447950
8
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/76
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
voor afwasautomaten
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwas-
automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 817 750
nl-NL
Beschrijving van het apparaat .......................................5
Het apparaat in één oogopslag........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................12
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................12
Het afdanken van het apparaat .......................................12
Economisch afwassen ..............................................13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt .................14
Het openen van de deur ............................................14
Het sluiten van de deur .............................................14
Kinderbeveiliging..................................................14
Werking van het display ............................................15
Basisinstellingen ..................................................16
Taal ..........................................................16
Waterhardheid .................................................16
Voor het eerste gebruik hebt u nodig ..................................17
Het doseren van regenereerzout......................................17
Melding voor het bijvullen van zout ....................................19
Naspoelmiddel....................................................20
Het doseren van naspoelmiddel ......................................20
Melding voor het bijvullen van naspoelmiddel ...........................21
Het inruimen van serviesgoed en bestek .............................22
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat .........23
Bovenrek ........................................................24
Omklapbare spijlen..............................................24
Kopjesrek .....................................................24
Jumbo-kopjesrek (afhankelijk van het model): ........................25
Glazenbeugel ..................................................25
Het verstellen van het bovenrek ....................................26
Onderrek ........................................................27
MultiComfort-gedeelte ...........................................28
Omklapbare spijlen (afhankelijk van het model) .......................28
Bestek ..........................................................29
3D-besteklade (afhankelijk van het model) ...........................29
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................30
Inhoud
2
Bediening .......................................................31
Reinigingsmiddelen ................................................31
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................32
Het inschakelen van de afwasautomaat ................................34
Het kiezen van een programma ......................................34
Het starten van het programma.......................................34
Display ..........................................................35
Standby .........................................................35
Einde van het programma ...........................................36
Het uitschakelen van de afwasautomaat................................36
Het uitruimen van de afwasautomaat ..................................36
Het onderbreken van het programma ..................................37
Wisseling van programma ...........................................37
Extra functies ....................................................38
Onderrek Intensief .................................................38
Turbo ...........................................................38
Voorprogrammering................................................39
DosControl .......................................................40
Reiniging en onderhoud ...........................................41
Het reinigen van de spoelruimte ......................................41
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................41
Het reinigen van het front van de afwasautomaat .........................41
Het controleren van de zeefcombinatie in de spoelruimte ..................42
Het reinigen van de zeefcombinatie ...................................42
Het reinigen van de sproeiarmen .....................................44
Nuttige tips ......................................................45
Technische storingen ..............................................45
Storingen in de watertoevoer / waterafvoer ..............................47
Algemene problemen met de afwasautomaat............................49
Vreemde geluiden .................................................50
Een tegenvallend afwasresultaat......................................51
Het verhelpen van storingen........................................54
Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer ......54
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................55
Na te bestellen accessoires ........................................57
Programma-overzicht .............................................58
Inhoud
3
Afdeling Klantcontacten ...........................................62
Voor testinstituten .................................................62
Elektrische aansluiting ............................................63
Wateraansluiting .................................................64
Het waterbeveiligingssysteem van Miele ...............................64
Watertoevoer .....................................................64
Waterafvoer ......................................................65
Beluchting van de waterafvoer .....................................65
Technische gegevens .............................................66
Menu instellingen.................................................67
Het openen van het menu "Instellingen" ................................67
Taal
! ...........................................................67
Waterhardheid ....................................................68
Naspoelmiddel....................................................69
Automatic........................................................69
Optimalisering standby .............................................70
Bijvulcontrole .....................................................71
Inweken .........................................................71
Voorspoelen......................................................71
Verlenging droogtijd ...............................................71
Lichtsterkte ......................................................72
Contrast .........................................................72
Controle zeefcombinatie ............................................72
Demonstratie voor de vakhandel......................................73
Fabrieksinstellingen ................................................73
Het sluiten van het menu "Instellingen" .................................73
Inhoud
4
Het apparaat in één oogopslag
a Bovenste sproeiarm
(niet zichtbaar)
b Besteklade
(afhankelijk van het model)
c Bovenrek
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Zeefcombinatie
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
-
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
Beschrijving van het apparaat
5
Bedieningspaneel
a Programma’s met controlelampjes
b Display
c Start/Stop – toets met controlelampje
d Voorprogrammeringstoets
met controlelampje
e Turbo – toets met controlelampje
f Onderrek Intensief – toets
met controlelampje
g Programmatoets
h K (Aan/Uit – toets)
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be
-
schreven.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm
Beschrijving van het apparaat
6
Deze afwasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
-
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
-
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat in gebruik neemt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt
daarmee schade aan uw automaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan een eventuele
volgende eigenaar van het appa-
raat.
Efficiënt gebruik
~
Deze afwasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk of daarmee
vergelijkbaar gebruik.
~
Gebruik deze afwasautomaat uitslui-
tend voor het afwassen van huishoud-
servies.
Het gebruik voor andere doeleinden en
het aanbrengen van veranderingen aan
het apparaat is ontoelaatbaar en kan
gevaarlijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
-
den gesteld voor schade die is ont
-
staan door gebruik voor andere doel
-
einden dan hier aangegeven of door
een foutieve bediening.
~
Deze afwasautomaat is alleen be
-
stemd voor gebruik binnenshuis.
~
Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de afwasautomaat niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen,
mogen deze automaat alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of wor
-
den geïnstrueerd door een verant
-
woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
~
Wanneer er kinderen in de buurt van
de afwasautomaat zijn, houd ze dan
goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.
Wanneer zij dit doen bestaat het gevaar
dat ze zich in de automaat opsluiten.
~
Kinderen mogen de afwasautomaat
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
wanneer ze weten hoe het apparaat
werkt en wat voor gevaar zij lopen wan-
neer ze de automaat fout bedienen.
~
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking kun
-
nen komen.
Reinigingsmiddelen kunnen brandwon
-
den in mond en keel veroorzaken of tot
verstikking leiden. Laat kinderen niet bij
de afwasautomaat komen als deze ge
-
opend is. Er zouden nog resten reini
-
gingsmiddelen in de automaat aanwe
-
zig kunnen zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw
kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar be
-
schadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik. Een afwasautomaat
die beschadigd is kan uw veiligheid in
gevaar brengen.
~
De afwasautomaat mag alleen via
een 3-polige stekker met randaarde op
het elektriciteitsnet worden aangeslo
-
ten.
De stekker mag niet worden afgeknipt
en niet vast aangesloten.
U moet na plaatsing van het apparaat
zonder problemen bij het stopcontact
kunnen komen, zodat u ieder moment
de stekker uit de automaat kunt trek-
ken.
~
Wanneer zich in de buurt van de af-
wasautomaat een elektrisch apparaat
bevindt, let er dan op dat de stekker
van dit apparaat niet schuilgaat achter
de afwasautomaat.
Daar de inbouwkast niet altijd diep ge
-
noeg is kan er druk op de stekker ont
-
staan, wat het risico op oververhitting
en daarmee op brand verhoogt.
~
De afwasautomaat mag niet onder
een kookplaat worden geïnstalleerd.
Een kookplaat straalt voor een deel
hoge temperaturen af waardoor de au
-
tomaat beschadigd zou kunnen raken.
Om dezelfde reden mag de afwasauto
-
maat niet direct naast warmteproduce
-
rende apparaten worden geplaatst die
niet standaard tot de keukenuitrusting
behoren.
~
Dit apparaat mag pas dan op het
elektriciteitsnet worden aangesloten,
nadat het is geplaatst en gemonteerd
(inclusief deurveerinstelling).
~
Controleer of de elektrische waar
-
den van uw huisinstallatie (spanning,
frequentie en zekering) overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje.
~
De elektrische veiligheid van dit ap
-
paraat is alleen dan gewaarborgd als
het wordt aangesloten op een aar
-
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsvoorschriften is geïnstal
-
leerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die is ont-
staan door een ontbrekende of bescha-
digde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
~
Deze afwasautomaat mag niet op
het elektriciteitsnet worden aangesloten
via meervoudige stopcontacten of via
verlengsnoeren die daarvoor niet ge
-
schikt zijn.
Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar
voor oververhitting.
~
Dit apparaat mag niet op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een schip)
worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~
De kunststof behuizing van de wa
-
teraansluiting bevat een elektrisch on
-
derdeel. Zorg ervoor dat de behuizing
niet nat wordt!
~
In de watertoevoerslang bevinden
zich spanningsvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden
doorgeknipt.
~
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
een betrouwbare bescherming tegen
waterschade, maar wel op de volgende
voorwaarden:
De afwasautomaat moet volgens de
voorschriften geïnstalleerd zijn.
Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het apparaat worden
gerepareerd, resp. moeten onderde-
len worden vervangen.
De kraan moet bij langere afwezig-
heid (bijv. vakantie) worden dichtge-
draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert
ook wanneer de afwasautomaat is uit
-
geschakeld. Het apparaat moet dan
wel op het elektriciteitsnet zijn aange
-
sloten.
~
Een afwasautomaat die beschadigd
is kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Stel het apparaat meteen buiten wer
-
king wanneer het beschadigd is en
neem contact op met uw leverancier of
met de afdeling Klantcontacten van
Miele Nederland B.V.
~
Reparaties aan de afwasautomaat
mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
-
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
-
kant niet aansprakelijk kan worden ge
-
steld.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kun
-
nen wij garanderen, dat zij volledig vol
-
doen aan de veiligheidseisen die wij
stellen aan onze apparaten en onder-
delen daarvan.
~
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u altijd de spanning van de af-
wasautomaat te halen.
Schakel daartoe het apparaat uit en
trek daarna de stekker uit het stopcon-
tact of schakel de hoofdschakelaar van
de elektrische huisinstallatie uit.
~
Een beschadigde aansluitkabel mag
alleen door een aansluitkabel van het
-
zelfde type worden vervangen. Deze is
verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
Om veiligheidsredenen mag de kabel
alleen door een erkend vakman / vak
-
vrouw of door de afdeling Klantcontac
-
ten van Miele Nederland B.V. worden
vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Plaatsing
~
Neem bij plaatsing en aansluiting
van de afwasautomaat de instructies in
het montageschema in acht.
~
De afwasautomaat moet waterpas
worden geplaatst.
~
Onder of in te bouwen afwasauto
-
maten mogen omwille van de stabiliteit
uitsluitend worden geplaatst onder een
doorlopend werkblad dat is vastge
-
schroefd aan de kasten die ernaast
staan.
~
Wanneer u een vrijstaande afwas
-
automaat wilt onderbouwen, moet u
daartoe de vrijstaande sokkel verwijde-
ren en deze vervangen door een sok-
kelpaneel voor een onderbouwafwas-
automaat. Dit paneel zit in de daarvoor
bestemde onderbouwset.
Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar
zich aan uitstekende metalen delen te
bezeren.
~
De deurveren moeten aan beide
kanten gelijkmatig worden ingesteld.
Wanneer u de deur half, d.w.z. in een
hoek van 45°, opendoet en daarna los
-
laat moet de deur in die positie blijven
staan en niet zomaar naar beneden
klappen.
Juist gebruik
~
Gebruik geen oplosmiddelen in de
spoelruimte.
Dit in verband met explosiegevaar.
~
Adem geen poedervormige reini
-
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings
-
middelen in! Reinigingsmiddelen kun
-
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken.
Ga direct naar de dokter wanneer u rei
-
nigingsmiddelen hebt ingeademd of in
-
geslikt.
~
Laat de deur van de afwasautomaat
niet onnodig openstaan.
U zou zich daaraan kunnen stoten.
~
Wanneer de deur van de afwasauto-
maat open staat, ga daar dan niet op
zitten of staan.
Doet u dat wel, dan kan het apparaat
kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen
of kan het apparaat beschadigd raken.
~
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde-
len en naspoelmiddelen voor huishoud-
afwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor
de handafwas!
~
Gebruik geen reinigingsmiddelen
die voor bedrijfsafwasautomaten of in
-
dustriereinigers bestemd zijn.
Doet u dat wel kan er materiële schade
ontstaan en kunnen er hevige chemi
-
sche reacties optreden (bijv. een knal
-
gasreactie).
~
Doseer geen poedervormig of vloei
-
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor naspoelmiddel, want dan gaat het
reservoir kapot.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~
Doseer geen poedervormig of vloei
-
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor het regenereerzout, want dan gaat
de ontharder kapot.
~
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
~
Heeft u een afwasautomaat met een
bestekkorf, kunt u het bestek het beste
in de bestekkorf plaatsen met de gre-
pen beneden en met de scherpe kant
boven. Dan wordt het bestek makke-
lijker schoon en droog.
Wanneer u daardoor echter kans loopt
om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te
verwonden, dan kunt u het bestek het
beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
~
Reinig geen kunststof vaatwerk in
de afwasautomaat dat niet hittebesten
-
dig is zoals wegwerpbakjes of
wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge
temperaturen vervormen.
~
Wanneer u de extra functie "Voor
-
programmering" gebruikt (afhankelijk
van het model), moet u ervoor zorgen
dat het doseerbakje voor het reinigings
-
middel droog is.
Reinigingsmiddel gaat in een vochtig
doseerbakje klonteren en wordt mis
-
schien niet volledig weggespoeld.
Gebruik van toebehoren
~
Alleen originele Miele-toebehoren
mogen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
-
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Bij het afdanken van de afwas
-
automaat
~
Voorkom dat kinderen zich in het
apparaat opsluiten door de sluithaak
van het deurslot te verwijderen en zo
het deurslot onbruikbaar te maken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri-
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 recyclingmate
-
riaal,
alternatief: wikkelstretchfolie van po
-
lyethyleen (PE)
Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkom-
stig uit beschermde bossen
Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. De vakhan
-
delaar neemt de verpakking terug of
wijst u de dichtst bijgelegen plaats
waar u de verpakking kwijt kunt.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
-
zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij het gemeentelijke
inzameldepot voor elektrische en elek
-
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het appa
-
raat zijn met internationale tekens ge
-
markeerd.
Daardoor is het bij het afdanken van
het apparaat mogelijk om de verschil
-
lende soorten kunststof gescheiden te
verwerken en te recyclen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
12
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
^
Het is mogelijk om de afwasautomaat
op warm water aan te sluiten.
Bijzonder geschikt is een warmwater
-
aansluiting bij een energetisch
gunstige warmwaterbereiding, bijv.
zonne-energie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om uw
apparaat op koud water aan te slui-
ten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas-
automaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
^ Gebruik het programma "Energie
Spaar"!
^
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei
-
baar reinigingsmiddel gebruikt en de
rekken maar half beladen zijn, kunt u
de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1/3 reduceren.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
13
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de rekken naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging kunt u voor-
komen dat kinderen de deur van de af-
wasautomaat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te ver-
grendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
14
Werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u het volgende in
-
stellen:
de programma’s;
de extra functies;
het starttijdstip van het door u geko
-
zen programma;
de varianten van de instellingen van
het menu "Instellingen".
Tijdens het programmaverloop geeft
het display het volgende aan:
de verschillende fases van het pro-
grammaverloop;
de vermoedelijke duur van het geko-
zen programma;
eventuele controle- en foutmeldingen
en aanwijzingen.
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets hebt bediend, gaat de
afwasautomaat over op de standby-
modus om energie te besparen.
Zie hoofdstuk: "Bediening", paragraaf:
"Standby".
Druk op de K - toets om de standby uit
te schakelen.
Menu "Instellingen"
In het menu "Instellingen" kunt u de
elektronica van uw afwasautomaat aan
uw wensen aanpassen.
U kunt via een bepaalde toetsencombi
-
natie in dit menu komen.
In het instellingenmenu wordt de eigen-
lijke functie van de toetsen onder het
display uitgeschakeld.
Met behulp van deze toetsen kunt u
dan varianten kiezen en uw keuzes be-
vestigen.
Meer informatie in het hoofdstuk: "Menu
instellingen" aan het einde van deze
gebruiksaanwijzing.
De pijlen links en rechts in het display
geven aan dat er meer keuzemogelijk
-
heden volgen. Met de linker en rechter
toets onder het display kunt u de ver
-
schillende varianten kiezen.
Met de middelste toets onder het dis
-
play kunt u keuzes of mededelingen
bevestigen en naar een ander menu of
submenu gaan.
(
Welke variant is ingesteld, wordt met
een vinkje aangegeven.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
15
Basisinstellingen
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Wordt de afwasautomaat voor het eerst
ingeschakeld, dan verschijnt kort "Miele
Willkommen" in het display.
Taal
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de taal kunt instellen die u
vanaf dat moment in het display wilt
hebben.
Over de werking van het display zie
vorige paragraaf.
^ Kies de gewenste taal en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
Welke taal is ingesteld, wordt met een
vinkje
( aangegeven.
Waterhardheid
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de waterhardheid kunt instel
-
len.
De afwasautomaat moet precies wor
-
den geprogrammeerd naar de hard
-
heid van uw water.
^
Informeer bij het plaatselijke waterlei
-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad
uw water precies heeft.
^
Programmeer bij een variërende wa
-
terhardheid (bijv. 37 - 50 °dH) altijd
de hoogste waarde (in dit voorbeeld
50 °dH).
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw
water:
°dH
Vanuit de fabriek is een waterhardheid
van 15 °dH (2,7 mmol/l) geprogram
-
meerd.
^
Kies de juiste waterhardheid en be
-
vestig uw keuze met de middelste
toets.
Welke waterhardheid is ingesteld,
wordt met een vinkje
( aangegeven.
Meer informatie over de instelling van
de waterhardheid zie hoofdstuk:
"Menu instellingen", paragraaf: "Wa-
terhardheid".
Daarna verschijnen 2 meldingen in het
display.
Nadat u deze meldingen hebt beves
-
tigd, kunnen de volgende meldingen in
het display verschijnen:
( Vul na
-
spoelmid. bij.
en F Vul zout bij.
Druk op een toets om deze meldingen
te bevestigen.
In het display verschijnt nu het hoofd
-
menu.
De basisinstellingen worden opgesla
-
gen, zodra een volledig programma
heeft gedraaid.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
16
Voor het eerste gebruik hebt u
nodig
ca. 2 l water;
ca. 2 kg regenereerzout;
reinigingsmiddel voor huishoudaf
-
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
-
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa
-
briek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er wa
-
ter in het apparaat achter. Dit bete-
kent niet dat het apparaat eerder
door een andere consument is ge-
bruikt.
Het doseren van regenereer-
zout
Om goede reinigingsresultaten te berei-
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
-
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom wor
-
den onthard. Daar wordt in de inge
-
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
De waterontharder heeft daarvoor wel
regenereerzout nodig.
Echter: bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhard
-
heid (ß 21 °dH) geen regenereerzout te
doseren.
Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) ligt,
hoeft u geen zout te doseren.
De melding F
Vul zout bij. ver
-
schijnt niet meer in het display.
Wanneer u het zoutreservoir voor de
eerste keer met regenereerzout wilt
vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in ge
-
bruik hebt genomen zit er altijd ge
-
noeg water in het reservoir.
,
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor het regenereerzout,
want dan gaat de ontharder kapot.
,
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an-
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soor
-
ten zout, bijv. keukenzout of strooi
-
zout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deel
-
tjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ont
-
harder.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
17
^
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
^
Vul het zoutreservoir voordat u het
apparaat voor de eerste keer ge
-
bruikt met ca. 2 l water.
^
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo
-
veel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer stevig op het
zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Snel" zonder vaatwerk en zonder
Turbo – functie, zodat eventueel ge
-
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
18
Melding voor het bijvullen van
zout
Wanneer de melding: F Vul zout bij. in
het display verschijnt,
^
vul dan na afloop van een program
-
ma zout bij.
^
Bevestig de melding met de middel
-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Wanneer er zich nog geen zoutconcen
-
tratie heeft gevormd die hoog genoeg
is, is het mogelijk dat bovenstaande
melding blijft verschijnen nadat u zout
heeft bijgevuld.
Bevestig de melding in dit geval nog
een keer met de middelste toets.
Bovengenoemde melding verschijnt
niet, wanneer er een waterhardheid on-
der de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) is gepro-
grammeerd.
,
Start direct na het doseren van
regenereerzout het programma
"Snel" zonder vaatwerk en zonder
Turbo - functie, zodat eventueel ge
-
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt kunt u de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid
-
del tegelijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Bijvulcontrole".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
19
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
-
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
-
veelheid automatisch toegevoegd.
,
Doseer alleen naspoelmiddel
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval reinigingsmid-
delen voor afwasautomaten of reini-
gingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs,
dan hoeft u geen naspoelmiddel te
doseren.
Het doseren van naspoelmid
-
del
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
20
^
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
-
del goed weg om bij de volgende af
-
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kunt u de dosering aanpassen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Naspoelmiddel".
Melding voor het bijvullen van
naspoelmiddel
Wanneer de melding: ( Vul naspoel
-
mid. bij.
in het display verschijnt, zit er
nog een reserve in voor2-3afwas
-
beurten.
^
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Bevestig de melding met de middel
-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt kunt u de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid-
del tegelijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Bijvulcontrole".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
21
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
^
Verwijder de ergste etensresten van
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
,
Was vaatwerk met as, zand,
was, smeervet of verf niet in de af
-
wasautomaat.
Deze stoffen beschadigen de afwas
-
automaat.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
^ Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
^ Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
^
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
^
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
-
gen naar beneden in de rekken.
^
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
^
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
-
dat het water eraf kan lopen.
^
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
-
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
^
Let erop dat kleine stukken servies
-
goed niet door de spijlen van de rek
-
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals deksel-
tjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to
-
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in rui-
me mate met het vaatwerk in de au-
tomaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunst-
stof vaatwerk.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
22
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
-
maal óf voor een deel uit hout be
-
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
-
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet be
-
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
kunststof kunnen vervormen.
Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor-
den.
Wij raden u aan:
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat
te worden afgewassen en bestek met
de aanduiding: "Geschikt voor de
afwasmachine".
Gebruik voor teer glaswerk program
-
ma's met lage temperaturen of, af
-
hankelijk van het model, program
-
ma's met # Care.
Zie hoofdstuk: "Programma-over
-
zicht".
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
,
Aluminium serviesgoed zoals
vetfilters mag niet worden afgewas-
sen met bijtende alkalische reini-
gingsmiddelen die in bedrijfsafwas-
automaten of industriereinigers wor-
den gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materië-
le schade ontstaan. In het ergste ge-
val bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
Het inruimen van serviesgoed en bestek
23
Bovenrek
,
Gebruik de afwasautomaat om
veiligheidsredenen niet zonder
boven- en onderrek.
Dit geldt niet voor het programma
Zonder bovenrek 65 °C, indien
aanwezig.
^ Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kop-
jes, schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat pannetje in
plaatsen.
^
Leg erg lang bestek zoals soeple
-
pels, pollepels en lange messen
dwars aan de voorkant van het bo
-
venrek.
Omklapbare spijlen
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor grotere stukken
serviesgoed, bijv. een plat pannetje.
^ Druk de gele hendel naar beneden
a en klap de spijlen om b.
Kopjesrek
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
^
klap het kopjesrek dan omhoog.
U kunt glazen tegen het kopjesrek aan
-
zetten. Dan staan ze steviger.
^
Klap het kopjesrek omlaag en zet de
glazen ertegenaan.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
24
Jumbo-kopjesrek (afhankelijk van het
model):
U kunt de breedte van dit kopjesrek in
twee verschillende standen instellen om
er ook grotere kopjes op te kunnen leg
-
gen.
^ Trek het kopjesrek naar boven en laat
het in de gewenste breedte vastklik-
ken.
Glazenbeugel
Glazen staan steviger wanneer u ze te
-
gen de glazenbeugel aan zet.
^
Klap de glazenbeugel omlaag en zet
de glazen daartegen aan.
^
Schuif indien nodig èèn van de inzet
-
ten aan de zijkant van de besteklade
opzij om meer ruimte te krijgen voor
hogere glazen.
Het verstellen van de glazenbeugel
U kunt de hoogte van de glazenbeugel
in twee verschillende standen instellen.
^
Trek de glazenbeugel naar boven en
laat de beugel in de gewenste hoog
-
te vastklikken.
In de lage stand kunt u er kleine glazen
en bekers tegenaan zetten.
In de hoge stand kunt u er hoge glazen
en glazen met een lange steel tegen
-
aan zetten.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
25
Het verstellen van het bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
-
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
-
den met een verschil van telkens ca.
2 cm.
Wanneer water in holle gedeelten blijft
liggen, kunt u het bovenrek beter
schuin plaatsen, nl. met één kant hoog
en met één kant laag. Het water stroomt
dan gemakkelijker weg.
Let er echter op dat u het rek zonder pro
-
blemen in de spoelruimte kan schuiven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
Om het bovenrek naar boven te verstel
-
len, moet u:
^
het rek naar boven trekken, totdat het
vastklikt.
Om het bovenrek naar beneden te ver
-
stellen, moet u:
^
de hendels aan de zijkanten van het
bovenrek naar boven trekken,
^
het bovenrek in de gewenste positie
zetten
^
en de hendels weer vast laten klikken.
Afhankelijk van de stand van het bo
-
venrek kunt u bijv. borden met de vol
-
gende doorsneden in de rekken plaat
-
sen.
Afwasautomaat met besteklade
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
Bord-C in cm
Bovenrek Onderrek
Normaal XXL
Boven 15 19 31
Midden 17 21 29
Onder 19 23 27
Afwasautomaat met bestekkorf
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
Bord-C in cm
Bovenrek Onderrek
Normaal XXL
Boven 20 24 31
Midden 22 26 29
Onder 24 28 27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
26
Onderrek
^
Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen.
U kunt ook glazen, kopjes, schotel
-
tjes, ontbijt- en dessertbordjes in het
onderrek zetten.
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
Zeer vuil serviesgoed
^
Zet grote borden in het midden van
het onderrek.
U kunt er ook borden met een doorsne
-
de van 35 cm in plaatsen, wanneer u ze
iets schuin zet.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
27
MultiComfort-gedeelte
In het achterste gedeelte van het on
-
derrek kunt u glazen, kopjes, borden en
pannen plaatsen.
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
^
klap de glazenhouder dan omhoog.
^
Plaats wijn- en bierglazen in de uit
-
sparingen van de glazenhouder.
U kunt de hoogte van de glazenhouder
instellen.
^
Schuif de glazenhouder in de ge
-
wenste hoogte, totdat de bevesti
-
gingen aan de bovenkant vastklikken
of aan de onderkant op de spijlen lig
-
gen.
Omklapbare spijlen (afhankelijk van
het model)
In de spijlen aan de voorkant kunt u
schoteltjes, borden, soepborden, platte
schotels en schalen plaatsen.
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor grote stukken ser
-
viesgoed, bijv. grote potten, pannen en
schalen.
^ Druk de gele hendel naar beneden
a en klap de spijlen om b.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
28
Bestek
3D-besteklade (afhankelijk van het
model)
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels
als aparte groepen in de besteklade
legt, kunt u ze er na het afwasprogram-
ma makkelijker uithalen en opbergen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatste waterdruppel er zonder pro
-
blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
U kunt de inzetten aan de zijkant van
de besteklade naar het midden ver
-
schuiven om hogere stukken servies
-
goed in het bovenrek te kunnen plaat
-
sen.
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan-
de kammen.
Het middelste gedeelte van de bestek
-
lade kunt u met behulp van de gele
schuiver in hoogte verstellen om meer
ruimte te krijgen voor grotere stukken
bestek.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
29
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
U kunt de bestekkorf in het onderrek
plaatsen en wel op een willekeurige plek
op de rijen spijlen aan de voorkant.
^ Wilt u het bestek snel schoon en
droog hebben, plaats het dan zo in
de bestekkorf dat de grepen bene-
den en de snijkanten van de messen
en de tanden van de vorken boven
zitten.
Wanneer u daardoor echter kans
loopt om zich daaraan te verwonden,
dan kunt u het bestek beter zo plaat
-
sen dat de grepen boven en de
scherpe kanten beneden zitten.
^
Plaats kleine lepels in de speciale le
-
pelsegmenten aan 3 zijkanten van de
bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be
-
stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u
lepels plaatsen die erg vuil zijn.
De lepels liggen niet op elkaar maar
worden in deze houder naast elkaar op
-
gehangen. Daardoor kan het water er
beter bij.
^
Plaats de bestekhouder als dat nodig
is op de bestekkorf.
^
Plaats de lepels in de bestekhouder
met de grepen beneden.
Verdeel het bestek gelijkmatig over
de houder.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
30
Reinigingsmiddelen
,
Gebruik uitsluitend reinigings
-
middelen voor huishoudafwasauto
-
maten.
Verschillende werkstoffen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten
vele werkstoffen. De belangrijkste:
Fosfaat. Dit onthardt het water en
voorkomt daarmee kalkaanslag.
Alkalische stoffen. Deze zijn nodig
voor het weken van aangekoekt vuil.
Enzymen. Deze verminderen zetmeel
en lossen eiwit op.
Bleekmiddel op zuurstofbasis. Dit
verwijdert kleurige vlekken zoals
thee-, koffie- en ketchupvlekken.
Het zijn voornamelijk fosfaathoudende,
mild alkalische reinigingsmiddelen met
enzymen en zuurstofbleekmiddel die
worden aangeboden; zelden fosfaat-
vrije producten.
Verschillende vormen reinigingsmid
-
delen
Poedervormige en gelvormige reini
-
gingsmiddelen
Deze kunnen gevarieerd worden ge
-
doseerd, afhankelijk van de belading
en de vuilgraad van het vaatwerk.
Tabs
Deze bevatten een hoeveelheid reini
-
gingsmiddel die voor de meeste toe
-
passingen voldoende is.
Gewone reinigingsmiddelen en
combi-tabs
Naast de gewone reinigingsmiddelen
zijn er ook producten met verschillende
extra functies, te weten de combi-tabs.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen", pa
-
ragraaf: "Bijvulcontrole".
Er zijn combi-tabs die behalve een
reinigingsfunctie ook een naspoel- en
waterontharderfunctie hebben.
Deze vindt u in de handel onder de
naam "3 in 1".
Verder zijn er combi-tabs die daarnaast
ook nog andere componenten hebben
zoals een glasbeschermend middel,
een middel voor roestvrij staal of een
reinigingsversterkend middel.
Deze vindt u in de handel onder de
naam "5 in 1", "7 in 1", "All in 1" enz.
Gebruik deze middelen alleen bij de
door de fabrikant op de verpakking ge-
adviseerde waterhardheid.
De reinigings- en droogresultaten van
deze producten met extra functies zijn
zeer verschillend.
Optimale reinigings- en droogresulta
-
ten krijgt u wanneer u een gewoon
reinigingsmiddel, regenereerzout en
een naspoelmiddel apart, maar wel in
combinatie met elkaar doseert.
Bediening
31
Het doseren van reinigings
-
middel
^
Neem bij het doseren de aanwij
-
zingen op de verpakking in acht.
^
Wanneer er niet iets anders op de
verpakking staat, doseer dan één tab
of - afhankelijk van de vuilgraad - 20
tot 30 ml in vakje II.
Is het vaatwerk sterk vervuild, doseer
dan ook nog eens een geringe hoe
-
veelheid reinigingsmiddel in vakje I.
Zie hoofdstuk "Programma-overzicht".
^
Gebruik bij het programma
Snel geen
tabletten.
De tabletten lossen bij dit programma
niet helemaal op.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
,
Adem geen poedervormig reini
-
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
-
middel in!
Reinigingsmiddelen kunnen brand
-
wonden in neus, mond en keel ver
-
oorzaken. Ga direct naar de dokter
wanneer u een reinigingsmiddel
hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen.
Laat kinderen daarom niet bij de af
-
wasautomaat komen als deze geo
-
pend is. Er zouden nog resten reini
-
gingsmiddel in de afwasautomaat
aanwezig kunnen zijn.
Bovendien kunt u het reinigingsmid-
del beter pas dán toevoegen vlak
voordat u het programma start.
Vergrendel de deur bovendien met
de kinderbeveiliging, wanneer uw
automaat daarover beschikt.
Bediening
32
^
Open het reinigingsmiddeldoseer
-
bakje door op de toets te drukken.
Na afloop van een afwasprogramma is
het reinigingsmiddelbakje altijd geo-
pend.
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do
-
seerbakje.
^
Sluit ook het pak reinigingsmiddel om
te voorkomen dat het middel aan rei
-
nigingskracht verliest.
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje II kan maximaal 50 ml reini
-
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
-
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 30. Wanneer de deur 90°
geopend is geven deze streepjes in ml
aan hoeveel reinigingsmiddel er onge
-
veer in zit.
Bediening
33
Het inschakelen van de afwas
-
automaat
^
Controleer of de sproeiarmen vrij
kunnen draaien en niet worden ge
-
blokkeerd.
^
Sluit de deur van de afwasautomaat.
^
Draai de waterkraan open indien
deze nog gesloten is.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
In het display verschijnt kort het laatst
ingestelde programma en het controle
-
lampje van het laatst ingestelde pro-
gramma gaat branden.
Kort daarna geeft het display de tijd
aan die het gekozen programma gaat
duren.
Het kiezen van een programma
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaatwerk
en de mate waarin dat is vervuild.
In het hoofdstuk: "Programma-over
-
zicht" zijn de programma's beschreven
en de toepassingen ervan.
^
Kies met de programmatoets het ge
-
wenste programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma gaat branden.
U kunt nu een extra functie kiezen.
Zie hoofdstuk: "Extra functies".
Het starten van het programma
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Het programma start.
Is er een extra functie gekozen, brandt
tevens het daarbij behorende controle
-
lampje.
Wanneer u beslist een programma
moet afbreken, doe dat dan alleen in
de eerste minuten.
Doet u dat later, dan is het mogelijk
dat belangrijke programmafases
(bijv. het regenereren) worden over
-
geslagen.
Bediening
34
Display
Voordat er een programma start geeft
het display in uren en minuten de tijd
aan die het gekozen programma gaat
duren, de zgn. resttijd.
Deze tijd wordt tijdens het afwaspro
-
gramma in het display afgeteld.
De programmafase waarin het afwas
-
programma zich bevindt wordt met een
symbool aangegeven:
1 Voorspoelen / Inweken
8 Reinigen
% Tussenspoelen
( Naspoelen
G Drogen
O Einde
Het is mogelijk dat het display voor èèn
en hetzelfde programma de ene keer
een andere tijd aangeeft dan de andere
keer.
Dat is o.a. afhankelijk van de tempera-
tuur van het instromende water, de
regenereercyclus, het soort reinigings-
middel, de hoeveelheid vaatwerk en de
mate waarin dit is vervuild.
Wanneer u een programma voor het
eerst kiest, wordt er een tijd aangege
-
ven die overeenkomt met een gemid
-
delde programmaduur met koud water.
De tijden in het programma-overzicht
zijn de tijden die de programma’s du
-
ren wanneer de belading en de tempe
-
ratuur voldoen aan de norm.
Iedere keer dat er een programma
loopt, wordt de programmaduur door
de elektronica berekend op grond van
de temperatuur van het instromende
water en de hoeveelheid vaatwerk.
Standby
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets hebt bediend / nadat
het programma is afgelopen, gaat de
afwasautomaat over op de standby-
modus om energie te besparen.
Dat houdt in dat het display en de con
-
trolelampjes uitgaan en alleen het con
-
trolelampje van de Start/Stop – toets
langzaam begint te knipperen.
Is de standby ingeschakeld en wilt u
deze weer uitschakelen,
^
druk dan op de K - toets.
Wanneer u de afwasautomaat na afloop
van een programma niet uitschakelt,
wordt het apparaat na een paar minu-
ten in de standby-modus helemaal uit-
geschakeld.
Zie ook hoofdstuk: "Instellingen", para-
graaf: "Optimalisering standby".
Wanneer er een programma loopt,
zout of naspoelmiddel moet worden
bijgevuld of er sprake is van een
storing, is de standby uitgescha
-
keld, d.w.z. het paneel blijft
branden.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole uit
-
schakelen.
Dan wordt de standby wel ingescha
-
keld.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Bijvulcontrole".
Storingsmeldingen kunt u niet uit
-
schakelen.
Bediening
35
Einde van het programma
Wanneer in het display de mededeling
O Einde verschijnt, is het programma
afgelopen.
Bij het programma "Snel" loopt de
droogventilator na afloop van het
programma nog een paar minuten
door.
U kunt de afwasautomaat nu openen en
het vaatwerk eruit halen.
,
Om beschadigingen aan kwets
-
bare werkbladen door waterdamp te
voorkomen kunt u de deur na afloop
van een programma het beste óf he-
lemaal opendoen óf gesloten hou-
den totdat u het vaatwerk uit de au-
tomaat haalt.
Laat de deur in ieder geval niet op
een kier staan.
Het uitschakelen van de afwas-
automaat
^
Schakel de afwasautomaat na afloop
van het programma met de K - toets
uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met behulp van
de K - toets hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht,
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bij voorbeeld in de
vakantietijd.
Het uitruimen van de afwasau
-
tomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
Laat het serviesgoed daarom na het uit
-
schakelen van de automaat zo lang in
de afwasautomaat afkoelen, totdat u
het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
van de automaat helemaal opent, koelt
het vaatwerk sneller af.
^
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
-
venrek en tenslotte de besteklade uit,
als deze aanwezig is.
Zo voorkomt u dat er druppels van het
bovenrek of van de besteklade op het
vaatwerk in het onderrek vallen.
Bediening
36
Het onderbreken van het pro
-
gramma
Het programma wordt onderbroken, zo
-
dra u de deur opendoet.
Wanneer u de deur weer dichtdoet,
gaat het programma na een paar se
-
conden daar verder, waar het is onder
-
broken.
,
Wanneer het water in de afwas
-
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Wanneer u de deur beslist moet
openen, doe dat dan zeer voorzich
-
tig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen.
Druk daarna op de deur totdat het
deurslot vastklikt.
Wisseling van programma
Is het klepje van het reinigingsmid
-
deldoseerbakje al geopend, wissel
dan niet meer van programma.
Wanneer een programma al is gestart,
kunt u als volgt van programma wisse
-
len.
^
Druk minstens één seconde lang op
de Start/Stop - toets.
Het programma wordt afgebroken.
^
Kies het gewenste programma en
start het.
Bediening
37
Onderrek Intensief
Met het inschakelen van de functie "On
-
derrek Intensief" kunt u bij bepaalde
programma’s de reinigingswerking van
het onderrek verhogen.
Op deze manier kunt u sterk vervuild
serviesgoed in het onderrek afwassen,
terwijl u teer serviesgoed voor hetzelfde
programma in het bovenrek kunt plaat
-
sen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld
kan het programma iets langer duren.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets begint te knipperen.
^ Kies met de programmatoets het ge-
wenste programma.
^ Druk op de Onderrek Intensief -
toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden, als deze functie tenminste
voor het gekozen programma van toe
-
passing is.
^
Start nu het gekozen programma met
de Start / Stop - toets.
De gekozen functie blijft voor alle
programma’s geactiveerd, totdat u de
functie weer deactiveert.
Turbo
Met het inschakelen van de functie
"Turbo" kunt u de duur van bepaalde
programma’s bekorten.
Om toch een optimaal reinigingsresul
-
taat te verkrijgen verhoogt het apparaat
de gebruikswaarden.
Een combinatie van deze functie met
het programma "Snel" levert een pro
-
gramma zonder verwarming op, dat ge
-
schikt is voor het afspoelen van vaat
-
werk dat pas op een later tijdstip wordt
afgewassen, bijv. als de afwasautomaat
nog niet vol is.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets begint te knipperen.
^ Kies met de programmatoets het ge-
wenste programma.
^ Druk op de Turbo - toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden, als deze functie tenminste
voor het gekozen programma van toe
-
passing is.
^
Start nu het gekozen programma met
de Start / Stop - toets.
De gekozen functie blijft voor alle
programma’s geactiveerd, totdat u de
functie weer deactiveert.
Extra functies
38
Voorprogrammering
Met het inschakelen van de functie
"Voorprogrammering" kunt u het tijdstip
dat het door u gekozen afwasprogram
-
ma start van tevoren instellen.
Dit kunt u bij voorbeeld doen om ge
-
bruik te maken van het nachttarief.
U kunt de start minimaal 30 minuten en
maximaal 24 uur van tevoren instellen
en wel in stappen van 30 minuten.
Zorg er bij het inschakelen van de
extra functie "Voorprogrammering"
voor dat het doseerbakje voor het
reinigingsmiddel droog is.
Is dat niet het geval, dan kan het rei-
nigingsmiddel gaan klonteren en
wordt daarna niet volledig wegge-
spoeld.
Gebruik bij de voorprogrammering
geen vloeibaar reinigingsmiddel. Dit
zou te vroeg kunnen wegstromen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat knipperen.
^
Kies met de programmatoets het ge
-
wenste programma.
^
Druk op de voorprogrammerings
-
toets.
Het display geeft de tijd aan die de vo
-
rige keer is voorgeprogrammeerd.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat branden.
^
Stel met de voorprogrammerings
-
toets de tijd in die u wilt voorpro
-
grammeren.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
telt de tijd automatisch door naar
24:00 h.
U kunt daarna weer bij 30 minuten be
-
ginnen, door twee keer op de voorpro
-
grammeringstoets te drukken.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
Wanneer u na het instellen van het
starttijdstip niet binnen een paar secon
-
den op de Start/Stop – toets drukt,
geeft het display weer de duur van het
gekozen programma aan.
U moet het starttijdstip dan opnieuw in-
stellen.
De voorgeprogrammeerde tijd wordt in
minuten in het display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogrammeer-
de tijd start het gekozen afwasprogram-
ma automatisch.
Het display geeft de tijd aan die het ge-
kozen programma gaat duren.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat uit.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
,
Om te voorkomen dat kinderen
met het reinigingsmiddel in aanra
-
king kunnen komen, kunt u het reini
-
gingsmiddel beter pas dán toevoe
-
gen vlak voordat u het programma
start, d.w.z. voordat u op de
Start/Stop - toets drukt.
Vergrendel de deur bovendien met
de kinderbeveiliging.
Extra functies
39
Het starten van het programma voor
afloop van de voorgeprogrammeerde
tijd
U kunt het programma ook starten voor
-
dat de voorgeprogrammeerde tijd is af
-
gelopen.
Ga daarvoor als volgt te werk.
^
Druk minstens 1 seconde lang op de
Start/Stop - toets.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat uit.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat knipperen.
^ Druk nog een keer op de Start/Stop -
toets.
Het programma start.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
DosControl
Deze functie kunt u niet zelf kiezen.
De afwasautomaat beschikt over een
doseringcontrole.
Het apparaat controleert of er een nor
-
maal reinigingsmiddel of een combi-tab
is gedoseerd en past het programma
-
verloop daar automatisch aan aan.
Dit verbetert het reinigingsresultaat.
Afhankelijk van het programma heeft de
doseringscontrole wel invloed op het
energieverbruik en de programmaduur.
Neem ook de aanwijzingen van de
reinigingsmiddelfabrikant in acht.
De reinigings- en droogresultaten
van de verschillende reinigingsmid-
delen lopen uiteen.
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge-
bruikt kunt u de meldingen voor het bij-
vullen van zout en naspoelmiddel tege-
lijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen", pa-
ragraaf: "Bijvulcontrole".
Dit heeft geen invloed op de functie van
de doseringscontrole.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout en
naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Extra functies
40
Controleer regelmatig - ongeveer 2
tot 3 keer per jaar - de algehele toe
-
stand van uw afwasautomaat.
De kans op storingen is daardoor
geringer.
,
Alle oppervlakken zijn gevoelig
voor krassen.
Ze kunnen allemaal verkleuren of
veranderen, wanneer ze met onge
-
schikte reinigingsmiddelen in aanra
-
king komen.
Het reinigen van de spoelruim-
te
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt houdt u daar-
mee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer er echter toch sprake is van
kalk- of vetaanslag, kunt u deze met
een speciaal reinigingsmiddel verwijde-
ren.
Dit reinigingsmiddel is te verkrijgen via
de afdeling Onderdelen van Miele Ne
-
derland B.V.
Het reinigen van de deurdich
-
ting en de deur
^
Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af en verwij
-
der de etensresten.
^
Veeg gemorste etens- en drankres
-
ten van de zijkanten van de deur van
de afwasautomaat af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kun
-
nen daar niet bijkomen.
Het reinigen van het front van
de afwasautomaat
,
Verwijder vuil direct.
Hoe langer u wacht, des te moei
-
lijker vuil te verwijderen is en des te
groter de kans is dat de oppervlak
-
ken verkleuren of anderszins veran
-
deren.
^
Reinig het front met een schoon
sponsdoekje, een reinigingsmiddel
voor de hand en warm water.
U kunt ook een schoon, vochtig
microvezeldoekje zonder reinigings
-
middel gebruiken.
^ Droog het front daarna met een
zachte doek.
Gebruik om beschadigingen aan de
oppervlakken te vermijden geen:
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid
-
delen,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
reinigingsmiddelen voor vaatwerk,
ovensprays,
glasreinigingsmiddelen,
schurende artikelen zoals schuur
-
sponsjes of borsteltjes,
scherpe, metalen schrapers.
Reiniging en onderhoud
41
Het controleren van de zeef
-
combinatie in de spoelruimte
Op de bodem van de spoelruimte be
-
vindt zich een zeefcombinatie.
Deze houdt het ergste vuil tegen dat in
het afwaswater zit.
Op deze manier wordt voorkomen dat
het vuil in het circulatiesysteem en via
de sproeiarmen weer in de spoelruimte
terechtkomt.
,
Zonder zeefcombinatie mag niet
worden afgewassen!
De combinatie kan in de loop van de
tijd door het vuil verstopt raken.
Hoelang dat duurt hangt natuurlijk af
van uw eigen huishoudelijke situatie.
In het display verschijnt iedere keer na
50 programmabeurten de melding:
Controleer zeefcombinatie..
Dit is vanuit de fabriek ingesteld.
U kunt nu de instelling "Controle zeef-
combinatie" kiezen.
Daarmee kunt u het aantal program
-
mabeurten veranderen, na afloop
waarvan u bovenstaande melding
aangegeven wilt zien. Behalve de 50
vanuit de fabriek zijn ook mogelijk 30,
40 of 60 programmabeurten. Zie
hoofdstuk: "Menu instellingen", para
-
graaf: "Controle zeefcombinatie".
^
Controleer de zeefcombinatie.
^
Reinig de combinatie indien nodig.
^
Bevestig de melding na afloop met
de middelste toets.
In het display verschijnt weer het hoofd
-
menu.
Het reinigen van de zeefcombi
-
natie
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^ Ontgrendel de zeefcombinatie door
de grendel naar achteren te draaien
a.
^ Neem de combinatie uit het apparaat
b.
^ Ontdoe de zeefcombinatie van grove
resten.
^
Spoel de combinatie onder stromend
water goed af.
Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
,
Zorg ervoor dat er geen grove
vuilresten in het circulatiesysteem
terechtkomen en dat het systeem
niet verstopt raakt.
42
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te kun-
nen reinigen moet u het eerst openen.
^ Doe dat door de greepjes van het
klepje naar elkaar toe te drukken (zie
pijlen) a en het klepje open te klap-
pen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
^
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel de combinatie door de
greep zo ver van achter naar voren te
draaien, totdat het pijltje van de
greep en dat van het metalen ge-
deelte naar elkaar wijzen.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld.
Is dat niet het geval, dan is het mo
-
gelijk dat de grove resten in het cir
-
culatiesysteem terechtkomen en dat
het systeem verstopt raakt.
Reiniging en onderhoud
43
Het reinigen van de sproei
-
armen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaat zitten in de sproeikoppen en de la
-
gering van de sproeiarmen.
Controleer de sproeiarmen derhalve re
-
gelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar.
^
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
^
Trek (indien aanwezig) de besteklade
naar buiten.
^ Druk de bovenste sproeiarm om-
hoog, zodat de tanden in elkaar grij-
pen en schroef de sproeiarm er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op
(a), zodat de tanden in elkaar grij
-
pen en schroef de sproeiarm er af
(b).
^
Trek het onderrek naar buiten.
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de etensresten in de sproeikop
-
pen met een scherp voorwerp naar
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro
-
mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
-
en.
Reiniging en onderhoud
44
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
-
lossen.
Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op onze technici, bespaart u tijd en
kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vin
-
den en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet:
,
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen.
Technische storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display blijft donker.
Nadat de afwasautomaat
met de K - toets is inge-
schakeld, gaat het con-
trolelampje van de
Start/Stop - toets niet
knipperen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Steek de stekker in het
stopcontact.
De zekering is niet geacti-
veerd.
Activeer de zekering.
(min. zekering zie type-
plaatje)
De afwasautomaat stopt
met afwassen.
De zekering is niet geacti-
veerd.
Activeer de zekering
(min. zekering zie type-
plaatje).
Lukt het niet om de ze
-
kering weer te activeren,
neem dan contact op
met de afdeling Klant
-
contacten van de Miele
Nederland B.V.
Nuttige tips
45
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display geeft èèn
van de volgende sto
-
ringen aan:
Schakel, voordat u het pro
-
bleem gaat oplossen, eerst de
afwasautomaat met de
K - toets uit.
; Storing FXX
Er kan sprake zijn van
een technische storing.
Wacht een paar seconden
Schakel de afwasautomaat
weer in.
Kies het gewenste pro
-
gramma.
Druk op de Start/Stop -
toets.
Verschijnt de storing opnieuw
in het display, is er sprake van
een technische storing.
Neem contact op met de af-
deling Klantcontacten van
Miele Nederland B.V.
L Waterproof
Het Waterproof-sys-
teem heeft gereageerd.
Draai de kraan dicht.
Neem contact op met de af-
deling Klantcontacten van
Miele Nederland B.V.
Nuttige tips
46
Storingen in de watertoevoer / waterafvoer
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display geeft èèn
van de volgende sto
-
ringen aan:
2 Draai de kraan open.
De kraan is nog dicht. Draai de kraan helemaal open.
2 Watertoevoer
Schakel, voordat u het pro
-
bleem gaat oplossen, eerst de
afwasautomaat met de K -
toets uit.
Storing in de watertoe
-
voer
Draai de kraan helemaal
open.
Start het programma op-
nieuw.
Reinig het zeefje in de wa-
tertoevoer.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
De druk bij de wateraansluiting
is lager dan 30 kPa (0,3 bar).
Vraag de installateur om een
oplossing.
Nuttige tips
47
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display geeft de
volgende storing
aan:
2 Waterafvoer
Schakel, voordat u het pro
-
bleem gaat oplossen, eerst
de afwasautomaat met de
K - toets uit.
Storing in de waterafvoer.
Het is mogelijk dat zich in
de spoelruimte water be
-
vindt.
Reinig de zeefcombinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: "Het ver
-
helpen van storingen".
Reinig de terugslagklap.
Zie hoofdstuk: "Het ver
-
helpen van storingen".
Verwijder eventuele knik-
ken of lussen in de water-
afvoerslang.
Nuttige tips
48
Algemene problemen met de afwasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display en de contro
-
lelampjes zijn donker. Al
-
leen het controlelampje
van de Start/Stop – toets
is langzaam aan het
knipperen.
Dat betekent dat de
standby is ingescha
-
keld om energie te
besparen.
Druk op de K - toets om de
standby uit te schakelen.
In het reinigingsmiddel
-
doseerbakje zijn na het
afwasprogramma resten
reinigingsmiddel achter
-
gebleven.
Het reinigingsmiddel
-
doseerbakje was nog
vochtig toen het mid
-
del werd gedoseerd.
Zorg er bij het doseren van
het reinigingsmiddel voor dat
het bakje droog is.
Het klepje van het reini-
gingsmiddeldoseerbakje
gaat niet goed dicht.
Er zijn resten reini-
gingsmiddel achter-
gebleven die de slui-
ting blokkeren.
Verwijder de resten.
Na afloop van het pro-
gramma zit er een
vochtlaag op de binnen-
kant van de deur en mo-
gelijk ook op de binnen-
wanden.
Dit is geen storing,
maar hoort bij het
droogsysteem.
U hoeft niets te doen.
Het vocht verdampt na een
tijdje.
Na afloop van het afwas
-
programma zit er water
in de spoelruimte.
Schakel, voordat u het pro
-
bleem gaat oplossen, eerst
de afwasautomaat met de
K - toets uit.
De zeefcombinatie in
de spoelruimte is ver
-
stopt.
Reinig de zeefcombinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
De afvoerpomp of de
terugslagklep is ge
-
blokkeerd.
Reinig de afvoerpomp of de
terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen
van storingen".
Er zit een knik in de
afvoerslang.
Haal de knik eruit.
Nuttige tips
49
Vreemde geluiden
Probleem Oorzaak Oplossing
Er is in de spoelruimte
een kleppend geluid te
horen.
Een sproeiarm slaat tegen
een stuk servies aan.
Onderbreek het program
-
ma en verplaats het stuk
servies dat de sproeiarm
in de weg zit.
Er is in de spoelruimte
een klepperend geluid
te horen.
Stukken servies zijn aan
het klepperen.
Onderbreek het program
-
ma en plaats de stukken
servies zo stevig dat ze
niet meer klepperen.
Er bevindt zich een voor
-
werp in de afvoerpomp
dat er niet hoort, bijv. een
kersenpit.
Verwijder dit voorwerp uit
de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
Er is in de waterleiding
een kleppend geluid te
horen.
Dit wordt waarschijnlijk
veroorzaakt door de be-
vestiging of door een ge-
ringe diameter van de wa-
terleiding.
Dit heeft geen negatief ef-
fect op de werking van de
automaat.
Vraag de installateur om
raad wanneer het geluid u
hindert.
Nuttige tips
50
Een tegenvallend afwasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het vaatwerk is niet goed
geplaatst. De waterstralen
konden er niet bij.
Neem de aanwijzingen in
het hoofdstuk: "Het inrui
-
men van serviesgoed en
bestek" in acht.
Uw vaatwerk is niet zo vuil,
maar het vuil dat erop zit
is erg moeilijk te verwijde
-
ren, zoals thee-aanslag.
Gebruik een aangepast
Automatic – programma.
Zie hoofdstuk: "Menu in
-
stellingen", paragraaf:
"Automatic".
Het programma is niet
krachtig genoeg.
Kies een krachtiger pro
-
gramma.
Zie hoofdstuk: "Program-
ma-overzicht".
Er is te weinig reinigings-
middel gedoseerd.
Gebruik meer reinigings-
middel of ga over op een
ander reinigingsmiddel.
De sproeiarmen zijn door
servies geblokkeerd ge-
weest.
Verplaats het servies en
draai de sproeiarmen een
keer met de hand.
De zeefcombinatie is niet
schoon of niet goed ge
-
plaatst.
Als gevolg daarvan kun
-
nen ook de sproeikoppen
verstopt zijn.
Reinig de zeefcombinatie
of plaats deze goed.
Reinig indien nodig ook de
sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
De terugslapklep is in ge
-
opende toestand geblok
-
keerd geweest. Er is vuil
water in de spoelruimte te
-
ruggestroomd.
Reinig de afvoerpomp en
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het ver
-
helpen van storingen".
Op glazen en bestek
blijven strepen achter.
Glazen zijn blauw uit
-
geslagen.
Deze aanslag kan er
vanaf worden geveegd.
Er is teveel naspoelmiddel
gedoseerd.
Doseer minder naspoel
-
middel.
Zie hoofdstuk: "Menu in
-
stellingen", paragraaf: "Na
-
spoelmiddel".
Nuttige tips
51
Probleem Oorzaak Oplossing
Het vaatwerk
wordt niet droog
of er zitten vlek
-
ken op glazen en
bestek.
Er zit geen naspoelmiddel
meer in het daarvoor bestem
-
de reservoir of er is te weinig
naspoelmiddel gedoseerd.
Vul het reservoir, doseer meer
naspoelmiddel of neem een
ander naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u het
apparaat voor het eerst in ge
-
bruik neemt", paragraaf: "Na
-
spoelmiddel".
Het vaatwerk is er te vroeg
uitgehaald.
Haal het vaatwerk er later uit.
Zie hoofdstuk: "Bediening".
U hebt combi-tabs gebruikt
die niet goed drogen.
Doseer een ander reinigings
-
middel of doseer naspoelmid
-
del.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u het
apparaat voor het eerst in ge-
bruik neemt", paragraaf: "Na-
spoelmiddel".
Glazen en ander
serviesgoed,
evenals bestek
zijn wit uitgesla-
gen.
Deze aanslag
kan er vanaf
worden ge
-
veegd.
Er is te weinig naspoelmiddel
gedoseerd.
Stel een grotere hoeveelheid
naspoelmiddel in.
Zie hoofdstuk: "Menu instel-
lingen", paragraaf: "Naspoel-
middel".
Er zit geen zout in het daar-
voor bestemde reservoir.
Doseer regenereerzout.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u het
apparaat voor het eerst in ge
-
bruik neemt", paragraaf: "Het
doseren van regenereerzout".
De dop van het zoutreservoir
is niet goed dichtgedraaid of
zit er scheef op.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
U hebt combi-tabs gebruikt
die niet geschikt waren.
Neem een ander reinigings
-
middel. Gebruik eventueel
normale poedervormige reini
-
gingsmiddelen of normale rei
-
nigingstabletten.
U hebt bij het programmeren
van de waterhardheid een te
lage waarde ingesteld.
Stel een hogere waarde in.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u het
apparaat voor het eerst in ge
-
bruik neemt", paragraaf: "Wa
-
terhardheid".
Nuttige tips
52
Probleem Oorzaak Oplossing
Glazen zijn bruin of
blauw uitgeslagen.
De aanslag kan er niet
vanaf worden geveegd.
Het reinigingsmiddel be
-
vat stoffen die zich op de
glazen hebben afgezet.
Ga direct over op een an
-
der reinigingsmiddel.
Glazen worden dof en
verkleuren.
De aanslag is niet te ver
-
wijderen.
De glazen kunnen niet in
de afwasautomaat wor
-
den afgewassen.
De schade aan de glazen
is onherroepelijk.
Koop glazen die wel ge
-
schikt zijn voor de afwas
-
automaat.
Er zit nog thee of lippen
-
stift op het servies.
De temperatuur van het
gekozen programma is te
laag geweest.
Kies een programma met
een hogere temperatuur.
De bleekwerking van het
reinigingsmiddel is te ge-
ring.
Ga over op een ander rei-
nigingsmiddel.
Kunststof stukken vaat-
werk zijn verkleurd.
Mogelijke oorzaak daar-
van zijn natuurlijke kleur-
stoffen in bijv. wortels, to-
maten en ketchup. De
hoeveelheid reinigings-
middel of de bleekwer-
king ervan zijn voor deze
stoffen te gering geweest.
Gebruik meer reinigings-
middel.
Zie hoofdstuk: "Bedie-
ning".
Vaatwerk dat al verkleurd
is krijgt zijn oorspronke-
lijke kleur niet terug.
Er zitten roestvlekken
op stukken bestek.
Deze stukken bestek zijn
niet voldoende bestand
tegen roest.
Het enige wat u kunt doen
is bestek kopen dat wel
geschikt is.
Na het doseren van rege
-
nereerzout is er geen pro
-
gramma gestart. Er zijn
zoutresten in het gewone
afwasproces terechtgeko
-
men.
Start na het doseren van
regenereerzout het pro
-
gramma "Snel" zonder
vaatwerk en zonder Turbo
- functie.
De dop van het zoutreser
-
voir is niet goed dichtge
-
draaid of zit er scheef op.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Nuttige tips
53
Het reinigen van het zeefje in
de schroefkoppeling van de
watertoevoer
Om de watertoevoerslang tegen veront
-
reinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje in
-
gebouwd.
Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er
te weinig water in de spoelruimte.
,
De kunststof behuizing van de
Waterproofventielen bevat een elek
-
trisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Is uw ervaring dat uw water veel be-
zinksel bevat raden wij u aan een grote
zeef in de schroefkoppeling van de wa-
tertoevoer aan te brengen.
Zo’n zeefje is leverbaar onder
M.- Nr.: 2665352.
^ Haal de stroom van de afwasauto-
maat door eerst het apparaat uit te
schakelen en daarna de stekker uit
het stopcontact te halen of de hoofd
-
schakelaar van de huisinstallatie uit
de schakelen.
^
Draai de waterkaan dicht
^
en schroef de toevoerslang van de
kraan af.
^
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
de schroefkoppeling.
^ Trek het zeefje met een combinatie-
of punttang eruit en reinig het.
^ Zet het zeefje en het rubberen dich-
tingsringetje er weer in. Let er daarbij
op of ze allebei goed zitten!
^ Schroef de wartel van de watertoe-
voerslang weer aan de waterkraan.
Let er daarbij op dat wartel en kraan
precies op elkaar passen.
^
Draai de waterkraan open.
Komt er water vrij dan hebt u de wartel
en de kraan niet stevig genoeg aan el
-
kaar vastgeschroefd of de wartel
scheef aan de kraan geschroefd.
^
Zet de watertoevoerslang recht,
schroef de wartel recht op de kraan
en schroef wartel en kraan stevig
vast.
Het verhelpen van storingen
54
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een pro
-
gramma niet uit de spoelruimte ge
-
pompt, dan kan dat verschillende oor
-
zaken hebben.
Het is mogelijk dat de afvoer door vet
-
aanslag verstopt is geraakt.
Om vetaanslag te voorkomen kunt u de
afvoer het beste 1 x per 2 maanden
met een machinereiniger behandelen.
Hoe u dat moet doen kunt u op de ver
-
pakking lezen.
Een andere mogelijkheid is dat be-
paalde voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren.
Deze kunt u makkelijk verwijderen.
^ Haal de spanning van het apparaat
door het eerst uit te schakelen en
daarna de stekker uit het stopcontact
te trekken of de hoofdschakelaar van
de huisinstallatie uit te schakelen.
^
Haal de zeefcombinatie uit de spoel
-
ruimte. Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het reinigen
van de zeven in de spoelruimte".
^
Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
^
Druk de vergrendeling van de terug
-
slagklep naar binnen a.
^ Til de terugslagklep omhoog b, ver-
wijder de klep en spoel hem onder
stromend water goed af.
^ Verwijder alle voorwerpen die de te-
rugslagklep blokkeren.
Het verhelpen van storingen
55
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat
glassplinters bijzonder moeilijk zijn te
zien.
Draai ter controle het loopwiel van de
afvoerpomp met de hand. Het loop-
wiel draait niet soepel, maar schoks-
gewijs.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats.
,
De klep moet beslist vastklikken!
Reinig afvoerpomp en terugslagklep
voorzichtig, zodat er geen gevoelige
onderdelen beschadigd raken.
Het verhelpen van storingen
56
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Om uw apparaat nog beter op uw individuele wensen af te stemmen en om het
apparaat nog beter aan speciale inbouwsituaties aan te passen kunt u bij uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. extra
accessoires krijgen.
Het is mogelijk dat sommige accessoires al tot de standaarduitrusting behoren; dit
hangt van het model af.
U wilt ... Dan hebt u nodig ...
... de afzonderlijke onderdelen van de
Miele Cappuccinatore afwassen
... een Cappuccinatore-rek
dat in het bovenrek wordt geplaatst
... extra bestek afwassen ... een bestekkorfje
dat in het onderrek wordt geplaatst
... glazen met lange steel afwassen ... een glazenbeugel
die in het onderrek wordt geplaatst
Na te bestellen accessoires
57
Vaatwerk Etensresten Eigenschappen van
het programma
Gemengd vaatwerk
dat tegen een stootje kan
Alle soorten etensresten
die in een huishouden
voorkomen
Variabel, sensorgestuurd
programmaverloop
Verkort programmaverloop
Temperatuurgevoelig glas
en kunststof
Verse etensresten
die nog niet zijn
aangekoekt
Korte programmaduur
Gemengd
vaatwerk
Variabel, sensorgestuurd
programmaverloop
met # Care
Gebruikelijke,
licht opgedroogde
etensresten
Gemiddelde
programmawaarden
Verkort programmaverloop
Potten,
pannen,
sterk porselein
en bestek
Water- en
energiebesparend
programmaverloop
Ingebrande,
aangekoekte,
sterk opgedroogde
zetmeel- of eiwithouden
-
de
1)
etensresten
Maximale
reinigingscapaciteit
Verkorte programmaduur
Alle
soorten vaatwerk
Sterk
ruikende
etensresten
Koud afspoelen -
Voorspoelen
1)
Zetmeelhoudende etensresten krijg je bijv. door aardappels, pasta's, rijst of stamppot.
Eiwithoudende etensresten krijg je bijv. door gebraden vlees, vis, eieren of ovenschotels.
Programma-overzicht
58
Programma Reinigingsmiddel
Vakje I
2)
Vakje II
2)
Automatic
-
25 ml
of
1 tab
+ Turbo
Snel 40°C
-
25 ml
of
1 tab
3)
Speciaal
-
25 ml
of
1 tab
Licht vervuild 50°C
-
25 ml
of
1 tab
3)
+ Turbo
Energie Spaar
-
25 ml
of
1 tab
Intensief 75°C
10 ml
25 ml
of
1 tab
+ Turbo
Snel 40°C
+ Turbo
--
2)
Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
3)
Het is mogelijk dat er wel eens een tab niet helemaal goed oplost.
Programma-overzicht
59
Programma Programmaverloop
Voorspoelen Reinigen
°C
Tussenspoelen Naspoelen
°C
Drogen
12
Automatic Variabel programmaverloop,
sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten
Naar behoefte 45-65 Naar behoefte 68 X
Snel 40 °C 40 X 45 X
Speciaal # Variabel programmaverloop met # Care;
sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten
Naar behoefte 40-48 Naar behoefte 55 X
Energie Spaar 45 X 60 X
Licht vervuild 50 °C 50 X 68 X
Intensief 75 °C X 75 X 68 X
Programma-overzicht
60
Verbruik
1)
Programmaduur
1)
Elektrische energie Water
Water koud
15 °C
kWh
Water warm
55 °C
kWh
Liter Water koud
15 °C
h:min
Water warm
55 °C
h:min
0,95-1,35 0,70-1,00 10,0-17,0 1:36-2:38 1:23-2:21
0,60 0,25 10,0 0:38 0:27
0,70-0,95 0,40-0,50 10,0-17,0 1:26-2:02 1:17-1:43
0,94
2)
/ 0,93
3)
0,59
2)
/ 0,58
3)
10,0 2:52 2:43
1,20 0,90 10,0 1:42 1:33
1,55 1,15 13,0 2:40 2:29
1) De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door
wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren.
Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Wanneer u de functie "Turbo" kiest (indien aanwezig) kan het programma max. 50 min. korter duren en
kan het energieverbruik met max. 0,2 kWh stijgen.
2) Apparaten met besteklade
3) Apparaten met bestekkorf
Programma-overzicht
61
Reparaties
^
Mocht u een opgetreden storing on
-
danks bovenstaande tips niet zelf
kunnen verhelpen, neem dan contact
op met:
de Miele-vakhandel of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwij
-
zing.
^
Wanneer u de afdeling Klantcontac
-
ten inschakelt, geef dan het model en
het nummer van de afwasautomaat
op.
Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje aan de rechter zijkant van de
deur.
Programma-actualisering (Up-
date / Programm Correction)
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zullen in de toekomst in
staat zijn het afwasprogramma te up
-
daten en in het geheugen van uw af
-
wasautomaat op te slaan.
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali
-
seerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Instructies voor ver
-
gelijkende tests" kunt u informatie vin
-
den over vergelijkende tests en ge
-
luidsmetingen.
Wanneer u deze brochure wilt hebben,
vraag dan de meest actuele versie per
E-mail aan bij:
testinfo|miele.de
^
Geef daarbij het model en het num
-
mer van de afwasautomaat op.
Zie typeplaatje.
Afdeling Klantcontacten
62
De afwasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
-
net worden aangesloten.
De afwasautomaat is standaard voor
-
zien van een aansluitkabel met stekker
met beschermingscontact (randaarde),
geschikt voor aansluiting op een stop
-
contact met beschermingscontact
(randaarde).
,
De afwasautomaat moet zo wor
-
den geplaatst dat men altijd zonder
problemen bij het stopcontact kan
komen.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Gebruik van een
verlengsnoer verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
Wanneer de aansluitkabel is bescha-
digd, moet hij door een speciaal voor
deze afwasautomaten vervaardigde ka-
bel worden vervangen.
Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vak-
handelaar en bij de afdeling Klantcon-
tacten van Miele-Nederland B.V.
Om veiligheidsredenen mag de kabel
alleen door een erkend vakman/vak
-
vrouw worden vervangen.
Het apparaat mag niet op omvormers
worden aangesloten die bij autonome
stroomvoorzieningen zoals zonne-
energie worden gebruikt.
Wanneer het apparaat in dat geval
wordt ingeschakeld, kunnen er span
-
ningspieken ontstaan, kan het apparaat
om veiligheidsredenen weer worden
uitgeschakeld en kan de elektronica
beschadigd raken.
Het apparaat mag ook niet met een
energievoorkeurstekker worden ge
-
bruikt.
Het is mogelijk dat er in dat geval te
weinig energie naar het apparaat wordt
toegevoerd en dat componenten in het
apparaat te warm worden.
,
Controleer voordat u de auto
-
maat in gebruik neemt of de elek
-
trische waarden van uw huisinstalla
-
tie (spanning, frequentie en ze
-
kering) overeenkomen met de gege
-
vens op het typeplaatje en dat het
geïnstalleerde stopcontactsysteem
overeenkomt met het stekkersys-
teem van de afwasautomaat.
Technische gegevens zie typeplaatje
aan de rechter zijkant van de deur.
,
De afwasautomaat mag uitslui-
tend worden aangesloten op een
huisinstallatie die volgens NEN 1010
is geïnstalleerd.
Elektrische aansluiting
63
Het waterbeveiligingssysteem
van Miele
Miele garandeert, dat het Miele-water
-
beveiligingssysteem gedurende de
hele levensduur van de afwasautomaat
een algehele bescherming tegen water
-
schade biedt.
Watertoevoer
,
Het water in de afwasautomaat
is geen drinkwater.
De afwasautomaat mag worden aan
-
gesloten op koud of warm water tot
max. 60°C.
Wanneer u beschikt over een ener-
getisch gunstige warmwaterberei-
ding, raden wij u aan om de afwas-
automaat op warm water aan te slui-
ten omdat u dan energie en tijd be-
spaart.
Er wordt in alle programma's met
warm water gespoeld.
Voor het gebruik van het programma
"Zonder verwarming" (afhankelijk van
het model) is een aansluiting op
warm water van minstens 45 °C en
hoogstens 60 °C noodzakelijk. Be
-
doeld wordt de temperatuur van het
instromende water.
Hoe hoger de temperatuur van het
instromende water is, des te beter de
reinigings- en droogresultaten zijn.
De toevoerslang is ca. 1,5 m lang;
een 1,5 m lange, flexibele metalen
slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar)
is leverbaar.
Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Een terugslagklep is niet noodzake
-
lijk, daar het apparaat voldoet aan de
waterveiligheidsnormen.
De waterdruk (druk bij de wateraan
-
sluiting) moet tussen de 30 en
1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Is de waterdruk lager, verschijnt in
het display de foutmelding:
Storing
in de watertoevoer
.
Zie hoofdstuk: "Nuttige tips".
Is de druk hoger, dan moet een druk
-
reduceerventiel worden ingebouwd.
,
Sluit om schade aan het appa
-
raat te voorkomen de afwasauto-
maat alleen op een volledig ontlucht
buisleidingnet aan.
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of bescha
-
digd (zie afb.).
Wateraansluiting
64
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo
-
dat er geen vuil water via de afvoer
-
slang in de automaat terug kan stro
-
men.
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca.
1,5 m met een diameter van 22 mm
binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 me-
ter lang, de opvoerhoogte maximaal
1 meter zijn!
Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo-
vendien een slangklem bij de auto-
maat verpakt.
Zie montageschema.
De slang kan naar rechts of links
worden verlegd.
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
-
lende doorsneden. Steekt de aan
-
sluittuit te ver in de afvoerslang dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
De afvoerslang mag niet korter wor
-
den gemaakt.
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen.
Controleer nadat u het apparaat in
gebruik hebt genomen, of de water
-
afvoer waterdicht is.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
-
leiding voor de wieltjes van het onder
-
rek in de deur, moet de waterafvoer
worden belucht.
Gebeurt dat niet, dan kan het water tij-
dens een programma door de werking
van de zuighevel uit de spoelruimte
stromen.
^ Doe de deur van de afwasautomaat
helemaal open.
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
Wateraansluiting
65
Model afwasautomaat Normaal XXL
Hoogte vrijstaand apparaat 84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
-
Hoogte inbouwapparaat 80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
84,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte inbouwkast Vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) Vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm)
Breedte 59,8 cm 59,8 cm
Breedte van de inbouwkast 60 cm 60 cm
Diepte
vrijstaand apparaat
inbouwapparaat
60 cm
57 cm
-
57 cm
Gewicht Max. 67 kg Max. 59 kg
Spanning 230 V 230 V
Aansluitwaarde 2200 W 2200 W
Zekering 10 A 10 A
Keurmerk KEMA KEMA
Waterdruk 30 - 1000 kPa
(0,3 - 10 bar)
30 - 1000 kPa
(0,3 - 10 bar)
Warmwateraansluiting Max. 60 °C Max. 60 °C
Opvoerhoogte Max. 1 m Max. 1 m
Afpomplengte Max. 4 m Max. 4 m
Aansluitkabel Ca. 1,7 m Ca. 1,7 m
Beladingscapaciteit 13/14 couverts* 13/14 couverts*
* Afhankelijk van het model
Technische gegevens
66
Menu "Instellingen" voor het
instellen van varianten
Het openen van het menu
"Instellingen"
Is de afwasautomaat nog ingeschakeld,
^
schakel deze dan met de
K - toets uit.
^
Druk op de Start/Stop – toets en blijf
erop drukken.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in en blijf minstens 4 secon
-
den op de Start/Stop – toets drukken.
In het display verschijnt de eerste in-
stelling van het instellingenmenu en alle
controlelampjes gaan branden.
Over de werking van het display zie
hoofdstuk: "Wanneer u het apparaat
voor het eerst in gebruik neemt", pa-
ragraaf: "Werking van het display".
^
Kies de instelling uit die u wilt veran
-
deren.
Welke variant is ingesteld, wordt met
een vinkje
( aangegeven.
Taal !
Er zijn verschillende talen waarin de
meldingen in het display kunnen wor
-
den weergegeven.
Met de instelling
Taal ! kunt u èèn van
de aangegeven talen kiezen.
^
Kies de gewenste taal en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
Het vlaggetje achter het woord Taal
dient als leidraad wanneer er een taal
is ingesteld die u niet begrijpt.
Kies in dit geval net zolang menu-on
-
derdelen met een vlaggetje totdat de
instelling
Taal ! in het display ver-
schijnt.
Menu instellingen
67
Waterhardheid
Uw afwasautomaat is met een ont
-
harder uitgerust.
Met de instelling "Waterhardheid" moet
u het apparaat programmeren naar de
hardheid van uw water.
Informeer bij het plaatselijke waterlei
-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad
uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water
-
hardheid (bijv. 37 - 50 °dH) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
50 °dH).
^ Kies de gewenste waterhardheid en
bevestig uw keuze met de middelste
toets.
°dH mmol/l °f
In te stellen
waarde
in het display
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37-50
51-60
61-70
0,2
0,4
0,5
0,7
0,9
1,1
1,3
1,4
1,6
1,8
2,0
2,2
2,3
2,5
2,7
2,9
3,1
3,2
3,4
3,6
3,8
4,0
4,1
4,3
4,5
4,7
4,9
5,0
5,2
5,4
5,6
5,8
5,9
6,1
6,3
6,5
6,7-9,0
9,2-10,8
11,0-12,6
2
4
5
7
9
11
13
14
16
18
20
22
23
25
27
29
31
32
34
36
38
40
41
43
45
47
49
50
52
54
56
58
59
61
63
65
67-89
91-108
110-126
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
50
60
70
Menu instellingen
68
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het vaatwerk na het spoelen
droogt zonder dat het vlekken gaat ver
-
tonen.
De dosering van het naspoelmiddel is
instelbaar in hoeveelheden van ca.
0-6 ml.
Vanuit de fabriek is een hoeveelheid
van 3 ml naspoelmiddel ingesteld.
Met de instelling "Naspoelmiddel" kunt
u de dosering voor een optimaal reini
-
gingsresultaat aanpassen.
De gedoseerde hoeveelheid naspoel-
middel kan door de automatische aan-
passing in het programma "Automatic"
hoger uitvallen dan de ingestelde dose-
ring.
Vertoont het vaatwerk vlekken,
stel dan een grotere hoeveelheid in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui-
ers,
stel dan een kleinere hoeveelheid in.
^
Kies de gewenste hoeveelheid na
-
spoelmiddel en bevestig uw keuze
met de middelste toets.
Automatic
Soms is uw vaatwerk niet zo vuil, maar
is het vuil dat erop zit erg moeilijk te
verwijderen.
Met de instelling "Automatic" kunt u het
Automatic – programma daaraan aan
-
passen.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
Menu instellingen
69
Optimalisering standby
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets hebt bediend / nadat
het programma is afgelopen, gaat de
afwasautomaat over op de standby-
modus om energie te besparen.
Dat houdt in dat het display en de con
-
trolelampjes uitgaan en alleen het con
-
trolelampje van de Start/Stop – toets
langzaam begint te knipperen.
Wanneer u de afwasautomaat na afloop
van een programma niet uitschakelt,
wordt het apparaat na een paar minu
-
ten in de standby-modus helemaal uit
-
geschakeld.
Met behulp van de instelling "Optimali-
sering standby" kunt u de standby uit-
schakelen.
Dat houdt in dat het display en de con-
trolelampjes blijven branden en dat het
nog ca. 6 uur duurt voordat het appa-
raat wordt uitgeschakeld.
Daardoor stijgt het energieverbruik.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
Wanneer er een programma loopt,
zout of naspoelmiddel moet worden
bijgevuld of er sprake is van een
storing, is de standby uitgescha
-
keld, d.w.z. het paneel blijft
branden.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole uit
-
schakelen.
Dan wordt de standby wel ingescha
-
keld.
Storingsmeldingen kunt u niet uit
-
schakelen.
Menu instellingen
70
Bijvulcontrole
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge
-
bruikt hoeft u geen zout en naspoelmid
-
del te doseren.
Met de instelling "Bijvulcontrole" kunt u
de meldingen voor het bijvullen van
zout en naspoelmiddel tegelijk uitscha
-
kelen.
Dat heeft geen invloed op de dose
-
ringscontrole.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Inweken
De afwasautomaat beschikt behalve
over de normale afwasprogramma’s
ook over een inweekprogramma.
Dit is geschikt voor vaatwerk met vast-
gekoekte etensresten.
Met de instelling "Inweken" kunt u dit
programma inschakelen.
Dit doet u na het kiezen van een ge
-
woon afwasprogramma.
Het inweekprogramma is niet voor alle
programma’s te gebruiken.
Gebruikt u reinigingspoeder, doseer
danca.5ginreinigingsbakje I.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
De ingestelde variant blijft geactiveerd,
totdat u deze weer deactiveert.
Voorspoelen
De afwasautomaat beschikt behalve
over de normale afwasprogramma’s
ook over een voorspoelprogramma.
Dit is geschikt voor vaatwerk met ge
-
makkelijk af te spoelen etensresten.
Met de instelling "Voorspoelen" kunt u
dit programma inschakelen.
Dit doet u na het kiezen van een ge
-
woon afwasprogramma.
Het voorspoelprogramma is niet voor
alle programma’s te gebruiken.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
De ingestelde variant blijft geactiveerd,
totdat u deze weer deactiveert.
Verlenging droogtijd
Na afloop van een programma wordt
het vaatwerk gedroogd.
Met de instelling "Verlenging droogtijd"
kunt u de droging verbeteren.
Deze instelling is niet voor alle pro
-
gramma’s te gebruiken.
^
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met de middelste toets.
De ingestelde variant blijft geactiveerd,
totdat u deze weer deactiveert.
Menu instellingen
71
Lichtsterkte
De lichtsterkte van de weergave in het
display kan verschillen.
Met de instelling "Lichtsterkte" kunt u
tussen 7 standen kiezen.
^
Kies de gewenste lichtsterkte en be
-
vestig uw keuze met de middelste
toets.
Contrast
Het contrast van de weergave in het
display kan verschillen.
Met de instelling "Contrast" kunt u tus-
sen 7 standen kiezen.
^ Kies het gewenste contrast en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Controle zeefcombinatie
In het display verschijnt iedere keer na
50 programmabeurten de melding:
Controleer zeefcombinatie..
Dit is vanuit de fabriek ingesteld.
Met de instelling "Controle zeefcombi
-
natie" kunt u het aantal programma
-
beurten veranderen, na afloop waarvan
u bovenstaande melding aangegeven
wilt zien.
Behalve de 50 vanuit de fabriek zijn ook
mogelijk 30, 40 of 60 programma
-
beurten.
^ Kies het gewenste aantal program-
mabeurten en bevestig uw keuze met
de middelste toets.
Menu instellingen
72
Demonstratie voor de vakhan
-
del
Deze instelling is alleen voor vakhan
-
delaren!
De afwasautomaat beschikt over een
demonstratieprogramma voor de vak
-
handel.
Demo spoelgeluiden:
Het pompen wordt geactiveerd zodat
de spoelgeluiden te horen zijn.
Het inschakelen van de demomodus
^ Kies de variant
Aan en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
^ Sluit het instellingenmenu.
^ Druk op de Start / Stop - toets.
Het demoprogramma start.
Het uitschakelen van de demomodus
De demomodus stopt automatisch na
èèn cyclus.
Fabrieksinstellingen
Met de instelling "Fabrieksinstellingen"
kunt u alle varianten terugkrijgen waarin
het apparaat is geleverd.
^
Kies
Reset en bevestig uw keuze met
de middelste toets.
Het sluiten van het menu
"Instellingen"
^
Kies
Beëindigen en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
In het display verschijnt kort het laatst
ingestelde programma en het controle-
lampje van het laatst ingestelde pro-
gramma gaat branden.
Menu instellingen
73
74
75
Wijzigingen voorbehouden /
G5500/G5505/G5510/G5515 / 0411
M.-Nr. 07 817 750 / 02
8

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele G 5500 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele G 5500 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,59 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele G 5500

Miele G 5500 Gebruiksaanwijzing - English - 72 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info