69593
43
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
Montage- en gebruiksaanwijzing
Koelkast
met PerfectFresh-zone
en DynaCool
K 9457 iD
K 9557 iD
K 9757 iD
Lees in elk geval de ge-
bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw toestel.
M.-Nr. 07 471 390
nl-BE
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vóór het eerste gebruik .............................................12
Vergrendeling ....................................................12
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone ..........................14
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................14
Temperatuur in de koelzone instellen ..................................14
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................15
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................15
Temperatuurindicator ..............................................16
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................16
Waarschuwingssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................17
Het waarschuwingssignaal inschakelen ................................17
Superkoel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De koelzone goed gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Verschillende koelgedeelten .........................................19
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................20
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................20
Levensmiddelen juist bewaren .......................................20
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................20
PerfectFresh juist gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bewaartemperatuur ................................................21
Luchtvochtigheid ..................................................21
Bewaren in het droge en vochtige vak .................................21
Droog vak .....................................................21
Vochtig vak ....................................................22
Inhoud
De binnenruimte indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De legplaten verplaatsen............................................24
Tweedelige legplaat ...............................................24
Opdienset/flessenrek verplaatsen .....................................25
Universele box ....................................................26
De flessenhouder verschuiven .......................................26
Automatisch ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Koelzone en PerfectFresh-zone.......................................27
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Binnenruimte, toebehoren ...........................................28
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................29
Deurdichting .....................................................29
Wat gedaan als...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Montagerichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Opstelplaats......................................................35
Klimaatklasse ..................................................35
Luchttoevoer en -afvoer.............................................35
Vóór het inbouwen van het toestel.....................................36
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? .........36
Voorzijde in roestvrij staal .........................................36
Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De deurscharnieren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
De scharnieren verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Toesteldeur ......................................................39
Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Gewicht van de meubeldeur .........................................42
Inbouw in een scheidingswand .......................................42
De meubeldeur monteren ...........................................46
Inhoud
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator koelzone
d Insteltoetsen temperatuur
(+ voor warmer; - voor kouder)
e Superkoeling-toets en
controlelampje
f Toets "alarm uit"
Beschrijving van het toestel
4
a Ventilator
b Flessenrek
c Legplaat
d Droog vak van de PerfectFresh-zone
e Vochtig vak van de PerfectFresh-zo
-
ne (volgens het model, 1 vak)
f Boter- en kaasvak
g Eierhouder / opdienschaal
h Binnenverlichting
i Universele box*
j Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
k Flessenrek
l Flessenhouder*
m Schuifknop om de luchtvochtigheid
in het vochtig vak in te stellen
( volgens het model, 1 vak)
* volgens het model
Beschrijving van het toestel
5
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
-
del uit het koelcircuit of olie uit de com
-
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
-
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
6
Dit toestel voldoet aan de voorge
-
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
-
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
-
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
-
derhoud van uw toestel. Dat is vei
-
liger voor uzelf en u voorkomt scha
-
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Gebruik het toestel uitsluitend in het
huishouden voor het bewaren van le
-
vensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
-
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
-
meld of door foutieve bediening.
~
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel
niet zonder het toezicht of de aanwij-
zingen van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Kinderen mogen het toestel alleen
maar gebruiken wanneer hen de bedie-
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe-
ten de eventuele risico’s van een foutie
-
ve bediening kunnen beseffen.
~
Let op kinderen die in de buurt van
het toestel komen. Laat kinderen niet
met het toestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Technische veiligheid
~
Vóórdat u de koelkast opstelt, con
-
troleert u het toestel op zichtbare scha
-
de.
Een beschadigde koelkast mag u niet
opstellen en in gebruik nemen.
~
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
-
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit mi
-
lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het vol-
ledige koelcircuit voorkomen. Dat is
jammer genoeg niet te vermijden, maar
heeft geen invloed op de prestaties van
het toestel.
Let er bij het transporteren en het op-
stellen van het toestel op dat geen en-
kel onderdeel van het koelcircuit be-
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
-
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang
en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
~
Hoe meer koelmiddel er in een toe
-
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn. De hoeveel
-
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
~
Voordat u het toestel aansluit, dient
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelij
-
ken.
Die gegevens dienen absoluut overeen
te stemmen. Anders treedt er schade
op aan uw toestel. Vraag bij twijfel in-
lichtingen aan uw installateur.
~
De elektrische veiligheid van dit toe-
stel is alleen dan gewaarborgd als u
het op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het
is heel belangrijk dat aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde is vol
-
daan. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektri
-
cien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
-
steld worden voor schade die werd ver
-
oorzaakt doordat de aardleiding onder
-
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
~
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
laat het dan vervangen door een vak
-
man die door Miele erkend is. Zo ver
-
mijdt u risico’s voor wie het toestel ge
-
bruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
~
Een veilige werking van het toestel
is alleen dan gewaarborgd als het toe
-
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
~
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
~
Installatiewerken, onderhouds
-
werken en reparaties mogen alleen
door gekwalificeerde vakmensen wor
-
den uitgevoerd.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge-
bruiker aanzienlijke risico’s ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
~
Het toestel is pas stroomloos indien
aan een van deze voorwaarden werd
voldaan:
De stekker van het toestel is uitge-
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal
-
latie is uitgeschakeld.
De schroefzekering van de elek
-
trische installatie is helemaal uitge
-
draaid.
~
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten op het elektri
-
citeitsnet.
Die bieden niet voldoende veiligheids
-
garanties.
Er bestaat onder meer gevaar voor
oververhitting.
Efficiënt gebruik
~
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
-
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe
-
stel. Als de thermostaat wordt inge
-
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
~
Gebruik geen elektrische toestellen
in het toestel (bijv. om softijs te ma
-
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
~
Plaats dranken met een hoog alco
-
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
~
Als u levensmiddelen eet die te lang
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di-
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be-
waard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmid
-
delen.
~
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren levensmiddelen los te
wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
-
stel niet meer correct.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
~
Gebruik geen ontdooisprays of an
-
dere producten om te ontdooien.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, bevatten mogelijk oplos- of
drijfmiddelen die de kunststof aantas
-
ten of zijn mogelijk schadelijk voor de
gezondheid.
~
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Daardoor wordt de deur
-
dichting na verloop van tijd poreus.
~
Als u in het toestel of in de deur vet-
of oliehoudende levensmiddelen be
-
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
~
Dek de aanzuigopening voor de
lucht in de voet en de afvoeropening
boven in de behuizing van de koelkast
niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvin
-
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
-
de aan onderdelen kan niet worden uit
-
gesloten.
~
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
-
nenzijde van het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koelkast gedurende een
lange tijd stilstaat, zodat het toestel de
vereiste temperatuur niet kan aanhou
-
den.
~
Gebruik in geen geval een stoomrei
-
niger om het toestel te reinigen.
Stoom kan in aanraking komen met on
-
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel
-
kast?
~
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oud toestel als u het toestel af
-
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
~
Beschadig geen onderdelen van het
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
buizen te knikken;
oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
ruimte
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Bij directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
-
mingselement, fornuis).
Naast een warmtebron (verwar
-
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Bij een hogere omgevingstempera
-
tuur.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Bij een gemiddelde instelling van 2
tot 3.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
-
ger het energieverbruik!
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"graadaanduidingen"
(digitaal scherm)
Keldervak van 8 tot 12 °C
Bij toestellen met een winterschake
-
ling moet u erop letten dat die scha
-
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
openen.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Levensmiddelen goed gesorteerd
inladen.
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
van 0,5 cm.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
-
vensmiddelen en doet het stroom
-
verbruik stijgen.
Hoe kunt u energie besparen?
11
Vóór het eerste gebruik
Als beveiliging tijdens het transport zijn
de roestvrijstalen randen en oppervlak
-
ken voorzien van een beschermfolie.
^
Trek de beschermfolie pas weg na
het inbouwen.
^
Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
onmiddellijk na het afnemen van de
beschermfolie in met een geschikt
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal zorgt voor een
duurzame beschermende laag die
voorkomt dat de oppervlakken gauw
vuil worden.
^ Reinig het inwendige van de kast en
het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water; wrijf daarna alles droog
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aan
-
sluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
Het toestel inschakelen
^
Druk op de toets aan/uit.
De temperatuurindicator gaat aan, het
toestel begint te koelen en de binnen
-
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
-
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Het toestel uitschakelen
^
Druk op de toets aan/uit tot de tem
-
peratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Hou de Superkoeling-toets geduren-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
;.
^
Druk nogmaals op de Superkoeling-
toets.
Op de indicator ziet u
;.
^
Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu kiezen tussen
; 0 en ; 1:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
Toestel in- en uitschakelen
12
^
Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het vergrendelingcontrolelampje
X.
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af
-
wezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
Toestel in- en uitschakelen
13
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
-
middelen. Levensmiddelen bederven
snel ten gevolge van micro-organis
-
men, wat door de juiste bewaartempe
-
ratuur kan worden verhinderd of ver
-
traagd. De temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
-
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
als u er meer levensmiddelen in be-
waart,
als de verse levensmiddelen warm
zijn,
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
...indekoelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
In de koelzone wordt een koeltempera
-
tuur van Caanbevolen.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
-
peratuur automatisch geregeld tussen
0en3°C.
Automatische
temperatuurverdeling
(DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijk
-
matig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen in de koelkast alle
-
maal ongeveer met dezelfde tempera
-
tuur worden gekoeld.
Temperatuur in de koelzone
instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de
temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur
toets - : daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangege
-
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe
-
ratuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
Een keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knippe
-
rend aangegeven.
Telkens als u nogmaals drukt:
de temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: de tempera
-
tuurwaarde wijzigt constant.
De juiste temperatuur
14
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
-
tisch de gemiddelde effectieve tempe
-
ratuur aan die dan in de koelzone
heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als
de temperatuur na die tijd nog te hoog
of te laag is, stelt u de temperatuur op
-
nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van 4 °c tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste tempera-
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd wor
-
den bereikt.
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
-
peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C
gehouden. Als u het toch warmer of
kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
bewaren, dan kunt u de temperatuur
lichtjes wijzigen.
^
Hou de Superkoeling-toets geduren
-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert een
;.
^
Druk enkele keren op een van de in
-
steltoetsen voor de temperatuur, tot
op de indicator een
= wordt weerge-
geven. Druk nogmaals op de
Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u een
=.
^ Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
temperatuur in de PerfectFresh-zone
wijzigen. U kunt kiezen uit de stan-
den 1 tot 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
De voorinstelling van de tempera
-
tuur in de PerfectFresh-zone is
= 5.
Bij een instelling van
= 1 tot = 4
worden eventueel negatieve tempe
-
raturen bereikt. Levensmiddelen
kunnen bevriezen!
^
Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
De juiste temperatuur
15
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie
-
ningspaneel toont bij een normale wer
-
king de gemiddelde temperatuur in de
koelzone.
Valt de temperatuur buiten het moge-
lijke bereik van de temperatuurindica-
tor, dan knipperen er daarin streepjes.
Lichtsterkte van de temperatuur-
indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi-
cator is bij levering van het toestel inge-
steld op laag. Zodra de deur wordt ge
-
opend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met de grootste lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
-
tuurindicator wijzigen:
^
Hou de Superkoeling-toets geduren
-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert een
;.
^
Druk enkele keren op een van de in
-
steltoetsen voor de temperatuur, tot
op de indicator een
^ wordt weerge
-
geven.
^
Druk nogmaals op de
Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u een
^.
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
lichtsterkte van de indicator wijzigen.
U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
1: minimale lichtsterkte,
5: maximale lichtsterkte.
^ Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
De juiste temperatuur
16
Het systeem is met een waarschu
-
wingssysteem uitgerust om
energieverliezen bij een openstaande
deur te vermijden en om de ingevroren
levensmiddelen tegen warmte te be
-
schermen.
Het waarschuwingssignaal weerklinkt
altijd als de toesteldeur langer dan ong.
60 seconden open staat. Zodra de toe
-
steldeur wordt gesloten, schakelt het
waarschuwingssignaal uit.
Als de toesteldeur echter langer open
moet blijven en het waarschuwingssig
-
naal u stoort, is het raadzaam om dat
uit te schakelen.
Waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
^
Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal wordt uit
-
geschakeld.
Het waarschuwingssignaal
inschakelen
Het waarschuwingssysteem wordt auto-
matisch weer ingeschakeld zodra de
toesteldeur gesloten wordt. Het moet
niet extra worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal
17
De functie Superkoel
Met de functie Superkoel wordt de koel
-
zone zeer snel op de koudste waarde
afgekoeld (afhankelijk van de kamer
-
temperatuur).
Superkoel inschakelen
De functie Superkoel is met name aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Druk op de toets Superkoel zodat het
controlelampje brandt.
De temperatuur in het toestel daalt,
omdat het toestel met het maximale
koelvermogen werkt.
Superkoel uitschakelen
De functie Superkoel schakelt zich au
-
tomatisch na ca. 6 uur uit. Het controle
-
lampje gaat uit en het toestel werkt
weer met het normale koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superkoel zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koud ge
-
noeg zijn.
^
Druk op de toets Superkoel zodat het
controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
Superkoel gebruiken
18
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
-
stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa
-
tische dynamische koeling waarbij
er in het toestel een gelijkmatige
temperatuur heerst wanneer de ven
-
tilator draait. Tussen de verschil
-
lende koelgedeelten zijn er minder
uitgesproken temperatuurverschil-
len.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeer-
baar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn
aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de Perfect
-
Fresh-zone. In de vakken onder de Per
-
fectFresh-zone zijn de temperaturen
nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de
koelzone en de PerfectFresh-zone voor
alle gevoelige en snel bederfbare le
-
vensmiddelen zoals:
vis, vlees, gevogelte,
worst, kant-en-klaargerechten,
gebak en gerechten met eieren of
slagroom,
vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
kaas en andere producten op basis
van verse melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
in het algemeen alle verse levens
-
middelen waarvan de minimale
houdbaarheidsdatum is gebaseerd
op een bewaartemperatuur van min
-
stens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf-
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcohol-
percentage enkel rechtop en goed
afgesloten in het toestel plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vet-
of oliehoudende levensmiddelen be-
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopen
-
de olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
-
gen de achterwand komen. Ze kun
-
nen anders aan de achterwand vast
-
vriezen.
De koelzone goed gebruiken
19
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
-
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af - die is belangrijk voor het
koelvermogen!
Levensmiddelen die zeker niet
gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bewaard worden. Daartoe be
-
horen onder andere:
fruit en groenten die gevoelig zijn
voor koude, zoals bananen,
avocado’s, papaja’s, passievruchten,
aubergines, paprika’s, tomaten en
augurken
fruit dat nog verder moet rijpen,
aardappelen,
harde kazen (parmezaan).
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le
-
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de prod
-
ucten. De koelketen mag indien moge
-
lijk niet onderbroken worden. Let er
bijv. op dat de levensmiddelen niet te
lang in een warme auto blijven liggen.
Wanneer het verouderings- of
bederfproces ingezet is, kan dat niet
meer ongedaan gemaakt worden. Een
onderbreking van de koeling geduren
-
de twee uur zet het bederf al in gang.
Levensmiddelen juist bewaren
Normaal mag u levensmiddelen alleen
verpakt of goed afgedekt in de koelzo
-
ne bewaren (voor de PerfectFresh-zone
zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u
dat de levensmiddelen vreemde geu
-
ren opnemen of gaan uitdrogen. Tege
-
lijk voorkomt u de overdracht van even
-
tuele bacteriën. Een correcte instelling
van de temperatuur en een aangepaste
hygiëne vertragen de
vermenigvuldiging van bacteriën zoals
salmonella.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige le-
vensmiddelen moet u van elkaar schei-
den. Als de levensmiddelen samen be-
waard moeten worden, dan moeten ze
in elk geval verpakt zijn. Op die manier
voorkomt u dat er microbiologische ver-
anderingen optreden.
De koelzone goed gebruiken
20
De ideale bewaaromstandigheden ver
-
schillen van levensmiddel tot levens
-
middel. De bedoeling is om de levens
-
middelen zolang mogelijk vers te hou
-
den en de smaak en vitamines zo goed
mogelijk te bewaren.
Van groot belang daarbij zijn de be
-
waartemperatuur en de luchtvochtig
-
heid.
Het bijzondere aan de PerfectFresh-zo
-
ne is de juiste verhouding tussen tem
-
peratuur en vochtigheid. Daardoor kun
-
nen levensmiddelen er tot drie keer
langer in bewaard worden dan in nor
-
male koelzones.
Bewaartemperatuur
Voor verse levensmiddelen die onge-
voelig zijn voor koude, bedraagt de op-
timale bewaartemperatuur ong.
0 - 3 °C, zoals die in de PerfectFresh-
-zone automatisch heerst. De levens-
middelen blijven daar aanzienlijk langer
vers dan in de normale koelzone omdat
de bederfprocessen bij die temperatuur
trager verlopen.
Luchtvochtigheid
Hoe beter de vochtigheid van de
bewaarruimte met de eigen vochtigheid
van de levensmiddelen overeenstemt,
hoe knapperiger en verser de levens
-
middelen gedurende langere tijd blij
-
ven. Het watergehalte van de levens
-
middelen blijft immers in grote mate be
-
houden.
Welke voordelen biedt de
PerfectFresh-zone u?
Omdat de levensmiddelen tot drie keer
langer vers blijven, betekent dat voor u
meer genot met verse producten
meer comfort door een aangepaste
bewaring en
meer besparingen door
kwaliteitsbehoud.
Bewaren in het droge en
vochtige vak
De PerfectFresh-zone is in twee zones
opgedeeld: het droge vak en het voch-
tige vak (resp. de vochtige vakken).
Droog vak
In het droge vak heerst een relatief lage
luchtvochtigheid. Die stemt ongeveer
overeen met de luchtvochtigheid die
ook in de koelzone heerst.
In het droge vak gaat het dus hoofdza-
kelijk om de lage temperatuur van 0 °C,
minder om de luchtvochtigheid.
Het droge vak is geschikt voor het be
-
waren van bijzonder gevoelige levens
-
middelen, zoals
verse vis, schaal- en schelpdieren,
vlees, gevogelte, worst, zuivelpro
-
ducten en klaargemaakte slaatjes.
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
PerfectFresh juist gebruiken
21
Bewaar die levensmiddelen alleen af
-
gedekt of verpakt.
Uitzondering: vlees (De uitdroging van
het vleesoppervlak remt de kiemvor
-
ming af en zorgt daardoor voor een be
-
tere houdbaarheid. Verschillende vlees
-
soorten mogen niet rechtstreeks met el
-
kaar in contact komen, maar moeten al
-
tijd door een verpakking worden
gescheiden. Daardoor wordt
vroegtijdige bederving door
kiemoverdracht vermeden.)
Vochtig vak
Het vochtige vak is voorzien van een
regelaar waarmee u de relatieve lucht-
vochtigheid kunt wijzigen. Schuif daar-
voor de regelaar op de gewenste rela-
tieve luchtvochtigheid ( - = hoge
luchtvochtigheid, , = lage luchtvoch-
tigheid).
Staat de regelaar op een hoge lucht-
vochtigheid -, dan kan de lucht-
vochtigheid tot 90 % bedragen als het
vochtige vak goed gevuld is. De lucht
-
vochtigheid hangt daarbij in grote mate
af van de soort en de hoeveelheid van
de bewaarde levensmiddelen.
Hou er rekening mee dat de hoge
luchtvochtigheid alleen bereikt wordt en
invloed op de levensmiddelen kan heb
-
ben, wanneer die niet verpakt zijn of
in een luchtdoorlatende verpakking
zitten.
Met een hoge luchtvochtigheid - is
het vochtige vak aangewezen voor
het bewaren van vers geoogste
-
producten, zoals groente, sla,
kruiden, champignons, kool en in
-
heems fruit.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
heersen er dezelfde omstandighe
-
den als in het droge vak.
Neem de levensmiddelen ong.
30 - 60 minuten voor u ze gaat ge
-
bruiken, uit de PerfectFresh-zone.
Pas bij kampertemperatuur
ontplooien het aroma en de smaak
zich.
Zijn er bepaalde levensmid
-
delen ongeschikt voor de Per-
fectFresh-zone ?
Enkele fruit- en groentesoorten kunnen
niet goed bij een temperatuur van 0 °C
bewaard worden omdat ze gevoelig
zijn voor koude. Daartoe behoren bijv.
alle zuidvruchten.
Augurken bijv. worden glazig, aubergi-
nes bitter en aardappelen zoet. Toma-
ten en sinaasappelen verliezen hun
aroma en citrusvruchten krijgen een
harde schil.
Mogen alle levensmiddelen sa
-
men bewaard worden?
Leg niet alle levensmiddelen samen op
één lade. Sommige levensmiddelen
tonen zich geen goede partners! Ener
-
zijds worden er geurtjes en smaken
overgedragen (worteltjes bijv. nemen
snel de smaak en geur van uien over),
anderzijds geven heel wat levensmid
-
delen een natuurlijk gas (ethyleen) vrij
waarop andere levensmiddelen heel
gevoelig reageren zodat ze sneller
slecht worden.
PerfectFresh juist gebruiken
22
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
appelen, abrikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s, vijgen,
bosbessen, meloenen, bonen.
Voorbeelden van fruit en groenten
die zeer gevoelig reageren op het na
-
tuurlijke gas van andere soorten fruit
en groenten:
kiwi’s, broccoli, bloemkool, spruiten,
mango’s, honingmeloenen, appelen,
abrikozen, augurken, tomaten, peren,
nectarines, perziken.
Voorbeeld : broccoli mag u niet samen
met appels bewaren omdat appels veel
gas vrijgeven en broccoli daar zeer ge-
voelig op reageert. Het gevolg is dat u
de broccoli minder lang kunt bewaren
dan eigenlijk mogelijk is.
PerfectFresh juist gebruiken
23
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
-
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
^
Til de legplaat eventjes op en trek ze
iets naar voren. Schuif ze met de uit
-
sparing over de steunribben en ver
-
plaats ze naar boven of naar onde
-
ren.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
-
vensmiddelen niet tegen de achter
-
wand rusten en daaraan kunnen vast
-
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel ge-
trokken worden.
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het ach
-
terste deel kunt schuiven:
^
til de voorste helft van de glazen
plaat lichtjes op en schuif die vervol
-
gens voorzichtig onder de achterste
helft.
Om de tweedelige legplaats te ver
-
plaatsen,
^
neemt u de twee halve glazen platen
uit het toestel,
^
plaatst u de twee houders links en
rechts op de steunribben op de ge-
wenste hoogte,
^ en schuift u de glazen platen na el-
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan lig-
gen!
De binnenruimte indelen
24
Schuifladen van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifladen van de PerfectFresh-zo
-
ne zijn op telescopische rails gemon
-
teerd en kunnen helemaal uit het toestel
getrokken worden om ze te vullen of
leeg te maken en om ze te reinigen.
^
Trek de schuifladen tot de aanslag uit
het toestel en neem ze langs boven
weg.
Schuif de telescopische rails vervol
-
gens weer naar binnen. Zo vermijdt
u schade!
^ Trek het deksel tussen de
schuifladen voorzichtig iets naar vo-
ren en neem het naar beneden weg.
^ Om het deksel weer op zijn plaats te
zetten, plaatst u het van onderen
naar boven in de steunen. Schuif het
dan naar achteren tot het vastklikt.
Om de schuiflade op zijn plaats te zet-
ten,
^
legt u het op de telescopische rails
die helemaal uitgetrokken zijn a.De
telescopische rails moeten vooraan
tegen de voorzijde van de schuiflade
komen b!
^
Schuif de schuiflade in het toestel c.
Opdienset/flessenrek
verplaatsen
^
Neem de hangschalen langs boven
uit het roestvrijstalen frame.
^
Schuif het roestvrijstalen frame naar
omhoog en neem dat langs voren
weg.
^
Plaats het roestvrijstalen frame op
een willekeurige plaats in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen vast gedrukt wordt.
^
Plaats de hangschalen in het roest
-
vrijstalen frame.
U kunt de hangschalen helemaal uit de
opdienset halen om ze te vullen of leeg
te maken en ze dan weer op hun plaats
zetten.
Op die manier kunt u de hangschalen
ook samen met de levensmiddelen di-
rect op de tafel plaatsen.
De binnenruimte indelen
25
Universele box
(volgens het model)
In de universele box kunnen levensmid
-
delen bewaard en ook opgediend wor
-
den.
De universele box bestaat uit een diepe
schaal a en een platte schaal b - bei-
de schalen kunnen als hangschalen in
het roestvrijstalen frame geplaatst wor-
den.
Wanneer u de universele box wilt ge-
bruiken om levensmiddelen op te die-
nen,
^
plaatst u de platte schaal b in het
roestvrijstalen frame en gebruikt u de
diepe schaal als deksel a.
Zo kunt u de universele box helemaal
uit de houder nemen en hem samen
met de levensmiddelen direct op de ta
-
fel plaatsen.
De flessenhouder verschuiven
(afhankelijk van het model)
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor zitten
de flessen goed vast als de deur wordt
geopend en gesloten.
De flessenhouder kan helemaal
weggenomen worden (bijv. om hem te
reinigen):
^
Schuif daarvoor de voorste rand van
de flessenhouder omhoog en klik
hem uit het toestel.
De binnenruimte indelen
26
Koelzone en
PerfectFresh-zone
De koel- en PerfectFresh-zone ontdooi
-
en automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijm en waterpareltjes op de achterzijde
van de koel- en PerfectFresh-zone ont
-
staan. Die hoeft u niet te verwijderen
omdat ze automatisch verdampen door
de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoerbuis naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
met het oog daarop het gootje en de
afvoeropening voor het dooiwater
schoon.
Automatisch ontdooien
27
Gebruik nooit een reinigingsmiddel
dat zand, schuurmiddelen, soda, zu
-
ren of chloorverbindingen bevat.
Gebruik ook geen chemische oplos
-
middelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want die veroorza
-
ken matte vlekken.
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen oppervlakken een ge
-
schikt onderhoudsmiddel voor roest
-
vrij staal (dat u bij de Technische
Dienst van Miele kunt aanschaffen).
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de ver-
lichting komt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onder
-
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
-
tie op dat plaatje is belangrijk in ge
-
val van een storing.
Vóór het reinigen
^
Schakel het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^
Haal de gekoelde waren uit het toe
-
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
^
Neem alle onderdelen die uit het toe
-
stel genomen kunnenworden, weg
om ze te reinigen.
^
Om de opdienrekken in de
binnendeur te reinigen, kunt u de
inhangschalen uit de roestvrijstalen
frames nemen.
Binnenruimte, toebehoren
Die reinigt u het best met lauwwarm
water waarin u een beetje afwasmiddel
doet. Was alle onderdelen met de hand
af. Het botervlootje is geschikt voor de
afwasautomaat.
^ Reinig het toestel minstens één keer
per maand.
^
Reinig het gootje en de afvoerope
-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een staafje of iets dergelijks, zo
-
dat het dooiwater altijd ongehinderd
kan weglopen.
^
Spoel de binnenruimte en het toebe
-
horen na de reiniging af met schoon
water en wrijf alles droog met een
doek. Laat de deur van het toestel
korte tijd openstaan.
^
Maak de roestvrijstalen oppervlakken
met een geschikt reinigingsmiddel
voor roestvrij staal schoon.
Reiniging en onderhoud
28
^
Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
na elke reiniging in met een geschikt
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Het is belangrijk de roestvrijstalen
oppervlakken na elke reiniging met
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal te behandelen. Dit beschermt
de roestvrijstalen oppervlakken en
het voorkomt dat de oppervlakken
weer gauw vuil worden.
Openingen voor luchttoevoer
en -afvoer
^ Reinig alle openingen voor de lucht-
toevoer en -afvoer regelmatig met
een borsteltje of een stofzuiger. Wan-
neer er zich stof ophoopt, verhoogt
het energieverbruik.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
-
loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig uit
-
sluitend met schoon water en droog ze
daarna grondig met een doek.
Na het reinigen
^
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker in het stopcontact
en schakel het toestel in.
^
Schakel de functie Superkoeling een
tijdje in, zodat het toestel snel koud
wordt.
^
Plaats de levensmiddelen weer in het
toestel en sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
29
Herstellingen aan elektrische toe
-
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman laten uitvoeren. Door
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen er niet te onderschatten
risico’s ontstaan voor de gebruiker.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
^
Ga na of het toestel ingeschakeld is.
De temperatuurindicator moet bran
-
den.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, doet u een be-
roep op de Technische Dienst van
Miele.
...detemperatuur in de koelzone te
koud is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
de functie Superkoel nog ingescha
-
keld is. Die functie schakelt na 6 uur
automatisch uit.
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
^
Ga na of de luchttoevoeropening on
-
deraan in de kastsokkel en de lucht
-
afvoeropening bovenaan in de om
-
bouwkast afgesloten of verstopt zijn.
^
De toesteldeur werd vaak geopend
of er werden grote hoeveelheden le
-
vensmiddelen in het toestel geladen.
^
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
...indetemperatuurindicator
streepjes knipperen?
Controleer de temperatuurindicator ca.
6 uur na het inschakelen van het toe-
stel. Er wordt slechts een temperatuur
aangegeven als de temperatuur in het
toestel binnen het weergeefbare bereik
ligt.
...opdetemperatuurindicator "F0 "
tot "F5 " verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Doe een
beroep op de Technische Dienst van
Miele.
...uhettoestel niet kunt uitscha
-
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
. . er een waarschuwingssignaal
weerklinkt?
De toesteldeur staat langer dan 60 se
-
conden open!
^
Doe de toesteldeur dicht!
Wat gedaan als...?
30
...debinnenverlichting niet meer
werkt?
Was de deur van de koelzone geduren
-
de lange tijd geopend? De verlichting
schakelt automatisch uit als de deur 15
minuten geopend is gebleven.
Als de binnenverlichting ook niet werkt
als de deur maar eventjes open gaat,
maar de temperatuurindicator werkt
wel, dan is de verlichting defect.
^
Doe een beroep op de Technische
Dienst van Miele.
De LED-verlichting mag uitsluitend door
de Technische Dienst gerepareerd en
vervangen worden - risico van letsels
en schade!
Er ontstaat gevaar als de afdekking
beschadigd of verwijderd is door
beschadiging van het toestel —
Opgepast! De verlichting niet met
een optisch instrument (een loep of
iets dergelijks) bekijken!
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
^
Reinig het gootje en de opening voor
het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo
-
gelijk te houden, opent u indien mo
-
gelijk de deur van het toestel niet tot
de storing verholpen is.
Wat gedaan als...?
31
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
-
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
-
schakelt.
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
-
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe-
stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
-
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
-
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
-
stel: Neem de snoerhouder weg.
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
32
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
^
uw Miele-handelaar
of
^
de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
-
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor-
waarden kan uw bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
Technische Dienst van Miele/garantie
33
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
-
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
-
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veilig-
heid. Er is risico van oververhitting.
Sluit uw toestel niet aan op stroomom-
zetters die bij apart werkende stroom-
voorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
-
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
-
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
-
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
Elektrische aansluiting
34
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
-
telen!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
-
nuis, een verwarming of in de omge
-
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge
-
vingstemperatuur, hoe langer de com
-
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
-
schikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onder-
en bovengrens gerespecteerd moeten
worden. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje aan de binnenzijde van
het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
Een lagere kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden!
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. Daarom
moet het inbouwmeubel zo geconstru
-
eerd zijn dat de aan- en afvoer van
lucht niet gehinderd worden.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 38 mm diep voorzien worden.
De lucht wordt via de voet van de keu
-
kenkast aangevoerd.
De diameter van de verluchting moet
minstens 200 cm
2
bedragen zodat de
opgewarmde lucht ongehinderd kan
wegstromen. In het andere geval moet
de compressor harder werken waar-
door het stroomverbruik toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld ge-
reinigd worden.
Montagerichtlijnen
35
Vóór het inbouwen van het
toestel
^
Voor u het toestel inbouwt, neemt u
de opvullijst, de boordband en het
andere toebehoren uit het toestel of
van de achterzijde van het toestel.
^ Neem in geen geval de afstandsstuk-
ken van de rugzijde van het toestel
weg. Ze zorgen ervoor dat de nood-
zakelijke afstand tussen de rug en de
wand bewaard blijft.
^ Verwijder de kabelhouder aan de
achterzijde van het toestel.
^ Ga na of alle onderdelen op de ach-
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel aanpalende onderdelen
voorzichtig weg.
Maakte het oude toestel
gebruik van een andere
scharniertechniek?
Als uw oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruik maakte, kunt
u toch nog de deur van het meubel ge
-
bruiken. Neem in dat geval de oude
scharnieren van de inbouwkast weg;
die zijn niet meer nodig omdat de deur
nu op de toesteldeur gemonteerd
wordt. Alle noodzakelijke onderdelen
zijn bij het toestel gevoegd of kunnen
bij de Technische Dienst van Miele be
-
steld worden.
Voorzijde in roestvrij staal
(volgens het model)
Als het oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte en u
de oude deur niet meer kunt of wilt ge-
bruiken, of als uw meubeldeur om een
andere reden niet meer te gebruiken is,
kunt u die door een voorzijde in roestvrij
staal vervangen.
Deze voorzijde in roestvrij staal is in
de vakhandel of bij de Technische
Dienst van Miele beschikbaar.
Montagerichtlijnen
36
Hoogte van de nis [mm]
A
K 9457 iD 1220 - 1236
K 9557 iD 1397 - 1413
K 9757 iD 1772 - 1788
Inbouwafmetingen
37
De deurscharnieren werden in de fa
-
briek zo ingesteld dat de toesteldeur
ver geopend kan worden.
Moet de openingshoek van de toestel
-
deur om bepaalde redenen beperkt
worden, dan kan dat gebeuren door de
scharnier in te stellen.
Als de toesteldeur bijv. tegen een
aangrenzende muur zou slaan als ze
geopend worden, moet u de ope
-
ningshoek van de toesteldeur tot 90°
begrenzen:
^
Breng de bijgevoegde pen voor de
deurbegrenzing langs boven in de
scharnier aan.
De openingshoek van de toesteldeur is
nu tot 90° beperkt.
Als u wenst dat de toesteldeur bij het
openen afgeveerd wordt en de deur
zachter opent, kunt u de veerkracht
van de toesteldeur versterken.
Stel met het oog daarop de deurschar
-
nieren met de bijgevoegde inbussleutel
in.
a De toesteldeur moet niet zo ver
geopend worden:
^
Draai de inbussleutel met de wijzers
mee.
Het scharnier heeft nu een stuggere
afstelling en kan niet meer zo ge
-
makkelijk wijd openen.
b De toesteldeur mag wijd geopend
worden:
^
Draai de inbussleutel tegen de wij
-
zers in.
De deurscharnieren instellen
38
Voor u het toestel inbouwt, dient u na te
gaan naar welke zijde de deur moet
opengaan. Als de scharnieren links
moeten staan, moet u ze verplaatsen.
Om de deurscharnieren te verplaatsen,
heeft u torx-schroevendraaiers van
verschillende grootte nodig, een sleuf
-
schroevendraaier, alsook een steek
-
sleutel!
Toesteldeur
^
Open de toesteldeur.
^
Neem de afdekkingen a, b en c
met behulp van een sleufschroeven
-
draaier weg.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
iets los.
^
Schuif de toesteldeur naar buiten en
hang ze op e.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
helemaal los en schroef ze in het bo
-
venste en onderste gat in de tegen
-
overgestelde zijde f.
Als u een pen in het scharnier geplaatst
had om de openingshoek van de deur
te beperken:
^ Trek de pen langs boven uit de
scharnier.
De deursluitdemper losmaken
^ Leg de afgenomen toesteldeur met
de buitenzijde naar onderen gericht
op een stabiele ondergrond.
^
Laat de scharnieren in geopende
toestand en draai de schroef aan de
houder a los.
Let op: de deursluitdemper wordt
dichtgetrokken wanneer u deze af
-
neemt! U kan zich verwonden.
De scharnieren verplaatsen
39
^
Maak de kogeltap b los met behulp
van een steeksleutel en neem de
deursluitdemper c samen met de
kogeltap af.
De deursluitdemper niet van de
kogeltap aftrekken! Gevaar voor be
-
schadiging!
^
Plaats de toesteldeur rechtop, zodat
u vooraan de scharnieren kunt
losmaken. (De scharnieren blijven in
geopende toestand.)
^
Draai de schroeven a los en sluit de
vrijgekomen openingen af met de bij
-
gevoegde stoppen c.
Klap de scharnieren niet dicht. U
kan zich verwonden.
^
Verplaats de scharnieren in
diagonale richting b.
^
Gebruik een elektrische schroeven
-
draaier (met batterij) om de schroe
-
ven vast te draaien - de schroeven a
zijn tapschroeven.
De deursluitdemper bevestigen
^
Leg de toesteldeur opnieuw met de
buitenzijde naar onderen gericht op
een stabiele ondergrond.
^ Schroef de kogeltap b van de
deursluitdemper c in het nieuwe be-
vestigingsgat.
^ Trek de deursluitdemper c open en
haak de houder a vast aan het
scharnier.
^ Hou de deursluitdemper in deze toe-
stand vast en schroef de houder a
vast op het scharnier.
De scharnieren verplaatsen
40
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven en draai de
schroeven vast.
^ Breng de afdekkingen a, b en c
aan.
^
Breng de pen om de openingshoek
van de deur te begrenzen langs bo
-
ven in de scharnieren aan.
De scharnieren verplaatsen
41
Alle montagestappen zijn beschre
-
ven voor een toestel met een
rechtsscharnierende deur. Als u
de draairichting van de deur hebt
veranderd naar links, moet u hier
-
mee rekening houden in de
montagestappen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
torx-schroevendraaiers in verschil
-
lende groottes,
een inbussleutel.
Gewicht van de meubeldeur
Voordat u de meubeldeur monteert,
dient u te controleren of de te monteren
meubeldeur niet te veel weegt:
Toestel
Maximaal gewicht
van de meubeldeur
(in kg)
K 9457 iD 19
K 9557 iD 15
K 9757 iD 18
Gemonteerde meubeldeuren die
meer wegen dan het maximaal toe
-
gelaten gewicht kunnen tot bescha
-
diging van de scharnieren leiden!
Inbouw in een scheidingswand
Als het toestel in een scheidingswand
wordt ingebouwd, moet de achterzijde
van de inbouwnis ter hoogte van het
toestel worden afgedekt.
De inbouwnis uitlijnen
Voor u het toestel inbouwt, moet u de
inbouwkast zorgvuldig met een water
-
pas uitlijnen. De hoeken van de kast
moeten in een hoek van 90° ten opzich
-
te van elkaar staan omdat de meubel
-
deur anders niet tegen alle vier de
hoeken van de kast komt.
Het toestel inbouwen
42
Het toestel in gereedheid
brengen
^ Schuif de opvullijst a (noppen naar
onderen) in de gleuf en haak ze met
de noppen in de sleutelgaten b
vast.
^ Verplaats het aansluitsnoer zodat u
het toestel na de inbouw gemakkelijk
op het elektriciteitsnet kunt aan
-
sluiten.
^
Schuif het toestel voor twee derde in
de inbouwnis.
Let erop dat het aansluitsnoer niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
op zijn plaats schuift.
^
Alleen bij 16 mm dikke meubel
-
wanden:
Klem de afstandsstukken b op de
scharnieren.
^
Open de deur van het toestel.
^ Verwijder de afdekking c van de
bovenhoek van het toestel. Gebruik
hiervoor een sleufschroevendraaier.
^
Plaats de afdekking d op het beves
-
tigingsprofiel e.
^
Schroef het bevestigingsprofiel e
met de schroeven f (M5 x 15) bo
-
ven aan het toestel vast.
Het toestel inbouwen
43
^ Plaats de afdekking g op het beves-
tigingsprofiel h.
^ Schroef het bevestigingsprofiel h
met de schroeven i (M5 x 15) onder
aan het toestel vast.
^ Trek de beschermfolie van de
boordband j.
^ Kleef de boordband op de kant van
het toestel langs waar de deur open
gaat. De boordband moet in één lijn
liggen met de voorzijde.
Start de boordband hierbij vanaf de
onderkant van de bovenste afdek
-
king d enstop2-3mmboven het
onderste bevestigingsprofiel h. Daar
snijdt u het resterende stuk af.
^
Schuif het toestel nu in de inbouwnis,
tot de afdekkingen d en g tegen de
voorkant van de zijwand van het
meubel komen.
Het toestel inbouwen
Bij 16 mm dikke meubelwanden:
De afstandsstukken komen boven-
aan en onderaan tegen de voorkant
van de zijwand van het meubel a.
Bij 19 mm dikke meubelwanden:
De voorzijde van de scharnieren bo
-
ven en onder liggen in één lijn met
de voorkant van de zijwand van het
meubel b.
^
Controleer nogmaals of de afdek
-
kingen van de bevestigingsprofielen
boven en onder de voorkant van de
zijwand van het meubel d raken.
Zo is er een afstand van 42 mm tot de
voorzijde van de zijwanden van het
meubel.
Het toestel inbouwen
44
Bij meubels met stootonderdelen (zo
-
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
-
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm is.
^
Trek het toestel wat uit, naar gelang
de opbouwdikte.
De scharnieren en afdekkingen staan
nu naar gelang de opbouwdikte wat
meer naar voren.
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan bevindt alles zich in één lijn met de
naastliggende meubeldeuren.
Als de afstand van 42 mm (van het
toestel tot de voorkant van de meu-
belzijwanden) niet wordt nageleefd,
sluit de toesteldeur mogelijk niet cor-
rect.
Dat kan tot ijsvorming,
condenswatervorming en
functiestoringen leiden!
^ Lijn het toestel langs beide kanten
met de regelvoetjes en de bijgele
-
verde steeksleutel uit tot het recht
staat c.
Het toestel in de nis bevesti
-
gen
^ Duw het toestel aan de kant van de
scharnieren tegen de meubelwand.
^ Om het toestel langs boven en langs
onderen met de kast te verbinden,
schroeft u de lange spaanplaat-
schroeven a (4 x 20 mm) boven en
onder door de scharnierklampen.
Het toestel inbouwen
45
^ Draai de schroeven b op de boven-
ste en onderste bevestigingsprofielen
c wat los.
^ Schuif de bevestigingsprofielen c tot
tegen de meubelwand en draai de
schroeven b weer vast.
^
Schroef de bevestigingsprofielen c
met de schroeven d vast op de
meubelwand. Boor vooraf eventueel
gaten in de meubelwand.
^
Breek het uitstekende stuk van de
bovenste afdekking e af en plaats
de afdekking omgedraaid op het bo
-
venste bevestigingsprofiel c.
^
Plaats de langwerpige afdekking f
op het bovenste bevestigingsprofiel
c.
^
Breek het uitstekende stuk van de
onderste afdekking e af. U hebt dit
niet meer nodig.
^
Plaats de profielafdekking g op het
onderste bevestigingsprofiel c.
^
Sluit de toesteldeur.
De meubeldeur monteren
^
Stel de afstand tussen de deur van
het toestel en de bevestigingstraver
-
se in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken b op
de hoogte van de meubeldeur: De
onderste aanslag X van de montage
-
hulpstukken moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als de bovenzijde
van de te monteren meubeldeur, te
-
ken -.
^
Draai de moeren c los en neem de
bevestigingstraverse d samen met
de montagehulpstukken weg.
Het toestel inbouwen
46
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn op de binnenkant van
de meubeldeur.
^ Hang de bevestigingstraverse d met
de montagehulpstukken op de
binnenzijde van de meubeldeur.
Plaats de bevestigingstraverse juist
in het midden.
^
Schroef de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
-
ven e (4 x 14 mm) vast. (Bij casset
-
tedeuren gebruikt u maar 4 schroe
-
ven op de rand).
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven weg f.
^
Keer de montagehulpstukken om en
steek ze (om ze te bewaren) hele
-
maal in de middelste sleuf van de be
-
vestigingstraverse g.
^ Hang de meubeldeur op de
regelbouten h.
^ Draai de moeren c losjes op de
regelbouten.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand tussen de deur en de
omringende meubeldeuren.
^ Plaats de meubeldeur op één lijn met
de naastliggende meubeldeuren:
De zijdelingse aanpassing X verkrijgt
u door de meubeldeur te verschui
-
ven, de hoogteaanpassing Y door de
regelbouten h met een sleufschroe
-
vendraaier te verdraaien.
^
Draai de moeren c vast.
Het toestel inbouwen
47
De toesteldeur op de meubeldeur
vastschroeven:
^ Schroef het bevestigingsprofiel a
met de inbusschroef b in de voorge-
boorde gaten in de toesteldeur.
Zorg ervoor dat de twee metalen ran-
den c in één lijn staan (symbool II).
^ Boor de bevestigingsgaten d voor in
de meubeldeur en draai de schroe-
ven e (4 x 14 mm) erin.
(Bij grote of tweedelige meubeldeuren
schroeft u een tweede set bevesti
-
gingsprofielen a ter hoogte van de
greep in de deur vast. Gebruik daar
-
voor de voorgeboorde gaten in de toe
-
steldeur).
Regel de diepte Z van de meubel
-
deur:
Draai de schroeven f boven aan de
toesteldeur en de schroef g onder
aan het bevestigingsprofiel los. Ver
-
schuif de meubeldeur tot er een
luchtspleet is van 2 mm tussen de
meubeldeur en de voorzijde van de
nis.
^ Sluit daarvoor de deur en neem de
omringende meubeldeuren als
referentie.
^ Draai de moeren h op de toestel-
deur vast. Hou tegelijk de regelbout
i met een sleufschroevendraaier te-
gen.
^
De opvullijst j mag niet uitsteken.
Hij moet volledig in de nis ver
-
dwijnen.
^
Draai alle schroeven nog een keer
vast.
Het toestel inbouwen
48
^ Bevestig de afdekkingen.
Controleer op de volgende manier of
het toestel correct is ingebouwd:
De deur moet correct sluiten.
De deur mag niet vlak tegen het
meubel liggen.
De dichting in de bovenhoek aan de
kant met de greep moet nauw aan
-
sluiten.
Plaats bij wijze van test een ingescha
-
kelde zaklamp in het toestel en sluit de
toesteldeur.
Verduister het vertrek en controleer of
er licht te zien is aan de zijkanten van
het toestel. Is dat het geval, dan over
-
loopt u de afzonderlijke
montagestappen.
Het toestel inbouwen
49
50
51
Wijzigingen voorbehouden / 4108
K 9457 iD, K 9557 iD, K 9757 iD
M.-Nr. 07 471 390 / 01
43

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele K 9757 ID bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele K 9757 ID in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,79 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele K 9757 ID

Miele K 9757 ID Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 52 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info