791495
62
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/68
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw ap-
paraat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 12 084 780
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 16
Installatie............................................................................................................ 17
Plaats van opstelling ........................................................................................... 17
Klimaatklasse ................................................................................................. 18
Ventilatie-eisen .................................................................................................... 18
Plaatsing van meerdere koelapparaten ............................................................... 19
Draairichting van deur veranderen ...................................................................... 19
Wandafstandhouders .......................................................................................... 19
Koelapparaat plaatsen ........................................................................................ 20
Het koelapparaat waterpas plaatsen.............................................................. 20
Afmetingen van het apparaat .............................................................................. 21
Elektrische aansluiting......................................................................................... 23
Energie besparen .............................................................................................. 24
Beschrijving van het apparaat.......................................................................... 26
Overzicht ............................................................................................................. 26
De binnenruimte indelen ..................................................................................... 29
Deurvak/flessenvak verplaatsen..................................................................... 29
De flessensteun verschuiven of verwijderen .................................................. 29
De plateaus verplaatsen................................................................................. 29
Anti-geurfilters verplaatsen ............................................................................ 30
Flessenrek verplaatsen................................................................................... 30
Diepvrieslade XXL-box ................................................................................... 30
Bijgeleverde accessoires..................................................................................... 31
Bij te bestellen accessoires ................................................................................. 31
Het apparaat in- en uitschakelen..................................................................... 32
Voor het eerste gebruik ....................................................................................... 32
Het koelapparaat inschakelen ............................................................................. 32
De juiste temperatuur ....................................................................................... 34
Temperatuuraanduiding....................................................................................... 35
Temperatuur instellen .......................................................................................... 35
Mogelijke instelwaarden ...................................................................................... 35
SuperFrost gebruiken ....................................................................................... 36
Levensmiddelen in de koelzone bewaren ....................................................... 37
Gedeelten met verschillende temperaturen ........................................................ 37
Temperatuurindicator voor het koudste gedeelte........................................... 38
Niet geschikt voor de koelzone ........................................................................... 40
Inhoud
3
Tips voor het inkopen van levensmiddelen ......................................................... 40
Levensmiddelen juist bewaren ............................................................................ 40
Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren............................................ 41
DailyFresh-lade.................................................................................................... 41
Invriezen en bewaren ........................................................................................ 44
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? .............................. 44
Maximale vriescapaciteit................................................................................ 44
Diepvriesproducten bewaren .............................................................................. 44
Verse levensmiddelen zelf invriezen.................................................................... 45
Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen......................................................... 46
Accessoires gebruiken ........................................................................................ 47
Het bereiden van ijsblokjes ............................................................................ 47
Ontdooien........................................................................................................... 48
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 51
Opmerkingen over het reinigingsmiddel ............................................................. 51
Het koelapparaat voorbereiden voor de reiniging ............................................... 52
De binnenruimte reinigen .................................................................................... 52
Accessoires voor de reiniging verwijderen en demonteren................................. 53
Front en zijkanten reinigen................................................................................... 55
Deurdichting reinigen .......................................................................................... 55
Ventilatieopeningen reinigen ............................................................................... 55
Na het reinigen .................................................................................................... 56
Nuttige tips......................................................................................................... 57
Oorzaken van geluiden ..................................................................................... 65
Service................................................................................................................ 66
Contact bij storingen ........................................................................................... 66
EPREL-databank ................................................................................................. 66
Garantie ............................................................................................................... 66
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Dit koelapparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u het koelapparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het koelapparaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van
het koelapparaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen
te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Verantwoord gebruik
Het koelapparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en der-
gelijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci-
fieke woonomgevingen.
Dit koelapparaat mag niet buiten worden gebruikt.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be-
reiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk
zijn.
Het koelapparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid-
delen vallen. Een onjuist gebruik van het koelapparaat kan tot be-
schadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is
het koelapparaat niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosie-
gevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koelapparaat niet in staat zijn om het koelapparaat veilig te be-
dienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koelapparaat enkel zonder toezicht bedie-
nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koelapparaat gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht
staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste
bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koelappa-
raat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de
geldende EU-richtlijnen.
Dit koelapparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is
een natuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu. Het is echter
wel brandbaar. Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en ver-
hoogt het broeikaseffect niet.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel zorgt ervoor dat het
apparaat iets meer geluid maakt. Naast het geluid van de compres-
sor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ont-
staan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen
invloed op de capaciteit van het koelapparaat.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koelapparaat geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra-
ken. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.
Bij beschadigingen:
- Vermijd open vuur of andere brandhaarden.
- Maak het koelapparaat spanningsvrij.
- Lucht de kamer waarin het koelapparaat staat gedurende enkele
minuten.
- Neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, hoe groter de ruim-
te moet zijn waarin u het apparaat plaatst. Bij een eventuele lekkage
kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont-
staan. Per 8g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koelap-
paraat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa-
raat niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele
veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een autonome of niet-netsyn-
chrone energievoorziening (zoals microgrids, back-upsystemen) is
mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de energievoorziening
voldoet aan de bepalingen van EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen van de huisinstallatie en dit Miele pro-
duct moeten ook werken bij gebruik van een microgrid of een niet-
netsynchrone energievoorziening of de veiligheidsvoorzieningen in
de energievoorziening moeten door gelijkwaardige voorzieningen
worden vervangen. Zoals bijvoorbeeld beschreven in de laatste pu-
blicatie van de NEN 1010.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-
ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet-
terd (bijv. garage, bijkeuken).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Dit koelapparaat mag niet worden gebruikt als inbouwapparaat.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge-
voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande-
ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan de
producten stelt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Vanwege speciale eisen (bijvoorbeeld voor wat betreft tempera-
tuur, vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en trillin-
gen) heeft dit koelapparaat speciale verlichting. Deze verlichting mag
alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De verlichting is niet
geschikt voor de verlichting van het vertrek. De verlichting mag uit-
sluitend door een vakman/vakvrouw of door Miele worden vervan-
gen. Dit koelapparaat bevat meerdere lichtbronnen met minimaal
energie-efficiëntieklasseF.
Deskundige installatie
Wijzig de draairichting van de deur (indien nodig) volgens de mee-
geleverde montagehandleiding.
Plaats het koelapparaat met behulp van een 2epersoon.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Veilig gebruik
Het koelapparaat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse
(omgevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet bo-
ven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van het koelapparaat. Als de omge-
vingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koel-
apparaat kan de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het
energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor-
den uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend
vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa-
raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan
waardoor deze knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door
elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische apparaten in dit koelap-
paraat (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be-
vriezen in de diepvrieszone. Anders kunnen ze ontploffen.
Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo-
ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo-
ne te halen. Anders kunnen ze ontploffen.
Letselrisico. Raak diepvriesproducten en metalen onderdelen niet
met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Letselrisico. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met name
waterijs, direct nadat u deze uit de diepvrieszone heeft gehaald, in
uw mond. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten
kunnen lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le-
vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-
teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be-
waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid-
delenfabrikanten in acht.
Accessoires en onderdelen
Gebruik alleen originele Miele onderdelen. Als andere onderdelen
worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprakelijkheid van Miele
op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de serieproductie van het koelappa-
raat een leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar
voor essentiële onderdelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-
ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor-
zaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen
spitse of scherpe voorwerpen, om
- rijp- en ijslagen te verwijderen
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst-
stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Vervoer het koelapparaat met be-
hulp van een tweede persoon, omdat het koelapparaat erg zwaar is.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Spelende kinderen kunnen in het koelapparaat ingesloten raken
en stikken.
- Demonteer de deur(en) van het apparaat.
- Haal de lades eruit.
- Laat de plateaus in het koelapparaat zitten, zodat kinderen er niet
zomaar in kunnen klimmen.
- Maak het slot van uw oude koelapparaat eventueel kapot. Zo
voorkomt u dat spelende kinderen ingesloten raken, wat levens-
gevaarlijk is.
Gevaar voor een elektrische schok!
- Snijd de stekker van de voedingskabel af.
- Snijd de voedingskabel van het af te danken apparaat af.
Voer alles gescheiden van het af te danken apparaat af.
Zorg er tijdens en na de afvoer voor, dat het koelapparaat niet in
de buurt van benzine of andere brandbare gassen en vloeistoffen
wordt geplaatst.
Brandgevaar door uitstromende olie of koelmiddel!
Het koelmiddel en de olie in het apparaat zijn brandbaar. Uitstro-
mend koelmiddel of olie kan bij een hoge concentratie en in aanra-
king met een externe warmtebron ontbranden.
Zorg er tijdens de afvoer voor, dat het koelcircuit niet beschadigd
raakt om ongecontroleerd uitstromen van koelmiddel (specificaties
op het typeplaatje) en van olie te vermijden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- coatings af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing geldt alleen voor het recyclen. Bij normaal gebruik bestaat er
geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
16
Verpakkingsmateriaal weg-
gooien
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Elektrische en elektronische apparaten
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de apparaten goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw af te dan-
ken apparaat bij het gewone huisvuil af-
voert of er niet goed mee omgaat, kun-
nen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Voer het af te
danken apparaat daarom nooit via het
gewone huisvuil af.
Lever het apparaat in bij een gemeente-
lijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparaten, bij uw vakhan-
delaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf
verantwoordelijk voor het wissen van
eventuele persoonlijke gegevens op het
af te danken apparaat.
Let erop dat de buisleidingen van het
koelapparaat niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieu-
vriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Het af te danken apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opge-
borgen. Zie ook het hoofdstuk “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”.
Installatie
*INSTALLATION*
17
Plaats van opstelling
Beschadigingsgevaar door hoge
luchtvochtigheid.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan op
de buitenkant van het koelapparaat
condens ontstaan.
Dit condenswater kan corrosie ver-
oorzaken.
Plaats het koelapparaat in een droge
en/of geklimatiseerde ruimte met vol-
doende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de
deur(en) van het apparaat goed
sluit(en) en of de lucht ongehinderd
kan worden toegevoerd en afge-
voerd.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door apparaten die warmte af-
geven.
Apparaten die warmte afgeven, kun-
nen in brand vliegen en brand in het
koelapparaat veroorzaken.
Zet apparaten die warmte afgeven,
zoals mini-ovens, dubbele kookpla-
ten of broodroosters, niet op het
koelapparaat.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vuur.
Door open vuur kan het koelapparaat
vlam vatten.
Houd open vuur, zoals een kaars, uit
de buurt van het koelapparaat.
Kies een droge ruimte uit waar goed
kan worden geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van
opstelling aan dat het energieverbruik
van het koelapparaat stijgt als u het
apparaat dicht bij een verwarming,
een fornuis of een andere warmtebron
plaatst. Vermijd directe blootstelling
aan zonlicht.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur,
des te langer zal de compressor in
werking zijn en des te hoger is het
energieverbruik.
Let bij het plaatsen van het koelappa-
raat bovendien op het volgende:
- Het stopcontact mag zich niet achter
het apparaat bevinden en dient in ge-
val van nood gemakkelijk toegankelijk
te zijn.
- De stekker en de aansluitkabel mo-
gen niet tegen de achterkant van het
koelapparaat aan komen, omdat deze
door trillingen van het koelapparaat
beschadigd kunnen raken.
- Sluit ook geen andere apparaten aan
op de stopcontacten in de buurt van
de achterkant van het apparaat.
- Plaats en gebruik verdeelstekkers of
verdeelblokken alsmede andere elek-
tronische apparaten (bijv. trafo's voor
halogeenverlichting) niet aan de ach-
terkant van het apparaat.
- De vloer waar het apparaat op wordt
geplaatst, dient horizontaal en vlak te
zijn en moet dezelfde hoogte hebben
als de omringende vloer.
Installatie
*INSTALLATION*
18
Klimaatklasse
Het koelapparaat is vervaardigd voor
een bepaalde klimaatklasse (omge-
vingstemperatuurbereik) waar de ka-
mertemperatuur niet boven of onder
mag liggen.
Als de omgevingstemperatuur lager is,
staat de compressor langer stil. Dat kan
hogere temperaturen in het koelappa-
raat veroorzaken en dus tot gevolg-
schade leiden.
De klimaatklasse staat aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van
het koelapparaat.
Klimaatklasse Omgevingstem-
peratuur
SN +10tot +32°C
N +16tot +32°C
ST +16tot +38°C
T +16tot +43°C
Als een koelapparaat met klimaatklas-
seSN wordt gebruikt bij lagere omge-
vingstemperaturen (tot +5°C), dan is
een probleemloze werking gegaran-
deerd.
Ventilatie-eisen
Pas op voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie.
Als het koelapparaat niet voldoende
wordt geventileerd, schakelt de com-
pressor steeds vaker en steeds lan-
ger in. Daardoor stijgen het energie-
verbruik en de temperatuur van de
compressor. Deze kan hierdoor be-
schadigd raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor
het koelapparaat.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de ventilatie-ope-
ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig van
stof worden ontdaan.
De lucht op de achterwand van het
koelapparaat wordt warm. Daarom
moet een probleemloze luchtstroom
worden gegarandeerd (zie paragraaf
Afmetingen van het apparaat”).
Installatie
*INSTALLATION*
19
Plaatsing van meerdere koel-
apparaten
Pas op voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van
het koelapparaat.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan
zich condens vormen tussen de bui-
tenwanden van het koelapparaat. Dat
kan corrosie veroorzaken.
Plaats een koelapparaat in principe
nooit direct naast andere koelappa-
raten.
Draairichting van deur veran-
deren
Pas op voor letsel en beschadi-
ging bij het veranderen van de draai-
richting van de deur.
Als de draairichting door één per-
soon wordt gewijzigd, is er een ver-
hoogd risico op letsel of beschadi-
ging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het wijzigen van de draairichting.
De deur van het koelapparaat is stan-
daard rechtsscharnierend. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, verander
dan de draairichting (zie meegeleverde
montagehandleiding).
Wandafstandhouders
De wandafstandhouders aan de
achterkant van het koelapparaat zor-
gen ervoor dat het genoemde energie-
verbruik wordt bereikt. Bovendien
wordt bij hoge omgevingstemperatu-
ren het ontstaan van condenswater
vermeden.
Door de gemonteerde wandafstand-
houders neemt de diepte van het koel-
apparaat met ca.20mm toe.
Pas op voor beschadiging door
verkeerd gebruik.
Wanneer het koelapparaat op de rug
wordt gelegd, mogen de wandaf-
standhouders niet gemonteerd zijn.
Verwijder de wandafstandhouders
van de achterwand van het apparaat.
Het koelapparaat kan met de zijkanten
direct tegen een wand worden ge-
plaatst. Alle lades en plateaus kunnen
toch worden uitgetrokken.
Installatie
*INSTALLATION*
20
Koelapparaat plaatsen
Pas op voor letsel en beschadi-
ging doordat het koelapparaat kan-
telt.
Indien het koelapparaat door één
persoon wordt geplaatst, bestaat er
een verhoogd risico op letsel of be-
schadiging.
Vraag iemand anders u te helpen bij
het plaatsen van het koelapparaat.
Risico op beschadiging doordat
de deur ergens tegenaan slaat.
De deur van het apparaat kan tegen
de muur aan slaan en daardoor be-
schadigd raken.
Bescherm de deur van het apparaat
met viltdoppen op de muur.
Pas op voor beschadiging van
de vloer.
Als u het koelapparaat verplaatst,
kan dit leiden tot beschadiging van
de vloer.
Beweeg het koelapparaat voorzichtig
op kwetsbare vloeren.
Tip: Plaats het koelapparaat alleen als
het leeg is.
Zet het koelapparaat nu al zo dicht
mogelijk bij de plaats van opstelling.
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals wordt beschreven
in het hoofdstuk “Elektrische aanslui-
ting”.
Schuif het koelapparaat voorzichtig
op de plaats van opstelling.
Zet het koelapparaat met de wandaf-
standhouders direct tegen de muur.
Het koelapparaat waterpas plaatsen
Plaats het koelapparaat met de
steeksleutel stevig en waterpas via de
voorste stelvoeten.
Installatie
*INSTALLATION*
21
Afmetingen van het apparaat
Afmetingen voor plaatsing/bovenaanzicht
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Een correcte werking van het koelapparaat wordt gegarandeerd, wanneer de
aangegeven ventilatie-openingen vrij worden gehouden.
1057
632
790
10
445
245
597
650
11
A
1162
600
1200
845
90°
115°
* Afmeting zonder wandafstandhouders. Als de meegeleverde wandafstandhouders worden
gebruikt, wordt het koelapparaat 20mm dieper.
A
KD4050EelActive, KD4052EelActive 1.750
KD4072Ews/elActive, KD4172Ews/elActive 1.850
Installatie
*INSTALLATION*
22
Aansluitingen
Alle maten zijn in mm aangegeven.
56
88
aVooraanzicht
bAansluitkabel, lengte = 2.400mm
Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Installatie
*INSTALLATION*
23
Elektrische aansluiting
Het koelapparaat is standaard voorzien
van een aansluitkabel met stekker voor
aansluiting op een geaard stopcontact.
Plaats het koelapparaat zodanig dat het
stopcontact goed bereikbaar is. Als het
stopcontact niet goed bereikbaar is,
zorg er dan voor dat er voor elke pool
een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het koelapparaat via
verdeelstekkers en verlengkabels
kan tot overbelasting van de kabels
leiden.
Gebruik daarom om veiligheidsrede-
nen geen verdeelstekkers en ver-
lengkabels.
De elektrische installatie moet aan
VDE0100 voldoen.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een aardlekschakelaar (RCD) te gebrui-
ken van het type in de huisinstalla-
tie waarin u het koelapparaat installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag dit alleen door een door
Miele geautoriseerde vakman/-vrouw of
door Miele worden gedaan.
Op het typeplaatje en in deze gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Tijdelijk of doorlopend gebruik van een
autonome of niet-netsynchrone energie-
voorziening (zoals microgrids, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde
voor het gebruik is dat de energievoor-
ziening voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare stan-
daard.
De veiligheidsvoorzieningen in de huis-
installatie en in dit Miele product moe-
ten ook werken bij gebruik van een mi-
crogrid of bij een niet-netsynchrone
energievoorziening. Indien nodig moe-
ten ze door gelijkwaardige voorzienin-
gen in de installatie worden vervangen.
Zoals bijvoorbeeld beschreven in de
laatste publicatie van de VDE-AR-
E2510-2.
Energie besparen
24
Zo bespaart u energie:
Plaats van
opstelling
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker
koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar-
mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan
zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer
20°C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door
stof te verwijderen.
Temperatuur-
instelling
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De
volgende instellingen worden aangeraden:
- Koelzone 4tot 5°C.
- Diepvrieszone -18°C.
Gebruik Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte-
ring van de levensmiddelen helpt bij de oriëntatie.
- Sluit de deur/deuren van het apparaat na het openen volledig.
- Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koel-
apparaat bewaart.
- Bewaar de levensmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Leg diepvriesproducten in de koelzone wanneer ze moeten
ontdooien.
- Leg levensmiddelen zo in het apparaat dat de ventilatieope-
ningen niet worden afgedekt.
Energie besparen
25
- Leg de diepvriesproducten zo in het apparaat dat de ventila-
tieopeningen in de achterwand niet worden afgedekt.
Ontdooien Een laag ijs zorgt voor een verminderde toevoer van koude lucht
naar de diepvriesproducten. Daarom:
- Ontdooi de diepvrieszone als er een laag ijs van maximaal
0,5cm is ontstaan.
Beschrijving van het apparaat
26
Overzicht
DailyFresh
Deze afbeelding toont een model als voorbeeld.
Beschrijving van het apparaat
27
aBedieningspaneel
bBinnenverlichting
cDeurvak met eierrek
dVariabel flessenrek
ePlateau
fDeurvak voor flessen met flessensteun
gDailyFresh-lade voor fruit en groenten (met vochtregeling)
hGootje en afvoerplaatje voor dooiwater
iVochtregelaar voor de DailyFresh-lade
jDiepvrieslades
kXXL-diepvriesbox
lDooiwaterafvoer
Beschrijving van het apparaat
28
aInstellen van de temperatuur,
in-/uitschakelen van de functie SuperFrost
bIndicatie SuperFrost
cTemperatuuraanduiding voor de koelzone
dIn-/uitschakelen van het koelapparaat
Beschrijving van het apparaat
29
De binnenruimte indelen
Deurvak/flessenvak verplaatsen
Verplaats de vakken/flessenvakken
in de deur alleen als er niets in staat.
Schuif de deurvakken/flessenvakken
naar boven en haal ze er naar voren
toe uit.
Zet de deurvakken/flessenvakken er
op de gewenste plaats weer in.
De flessensteun verschuiven of ver-
wijderen
De lamellen van de flessensteun zorgen
ervoor dat flessen stevig staan wanneer
u de deur van het apparaat opent en
sluit.
U kunt de flessensteun naar rechts of
naar links verschuiven. Zo ontstaat er
meer ruimte voor drinkpakken.
U kunt de flessensteun er volledig uit-
halen, bijvoorbeeld om deze goed
schoon te maken:
Trek de flessensteun er naar boven
toe af.
De plateaus verplaatsen
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
als u producten van verschillende hoog-
te wilt bewaren.
Trek de plateaus naar voren en draai
ze er naar boven toe uit.
Plaats het plateau met de rand aan
de achterkant naar boven op de ge-
wenste plaats. De rand aan de ach-
terkant moet naar boven wijzen, zo-
dat de levensmiddelen niet met de
achterwand in aanraking kunnen ko-
men en eraan vastvriezen.
De opstaande rand die aan de be-
schermlijst aan de achterkant van de
plateaus zit, moet naar boven wijzen,
zodat de levensmiddelen niet met de
achterwand in aanraking kunnen ko-
men en eraan vastvriezen.
Beschrijving van het apparaat
30
Anti-geurfilters verplaatsen
Het anti-geurfilter met houder KKF-FS
(Active AirClean) kan als accessoire
worden bijbesteld (zie paragraaf “Bij te
bestellen accessoires”).
Let bij sterk geurende levensmidde-
len (bijv. heel kruidige kaas) op het
volgende:
- Plaats de houder met de anti-geurfil-
ters op het plateau, waarop u deze le-
vensmiddelen legt.
- Vervang de anti-geurfilters desge-
wenst eerder.
- Plaats nog meer anti-geurfilters (met
houder) in het koelapparaat.
De houder voor de anti-geurfilters zit op
de beschermlijst aan de achterkant van
het plateau.
Als u de anti-geurfilters wilt verplaat-
sen, trekt u de houder omhoog en
haalt u deze van de beschermlijst af.
Plaats de houder op de beschermlijst
van het gewenste plateau.
Flessenrek verplaatsen
U kunt het flessenrek op verschillende
plekken in het koelapparaat plaatsen.
Til het flessenrek achteraan iets op en
haal het er naar voren toe uit.
De beugel aan de achterkant van het
rek moet naar boven wijzen, zodat de
flessen niet tegen de achterwand aan
kunnen komen.
Diepvrieslade XXL-box
De extra hoge diepvrieslade biedt meer
volume en ruimte voor het bewaren van
grote, hoge diepvriesproducten.
Beschrijving van het apparaat
31
Bijgeleverde accessoires
Eierrek (afhankelijk van het model)
Variabel flessenrek
Flessensteun
Bakje voor ijsblokjes
Bij te bestellen accessoires
Miele heeft speciaal voor dit apparaat
handige accessoires en reinigings- en
onderhoudsmiddelen in het assorti-
ment.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en an-
der licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth kit bestaat uit een uni-
verseel doekje, een glasreinigingsdoek-
je en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer
fijne microvezels hebben de doekjes
een grote reinigingscapaciteit.
MicroCloth HyClean
De MicroCloth HyClean is een anti-bac-
teriële universele doek die bijzonder
scheur- en slijtvast is. De doek kan
droog of vochtig, met of zonder reini-
gingsmiddel worden gebruikt.
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilters neutraliseren onaan-
gename geurtjes in de koelzone en zor-
gen op die manier voor een betere
luchtkwaliteit.
Anti-geurfilters met houder KKF-RF
(Active AirClean) vervangen
Er zijn vervangende filters verkrijgbaar
die in de houder passen. Wij adviseren
de anti-geurfilters om de 6maanden te
vervangen.
Bij te bestellen accessoires kunt u in
de Miele webshop bestellen. De pro-
ducten zijn ook verkrijgbaar bij Miele
(zie achter in deze gebruiksaanwijzing)
en bij uw Miele vakhandelaar.
Het apparaat in- en uitschakelen
32
Voor het eerste gebruik
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
en de beschermende folie.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires (zie hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”).
Laat het koelapparaat na het trans-
port ca.1uur staan voordat u het
aansluit.
Zo voorkomt u eventuele functiesto-
ringen van het koelapparaat.
Koelapparaat aansluiten
Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals beschreven in het
hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
Het koelapparaat inschakelen
Open de bovenste deur.
Schakel het koelapparaat in door op
de Aan/Uit-schakelaar op het bedie-
ningspaneel te drukken.
Het koelapparaat begint te koelen en de
binnenverlichting gaat aan wanneer u
de deur opent.
Het koelapparaat koelt naar de vooraf
ingestelde temperatuur.
Voordat u voor de eerste keer le-
vensmiddelen in het apparaat legt,
kunt u het koelapparaat het beste
een paar uur laten voorkoelen. Leg
pas levensmiddelen in het koelappa-
raat als de vooraf ingestelde tempe-
ratuur bereikt is.
Leg pas levensmiddelen in de diep-
vrieszone als de temperatuur in de
diepvrieszone laag genoeg is (min.
-18°C).
Het koelapparaat uitschakelen
Schakel het koelapparaat uit door op
de Aan/Uit-schakelaar op het bedie-
ningspaneel te drukken.
De koeling en de binnenverlichting zijn
uitgeschakeld.
Let op. Het koelapparaat is niet span-
ningsvrij wanneer het wordt uitgescha-
keld.
Het apparaat in- en uitschakelen
33
Bij langdurige afwezigheid
Als het koelapparaat bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld,
maar niet wordt gereinigd, bestaat er
gevaar voor schimmelvorming als de
deur van het koelapparaat gesloten
blijft.
Het koelapparaat moet in ieder geval
worden gereinigd.
Wanneer u het koelapparaat langere tijd
niet gebruikt, dient u de volgende stap-
pen uit te voeren:
Schakel het koelapparaat uit.
Ontdooi de diepvrieszone.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Reinig het koelapparaat en laat de
deur openstaan om het apparaat vol-
doende te ventileren en te voorkomen
dat er geurtjes ontstaan.
De juiste temperatuur
34
Voor de houdbaarheid van levensmid-
delen is het zeer belangrijk dat u de
juiste temperatuur instelt. Als de tempe-
ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi-
cro-organismen. De levensmiddelen be-
derven niet zo snel.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en
langer open is
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is vervaardigd voor een bepaalde
klimaatklasse (omgevingstempera-
tuurbereik) waar de kamertempera-
tuur niet boven of onder mag liggen.
... in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4°C.
…in de diepvrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen,
moet de temperatuur -18°C bedragen.
De houdbaarheid van de levensmidde-
len kan zo worden verlengd en de opti-
male kwaliteit blijft daarbij behouden.
De juiste temperatuur
35
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
Temperatuur instellen
Druk zo vaak op de temperatuur-
toets, totdat de gewenste tempera-
tuur in de temperatuuraanduiding van
de koelzone verschijnt.
Hoe hoger of lager de temperatuur in
de koelzone is, des te hoger of lager is
ook de temperatuur in de diepvrieszo-
ne.
Mogelijke instelwaarden
- Koelzone: 2tot 8°C
Als u de temperatuurinstelling heeft
gewijzigd:
Controleer de temperatuuraanduiding
na enkele uren nog een keer. Pas dan
is de ingestelde temperatuur bereikt.
- na ca.6uur bij een koelapparaat dat
niet zo vol is
- na ca.24uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
SuperFrost gebruiken
36
SuperFrost
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, wordt de diepvrieszone
zeer snel tot de koudste waarde afge-
koeld (afhankelijk van de omgevings-
temperatuur). Het koelapparaat werkt
met een maximale capaciteit en de
temperatuur daalt. Selecteer deze
functie voordat u verse levensmidde-
len gaat invriezen. Op die manier wor-
den de levensmiddelen snel tot in de
kern ingevroren en blijven de voe-
dingswaarde, de vitaminen, het uiter-
lijk en de smaak behouden.
Als de functie SuperFrost is inge-
schakeld, kan het zijn dat het apparaat
meer geluid maakt.
De functie SuperFrost moet 4–6uur
van tevoren worden ingeschakeld
als u in te vriezen levensmiddelen wilt
plaatsen.
Als u het maximale vriesvermogen
wilt benutten, moet de functie Super-
Frost 24uur van tevoren worden
ingeschakeld.
De functie SuperFrost wordt na
maximaal 60uur automatisch uitge-
schakeld. Het koelapparaat werkt
weer met normale koelcapaciteit. Hoe-
lang het duurt voordat deze functie
wordt uitgeschakeld, is afhankelijk van
de hoeveelheid verse levensmiddelen
die in de diepvrieszone is gelegd.
Tip: Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperFrost zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koud genoeg zijn.
U hoeft de functie SuperFrost niet
in te schakelen:
- als u levensmiddelen in het appa-
raat plaatst die al zijn ingevroren;
- als u dagelijks slechts max. 2kg
levensmiddelen invriest.
SuperFrost in- en uitschakelen
Druk op de toets voor de temperatuur
° totdat de indicatie voor de functie
SuperFrost° gaat branden of weer
uit gaat.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
37
Explosiegevaar door brandbare
gasmengsels.
Brandbare gasmengsels kunnen ont-
branden door elektrische onderde-
len.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf-
gassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Dergelijke spuitbussen
kunt u herkennen aan de hand van
de opgedrukte inhoudsopgave of
een vlamsymbool. Eventueel ont-
snappende gassen kunnen ontbran-
den door elektrische onderdelen.
Gevaar voor beschadiging door
levensmiddelen die vet of olie bevat-
ten.
Als u vet- of oliehoudende levens-
middelen in het apparaat of de deur
van het apparaat bewaart, kunnen
spanningsscheuren in de kunststof
ontstaan waardoor deze knapt of
scheurt.
Voorkom dat vet of olie in aanraking
komt met kunststof onderdelen van
het koelapparaat.
Als de luchtcirculatie niet voldoende
is, wordt de koelcapaciteit lager en
stijgt het energieverbruik.
Leg de levensmiddelen niet te dicht
op elkaar, zodat de lucht goed kan
circuleren.
Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont-
staan er verschillende temperaturen in
de koelzone.
De koude, zware lucht zakt naar het on-
derste gedeelte van de koelzone. Maak
gebruik van deze verschillende tempe-
raturen als u de levensmiddelen in het
apparaat legt.
Warmste gedeelte
Het minst koele gedeelte in de koel-
kast / koelzone bevindt zich helemaal
bovenin tegen de deur. Gebruik dit ge-
deelte voor het opslaan van boter zodat
deze smeerbaar blijft en voor kaas zo-
dat deze zijn aroma niet verliest.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
38
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte in de koelzone
bevindt zich direct boven de DailyFresh-
lade en bij de achterwand.
Gebruik deze gedeelten voor alle le-
vensmiddelen die niet lang houdbaar
zijn, zoals:
- vis, vlees, gevogelte
- worst, kant-en-klaargerechten
- levensmiddelen waar eieren of room
in zitten
- vers deeg, taart-/cake-, pizza- of qui-
chedeeg
- producten van rauwe melk
- in folie verpakte voorgesneden
groenten
- in het algemeen alle verse levensmid-
delen (waarvan de minimale houd-
baarheidsdatum alleen geldt bij een
bewaartemperatuur van minstens
4°C)
Tip: Bewaar de levensmiddelen zodanig
dat ze de achterwand van de koelzone
niet raken. De levensmiddelen kunnen
anders aan de achterwand vastvriezen.
Temperatuurindicator voor het koud-
ste gedeelte
De temperatuurindicator voor het koud-
ste gedeelte bevindt zich links of rechts
binnenin op de zijwand in het koudste
gedeelte van de koelzone. Met behulp
van de temperatuurindicator kunt u in
dit gedeelte de temperatuur controleren
voor de levensmiddelen die niet lang
houdbaar zijn. In het koudste gedeelte
(tussen de temperatuurindicator en het
daaronder liggende plateau) wordt de
laagste, gemiddelde koeltemperatuur
bereikt als de temperatuur correct is in-
gesteld. Deze lage koeltemperatuur en
een bijbehorende hygiëne vertragen de
groei van bacteriën, bijv. salmonella- en
listeriabacteriën, die tot ernstige voed-
selvergiftigingen kunnen leiden.
Na de eerste ingebruikneming van het
koelapparaat kan het 12uur duren tot
de gewenste temperatuur is bereikt.
De weergave van de temperatuurin-
dicator is bovendien niet helemaal
betrouwbaar als de deur langere tijd
open was of meerdere keren is ge-
opend. Open de deur altijd maar
kort.
Controleer de temperatuurindicator
na enkele uren opnieuw.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
39
Weergave van de temperatuurindica-
tor
Als de temperatuurindicator wit is en de
letters “OK” zichtbaar zijn, is de tem-
peratuur correct ingesteld. Levensmid-
delen die niet lang houdbaar zijn, wor-
den in dit gedeelte op de juiste manier
gekoeld.
Als de temperatuurindicator zwart is en
de letters “OK” niet zichtbaar zijn, is
de temperatuur te hoog ingesteld. Stel
de temperatuur lager in.
Als de omgevingstemperatuur sterk
schommelt, moet u de temperatuur-
indicator vaker in de gaten houden.
Stel de temperatuur, indien nodig,
opnieuw in.
Tip: Als de temperatuurindicator zwart
blijft terwijl u deze herhaaldelijk heeft
gecontroleerd en de koudste tempera-
tuur is ingesteld, neem dan contact op
met Miele. De temperatuurindicator is
beschadigd en het is niet langer ge-
waarborgd dat de levensmiddelen die
niet lang houdbaar zijn op de juiste ma-
nier worden bewaard.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
40
Niet geschikt voor de koelzone
Koudegevoelige levensmiddelen zijn
niet geschikt om bij temperaturen onder
5°C te worden bewaard.
Tot de koudegevoelige levensmiddelen
behoren onder andere:
- ananas, avocado's, bananen,
granaatappels, mango's, meloenen,
papaja's, passievruchten, citrus-
vruchten (zoals citroenen, sinaasap-
pelen, mandarijntjes, grapefruit)
- fruit (dat nog verder moet rijpen)
- aubergines, komkommers, aardap-
pels, paprika's, tomaten, courgettes
- harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas)
Tips voor het inkopen van le-
vensmiddelen
De belangrijkste voorwaarde om le-
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is dat ze vers in het koelapparaat ge-
legd worden.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
Zorg dat de levensmiddelen zo koel
mogelijk blijven, als u ze bijvoorbeeld in
de warme auto transporteert.
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar levensmiddelen in de koelzone
verpakt of goed afgedekt (in de
DailyFresh-lade zijn er uitzonderingen).
Zo nemen ze geen vreemde geuren
over, drogen ze niet uit en worden er
geen bacteriën overgedragen. Dit is
vooral belangrijk als u dierlijke levens-
middelen bewaart. Let vooral op met le-
vensmiddelen zoals rauw vlees en vis.
Deze mogen niet in contact komen met
andere levensmiddelen.
Als u de temperatuur juist instelt en de
koelzone goed schoon houdt, blijven le-
vensmiddelen aanzienlijk langer houd-
baar. Afval van levensmiddelen wordt
voorkomen.
Eiwitrijke levensmiddelen
Houd er rekening mee, dat eiwitrijke le-
vensmiddelen sneller bederven. Zo be-
derven schaal- en schelpdieren bijv.
sneller dan vis, en vis bederft weer snel-
ler dan vlees.
Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren
41
DailyFresh-lade
De DailyFresh-lade is uitermate geschikt
voor fruit en groenten.
De luchtvochtigheid in de DailyFresh-la-
de kan zo worden geregeld dat deze
ongeveer overeenkomt met de bewaar-
de levensmiddelen. Een hoge lucht-
vochtigheid zorgt ervoor dat de levens-
middelen hun eigen vocht behouden en
niet zo snel uitdrogen. De temperatuur
komt ongeveer overeen met de tempe-
ratuur in de gewone koelzone.
Om levensmiddelen goed te kunnen
bewaren, is het essentieel dat ze zich
in goede staat bevinden wanneer u ze
in de koelkast legt.
Luchtvochtigheid in de DailyFresh-la-
de wijzigen
De hoogte van de luchtvochtigheid in
de DailyFresh-lade hangt sterk af van
de soort en hoeveelheid opgeslagen
levensmiddelen als deze niet verpakt
zijn.
Als u een kleine hoeveelheid opslaat,
kan de luchtvochtigheid te gering zijn.
Tip: Verpak de levensmiddelen bij klei-
ne hoeveelheden in luchtdichte verpak-
kingen.
Niet-verhoogde luchtvochtigheid
kiezen
Schuif de regelaar naar links.
Het deksel is geopend en de luchtvoch-
tigheid wordt lager.
Kies deze instelling altijd bij:
- een grote belading
- een gemengde belading
- een belading die voornamelijk uit fruit
bestaat
- een te hoge luchtvochtigheid in de
DailyFresh-lade.
Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren
42
Verhoogde luchtvochtigheid kie-
zen
Schuif de regelaar naar rechts.
Het deksel is gesloten en de luchtvoch-
tigheid in het vak blijft.
Kies deze instelling bij:
- een geringe belading
- een belading die voornamelijk uit
groente bestaat
- een te lage luchtvochtigheid in de
DailyFresh-lade.
Bij een verhoogde luchtvochtigheid
in het vochtvak kan zich condenswa-
ter vormen.
Als u denkt dat er te veel con-
denswater is gevormd en dit invloed
heeft op de levensmiddelen, ga dan
als volgt te werk:
Verwijder het condenswater met een
schoonmaakdoekje.
Open het deksel van het vak.
Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren
43
Bent u niet tevreden met de manier waarop uw levensmiddelen worden ge-
koeld (bijv. wanneer ze al na korte tijd slap worden), neem dan onderstaande
tips in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen in de koelkast. De staat waarin levensmid-
delen verkeren, als u ze in de koelkast legt, is essentieel voor het resultaat.
Reinig de DailyFresh-lade voordat u de levensmiddelen erin legt.
Dep zeer vochtige levensmiddelen af voordat u ze in de koelkast bewaart.
Leg geen koudegevoelige levensmiddelen in de DailyFresh-lade (zie hoofdstuk
“Levensmiddelen in de koelzone bewaren”, paragraaf “Niet geschikt voor de
koelzone”).
Kies voor het bewaren van levensmiddelen de juiste positie van de regelaar (af-
hankelijk van het soort levensmiddelen dat u bewaart).
Een verhoogde luchtvochtigheid wordt alleen bereikt door het vocht van de le-
vensmiddelen die in dat vak worden bewaard, mits ze onverpakt worden be-
waard. Hoe meer levensmiddelen er in het vak worden bewaard, des te hoger de
luchtvochtigheid.
Wanneer er zich te veel vocht in het vak verzamelt en de levensmiddelen worden
aangetast, dient u het condenswater vooral van de bodem te verwijderen en legt
u een rooster of iets dergelijks in het vak, zodat het overtollige vocht eraf kan
druipen. Schuif de regelaar naar links, zodat de luchtvochtigheid kan ontsnap-
pen.
Als de luchtvochtigheid te laag is hoewel het deksel van de DailyFresh-lade is
gesloten (regelaar is naar rechts geschoven), kunt u de levensmiddelen het bes-
te in luchtdichte verpakkingen bewaren.
Invriezen en bewaren
44
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Als het levensmiddel snel tot in de kern
ingevroren is, heeft de vloeistof in de
cellen minder tijd om uit de cellen te lo-
pen. De cellen krimpen dan aanzienlijk
minder. Tijdens het ontdooien kan de
slechts geringe hoeveelheid vloeistof
die naar de tussenruimten was ge-
stroomd, terugkeren naar de cellen zo-
dat het vochtverlies zeer gering is.
Daarom ontstaat er slechts een klein
plasje water.
Maximale vriescapaciteit
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag de
maximale vriescapaciteit niet worden
overschreden. De maximale vriescapa-
citeit binnen 24uur vindt u op het type-
plaatje “Vriescapaciteit…kg/24u”.
Diepvriesproducten bewaren
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al tijdens de aankoop in
de winkel:
- de verpakking op beschadigingen
- de houdbaarheidsdatum
- de temperatuur in de diepvries in de
winkel moet -18°C of lager zijn
Vervoer diepvriesproducten indien
mogelijk in een koeltas of leg ze snel
in het koelapparaat.
Invriezen en bewaren
45
Verse levensmiddelen zelf in-
vriezen
Vóór het inruimen
Als u meer dan 2kg verse levensmid-
delen wilt invriezen, schakelt u 6uur
voor het inruimen van de levensmid-
delen de functie SuperFrost in.
Bij een nog grotere hoeveelheid diep-
vriesproducten schakelt u 24uur voor
het inruimen van de levensmiddelen
de functie SuperFrost in.
De al ingevroren diepvriesproducten
krijgen zo een koudereserve.
Vries uitsluitend verse levensmidde-
len in perfecte staat in.
Houd er rekening mee dat sommige
levensmiddelen niet geschikt zijn om
in te vriezen. Dat geldt bijvoorbeeld
voor soorten groenten die normaal ge-
sproken rauw worden gegeten, zoals
bladsla of radijsjes.
Tip: Om kleur, smaak, aroma en vitami-
neC te behouden, kunt u de groente
blancheren voordat u deze invriest. Leg
daarvoor een portie groente 2–3minu-
ten in kokend water. Neem de groente
dan uit het water en laat deze snel in
koud water afkoelen. Laat de groente
uitlekken.
In te vriezen levensmiddelen verpak-
ken
Vries levensmiddelen per portie in.
Tip: Kies een geschikte verpakking om
vriesbrand te voorkomen (bijv. diep-
vriesbakjes).
Druk de lucht uit de verpakking en
sluit de verpakking goed.
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Diepvriesproducten in het apparaat
leggen
Leg in te vriezen levensmiddelen niet
tegen reeds ingevroren levensmidde-
len, om te voorkomen dat de inge-
vroren levensmiddelen gaan ontdooi-
en.
Om te voorkomen dat levensmidde-
len aan elkaar of aan de bodem vast-
vriezen, dient u ervoor te zorgen dat
de verpakkingen droog zijn.
Leg de diepvriesproducten zo dicht
mogelijk tegen de zijwanden van de
diepvrieslades, zodat ze zo snel mo-
gelijk tot in de kern worden ingevro-
ren.
Stop de diepvriesproducten vervol-
gens in diepvrieszakken of bakjes en
verdeel ze over de andere diepvries-
lades.
Schuif de diepvrieslade er altijd tot
aan de aanslag in, zodat de lucht on-
gehinderd in het koelapparaat kan
circuleren.
Invriezen en bewaren
46
– kleine hoeveelheden
Deze kunt u het beste in de onderste
diepvriesladen leggen.
Leg de levensmiddelen over de hele
breedte op de bodem van de onder-
ste diepvrieslades, zodat ze zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge-
vroren.
–VarioRoom: maximale in te vriezen
hoeveelheid (zie typeplaatje) plaatsen
Als de ventilatieopeningen zijn afge-
dekt, neemt de koelcapaciteit af en
stijgt het energieverbruik.
Leg de diepvriesproducten zo in het
apparaat dat de ventilatieopeningen
niet worden afgedekt.
Tip: U kunt de diepvrieszone flexibel
groter maken. Wanneer u een groot
stuk vlees wilt invriezen, bijvoorbeeld
kalkoen of wildbraad, kunt u de glaspla-
ten tussen de diepvrieslades het beste
verwijderen. Zo is er meer plaats.
Neem de onderste diepvrieslade uit
het apparaat.
Plaats de diepvriesproducten direct in
het koelapparaat zodat de diepvries-
producten in contact komen met de
bodem of de zijwanden.
Als de levensmiddelen zijn ingevroren:
Schakel de functie SuperFrost uit.
Leg de ingevroren diepvriesproducten
in de diepvrieslades en schuif deze
weer in het apparaat.
Bewaartijd van ingevroren le-
vensmiddelen
Levensmiddelen-
groep
Bewaartijd
(maanden)
Schepijs 2 tot 6
Brood, bakwaren 2 tot 6
Kaas 2 tot 4
Vis, vet 1 tot 2
Vis, mager 1 tot 5
Worst, ham 1 tot 3
Wild, varkensvlees 1 tot 12
Gevogelte, rund-
vlees
2 tot 10
Groente, fruit 6 tot 18
Kruiden 6 tot 10
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar-
den.
Bij de in de handel verkrijgbare diep-
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda-
tum beslissend.
Bij een constante temperatuur van de
diepvrieszone van -18°C en als u deze
goed schoon houdt, blijven levensmid-
delen zo lang mogelijk goed en hoeft u
minder weg te gooien.
Invriezen en bewaren
47
Dranken snel koelen
Als u flessen snel in de diepvrieszone
wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één
uur weer uit de diepvrieszone te halen.
Anders kunnen ze ontploffen.
Accessoires gebruiken
Het bereiden van ijsblokjes
Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water. Zet het bakje op
de bodem van een diepvrieslade.
Wanneer een bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te ma-
ken.
Tip: Houd het bakje even onder stro-
mend water, dan laten de ijsblokjes ge-
makkelijk los.
Ontdooien
48
Koelzone en DailyFresh-lade
De koelzone en de DailyFresh-lade wor-
den automatisch ontdooid.
Terwijl de compressor in werking is,
kunnen zich op de achterwand van de
koelzone rijp en waterdruppels vormen.
De rijp en waterdruppels hoeft u niet te
verwijderen.
Het dooiwater loopt via het gootje en de
afvoeropening voor het dooiwater in het
verdampingssysteem aan de achterkant
van het koelapparaat. Door de warmte
van de compressor verdampt het dooi-
water automatisch.
Houd het gootje en de afvoeropening
voor het dooiwater schoon. Het
dooiwater moet altijd probleemloos
afgevoerd kunnen worden.
Diepvrieszone ontdooien
De diepvrieszone ontdooit niet automa-
tisch.
Bij normaal gebruik zetten rijp en ijs
zich na verloop van tijd in de diepvries-
zone af, bijvoorbeeld op de binnen-
wanden. De hoeveelheid rijp en ijs is
ook afhankelijk van de volgende oorza-
ken:
- De deur van de diepvrieszone werd
vaak en/of gedurende lange tijd ge-
opend.
- Er zijn grote hoeveelheden verse le-
vensmiddelen ingevroren.
- De luchtvochtigheid in de ruimte is
hoger geworden.
Wanneer er zich een dikke ijslaag heeft
gevormd, gaan de diepvrieslades niet
meer zo makkelijk open. Een dikke ijs-
laag kan er zelfs voor zorgen dat de
deur van de diepvrieszone niet meer
goed dichtgaat. Ook neemt de koelca-
paciteit af, waardoor het energiever-
bruik stijgt.
Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot
tijd, echter in ieder geval zodra zich
een circa 0,5cm dikke ijslaag heeft
gevormd.
Tip: Doe dat wanneer er weinig of geen
diepvriesproducten in de diepvrieszone
liggen of de luchtvochtigheid en de
temperatuur in het vertrek laag zijn.
Ontdooien
49
Pas op voor beschadiging door
onjuist ontdooien.
Zorg er bij het ontdooien voor dat u
de vriesplaat niet beschadigt. Anders
werkt het koelapparaat niet meer.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af.
Gebruik geen scherpe of spitse voor-
werpen.
Gebruik voor het bespoedigen van
het ontdooiproces geen mechani-
sche hulpmiddelen of andere mid-
delen die niet door de fabrikant wor-
den aanbevolen.
Schakel 4uur voordat u het apparaat
gaat ontdooien de functie Super-
Frost in. Daardoor krijgen de reeds
ingevroren diepvriesproducten een
extra koudereserve en kunnen ze dus
iets langer op kamertemperatuur wor-
den bewaard.
Neem de diepvriesproducten uit het
apparaat en wikkel de producten in
verschillende lagen krantenpapier of
dekens.
Tip: U kunt de diepvriesproducten ook
in koeltassen bewaren.
Bewaar de diepvriesproducten op
een koele plaats, totdat het apparaat
weer klaar is voor gebruik.
Haal alle diepvrieslades en glasplaten
uit de diepvrieszone.
Hoe langer de diepvriesproducten bij
kamertemperatuur worden bewaard,
hoe korter ze houdbaar zijn.
Ontdooi zo snel mogelijk.
Pas op voor beschadiging door
hitte en binnendringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger,
elektrische verwarmingsapparaten en
brandende kaarsen kan kunststoffen
en elektrische onderdelen bescha-
digen.
Gebruik voor het ontdooien van het
koelapparaat geen stoomreiniger,
elektrische verwarmingsapparaten of
brandende kaarsen.
Gevaar voor de gezondheid en
kans op beschadiging door ontdooi-
sprays of ontdooimiddelen.
Ontdooisprays of ontdooimiddelen
kunnen explosieve gassen vormen of
ze kunnen oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die de kunststof be-
schadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Gebruik geen ontdooisprays of ont-
dooimiddelen om het koelapparaat te
ontdooien.
Zorg ervoor dat er geen water in de
kastombouw terechtkomt.
Schakel het koelapparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Laat de deur van de diepvrieszone
openstaan.
Zet een geschikt bakje voor de dooi-
waterafvoer.
Tip: U kunt het flessenvak (zie het
hoofdstuk “Overzicht apparaat”) gebrui-
ken voor het opvangen van het dooiwa-
ter.
Ontdooien
50
Open de dooiwaterafvoer onderaan
de voorkant van het apparaat.
Tip: U kunt het ontdooien versnellen
door 2pannetjes met heet (niet kokend)
water op een onderzetter in de diep-
vrieszone te zetten. Houd in dit geval de
deur tijdens het ontdooien gesloten, zo-
dat de warmte niet kan ontsnappen.
Haal ook de losgeraakte stukjes ijs
eruit.
Leeg het bakje met het opgevangen
dooiwater.
Sluit de dooiwaterafvoer.
Na het ontdooien
Reinig en droog de diepvrieszone.
Sluit de deuren van het apparaat.
Sluit het koelapparaat weer aan en
schakel het in.
Schakel de functie SuperFrost in
zodat het in het koelapparaat weer
snel koud wordt.
Schuif de glasplaten en diepvriesla-
des met diepvriesproducten weer te-
rug in de diepvrieszone zodra de tem-
peratuur in deze zone laag genoeg is.
Schakel de functie SuperFrost
weer uit zodra de diepvries een con-
stante temperatuur van -18°C of la-
ger heeft bereikt.
Reiniging en onderhoud
51
Het typeplaatje in het koelapparaat
mag niet worden verwijderd. De gege-
vens zijn nodig in geval van storing.
Zorg ervoor dat er geen water komt
in de elektronische besturing of de
verlichting.
Gevaar voor beschadiging door
binnendringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger kan
kunststof en elektrische onderdelen
beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het
koelapparaat te reinigen.
Er mag geen reinigingswater in de af-
voeropening voor het dooiwater lo-
pen.
Opmerkingen over het reini-
gingsmiddel
Gebruik in het koelapparaat alleen
reinigings- en onderhoudsmiddelen
die geen risico vormen voor de le-
vensmiddelen.
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei-
niging geen
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schurende reinigingsmiddelen (zoals
schuurpoeder, schuurmiddel, schuur-
sponsjes)
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers
- ovensprays
- glasreinigers
- schurende harde sponsjes en
borstels (bijv.schuursponsjes)
- vlekkensponsjes
- scherpe metalen schrapers
Wij adviseren om een schoon spons-
doekje, lauw water en wat afwasmiddel
te gebruiken.
Reiniging en onderhoud
52
Het koelapparaat voorbereiden
voor de reiniging
Schakel het koelapparaat uit.
Neem de levensmiddelen uit het koel-
apparaat en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal alle onderdelen uit het apparaat
die kunnen worden verwijderd, zodat
u ze kunt reinigen.
De binnenruimte reinigen
Reinig het koelapparaat regelmatig
(minstens één keer per maand) en
reinig de diepvrieszone na elke ont-
dooiing.
Als vervuilingen langer inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde-
ren.
De oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor-
keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser.
Reinig de diepvrieszone iedere keer
nadat u deze heeft ontdooid.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met
een schoonmaakdoekje.
Verwijder eerst de DailyFresh-lade
voor het reinigen van het dooiwater-
gootje.
Reiniging en onderhoud
53
Daarna verwijdert u het afvoerplaatje
voor het dooiwater.
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater vaker met
een stokje of iets dergelijks, zodat het
dooiwater ongehinderd kan wegstro-
men.
Plaats het afvoerplaatje voor het
dooiwater en de DailyFresh-lade weer
terug.
Laat de deur van het koelapparaat
nog even openstaan om het koelap-
paraat voldoende te luchten en geur-
tjes te voorkomen.
Accessoires voor de reiniging
verwijderen en demonteren
Deurvak/flessenvak demonteren
Verwijder de sierlijst in roestvrij staal-
look voordat u het deurvak/flessenvak
in de vaatwasser reinigt.
Om de sierlijst te verwijderen, gaat u als
volgt te werk:
Plaats het deurvak/flessenvak op het
werkblad.
Pak de sierlijst aan één kant vast en
trek de lijst van het vak af.
Zet de sierlijst na de reiniging weer
vast aan het deurvak/flessenvak.
Reiniging en onderhoud
54
Een plateau demonteren
Leg het plateau op het werkblad op
een zachte ondergrond (bijv. een
theedoek).
Verwijder eerst de kunststof lijst en
de beschermlijst aan de achterkant,
voordat u het plateau gaat reinigen.
1. Begin aan één kant en trek de kunst-
stof lijst eraf.
2. Trek de beschermlijst eraf.
Bevestig de kunststof lijst en de be-
schermlijst weer op het plateau, na-
dat u het plateau gereinigd heeft.
Groente- en fruitlade verwijderen
Til de groente- en fruitlade aan de
voorzijde iets op en trek deze er ver-
volgens uit.
Deksel DailyFresh-lade verwijderen
Haal de DailyFresh-lade eruit.
Til het deksel aan de voorkant op en
trek het eruit.
Schuif het deksel na de reiniging te-
rug.
Lades en glasplaten uit de diepvries-
zone verwijderen
Trek de lade eruit en til daarbij de
voorkant iets op.
Klik aan beide kanten vooraan de
glasplaat los en verwijder deze.
Glasplaten en lades van de diepvries-
zone plaatsen
Zet de glasplaat er eerst achteraan in
en klik deze dan vooraan aan beide
kanten vast.
Plaats de lade van bovenaf iets
schuin links en rechts in de geleiders.
Schuif de lade naar binnen en laat
deze daarbij zakken.
Reiniging en onderhoud
55
Front en zijkanten reinigen
Als verontreinigingen te lang inwer-
ken, kunt u ze soms niet meer verwij-
deren. De oppervlakken kunnen ver-
kleuren of veranderen.
U kunt vuil op het front en op de zij-
wanden het beste direct verwijderen.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen en kunnen verkleuren of ver-
anderen, wanneer ze in contact ko-
men met ongeschikte reinigingsmid-
delen.
Lees de informatie in de paragraaf
“Opmerkingen over het reinigings-
middel” aan het begin van dit hoofd-
stuk.
Reinig de oppervlakken met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water. U kunt voor het reinigen
ook een schoon, vochtig microvezel-
doekje zonder reinigingsmiddel ge-
bruiken.
Neem de oppervlakken met schoon
water af en droog alles met een zach-
te doek na.
Deurdichting reinigen
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan-
deld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de
deurdichting daarna met een doek
grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof-
zuiger (gebruik daarvoor bijv. de
reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
Reiniging en onderhoud
56
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel het koelapparaat in.
Schakel de functie SuperFrost een
tijdje in, zodat de diepvrieszone snel
weer koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de deur van het koelappa-
raat.
Leg de diepvriesproducten terug in
de diepvrieslades en schuif deze
weer in de diepvrieszone, zodra de
temperatuur in deze zone laag ge-
noeg is.
Schakel de functie SuperFrost
weer uit zodra de diepvries een con-
stante temperatuur van -18°C of la-
ger heeft bereikt.
Nuttige tips
57
De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u
Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en
het probleem te verhelpen.
Open de deuren van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet voordat de
storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koelapparaat koelt
niet en de binnenver-
lichting werkt niet wan-
neer de deur van het
koelapparaat open is.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld. De tempera-
tuurindicatie op het bedieningspaneel geeft geen
temperatuur aan.
Schakel het koelapparaat in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact, de tempera-
tuurindicatie voor de diepvrieszone knippert.
De zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Het koelapparaat, de huisspanning of een ander ap-
paraat kan defect zijn.
Neem contact op met een elektricien of met Miele.
Nuttige tips
58
Probleem Oorzaak en oplossing
De temperatuuraandui-
ding brandt, maar het
koelapparaat koelt niet.
De demo-functie is ingeschakeld. Op die manier kan
de vakhandelaar het koelapparaat presenteren zon-
der de koeling in te schakelen. Voor particulier ge-
bruik is deze instelling niet relevant.
Schakel de demo-functie uit door de zelftest van
het apparaat uit te voeren:
Schakel het koelapparaat uit en na 5minuten weer
in.
Druk binnen 10seconden gedurende 3–5secon-
den op de toets voor het instellen van de tempera-
tuur, totdat in de temperatuuraanduiding het
lampje voor 2°C brandt.
De zelftest van het apparaat start als de temperatuur-
aanduidingen na elkaar gaan branden.
- Als na korte tijd de eerder ingestelde temperatuur
in de temperatuuraanduiding verschijnt, is uw koel-
apparaat in orde.
- Als na korte tijd in het bedieningspaneel het lampje
voor de functie SuperFrost gedurende 10secon-
den knippert, is er sprake van een storing. Neem
contact op met Miele.
De temperatuur in het
koelapparaat wijkt sterk
af van de geselecteerde
instelling.
Het kan in principe een paar uur duren voordat in het
koelapparaat de van tevoren ingestelde temperatuur
heerst.
In sommige gevallen helpt het om het koelappa-
raat 5minuten uit te schakelen en het daarna op-
nieuw in te schakelen.
De compressor scha-
kelt steeds vaker en
steeds langer in, de
temperatuur in het koel-
apparaat is te laag.
De ventilatie-openingen zijn geblokkeerd of er zit veel
stof in.
Dek de ventilatie-openingen niet af.
Reinig de ventilatie-openingen regelmatig door
stof te verwijderen.
De deuren van het apparaat zijn vaak geopend of er
zijn grote hoeveelheden verse levensmiddelen in de
koel- of diepvrieszone gelegd.
Open de deuren van het koelapparaat alleen indien
nodig en altijd zo kort mogelijk.
Nuttige tips
59
Probleem Oorzaak en oplossing
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
De deuren van het koelapparaat zitten niet goed
dicht. Misschien heeft zich in de diepvrieszone al een
dikke ijslaag gevormd.
Sluit de deuren van het apparaat.
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik.
Ontdooi en reinig het koelapparaat.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur is, des te langer is de com-
pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Er is een te lage temperatuur ingesteld in het koelap-
paraat.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Er is een grotere hoeveelheid verse levensmiddelen
tegelijk ingevroren.
Lees de opmerkingen in het hoofdstuk “Invriezen
en bewaren”.
De functie SuperFrost is nog ingeschakeld.
Schakel de functie SuperFrost zelf eerder uit om
energie te besparen.
Nuttige tips
60
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan; de
temperatuur in het koel-
apparaat stijgt.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te
hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien.
De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur
waarvoor het koelapparaat geschikt is.
De compressor slaat minder vaak aan als de omge-
vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in de
diepvrieszone te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Verhoog de omgevingstemperatuur.
In het koelapparaat
heeft zich een ijslaag
gevormd, of in het bin-
nenste van het koelap-
paraat vormt zich con-
denswater. Het kan zijn
dat de deur van het ap-
paraat niet goed sluit.
De deurdichting is uit de groef gegleden.
Controleer of de deurdichting goed in de groef zit.
De deurdichting is beschadigd.
Controleer of de deurdichting beschadigd is.
Nuttige tips
61
Algemene problemen met het apparaat
Probleem Oorzaak en oplossing
De bodem van de koel-
zone is nat.
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt.
Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
De diepvriesproducten
zijn vastgevroren.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog
toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
De voorkant van het
koelapparaat is warm.
De voorkant van het koelapparaat wordt gedeeltelijk
een beetje verwarmd om de vorming van con-
denswater bij de afdichting van de deur te voorko-
men.
Er zit rijp op de glaspla-
ten in de diepvrieszone.
Door het koelsysteem kan zich rijp op de glasplaten
in de diepvrieszone vormen. Dit heeft geen invloed
op de werking van het koelapparaat of het energie-
verbruik.
Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot tijd, echter
in ieder geval zodra zich een circa 0,5cm dikke
ijslaag heeft gevormd.
Dit is geen storing.
Nuttige tips
62
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koelapparaat functi-
oneert niet goed.
Als uw koelapparaat niet goed functioneert, kunt u
het apparaat met een zelftest controleren. De zelftest
van het apparaat geeft storingen aan die alleen door
Miele kunnen worden verholpen.
Schakel het koelapparaat uit en na 5minuten weer
in.
Druk binnen 10seconden gedurende 3–5secon-
den op de toets voor het instellen van de tempera-
tuur, totdat in de temperatuuraanduiding het
lampje voor 2°C brandt.
De zelftest van het apparaat start als de temperatuur-
aanduidingen na elkaar gaan branden.
- Als na korte tijd de eerder ingestelde temperatuur
in de temperatuuraanduiding verschijnt, is uw koel-
apparaat in orde.
- Als na korte tijd in het bedieningspaneel het lampje
voor de functie SuperFrost gedurende 10secon-
den knippert, is er sprake van een storing. Neem
contact op met Miele.
Op het oppervlak van
het apparaat en de pla-
teaus in het koelappa-
raat verzamelt zich wa-
ter.
De combinatie van hoge luchtvochtigheid en hoge
omgevingstemperatuur kan het ontstaan van con-
denswater versterken.
Open de deuren van het koelapparaat alleen indien
nodig en altijd zo kort mogelijk.
Veeg het water met een zacht, droog schoon-
maakdoekje weg.
De deur van de diep-
vrieszone kan niet
meerdere keren achter
elkaar worden geopend.
Geen storing. Door de zuigende werking kunt u de
deur pas na ca. 1minuut zonder moeite openen.
Nuttige tips
63
Probleem Oorzaak en oplossing
Er was een stroomsto-
ring.
Tijdens een stroomstoring stijgt de temperatuur in het
koelapparaat. De bewaartijd wordt korter en de kwa-
liteit van uw levensmiddelen is aangetast.
Houd het koelapparaat tijdens een stroomstoring
indien mogelijk dicht en leg er geen levensmidde-
len bij.
Controleer de kwaliteit van de levensmiddelen na
de stroomstoring.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de
levensmiddelen een beetje of zelfs helemaal ont-
dooid zijn. Als dat het geval is, verwerkt u deze le-
vensmiddelen verder (koken of braden), voordat u
ze weer invriest.
Gooi bij twijfel ontdooide diepvriesproducten weg.
Nuttige tips
64
De binnenverlichting doet het niet
Probleem Oorzaak en oplossing
De binnenverlichting
werkt niet.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld.
Schakel het koelapparaat in.
Wanneer de deur geopend wordt, gaat de verlichting
na ongeveer 10minuten automatisch uit in verband
met gevaar voor oververhitting. Is dit niet het geval,
dan is er sprake van een storing.
Gevaar voor elektrische schok door blootlig-
gende onderdelen, waarop spanning staat.
Wanneer u de afdekplaat voor de verlichting ver-
wijdert, kunt u in aanraking komen met onderdelen
waarop spanning staat.
Verwijder de afdekplaat voor de verlichting niet.
Laat de led-verlichting alleen door Miele repareren
en vervangen.
Pas op voor letsel door led-verlichting.
Deze verlichting komt overeen met risicogroep
RG2. Als de afdekking defect is, kan dat oogletsel
veroorzaken.
Kijk niet direct van dichtbij met optische instru-
menten (een loep of iets dergelijks) in de verlichting
als de afdekplaat voor de verlichting defect is.
Neem contact op met Miele.
Oorzaken van geluiden
65
Normale
geluiden
Waardoor worden ze veroorzaakt?
Brrrrr… Het brommende geluid is afkomstig van de compressor. Het ge-
luid kan kortstondig wat luider zijn, als de compressor wordt in-
geschakeld.
Blub, blub… Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
het koelmiddel dat door de leidingen stroomt.
Klik… Klikken is altijd hoorbaar als de thermostaat de compressor in-
of uitschakelt.
Sssrrrrr… Een zacht geruis kan afkomstig zijn van de luchtstroming in de
binnenruimte.
Knak… Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-
apparaat uitzet.
Houd er rekening mee dat compressor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit
niet te vermijden zijn.
Geluiden Oorzaak en oplossing
Klapperende,
rammelende,
kletterende
geluiden
Het koelapparaat staat niet waterpas. Zet het apparaat recht
met behulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten
onder het koelapparaat.
Het koelapparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan.
Schuif het een stukje op.
Uitneembare onderdelen zoals lades, rekken of plateaus wiebe-
len of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en ver-
vang deze indien nodig.
Flessen, potten etc. komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit el-
kaar.
Service
66
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of Miele.
Een bezoek van een technicus kunt u
online op www.miele.com/service
boeken.
De contactgegevens van de afdeling
klantcontacten van Miele vindt u ach-
teraan in dit document.
Miele heeft de typeaanduiding en het
serienummer nodig (Fabr./SN/Nr.). Bei-
de gegevens vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u aan de binnen-
kant van het koelapparaat.
Informatie over het apparaat
weergeven
Deze gegevens vindt u in de instellings-
modus onder Informatie (zie hoofd-
stuk “Het wijzigen van instellingen”) of
op het typeplaatje in de binnenruimte
van het koelapparaat.
EPREL-databank
Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie
over energie-etikettering en de eisen in-
zake ecologisch ontwerp in de Europe-
se productendatabank (EPREL) terug-
vinden. Via de volgende link https://
eprel.ec.europa.eu/ vindt u de produc-
tendatabank. Hier wordt u gevraagd om
de typeaanduiding in te voeren.
U vindt de typeaanduiding op het type-
plaatje.
SN-ST
R600a:
XXXXXX Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat be-
draagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor-
waarden in uw land kunt u bij Miele ver-
krijgen.
Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.
Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V.
Postbus 166
4130 ED VIANEN
(0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Experience Center:
De Limiet 2
4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele webshop
voor een compleet overzicht van alle accessoires,
toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten
voor uw Miele apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten,
bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
M.-Nr. 12 084 780 / 00nl-NL
KD 4050 E el Active, KD 4052 E el Active, KD 4072 E ws/el
Active, KD 4172 E ws/el Active
62

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele KD 4052 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele KD 4052 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1.73 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele KD 4052

Miele KD 4052 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 68 pagina's

Miele KD 4052 Gebruiksaanwijzing - English - 68 pagina's

Miele KD 4052 Gebruiksaanwijzing - Français - 68 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info