444535
26
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
voor de afzuigkappen
DA 237-2
DA 239-2, DA 239-2 EXT
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw afzuigkap plaatst,
T
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 622 870
Inhoudsopgave
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bediening
Hoofdschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het inschakelen van de afzuiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het kiezen van het afzuigvermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het activeren van de uitlooptijdfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het uitschakelen van de afzuiging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het inschakelen van de kookplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het variëren van de lichtsterkte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het uitschakelen van de kookplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Urenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Controleren hoeveel procent van het aantal ingestelde uren is verstreken . . . 13
Het wijzigen of instellen van het aantal uren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Reiniging en onderhoud
Ommanteling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Vetfilters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het vervangen van de halogeenlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afmetingen van de afzuigkappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Montage
Montagemateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Montageplaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Motoreenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Besturingseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Wasemscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opvulstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Bevestigingskolom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Luchtafvoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Anti-condensvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Inhoudsopgave
2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate-
riaal wordt er op grondstoffen
bespaard en wordt er minder afval ge-
produceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Apparaten die u afdankt bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer ook hier-
voor bij de gemeente naar mogelijkhe-
den voor hergebruik van het materiaal
(bijv. schrootverwerking).
Zorg er voor dat kinderen niet bij het
afgedankte apparaat kunnen komen.
Zie hiervoor hoofdstuk: "Veiligheidsin-
structies en waarschuwingen".
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afzuigkap voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin-
gen. Door ondeskundig gebruik kun-
nen personen echter letsel oplopen
en kan er materiële schade ont-
staan.
Lees deze gebruiksaanwijzing eerst
aandachtig door voordat u uw af-
zuigkap voor het eerst gebruikt. U
vindt hierin belangrijke instructies
met betrekking tot de veiligheid, de
montage, het gebruik en het onder-
houd van het apparaat. Dat is veili-
ger voor uzelf en u voorkomt onno-
dige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan een volgende
eigenaar van de afzuigkap.
Efficiënt gebruik
Deze afzuigkap is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan hier aange-
geven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u de afzuigkap aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici-
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be-
slist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de af-
zuigkap is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd. Wanneer u twijfelt of dat het
geval is, laat de huisinstallatie dan door
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elek-
trische schok).
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe-
den leveren, evenals ondeskundig uit-
gevoerde reparaties, grote risico’s op
voor de gebruiker.
Laat installatiewerkzaamheden, onder-
houdswerkzaamheden en reparaties
aan elektrische apparaten uitsluitend
uitvoeren door erkende vakmensen.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een niet-
stationaire locatie (bijvoorbeeld een
boot of camper) worden ingebouwd en
aangesloten. Hierbij moet aan alle voor-
waarden voor een veilig gebruik wor-
den voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de afzuigkap,
als aan één van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
of als de stekker uit het stopcontact
getrokken.
Trek niet aan de aansluitkabel, maar
aan de stekker wanneer u de stroom
van het apparaat wilt halen.
Deze afzuigkap mag niet via een
verlengsnoer op het elektriciteits-
net worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge-
bruik van de afzuigkap niet worden
gewaarborgd (gevaar voor oververhit-
ting).
Gebruik
Werk nooit met open vuur onder
de afzuigkap: zo is flamberen en
grilleren met open vuur verboden.
Een afzuigkap die in gebruik is trekt de
vlammen in de filters aan, waardoor het
daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Bij gebruik van de afzuigkap bo-
ven een gaskookplaat of gasfor-
nuis moet u er beslist op letten dat er al-
tijd een pan staat op de gaspit die in
gebruik is.
De afzuigkap kan door de hitte van de
vlammen beschadigen.
Schakel de afzuigkap altijd in zo-
dra u één van de kookzones in ge-
bruik neemt.
Doet u dat niet, dan kan zich condens-
water ophopen, wat corrosie aan het
apparaat kan veroorzaken.
Blijf er altijd bij wanneer u boven
kookplaat, fornuis of elektrische
grill aan het bakken, braden, frituren of
grilleren bent.
Oververhitte olie en oververhit vet kan
vlam vatten en de afzuigkap in brand
steken.
Gebruik de afzuigkap nooit zonder
vetfilters.
Wanneer u dat wel doet zetten zich vuil
en vet in de afzuigkap af, waardoor
deze op den duur niet meer goed zal
functioneren.
Reinig de filters regelmatig.
Oververzadigde filters leveren ge-
vaar op voor brand!
Gebruik van sommige reinigings-
middelen kan tot verkleuringen van
de metalen vetfilters leiden.
Deze verkleuringen hebben echter
geen nadelig effect op het gebruik en
de werking van de filters.
Gebruik voor het reinigen van de
afzuigkap nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de-
len van het apparaat die onder span-
ning staan en zo kortsluiting veroor-
zaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Montage
De afstand tussen de afzuigkap en
de plek waar gekookt, gebakken,
gebraden, gefrituurd of gegrilleerd
wordt moet om veiligheidsredenen bij:
elektrische kookplaten of elektrische
fornuizen minimaal 45 cm bedragen;
gaskookplaten of gasfornuizen mini-
maal 65 cm bedragen;
een elektrische grill uit ons assorti-
ment minimaal 65 cm bedragen.
De afstand tussen wokbrander en af-
zuigkap moet 75 cm bedragen.
Voor andere kookapparatuur moet die
afstand worden aangehouden die in de
daarbijbehorende montage-instructies
en gebruiksaanwijzing is aangegeven.
Worden er onder de afzuigkap verschil-
lende soorten kookapparatuur gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gel-
den, dan moet de grootste afstand wor-
den aangehouden.
Het is niet toegestaan de afzuig-
kap boven stookplaatsen voor vas-
te brandstoffen te monteren.
Voor het aanleggen van de luchtaf-
voer mogen alleen buizen of slan-
gen van niet-brandbaar materiaal wor-
den gebruikt. Deze zijn verkrijgbaar bij
de vakhandel of bij de afdeling Onder-
delen.
De lucht mag niet worden afge-
voerd via een schoorsteen die
wordt gebruikt voor de afvoer van rook
of gas, noch via een schacht die wordt
gebruikt voor de ontluchting van ruim-
ten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden af-
gevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is voor de afvoer
van rook of gas, dan dient u eerst uw
schoorsteenveger te raadplegen.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig ge-
bruik van de afzuigkap en een
stookplaats die gebruik maakt van de
lucht die zich in die ruimte bevindt (zo-
als gas-, olie- of kolenkachels, geisers,
boilers, warmwaterketels, gaskookpla-
ten, gasovens).
De afzuigkap onttrekt aan de ruimte
waarin ze zich bevindt en aan de aan-
grenzende ruimten zuurstof en daar-
mee lucht die de stookplaats nodig
heeft voor de verbranding.
Bovendien kan er door de zuigkracht
van de afzuigkap lucht worden terugge-
zogen uit de schoorsteen of de
schacht en kunnen stookplaatsen die
met de schoorsteen zijn verbonden be-
schadigd raken.
Het gelijktijdig gebruik van de afzuig-
kap en één van de bovengenoemde
apparaten is ongevaarlijk als de onder-
druk maximaal 4 Pa (0,04 mbar) is,
waardoor er geen gevaar bestaat dat
de afvoergassen van de stookplaats
worden teruggezogen.
Dit kunt u bereiken door niet afsluitbare
openingen, bijv. in deuren, ramen,
luchttoevoer-/luchtafvoer-muurkasten
of door andere technische voorzienin-
gen die voor een constante toevoer
van lucht zorgen die nodig is voor het
stoken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Opmerking: bij de beoordeling van de
situatie moet er altijd naar het gehele
luchtgeleidingssysteem in de woning
worden gekeken. In geval van twijfel
kunt u uw schoorsteenveger raadple-
gen.
Alleen voor apparaten met een exter-
ne afzuiginstallatie
Bij afzuigkappen met een externe af-
zuiginstallatie (type: ... EX) moeten bei-
de eenheden via de verbindingskabel
met stekkerkoppelingen met elkaar wor-
den verbonden. Let er hierbij op dat u
de juiste apparaten met elkaar combi-
neert.
Het afdanken van het apparaat
Wanneer u uw oude of defecte af-
zuigkap afdankt, trek de stekker
dan uit het stopcontact en maak zowel
de stekker als de aansluitkabel onbruik-
baar.
Daarmee voorkomt u dat het apparaat
voor andere doeleinden wordt gebruikt
dan waarvoor het bestemd is.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri-
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
8
b
Opvulstuk
c Bevestigingskolom
d Wasemscherm
e Kookplaatverlichting
DA 237-2: 2 halogeenlampen
DA 239-2/EXT: 3 halogeenlampen
f Vetfilters
g Bedieningselementen
h Hoofdschakelaar
i Toets voor de kookplaat-
verlichting
Met deze toets kunt u de kookplaatver-
lichting aan- en uitschakelen en de
lichtsterke variëren.
j
Toets voor de afzuiging
k Toetsen voor het afzuig-
vermogen
l Toets voor de uitlooptijd
Met deze toets kunt u de uitlooptijdfunc-
tie activeren.
Hiermee blijft de afzuiging nog 5 tot 15
minuten in werking en wordt daarna au-
tomatisch uitgeschakeld.
m Vetfiltertoets
De afzuigkap registreert de uren dat ze
in werking is.
U kunt zelf het aantal uren instellen na
afloop waarvan de vetfilters moeten
worden gereinigd.
Het controlelampje van de vetfiltertoets
gaat branden, wanneer de vetfilters
moeten worden gereinigd.
Met de vetfiltertoets kunt u
de urenteller na het reinigen van de
vetfilters terugzetten.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder-
houd".
controleren hoeveel procent van het
aantal ingestelde uren is verstreken.
Zie hoofdstuk: "Bediening".
het aantal ingestelde uren wijzigen.
Zie hoofdstuk: "Bediening".
Beschrijving van het apparaat
9
Algemeen
De afzuigkap kan op 2 manieren wor-
den gebruikt en wel met luchtafvoer of
met een externe afzuiginstallatie.
. . . met luchtafvoer:
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge-
voerd.
Deze afzuigkap is voorzien van een
terugslagklep.
Wanneer het apparaat is uitgescha-
keld, is de terugslagklep gesloten. Er
kan geen lucht stromen tussen het ver-
trek waar de afzuigkap zich bevindt en
daarbuiten.
Nadat het apparaat is ingeschakeld
gaat de terugslagklep open, zodat de
kookluchtjes ongehinderd naar buiten
kunnen worden afgevoerd.
. . . met een externe afzuigin-
stallatie:
(bij apparaten van het type ... EXT)
De aangezogen lucht wordt via een
externe afzuiginstallatie afgevoerd.
De afzuiginstallatie wordt buiten het
vertrek gemonteerd op de plek waar u
deze wilt hebben.
De externe afzuiginstallatie wordt door
een hulpkabel met de afzuigkap ver-
bonden en via de bedieningselemen-
ten van de afzuigkap gestuurd.
Algemeen
10
Bediening
Hoofdschakelaar
De afzuiging en de kookplaatverlichting
zijn klaar voor gebruik wanneer u de
hoofdschakelaar op "I" zet.
Schakel de afzuigkap met de hoofd-
schakelaar uit, wanneer het apparaat
langere tijd buiten gebruik is, bijv. s
nachts of in de vakantie.
Wanneer u het apparaat de keer daar-
op inschakelt, start het met de instellin-
gen van de keer daarvóór.
Het inschakelen van de afzui-
ging
Druk op de Aan-/Uit - toets.
De afzuiging start op stand II.
Het daarbijbehorende controlelampje
gaat branden.
Het kiezen van het afzuigver-
mogen
Kies met de /+ toetsen het gewen-
ste afzuigvermogen.
Met de + toets krijgt u een hoger en
met de toets een lager vermogen.
Afhankelijk van de sterkte van de
dampvorming kunt u stand I - de eerste
van links - of de standen II en III - twee
middelste standen - gebruiken.
De groene controlelampjes van deze
standen geven aan welk afzuigvermo-
gen u heeft gekozen.
Intensiefstand
Wanneer u aanbraadt en levensmidde-
len kookt waarbij veel luchtjes vrijko-
men, kunt u meteen overschakelen op
de hoogste vermogensstand, de zgn.
intensiefstand. Deze stand heeft een
geel controlelampje.
Het activeren van de uitloop-
tijdfunctie
Wanneer er na het koken nog kook-
luchtjes in de keuken hangen, kunt u
het beste de uitlooptijdfunctie activeren.
Hiermee blijft de afzuiging nog 5 tot 15
minuten in werking en wordt daarna au-
tomatisch uitgeschakeld.
Druk op de toets voor de uitlooptijd.
De afzuiging moet nog ingeschakeld
zijn.
5 minuten uitlooptijd stelt u in door 1 x
op de toets te drukken.
Hierbij gaat het linker lampje branden.
15 minuten uitlooptijd stelt u in door 2 x
op de toets te drukken.
Hierbij gaat het rechter lampje branden.
De uitlooptijdfunctie kunt u uitschake-
len door opnieuw op de toets voor de
uitlooptijd te drukken.
Bediening
11
Het dimZum Wiedereinschalten des Gebläses die Ein/Aus-Taste drücken.
Het uitschakelen van de afzui-
ging
Druk op de Aan-/Uit - toets.
Het controlelampje gaat uit.
Het inschakelen van de kook-
plaatverlichting
De kookplaatverlichting kunt u inscha-
kelen, onverschillig of de afzuiging is in-
geschakeld of niet.
Druk daartoe kort op de toets voor
de kookplaatverlichting.
Het controlelampje gaat branden.
De lichtsterkte is maximaal.
Het variëren van de lichtsterkte
Wanneer u de kookplaatverlichting
heeft ingeschakeld kunt u de sterkte er-
van traploos variëren.
Druk op de toets voor de kookplaat-
verlichting in en blijf erop drukken.
De verlichting wordt zwakker en zwak-
ker totdat u de toets loslaat.
Wanneer u de verlichting weer sterker
wilt hebben,
druk dan opnieuw op de toets en
blijf erop drukken.
De verlichting wordt sterker en sterker
totdat u de toets loslaat.
Wanneer u constant op de toets drukt,
wordt de verlichting afwisselend ster-
ker en zwakker.
Het uitschakelen van de kook-
plaatverlichting
De kookplaatverlichting kunt u uitscha-
kelen, onverschillig of de afzuiging is in-
geschakeld of niet.
Druk kort op de toets voor de kook-
plaatverlichting.
Het controlelampje gaat uit.
Automatische uitschakeling
Wanneer de afzuigkap wel is ingescha-
keld, maar 10 uur lang niet wordt ge-
bruikt, wordt de afzuiging automatisch
uitgeschakeld.
De verlichting blijft ingeschakeld.
Door op de Aan-/Uit - toets te druk-
ken kunt u de afzuiging weer inscha-
kelen.
Bediening
12
Urenteller
De afzuigkap registreert de uren dat ze
in werking is.
Nadat het apparaat 30 uur in werking is
geweest, gaat het controlelampje van
de vetfiltertoets branden.
De vetfilters moeten dan worden gerei-
nigd.
De teller moet daarna weer worden te-
ruggezet.
Druk daartoe ca. 3 seconden op de
vetfiltertoets.
Het controlelampje van de vetfiltertoets
gaat uit.
Controleren hoeveel procent van het
aantal ingestelde uren is verstreken
Vóór afloop van de ingestelde tijd kunt
u controleren hoeveel procent van de
ingestelde tijd al is verstreken.
Schakel de afzuiging met de
Aan-/Uit - toets in.
Druk op de vetfiltertoets.
Van de /+ toetsen knipperen één of
meer controlelampjes.
Het aantal knipperende controlelamp-
jes geeft aan hoeveel procent van de
ingestelde tijd inmiddels is verstreken.
1 controlelampje = 25 %
2 controlelampjes = 50 %
3 controlelampjes = 75 %
4 controlelampjes = 100 %
Wanneer de afzuigkap wordt uitgescha-
keld of de stroom uitvalt blijven de gere-
gistreerde uren opgeslagen.
Bediening
13
Het wijzigen of instellen van het aan-
tal uren
U kunt het aantal uren, na afloop waar-
van de filters moeten worden gereinigd
of vervangen, wijzigen en aan uw kook-
gewoonten aanpassen.
U kunt kiezen tussen 20, 30, 40 of 50
uur.
Kies een korte tijd wanneer u veel
braadt en frituurt.
Kies een lange tijd wanneer u erg
vetarm kookt.
Kies een korte tijd wanneer u weinig
kookt. Vet dat zich over een langere
periode ophoopt wordt hard en dan
wordt het moeilijk om de filters goed
schoon te krijgen.
Schakel de afzuiging met de Aan-/
Uit - toets uit.
Druk tegelijk op de toets voor de uit-
looptijdfunctie en de vetfiltertoets.
Het controlelampje van de vetfiltertoets
en dat van één van de /+ toetsen
knipperen.
Kies met de /+ toetsen de gewen-
ste tijd.
De controlelampjes van de /+ toetsen
geven aan welke tijd is ingesteld:
1e lampje van links = 20 uur
2e lampje van links = 30 uur
3e lampje van links = 40 uur
4e lampje van links = 50 uur
Bevestig de gewijzigde instelling
met de vetfiltertoets.
Doet u dit niet binnen 4 minuten,
dan neemt de afzuigkap automa-
tisch de "oude" gegevens over.
Bediening
14
Reiniging en onderhoud
Haal vóór alle reinigings- en onder-
houdswerkzaamheden aan de af-
zuigkap de spanning van het appa-
raat door
de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uit te schakelen of
de stekker van het apparaat
uit het stopcontact te trekken.
Ommanteling
Het oppervlak en de bedieningsele-
menten zijn gevoelig voor krassen.
Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei-
nigingsmiddel en wat warm water.
Droog het oppervlak daarna met een
zachte doek.
Reinig de bedieningselementen en
het gebied daaromheen niet te
vochtig. Dit om te voorkomen dat er
vocht in de elektronica terechtkomt.
Gebruik géén
soda-, zuur- of chloridehoudende rei-
nigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder,
schurende artikelen zoals schuur-
sponsjes of sponsjes waar nog res-
ten van schuurmiddelen in zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
Voor het reinigen van roestvrijstalen op-
pervlakken gelden de algemene regels.
Daarnaast is niet-schurend reinigings-
middel voor roestvrij staal geschikt.
Wilt u voorkomen dat het oppervlak
weer snel vuil wordt, gebruik dan een
middel voor het onderhoud van roest-
vrij staal. Dit middel is verkrijgbaar bij
de afdeling Onderdelen van Miele Ne-
derland B.V.
Breng dit middel met een zachte doek
gelijkmatig en in kleine dosering aan.
Bedieningselementen in roestvrij-
stalen optiek
Deze bedieningselementen kunnen
verkleuren of veranderen, wanneer
er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Gebruik voor het reinigen van deze
bedieningselementen geen reini-
gingsmiddel voor de reiniging van
roestvrij staal.
Reiniging en onderhoud
15
Vetfilters
De recyclebare metalen vetfilters in de
afzuigkap nemen de vaste deeltjes uit
de keukendampen op (vet, stof, etc.)
en zorgen er zo voor dat de afzuigkap
niet vuil wordt.
Reinig de vetfilters altijd zodra het con-
trolelampje van de vetfiltertoets brandt.
U kunt de vetfilters het beste om de 3 à
4 weken reinigen om te voorkomen dat
het vet zich vastzet.
Bij een overmatig vervuild filter be-
staat er gevaar voor brand!
Druk de vergrendeling van de vetfil-
ters naar het midden.
Verwijder de vetfilters.
Reinig de vetfilters.
Dit kan met de hand of in de afwas-
automaat.
In het eerste geval gebruikt u een af-
wasborstel en wat warm water met een
mild afwasmiddel.
In het tweede geval plaatst u de filters
loodrecht in het onderrek of horizontaal
met de vette kant naar beneden.
Houd er bij reiniging van de vetfil-
ters in de afwasautomaat rekening
mee dat gebruik van sommige reini-
gingsmiddelen tot verkleuringen
van de metalen vetfilters kan leiden.
Deze verkleuringen hebben echter
geen nadelig effect op het gebruik
en de werking van de vetfilters.
Reiniging en onderhoud
16
Leg de vetfilters na het reinigen nog
een tijdje op een vochtopnemende
onderlaag te drogen.
Wanneer u de vetfilters heeft verwij-
derd, kunt u het beste die delen van
de ommanteling waar u bij kunt ko-
men ontdoen van het vet dat zich
daar heeft vastgezet.
Daarmee voorkomt u brand.
Let er bij het plaatsen van de vetfilters
op dat de vergrendelingen naar bene-
den wijzen.
Mocht er een keer een vetfilter ver-
keerd geplaatst zijn, ontgrendel het
filter dan door de uitsparingen met een
kleine schroevendraaier.
Druk na het terugplaatsen van de
vetfilters ca. 3 seconden op de vetfil-
tertoets om de urenteller terug te zet-
ten.
Het controlelampje van de toets gaat
uit.
Reinigt u de vetfilters vóórdat het
lampje van de vetfiltertoets gaat
branden, zet de urenteller dan terug
door 6 seconden op de vetfiltertoets
te drukken.
Reiniging en onderhoud
17
Het vervangen van de halo-
geenlamp
Haal de spanning van de afzuigkap
door
de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uit te schakelen of
de stekker van het apparaat
uit de contactdoos te trekken.
De halogeenlampen worden zeer
heet wanneer ze een tijdje aan-
staan. Ook nadat de verlichting is
uitgeschakeld bestaat er nog enige
tijd gevaar dat u zich verbrandt wan-
neer u ze aanraakt.
Houd de lampen wanneer u ze ver-
vangt niet rechtstreeks aan de bal-
lon vast. Wanneer u dat wel doet
kunnen de lampen beschadigd ra-
ken.
Neem de aanwijzingen van de fabri-
kant in acht.
Trek de ring b eraf.
Maak de spanring c los.
Let er daarbij op dat de lampafdek-
king
d niet naar beneden valt.
Trek de halogeenlamp e uit de fit-
ting en zet er een nieuwe halogeen-
lamp in.
Zet de lampafdekking d er weer in
en druk de spanring
c voorzichtig in
de houder.
Zet nu de ring b er weer op.
Gebruik de halogeenlamp nooit zon-
der lampafdekking
d. De lampaf-
dekking bevat een filter dat straling
tegenhoudt die schadelijk is voor
de gezondheid.
Reiniging en onderhoud
18
Technische Dienst
Storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen dient u:
- uw Miele-vakhandelaar of
- de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af-
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
is het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk model apparaat u
heeft en welk nummer dit heeft. Beide
gegevens vindt u op het typeplaatje.
Dit is zichtbaar nadat u (afhankelijk van
het model) het vetfilter / de vetfilters
heeft verwijderd.
Miele Service Verzekering
Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich wen-
den tot uw Miele-vakhandelaar of de bij-
gaande folder raadplegen.
Technische Dienst
19
Afmetingen van de afzuigkappen
DA 237-2 DA 239-2, DA 239-2 EXT
Afmetingen van de afzuigkappen
20
Het is niet toegestaan om de afzuig-
kap boven stookplaatsen voor vaste
brandstoffen te monteren.
De afstand tussen de afzuigkap en
de plek waar wordt gekookt moet
om veiligheidsredenen bij:
elektrische kookplaten of elektri-
sche fornuizen minimaal 450 mm
bedragen;
gaskookplaten of gasfornuizen
minimaal 650 mm bedragen;
een elektrische grill uit ons assor-
timent minimaal 650 mm bedra-
gen.
Meer montage-aanwijzingen staan
in het hoofdstuk: "Veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen".
Wij raden u aan, ook boven elektrische
kookplaten of elektrische fornuizen een
afstand van 650 mm aan te houden om-
dat dat prettiger werkt.
Neem bij het kiezen van afstand S tus-
sen kookplek en afzuigkap in ieder ge-
val de minimumafstand in acht.
Wanneer u de afzuigkap tegen het pla-
fond aan monteert, let er dan op dat de
overblijvende ruimte - dus de afstand
tussen de onderkant van de afzuigkap
en het plafond - niet groter of kleiner is
dan de hoogte van het apparaat H.
Totale hoogte H: 825 - 1070 mm
Om de bevestigingskolom te monteren
moet u tussen de bovenkant van de ko-
lom en het plafond een afstand aanhou-
den van minstens 20 mm (maat A).
Gedeelte van muur of plafond
voor het luchtafvoergat, voor het
gat van de verbindingskabel
naar de externe afzuiginstallatie en
voor de montage van het stopcontact
Luchtafvoeraansluiting ø 150 mm,
met reduceerstuk ø 125 mm
Afmetingen van de afzuigkappen
21
Montage
Montagemateriaal
Montage
22
b
2 stuks montagebescherming
voor het opvulstuk bij de montage van
de bevestigingskolom
c
2 slangklemmen
voor de bevestiging van de luchtafvoer-
buis
d
1 reduceerstuk
voor een luchtafvoerbuis ø 125 mm
(niet bij apparaten van het type ...EXT).
e
1 terugslapklep
die in de uitblaastuit van de motoreen-
heid wordt ingebouwd
(alléén bij luchtafvoer; niet bij
apparaten van het type ...EXT).
f
Bovenste montageplaat
voor de bevestiging van het opvulstuk
g
Montageplaat voor de bevesti-
gingskolom
h
Montageplaat
voor de bevestiging van de motoreen-
heid / besturingseenheid (deze laatste
alleen bij apparaten van het type ...EXT)
i
Bevestigingslijst
voor het wasemscherm
8 schroeven 5 x 40 mm
met een grote kop en
8 pluggen S 8
voor de bevestiging van de montage-
platen en het wasemscherm
2 getande moeren M 6
voor de bevestiging van de motoreen-
heid / besturingseenheid
6 schroeven 3,9 x 7,5 mm
voor de bevestiging van het opvulstuk
en de bevestigingskolom
Montage
23
Montageplaten
De afzuigkap wordt met behulp van
montageplaten aan de muur bevestigd.
Teken voordat u de platen monteert
een middellijn op dat gedeelte van
de muur waar de afzuigkap moet
komen.
Markeer twee gaten boven het werk-
blad ter hoogte van S + 260 mm.
Zie hoofdstuk: "Afmetingen van de
afzuigkappen".
Alleen voor de DA 239-2:
Markeer daarnaast nog twee gaten
op de middellijn ter hoogte van
S + 495 mm.
Zie hoofdstuk: "Afmetingen van de
afzuigkappen".
Houd de montageplaat voor het
opvulstuk evenwijdig en horizontaal
tegen het plafond, stel de plaat op
de middellijn met behulp van de
inkeping in de plaat en markeer de
2 boorgaten op de muur.
Boor de 2 gemarkeerde gaten in de
muur ø 8 mm en druk pluggen S8 in
deze gaten.
Draai de bovenste montageplaat
voor het opvulstuk en - alleen voor
de DA 239-2 - de montageplaat voor
de bevestigingskolom met schroe-
ven 5 x 40 mm losjes aan, stel ze en
schroef ze daarna stevig vast.
Montage
24
Draai in de 2 onderste gaten een
schroef 5 x 40 mm en wel zo, dat de
schroefkoppen nog ca. 5 mm naar
buiten steken.
Motoreenheid
(niet bij apparaten met een externe
afzuiginstallatie)
Beschikt uw luchtafvoersysteem niet
over een terugslapklep, plaats dan
de bijgevoegde terugslagklep in de
uitblaastuit van de motoreenheid en
wel zo dat de klepjes naar boven toe
open kunnen.
De afzuigkap is geconstrueerd voor
een luchtafvoerbuis van
ø 150 mm.
Voor een luchtafvoerbuis van
ø 125 mm moet het bijgevoegde
reduceerstuk op de uitblaastuit van
de motoreenheid worden gemon-
teerd.
Zie daarvoor ook het hoofdstuk "Aan-
sluiting voor de luchtafvoer".
Hang de motoreenheid op de
schroeven.
Stel de motoreenheid.
Schroef de motoreenheid vast.
Boor door de gaten van de montage-
plaat voor de motoreenheid 2 gaten
ø 8 mm in de muur en druk er plug-
gen S 8 in.
Montage
25
betrieb:
Besturingseenheid
(alleen bij apparaten met een externe
afzuiginstallatie)
Hang de montageplaat voor de be-
sturingseenheid op de schroeven,
stel de plaat en schroef hem vast.
Boor door de gaten van deze monta-
geplaat 2 gaten ø 8 mm in de muur
en druk er pluggen S 8 in.
Schroef de besturingseenheid met
de getande moeren vast.
Hebt u een luchtafvoerbuis van
ø 150 mm, snijd dan de uitblaastuit
aan de verjonging met een scherp
mes af. Doe dat niet bij een luchtaf-
voerbuis van
ø 125 mm.
De terugslagklep is in de uitblaastuit
ingebouwd.
Montage
26
Extra montageplaat voor de
bevestigingskolom
(alleen voor de DA 237-2, 237-2 EXT)
Wanneer u het apparaat in hoge ruim-
ten monteert en daarbij gebruik maakt
van de maximale apparatenhoogte, is
het voor de stabilisering van de bevesti-
gingskolom noodzakelijk om een extra
montageplaat voor de bevestigingsko-
lom aan te brengen.
Monteer de plaat met 2 pluggen S 8
en 2 schroeven 5 x 40 mm aan de
muur en wel 350 mm boven de mo-
toreenheid / besturingseenheid.
Wasemscherm
Hang het wasemscherm in de op-
staande haken van de montageplaat
voor de motoreenheid / besturings-
eenheid.
Maak het wasemscherm vast door
2 schroeven 5 x 40 mm zowel door
de bijgevoegde bevestigingslijst als
door de montageplaat te steken.
Montage
27
Luchtafvoer
Bevestig bij het aanleggen van de
luchtafvoeraansluiting een flexibele
buis of een luchtafvoerbuis met een
slangklem aan de uitblaastuit van de
motor.
Haal de buis door de opening in de
muur of het plafond naar buiten of
naar de externe afzuiginstallatie.
Maak de luchtafvoeraansluiting
verder af.
Zie hoofdstuk: "Aansluiting voor de
luchtafvoer".
Elektrische aansluiting
Neem wanneer u het apparaat elek-
trisch aansluit de aanwijzingen in
de hoofdstukken: "Veiligheidsin-
structies en waarschuwingen" en
"Elektrische aansluiting" in acht.
Verbind de aansluitkabel van het wa-
semscherm met de daarbijbehoren-
de koppelingen die links en rechts
aan de motoreenheid / besturings-
eenheid zitten.
Steek daartoe de vierpolige stekker in
de achterste aansluiting en de drie-
polige stekker in de voorste aanslui-
ting van de koppeling links aan de
motoreenheid / besturingseenheid.
Steek de zespolige stekker in de kop-
peling rechts aan de motoreenheid /
besturingseenheid.
Maak de kabel vast met de kabelhou-
ders zoals op het plaatje.
Montage
28
Bij apparaten met een externe afzuigin-
stallatie:
Verbind de besturingseenheid en de
externe afzuiginstallatie met de ver-
bindingskabel en de zespolige stek-
ker.
Sluit het apparaat aan op het elektri-
citeitsnet.
Opvulstuk
Met het opvulstuk is een variabele af-
stand tussen afzuigkap en plafond mo-
gelijk.
Trek vóór de montage van het opvul-
stuk de beschermfolie eraf.
Buig de zijkanten van het opvulstuk
iets uit elkaar en haak het achter de
bovenste montageplaat.
Schuif het opvulstuk onder het pla-
fond en maak het aan beide kanten
met schroeven 3,9 x 7,5 mm aan de
bovenste montageplaat vast.
Met behulp van een papieren montage-
bescherming wordt voorkomen dat er
per ongeluk krassen op het opvulstuk
ontstaan wanneer de bevestigingsko-
lom wordt geplaatst. Nadat deze is ge-
plaatst moet de montagebescherming
worden verwijderd.
Verwijder de beschermfolie bij de
kleefpunten.
Plak de montagebescherming aan
de zijkanten tegen het opvulstuk.
Montage
29
Bevestigingskolom
Trek vóór de montage van de beves-
tigingskolom de beschermfolie eraf.
Buig de zijkanten van de bevesti-
gingskolom uit elkaar, schuif de ko-
lom over het opvulstuk en haak hem
achter het opvulstuk en de montage-
platen.
Schuif vervolgens de bevestigingsko-
lom ca. 1 cm naar beneden in het
wasemscherm.
Stel de bevestigingskolom.
Maak de montagebescherming los,
trek ze naar boven en haal ze eraf.
Maak de bevestigingskolom aan bei-
de kanten onder aan de montage-
plaat voor de motoreenheid en - bij
de DA 239-2 - ook nog eens in het
midden aan de montageplaat voor
de bevestigingskolom met schroe-
ven 3,9 x 7,5 mm vast.
Haal de vetfilters uit het apparaat.
Montage
30
Maak de bevestigingskolom aan het
wasemscherm vast met de schroef
die in het wasemscherm zit.
Deze schroef kunt u ook gebruiken om
het wasemscherm goed te stellen.
Draai de schroef naar rechts om het
wasemscherm iets op te tillen, draai
de schroef naar links om het scherm
te laten zakken.
Plaats de vetfilters weer in het appa-
raat.
Verwijder de beschermfolie van het
filterframe.
Montage
31
Aansluiting voor de luchtafvoer
Pas op voor gevaar voor vergifti-
ging!
Neem beslist het hoofdstuk: "Veilig-
heidsinstructies en waarschuwin-
gen" in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren
of een veilig gebruik van de luchtaf-
voer gewaarborgd is.
De luchtafvoerbuis moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
Het is aan te bevelen om een luchtaf-
voerbuis te gebruiken met een door-
snede van 150 mm.
Wanneer u luchtafvoerbuizen ge-
bruikt met een doorsnede van min-
der dan 150 mm of wanneer u plat-
te luchtafvoerkanalen gebruikt moet
u er rekening mee houden dat de af-
zuigkap meer geluid maakt wan-
neer hij aanstaat en beduidend min-
der afzuigcapaciteit heeft.
Maak de doorsnede van de luchtaf-
voerbuis alleen in het uiterste geval
kleiner, bijv. wanneer er al een lucht-
afvoer aanwezig is.
Gebruik alleen bochten met een grote
straal. Een kleine straal vermindert het
afzuigvermogen van de afzuigkap.
Gebruik voor de luchtafvoeraanslui-
ting alleen gladde buizen of flexibele
luchtafvoerslangen van niet brand-
baar materiaal.
Wanneer de luchtafvoerbuis horizon-
taal wordt aangelegd, moet worden
gezorgd voor een verval van min-
stens 1 cm per meter.
Daarmee wordt voorkomen dat er
condenswater in de afzuigkap loopt.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kunt u het beste een
telescopische muurdoorvoering in-
stalleren.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in-
voerbuis verticaal worden gebogen.
Aansluiting voor de luchtafvoer
32
Belangrijk!
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aangelegd,
kan er binnen de afzonderlijke ruimten
een groot temperatuursverschil ont-
staan.
U moet dan rekening houden met
condensvorming.
De luchtafvoerbuis moet dan dien-
overeenkomstig worden geïsoleerd.
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het beter om een anti-con-
densvoorziening te installeren die het
condenswater dat ondanks de isolering
van de luchtafvoerbuis vrijkomt, op-
neemt en verdampt.
Deze voorziening is verkrijgbaar als ex-
tra accessoire.
Let er bij de installatie van de anti-
condensvoorziening op dat deze
loodrecht en zo dicht mogelijk bo-
ven de uitblaastuit van de afzuigkap
wordt geplaatst.
Aansluiting voor de luchtafvoer
33
Elektrische aansluiting
Deze afzuigkap mag uitsluitend op
het elektriciteitsnet worden aange-
sloten door een erkend elektricien
die de landelijke voorschriften en
de plaatselijke voorschriften van het
gemeentelijke energiebedrijf exact
kent en naleeft.
Ondeskundig uitgevoerde installatie-
en onderhoudswerkzaamheden le-
veren, evenals ondeskundig uitge-
voerde reparaties, grote risicos op
voor de gebruiker, waarvoor de fa-
brikant niet aansprakelijk kan wor-
den gesteld.
Deze afzuigkap is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met
beschermingscontact (randaarde),
geschikt voor aansluiting op
~ 230 V 50 Hz.
Deze afzuigkap mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een contactdoos
met beschermingscontact (randaarde).
Deze afzuigkap mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Om extra veiligheid te kunnen garande-
ren wordt er in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor Nederland geadviseerd
om de huisinstallatie van een aardlek-
schakelaar te voorzien.
Een aansluiting door middel van een
contactdoos wordt aanbevolen, omdat
dit de eventuele werkzaamheden voor
de Technische Dienst makkelijker
maakt. Let erop dat u bij de contact-
doos kunt komen wanneer het appa-
raat is ingebouwd.
Wanneer u na inbouw van het apparaat
niet meer bij de contactdoos kunt ko-
men of wanneer er sprake is van een
vaste aansluiting, dient ter plaatse een
4-polige schakelaar te worden geïnstal-
leerd waarvan de contactopening bij
uitgeschakelde toestand tenminste 3
mm moet bedragen. Hiertoe behoren
zelf-uitschakelaars, zekeringen en re-
lais (EN 60 335).
De benodigde aansluitgegevens vindt
u op het typeplaatje. Dit is zichtbaar
nadat u (afhankelijk van het model) de
vetfilters / het vetfilter heeft verwijderd.
Controleer of deze gegevens overeen-
komen met de spanning en de frequen-
tie van het elektriciteitsnet.
Deze afzuigkap werkt storingsvrij vol-
gens DIN EN 60555 / VDE 0838.
Elektrische aansluiting
34
Technische gegevens
Aansluitwaarde
DA 237-2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240 W
DA 239-2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260 W
Verlichting
DA 237-2 . . . . . . . . . . . . . . . 2 x 20 W
DA 239-2, 239-2 EXT. . . . . . 3 x 20 W
Netspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . 230 V
Frequentie . . . . . . . . . . . . . . . . ~ 50 Hz
Zekering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 A
Luchtafvoervermogen volgens
EN 61591
Luchtafvoersysteem ø 150 mm:
Stand I . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220 m
3
/h
Stand II. . . . . . . . . . . . . . . . . . 335 m
3
/h
Stand III . . . . . . . . . . . . . . . . . 440 m
3
/h
Intensiefstand . . . . . . . . . . . . 640 m
3
/h
Luchtafvoersysteem ø 125 mm:
Stand I . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 m
3
/h
Stand II. . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 m
3
/h
Stand III . . . . . . . . . . . . . . . . . 405 m
3
/h
Intensiefstand. . . . . . . . . . . . . 590 m
3
/h
Vrijblazend . . . . . . . . . . . . . . . 690 m
3
/h
De aansluitwaarde en het luchtafvoer-
vermogen van de apparaten van het
type ...EXT is afhankelijk van het soort
afzuiginstallatie waarop het apparaat is
aangesloten.
Technische gegevens
35
Wijzigingen voorbehouden / 44 / 002 NL - 2301
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
26

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Miele DA 237-2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Miele DA 237-2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,69 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info