522983
22
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/128
Pagina verder
Gebruiks- en montagehandleiding
Stoomovens
DGD 4635
DGD 6635
DGD 6605
Lees beslist de gebruiks- en montage-
handleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 592 390
nl-NL
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................15
Het afdanken van het apparaat .......................................15
Algemeen .......................................................16
Model ...........................................................16
Bijgeleverde accessoires ...........................................17
Principe.........................................................18
Bedieningspaneel .................................................18
Geluiden ........................................................20
Temperatuur .....................................................20
Bereidingstijd.....................................................20
Opwarmfase .....................................................20
Bereidingsfase....................................................20
Afkoelfase .......................................................20
Uittrekniveau .....................................................21
Vóór het eerste gebruik............................................22
Waterhardheid instellen .............................................22
Kookpunt justeren .................................................22
Deur openen .....................................................22
Deur sluiten ......................................................23
Eerste reiniging ...................................................24
Ovenfuncties ....................................................25
Principe van de bediening .........................................26
Ovenfunctie kiezen ................................................26
Temperatuur instellen ..............................................27
Bereidingstijd instellen..............................................27
Het starten van een ovenfunctie ......................................28
Na afloop van de bereidingstijd ......................................28
Na gebruik .......................................................29
Inhoud
2
Bediening .......................................................30
Tijdens de bereiding ...............................................30
Bereiding onderbreken...........................................30
Bereiding voortzetten ............................................31
Temperatuur / bereidingstijd wijzigen ...............................31
Een andere ovenfunctie kiezen ....................................31
Beveiligingen ....................................................32
Overdrukbeveiliging / veiligheidsventiel ................................32
Oververhittingsbeveiliging ...........................................34
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................35
Belangrijke opmerkingen en nuttige informatie ........................37
Het bijzondere van koken met stoom ..................................37
Kookgerei........................................................37
Stoomovenpannen ..............................................37
Eigen serviesgoed ..............................................37
Niveau ..........................................................38
Diepvriesproducten ................................................38
Temperatuur .....................................................38
Bereidingstijd.....................................................38
Koken met vocht ..................................................39
Eigen recepten ...................................................39
Stomen .........................................................40
Groente .........................................................40
Vlees ...........................................................44
Worstwaren ......................................................46
Vis .............................................................47
Schaaldieren .....................................................50
Mosselen ........................................................51
Rijst ............................................................52
Pasta / deegwaren.................................................53
Knoedels ........................................................54
Granen ..........................................................55
Peulvruchten, gedroogd ............................................56
Inhoud
3
Kippeneieren .....................................................58
Fruit ............................................................59
Koken menu......................................................60
Speciale toepassingen ............................................62
Verwarmen.......................................................62
Ontdooien .......................................................64
Inmaken .........................................................68
Sap bereiden .....................................................71
Yoghurt bereiden ..................................................73
Gistdeeg laten rijzen ...............................................75
Gelatine smelten ..................................................75
Chocolade smelten ................................................76
Voedingsmiddelen pellen ...........................................77
Appels conserveren................................................78
Blancheren.......................................................78
Uien fruiten/stoven .................................................79
Spek uitsmelten ...................................................79
Steriliseren .......................................................80
Vochtige handdoekjes verwarmen ....................................80
Honing vloeibaar maken ............................................81
Eierstich (ei voor soep) .............................................81
Instellingen ......................................................82
Reiniging en onderhoud ...........................................84
Front............................................................85
Ovenruimte en uittrekplateau ........................................86
Accessoires ......................................................87
Ovenpan en bodemzeef ..........................................87
Geleiderails....................................................88
Deurdichting / veiligheidsventiel ......................................89
Waterinspuiter ....................................................90
Ontkalken........................................................92
Inhoud
4
Nuttige tips ......................................................96
Bij te bestellen accessoires .......................................101
Stoomovenpannen................................................101
Reinigings- en onderhoudsmiddelen .................................103
Diversen........................................................103
Klantcontacten, typeplaatje, garantie ...............................104
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen............................105
Inbouwaanwijzingen .............................................106
Afmetingen .....................................................108
DGD 4635 in een 380 mm hoge nis ..................................108
DGD 4635 en AB 45-7 in een 450 mm hoge nis .........................110
DGD 6635 in een 380 mm hoge nis ..................................112
DGD 6605 en AB 45-7 L in een 450 mm hoge nis .......................114
Montage .......................................................116
Aansluiten en inbouwen............................................116
Elektrische aansluiting ...........................................119
Aansluitkabel ....................................................121
Aansluitschema ..................................................122
Wateraansluiting ................................................123
Opmerkingen watertoevoer ......................................123
Watertoevoer aansluiten .........................................125
Opmerkingen waterafvoer .......................................126
Waterafvoer aansluiten ..........................................126
Inhoud
5
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig
-
heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Verantwoord gebruik
~
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
~
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat alleen voor de toepassingen die in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk
zijn.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Kinderen
~
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen.
~
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
-
rend toezicht houdt.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be
-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
~
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
~
Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal
wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trek-
ken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
~
Verbrandingsgevaar!
De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de
huid van volwassenen. Het apparaat moet zo hoog worden inge
-
bouwd dat kinderen geen gevaar lopen (hete deur, heet water, etc.).
~
Aan de scharnieren van de deur kunt u zich bezeren. Let vooral
op kinderen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
~
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont
-
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
~
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be
-
schadigd apparaat nooit in gebruik.
~
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecte-
ren.
~
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen-
komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
Met een verlengsnoer kan een veilig gebruik van het apparaat
niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het apparaat hiermee
niet op het elektriciteitsnet aan.
~
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
-
heid is gewaarborgd.
~
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
~
De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door
een technicus die door Miele is geautoriseerd.
~
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
~
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek-
ker heeft, mag het apparaat uitsluitend door een vakman op het net
worden aangesloten.
~
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale
kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
~
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Ga daarvoor als volgt te werk:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~
De wateraansluiting mag alleen door een erkend vakman worden
gerealiseerd.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg
van fouten bij het inbouwen of aansluiten.
~
Het apparaat mag uitsluitend op koud water worden aangesloten.
~
De afsluitkraan van de watertoevoer moet goed toegankelijk zijn,
ook nadat het apparaat is ingebouwd.
~
Controleer de slangen voor de aansluiting op zichtbare schade.
~
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt alleen bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De watertoe- en -afvoer moeten correct zijn geïnstalleerd.
Noodzakelijke reparaties moeten worden uitgevoerd, defecte on-
derdelen moeten worden vervangen.
De waterkraan moet bij langdurige afwezigheid worden dichtge-
draaid (bijvoorbeeld tijdens de vakantie).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Veilig gebruik
~
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt bij gebruik heet.
U kunt zich branden aan de ovenruimte, het voedingsmiddel, de ac
-
cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet of
eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent. Voorkom dat ge
-
rechten overstromen als u deze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
~
De deur wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het apparaat is uitgeschakeld. Raak de hete deur alleen
aan bij de deurknop en de deurgreep.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik-
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
~
Kunststof serviesgoed smelt bij hoge temperaturen en kan het
apparaat beschadigen.
Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof.
~
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro
-
gen. Het vrijkomende vocht kan in het apparaat corrosie veroorza
-
ken. Bewaar daarom geen klare gerechten in de oven en gebruik
voor de bereiding geen voorwerpen die kunnen roesten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
~
Verbrandingsgevaar!
Open de ovendeur niet als het apparaat in gebruik is! Open de deur
pas als:
- de afkoelfase afgelopen is,
- het akoestische signaal niet meer klinkt,
- en het symbool g in het tijddisplay knippert.
Als u toch probeert de deur voortijdig te openen, hoort u een
waarschuwingssignaal en verschijnt in het tijddisplay de melding
"door" (deur).
~
Verwondingsgevaar!
Kies voor inmaken nooit een temperatuur boven 95 °C (op een
hoogte van meer dan 1000 m nooit hoger dan 90 °C), anders kun-
nen de glazen uiteenspatten.
~
Ontkalk het apparaat uitsluitend, wanneer het is afgekoeld. Er
kunnen anders bijtende dampen ontstaan (zie ook de rubriek
"Ontkalken").
~
Grove voedingsresten kunnen de waterafvoer en de pomp ver-
stoppen. Controleer daarom altijd of de bodemzeef correct ge-
plaatst is.
~
Het apparaat kan bepaalde storingen zelf herkennen en ver
-
helpen. Het betreft foutmeldingen met een code tussen F06 en F95.
Open de ovendeur pas als de foutcode in het display knippert.
Knippert de foutcode niet, dan is het probleem nog niet verholpen.
Zie ook het hoofdstuk "Nuttige tips".
~
Bij apparaten met liftdeur:
Laat de liftdeur open als het apparaat in gebruik is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Reiniging en onderhoud
~
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
-
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
~
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij
-
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het appa
-
raat nooit zonder ingebouwde geleiderails.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande
-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
15
Model
a Bedieningspaneel
b Aan/Uit-toets
c eschermkapje oververhittingsbevei
-
liging
d Deurgreep
e Deurontgrendeling
f Uittrekniveau
g Deur van de ovenruimte
h Deurknop
i Vulopening voor ontkalkingsmiddel
(systeemontkalker)
j Liftdeur (alleen bij apparaten met
een "L" in de type-aanduiding)
k Temperatuurvoeler
l Stoomtoevoer
m Afschermplaatje waterinspuiter
n Geleiderails
o Deurcontactschakelaar
p Bodemzeef
Algemeen
16
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires)
desgewenst ook nabestellen (zie "Bij te bestellen accessoi
-
res").
DGGL 1
2 ovenpannen met gaten voor stomen
Inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
Gastro-Norm-maat GN 1/3
325x175x40 mm (BxDxH)
DGG 2
1 ovenpan zonder gaten voor stomen
Inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
Gastro-Norm-maat GN 1/3
325x175x65 mm (BxDxH)
Plateau
Om kookgerei op te zetten
Siliconenschijven
Voor de overdrukbeveiliging
Doseerspuit voor systeemontkalker
Aanvraagkaart Miele-ontkalkingsmiddel
(systeemontkalker)
Gebruik voor het ontkalken uitsluitend het ontkalkingsmid
-
del van Miele. Deze ontkalker is speciaal op uw
hogedrukstoomoven afgestemd. U voorkomt daarmee
schade aan het apparaat. Als u de bijgevoegde
aanvraagkaart instuurt, ontvangt u de eerste fles (1000 ml)
kosteloos!
Algemeen
17
Bedieningspaneel
Functie-/temperatuurdisplay
Symbool Betekenis
È Stomen onder druk
2 Drukloos stomen
Ç Verwarmen
P Ontdooien
0 Vergrendeling
k Ontkalken
X Instellingen
Toets(en) Functie
-
+
Temperatuur instellen
; Ovenfunctie kiezen (functietoets)
Principe
18
Tijddisplay
Symbool / weergave Betekenis
T Bereidingstijd
Start
Stop
Toets(en) Functie
-
+
Bereidingstijd instellen
Start
Stop
Bereiding starten
Bereiding onderbreken
Principe
19
Geluiden
Na het inschakelen van het apparaat, bij gebruik en na het
uitschakelen hoort u een (brommend) geluid.
Dit geluid duidt niet op een storing of een defect aan het ap
-
paraat. Het geluid ontstaat bij het in- en afpompen van het
water.
Temperatuur
Aan alle ovenfuncties is een voorgeprogrammeerde tempera
-
tuur toegewezen. U kunt deze voorgeprogrammeerde tempe
-
ratuur voor een enkele bereiding of definitief wijzigen (zie "In
-
stellingen").
U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur in stappen van
5 °C veranderen. Als u de temperatuur in stappen van 1 °C
wilt veranderen, moet u de fabrieksinstelling wijzigen (zie "In-
stellingen").
Bereidingstijd
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (0:01) en 9 uur en 59
minuten (9:59).
Opwarmfase
Tijdens de opwarmfase wordt de ovenruimte tot de inge-
stelde temperatuur opgewarmd.
De duur van de opwarmfase is afhankelijk van de hoeveel
-
heid voedingsmiddel en de temperatuur ervan. In het alge
-
meen duurt de opwarmfase ca. 5 minuten. Als u gekoelde of
ingevroren voedingsmiddelen bereidt, neemt de tijd toe.
Bereidingsfase
Als de ingestelde temperatuur bereikt is, begint de berei
-
dingsfase. Tijdens de bereidingsfase kunt u in het display de
resttijd aflezen.
Afkoelfase
De bereidingstijd eindigt met een afkoelfase.
Tijdens de afkoelfase loopt een balkje door het functie-/tem
-
peratuurdisplay. Na ca. 1 minuut is de afkoelfase beëindigd.
Bij grote hoeveelheden kan deze tijd toenemen.
Principe
20
Uittrekniveau
Schuif voordat u de deur opent het uittrekplateau uit. Zo kunt
u het kookgerei neerzetten en worden hete waterdruppels op
-
gevangen.
Open de ovendeur niet als een programma nog niet is afgelo
-
pen! U kunt zich anders ernstig branden!
Let vooral op kinderen!
Open de deur pas als:
- de afkoelfase afgelopen is,
- het akoestische signaal niet meer klinkt,
- en het symbool g in het tijddisplay knippert.
Als u toch probeert de deur voortijdig te openen, hoort u een
waarschuwingssignaal en verschijnt in het tijddisplay de mel-
ding "door".
Haal volle ovenpannen altijd voorzichtig uit het apparaat.
Principe
21
Waterhardheid instellen
Het apparaat is af fabriek op waterhardheid "Hard" ingesteld.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat correct functioneert en
op het juiste moment wordt ontkalkt, moet u het apparaat op
de waterhardheid van uw regio instellen. Hoe hoger het kalk
-
gehalte, des te harder is het water en des te vaker moet het
apparaat worden ontkalkt.
^
Controleer welke waterhardheid is ingesteld en voer zo no
-
dig de juiste waterhardheid in (zie "Instellingen").
Kookpunt justeren
Het kookpunt van water is afhankelijk van de hoogte van de
plaats van opstelling.
Af fabriek is de stoomoven ingesteld op een hoogte tot 1000
m (boven zeeniveau). Bevindt de plaats van opstelling zich
op een hoogte boven 1000 m, dan moet de fabrieksinstelling
worden gewijzigd (zie "Instellingen").
Deur openen
^
Schuif met de duim van uw rechter hand de deurontgren
-
deling naar voren en draai de greep naar boven.
Als de deurgreep horizontaal staat, is de deur ontgrendeld en
kunt u deze openen.
Vóór het eerste gebruik
22
Deur sluiten
^
Zet de greep in horizontale stand. Alleen dan sluiten de la
-
mellen van de deur aan op de lamellen van de ovenruimte
(zie de pijlen).
^
Druk met uw linker hand stevig op de deurknop.
^
Duw met de rechter hand de greep omlaag totdat deze
hoorbaar vastklikt. Druk daarbij de deurontgrendeling met
de duim naar voren. De ovenruimte wordt dan ontlucht,
waardoor de deur gemakkelijker sluit.
Het apparaat functioneert alleen als de deur correct gesloten
is.
Vóór het eerste gebruik
23
^
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd.
Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw
gebruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
^
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies.
^
Haal alle accessoires uit de ovenruimte en reinig deze
handmatig of in de afwasautomaat.
Het apparaat is tijdens de productie met een onderhouds
-
middel behandeld.
^
Reinig de ovenruimte met een schoon sponsdoekje, afwas
-
middel en warm water om het onderhoudsmiddel te verwij
-
deren.
^ Zet het apparaat vervolgens gedurende 10 minuten aan op
de ovenfunctie "Stomen onder druk È" (120 °C) om de
waterleidingen door te spoelen. Ga daarbij te werk zoals
beschreven in het hoofdstuk "Bediening".
Open de ovendeur niet als een programma nog niet is af-
gelopen! U kunt zich anders ernstig branden!
Als u toch probeert de deur voortijdig te openen, hoort u
een waarschuwingssignaal en verschijnt in het tijddisplay
de melding "door".
Vóór het eerste gebruik
24
Sym
-
bool
Ovenfunctie Voorgeprogrammeerde
temperatuur*
in °C
Temperatuurbereik**
in °C
Fabrieks-
instelling
Gewijzigde
instelling
È Stomen onder druk 120 105 - 120 101 - 120
2 Stomen (drukloos) 100 40 - 100 40 - 100
Ç Verwarmen 95 - -
P Ontdooien 60 50 - 60 50 - 60
* De voorgeprogrammeerde temperatuur is de temperatuur die volgens onze
deskundigen de beste resultaten oplevert.
** U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur binnen de aangegeven grenzen
in stappen van 5 °C veranderen. Als u de temperatuur in stappen van 1 °C wilt
veranderen, moet u de fabrieksinstelling wijzigen (zie "Instellingen").
Ovenfuncties
25
Controleer voor elke bereiding of de bodemzeef correct
geplaatst is, omdat grove voedingsresten de waterafvoer
kunnen verstoppen.
Ovenfunctie kiezen
^
Sluit de deur van het apparaat.
^
Schakel het apparaat met de Aan/Uit-toets in.
In het functie-/temperatuurdisplay ziet u het volgende:
Na enkele seconden wisselt het display automatisch naar de
ovenfunctie "Stomen onder druk È".
^ Als u met een andere ovenfunctie wilt werken, drukt u zo
vaak op de functietoets ; totdat de gewenste functie in
het display verschijnt, bijvoorbeeld "Drukloos stomen 2".
Principe van de bediening
26
Temperatuur instellen
^
Stel met de temperatuurtoets + of - de gewenste tempera
-
tuur in.
Bereidingstijd instellen
In het tijddisplay verschijnen 3 nullen en knippert het symbool
T.
^
Stel met de tijdtoets + of - de gewenste tijd in, bijvoorbeeld
20 minuten.
Principe van de bediening
27
Het starten van een ovenfunctie
^
Druk op de Start/Stop-toets.
In het tijddisplay verschijnt "Start", het symbool T knippert
niet meer en de dubbele punt begint te knipperen.
Zit de deur niet goed dicht, dan hoort u na de start een
waarschuwingssignaal en verschijnt in het tijddisplay de
melding "door".
Na afloop van de bereidingstijd
De bereidingstijd eindigt met een afkoelfase.
In het tijddisplay verschijnt "Stop". Het symbool T en het
woordje "Start" verdwijnen uit het display. De dubbele punt
houdt op te knipperen.
Tijdens de afkoelfase loopt een balkje door het functie-/tem
-
peratuurdisplay.
Wacht totdat u meerdere akoestische signalen hoort, in het
tijddisplay 3 nullen te zien zijn en het symbool T knippert,
voordat u de deur opent en het voedingsmiddel verwijdert.
Principe van de bediening
28
^
Schakel het apparaat uit.
Het water wordt nu weggepompt. In het functie-/temperatuur
-
display verschijnen drie liggende streepjes ---. Zolang de
temperatuur in de ovenruimte boven 45 °C ligt, is in het dis
-
play de gradenaanduiding "°C" te zien. Houdt u er rekening
mee dat het apparaat pas na het doven van de aanduiding
"°C" echt wordt uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de ovenruimte, het voedingsmid
-
del en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u een heet voedingsmiddel uit
het apparaat haalt.
Na gebruik
^ Als de aanduiding "°C" verdwenen is, reinigt u de oven-
ruimte met een sopje van afwasmiddel of met een azijnop-
lossing. Wrijf de ovenruimte daarna droog.
^ Draai de watertoevoerkraan dicht om eventuele waterscha-
de te voorkomen.
Laat de deur openstaan, zolang de ovenruimte nog vochtig
is.
Principe van de bediening
29
Tijdens de bereiding
Bereiding onderbreken
U kunt een bereiding op elk moment onderbreken, bijvoor
-
beeld om een ander voedingsmiddel in de oven te zetten.
^ Druk op de Start/Stop-toets.
In het tijddisplay verschijnt "Stop".
De afkoelfase begint.
^
Wacht totdat u meerdere akoestische signalen hoort en in
het tijddisplay het symbool T knippert, voordat u de deur
opent.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de ovenruimte, het voedingsmid
-
del en de accessoires. Draag altijd ovenwanten als u hete
voedingsmiddelen in het apparaat zet of eruit haalt of als u
in het apparaat bezig bent.
Bediening
30
Bereiding voortzetten
^
Sluit de deur.
^
Schuif het uittrekplateau terug.
^
Druk op de Start/Stop-toets.
De verwarming wordt weer ingeschakeld en de stijgende
temperatuur is in het display te zien.
Temperatuur / bereidingstijd wijzigen
U kunt de temperatuur en de bereidingstijd tijdens een berei
-
ding op elk moment wijzigen.
^ Stel met de toets + of - de gewenste waarde in.
Een andere ovenfunctie kiezen
^ Druk op de Start/Stop-toets.
^ Wacht totdat de afkoelfase afgesloten is.
^ Kies de gewenste ovenfunctie en ga verder te werk zoals in
het voorgaande is beschreven.
Bediening
31
Normaal regelt de stoomoven automatisch de druk en de
temperatuur in de ovenruimte. Voor noodgevallen heeft het
apparaat twee veiligheidsvoorzieningen tegen overdruk
(overdrukbeveiliging en veiligheidsventiel), alsmede een be
-
veiliging tegen te hoge temperaturen (oververhittingsbeveili
-
ging).
Het veiligheidsventiel en de overdrukbeveiliging moeten na
1-2 jaar worden vervangen (afhankelijk van het gebruik).
Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen in de
veiligheidsvoorzieningen.
Overdrukbeveiliging / veiligheidsventiel
Het veiligheidsventiel en de overdrukbeveiliging kunnen af-
zonderlijk, tegelijk of na elkaar reageren.
Wanneer de beveiligingen reageren, komt er stoom boven en
onder het beslag vrij (zie afbeelding).
^
Druk op de Start/Stop-toets.
^
Wacht totdat de afkoelfase is afgesloten (zie "Bereiding on
-
derbreken").
^
Open de deur.
Beveiligingen
32
^
Controleer eerst of het siliconenschijfje uit de houder van
de overdrukbeveiliging is gedrukt. Is dat het geval, plaats
dan een nieuw siliconenschijfje (zie "Bijgeleverde accessoi
-
res") in de opening van de overdrukbeveiliging aan de bin
-
nenkant van de deur.
U kunt het apparaat daarna weer in gebruik nemen.
^ Heeft de overdrukbeveiliging niet gereageerd, trek dan het
veiligheidsventiel aan de binnenkant van de deur eruit.
^
Druk de metalen stift van het veiligheidsventiel weer naar
binnen.
^
Druk het veiligheidsventiel weer in de opening. De rand
van de opening moet zich geheel in de gleuf van de rubbe
-
ren dichting bevinden.
U kunt het apparaat daarna weer in gebruik nemen.
Reageert de overdrukbeveiliging of het veiligheidsventiel
opnieuw, neem dan contact op met Miele.
Beveiligingen
33
Oververhittingsbeveiliging
De oververhittingsbeveiliging bevindt zich onder de
Aan/Uit-toets. Wanneer deze beveiliging bij een te hoge tem
-
peratuur in het stoomaggregaat reageert, wordt de verwar
-
ming van de oven automatisch uitgeschakeld. In het
functie-/temperatuurdisplay verschijnt de foutmelding F27 en
begint de afkoelfase.
Na 1 minuut is de afkoelfase afgesloten en klinken er meerde
-
re akoestische signalen. In het functie-/temperatuurdisplay
knippert gedurende korte tijd de foutmelding F27. Daarna
verschijnen 3 liggende streepjes ---. Na enige tijd verschijnt
de foutmelding F20.
^
Schakel het apparaat uit en open de deur.
^ Laat het apparaat ongeveer 30 minuten afkoelen.
De foutmelding F20 verdwijnt uit het display.
^
Verwijder het kapje van de oververhittingsbeveiliging (zie
pijl) en druk de oververhittingsbeveiliging weer in. Gebruik
hiervoor bijvoorbeeld een geschikte schroevendraaier.
^
Plaats het kapje weer terug.
U kunt het apparaat daarna weer in gebruik nemen.
Reageert de oververhittingsbeveiliging opnieuw, neem dan
contact op met Miele.
Beveiligingen
34
Vergrendeling instellingen / apparaat
Het apparaat is voorzien van een vergrendeling die voorkomt
dat het apparaat onbedoeld in gebruik wordt genomen of dat
instellingen worden gewijzigd als het apparaat al in gebruik
is.
Als u gebruik wilt maken van de vergrendeling moet u een
-
malig de betreffende instelling wijzigen (zie "Instellingen").
De vergrendeling van de instellingen activeert u als het ap
-
paraat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
De voorgeprogrammeerde temperatuur kan wel worden
verlaagd, maar niet verhoogd.
De ingestelde bereidingstijd kan alleen worden vermin
-
derd.
Het apparaat kan worden in- en uitgeschakeld, maar er
kan geen ovenfunctie worden gekozen.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als het appa-
raat stand-by staat. Het apparaat kan worden in- en uitge-
schakeld, maar niet in gebruik worden genomen.
Activeren
^ Druk zo vaak op de functietoets ; totdat in het
functie-/temperatuurdisplay 3 liggende streepjes en het
vergrendelingssymbool 0 verschijnen.
^
Druk op de temperatuurtoets +.
Dat de vergrendeling actief is, ziet u aan het symbool "0-§"in
het functie-/temperatuurdisplay. Het symbool verschijnt, zo
-
dra u iets wilt instellen.
Beveiligingen
35
Deactiveren
^
Druk zo vaak op de functietoets ;, totdat in het display de
symbolen 0-§ en 0 verschijnen.
^
Druk op de temperatuurtoets -.
De vergrendeling is uitgeschakeld.
Beveiligingen
36
In dit hoofdstuk vindt u algemene aanwijzingen voor het sto
-
men. Als u bij voedingsmiddelen en/of toepassingen bijzon
-
derheden in acht moet nemen, wordt u hierop gewezen.
Het bijzondere van koken met stoom
Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen en mineralen verloren,
omdat het voedingsmiddel niet in het water ligt.
Bij stomen blijft de eigen smaak van het voedingsmiddel be
-
ter behouden dan bij gewoon koken. Voeg daarom geen zout
toe of doe dat pas na de bereiding. Daarnaast behouden de
producten hun frisse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Het apparaat wordt met roestvrijstalen kookgerei geleverd.
Daarnaast kunt u nog andere ovenpannen bestellen, al dan
niet met gaten en met een verschillende grootte (zie "Bij te
bestellen accessoires"). Zo kunt u voor elk gerecht de meest
geschikte ovenpan gebruiken.
Gebruik bij voorkeur ovenpannen met gaten. De stoom be-
reikt dan van alle kanten het voedingsmiddel, waardoor het
gelijkmatig gaar wordt.
Eigen serviesgoed
U kunt ook eigen serviesgoed gebruiken. Neem daarbij het
volgende in acht:
Het serviesgoed moet hitte- (tot 120 °C) en
stoombestendig zijn. Als u kunststof serviesgoed wilt ge
-
bruiken, informeer dan bij de fabrikant of het materiaal ge
-
schikt is voor gebruik in een stoomoven.
Kookgerei met dikke wanden (bijvoorbeeld van porselein,
keramiek of aardewerk) is minder geschikt voor stomen.
Dikke wanden geleiden de warmte slecht, waardoor de
aangegeven bereidingstijden aanzienlijk kunnen toene
-
men.
Belangrijke opmerkingen en nuttige informatie
37
Zet het kookgerei op het bijgeleverde plateau.
Let u erop dat het kookgerei niet met de ovenwand in aan
-
raking komt, anders kan de stoom niet goed bij het gerecht
komen.
Niveau
U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op meerdere niveaus ko
-
ken. Een en ander is niet van invloed op de bereidingstijd.
Diepvriesproducten
Bij diepvriesproducten is de opwarmtijd langer dan bij verse
voedingsmiddelen. Hoe groter de hoeveelheid, des te langer
de opwarmfase.
Temperatuur
Wij adviseren
de ovenfunctie "Stomen onder druk È" (120 °C) voor het
snel bereiden van drukbestendige voedingsmiddelen.
de ovenfunctie "Drukloos stomen 2" (100 °C) voor het be-
hoedzaam bereiden van drukgevoelige voedingsmiddelen.
Bepaalde kwetsbare voedingsmiddelen (zoals bessen)
moet u op een lagere temperatuur bereiden, omdat de
voedingsmiddelen anders uiteenspatten. In de betreffende
rubrieken wordt u hierop gewezen.
Bereidingstijd
De bereidingstijden bij stomen komen in grote lijnen overeen
met de bereidingstijden in een kookpan. Als de bereidingstijd
door bepaalde factoren wordt beïnvloed, wordt u in de betref
-
fende rubrieken hierop gewezen.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van de hoeveelheid voe
-
dingsmiddel. De bereidingstijd voor bijvoorbeeld 1 kg aard
-
appelen is gelijk aan die voor 500 g.
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene
richtlijnen. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd
te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Belangrijke opmerkingen en nuttige informatie
38
Koken met vocht
Vul ovenpannen hooguit voor
2
/
3
als u gerechten met veel
vocht bereidt. U voorkomt zo dat het gerecht overstroomt als
u het uit de oven haalt.
Met de ovenfunctie "Stomen onder druk È" kunt u de nor
-
male bereidingstijd bijna halveren.
Bij de ovenfunctie "Stomen onder druk È" (120 °C) ont
-
staan tijdens de afkoelfase luchtwervelingen in de oven
-
ruimte. Deze wervelingen kunnen voedingsmiddelen uit de
ovenpannen blazen. Hierdoor kan de ovenruimte verontrei
-
nigd raken. Dit gebeurt vooral bij voedingsmiddelen die
met vocht worden bereid (soepen, eenpansgerechten,
rode kool, etc.) en bij voedingsmiddelen met een
brijachtige consistentie, zoals appelmoes.
Dek ovenpannen met dergelijke voedingsmiddelen daarom
af met het bijgeleverde plateau of met een deksel (zie "Bij
te bestellen accessoires"). Plaats een ovenpan met afdek-
king tussen de geleiderails, niet erop.
Eigen recepten
Voedingsmiddelen en gerechten die u in een pan bereidt,
kunt u ook in de stoomoven bereiden. De bereidingstijden
zijn ongeveer even lang. Houdt u er wel rekening mee dat ge-
rechten in de stoomoven niet bruin worden.
Belangrijke opmerkingen en nuttige informatie
39
Groente
Verse producten
Bereid verse groente voor zoals u dat normaal ook doet, bij
-
voorbeeld afspoelen, reinigen en fijn snijden.
Diepvriesproducten
Diepvriesgroente hoeft u voor de bereiding niet te ontdooien,
behalve groente die als blok is ingevroren.
Diepvries- en verse groente met een gelijke bereidingstijd
kunnen tegelijkertijd worden bereid.
Maak grote, aan elkaar gevroren stukken kleiner. De berei
-
dingstijd vindt u op de verpakking.
Stoomovenpannen
Voedingsmiddelen met een kleine diameter (zoals erwten en
asperges) vormen nauwelijks holle ruimten, zodat de stoom
nauwelijks kan binnendringen. Voor een gelijkmatig berei-
dingsresultaat moet u voor dergelijke producten platte oven-
pannen gebruiken. Vul de ovenpannen niet hoger dan3-5
cm. Verdeel grote hoeveelheden over meerdere platte oven-
pannen.
Verschillende groentesoorten met dezelfde bereidingstijd
kunt u in één ovenpan bereiden.
Gebruik voor groente die in vocht wordt bereid (zoals rode
kool) ovenpannen zonder gaten.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten groente bereidt die kleur af
-
geeft (zoals rode bieten), plaats dan geen andere voedings
-
middelen eronder. U voorkomt zo dat de andere voedings
-
middelen verkleuren.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is net als bij gewoon koken afhankelijk van
de grootte van het voedingsmiddel en de gewenste gaarheid.
Voorbeeld:
vastkokende aardappelen, in vier stukken = ca. 18 minuten
vastkokende aardappelen, gehalveerd = ca. 22 minuten
spruitjes, groot, beetgaar = ca. 12 minuten
spruitjes, klein, zacht = ca. 12 minuten
Stomen
40
Instellingen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse
groente. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de
bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Stomen onder druk
È 120 °C *
Drukloos stomen
2 100 °C *
Artisjokken 12–14 32–38
Bloemkool, heel 27–28
Bloemkoolroosjes 2 8
Sperziebonen 2 10–12
Broccoliroosjes 3–4
Bospeentjes, heel 3 7–8
Bospeentjes, gehalveerd 3 6–7
Bospeentjes, fijngesneden 1 4
Witlof, gehalveerd 4–5
Chinese kool, gesneden 1 3
Erwten 3
Venkel, gehalveerd 4–5 10–12
Venkel, in reepjes 2 4–5
Boerenkool, gesneden 4–6 23–26
Aardappelen, vastkokend, geschild
heel
gehalveerd
gevierendeeld
9
6
27–29
21–22
16–18
Aardappelen, redelijk vastkokend,
geschild
heel
gehalveerd
gevierendeeld
7
5
25–27
19–21
17–18
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
41
Stomen onder druk
È
120 °C *
Drukloos stomen
2
100 °C *
Aardappelen, kruimig, geschild
heel
gehalveerd
gevierendeeld
7
5
26–28
19–20
15–16
Koolraap, in stiften gesneden 2 6–7
Pompoen, in blokjes 2–4
Maïs (kolf) 15 30–35
Snijbiet, gesneden 2–3
Paprika, blokjes/reepjes 2
Aardappelen in schil, vastkokend 30–32
Paddestoelen 2
Prei, gesneden 1 4–5
Prei, gehalveerd 6
Romanesco, heel 22–25
Romanesco, roosjes 2 5–7
Spruitjes 3–4 10–12
Rode bieten, heel 24–26 53–57
Rode kool, gesneden 4 23–26
Schorseneren, heel, duimdik 3–4 9–10
Knolselderij, in stiften gesneden 2 6–7
Asperge, groen 7
Asperge, wit, duimdik 9–10
Winterwortels, fijngesneden 1 6
Spinazie 1–2
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
42
Stomen onder druk È
120 °C
Drukloos stomen 2
100 °C
Spitskool, gesneden 2–3 10–11
Bleekselderij, gesneden 1–2 4–5
Knolrapen, gesneden 2–3 6–7
Witte kool, gesneden 2 12
Savooiekool, gesneden 2 10–11
Courgette, schijven 2–3
Suikererwten 5–7
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
43
Vlees
Verse producten
Bereid het vlees voor zoals u dat normaal ook doet.
Diepvriesproducten
Ontdooi diepvriesvlees voordat u het bereidt (zie "Ontdooi
-
en").
Voorbereiding
Vlees dat bruin moet worden en dat u vervolgens wilt smoren,
zoals goulash, moet u eerst op de kookplaat aanbraden.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de
hoedanigheid van het vlees, niet van het gewicht. Hoe dikker
het vlees des te langer de bereidingstijd. Een stuk vlees van
500 g dat 10 cm dik is, heeft een langere bereidingstijd dan
een stuk van 500 g dat 5 cm dik is.
Tips
Alsudearomastoffen van het vlees wilt behouden, bereid
het vlees dan in een ovenpan met gaten. Schuif een ovenpan
zonder gaten onder het vlees in de oven en vang het vrijko-
mende vocht op.
U kunt het vocht dan later gebruiken om er bijvoorbeeld een
sausje van te maken of om het in te vriezen.
Voor een krachtige bouillon kunt u bijvoorbeeld een
soepkip, een bout, borstvlees, dikke rib of een runderbot ge
-
bruiken. Doe het vlees met soepgroente en koud water in een
ovenpan. Hoe langer de bereidingstijd, des te krachtiger de
bouillon.
Bereidt u vlees en voegt u wel vocht toe, houd dan vooral bij
de ovenfunctie "Stomen onder druk È" de in het recept aan
-
gegeven vochthoeveelheid aan, anders kan het gerecht over
-
koken. U kunt eventueel na het koken nog vocht toevoegen,
bijvoorbeeld bouillon.
Stomen
44
Instellingen
De in de tabel genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan
om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop
nog verlengen.
Vlees Stomen onder druk
È
120 °C *
Drukloos stomen
2
100°C*
Bout (stuk), bedekt met water 45–50 110–120
Eisbein 75–80 135–145
Kippenborstfilet 8–10
Schenkel 58–63 105–115
Dikke rib, bedekt met water 38–43 110–120
Kalfsvlees, reepjes 3–4
Casselerrib, schijven 3–4 6–8
Lamsragout 6–8 12–16
Poularde 30 60–70
Kalkoenrollade 12–15
Kalkoenschnitzel 4–6
Ribstuk,
bedekt met water
50–55 130–140
Rundergoulash 30–35 105–115
Soepkip, bedekt met water 40 80–90
Rundvlees, gekookt 45–50 110–120
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
45
Worstwaren
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 90 °C
Duur: zie tabel
Worstwaren Tijd in minuten
Kookworst 6–8
Vleesworst 6–8
Witte worst 6–8
Stomen
46
Vis
Verse producten
Bereid verse vis voor zoals u dat normaal ook doet, bijvoor
-
beeld schubben en ingewanden verwijderen en reinigen.
Diepvriesproducten
Ontdooi diepvriesvis enigszins voordat u deze bereidt (zie
"Ontdooien").
Voorbereiding
Besprenkel de vis voor de bereiding met bijvoorbeeld
citroen- of limoensap. Hierdoor wordt het vlees steviger.
U hoeft de vis niet te zouten, omdat het vlees bij stomen alle
mineralen behoudt die voor een intensieve smaak zorgen.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten vis bereidt en tegelijk in an-
dere ovenpannen andere voedingsmiddelen wilt bereiden,
kunt u smaakbeïnvloeding vermijden (door omlaag druppe-
lend vocht) door de vis meteen boven het plateau in de oven
te plaatsen.
Temperatuur
8C–9C
Voor het behoedzaam bereiden van kwetsbare vissoorten,
zoals zeetong.
100 °C
Voor het bereiden van vissoorten met stevig vlees, zoals ka
-
beljauw en zalm.
Voor het bereiden van vis in saus of bouillon.
Stomen
47
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de
hoedanigheid van de vis, niet van het gewicht. Hoe dikker de
vis des te langer de bereidingstijd. Een stuk vis van 500 g dat
3 cm dik is, heeft een langere bereidingstijd dan een stuk van
500 g dat 2 cm dik is.
Hoe langer u vis kookt des te steviger wordt het vlees. Houd
de aangegeven bereidingstijden aan.
Als u de vis niet gaar genoeg vindt, kunt u de bereiding ver
-
lengen, maar hooguit met enkele minuten.
Verleng de aangegeven bereidingstijden met enkele minuten
als u vis in saus of bouillon bereidt.
Tips
Met specerijen en kruiden, zoals dille, kunt u de smaak van
de vis intensiveren.
Bereid grote vissen in "zwemstand". Voor de ondersteuning
kunt u een klein kopje of iets dergelijks omgekeerd in de
ovenpan zetten. Zet de vis met de geopende buik hierop.
Met het visafval (graten, vinnen en viskoppen), soepgroente
en koud water kunt u in een ovenpan visfond maken. Stel
een temperatuur in van 100 °C en houd een bereidingstijd
aan van 60 tot 90 minuten. Hoe langer de bereidingstijd des
te krachtiger de fond.
Voor blauw koken wordt de vis in water met azijn bereid (de
vis wordt daarbij blauw). Voor de hoeveelheden water en
azijn volgt u het recept. U mag voor deze bereidingswijze de
huid van de vis niet beschadigen. Geschikte vissoorten zijn
karper, forel, zeelt, paling en zalm.
Stomen
48
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene
richtlijnen voor verse vis. Wij raden u aan om eerst de kortste
bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop
nog verlengen.
Temperatuur in
°C
Tijd in minuten
Paling 100 5–7
Baarsfilet 100 8–10
Doradefilet 85 3
Forel, 250 g 90 10–13
Heilbotfilet 85 4–6
Kabeljauwfilet 100 6
Karper, 1,5 kg 100 18–25
Zalmfilet 100 6–8
Zalmsteak 100 8–10
Zalmforel 90 14–17
Pangasiusfilet 85 3
Roodbaarsfilet 100 6–8
Schelvisfilet 100 4–6
Scholfilet 85 4–5
Zeeduivelfilet 85 8–10
Zeetongfilet 85 3
Tarbotfilet 85 5–8
Tonijnfilet 100 5–10
Snoekbaarsfilet 85 4
Stomen
49
Schaaldieren
Voorbereiding
Laat ingevroren schaaldieren voor de bereiding ontdooien.
Maak de schaaldieren schoon, verwijder de darm en reinig
ze.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Bereidingstijd
Hoe langer u schaaldieren kookt, des te steviger worden ze.
Houdt u zich aan de aangegeven bereidingstijden.
Verleng de aangegeven bereidingstijden met enkele minuten
als u schaaldieren in saus of bouillon bereidt.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
Temperatuur in
°C
Tijd in minuten
Crevettes 90 3
Garnalen 90 3
Reuzengarnalen 90 4
Krabben 90 3
Langoesten 95 10–15
Shrimps 90 3
Stomen
50
Mosselen
Verse producten
,
Bereid alleen gesloten mosselen.
Mosselen die na de bereiding niet open zijn, mogen niet
worden gegeten. Vergiftigingsgevaar!
Zet verse mosselen voor de bereiding enkele uren in water,
zodat ze eventueel aanwezig zand kunnen uitspoelen. Borstel
de mosselen daarna goed schoon.
Diepvriesproducten
Ingevroren mosselen moeten voor de bereiding worden ont-
dooid.
Bereidingstijd
Hoe langer u mosselen kookt, des te harder worden ze.
Houdt u zich aan de aangegeven bereidingstijden.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
Temperatuur in
°C
Tijd in minuten
Eendenmosselen 100 2
Kokkels 100 2
Mosselen 90 12
Jakobsschelpen 90 5
Zwaardscheden 100 2–4
Venusschelpen 90 4
Stomen
51
Rijst
Rijst welt tijdens de bereiding en moet daarom in vocht wor
-
den bereid. Afhankelijk van de rijstsoort is de vochtopname
verschillend en daarmee ook de verhouding rijst/vocht.
De rijst neemt het vocht compleet op en er gaan geen voe
-
dingsstoffen verloren.
Instellingen
Stomen 2 of stomen onder druk 120 °C
Temperatuur: 100 °C / 120 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Verhouding
rijst : vocht
Stomen onder
druk
È 120 °C *
Drukloos sto
-
men
2 100 °C *
Basmatirijst 1 : 1,5 7 15
Parboiled rijst 1 : 1,5 11 23–25
Rondkorrelrijst
Dessertrijst
Risotto
1 : 2,5
1 : 2,5 11
30
18–19
Volkorenrijst 1 : 1,5 13 26–29
Wilde rijst 1 : 1,5 13 26–29
Stomen
52
Pasta / deegwaren
Droge pasta/deegwaren
Droge pasta en droge deegwaren wellen tijdens de berei
-
ding. Deze producten moeten dan ook in vocht worden berei
-
d. Het vocht moet de pasta goed bedekken. Als u heet vocht
gebruikt, wordt het bereidingsresultaat beter.
Verleng de door de producent aangegeven bereidingstijd
met ca.
1
/
3
.
Verse producten
Verse pasta en verse deegwaren (bijvoorbeeld uit de koeling)
hoeven niet te wellen. Gebruik hiervoor een ovenpan met ga
-
ten.
Haal aan elkaar klevende pasta/deegwaren los en verdeel
het voedingsmiddel gelijkmatig over de ovenpan.
Instellingen
Verse producten Stomen onder druk
È 120 °C *
Drukloos stomen
2 100 °C *
Gnocchi - 3
Knöpfli - 2
Ravioli - 3
Spätzle - 2
Tortellini - 3
Droge pasta/deegwaren,
bedekt met water
Lintmacaroni 8 14
Vermicelli - 8
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
53
Knoedels
Kant-en-klare knoedels in een kookbuiltje moeten goed met
water worden bedekt, omdat zij anders niet voldoende vocht
opnemen en uit elkaar vallen, ook als u ze voorheen in water
heeft gezet.
Bereid verse knoedels in een ingevette ovenpan met gaten.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Tijd
in minuten
Gestoomde deegballetjes 30
Gistknoedels 20
Aardappelknoedels in kookbuiltje 20
Deegknoedels in kookbuiltje 18–20
Stomen
54
Granen
Granen wellen tijdens de bereiding en moeten daarom in
vocht worden bereid. Afhankelijk van de graansoort is de
vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding
graan/vocht.
Granen kunnen met hele korrel of gebroken worden bereid.
Instellingen
Verhouding
graan:
vocht
Stomen onder druk
È
120 °C *
Drukloos
stomen
2
100 °C *
Amarant 1 : 1,5 8 15–17
Bulgur 1 : 1,5 4 9
Spelt, gebroken 1 : 1 4 7
Spelt, heel 1 : 1 9 18–20
Haver, heel 1 : 1 9 18
Haver, gebroken 1 : 1 4 7
Gierst 1 : 1,5 - 10
Polenta 1 : 3 - 10
Quinoa 1 : 1,5 7 15
Rogge, heel 1 : 1 18 35
Rogge, gebroken 1 : 1 5 10
Tarwe, heel 1 : 1 15 30
Tarwe, gebroken 1 : 1 4 8
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
55
Peulvruchten, gedroogd
Peulvruchten moeten voor de bereiding minimaal 10 uur in
koud water worden geweekt. Door het weken kunnen peul
-
vruchten beter worden verteerd en neemt de bereidingstijd
af.
Uitzondering: Linzen hoeft u niet te weken.
Geweekte peulvruchten moeten tijdens de bereiding met
vocht zijn bedekt. Als de peulvruchten niet zijn geweekt, moet
u (afhankelijk van de soort) een bepaalde verhouding peul
-
vruchten/vocht aanhouden.
Instellingen
Geweekt
Stomen onder druk
È
120 °C *
Drukloos stomen
2
100 °C *
Bonen
Kidneybonen 7 55–65
Rode bonen (azukibonen) 3 20–25
Zwarte bonen 7 55–60
Bonte bonen 7 55–65
Witte bonen 7 34–36
Erwten
Gele erwten 11 40–50
Groene erwten 9 27
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
56
Niet geweekt
Verhouding
peulvruchten :
vocht
Stomen onder druk
È
120 °C *
Drukloos
stomen
2
100 °C *
Bonen
Kidneybonen 1 : 3 - 130–140
Rode bonen
(azukibonen)
1 : 3 - 95–105
Zwarte bonen 1 : 3 15-16 100–120
Bonte bonen 1 : 3 - 115–135
Witte bonen 1 : 3 - 80–90
Linzen
Bruine linzen 1 : 2 - 13–14
Rode linzen 1 : 2 - 7
Erwten
Gele erwten 1 : 3 - 110–130
Groene erwten 1 : 3 - 60–70
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
57
Kippeneieren
Gebruik een ovenpan met gaten als u eieren wilt koken.
U hoeft de eieren voor de bereiding niet in te prikken. Omdat
de eieren tijdens de opwarmfase langzaam worden verhit,
barsten ze niet tijdens het stomen.
Vet ovenpannen zonder gaten in als u daarin eiergerechten
wilt bereiden.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Tijd in minuten
Grootte S
Zacht
Gemiddeld
Hard
3
5
9
Grootte M
Zacht
Gemiddeld
Hard
4
6
10
Grootte L
Zacht
Gemiddeld
Hard
5
6-7
12
Grootte XL
Zacht
Gemiddeld
Hard
6
8
13
Stomen
58
Fruit
Om te voorkomen dat sap verloren gaat, kunt u fruit het best
in een ovenpan zonder gaten bereiden.
Als u fruit in een ovenpan met gaten bereidt, schuif dan een
ovenpan zonder gaten eronder in de oven. Ook dan blijft het
sap behouden.
Tip
U kunt het opgevangen sap voor andere doeleinden ge
-
bruiken.
Instellingen
Stomen onder druk
È 120 °C *
Drukloos stomen
2 100 °C *
Appels, in stukjes 1–3
Peren, in stukjes 1–3
Kersen 2–4
Mirabellen 1–2
Nectarines/perziken, in stukjes 1–2
Pruimen 1–3
Kweeappels/-peren, blokjes 3–4 6–8
Rabarber, in stukjes 1–2
Kruisbessen 2–3
* Bereidingstijd in minuten
Stomen
59
Koken menu
Met deze bereidingsfunctie kunt u een menu samenstellen
dat uit verschillende voedingsmiddelen met verschillende be
-
reidingstijden bestaat, bijvoorbeeld roodbaarsfilet met rijst en
broccoli. De voedingsmiddelen worden achtereenvolgens op
verschillende momenten in de oven gezet en zijn dan tegelijk
klaar.
Niveau
Schuif druppelende voedingsmiddelen (zoals vis) en kleur
afgevende voedingsmiddelen (zoals rode bieten) meteen bo
-
ven het plateau in de oven. U voorkomt zo smaakbeïnvloe
-
ding en verkleuringen.
Temperatuur
De temperatuur bij het bereiden van menu's moet 100 °C zijn,
omdat de meeste voedingsmiddelen alleen bij die tempera-
tuur gaar worden.
Kies nooit de laagste temperatuur als voor voedingsmiddelen
verschillende temperaturen worden aanbevolen, bijvoorbeeld
voor doradefilet 85 °C en voor aardappelen 100 °C.
Als voor een voedingsmiddel bijvoorbeeld 85 °C wordt aan
-
bevolen, test dan eerst wat het resultaat zal zijn als u op 100
°C gaat koken. Bij kwetsbare vissoorten met een losse struc
-
tuur, zoals zeetong en schol, wordt het vlees op 100 °C erg
stevig.
Bereidingstijd
Als u de temperatuur verhoogt, moet u de bereidingstijd met
ca.
1
/
3
verkorten.
Stomen
60
Voorbeeld
Rijst 20 minuten
Roodbaarsfilet 6 minuten
Broccoli 4 minuten
20 minuten min 6 minuten = 14 minuten (1e bereidingstijd:
rijst)
6 minuten min 4 minuten = 2 minuten (2e bereidingstijd:
roodbaarsfilet)
Rest = 4 minuten (3e bereidingstijd: broccoli)
Bereidings
-
tijden
20 min. rijst
6 min. roodbaarsfilet
4 min. broccoli
Instelling 14 min. 2 min. 4 min.
^ Zet eerst de rijst in de oven.
^ Stel de eerste tijd in, dus 14 minuten.
^ Zet na die 14 minuten het tweede product (roodbaarsfilet)
in de oven.
^
Stel de tweede tijd in, dus 2 minuten.
^
Zet na die 2 minuten het derde product (broccoli) in de
oven.
^
Stel de derde tijd in, dus 4 minuten.
Stomen
61
Verwarmen
De stoomoven is ideaal voor het opwarmen van reeds berei
-
de gerechten met de ovenfunctie "Verwarmen Ç". Ook het
servies wordt daarbij verwarmd. Omdat bij dit programma het
apparaat niet met water wordt afgekoeld, ontstaat er nauwe
-
lijks condens.
U kunt bordmaaltijden (vlees, groente, aardappelen) net zo
verwarmen als afzonderlijke voedingsmiddelen.
Kookgerei
Kleine hoeveelheden kunt u op een bord, grote hoeveelhe
-
den in een ovenpan verwarmen.
Duur
Het aantal borden of ovenpannen is niet van invloed op de
bereidingstijd.
De in de tabel aangegeven tijd heeft betrekking op een ge-
middelde portie per bord/ovenpan. Verleng de tijd bij grotere
hoeveelheden.
Tips
Verwarm grote stukken (zoals braadvlees) niet als geheel,
maar in porties als bordmaaltijd.
Halveer compacte voedingsmiddelen, zoals gevulde
paprika's of een rollade.
Gepaneerde voedingsmiddelen, zoals schnitzels, blijven niet
krokant.
Verwarm sauzen apart. Uitzondering: voedingsmiddelen die
in een saus worden bereid (zoals goulash).
Speciale toepassingen
62
Werkwijze
^
Dek de voedingsmiddelen af met een diep bord, een hitte-
(tot 100 °C) en stoombestendige folie of met een deksel.
^
Zet het bord op het plateau en schuif het in het apparaat.
Instellingen
"Verwarmen Ç ": altijd 95 °C
63
Speciale toepassingen
Ontdooien
De ontdooitijden zijn aanzienlijk korter dan bij ontdooien op
kamertemperatuur.
Temperatuur
De optimale ontdooitemperatuur is 60 °C.
Uitzonderingen: Gehakt en wild: 50 °C.
Voor en na het ontdooien / de bereiding
Verwijder bij ontdooien de verpakking.
Uitzonderingen:
Ontdooi brood en gebak in de verpakking, omdat deze pro
-
ducten anders vocht opnemen en zacht worden.
Laat het ontdooide voedingsmiddel na afloop nog enige tijd
bij kamertemperatuur staan. Deze doorwarmtijd is nodig zo-
dat de warmte zich gelijkmatig kan verdelen (van buiten naar
binnen).
Stoomovenpannen
Gebruik bij het ontdooien van druppelende voedingsmid-
delen (zoals gevogelte) een ovenpan met gaten met daaron-
der het plateau. Het voedingsmiddel ligt dan niet in het vrijko-
mende vocht.
,
Giet het vocht van vlees en gevogelte weg. Gebruik
het vocht nooit! Salmonellagevaar!
Voedingsmiddelen die niet druppelen kunt u in een ovenpan
zonder gaten ontdooien.
Speciale toepassingen
64
Tips
Vis hoeft voor de bereiding niet helemaal te worden ontdooid.
Het is voldoende als de buitenkant zacht genoeg is om de
kruiden op te nemen. Afhankelijk van de dikte is 2–5 minuten
voldoende.
Maak producten die aan elkaar kleven (zoals bessen en stuk
-
ken vlees) na de helft van de ontdooitijd los en verdeel ze zo
goed mogelijk.
Vries eenmaal ontdooide voedingsmiddelen niet weer in.
Ontdooi ingevroren kant-en-klaargerechten volgens de aan
-
wijzingen op de verpakking.
Instellingen
Ontdooien
Temperatuur: zie tabel
Duur: zie tabel
Speciale toepassingen
65
Ingevroren produc
-
ten
Gewicht
in g
Tempera
-
tuur
in °C
Ontdooi
-
tijd
in minuten
Doorwarmtijd
in minuten
Zuivelproducten
Kaas in plakken 125 60 15 10
Kwark 250 60 20–25 10–15
Room 250 60 20–25 10–15
Zachte kaas 100 60 15 10–15
Fruit
Appelmoes 250 60 20–25 10–15
Appels in stukken 250 60 20–25 10–15
Abrikozen 500 60 25–28 15–20
Aardbeien 300 60 8–10 10–12
Frambozen/
rode bessen
300 60 8 10–12
Kersen 150 60 15 10–15
Perziken 500 60 25–28 15–20
Pruimen 250 60 20–25 10–15
Kruisbessen 250 60 20–22 10–15
Groente
In blokken inge-
vroren groenten, zo
-
als groene kool, spi
-
nazie en rode kool
300 60 20–25 10–15
Vis
Visfilets 400 60 15 10–15
Forel 500 60 15–18 10–15
Zeekreeft 300 60 25–30 10–15
Krabben 300 60 4–6 5
Speciale toepassingen
66
Ingevroren produc
-
ten
Gewicht
in g
Tempera
-
tuur
in °C
Ontdooi
-
tijd
in minuten
Doorwarmtijd
in minuten
Vlees
Braadvlees In plakken 60 8–10 15–20
Gehakt 250 50 15–20 10–15
Gehakt 500 50 20–30 10–15
Goulash 500 60 30–40 10–15
Goulash 1000 60 50–60 10–15
Lever 250 60 20–25 10–15
Hazenrug 500 50 30–40 10–15
Reerug 1000 50 40–50 10–15
Schnitzel/kote-
let/braadworst
800 60 25–35 15–20
Gevogelte
Haantje / kip 1000 60 40 15–20
Kippenbout 150 60 20–25 10–15
Kipschnitzel 500 60 25–30 10–15
Kalkoenbout 500 60 40–45 10–15
Gebak
Blader-/
gistdeeg
60 10–12 10–15
Roerdeeg 400 60 15 10–15
Brood/broodjes
Broodjes 60 30 2
Duits brood, gesne
-
den
250 60 40 15
Volkorenbrood, ge
-
sneden
250 60 65 15
Witbrood, gesneden 150 60 30 20
Speciale toepassingen
67
Inmaken
Kies voor inmaken nooit een temperatuur boven 95 °C (op
een hoogte van meer dan 1000 m nooit hoger dan 90 °C),
anders kunnen de glazen uiteenspatten. U kunt zich dan
verwonden!
Gebruik alleen verse voedingsmiddelen, zonder lelijke en rot
-
te plekken.
Inmaakglazen/weckpotten
Gebruik alleen onbeschadigde, schone inmaakglazen en toe
-
behoren. U kunt glazen met een twist-off-deksel gebruiken en
glazen deksels met een rubberen ring.
Gebruik alleen glazen die even groot zijn, zodat alles gelijk-
matig wordt ingemaakt.
Reinig de rand van de glazen na het vullen met een schone
doek en heet water en sluit de glazen.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig en reinig het kort, maar grondig.
Laat het fruit uitdruppelen. Reinig bessen extra voorzichtig,
omdat bessen zeer kwetsbaar zijn en snel beschadigd raken.
Verwijder eventuele schillen, stelen, pitten, etc.
Snijd groot fruit in kleinere stukken. Snijd appels bijvoorbeeld
in partjes.
Als u grote steenvruchten met pit (pruimen, abrikozen) wilt in
-
maken, prik dan meermaals met een vork of houten prikker in
de vruchten, omdat deze anders uiteenspatten.
Groente
Reinig de groente en maak deze kleiner.
Blancheer de groente voor het inmaken. De groente behoudt
dan haar kleur (zie ook "Blancheren").
Speciale toepassingen
68
Hoeveelheid
Vul het glas losjes tot maximaal 3 cm onder de rand. De
celwanden raken beschadigd als u het voedingsmiddel erin
drukt. Tik met het glas voorzichtig op een doek, zodat de in
-
houd beter wordt verdeeld.
Vul de glazen met vocht op. Het product moet geheel bedekt
zijn.
Gebruik voor fruit een suikeroplossing, voor groente een zout-
of azijnoplossing.
Tips
Maak gebruik van de restwarmte van de oven en haal de gla
-
zen pas 30 minuten na het uitschakelen uit de ovenruimte.
Laat de glazen ca. 24 uur langzaam afkoelen, afgedekt met
een doek.
Werkwijze
^ Gebruik voor de ovenpan met gaten het onderste niveau.
^ Zet de (even grote) glazen in een ovenpan met gaten. Ze
mogen elkaar niet raken.
Speciale toepassingen
69
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
In te maken product Temperatuur in °C Tijd in minuten*
Bessen
Rode bessen 80 50
Kruisbessen 80 55
Rode bosbessen 80 55
Steenvruchten
Kersen 85 55
Mirabellen 85 55
Pruimen 85 55
Perziken 85 55
Reine-claudes 85 55
Pitvruchten
Appels 90 50
Appelmoes 90 65
Kwee-appels/-peren 90 65
Groente
Bonen 100 120
Dikke bonen 100 120
Komkommer 90 55
Vlees
Voorgekookt 90 90
Gebraden 90 90
* De aangegeven inmaaktijden hebben betrekking op
1-l-glazen. Voor glazen van 0,5 l moet de inmaaktijd met
15 minuten worden verkort, voor glazen van 0,25 l met 20
minuten.
Speciale toepassingen
70
Sap bereiden
U kunt in uw oven van zacht en hard fruit sap maken.
Met rijp fruit kunt u het best sap maken. Hoe rijper het fruit
des te meer sap en des te aromatischer het sap.
Voorbereiding
Selecteer en reinig het fruit waarvan u sap wilt maken en ver
-
wijder beschadigde plekken.
Verwijder de steeltjes van wijndruiven en zure kersen, omdat
deze bittere stoffen bevatten. De steeltjes van bessen hoeven
niet te worden verwijderd.
Snijd grote vruchten (zoals appels) in ca. 2 cm dikke blokjes.
Hoe harder het fruit of de groente, des te kleiner moet u deze
producten snijden.
Tips
Meng voor een nog fijnere smaak zoet met minder zoet fruit.
Bij de meeste fruitsoorten neemt de saphoeveelheid toe en
verbetert het aroma als u suiker toevoegt. Meng de suiker
door het fruit en laat deze enkele uren intrekken. Gebruik op
1 kg zoet fruit 50–100 g suiker, op 1 kg zuur fruit 100–150 g.
Wilt u het sap bewaren, doe het dan heet in schone flessen
en sluit deze meteen.
Speciale toepassingen
71
Werkwijze
^
Doe het voorbereide fruit in een ovenpan met gaten.
^
Schuif een ovenpan zonder gaten eronder om het vrijko
-
mende vocht op te vangen.
Instellingen
Stomen onder druk È
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: 40–70 minuten
Speciale toepassingen
72
Yoghurt bereiden
Voor de yoghurtbereiding gebruikt u melk en als startcultuur
yoghurt of yoghurtferment, bijvoorbeeld uit een reformwinkel.
Gebruik verse yoghurt met levende culturen zonder
toevoegingen. Gepasteuriseerde yoghurt is niet geschikt.
De yoghurt moet vers zijn. Bewaar de yoghurt niet te lang.
Voor de yoghurtbereiding kunt u ongekoelde houdbare melk
of verse melk gebruiken. Houdbare melk kunt u meteen ge
-
bruiken. Verse melk moet u eerst tot 90 °C verhitten (niet ko
-
ken!) en vervolgens weer tot 35 °C laten afkoelen. Als u verse
melk gebruikt, wordt de yoghurt iets steviger dan met
houdbare melk.
De yoghurt en de melk moeten hetzelfde vetgehalte hebben.
Beweeg of schud de glazen niet tijdens het stollen.
Na de bereiding moet de yoghurt meteen in de koelkast wor-
den afgekoeld.
De stevigheid, het vetgehalte en de gebruikte
yoghurtculturen beïnvloeden de consistentie van de
zelfgemaakte yoghurt. Niet alle yoghurts zijn geschikt als
"startyoghurt".
Mogelijke oorzaken van een slecht eindresultaat
De yoghurt is niet stevig genoeg:
De startyoghurt is niet goed bewaard, de koelketen is onder
-
broken, de verpakking was beschadigd, de melk is niet vol
-
doende verhit.
Er is vocht afgezet:
De glazen zijn bewogen, de yoghurt is niet snel genoeg afge
-
koeld.
De yoghurt is korrelig:
De melk is te heet gemaakt, de kwaliteit van de melk was niet
optimaal, de melk en de startyoghurt zijn niet goed gemengd.
Speciale toepassingen
73
Tip
Bij gebruik van yoghurtferment kunt u de yoghurt met een
mengsel van melk en room bereiden. Meng 3/4 liter melk met
1/4 liter room.
Werkwijze
^
Roer 100 g yoghurt door 1 liter melk of maak het mengsel
met yoghurtferment volgens de aanwijzingen op de verpak
-
king.
^
Vul het melkmengsel in portieglazen en sluit de glazen af.
^
Zet de gesloten glazen in een ovenpan met gaten. Ze mo
-
gen elkaar niet raken.
^
Zet de glazen meteen na afloop in de koelkast. Beweeg de
glazen niet onnodig.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 40 °C
Bereidingstijd: 5:00 uur
Speciale toepassingen
74
Gistdeeg laten rijzen
Werkwijze
^
Bereid het deeg volgens het recept.
^
Dek de deegschaal af en zet deze op het plateau.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 40 °C
Duur: zie recept
Gelatine smelten
Werkwijze
^ Laat gelatinebladen 5 minuten in een schaal met water
weken. De gelatinebladen moeten goed met water bedekt
zijn. Knijp de gelatinebladen uit en giet het water weg. Leg
de uitgeknepen gelatinebladen weer in de schaal.
^ Doe gemalen gelatine in een schaal en voeg zoveel water
toe als op de verpakking staat aangegeven.
^ Dek het serviesgoed af en zet het op het plateau.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 90 °C
Duur: 1 minuut
Speciale toepassingen
75
Chocolade smelten
U kunt alle soorten chocolade in het apparaat smelten.
Werkwijze
^
Breek de chocolade in stukken.
Vetglazuur bereidt u bij voorkeur in de ongeopende ver
-
pakking in een ovenpan met gaten.
^
Doe grote hoeveelheden in een ovenpan zonder gaten en
kleine hoeveelheden in een kopje of schaal.
^
Dek de ovenpan of het serviesgoed af met hitte- (tot
100 °C) en stoombestendige folie of met een deksel.
^
Roer grote hoeveelheden tussendoor een keer om.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 65 °C
Duur: 20 minuten
Speciale toepassingen
76
Voedingsmiddelen pellen
Werkwijze
^
Snijd voedingsmiddelen zoals tomaten, nectarines, etc. bij
de steelvoet in (kruisvormig). U kunt het velletje dan ge
-
makkelijker verwijderen.
^
Doe het voedingsmiddel in een ovenpan met gaten.
^
Laat amandelen meteen na het koken met koud water
schrikken. U kunt ze anders niet pellen.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Voedingsmiddel Tijd in minuten
Abrikozen 1
Amandelen 1
Nectarines 1
Paprika 4
Perziken 1
Tomaten 1 / 95 °C
Speciale toepassingen
77
Appels conserveren
U kunt onbehandelde appels langer houdbaar maken. Bij op
-
slag in een droge, koele, goed geventileerde ruimte zijn ap
-
pels dan 5 tot 6 maanden houdbaar. Dit kan alleen met ap
-
pels, niet met andere pitvruchten.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 50 °C
Duur: 5 minuten
Blancheren
Als u groente en fruit wilt invriezen, moet u de producten
eerst blancheren. De kwaliteit van de voedingsmiddelen blijft
dan tijdens de opslag in de vriezer beter.
Bij groentesoorten die voor verdere verwerking geblancheerd
worden, blijft de kleur beter behouden.
Werkwijze
^ Doe de voorbereide groente (het fruit) in een ovenpan met
gaten.
^
Dompel de groente (het fruit) na het blancheren in ijswater
om het product snel af te koelen en laat het daarna goed
uitdruppelen.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: 1 minuut
Speciale toepassingen
78
Uien fruiten/stoven
Bij stoven wordt een voedingsmiddel in het eigen sap bereid,
eventueel met toevoeging van wat vet (fruiten).
Werkwijze
^
Snijd de uien fijn en doe de uien met wat boter in een oven
-
pan zonder gaten.
^
Dek de ovenpan of het serviesgoed af met hitte- (tot 100
°C) en stoombestendige folie of met een deksel.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: 4 minuten
Stomen onder druk È
Temperatuur: 120 °C
Duur: 2 minuten
Spek uitsmelten
Het spek wordt niet bruin.
Werkwijze
^
Doe het spek (in blokjes, reepjes of plakjes) in een oven
-
pan zonder gaten.
^
Dek de ovenpan af met een hitte- (tot 100 °C) en
stoombestendige folie of met een deksel.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: 4 minuten
Stomen onder druk È
Temperatuur: 120 °C
Duur: 2 minuten
Speciale toepassingen
79
Steriliseren
In het apparaat kunt u ook serviesgoed en zuigflessen sterili
-
seren. Na afloop van het programma zijn deze voorwerpen
kiemvrij zoals bij het bekende uitkoken. Controleer wel eerst
of alle onderdelen (ook de speen) bestand zijn tegen tempe
-
raturen tot 100 °C en tegen stoom.
Zet de zuigflessen pas weer in elkaar als deze helemaal
droog zijn. Alleen zo voorkomt u dat er opnieuw kiemvorming
optreedt.
Werkwijze
^
Haal de flesjes uit elkaar. Leg de onderdelen in een oven
-
pan met gaten (liggend of met de opening naar beneden).
De onderdelen mogen elkaar niet raken. De hete stoom
kan nu onbelemmerd alle delen bereiken.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: 15 minuten
Vochtige handdoekjes verwarmen
Werkwijze
^
Maak de handdoekjes vochtig en rol ze stevig op.
^
Doe de handdoekjes in een ovenpan met gaten.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 70 °C
Duur: 2 minuten
Speciale toepassingen
80
Honing vloeibaar maken
Werkwijze
^
Draai het deksel iets open en zet de pot in een ovenpan
met gaten of op het plateau.
^
Roer de honing tussendoor een keer om.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 60 °C
Duur: 90 minuten (ongeacht de grootte van de pot of de hoe
-
veelheid in de pot)
Eierstich (ei voor soep)
Werkwijze
^ Roer 6 eieren door 375 ml melk (niet tot schuim kloppen).
^ Kruid het ei-/melkmengsel en doe het in een met boter
besmeerde ovenpan zonder gaten.
Instellingen
Stomen 2
Temperatuur: 100 °C
Duur: 4 minuten
Stomen onder druk È
Temperatuur: 120 °C
Duur: 2 minuten
Speciale toepassingen
81
Af fabriek heeft uw apparaat bepaalde instellingen. U kunt de
in de tabel aangegeven instellingen wijzigen.
^
Kies met de functietoets ; de programmeerfunctie P.
^
Druk de temperatuurtoets + zo vaak in totdat in het
functie-/temperatuurdisplay het gewenste cijfer verschijnt
(1 staat voor P1, 2 voor P2, etc.).
^ Druk de tijdtoets + of - zo vaak in totdat in het tijddisplay de
gewenste status verschijnt, bijvoorbeeld 02.
^ Druk op de functietoets -.
De nieuwe instelling wordt opgeslagen.
U kunt het apparaat nu uitschakelen of gewoon weer in ge
-
bruik nemen.
Instellingen
82
Programma* Status** Instelling
P1 Akoestisch signaal S 0 Uit
S 1 Heel zacht
S 2 Zacht
S
S
3
4
Gemiddeld
Hard
P2 Signaal programma-einde S 0 Eén toon
S1Kort intervalsignaal
S 2 Lang intervalsignaal (5 minuten)
P3 Vergrendeling S0Niet mogelijk
S 1 Mogelijk
P4 Programma na inschakelen S0Stomen onder druk
S 1 Stomen (drukloos)
S 2 Verwarmen
S 3 Ontdooien
S 4 Laatst gekozen ovenfunctie
P5 Waterhardheid S 1 Zacht
S 2 Gemiddeld
S 3 Hard
S4Zeer hard
P6 Plaats van opstelling S0Onder 1000 m (hoogte)
S 1 Boven 1000 m (hoogte)
P7 Temperatuurinstelling S0In stappen van 5 °C
S 1 In stappen van 1 °C (het stijgen
van de temperatuur wordt wel
in stappen van 5 °C weergege
-
ven)
P8 Demo-stand en fabrieksinstel
-
lingen
S 0 Demo-stand aan
S1Demo-stand uit
S 9 Fabrieksinstellingen herstellen
* Niet genoemde programma's zijn niet gedefinieerd.
** De fabrieksinstelling is steeds vet gedrukt.
Instellingen
83
,
Verwondingsgevaar!
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting ver
-
oorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Beschadigingsgevaar!
Als u ongeschikte reinigingsmiddelen gebruikt, kunnen de
oppervlakken beschadigd raken. Gebruik voor het reini
-
gen alleen een normaal afwasmiddel voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik geen reinigings- of afwasmiddelen die alifatische
koolwaterstoffen bevatten. Hierdoor kunnen de afdich-
tingen opzwellen.
Reinig het apparaat en de toebehoren na elk gebruik en wrijf
alles daarna weer droog. Laat het apparaat wel eerst afkoe-
len.
Sluit de ovendeur pas als het apparaat helemaal is opge-
droogd.
Als u het apparaat gedurende een langere periode niet ge
-
bruikt (bijvoorbeeld tijdens vakanties), reinig het dan nog
eens grondig om geurvorming, etc. te voorkomen. Laat de
ovendeur daarna openstaan.
Reiniging en onderhoud
84
Front
Verwijder verontreinigingen op het front bij voorkeur met
-
een.
Als verontreinigingen te lang inwerken, kunt u ze soms niet
meer verwijderen en kunnen de oppervlakken verkleuren
of aangetast worden.
Reinig het front met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel
en warm water. Wrijf het daarna met een zachte doek droog.
U kunt voor het reinigen ook een schoon, vochtig
microvezeldoekje zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig. Bij glazen oppervlak
-
ken kunnen krassen ook glasbreuk tot gevolg hebben.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of aangetast worden
als deze met ongeschikte reinigingsmiddelen in aanraking
komen.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen,
mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei
-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal.
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde sponzen en borstels, bijvoorbeeld pan
-
nensponsjes.
vlekkensponsjes.
scherpe metalen schrapers.
Reiniging en onderhoud
85
Ovenruimte en uittrekplateau
Reinig de ovenruimte, de binnenkant van de deur en het uit
-
trekplateau na elk gebruik. Droog de onderdelen daarna
weer af. Laat de oven eerst afkoelen!
Het meeste vuil kunt u moeiteloos verwijderen met een doek
-
je, warm water en afwasmiddel.
Bij zeer kalkrijk water kunnen er kalkafzettingen op de oven
-
wand en het uittrekplateau ontstaan.
Bij zeer mineraalrijk water kunnen er na verloop van tijd ver
-
kleuringen op de ovenwand ontstaan.
De kalkafzettingen en verkleuringen kunt u eenvoudig verwij
-
deren met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen
en roestvrij staal (zie "Bij te bestellen accessoires").
Wis de ovenruimte na gebruik van het reinigingsmiddel met
een vochtige doek af en schakel het apparaat gedurende 5
minuten in. Kies hiervoor de ovenfunctie "Drukloos stomen
2", 100 °C.
Wis het uittrekplateau met schoon water af en wrijf het pla-
teau weer droog.
Kalkafzettingen kunt u ook met azijn verwijderen, verkleu-
ringen met een ontkalkingsmiddel op citroenzuurbasis. Wis
de oppervlakken vervolgens met schoon water af en en wrijf
ze droog.
Reiniging en onderhoud
86
Accessoires
Ovenpan en bodemzeef
Reinig de ovenpannen en de bodemzeef na elk gebruik. Alle
delen kunnen in een afwasautomaat worden gereinigd.
Blauwe verkleuringen in de ovenpannen, alsmede verkleu
-
ringen en kalkafzettingen op de bodemzeef kunt u verwijde
-
ren met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en
roestvrij staal (zie "Bij te bestellen accessoires"). Spoel de
ovenpannen en de bodemzeef daarna met schoon water af
om alle resten van het reinigingsmiddel te verwijderen.
Verkleuringen en kalkafzettingen kunt u ook met azijn verwij
-
deren. Spoel de ovenpannen en de bodemzeef daarna met
schoon water af.
Reiniging en onderhoud
87
Geleiderails
U kunt de geleiderails handmatig of in de afwasautomaat rei
-
nigen.
Verkleuringen en kalkafzettingen kunt u gemakkelijk verwijde
-
ren met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en
roestvrij staal (zie "Bij te bestellen accessoires"). Spoel de ge
-
leiderails daarna met schoon water af om alle resten van het
reinigingsmiddel te verwijderen. U kunt de ovenruimte ge
-
makkelijker reinigen, als u eerst de geleiderails verwijdert.
Geleiderails verwijderen
^ Draai de schroeven a zover los dat u de geleiderails er
naar voren toe kunt uittrekken.
U kunt de schroeven er niet helemaal uitdraaien!
Geleiderails terugplaatsen
^
Plaats de geleiderails met bevestigingspunt b (voorkant)
op de iets losgedraaide schroeven.
^
Steek de oogjes op de geleiderails (achterkant) op de pen
-
netjes c van de achterwand.
Draai de schroeven daarna weer vast.
Reiniging en onderhoud
88
Deurdichting / veiligheidsventiel
Vervang de deurdichting en het veiligheidsventiel steeds na
1-2 jaar (afhankelijk van het gebruik). De dichting en het vei
-
ligheidsventiel zijn als setje te bestellen (zie "Bij te bestellen
accessoires").
Deurdichting
Reinig de deurdichting na elk gebruik. Reinig de dichting niet
in de afwasautomaat, maar alleen handmatig met een zacht
sponsje, afwasmiddel en warm water. Wrijf de dichting ver
-
volgens met een zachte doek droog.
Veiligheidsventiel
^
Open de deur.
^
Trek het ventiel vanaf de binnenkant uit de deur.
^
Druk het nieuwe veiligheidsventiel weer in de opening. De
rand van de opening moet zich geheel in de gleuf van de
rubberen dichting bevinden.
Reiniging en onderhoud
89
Waterinspuiter
Via de waterinspuiter achter het afschermplaatje wordt tijdens
de afkoelfase water in de ovenruimte gespoten. Na langdurig
gebruik kan de inspuiter smerig worden en verkalken.
Uiterlijk op het moment waarop in het display de melding F13
verschijnt, moet u de inspuiter ontkalken.
^ Wacht totdat er een akoestisch signaal klinkt. Open de
deur van het apparaat en haal het gerecht uit de oven.
Open de deur voorzichtig. Er komt veel hete stoom vrij en
ook het gerecht is heet!
^
Laat het apparaat afkoelen, terwijl de deur geopend is.
^
Verwijder de geleiderails (zie de rubriek "Geleiderails").
^
Trek de inspuiter eruit.
^
Ontkalk de inspuiter met de Miele-systeemontkalker of met
een ander normaal ontkalkingsmiddel.
^
Spoel de inspuiter na het ontkalken met stromend water af.
Voordat u de inspuiter terugplaatst, moet u de waterleidingen
in het apparaat nog kort doorspoelen.
Reiniging en onderhoud
90
^
Sluit de deur. Schakel het apparaat in en kies de ovenfunc
-
tie "Drukloos stomen 2".
^
Stel een tijd in van 1 minuut en druk op de Start/Stop-toets.
^
Wacht totdat de afkoelfase is afgesloten (zie de rubriek "Na
afloop van de bereidingstijd").
^
Open de deur en plaats de inspuiter en de geleiderails te
-
rug.
U kunt het apparaat daarna weer in gebruik nemen.
Verschijnt de foutmelding F13 na het ontkalken opnieuw,
neem dan contact op met Miele.
Reiniging en onderhoud
91
Ontkalken
Gebruik voor het ontkalken uitsluitend de
Miele-systeemontkalker (zie "Bijgeleverde accessoires"). U
voorkomt zo schade aan het apparaat.
Ontkalk het apparaat uitsluitend, wanneer het afgekoeld
is, anders kunnen er bijtende dampen ontstaan.
Het ontkalkingsmiddel kan een bijtende werking hebben.
Vermijd daarom contact met de huid en het inademen van
de dampen.
Mocht de huid met de stof in aanraking komen, spoel
deze dan met veel water af. Neem contact op met een arts
als er irritatie optreedt.
Sluit het flesje altijd goed af en bewaar het product op een
veilige plaats zodat kinderen er niet bij kunnen!
Voorkom dat het ontkalkingsmiddel op metalen oppervlak-
ken terechtkomt. Er kunnen anders vlekken ontstaan. Wis
eventuele spatten meteen weg.
Het apparaat attendeert u er na een bepaalde bedrijfsduur
op dat u het moet ontkalken. Als u het apparaat inschakelt,
verschijnen in het functie-/temperatuurdisplay het symbool k,
de ovenfunctie "Ontkalken k" en het getal 10.
Het display geeft aan dat u het apparaat nog 10 keer kunt
gebruiken, voordat het geblokkeerd wordt. Ontkalkt u het ap
-
paraat niet meteen, dan verschijnt bij een volgend gebruik
het getal 9, etc.
Uiteindelijk wordt het apparaat geblokkeerd en moet u het
ontkalken. Wij adviseren u het apparaat te ontkalken voordat
het wordt geblokkeerd.
U kunt het ontkalkingsprogramma alleen door het uitschake
-
len van het apparaat onderbreken. Als u het apparaat vervol
-
gens weer inschakelt, wordt het automatisch doorgespoeld
(zie ook het hoofdstuk "Nuttige tips").
Reiniging en onderhoud
92
^
Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
^
Druk het opzetstukje uit de zuiger van de bijgeleverde spuit
en plaats het op het tuitje.
^
Schakel het lege, gesloten apparaat in.
In het functie-/temperatuurdisplay verschijnen het symbool
k, de ovenfunctie "Ontkalken k" en een getal.
^ Druk op de Start/Stop-toets.
In het functie-/temperatuurdisplay verschijnen E00 en links
het symbool k. De ovenfunctie "Ontkalken k" wordt weerge-
geven.
Het apparaat pompt het water weg. Na het wegpompen ver-
schijnt in het functie-/temperatuurdisplay E01.
Vul de spuit met water. Steek de opening van de spuit in de
vulopening links boven in het front van het apparaat en do
-
seer 1 spuitvulling water langzaam en gelijkmatig in de ope
-
ning. Houd de spuit daarbij recht.
Reiniging en onderhoud
93
^
Doe 300 ml systeemontkalker in een zuurbestendig schaal
-
tje, bijvoorbeeld van glas of porselein.
^
Vul de spuit met ontkalkingsmiddel uit het schaaltje en do
-
seer 1 spuitvulling in de vulopening.
^
Vul de spuit met water en doseer 2 spuitvullingen in de vul
-
opening.
U hoort een signaal en in het functie-/temperatuurdisplay ver
-
schijnt E02. Het ontkalkingsprogramma wordt voorbereid.
Als u geen signaal hoort, spuit dan beslist geen water meer in
het apparaat!
Wacht 5 minuten. Klinkt het signaal dan nog niet, schakel het
apparaat dan uit en weer in (zie ook het hoofdstuk "Nuttige
tips").
Als de voorbereiding afgesloten is, hoort u een signaal en
verschijnt in het functie-/temperatuurdisplay E03.
^ Vul de spuit met ontkalkingsmiddel uit het schaaltje en do-
seer 2 spuitvullingen in de vulopening.
^ Vul de spuit met water en doseer 2 spuitvullingen in de vul-
opening.
U hoort een signaal en in het functie-/temperatuurdisplay ver-
schijnt E04. In het tijddisplay verschijnt de ontkalkingstijd (30
minuten). Deze tijd kan niet worden gewijzigd.
Het ontkalkingsprogramma start. De afpomp- en spoelfasen
na afloop van het ontkalkingsprogramma worden telkens aan
-
gegeven met een akoestisch signaal en de meldingen E05 tot
E07.
Als het ontkalkingsprogramma beëindigd is, hoort u een sig
-
naal en verschijnt in het functie-/temperatuurdisplay E08.In
het tijddisplay zijn 3 nullen te zien en het symbool g knip
-
pert.
Reiniging en onderhoud
94
Na het ontkalken:
^
Schuif het uittrekplateau uit.
^
Open de deur.
^
Schakel het apparaat uit.
^
Wis de ovenruimte schoon met een sopje van afwasmiddel
of een azijnoplossing. Wrijf de ovenruimte daarna droog.
^
Maak de vulopening voor het ontkalkingsmiddel droog om
korstjes te voorkomen. Plaats de afdekking terug.
^
Laat de deur openstaan, zolang de ovenruimte nog vochtig
is.
^
Draai de watertoevoerkraan dicht om eventuele waterscha
-
de te voorkomen.
^ Schuif het uittrekplateau terug.
Doe het eventueel overgebleven ontkalkingsmiddel weer in
de fles. Dit gaat het eenvoudigst als u de resthoeveelheid
met de spuit opzuigt en in de fles spuit.
Spoel het gebruikte schaaltje daarna grondig af.
Reiniging en onderhoud
95
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor
-
komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de
hulp van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
,
Reparaties aan dit apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitge
-
voerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen aanzienlijk gevaar opleve
-
ren voor de gebruiker.
Probleem Oorzaak en oplossing
Na het inschakelen van
het apparaat, tijdens het
gebruik en na het uit-
schakelen is een (brom-
mend) geluid te horen.
Dit geluid duidt niet op een storing of een defect. Het
geluid ontstaat bij het in- en afpompen van het water.
Na de start van een pro-
gramma hoort u een con-
tinu signaal en in het tijd-
display verschijnt "door".
De ovendeur zit niet goed dicht. Sluit de deur correct.
De zekering van de huis-
installatie is doorgesla
-
gen.
Waarschuw een elektricien of Miele als u het apparaat
niet in gebruik kunt nemen, nadat de zekering, de
hoofd- of de aardlekschakelaar weer is ingeschakeld.
Het apparaat wordt niet
warm.
Controleer of het apparaat in de demo-stand staat
(zie "Instellingen").
Bij het deksel verzamelt
zich water.
Dit duidt niet op een defect. Binnen een bepaald tem
-
peratuurbereik condenseert de stoom die tijdens de
drukregeling wordt afgevoerd in het dubbelwandige
deksel. Het water komt bij het deurscharnier vrij.
Nuttige tips
96
Probleem Oorzaak en oplossing
Stroomstoring!
Tijdens een langdu
-
rige stroomstoring is
de oven vergrendeld.
U wilt het gerecht uit
het apparaat halen.
Pas op! Het apparaat is misschien nog heet en staat on
-
der druk!
^
Schuif het uittrekplateau uit. Om de druk en de hoeveel
-
heid stoom in de ovenruimte te verminderen, schuift u
met de duim van uw rechter hand de deurontgrende
-
ling langzaam en stukje voor stukje naar voren.
Pas op! Boven en onder het deurbeslag komt stoom
vrij.
^
Open voorzichtig de deur. U kunt zich branden aan het
hete water!
Er ontwijkt plotseling
stoom langs de oven
-
deur.
Controleer of
het veiligheidsventiel gereageerd heeft. Ga in dat geval
te werk zoals beschreven in de rubriek "Veiligheidsven-
tiel".
de overdrukbeveiliging geactiveerd is. Ga te werk zoals
beschreven in de rubriek "Overdrukbeveiliging".
de deurdichting goed zit of beschadigd is (bijvoor-
beeld scheurtjes). Zorg dat de dichting goed zit of ver-
vang deze indien nodig.
Na het inschakelen
verschijnen in het
functie-/temperatuur
-
display de ovenfunc
-
tie "Ontkalken k"en
het getal 00. Links
verschijnt het sym
-
bool k en er klinkt
een signaal.
Het apparaat moet worden ontkalkt. Ga te werk zoals be-
schreven in de rubriek "Ontkalken".
In het functie-/tempe
-
ratuurdisplay ver
-
schijnen k en E04.In
het tijddisplay ver
-
schijnt 0:06.
Het ontkalkingsprogramma is door een stroomstoring of
door uitschakelen onderbroken.
Na het inschakelen wordt het apparaat automatisch ge
-
spoeld om eventuele resten ontkalkingsmiddel te verwij
-
deren. Deze functie kan niet worden onderbroken. Wacht
totdat u meerdere akoestische signalen hoort en in het
tijddisplay het symbool g knippert. Herhaal het ontkal
-
kingsprogramma of kies de gewenste ovenfunctie.
Nuttige tips
97
Probleem Oorzaak en oplossing
In het display
verschijnt een F
met een getal.
Voor alle foutmeldingen geldt:
Open de deur van de ovenruimte pas als
- de foutmelding en de ingestelde
temperatuur afwisselend knipperen,
- het symbool T in het tijddisplay knippert,
- het waarschuwingssignaal niet meer klinkt.
Knipperen de displays niet, dan is het probleem nog niet verhol
-
pen.
F06
De temperatuurvoeler is defect.
^
Schakel het apparaat uit en neem contact op met Miele.
F12 p
Er stroomt geen water in het apparaat.
^ Controleer of
de watertoevoerkraan open staat. Open de kraan, zo nodig,
en start de ovenfunctie opnieuw.
de watertoevoerslang defect is.
de zeef in de watertoevoer verstopt is.
Kunt u de storing niet zelf verhelpen, schakel het apparaat dan
uit en neem contact op met een vakman of met Miele.
F13
De temperatuur in de ovenruimte is te hoog.
Het apparaat is tijdens de afkoelfase niet voldoende afgekoeld.
^
Controleer of
de watertoevoerkraan helemaal open staat. Open de kraan,
zo nodig, en start de ovenfunctie opnieuw.
de waterinspuiter in de achterwand van de oven verkalkt is.
Ga dan te werk zoals beschreven in de rubriek "Waterinspui
-
ter".
Als geen van de beschreven situaties van toepassing is, kan het
zijn dat de bereide hoeveelheid te groot was. De bereiding van
zeer grote hoeveelheden (bijvoorbeeld aardappelen) is van in
-
vloed op de afkoeling.
Nuttige tips
98
Probleem Oorzaak en oplossing
In het display
verschijnt een
F met een ge
-
tal.
F14p
Er stroomt te weinig water in het stoomaggregaat.
^
Schakel het apparaat uit en weer in. Verschijnt de foutmelding
opnieuw, schakel dan het apparaat uit en neem contact op
met Miele.
F20
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd.
^
Ga te werk zoals beschreven in de rubriek "Oververhittingsbe
-
veiliging".
F27
De stroomvoorziening is onderbroken geweest, terwijl het appa-
raat in gebruik was.
^ Controleer in hoeverre het gerecht gaar is. Voer eventueel een
nieuwe bereidingstijd in en druk op de Start/Stop-toets om de
bereiding voort te zetten.
F40
Zelftest van de elektronica.
F83
De temperatuurregeling is niet in orde. De temperatuur in de
ovenruimte ligt boven 125 °C. Het programma wordt onderbro
-
ken en de afkoelfase begint.
^
Schakel daarna het apparaat uit en neem contact op met
Miele.
F93
U kunt het apparaat niet uitschakelen.
^
Neem contact op met Miele.
F94
Het ventiel in de watertoevoer lekt.
^
Schakel het apparaat uit, sluit de watertoevoerkraan en neem
contact op met Miele.
Nuttige tips
99
F95
In het watersysteem van het apparaat is een defect opgetreden.
Wacht totdat F95 en de ingestelde temperatuur afwisselend
knipperen. Druk daarna op de Start/Stop-toets.
Als de foutmelding F95 meermaals achtereen optreedt, schakel
het apparaat dan uit, sluit de watertoevoerkraan en neem con
-
tact op met Miele.
F..
Andere fout
-
meldingen.
Een technisch defect.
^
Schakel het apparaat uit en neem contact op met Miele.
Nuttige tips
100
Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid as
-
sortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onder
-
houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop
bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Stoomovenpannen
De roestvrijstalen ovenpannen zijn pannen die aan de
Gastro-norm voldoen (GN). De aanduiding 1/3 staat voor de
breedte en de diepte.
DGGL 1
Ovenpan met gaten, GN 1/3,
inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325x175x40 mm (BxDxH)
DGG 2
Ovenpan zonder gaten, GN 1/3,
inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325x175x65 mm (BxDxH)
DGGL 5
Ovenpan met gaten, GN 1/3,
inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325x175x65 mm (BxDxH)
Bij te bestellen accessoires
101
DGGL 6
Ovenpan met gaten, GN 1/3,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325x175x100 mm (BxDxH)
DGG 7
Ovenpan zonder gaten, GN 1/3,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325x175x100 mm (BxDxH)
DGG 9
Ovenpan zonder gaten, GN 1/3,
inhoud 5,7 l / nuttige inhoud 4,2 l
325x175x150 mm (BxDxH)
DGGL 10
Ovenpan met gaten, GN 1/3,
inhoud 5,7 l / nuttige inhoud 4,2 l
325x175x150 mm (BxDxH)
DGD 1/3
Deksel voor ovenpannen GN 1/3
Plateau
Om kookgerei op te zetten
Bij te bestellen accessoires
102
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Systeemontkalker
Voor het ontkalken van het apparaat. Het middel is speciaal
voor deze stoomoven ontwikkeld
Doseerspuit voor systeemontkalker
Reinigingsmiddel voor keramische platen
en roestvrij staal 250 ml
Voor het reinigen van de ovenruimte, het plateau en de gelei
-
derails en voor het verwijderen van verkleuringen van oven-
pannen
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei-
nigingen
Diversen
Siliconenschijven
Voor de overdrukbeveiliging
Set deurdichting / veiligheidsventiel
Afhankelijk van het gebruik moet u de deurdichting a en het
veiligheidsventiel b eens per 1-2 jaar vervangen. Vervang de
beide onderdelen altijd tegelijk.
Bij te bestellen accessoires
103
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
Miele.
Het telefoonnummer staat op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u
heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type
-
plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij-
zing.
Garantie en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar. Voor meer informatie zie de
bijgevoegde garantievoorwaarden.
Klantcontacten, typeplaatje, garantie
104
Om afzettingen in de waterleiding en de afsluitkraan te
verwijderen, raden wij u aan de watertoevoerleiding door
te spoelen voordat u het apparaat aansluit en nadat aan
de waterleiding is gewerkt.
~
De stoomoven mag alleen in een hoge kast worden inge
-
bouwd.
~
Het apparaat moet zo hoog worden ingebouwd dat kin
-
deren geen gevaar lopen (hete deur, heet water, etc.).
~
Om te voorkomen dat hete gerechten overstromen als
deze in de ovenruimte worden gezet of eruit gehaald, mag
het apparaat niet te hoog worden ingebouwd. Het midden
van het apparaat mag zich hooguit op ooghoogte bevinden.
De afstand van de vloer tot de onderkant van het apparaat
mag maximaal 1400 mm zijn (zie "Inbouwhoogte").
~
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals
een boot) worden gebruikt.
~
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman worden
geplaatst en geïnstalleerd met inachtneming van alle van toe-
passing zijnde voorschriften.
~
Alle aansluitingen moeten volgens de voorschriften door
een erkend vakman worden gerealiseerd.
~
De afsluitkraan van de watertoevoer naar de stoomoven
moet goed toegankelijk zijn.
~
De afvoersifon mag niet hoger worden geplaatst dan het
afvoerpunt van de stoomoven. Alleen zo kan het afvoerwater
volledig wegstromen.
De temperatuur van het afgevoerde water ligt tussen
80-9C.
~
De slangen en kabels dienen zodanig te worden gelegd
dat een technicus het apparaat nog uit de kast kan trekken.
Alle maten in deze montagehandleiding worden aangegeven
in mm.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
105
Waterslangen aansluiten
^
Voor de watertoe- en -afvoerslang moet een uitsparing a
worden gemaakt in de betreffende bodem van de hoge
kast. Zie hiervoor de volgende afbeelding. Zonder deze uit
-
sparing kunnen de slangen beschadigd raken en kan wa
-
terschade optreden.
b Plaats voor de contactdoos 250 x 80 mm
Inbouwaanwijzingen
106
Inbouwhoogte
Houdt u zich aan de afmetingen op de tekening.
Inbouwaanwijzingen
107
DGD 4635 in een 380 mm hoge nis
* Apparaten met glazen front
** Apparaten met metalen front
Afmetingen
108
a Uitsparing in de kastbodem voor de watertoe- en -afvoerslang
b Plaats voor de contactdoos 250 x 80 mm
c Afsluitkraan (koudwateraansluiting)
d Watertoevoerslang
e Tweede sifon
f Hier geen waterafvoer!
g Waterafvoerslang
Let op!
Het oplopende einde h van de afvoerslang tot aan de stankafsluiter mag niet
hoger zijn dan 500 mm (zie afbeelding).
Afmetingen
109
DGD 4635 en AB 45-7 in een 450 mm hoge nis
* Apparaten met glazen front
** Apparaten met metalen front
Afmetingen
110
a Uitsparing in de kastbodem voor de watertoe- en -afvoerslang
b Plaats voor de contactdoos 250 x 80 mm
c Afsluitkraan (koudwateraansluiting)
d Watertoevoerslang
e Tweede sifon
f Hier geen waterafvoer!
g Waterafvoerslang
Let op!
Het oplopende einde h van de afvoerslang tot aan de stankafsluiter mag niet
hoger zijn dan 500 mm (zie afbeelding).
i AB 45-7
Afmetingen
111
DGD 6635 in een 380 mm hoge nis
* Apparaten met glazen front
** Apparaten met metalen front
Afmetingen
112
a Uitsparing in de kastbodem voor de watertoe- en -afvoerslang
b Plaats voor de contactdoos 250 x 80 mm
c Afsluitkraan (koudwateraansluiting)
d Watertoevoerslang
e Tweede sifon
f Hier geen waterafvoer!
g Waterafvoerslang
Let op!
Het oplopende einde h van de afvoerslang tot aan de stankafsluiter mag niet
hoger zijn dan 500 mm (zie afbeelding).
Afmetingen
113
DGD 6605 en AB 45-7 L in een 450 mm hoge nis
* Apparaten met glazen front
** Apparaten met metalen front
Afmetingen
114
a Uitsparing in de kastbodem voor de watertoe- en -afvoerslang
b Plaats voor de contactdoos 250 x 80 mm
c Afsluitkraan (koudwateraansluiting)
d Watertoevoerslang
e Tweede sifon
f Hier geen waterafvoer!
g Waterafvoerslang
Let op!
Het oplopende einde h van de afvoerslang tot aan de stankafsluiter mag niet
hoger zijn dan 500 mm (zie afbeelding).
i AB 45-7 L
Afmetingen
115
Aansluiten en inbouwen
^
Schakel de netspanning uit. Zie ook "Elektrische aanslui
-
ting".
^ Bevestig het opvulpaneel AB 45-7 / AB 45-7 L met de vier
bijgeleverde schroeven (CM 4x10) op het apparaat (zie af-
beelding).
^ Sluit de aansluitkabel volgens de geldende voorschriften
aan op de contactdoos.
^ Geleid de watertoe- en -afvoerslang door de uitsparing van
de kastbodem.
^
Schuif het apparaat helemaal in de nis. Voorkom dat de
aansluitkabel en de watertoe- en -afvoerslang vastgeklemd
of beschadigd raken.
Montage
116
Na het stellen, moet het apparaat worden vastgezet, zodat
het niet meer kan verschuiven.
^
Bevestig het apparaat met de bijgeleverde schroeven j,
zoals op de afbeeldingen is aangegeven.
DGD 4635
DGD 6605 / DGD 6635
Montage
117
^
Sluit het apparaat op de watertoe- en -afvoer aan.
^
Schakel de netspanning weer in. Zie ook "Elektrische aan
-
sluiting".
^
Controleer alle functies van het apparaat aan de hand van
de gebruiksaanwijzing.
Controleer alle schroefverbindingen van de waterslangen
op lekkage voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Montage
118
Alleen een erkend elektricien mag het apparaat op het elektri
-
citeitsnet aansluiten en (indien nodig) de aansluitkabel ver
-
vangen. Een erkend elektricien is op de hoogte van de lande
-
lijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf en neemt deze zorgvuldig in acht.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe
of indirecte schade als gevolg van ondeskundig uitge
-
voerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamhe
-
den.
Daarnaast kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende
of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd dat onder spanning
staande delen niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgege
-
vens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te verge
-
lijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gege
-
vens moeten beslist overeenkomen.
AC230V/50Hz
Zekering: 16 A (type B of C)
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtli
-
jnen voor Nederland geadviseerd om de huisinstallatie van
een aardlekschakelaar te voorzien (30 mA).
119
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de
netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactope
-
ning in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3mmbe
-
dragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aard
-
lekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan,
afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
Of:
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruit-
springt.
Of:
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit).
Of:
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op
de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan wor
-
den ingeschakeld.
Elektrische aansluiting
120
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) volgens het aansluitschema worden aangeslo
-
ten. De kabel moet voldoende doorsnede hebben. Voor de
aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaarden vindt u op het ty
-
peplaatje.
Het vervangen van de aansluitkabel
Als de aansluitkabel moet worden vervangen, mag hiervoor
alleen een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wor
-
den gebruikt. Een geschikte aansluitkabel is verkrijgbaar bij
Miele.
De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman worden
vervangen. Deze is precies op de hoogte van de landelijke
voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke
energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan.
De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
De aarddraad moet worden vastgeschroefd aan de aan-
sluiting met symbool -.
Elektrische aansluiting
121
Aansluitschema
Elektrische aansluiting
122
De watertoe- en -afvoerslangen dienen zo te worden gelegd
dat een technicus het apparaat nog uit de kast kan trekken.
Controleer de slangen voor de aansluiting op zichtbare scha
-
de.
Gegevens waterslangen
Roestvrijstalen toevoerslang:
lengte 1.500 mm (1,5 m) C12,5 mm
C aansluiting kraan / aansluiting apparaat telkens 33,5 mm
Kunststof afvoerslang:
lengte 2.500 mm (2,5 m) C 12,5 mm
C aansluiting sifon 26 mm / aansluiting apparaat 15 mm
Als u de slangen via (lege) buizen aansluit, adviseren wij
buizen met een binnendiameter van minimaal 50 mm.
Opmerkingen watertoevoer
De aansluiting op de waterleiding mag alleen door een
vakman worden gerealiseerd.
Het apparaat voldoet aan de eisen van IEC 61770 en EN
61770.
De waterkwaliteit dient te voldoen aan alle voorschriften
die in het land van opstelling gelden voor drinkwater.
De afsluitkraan van de watertoevoer moet goed toeganke
-
lijk zijn, ook als het apparaat is ingebouwd.
Bij gebruik van een onthardingsinstallatie dient de elek
-
trische geleidbaarheid van het water behouden te blijven.
Wateraansluiting
123
Alle apparaten en systemen die voor de toevoer van het wa
-
ter naar het apparaat worden gebruikt, moeten voldoen aan
de voorschriften die gelden in het land van opstelling.
Het apparaat mag uitsluitend op koud water worden aange
-
sloten.
Een terugslagklep is niet vereist. Het apparaat voldoet aan de
daarvoor geldende eisen.
De waterdruk moet minimaal 100 kPa (1 bar) bedragen en
mag niet hoger zijn dan 600 kPa (6 bar). Als de druk hoger is
dan 600 kPa (6 bar) moet een reduceerventiel worden inge
-
bouwd.
Tussen de watertoevoerslang en de waterleiding van het huis
dient zich een kraan met 3/4"-schroefkoppeling te bevinden.
Is geen kraan aanwezig, dan mag deze alleen door een er-
kend installateur worden geplaatst.
De bijgeleverde roestvrijstalen watertoevoerslang mag niet
worden ingekort.
Indien nodig kan een toevoerslang met een lengte van
3.000 mm (3,0 m) worden besteld. De slang mag niet worden
ingekort.
Sluit geen oude of reeds gebruikte slangen op het appa-
raat aan!
Wij adviseren alleen originele slangen van de fabrikant te
gebruiken.
De totale slanglengte mag maximaal 7.500 mm (7,5 m)
zijn.
Voordat u het apparaat aansluit en nadat aan de watertoe
-
voerleiding is gewerkt, moet de waterleiding worden doorge
-
spoeld om afzettingen te verwijderen.
Wateraansluiting
124
Watertoevoer aansluiten
De aansluiting op de waterleiding mag niet worden uitge
-
voerd terwijl het apparaat op het elektriciteitsnet is aange
-
sloten.
^
Maak het apparaat spanningsvrij.
^
Sluit de roestvrijstalen slang op de waterkraan aan.
Zorg dat de schroefkoppelingen vast zitten en goed afslui
-
ten.
De verbindingen staan onder leidingdruk. Controleer of de
aansluiting lekt. Draai de kraan hiervoor langzaam open.
Controleer of de dichting en de schroefkoppeling goed zit
-
ten.
Wateraansluiting
125
Opmerkingen waterafvoer
De waterafvoer kan worden aangesloten op een
- sifon op of in de wand met vaste slangaansluiting
of
- op de machineaansluiting van de sifon van de spoelbak.
De afvoersifon mag niet hoger worden geplaatst dan het
afvoerpunt van het apparaat. Alleen zo kan het afvoerwater
volledig wegstromen.
De temperatuur van het afgevoerde water is ca. 70 °C.
Let op!
Het oplopende einde van de afvoerslang tot aan de aanslui
-
ting op de sifon mag niet hoger zijn dan 500 mm.
De bijgeleverde waterafvoerslang mag niet worden ingekort.
Indien nodig kan een afvoerslang met een lengte van
7.500 mm (7,5 m) worden besteld. De slang mag niet worden
ingekort.
Wij adviseren alleen originele slangen van de fabrikant te
gebruiken.
De totale slanglengte mag maximaal 7.500 mm (7,5 m)
zijn.
Waterafvoer aansluiten
^
Sluit de afvoerslang met de slangpilaar (C 21 mm) op de
sifon aan.
Bevestig de slang met de slangklem.
Wateraansluiting
126
127
Wijzigingen voorbehouden / 1213
M.-Nr. 09 592 390 / 00
M.-Nr. 09 592 390 / 00
22

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Miele-DGD6605

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele DGD6605 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele DGD6605 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,13 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Miele DGD6605

Miele DGD6605 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 128 pagina's

Miele DGD6605 Gebruiksaanwijzing - Français - 108 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info