
Plaats de pannendragers verticaal
op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Het voorkomen van brandwon
-
den
Het apparaat wordt bij gebruik erg
heet en blijft dat ook nog enige tijd
na het uitschakelen. Raak het apparaat
daarom niet aan, zolang het nog heet
is.
Trek altijd ovenwanten aan of ge
-
bruik pannenlappen als u met het
hete apparaat werkt. Zorg dat deze niet
te dicht bij de vlammen komen. Gebruik
dan ook geen al te grote pannenlap
-
pen, theedoeken of iets dergelijks. De
pannenlappen mogen niet nat of voch-
tig zijn, omdat ze de warmte dan beter
geleiden. U kunt zich branden!
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookplaat, anders
ontstaat er overdruk waardoor de blik-
ken uiteenspatten en u zich kunt ver-
wonden.
Gebruik het apparaat niet als werk-
blad. Als het apparaat per ongeluk
wordt ingeschakeld of als het nog heet
is, kunnen voorwerpen - afhankelijk van
het materiaal - heet worden, smelten of
vlam vatten.
Dek het apparaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het ap
-
paraat nog heet is of wordt ingescha
-
keld, bestaat er brandgevaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Verwijder vetspatten en andere
brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat, an
-
ders bestaat er brandgevaar.
Houd het apparaat goed in de ga
-
ten wanneer u met olie of vetten
werkt. Oververhit vet en oververhitte
olie kunnen vlam vatten. Daarbij kan
ook de afzuigkap in brand raken.
Brandgevaar!
Mocht het vet of de olie toch een
keer vlam vatten, gebruik dan nooit
water voor het blussen! Doof de vlam
-
men met een geschikte deksel, een
vochtige doek of iets dergelijks.
Flambeer nooit onder een afzuig
-
kap. Door de vlammen kan de af
-
zuigkap in brand vliegen.
Zorg dat de vlammen van de
brander niet onder de pan van
-
daan komen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Als het apparaat defect is
Wanneer u een defect aan het ap
-
paraat constateert, schakel dan
eerst het apparaat uit, draai vervolgens
de gaskraan dicht en schakel dan de
hoofdschakelaar van de huisinstallatie
uit. Draai smeltveiligheden er volledig
uit. Is het apparaat niet ingebouwd en
heeft het geen vaste aansluiting, trek
dan ook de aansluitkabel uit het stop
-
contact. Pak de aansluitkabel bij de
stekker vast.
Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar
niet weer wordt ingeschakeld en dat er
geen spanning op het apparaat komt,
totdat het defect is verholpen.
Bij apparaten met keramische
plaat: Houdt u er rekening mee dat
ook bij scheuren en barsten in het ap-
paraat sprake is van een defect. Scha-
kel het apparaat dan ook meteen uit,
sluit de gastoevoer af en maak het ap-
paraat spanningsvrij. U kunt anders
een elektrische schok krijgen!
Reparaties mogen alleen door vak
-
mensen worden uitgevoerd. Bij on
-
deskundig uitgevoerde reparaties loopt
de gebruiker grote risico’s en kan het
apparaat beschadigd raken. Open
nooit de ommanteling van het apparaat.
Als dit apparaat binnen de
garantieperiode defect raakt, mag
het alleen door Miele Nederland wor
-
den gerepareerd, anders vervalt de ga
-
rantie.
Het voorkomen van andere ge
-
varen
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat aansluitkabels van andere
apparaten niet in aanraking komen met
hete kookzones. De isolatie van de ka
-
bels kan beschadigd raken, waardoor u
een elektrische schok kunt krijgen.
Zorg ervoor dat gerechten altijd
voldoende worden verhit. Eventue
-
le bacteriën in het eten worden alleen
gedood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want
dat smelt bij hoge temperaturen.
Brandgevaar!
Wanneer zich onder het apparaat
een schuiflade bevindt, zonder tus-
senbodem, mogen daarin geen licht
ontvlambare stoffen of brandbare voor-
werpen zoals spuitbussen worden be
-
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
Als het apparaat gedurende een
ongebruikelijk lange tijd niet is ge
-
bruikt, is het aan te bevelen het appa
-
raat grondig te reinigen voordat u het
weer in gebruik neemt. Laat de cor
-
recte werking van het apparaat zo no
-
dig door een vakman controleren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
-
handeling kunnen deze stoffen schade
-
lijk zijn voor de gezondheid en het mili
-
eu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeen-
telijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
-
instructies en waarschuwingen".
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
12
Instellen
^
Als de vlam na het loslaten goed
brandt, kiest u een stand tussen de
symbolen van de grote en de kleine
vlam. De vlam wordt kleiner als u de
knop naar links draait en groter als u
hem naar rechts draait. U hoeft de
knop daarbij niet in te drukken.
^
De vlammen mogen niet onder de
pan vandaan komen. Omdat de vlam
aan de buitenkant heter is dan in de
kern moeten de punten van de vlam
de panbodem raken. De warmte
wordt anders aan de lucht afgeven.
Bovendien kunnen de pangrepen be-
schadigd raken en neemt de kans op
verbrandingen toe.
Uitschakelen
^
Draai de bedieningsknop naar rechts
op het symbool "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de
vlam gaat uit.
Bediening
15
De juiste pannen
Brander Minimale diameter
panbodem in cm
Sudderbrander 10
Normaalbrander 12
Sterkbrander 14
Maximale diame
-
ter bovenkant pan
in cm
Sudderbrander 22
Normaalbrander 22
Sterkbrander 24
Gebruik een pan die qua diameter bij
de brander past. Algemene regel:
grote diameter = grote brander,
kleine diameter = kleine brander.
Gebruik liever brede, lage pannen
dan smalle, hoge pannen. De inhoud
wordt dan sneller verhit.
Gebruik bij voorkeur pannen met een
dikke bodem, omdat de warmtever
-
deling dan beter is. Bij pannen met
een dunne bodem bestaat het ge
-
vaar dat de gerechten plaatselijk
oververhit raken. Roer de gerechten
dan ook regelmatig om.
Voor gas zijn geen speciale pannen
nodig. Het materiaal moet alleen hit
-
tebestendig zijn.
Houdt u er rekening mee dat pan
-
nenfabrikanten vaak de diameter aan
de bovenkant vermelden. Van be
-
lang is echter alleen de bodemdia
-
meter.
Gebruik alleen pannen waarvan de
diameter niet groter of kleiner is dan
in de tabel staat aangegeven. Als de
bodemdiameter te klein is, staat de
pan niet stevig genoeg. Is de
bovendiameter te groot, dan worden
de hete verbrandingsgassen te ver
naar de zijkant gevoerd en kunnen
het werkblad, een niet hittebesten-
dige wand of onderdelen van de
kookplaat beschadigd raken. Voor
schade die op deze wijze is ont-
staan, kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk worden gesteld.
Kook bij voorkeur met een deksel op
de pan. Op die manier voorkomt u
dat er onnodig warmte ontsnapt.
Bediening
16
Vlambeveiliging
De thermo-elektrische vlambeveiliging
zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt
afgesloten, als de vlam uitgaat, bijvoor
-
beeld omdat deze uitwaait of omdat
een gerecht overkookt.
^
Om de brander weer in gebruik te
nemen, draait u de bedieningsknop
naar rechts op "ß". Schakel de
brander vervolgens op de normale
manier weer in.
De vlambeveiliging functioneert los van
de stroomvoorziening. De beveiliging is
dus ook actief als u het apparaat tij-
dens een stroomstoring gebruikt (zie de
rubriek "Wanneer de stroom uitvalt").
Wanneer de stroom uitvalt
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u de
gasbrander met een lucifer aansteken:
^
Druk de bedieningsknop in en draai
deze naar links op het grote vlam
-
symbool.
^
Houd de knop ingedrukt en steek het
gas met een lucifer aan.
^
Houd de knop nog ca. 8-10 secon
-
den ingedrukt en laat hem dan los.
Bediening
17
Algemeen
Reinig het apparaat regelmatig, bij
voorkeur na elk gebruik. Laat het appa
-
raat eerst voldoende afkoelen.
Gebruik nooit een stoomreiniger
voor het reinigen van dit apparaat.
De stoom kan in aanraking komen
met onder spanning staande delen
en zo een kortsluiting veroorzaken.
Bovendien kunnen door de stoom
het oppervlak en onderdelen van het
apparaat blijvend beschadigd ra
-
ken, waarvoor de fabrikant niet aan
-
sprakelijk kan worden gesteld.
Gebruik geen puntige voorwerpen,
zodat de dichtingen tussen de kera-
mische plaat en de lijst (indien aan-
wezig) dan wel tussen lijst en werk-
blad niet beschadigd raken.
Gebruik nooit zand-, soda-/alkali-,
zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen, grill- of ovensprays,
reinigingsmiddelen voor vaatwas
-
sers, vlekken- of roestverwijderaars,
schuurmiddelen of sponzen/borstels
met een schurend oppervlak. Al
deze middelen tasten het oppervlak
aan.
De ontstekingselektrode van de
brander mag niet nat worden, an
-
ders kan er geen vonk worden afge
-
geven.
Wrijf het apparaat na elke vochtige
reiniging droog. Zo voorkomt u kalk
-
afzetting.
Pannendragers,
bedieningsknoppen
Verwijder de pannendragers.
De pannendragers en de bedienings-
knoppen kunt u met een sponsdoekje,
een beetje afwasmiddel en warm water
reinigen. Aangekoekte verontreini-
gingen kunt u het beste laten inweken.
Wrijf alles na afloop met een schone
doek droog.
Bij apparaten met roestvrijstalen lek
-
blad:
Plaats de pannendragers verticaal
op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Reiniging en onderhoud
18
De bovenkant van het apparaat
Roestvrijstalen lekblad
Reinig het roestvrijstalen lekblad met
een sponsdoekje, een beetje afwasmid
-
del en warm water. Aangekoekte ver
-
ontreinigingen kunt u het beste laten in
-
weken.
Wrijf het lekblad na afloop met een
zachte doek droog.
Voor het reinigen van het roestvrijstalen
lekblad kunt u ook speciale,
niet-schurende reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal gebruiken. Let erop dat u
deze middelen alleen met de slijprich-
ting mee gebruikt.
U kunt de roestvrijstalen oppervlakken
extra tegen vervuiling beschermen door
deze in te wrijven met een speciaal on-
derhoudsmiddel (bijvoorbeeld Neo-
blank). Verdeel een kleine hoeveelheid
van het middel met een zachte doek
gelijkmatig over het gereinigde opper-
vlak.
Geschikte reinigings- en onderhouds
-
middelen zijn verkrijgbaar bij de fabri
-
kant van het apparaat en bij de vakhan
-
del.
Voorkom dat er zouthoudende ge
-
rechten of vloeistoffen op het lekblad
terechtkomen. Gebeurt dat toch,
dan moet u het lekblad meteen
grondig reinigen om corrosie te
voorkomen.
Keramische plaat
Verwijder alle grove verontreinigingen
met een vochtige doek. Vastgekoekte
verontreinigingen verwijdert u met een
schraper.
Reinig de keramische plaat vervolgens
grondig met een speciaal reinigings
-
middel voor keramische platen en met
keukenpapier of een schone doek. Ook
kalkresten (van overgekookt water) en
aluminiumvlekken worden zo verwij
-
derd.
Wis de keramische plaat daarna met
een vochtige doek af en wrijf de plaat
weer droog met een zachte doek.
Eventueel kunt u een speciaal middel
gebruiken dat een water- en vuilafsto-
tend laagje vormt.
Gebruik voor het reinigen geen af-
wasmiddel, omdat daardoor blij-
vende blauwe vlekken op de plaat
kunnen ontstaan.
Als u een speciaal reinigingsmiddel
voor keramische platen gebruikt,
houdt u zich dan aan de aanwij
-
zingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud
19
Brander
Nadat de branders zijn afgekoeld, kunt
u deze uit elkaar halen en reinigen.
Branders uit elkaar halen en reinigen
^
Verwijder de afneembare branderde
-
len en reinig deze in heet water met
afwasmiddel. Wrijf de branderdelen
vervolgens met een schone doek
droog. Zorg dat ook de gleuven in de
brander goed droog zijn.
Het oppervlak van de branderdop
wordt met de tijd iets matter. Dit is nor
-
maal en heeft verder geen gevolgen
voor het gebruik van de kookplaat.
^
Wis de niet afneembare branderde
-
len af met een vochtige doek en wrijf
de delen daarna weer droog.
^
Wis de ontstekingselektrode en het
thermo-element voorzichtig af met
een goed uitgewrongen vochtige
doek. Wrijf de onderdelen met een
schone doek weer droog.
Reiniging en onderhoud
20
Branders in elkaar zetten (zie afbeel
-
ding)
^
Plaats de branderkop m zodanig op
de brandervoet n dat het
thermo-element o en de ontstekings
-
elektrode p door de gaten van de
branderkop heen steken. De
branderkop moet goed op de
brandervoet liggen.
^
Plaats de branderdop l zodanig dat
de nokjes in de uitsparingen van de
branderkop m vallen.
Zorg dat de branderdelen na het reini
-
gen in de juiste volgorde worden terug-
geplaatst.
Het is belangrijk dat:
1. de boven- en onderkant niet worden
verwisseld.
2. de nokjes precies in de daarvoor be
stemde uitsparingen vallen.
Reiniging en onderhoud
21
Reparaties aan elektrische appara
-
ten en aan apparaten die op gas zijn
aangesloten, mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. On
-
deskundig uitgevoerde reparaties le
-
veren gevaar op voor de gebruiker.
Wat moet u doen als . . .
. . . de brander na enkele pogingen
niet ontsteekt?
Controleer of
de brander op de juiste wijze in el-
kaar is gezet.
de gaskraan geopend is.
de brander schoon en droog is.
de gleuven in de brander schoon en
droog zijn.
de zekeringen van de huisinstallatie
zijn doorgeslagen. Als dit het geval
is, moet u contact opnemen met een
elektricien of met de afdeling Klant
-
contacten. U kunt het gas wel met
een lucifer aansteken (zie de rubriek
"Wanneer de stroom uitvalt").
. . . de gasvlam na het ontsteken weer
uitgaat?
Controleer of de branderdop goed ge
-
plaatst is.
. . . de elektrische vonkontsteking van
de brander niet meer werkt?
Controleer of zich etensresten tussen
de ontstekingselektrode en de brander
-
dop bevinden. Verwijder deze voorzich
-
tig. De ontstekingselektrode mag niet
nat worden.
. . . het vlammenbeeld van de brander
plotseling is veranderd?
Controleer of de branderdelen op de
juiste wijze in elkaar zijn gezet.
Nuttige tips
22
Gasaansluiting
Alleen een erkend installateur mag
het apparaat aansluiten op gas of
aanpassen aan een andere gas
-
soort. De installateur is ervoor ver
-
antwoordelijk dat het apparaat op de
plaats van opstelling goed functio
-
neert.
De gasaansluiting moet zo zijn ge
-
plaatst dat de gaskraan gemakkelijk
toegankelijk is.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u heeft. Vergelijk dit
met de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat is geschikt voor aardgas
en vloeibaar gas.
Het apparaat voldoet aan de eisen van
EN 30:
NL II 2 L 3 BP 25/28-30 mbar.
Het apparaat is in de fabriek ingesteld
op aardgas (zie de sticker op het appa
-
raat).
Voor omschakeling op vloeibaar gas
(butaan of propaan) worden de juiste
inspuiters bijgeleverd. De nominale
gasdruk voor vloeibaar gas moet liggen
tussen 28-30 mbar.
Als de benodigde inspuiters niet zijn
bijgevoegd, neem dan contact op met
uw vakhandelaar of met de afdeling
Klantcontacten.
Hoe het apparaat kan worden aange-
past aan een andere gassoort, staat in
de montagehandleiding.
Techniek
23
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact
wordt aanbevolen, omdat dat eventuele
werkzaamheden van de technicus ge
-
makkelijker maakt. Het stopcontact
moet ook na het inbouwen toegankelijk
zijn.
Wordt de stekker verwijderd, dan mag
het apparaat uitsluitend door een er
-
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Deze is op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf. Het apparaat mag al
-
leen worden aangesloten op een huis-
installatie die volgens NEN 1010 is ge-
ïnstalleerd.
Is het stopcontact niet toegankelijk of is
er sprake van een vaste aansluiting,
dan moet het apparaat via een schake-
laar met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De con-
tactopening in uitgeschakelde toestand
moet minimaal 3 mm bedragen. Ge-
schikt zijn zelf-uitschakelaars, ze
-
keringen en relais (EN 60 335).
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
-
quentie) op het typeplaatje te verge
-
lijken met de waarden van het elektrici
-
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Dit apparaat mag slechts aan één zij
-
kant en aan de achterkant aansluiten
op meubels of wanden die hoger zijn
dan het apparaat zelf (zie de bijge
-
voegde montagehandleiding).
Technische gegevens
Aansluitwaarde:
Zie het typeplaatje.
Aansluiting op:
AC 230 V / 50 Hz
Zekering: 10 A (type B of C)
Aardlekschakelaar:
Om extra veiligheid te kunnen garande
-
ren, wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen voor Nederland geadviseerd
de huisinstallatie van een aardlekscha-
kelaar (30 mA) te voorzien.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorkomen dat de aardlekschakelaar
reageert, als het apparaat wordt inge-
schakeld, nadat het enige tijd niet ge-
bruikt is.
Techniek
24
Klantcontacten
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afde
-
lingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk
type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op
het typeplaatje.
Miele-Service-Verzekering-Certificaat
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Typeplaatje
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij-
zing.
Techniek
25
26
27
Wijzigingen voorbehouden / 4006
M.-Nr. 05 886 820 / 05
nl-NL
21

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele KM 360-1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele KM 360-1 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,43 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info